ECLI:NL:RVS:2016:1103

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RVS:2016:1103"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RVS:2016:1103 Instantie Raad van State Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie /1/A2 Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLIM:2015:4417, Meerdere afhandelingswijzen Bestuursrecht Hoger beroep Bij besluit van 5 februari 2014 heeft het college [appellant sub 2] verboden de exploitatie van het [kindercentrum] aan de [locatie] te Venray voort te zetten met ingang van 6 februari Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak /1/A2. Datum uitspraak: 26 april 2016 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: het college van burgemeester en wethouders van Venray, appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 mei 2015 in zaak nr. 14/2464 in het geding tussen: 1. [appellant sub 1], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [appellant sub 2], voorheen handelend onder de naam [kindercentrum], gevestigd te Venray, en 2. [appellant sub 2], wonend te Venray en het college. Procesverloop Bij besluit van 5 februari 2014 heeft het college [appellant sub 2] verboden de exploitatie van het [kindercentrum] aan de [locatie] te Venray voort te zetten met ingang van 6 februari 2014.

2 Bij besluit van 1 juli 2014 heeft het college het door [appellant sub 2] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 28 mei 2015 heeft de rechtbank het door [appellant sub 2] en [appellant sub 1] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 1 juli 2014 vernietigd en bepaald dat het college een nieuw besluit op bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] hebben een verweerschrift ingediend. Bij besluit van 15 december 2015 heeft het college opnieuw op het door [appellant sub 2] gemaakte bezwaar beslist en dat bezwaar ongegrond verklaard. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] hebben een zienswijze op dit besluit naar voren gebracht. Het college en [appellant sub 2] en [appellant sub 1] hebben nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 maart 2016, waar het college, vertegenwoordigd door J.J.P.M. Gilissen, burgemeester, en M.W.A. van de Weijer, werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door mr. B. de Haan, advocaat te 's-hertogenbosch, en [appellant sub 2] en [appellant sub 1], beiden bijgestaan door mr. T.I.P. Jeltema, advocaat te Veldhoven, zijn verschenen. Overwegingen 1. [appellant sub 2] exploiteerde sinds 2007 onder de naam [kindercentrum] een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang aan de [locatie] te Venray. Op 23 januari 2014 heeft de toezichthouder van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Wkkp), de GGD Limburg-Noord, een inspectie uitgevoerd naar aanleiding van twee klachten die door de GGD op 18 december 2013 onderscheidenlijk 7 januari 2014 zijn ontvangen. Deze klachten hebben beide betrekking op de pedagogische gedragslijn van de houder naar de kinderen en de wijze van begeleiden van de beroepskrachten. De GGD heeft geconcludeerd dat het kindercentrum niet voldoet aan de voorschriften met betrekking tot de kwaliteitseisen bij of krachtens hoofdstuk 1, afdeling 3 van de Wkkp. Volgens de GGD is aantoonbaar dat er een onveilig opvangklimaat heerst, waardoor onder andere de emotionele veiligheid van de kinderen ernstig in het gedrang komt. De GGD heeft het college geadviseerd de houder een algeheel locatieverbod op te leggen en een exploitatieverbod te overwegen. Op 30 januari 2014 heeft het college aan [appellant sub 2] een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom overhandigd. De last houdt in dat het [appellant sub 2] verboden wordt om op de locatie van [kindercentrum] te komen binnen de gestelde openingstijden en om werkzaamheden te verrichten met of bij de kinderen op straffe van een dwangsom van ,00 per geconstateerde overtreding. Na overhandiging van het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom is door de GGD op 3 februari 2014 een tweede inspectie uitgevoerd op [kindercentrum]. Van deze tweede inspectie hebben twee toezichthouders verslag gedaan en op grond van de bevindingen geconcludeerd dat de veiligheid van de kinderen nog minder gewaarborgd is dan de week daarvoor. In een rapport van 4 februari 2014 heeft de politie gesteld dat zij van mening is dat de veiligheid van personeel en kinderen van [kindercentrum] niet kan worden gewaarborgd. Zij adviseert de burgemeester tot onmiddellijke sluiting van [kindercentrum] over te gaan. Na een overleg van 4 februari 2014 tussen het college, de GGD, de politie en Synthese, een instelling voor maatschappelijk werk, heeft het college het exploitatieverbod opgelegd. 2. Ingevolge artikel 1.49, eerste lid, van de Wkkp biedt een houder van een kindercentrum verantwoorde kinderopvang aan, waaronder wordt verstaan opvang die bijdraagt aan een goede en

