Inhoud 1. NEDERLANDS Hfst. 3: Instanties & Hfst. 5 Later Werkplanner English Mavo Frans Mavo4 Periode

Transcriptie

1 1

2 Inhoud 1. NEDERLANDS Hfst. 3: Instanties & Hfst. 5 Later Werkplanner English Mavo Frans Mavo4 Periode Werkplanner Leerjaar 4 Mavo Economie Geschiedenis Week 4/5-11 Periode Aardrijkskunde 4 Mavo Periode Mavo 4 Nask-2 Periode

3 1. NEDERLANDS Hfst. 3: Instanties & Hfst. 5 Later Schooljaar: Periode: 3 Klas: 4 MAVO Docent: RSC Week Activiteiten 5 Hfst. 3 Lezen Verbanden : opdr.1, 2, 3, 5* Hfst. 3 Taak Lezen: Waar moet je zijn voor? Hfst. 5 Lezen Feiten en meningen : opdr. 1, 2, 3, 5* Afronding Taalportfolio 6 Toets Lezen TOETS Hfst. 3 Spreken/ Kijken/ Luisteren Intakegesprek : opdr. 1 t/m 3 Hfst. 3 Taak SKL: Wordt vervolgd Hfst. 5 SKL Adviesgesprek : opdr. 1, 2 Taalportfolio 7 Hfst. 3 Schrijven Affiche en Woordkeus : opdr.1 t/m 4 Let op: opdr. 2A moet je inleveren! Hfst. 3 Taak Schrijven: Ken je rechten! Hfst. 5 Schrijven Oproep met formulier en Leesbaar invullen : opdr. 1, 2A, 3 Taalportfolio Taalportfolio Taalportfolio 8 Vakantie 9 Hfst. 3 Taal en woordenschat Verhullend taalgebruik : opdr. 1 t/m 7 Hfst. 5 T&W Humor : opdr. 1 t/m 8 Fictiedossier inleveren! 10 Hfst. 3 Spelling en grammatica Werken met woordenboeken : opdr.1 t/m 9 Hfst. 5 Spelling en grammatica Tips voor een foutloze spelling : opdr. 1 t/m 8 Test hfst.3: 1 t/m 14; hfst.5: 1 t/m 17 Extra oefening: bestudeer alle genoemde woorden/begrippen (blz. 216 t/m 223) 3

4 11/12 toets fictiedossier Toetsweek TOETS TOETS 13 e.v. Examens oefenen! Laptop meenemen!!!! Let op: Landelijke examens van eerdere jaren zullen ook regelmatig worden geoefend! Heb je tijd over, dan ga je verder met de huiswerkopdrachten, je boekverslag en/of het ICT-materiaal!!! Reserve: Hfst. 3 Examen doen Meerkeuzevragen : opdr. 1 t/m 3 Hfst. 5 Examen doen Controleren : opdr. 1 t/m 4 Hfst. 3 Fictie Decor : opdr. 1 t/m 4 Hfst. 5 Fictie Recensie : opdr. 1 t/m 5 Examen maken ( Examenblad.nl ) 4

5 2. Werkplanner English Mavo 4 Year 4 Mavo English Periode 3 Chapter 5 The choice is yours Chapter 6 The final countdown Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. Je kent woorden die te maken hebben met gevoelens 2. Je kent uitdrukkingen waarmee je je mening kunt geven 3. Je kent uitdrukkingen waarmee je informatie vraagt en geeft 4. Je kent uitdrukkingen waarmee je een voorstel kunt doen 5. Je weet wat meer over de historische keuzes die de VS gevormd hebben 6. Je weet hoe de woordvolgorde in een Engelse zin is 7. Je weet hoe en wanneer je de gerund gebruikt 8. Je gaat oefenen met schrijfvaardigheid 9. Je gaat oefenen met de verschillende types vragen die je kunt tegenkomen tijdens het Centraal Schriftelijk Examen Leesvaardigheid 10. Voorafgaand aan de examenvragen (exam questions) maak je steeds een aantal opdrachten die je voorbereiden op het beantwoorden van de uiteindelijke examenvragen JE KUNT: 11. Je kunt over gevoelens praten 12. Je kunt naar iemands mening vragen en de jouwe geven 13. Je kunt om informatie vragen en op vragen reageren 14. Je kunt een voorstel doen en daarop reageren WK DATUM VAKINHOUD IN DE LES 6 6/2 Introduction Start Chapter 5 Listening Opdracht A Reading Opdracht B Toetsbespreking Ex. 1 t/m 4 Ex. 5 t/m 8 Leren voca A B Cito Kijk-en Luistertoets Cito Kijk-en Luistertoets Opdracht C: Speaking Stone 18/19 Schrijfvaardigheid Exercise 9 t/m 13B ex. 14 t/m 18 Oefenen schrijven VO-Content (examentraining) Leren: voca ABC en stone 10 (ch.3) 5

