Beantwoording technische vragen van dhr. Lathouwers (SP) over het bestemmingsplan Weginfrastructuur omgeving Eindhoven-Noordwest, Oirschot en Best.

Transcriptie

1 Beantwoording technische vragen van dhr. Lathouwers (SP) over het bestemmingsplan Weginfrastructuur omgeving Eindhoven-Noordwest, Oirschot en Best. In het algemeen eerst het volgende. De antwoorden zijn, gezien de materie, nogal technisch. Indien nodig kunnen de antwoorden uiteraard ambtelijk toegelicht worden. En concreet als antwoord op de vragen. 1. Er is een Integrale Effectenbeoordeling verricht (par ). Het effect van de groei van het BIC is beoordeeld voor het jaar Kan worden aangegeven waarom is gekozen voor een afweging over alleen dit jaar? Wat kan er worden gezegd over de effecten van geluidsbelasting op de middellange en de lange termijn op 'gevoelige objecten' en bij 'geluidsgehinderden, ernstig gehinderde en slaapgestoorden'? Antwoord: Voor de gebiedsontwikkeling van Brainport Park is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. In dit MER worden de milieueffecten beschreven van het Groene Raamwerk, de Brainport Industries Campus (BIC) en de wegenstructuur in Brainport Park. Dit MER is destijds gekoppeld aan het bestemmingsplan voor het 1 e cluster van BIC om dit bestemmingsplan in procedure te kunnen brengen. De Integrale Effectenbeoordeling (par toelichting bestemmingsplan) is afkomstig uit dit MER (hfst. 15.1). Omdat BIC gefaseerd wordt ontwikkeld is voor de milieueffectenstudie in het MER onderscheid gemaakt in alternatieven en varianten tot 2020 en tot Tot 2020 is de ontwikkeling van BIC-Zuid (BIC ten zuiden van de Oirschotsedijk) en de wegenstructuur Brainport Park meegenomen. Voor de situatie in 2030 is de ontwikkeling van geheel BIC (BIC-Zuid en -Noord) en de wegenstructuur Brainport Park meegenomen. Er is in voorliggend bestemmingsplan voor de wegenstructuur Brainport Park gekozen om de integrale effectenbeoordeling voor 2020 weer te geven omdat volgens de planning deze wegenstructuur dan nagenoeg gereed is. In het MER is in hoofdstuk 15.2 ook een integrale effectenbeoordeling in 2030 opgenomen. Dit MER is bijlage 1 bij de toelichting van het bestemmingsplan en digitaal te raadplegen (directe link: Uit deze integrale effectenbeoordeling in 2030 blijkt dat ten aanzien van geluid geen verandering in effectenbeoordeling optreedt ten opzichte van de beoordeling in Waar komen deze laatstgenoemde termen vandaan en hoe wordt, in algemene zin, beoordeeld welke (groepen) mensen aan deze termen voldoen? Antwoord: Er zijn geen harde normen voor het aspect geluid in een milieueffectenstudie. De beoordeling in het betreffende MER is daarom kwalitatief door het vergelijken van de gecumuleerde geluidssituatie (geluidbelasting van diverse lawaaisoorten) met en zonder de voorgenomen planontwikkelingen. Daarbij is in het MER de methode uit de Regeling geluid milieubeheer aangehouden. Dit is een ingewikkelde methode waarbij niet in algemene zin specifieke groepen mensen worden aangemerkt als gehinderden, ernstig gehinderden of slaapgestoorden. Bij deze methode wordt - kort samengevat - bepaald hoeveel bewoners (van een geluidgevoelig object) er in het totaal zijn in een bepaalde geluidcontour. Dus bijv. voor verkeerslawaai in de contour db geldt per 100 bewoners: 21 gehinderden, 8 ernstig gehinderden en 10 slaapgestoorden. In de contour db geldt per 100 bewoners: 30 gehinderden, 13 ernstig gehinderden en 13 slaapgestoorden. 1

2 3. Kan in een (geluids-) kaart, of anderszins, worden weergegeven welke bestemming het object aan de Zonnedauw 10 heeft? Antwoord: Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Buitengebied fase II 2013 van de gemeente Oirschot. Ter plaatse van De Sprinkhaan geldt de bestemming Recreatie en de aanduiding specifieke vorm van recreatie vakantiecentrum. Op basis van de regels bij deze bestemming is ter plaatse één gebouw met logeer-, verblijfs- en eetruimten en bedrijfsgebouwen voor verblijfsactiviteiten toegestaan. Het bestemmingsplan regelt dus uitsluitend dat een vakantiecentrum is toegestaan en regelt niet dat het voor een specifieke (al dan niet gevoelige) doelgroep (bijv. gehandicapten) bestemd is. Fragment verbeelding bestemmingsplan Buitengebied fase II 2013 op Het gele vlak/vierkantje is de bestemming recreatie ter plaatse van vakantiehuis De Sprinkhaan. 4. Te lezen is dat dit object op grond van de wet niet als 'gevoelig object' wordt aangemerkt. Kan hier nadere toelichting op worden gegeven? Is er een andere afweging gemaakt, naast de regels van de wet? Antwoord: 4.1 Luchtkwaliteit: In het kader van luchtkwaliteit is de regelgeving uit het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) relevant. In dit kader is het niet toegestaan dat gevoelige functies binnen een zone van 300 meter van een provinciale weg of rijksweg liggen. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige functies: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein. In de context van dit besluit 2