3 gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Ingevolge artikel 1.50, eerste lid, organiseert de houder van een kindercentrum de kinderopvang op zodanige wijze, voorziet het kindercentrum zowel kwalitatief, als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, en voert een zodanig pedagogisch beleid dat een en ander redelijkerwijs leidt tot verantwoorde kinderopvang. Ter uitvoering van de eerste volzin besteedt de houder van het kindercentrum in ieder geval aantoonbaar aandacht aan het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie, de groepsgrootte, de opleidingseisen van de beroepskrachten en de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen. Ingevolge het tweede lid kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld omtrent de kwaliteit van kinderopvang bij een kindercentrum. Ingevolge artikel 1.66, tweede lid, kan het college, indien uit een onderzoek als bedoeld in artikel 1.62 of anderszins blijkt dat het kindercentrum, de voorziening voor gastouderopvang of het gastouderbureau naar verwachting niet dan wel niet langer aan de bij of krachtens afdeling 3, paragraaf 2, van dit hoofdstuk gegeven voorschriften zal voldoen, zolang die situatie zich voordoet, de houder verbieden dat kindercentrum, die voorziening voor gastouderopvang of dat gastouderbureau in exploitatie te nemen of te houden. 3. De rechtbank heeft overwogen dat, gelet op artikel 1.66 van de Wkkp, de wetgever heeft beoogd dat eerst in uitzonderingssituaties, als een last onder dwangsom niet mogelijk is, het bestuursorgaan tot onmiddellijke sluiting kan overgaan. Het gaat hierbij om zeer ernstige situaties, waarbij de (lichamelijke en geestelijke) veiligheid van de kinderen in het geding is, aldus de rechtbank. 4. Het college betoogt dat de rechtbank aldus bij de beoordeling van het exploitatieverbod een onjuiste maatstaf heeft aangelegd. Daartoe voert het college aan dat in de memorie van toelichting staat dat ook in de situatie dat uit een onderzoek door de toezichthouder na een melding blijkt van ernstige tekortkomingen in de kwaliteit en bovendien duidelijk is dat de houder niet in staat zal zijn deze tekortkomingen te verhelpen voordat hij de exploitatie wil aanvangen (bijvoorbeeld omdat de locatie niet geschikt is om daarin kinderen op te vangen), dit reden kan zijn om, zolang die situatie zich voordoet, de houder te verbieden dat kindercentrum of gastouderbureau in exploitatie te nemen. Het in exploitatie houden of nemen, ondanks een verbod, zal ingevolge het voorgestelde artikel 97 een economisch delict zijn (Kamerstukken II 2001/02, , nr. 3, blz. 89 en 90) Het betoog van het college treft doel. Uit de bewoordingen van artikel 1.66 van de Wkkp volgt dat het college een exploitatieverbod kan opleggen indien een kindercentrum naar verwachting niet of niet langer aan de bij of krachtens afdeling 3, paragraaf 2, van hoofdstuk 1 gegeven kwaliteitseisen zal voldoen. De rechtbank heeft een onjuiste maatstaf aangelegd door te overwegen dat een exploitatieverbod slechts kan worden opgelegd in uitzonderingssituaties, door haar opgevat als zeer ernstige situaties, waarbij de (lichamelijke en geestelijke) veiligheid van de kinderen in het geding is. Een exploitatieverbod kan worden opgelegd bij ernstige tekortkomingen in de kwaliteit, die krachtens artikel 1.50, tweede lid, van de Wkkp wordt voorgeschreven. Een lopende exploitatie mag worden beëindigd met een verbod, indien er de kwaliteit van de opvang rakende gebreken zijn geconstateerd en er objectieve aanwijzingen zijn dat er op aanvaardbare termijn - een per geval door het bestuur te concretiseren termijn - geen zicht meer op is dat het kindercentrum alsnog aan de kwaliteitseisen zal gaan voldoen. 5. De rechtbank heeft voorts geoordeeld dat in dit geval niet, althans onvoldoende, is gebleken dat sprake is van een ernstige situatie die noopt tot onmiddellijke sluiting van [kindercentrum]. Het college heeft zijn standpunt dat tot een exploitatieverbod moest worden overgegaan niet goed feitelijk onderbouwd met objectieve en verifieerbare stukken, aldus de rechtbank.