6 7 Opdracht Spreekvaardigheid/Mondeling examen (duo s vormen) Opdracht C&C Listening: Opdracht D Schrijfvaardigheid Werken aan opdracht Spreekv.heid Grammar : - Woordvolgorde + Gerund Opdracht E/F: Watching + Reading Opdracht G: Writing / Stone 20 8 VOORJAARSVAKANTIE Onderwerp zoeken, info opzoeken, werken aan spreekvaardigheid opdracht. Exercise 19 t/m 21, ex. 22 t/m 24 Werken aan opdr.spreekv.& Schrijfv.heid Leren: stone 11 (ch.3) en voca C&C + D irregular verbs 63 t/m 80 ex 1 en 2 WB p.51 TB p.93 + ex. 25, 26 t/m 28 Ex. 29 t/m 32 VO-Content (examentraining) Leren voca A t/m G + stone 12 (ch.3) 9 Opdracht G: Writing Stone 21 Alles af chapter 5 Werken aan opdracht Spreekv.heid 10 SO ch.5 voca A-G + stone 10, 11 en 12 (ch.3) Werken aan opdracht Schrijfv.heid Werken aan opdracht Spreekv.heid Werken aan opdracht Spreekv.heid Ex. 33 t/m 38 Nakijken hoofdstuk 5 Leren voca A t/m G + stone 12 (ch.3) + irr. verbs 1 t/m 93 Test yourself chapter 5 p.53/54 maken Werken aan opdracht Schrijfv.heid/laptop Werken aan opdracht Spreekv.heid/laptop Werken aan opdracht Spreekv.heid/laptop 11 Oefenen grammar+voca Oefenen grammar, voca, laptop mee!! 15/3 START TOETSWEEK SE-7 Leren: voca + grammar chapter 5 en alle Irregular verbs SE-7 12 SE-7 Werken aan opdracht Spreekv.heid Werken aan opdracht Spreekv.heid 13 Mondeling examen Mondeling examen Mondeling examen 14 Start Chapter 6 Introduction Opdracht A: Meerkeuzevragen Opdracht B: Open vragen Opdracht C: Gatenteksten Opdracht D: verschillende vraagtypes EAMENTRAINING EAMENTRAINING Werken aan opdracht Spreekv.heid Werken aan opdracht Spreekv.heid Vraag 1 t/m 16 Vraag 17 t/m 20 Vraag 21 t/m 27 Ex. 28 t/m 41 VO-Content (examentraining) VO-Content (examentraining) 15 EAMENTRAINING VO-Content (examentraining) EAMENTRAINING 14/4 Goede Vrijdag VO-Content (examentraining) 6

7 TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGIN Centraal examen Kijken en luisteren Wk. 6 4 SO woorden, Zinnen en Stones Chapter 5 Wk SE7 chapter 5, grammar, vocabulary en irr. verbs Wk.11/12 2 Mondeling examen Wk G M-CIJFER 7