3 worden ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties niet als gevoelige bestemming gezien. Vakantiehuis De Sprinkhaan is een vakantieverblijf en daarmee geen gevoelige bestemming in het kader van het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteit). Daarnaast is de nieuwe weg geen provinciale weg of rijksweg zoals bedoeld in deze regeling maar een gemeentelijke weg op ca. 70 meter afstand. In aanvulling op het Besluit gevoelige bestemmingen is er een Brabantse Handreiking gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit opgesteld (maar in Eindhoven en Oirschot (nog) niet vastgesteld). Op basis van deze handreiking geldt voor een drukke gemeentelijke weg een grens van 50 meter, voor nieuwe gevoelige bestemmingen. Aan deze eisen wordt voldaan: De Sprinkhaan is een vakantieverblijf en daarmee voor wat betreft de luchtkwaliteit geen gevoelige bestemming. Daarnaast is wordt de nieuwe weg geprojecteerd op een afstand van ca. 70 meter van De Sprinkhaan. 4.2 Wet geluidhinder: De Wet geluidhinder stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting van geluidgevoelige objecten door (vier) verschillende geluidsbronnen. Ingevolge deze wet zijn de volgende objecten geluidgevoelig: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven. Vakantiehuis De Sprinkhaan is geen nieuwe gevoelige bestemming in het kader van de Wet Geluidhinder. Desondanks is onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting van de nieuwe infrastructuur op De Sprinkhaan. Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting ten gevolge van de wegen in het bestemmingsplan ten hoogste 47 db (inclusief aftrek ex artikel 110g Wgh) bedraagt. De geluidbelasting overschrijdt de voorkeursgrenswaarde (die van toepassing is op geluidgevoelige bestemmingen) niet. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is daarnaast bekeken of de gecumuleerde geluidbelasting van diverse bepalende geluidbronnen in de omgeving (Eindhoven Airport, A58) leiden tot een onaanvaardbaar leefklimaat. Uit dit onderzoek blijkt dat de gecumuleerde geluidbelasting met ten hoogste 0,5 db toeneemt. Dit is voor het menselijk gehoor een niet waarneembaar verschil. Naar aanleiding van overleggen met het bestuur van De Sprinkhaan is bovendien onderzocht wat de effecten zijn van verschillende maatregelen in de vorm van geluidschermen langs de nieuwe weg of op het perceel van De Sprinkhaan. In dit onderzoek is de geluidsituatie inzichtelijk gemaakt ten gevolge van het wegverkeerslawaai over de nieuwe weg. Tevens is de geluidbelasting vanwege omliggende rijks- en provinciale wegen en de gecumuleerde geluidbelasting inzichtelijk gemaakt. Deze laatste twee geluidbelastingen zijn inzichtelijk gemaakt omdat De Sprinkhaan ligt tussen de hierboven genoemde nieuwe weg en de rijks- en provinciale wegen A2/N2 en de A58 en dus van alle zijden wordt aangestraald. De cumulatieve geluidbelasting op De Sprinkhaan wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de omliggende rijks- en provinciale wegen. Ook draagt het luchtvaartlawaai vanwege Eindhoven Airport bij aan de cumulatieve geluidbelasting. Het luchtvaartlawaai is buiten dit onderzoek gelaten omdat een geluidscherm hier geen effect op heeft. Industrielawaai is ondergeschikt in de cumulatieve geluidbelasting. Op basis van dit onderzoek is aangetoond dat een scherm langs de nieuwe weg geen tot weinig effect heeft op de cumulatieve geluidbelasting omdat de omliggende rijks- en provinciale wegen voor de hoogste geluidbelasting zorgen ten opzichte van de overige bronnen. Indien er schermen worden 3