4 6. Het college bestrijdt dit oordeel van de rechtbank. Volgens het college lijkt de rechtbank ten onrechte te suggereren dat een exploitatieverbod slechts kan worden opgelegd, indien objectief komt vast te staan dat de gemelde incidenten, die aanleiding hebben gegeven tot het uitvoeren van een onderzoek door de GGD, zich ook hebben voorgedaan. Het college betoogt dat er ernstige tekortkomingen in de kwaliteit waren die niet tijdig kunnen worden verholpen. Daartoe voert het aan dat [kindercentrum] vaker door de GGD is bezocht in het kader van controles op de kwaliteitseisen die bij of krachtens de Wkkp zijn gesteld. Die inspecties hebben eerder geleid tot aanwijzingen en waarschuwingen wegens overtreding van onder meer de artikelen 1.49 en 1.50 van de Wkkp. Gedurende een aantal jaren waren er meermalen overtredingen van de kwaliteitseisen neergelegd in de Wkkp en lukte het de houder van [kindercentrum] niet om gedurende langere tijd aan alle kwaliteitseisen te voldoen. Uit verklaringen van oud-werknemers volgt daarnaast dat [appellant sub 2] problemen had met de beroepskrachten, die zich door haar getiranniseerd voelden, hetgeen bevestigd wordt door [persoon] die [appellant sub 2] in 2010 op interim basis heeft bijgestaan in de problemen die ze had met het personeel. Voorts blijkt dat zich in de periode tussen 19 december 2013 tot en met 4 februari 2014 incidenten op [kindercentrum] hebben voorgedaan, waarbij [appellant sub 2] betrokken is. Die incidenten deden zich niet alleen voor tussen de kinderen en haar, maar ook tussen haar en de beroepskrachten. Na de inspectie van 23 januari 2014 heeft de GGD op 24 januari 2014 een klacht tegen [appellant sub 2] ontvangen van een beroepskracht. De GGD heeft geconcludeerd dat de emotionele veiligheid van de kinderen in het gedrang kwam en dat de sfeer op de werkvloer slecht was. Deze conclusie is gebaseerd op hetgeen de GGD ter plaatse heeft waargenomen. De waarnemingen hielden in dat [appellant sub 2] zich niet respectvol uit over de beroepskrachten, dat zij aangaf tegen een "burn-out" aan te zitten, dat zij erkende dat zij kinderen heeft geduwd, dat zij aangaf dat zij constant met een "politiepet" rondloopt en bezig is "brandjes" te blussen en dat de verhouding tussen [appellant sub 2] en de beroepskrachten onder druk was komen te staan. Het is het college niet duidelijk waarom het niet mag afgaan op een rapportage van de toezichthouder, ook gegeven de inspectiegeschiedenis en de constatering dat [appellant sub 2] al jaren niet in staat was om overtredingen bij [kindercentrum] te beëindigen en gegeven het feit dat [appellant sub 2] zelf niet meer in staat was om de nieuwe problemen het hoofd te bieden. Zij zelf nam immers het standpunt in dat zij kampte met een burn-out. Na het voornemen om een locatieverbod op te leggen bleek dat [appellant sub 2] invloed bleef uitoefenen op de beroepskrachten, waardoor die nog meer onder druk zouden komen te staan bij de dagelijkse uitoefening van hun werk met alle gevolgen van dien voor de veiligheid van de kinderen. Daarnaast hebben de toezichthouders naar aanleiding van de extra inspectie van 3 februari 2014 melding gemaakt van veranderde omstandigheden. In een tweede concept inspectierapport van 5 februari 2014 is melding gemaakt van een anonieme melding aan de gemeente op 5 februari 2014 over de situatie bij [kindercentrum] die volgens de melder escaleerde. De extra inspectie en het advies van de politie maakten duidelijk dat een locatieverbod niet zou kunnen leiden tot een oplossing, met name vanwege de houding van [appellant sub 2] jegens het personeel, de wissel die dat trok op het personeel en het feit dat [appellant sub 2] altijd in de buurt was omdat haar woning grensde aan het kindercentrum. De rechtbank stelt ten onrechte dat de angst onder de beroepskrachten niet goed is uitgewerkt. In het inspectierapport is duidelijk omschreven hoe de angst onder de beroepskrachten uiteindelijk heeft geleid tot een onveilige situatie. In dit rapport concluderen de toezichthouders dat er binnen [kindercentrum] een onverantwoorde situatie is ontstaan met betrekking tot het waarborgen van de sociaal-emotionele veiligheid. Door de angstcultuur die er heerst bij de beroepskrachten én bij de kinderen is het niet mogelijk een veilige, vertrouwde, hartelijke en gemoedelijke omgeving te creëren waar het kind zichzelf kan zijn en waar het welbevinden van het kind is gewaarborgd, aldus het rapport. De rechtbank heeft door te overwegen dat er alternatieven denkbaar waren, zoals het opleggen van een last onder bestuursdwang of het geven van aanwijzingen, miskend dat een locatieverbod onvoldoende soelaas zou bieden en het toepassen van bestuursdwang geen effectief middel was om de onderhavige overtreding te beëindigen. In bepaalde onveilige situaties kan bestuursdwang een effectief middel zijn, maar bij emotionele onveiligheid vanwege structurele spanningen bij en tussen het personeel is dat naar de overtuiging van het college niet het geval. In de periode tussen 19 december 2013 en 5 februari 2014 was de situatie zo uit de hand gelopen dat alleen een exploitatieverbod de veiligheid van de kinderen nog kon waarborgen, aldus het college.