8 3. Frans Mavo4 Periode 3 Leerdoelen ( examentraining) Vaardigheid Niveau Can do statement / ik-kan-formulering Lezen 1. Ik kan korte eenvoudige teksten begrijpen, waarin woorden staan, die ik herken omdat ze veel voorkomen of ook in andere talen gebruikt worden. 2. Ik kan eenvoudige teksten begrijpen over bekende onderwerpen of onderwerpen die met het werk te maken hebben. 3. Ik kan korte eenvoudige persoonlijke brieven begrijpen. Gesprekken voeren 4. Ik kan eenvoudige briefjes, faxen en s over bekende onderwerpen begrijpen. 5. Ik kan aanplakbiljetten en waarschuwingsborden op straat, in restaurants, op stations en op het werk begrijpen. 6. Ik kan specifieke informatie opzoeken in lijsten en telefoonboeken. 7. Ik kan de belangrijkste informatie opzoeken in advertenties, menu's, dienstregelingen, brochures en op het internet als ik weet waarover het gaat. 8. Ik kan specifieke kennis en informatie vinden in brieven, brochures, krantenartikelen, waarin gebeurtenissen worden beschreven. 9. Ik kan eenvoudige gebruiksaanwijzingen voor alledaagse apparaten lezen, zoals in een telefooncel. 10. Ik kan voorschriften (bijvoorbeeld in verband met veiligheid) begrijpen als ze in eenvoudige taal gesteld zijn. B1 11. Ik kan begrijpen wat iemand schrijft over wat hij heeft beleefd, voelt en wat zijn wensen zijn. 12. Ik kan mij in voorspelbare alledaagse situaties verstaanbaar maken. 13. Ik kan een gesprek beginnen, gaande houden en afsluiten. 14. Ik kan zeggen wat ik lekker, leuk en fijn vind en wat niet. 15. Ik kan iemand uitnodigen en op uitnodigingen al dan niet ingaan. 16. Ik kan iemand op een beleefde manier begroeten of aanspreken. 17. Ik kan aangeven hoe ik me voel. 18. Ik kan begroeten, afscheid nemen en bedanken. 19. Ik kan deelnemen aan korte gesprekken over onderwerpen die me interesseren in alledaagse situaties. 20. Ik kan met anderen bespreken wat we gaan doen, waar we heen gaan en afspraken maken waar we elkaar ontmoeten. 21. Ik kan zeggen dat ik het ergens mee eens of oneens ben. 22. Ik kan mijn mening geven over alledaagse dingen wanneer mij dat wordt gevraagd en ik bij het geven van een antwoord geholpen word. 23. Ik kan in een discussie om aandacht vragen. 24. Ik kan iets kopen of bestellen en naar de prijs vragen. 25. Ik kan vragen stellen en vertellen over vrije tijd en dingen die ik vroeger gedaan heb. 26. Ik kan met behulp van een kaart of plattegrond iemand de weg wijzen of de weg vragen. 27. Ik kan met behulp van gebaren duidelijk maken wat ik wil als ik het juiste woord niet kan vinden. Spreken 28. Ik kan in eenvoudige woorden mensen, plaatsen en bezittingen beschrijven. 29. Ik kan mijn gezinssituatie, mijn woonomgeving en de school waar ik op zit, beschrijven. 30. Ik kan uitleggen waarom ik iets (niet) lekker, leuk of fijn vind. 31. Ik kan voorwerpen en bezittingen beschrijven en vergelijken. 32. Ik kan beschrijven wat ik van plan ben, wat mijn gewoontes zijn, wat ik heb gedaan en heb meegemaakt. 33. Ik kan gebeurtenissen en activiteiten kort beschrijven. 34. Ik kan een kort verhaal vertellen over alledaagse dingen in mijn omgeving. 35. Ik kan een hele korte aankondiging doen, als ik mij kan voorbereiden en de toehoorders weten waarover het gaat. 8