4 gerealiseerd op het perceel van De Sprinkhaan zorgt dit voor een afname van geluidbelasting vanwege de nieuwe weg. Deze varianten van schermen op het perceel van De Sprinkhaan hebben niettemin bijna geen effect op de geluidbelasting vanwege de rijks- en provinciale wegen of de cumulatieve geluidbelasting. Daarbij is van belang dat een geluidreductie van 1 db of minder te verwaarlozen is. Los van de landschappelijke impact en de wenselijkheid van een hoog scherm is voor de volledigheid ook onderzocht wat het effect is van een rigoureuze maatregel: het toepassen van een scherm met een hoogte van 4 meter. Dit is onderzocht bij de varianten van een scherm op het perceel van De Sprinkhaan. Bij een scherm op de westelijke perceelgrens van De Sprinkhaan, parallel aan de nieuwe weg, levert een hoogte van 4 meter geen verbetering op in de cumulatieve geluidbelasting. Een scherm in een u-vorm op de perceelgrens van De Sprinkhaan (ca. 150 m.), met een hoogte van 4 meter levert een verbetering op in de cumulatieve geluidbelasting van 2 db op de gevel van De Sprinkhaan. Een afname van 2 db is een minimale afname en staat niet in verhouding tot de rigoureuze ingreep. We achten het plaatsen van een scherm van 4 meter hoog om bijna het gehele perceel van De Sprinkhaan in het kader van onderhavig bestemmingsplan niet doelmatig omdat het effect akoestisch gezien gering is. Ook andere mogelijke varianten van schermen hebben nauwelijks tot geen effect op de geluidbelasting ter plaatse van De Sprinkhaan vanwege de rijks- en provinciale wegen of de cumulatieve geluidbelasting. 5. Hoe is beoordeeld of de gebruikers van Zonnedauw 10 wel of geen 'geluidsgehinderden', 'ernstig gehinderden' en/of 'slaapgestoorden' zijn? Hoe is deze beoordeling afgewogen in de beoogde potentiële veranderingen en welke conclusies zijn daaraan verbonden? Antwoord: Zoals vermeld bij het antwoord op vraag 2 wordt bij de gehanteerde methode om de milieueffecten door geluidbelasting te bepalen uitsluitend gekeken naar geluidgevoelige objecten. Daarbij is dus geen rekening gehouden met niet-geluidgevoelige objecten zoals vakantiehuis De Sprinkhaan. Voor De Sprinkhaan is de precieze geluidbelasting onderzocht in het kader van voorliggend bestemmingsplan zoals vermeld bij het antwoord nr De Sprinkhaan (met de algemene bestemming vakantiehuis) heeft in de bestaande situatie te maken met een cumulatieve geluidbelasting die aan de normen voldoet, net als de luchtkwaliteit. Daar verandert de nieuwe weginfrastructuur niets aan. Maatregelen tegen de nieuwe geluidbelasting nemen de bestaande belasting (van A58 en EA) niet afdoende weg. 6. Onder Staat bij 'van VO naar DO' in alinea 7 dat de extra geluidsbelasting, volgens akoestisch onderzoek, 0.5 db bedraagt. Is dit alleen in het jaar 2020 het geval? Wat is er te zeggen over de middellange en lange termijn - rekening houdend met alle ontwikkelingen in lucht- en wegverkeer, als ook de ontwikkelingen op naastgelegen bedrijfslocaties? Antwoord: In de omgeving van De Sprinkhaan liggen diverse geluidbronnen. In de huidige situatie wordt de gecumuleerde geluidbelasting bepaald door het luchtvaartlawaai van Eindhoven airport en het wegverkeerslawaai van de A58. In de toekomstige situatie komt daar de geluidbelasting bij van het bedrijventerrein Westfields en de nieuwe wegen in Brainport Park. In de betreffende akoestische 4

5 onderzoeken is de geluidbelasting bepaald ter plaatse van De Sprinkhaan in de toekomstige situatie (bijv. in 2030). In deze onderzoeken zijn alle (nu bekende) ontwikkelingen meegenomen. Uit deze onderzoeken blijkt dat de gecumuleerde geluidbelasting door de aanleg van de nieuwe weg ter plaatse van De Sprinkhaan zeer licht toeneemt (0,5 db). 7. Er wordt in dezelfde alinea gesteld dat deze verhoging van het aantal db voor het gehoor niet waarneembaar zijn. Hoe kan ik deze zin lezen? In hoeverre is het een wetenschappelijk onderbouwd oordeel? Graag nadere toelichting. Antwoord: Dit is een oordeel van deskundigen dat vaker wordt gesteld in akoestische onderzoeken. Of een verhoging van het aantal db voor het gehoor waarneembaar is, is mede afhankelijk van het ter plaatse aanwezige omgevingsgeluid. Op deze locatie is er altijd sprake van omgevingslawaai. 8. De regel daarna geeft aan dat er geen geluidsnormen zijn voor de gecumuleerde geluidsbelasting. Hoe kan ik deze zin lezen? Hoe is de conclusie genomen dat de verhoging van het geluid aanvaardbaar is als er geen normen zijn? Antwoord: Verwezen wordt naar het antwoord bij nr Op basis van de overwegingen bij antwoord 4.2 zijn wij van mening dat het verblijfsklimaat bij De Sprinkhaan niet onaanvaardbaar wordt aangetast door de nieuwe verbindingsweg. 5