5 6.1. Anders dan het college betoogt, heeft de rechtbank niet geoordeeld dat de meldingen op zichzelf al voldoende grondslag zouden moeten bieden voor het opleggen van een exploitatieverbod en dat de meldingen geen aanleiding mochten zijn voor het uitvoeren van een incidenteel onderzoek door de GGD. De rechtbank is er terecht van uitgegaan dat de conclusie dat het kindercentrum naar verwachting niet of niet langer aan de gestelde kwaliteitseisen zal voldoen, moet steunen op concrete feiten en omstandigheden waarvan vaststaat dat deze zich hebben voorgedaan. Een bestuursorgaan mag, gelet op de deskundigheid van de GGD, in beginsel van het inspectierapport uitgaan. Dit neemt niet weg dat een bestuursorgaan zich ervan moet vergewissen dat het aan het advies ten grondslag liggende onderzoek naar de feiten op zorgvuldige wijze is verricht en dat de feiten de conclusies kunnen dragen. Dat is bijvoorbeeld niet het geval indien de feiten aan de conclusies te weinig of te weinig directe grondslag bieden of omdat ze in verschillende richtingen wijzen, onderling tegenstrijdig zijn of niet stroken met hetgeen overigens bekend is. Voorts moet het bestuursorgaan zich zelfstandig een oordeel vormen omtrent de feiten die aan het advies ten grondslag zijn gelegd, indien de feiten door de belanghebbende worden betwist. Het inspectierapport ontslaat het college derhalve niet van de verplichting om na te gaan of het door de GGD in het onderzoek gepresenteerde feitenmateriaal de conclusie van de GGD kan dragen. Met betrekking tot de vraag of het college het inspectierapport van de GGD van 10 maart 2014 aan zijn besluit van 1 juli 2014 ten grondslag heeft mogen leggen, overweegt de Afdeling het volgende Vooropgesteld dient te worden dat het college bij brief van 30 januari 2014 conform het naar aanleiding van de inspectie van de GGD van 23 januari 2014 gegeven advies heeft besloten aan [appellant sub 2] een locatieverbod op te leggen in de vorm van een last onder dwangsom. Een voornemen tot het opleggen van die last is op 30 januari 2014 aan [appellant sub 2] overhandigd. Het college heeft derhalve vooralsnog niet besloten tot het opleggen van een exploitatieverbod, hoewel de GGD tevens adviseerde een exploitatieverbod te overwegen. Vaststaat dat [appellant sub 2] zich aan het locatieverbod heeft gehouden. Beoordeeld dient te worden of het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat, gelet op hetgeen is voorgevallen tussen 30 januari 2014 en 5 februari 2014, het locatieverbod geen soelaas meer bood De GGD heeft verklaard dat er ten tijde van de inspectie van 3 februari 2014 formeel geen leidinggevende meer was op de werkvloer. [appellant sub 2] heeft dit reeds in haar zienswijze van 19 februari 2014, waarin zij een reactie geeft op de inhoud van het inspectierapport, bestreden. Zij heeft gesteld dat zij vier maanden eerder een assistent-leidinggevende heeft aangesteld om haar te vervangen. Ook heeft zij erop gewezen dat de assistent-leidinggevende niet door de GGD is gehoord en dat dit wel diende te gebeuren. Uit het inspectierapport blijkt niet dat er verklaringen zijn van de beroepskrachten over het functioneren van de assistent-leidinggevende. Evenmin blijkt uit dit rapport dat de GGD een onderzoek heeft ingesteld naar het functioneren van de assistent-leidinggevende, noch blijkt daaruit dat de GGD heeft getracht haar te horen. De GGD heeft omtrent de aanwezigheid en het optreden van de assistent-leidinggevende niets geconstateerd. Ook het college zelf heeft geen onderzoek ingesteld naar het functioneren van de assistent-leidinggevende. Het college heeft aldus de stap van het voorgenomen locatieverbod naar het daadwerkelijk opgelegde exploitatieverbod gemaakt zonder te beoordelen of de assistent-leidinggevende opgewassen was tegen de taak waarvoor zij was aangesteld. Voorts heeft de GGD verklaard dat tijdens de inspectie van 3 februari 2014 de vijf aanwezige beroepskrachten unaniem vertelden dat er toenemende emoties, druk, spanning en onzekerheid door toedoen van de houder was ontstaan en dat de angst voor de houder toenam, ondanks haar fysieke afwezigheid. De rechtbank heeft terecht overwogen dat uit het rapport, noch uit andere stukken blijkt waarop die angst was gebaseerd en waarop die angst betrekking had. De verklaringen van de GGD zijn immers gebaseerd op niet nader gespecificeerde uitlatingen van de beroepskrachten. De GGD heeft ook niet verduidelijkt op grond van welke bevindingen hij heeft geconcludeerd dat daardoor in de korte periode tussen de eerste en tweede inspectie de sociale en emotionele veiligheid van de kinderen in gevaar is gekomen op een wijze waardoor het voorgenomen locatieverbod geen adequate