9 Vaardigheid Niveau Can do statement / ik-kan-formulering 36. Ik kan een korte presentatie geven over een bekend onderwerp als ik me heb kunnen voorbereiden. 37. Ik kan vragen beantwoorden van mensen die naar een verhaal van mij geluisterd hebben. Week Vaardigheid H7 H8 Ex. Parler 6-14 Op de maandag combiklas Ex. Écrire Ex. Écouter Ex. Lire Lezen 9 9 1, 3, 5 8 1, 5, 10, 12, 14, 16, 19, 23, , 30, 33 8, 21 8, 27, , 16, 18, 21, Tâche 16, Tâche, , Op de vrijdag Gesprekken voeren 21 4, , 20 4, , 29, 30 7, 14 23, 24 15, , , 16 4, 15, 16, 17 7, Tâche 19, 20, 29, Op de vrijdag 28, 29 32, 33, 42, Spreken 15, 26, 27 2, 3, 6, 7, 13 Tâche 23, , , 3, 6, 7, 10, 39, , 13 9

10 TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Mondelingen op 17 maart Week 11 1 SE (toetsweek) (lezen) Week 14/

11 4. Werkplanner Leerjaar 4 Mavo Economie Stof: Pincode 4 hoofdstuk 5 Aan de slag Pincode 4 -hoofdstuk 6 Kan de overheid dat regelen? Pincode 4 -hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen. Pincode 4 -hoofdstuk 8 Hoe groot is jouw wereld? Altijd nodig: Pincode Tekstboek, schrift en rekenmachine. Maak altijd aantekeningen! Leerdoelen - Hoofdstuk 5 JE KENT/WEET: Je kent het verschil tussen nettoresultaat en brutowinst. Je kent het begrip marktaandeel. Je weet hoe de arbeidsproductiviteit kan worden verhoogt of verlaagt. Je kent het verschil tussen economische en technische levensduur. Je kent de verschillende soorten werkloosheid. Je weet wat afzet is en wat omzet is. Je weet wat motieven zijn om de prijs van iets te verhogen of te verlagen. Je weet wat koopkracht inhoud en een verband leggen met inflatie. Je kent het verschil tussen vaste krachten en flexwerkers. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt het nettoresultaat berekenen. Je kunt de omzet berekenen van een bedrijf. Je kunt de arbeidsproductiviteit per werknemer berekenen. Je kunt de werkloosheid berekenen. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg Leerdoelen Hoofdstuk 6 JE KENT/WEET: 1. Je weet wat een rijksbegroting is. 2. Je kent de 3 lagen van de overheid. 3. Je kent het verschil tussen de particuliere en collectieve sector is. 4. Je weet wat privatiseren is. 11

12 5. Je kent de begrippen: belastingopbrengsten premies sociale voorziening volksverzekering Wajong werknemersverzekering WIA. 6. Je kent de begrippen: accijns btw kansspelbelasting kostprijsverhogende belastingen loonbelasting vennootschapsbelasting. 7. Je weet wat belangrijke inkomsten en uitgaven zijn van de overheid. 8. Je weet waar accijns voor dient. 9. Je weet wat vergrijzing inhoud. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt subsidies berekenen. Je kunt procentuele veranderingen berekenen. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg Je kunt de tabellen en grafieken interpreteren. Je kunt btw bedragen berekenen. Leerdoelen - Hoofdstuk 7 JE KENT/WEET: 1 Je weet wat een begrotingsoverschot en tekort is. 2 Je kent de begrippen: inkomstenbelasting vennootschapsbelasting retributie nivellering denivellering draagkrachtbeginsel profijtbeginsel solidariteitsbeginsel. 3 Je weet wat inkomstenbelasting is. 4 Je weet wat heffingskorting is. 5 Je kent het begrip eigenwoningforfait. JE KUNT: Je kunt basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken. Je kunt de productie waarde berekenen van een bedrijf. Je kunt gemiddelde cijfers berekenen. Je kunt het eigenwoningforfait berekenen. Je kunt de hypotheekrente berekenen. Je kunt verband tussen economische activiteiten leggen/oorzaak/gevolg 12