6 oplossing meer bood. Dit klemt te meer nu ten tijde van het uitbrengen van het voornemen tot het opleggen van het locatieverbod van de zijde van de gemeente in een persbericht kenbaar was gemaakt dat op dat moment de opvangkwaliteit voldeed aan de eisen en de veiligheid van de kinderen gewaarborgd was. In het inspectierapport staat dat er diverse mails zijn gewisseld tussen houder en de beroepskrachten en dat er een spreekverbod en mediaverbod door de houder is ingesteld. Tevens heeft de GGD verklaard dat er een mogelijke bijeenkomst door de houder wordt georganiseerd op 6 februari 2014 waarin zij zou bezien welke beroepskracht wat heeft gezegd tijdens de inspectie op 3 februari Het dossier biedt geen inzicht in noch een toelichting op de inhoud van de mailwisseling. Over het mediaverbod wordt overwogen dat het, gegeven de commotie en de intensieve aandacht van de pers, ontstaan na het uitbrengen door de gemeente van het persbericht, op zichzelf - los van bijzondere omstandigheden die door de GGD niet zijn vermeld - niet onbegrijpelijk was dat [appellant sub 2] omwille van de rust in [kindercentrum] geen contact met de pers toestond. Zonder nader onderzoek, althans nadere toelichting is niet voldoende gemotiveerd waarom voormelde gestelde omstandigheden ertoe noopten het voornemen te laten varen en een exploitatieverbod op te leggen. [appellant sub 2] heeft voorts ter zitting verklaard dat zij geen contact met de beroepskrachten heeft opgenomen voor het organiseren van de bijeenkomst. Na het incidenteel onderzoek van 23 januari 2014 heeft de GGD de klachtengeschiedenis vermeld. Er zijn verschillende klachten van beroepskrachten en ouders, een melding van een ouder en van de houder en een anonieme melding via de gemeente bij de GGD binnengekomen. Deze klachten zien overwegend op incidenten die zich hebben voorgedaan vóór het uitbrengen van het voornemen tot het opleggen van het locatieverbod en zijn ten dele anoniem of weinig concreet. De klachten en meldingen bevestigen het beeld dat het niet meer verantwoord was dat [appellant sub 2] nog op de werkvloer aanwezig zou zijn, niet dat een locatieverbod niet afdoende was. Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat de in het inspectierapport vermelde constateringen tijdens de tweede inspectie ook bezien in het licht van de klachtengeschiedenis onvoldoende grondslag boden voor de conclusie dat de veiligheid van de kinderen nog minder gewaarborgd is dan in eerste instantie is aangenomen en dat met onmiddellijke ingang een exploitatieverbod diende te worden opgelegd. Het college beroept zich in het besluit van 5 februari 2014 ook op het advies van de politie. In een op 4 februari 2014 uitgebracht rapport adviseert de politie het kindercentrum onmiddellijk te sluiten. Het rapport van de politie doet verslag van het overleg op 4 februari 2014 met medewerkers van de gemeente Venray, de GGD, Synthese en de politie, verwijst naar de voor [appellant sub 2] negatieve perspublicaties en steunt geheel op het rapport van de GGD. Het geeft op geen enkele wijze blijk van een eigen onderzoek door de politie noch van enige klacht of aangifte die bij de politie is ingediend en heeft daarmee geen toegevoegde waarde Gezien het vorenstaande kan in de in het inspectierapport beschreven bevindingen van de toezichthouders onvoldoende grond worden gevonden voor de conclusie dat na het uitbrengen van het voornemen tot het opleggen van het locatieverbod een escalatie van de problemen in het kindercentrum de omslag naar het exploitatieverbod rechtvaardigde. Bij deze keuze dienen objectieve, concreet omschreven, feiten en omstandigheden centraal te staan. Het college heeft door af te gaan op het inspectierapport de door hem gemaakte keuze niet voldoende op objectieve feiten en omstandigheden doen steunen. De rechtbank heeft derhalve terecht geconcludeerd dat het besluit op bezwaar onzorgvuldig is voorbereid en een draagkrachtige motivering ontbeert Het betoog faalt. 7. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient, met verbetering van de gronden waarop deze rust, te worden bevestigd. 8. Het besluit van 15 december 2015 is op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) mede onderwerp van het geding.

7 8.1. De overwegingen van het besluit van 15 december 2015 komen nagenoeg overeen met de gronden van het hoger beroep. Gezien hetgeen is overwogen onder 6.3 is dit besluit niet zorgvuldig voorbereid en berust het niet op een deugdelijke motivering. 9. Het beroep tegen het besluit van 15 december 2015 is gegrond. Dit besluit dient wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Awb te worden vernietigd. 10. Met het oog op een efficiënte afdoening van het geschil ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Awb te bepalen dat tegen het nieuwe besluit slechts bij haar beroep kan worden ingesteld. 11. Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. bevestigt de aangevallen uitspraak; II. verklaart het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venray van 15 december 2015, kenmerk gegrond; III. vernietigt dat besluit; IV. bepaalt dat tegen het door het college van burgemeester en wethouders van Venray te nemen nieuwe besluit slechts bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld; V. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Venray tot vergoeding van bij [appellant sub 2] en [appellant sub 1] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 992,00 (zegge: negenhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; VI. bepaalt dat van het college van burgemeester en wethouders van Venray een griffierecht van 497,00 (zegge: vierhonderdzevenennegentig euro) wordt geheven. Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. R.J. Koopman, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.M.M. van Zanten, griffier. w.g. Vlasblom w.g. Van Zanten voorzitter griffier Uitgesproken in het openbaar op 26 april