13 Weekplannen WEEK VAKINHOUD IN DE LES 6 1 Par 5.1 Par Par 5.3 Par Introvragen 1 tm 15 Vragen maken 1 tm vr 12 Vragen maken 13 tm vr 24 Vragen maken par Par 5.3 Vragen maken 25 tm vr 36 2 Par 5.4 Vragen maken 37 tm 48 8 Voorjaarsvakantie 9 1 Introductieles H6 Par 6.1 Par TOETS Hoofdstuk Par 6.3 Par Se 3 Voorbereiden Schrift inleveren H Toetsweek Introvragen 1 tm 14 Vragen maken 1 tm vr 11 Vragen maken 12 tm vr 21 Voorbereiden toets Vragen maken par 6.3 Vragen maken par 6.4 Test & herhalingsopgaven 2 Toetsweek SE3 - H 5 en 6 12 Toetsweek TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING Toets H5 Week 9 2 Inleveren schrift H5 Week 9 1 Inleveren schrift H6 Week 11 Schoolexamen 3: Pincode hoofdstuk 5 en 6 Week

14 5. Geschiedenis Week 4/5-11 Periode 3 Altijd nodig: Geschiedenis Werkplaats Tekstboek, werkboek, schrift Examenonderwerp 5: De wereld na 1945 Leerdoelen JE KENT/WEET: 10. De oorzaken voor de economische veranderingen in de tweede helft van de 20 e eeuw. 11. De sociale veranderingen in verband met de economische veranderingen in de tweede helft van de 20 e eeuw. 12. De oorzaken en de gevolgen van de dekolonisatie in dit tijdvak. 13. De oorzaken en de gevolgen van de nieuwe machtsverhoudingen in de wereld na De ontwikkelingen in de verhoudingen tussen Israël en de Palestijnen. 15. De Duitse deling. JE KUNT: De instructie over te gebruiken materiaal maken De begrippen oorzaak en gevolg toepassen Beeld als bron hanteren De opdrachten uit het boek maken Zelfstandig en in groepen werken aan vragen en opdrachten De eindtoets maken Oorzaak en gevolg/bedoelde en onbedoelde oorzaken en gevolgen herkennen Verband tussen historische gebeurtenis en heden verklaren Verandering en continuïteit gebruiken Examenonderwerp 6: Nederland vanaf 1900 Leerdoelen JE KENT/WEET: 8. De oorzaken voor de economische veranderingen in Nederland na De sociale veranderingen in verband met de economische veranderingen na De verzuiling. 11. De dekolonisatie van Indonesië en de gevolgen daarvan. 12. De bezetting en de gevolgen daavan. 13. De kenmerken van dit tijdvak. JE KUNT: Bronnen in de juiste tijd plaatsen De instructie over te gebruiken materiaal maken 14

15 De begrippen oorzaak en gevolg toepassen Beeld als bron hanteren De opdrachten uit het boek maken Zelfstandig en in groepen werken aan vragen en opdrachten De eindtoets maken De betekenis van dit tijdvak voor het heden geven WEEK VAKINHOUD IN DE LES 5 1 Introductieles 2 Beeld: De wereld na par 5.1 vraag Vragen maken 1 Par 5.2, vraag 1-9. Vragen maken 2 Par 5.3, vraag Vragen maken 6 1 Par 5.4, vraag Vragen maken 2 Historische vaardigheden. Blz vraag 1-17 Blz 147/Vragen maken 3 Historische vaardigheden Samenwerken 4 Toets Geschiedenis Werkplaats Toets maken hoofdstuk 5 Paragraaf 1,2,3,4 7 1 vragen H 5 inleveren 2 Historische vaardigheden Samenwerken 3 Oefenen met het CE Vragen maken 8 Voorjaarsvakantie 9 1 Beeld: Nederland vanaf Introductieles Vragen maken 3 Par 6.1 vraag Vragen maken 1. Par 6.2, vraag Vragen maken 2 Par 6.3 vraag Vragen maken 10 1 Par 6.4 vraag Vragen maken 2 Toets Geschiedenis Werkplaats Toets maken hoofdstuk 6 Paragraaf 1,2,3 en 4 3 Historische vaardigheden. Blz vraag 1-11 Blz 147/Vragen maken 11 1 vragen H 6 inleveren 2 Historische vaardigheden Samenwerken 3 Oefenen met het CE Vragen maken Toetsweek Eindtoets Gwp H 5 (1-5) H 6 (1-5) 15