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2016:2669, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2016:2669, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-03-2017 Datum publicatie 08-03-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604281/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:477 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504596/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2257

ECLI:NL:RBGEL:2016:2257 ECLI:NL:RBGEL:2016:2257 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 19-04-2016 Datum publicatie 26-04-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 1819 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-3338 WSF Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:2013

ECLI:NL:RVS:2017:2013 ECLI:NL:RVS:2017:2013 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604962/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1925

ECLI:NL:RVS:2017:1925 ECLI:NL:RVS:2017:1925 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-07-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602656/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2016:965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 13-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507000/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2013:174, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2013:174, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2014:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2014 Datum publicatie 19-03-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201301948/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4483

ECLI:NL:RBNNE:2016:4483 ECLI:NL:RBNNE:2016:4483 Instantie Datum uitspraak 28-09-2016 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer LEE 15/4581 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1002

ECLI:NL:RVS:2015:1002 ECLI:NL:RVS:2015:1002 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-04-2015 Datum publicatie 01-04-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404451/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201703368/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 februari 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Onderwijs ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:395

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3390

ECLI:NL:RVS:2016:3390 ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3998

ECLI:NL:RVS:2014:3998 ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. JOM 2017/165 JM 2017/36 met annotatie van G.A.J.M. Hoevenaars

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. JOM 2017/165 JM 2017/36 met annotatie van G.A.J.M. Hoevenaars pagina 1 van 5 ECLI:NL:RVS:2017:260 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 01-02-2017 Zaaknummer 201509267/1/A1 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:8027, Meerdere

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RVS:2014:2812 ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2466

ECLI:NL:RVS:2016:2466 ECLI:NL:RVS:2016:2466 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 14-09-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden 201506742/1/A3 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ5897

ECLI:NL:RVS:2011:BQ5897 ECLI:NL:RVS:2011:BQ5897 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-05-2011 Datum publicatie 25-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201010903/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2833

ECLI:NL:RVS:2015:2833 ECLI:NL:RVS:2015:2833 Instantie Raad van State Datum uitspraak 09-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201405843/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1059

ECLI:NL:RVS:2017:1059 ECLI:NL:RVS:2017:1059 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602298/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1848

ECLI:NL:RVS:2017:1848 ECLI:NL:RVS:2017:1848 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607276/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 Instantie Datum uitspraak 04-01-2012 Datum publicatie 05-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-4246 WMO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV2849

ECLI:NL:CRVB:2012:BV2849 ECLI:NL:CRVB:2012:BV2849 Instantie Datum uitspraak 31-01-2012 Datum publicatie 06-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-3700 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-03-2017 Datum publicatie 01-03-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605381/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292

ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2015:3129, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2015:3129, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2016:682 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-03-2016 Datum publicatie 16-03-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505027/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2007 Datum publicatie 08-08-2007 Zaaknummer 200609244/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AV7550

ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2006 Datum publicatie 29-03-2006 Zaaknummer 200506819/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543 ECLI:NL:RVS:2017:695 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602860/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AW3957

ECLI:NL:RVS:2006:AW3957 ECLI:NL:RVS:2006:AW3957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-04-2006 Datum publicatie 26-04-2006 Zaaknummer 200601753/2 en 200601753/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:CRVB:2015:872 ECLI:NL:CRVB:2015:872 Instantie Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 25-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2865 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671

ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 ECLI:NL:RVS:2013:CA3671 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-06-2013 Datum publicatie 19-06-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201201939/1/A3 Eerste

Nadere informatie