16 TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Toets Gwp hoofdstuk 5 Week 7 Paragraaf 1,2,3,4 Toets Gwp hoofdstuk 6 Week 12 Paragraaf 1,2,3,4 Inleveren vragen Gwp 5 Week 10 Inleveren vragen Gwp 6 Week 13 Inleveren tijdvakdossier: tijdvak 5 en 6. Week 15 Eindtoets Gwp H 5 en H6. Week School examen 16

17 6. Aardrijkskunde 4 Mavo Periode Altijd nodig: BuiteNland Tekstboek, werkboek, schrift, Atlas JE KENT/WEET: 16. Basis topografie van Nederland, Midden-Oosten en de Wereld. 17. Betekenis van de begrippen. 18. Rivieren: boven, beneden en middenloop. 19. Hoe mens en klimaat de afvoer van rivieren beïnvloed. 20. Op welke manier de mens heeft ingegrepen. 21. Op welke manier er in Nederland drinkwater gewonnen wordt. 22. Welke maatregelen er worden genomen om water overlast en tekort in Nederland te voorkomen. 23. Op welke manieren er drinkwater gewonnen wordt in het Midden-Oosten. 24. Welke maatregelen er genomen worden om wateroverlast en water tekorten in het Midden-Oosten te voorkomen. 25. Welke grote bouwkundige werken er in het Midden-Oosten zijn uitgevoerd. 26. Soorten rivieren. 27. Op welke manieren er drinkwater gewonnen wordt in China 28. Welke maatregelen er genomen worden om water overlast en water tekorten in China te voorkomen. 29. Welke grote bouwkundige werken er in China zijn uitgevoerd. JE KUNT: Onderzoek doen over waterproblematiek in Israël. Informatie halen uit diverse bronnen als kaarten, luchtfoto s, grafieken, teksten en tabellen. Met behulp van bronnen de waterproblematiek van Nederland, Het Midden- Oosten en China beschrijven. Nederland en het Midden-Oosten vergelijken op het gebied van waterproblemen. Met Google Earth opdrachten over waterproblematiek uitvoeren. 17

18 WEEK VAKINHOUD IN DE LES 6 Stroomgebieden en waterkringloop P2 Water en de mens P3 7 Uitleg PO water in Israël Bestudeer p 10 t/m 13 voor het PO Watergebruik P4 Water en rivieren P5 thuis maken (oefentoets) P6 8 Voorjaarsvakantie Voorjaarsvakantie 9 Waterproblemen P7 Wateroplossingen P8 10 Waterbronnen in het Midden-Oosten en China. P9 en 10 zelf verwerken i.v.m. afwezigheid docent. 11 Presentaties water in Israël Waterverbruik in het Midden-Oosten en P11 China Watertekorten en overlast P 12 en 13 uittreksel maken. Water in het Midden-Oosten en China:oplossingen 12 SE week SE week p 1 t/m 13 TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING H-CIJFER SE P 1 T/M 13 W12 6 PO water in Israël W11 2x 18

19 7. Mavo 4 Nask-2 Periode 3 let op: deze lesplanner wordt regelmatig aangepast aan de actuele stand van zaken Hoofdstuk 11 LES DATUM VOOR DE LES IN DE LES 1-2 Week 5 Week 6 Week Af Opdrachten 11.1 Af Opdrachten PO Zouten 8 Vakantie Week Af Opdrachten Af Opdrachten11.4 Week Af opdrachten Bespreken SE 11.1 Metalen 11.2 Aardolie 11.3 Kunstsoffen Oefen PO zouten Toetsweek/SE-week Week Omgaan met het milieu 11.5 Veilgheid Oefentoets TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING H-CIJFER PO zouten 2 SE 5 g 19