Advies Benaderingswijze t.a.v. arbeidsmarktvoorlichting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies Benaderingswijze t.a.v. arbeidsmarktvoorlichting"

Transcriptie

1 Advies Benaderingswijze t.a.v. arbeidsmarktvoorlichting Christoph Meng Barbara Belfi Didier Fouarge Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA

2 1 Inleiding Informatie over de arbeidsmarkt en de kansen die een diploma van het hoger onderwijs bieden op de arbeidsmarkt kunnen belangrijke factoren zijn bij de opleidingskeuze van jongeren. 1 Om jongeren tijdens hun studiekeuze een goed beeld te geven van de arbeidsmarktsituatie na afstuderen in het hoger onderwijs, is het belangrijk om meerdere arbeidsmarktindicatoren te presenteren die samen een beeld geven van de arbeidsmarktsituatie van een opleiding in plaats van één afzonderlijke indicator (zie bijvoorbeeld Velden en Wolbers (2008) of Hanushek, Schwerdt, Woessmann en Zhang (2016) 2 ). Op deze manier kunnen kwaliteitsindicatoren van opleidingen beter vergeleken worden en ontstaat er een genuanceerd beeld met betrekking tot het arbeidsmarktperspectief. Wat de actuele arbeidsmarktsituatie betreft kennen we in Nederland in principe een tweetal betrouwbare bronnen hiervoor: De registerdata (bijvoorbeeld een koppeling tussen DUO data en data afkomstig van het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS of de Polis administratie van het UWV) en de landelijke enquêtes onder de afgestudeerden van het hoger onderwijs (HBO-Monitor en NAE). Beide bronnen kennen voor- en nadelen. In het kader van arbeidsmarktvoorlichting aan jongeren is daarbij de centrale voorwaarde dat deze gebaseerd dient te zijn op zo actueel mogelijke gegevens. Immers, arbeidsmarktvoorlichting dient zo min mogelijk beïnvloed te zijn door conjunctureel veroorzaakte impulsen die op het moment waarop de jongeren de studiekeuze maken alweer weggeëbd zijn. De landelijke afgestudeerden-onderzoeken kennen daarin momenteel een duidelijk voordeel door de relatief kortere doorlooptijd tussen dataverzameling en beschikbaarheid. Daarnaast bieden de enquêtes uitgebreidere informatie over de arbeidsmarkt. Registerdata zijn in de regel beperkt tot informatie over het aantal uren dat iemand werkzaam is, de branche waarin iemand werkzaam is of het salaris dat men ontvangt. Enquêtes bieden deze informatie eveneens, maar vullen ze aan met onder andere informatie over beroep, vereist opleidingsniveau van de functie, de match tussen de gewenste opleidingsrichting binnen een functie en de gevolgde opleidingsrichting en subjectieve factoren zoals de tevredenheid met de functie in zijn algemeenheid en de tevredenheid over de specifieke loopbaanperspectieven. De voordelen van data afkomstig uit de landelijke afgestudeerden-onderzoeken wegen daarbij zeker op tegen het mogelijke nadeel dat een uitsplitsing op het laagste aggregatieniveau peropleiding niet altijd toelaatbaar is door de lage vulling met respondenten. Cijfers over de actuele stand van zaken met betrekking tot de arbeidsmarkt zijn zeer relevant voor studiekiezers, maar tegelijkertijd onvoldoende om een goed beeld te krijgen van het verwachte rendement van een investering in onderwijs. Potentiële studenten, net als andere investeerders, willen zoveel mogelijk inzicht verkrijgen in het verwachte rendement van hun opleidingsinvestering. Bovendien hebben Borghans en Golsteyn (2006) aangetoond dat het verlies aan productiecapaciteit erg hoog als gevolg van studievertraging of omscholing wanneer men verkeerde studiekeuzes heeft gemaakt. Op basis hiervan concluderen zij dat het vooraf bijsturen van de studiekeuze goedkoper is dan het achteraf repareren van verkeerde keuzes. 3 Vooral prognoses die informatie geven over de kans op werk zijn van groot belang. De huidige opzet van de Studiekeuze 123 website voorziet studiekeizers daarom dan ook van een combinatie van aan de ene kant actuele gegevens gebaseerd op de HBO-Monitor en de NAE en aan de andere kant prognoses over de volgende 6 jaar afkomstig van het ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS) van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Recent zijn vragen gesteld en is kritiek geuit over de wijze waarop het arbeidsmarktperspectief van een opleiding in de Studiebijsluiter en op de website van Studiekeuze 123 in kaart wordt gebracht. Hierbij zouden de arbeidsmarktcijfers een rooskleuriger beeld schetsen dan in werkelijkheid het geval is. Hoewel dit feitelijk niet helemaal juist is (in de definitie van onder andere de bijsluiter staat wel degelijk vermeld waar het cijfer betrekking op heeft), is wel duidelijk dat er verwarring is ontstaan. In het kader van de SIC evaluatie Fouarge, D. (2015). Project Onderwijs-Arbeidsmarkt: Gebruik van arbeidsmarktinformatie en impact. ROA, Maastricht: ROA-TR-2015/4. 2. R.K.W. van der Velden, M.H.J. Wolbers (2008), A Framework for Monitoring Transition Systems, Paris: OECD Education Working Paper No. 20, EDU/WKP (2008)7. Hanushek, E. A., Schwerdt, G., Woessmann, L., & Zhang, L. (2016). General education, vocational education, and labor-market outcomes over the life-cycle. Journal of Human Resources. 3. Borghans, L., & Golsteyn, B.H.H. (2006). De kosten van uitgesteld leren. Maandschrift Economie, 3,

3 werd door Studiekeuze 123 daarom aan het ROA gevraagd advies uit te brengen op het onderdeel Presentatie Arbeidsmarktgegevens HBO en WO in het algemeen en Baankans in het bijzonder. De huidige situatie kent een aantal moeilijkheden: Een eerste moeilijkheid is dat voor het WO enkel arbeidsmarkgegevens beschikbaar zijn over de master, terwijl binnen SIC de wens is om cijfers van de bachelorfase eveneens te presenteren. Ten tweede worden momenteel de arbeidsmarktcijfers op verschillende plekken en op verschillende manieren gepresenteerd. Zo hanteert het ROA bij de rapportage over de baankansen van Hbo ers en bij het opstellen van arbeidsmarktprognoses, net als CBS, de internationale definitie van de werkzame beroepsbevolking, waarbij personen in de leeftijd met een baan van 1 uur of meer per week tot de werkenden worden gerekend. De respondenten worden ingedeeld in een categorie (behoort wel/niet tot de beroepsbevolking). Voor de berekening van het percentage respondenten met een baan op niveau worden alleen diegenen meegenomen die behoren tot beroepsbevolking (daarin zitten wél werkzoekenden maar niet studerenden, AOW ers en bewust niet werkenden ). Voor Studie in Cijfers wordt tot nu toe (bij HBO én WO) gebruik gemaakt van alle respondenten (er wordt dus niet gekeken of iemand behoort tot de beroepsbevolking of niet). Bij WO wordt dezelfde definitie gehanteerd om tot een percentage te komen voor de WO-master. Voor SIC wordt momenteel een complexe vertaling gemaakt om dit mastercijfer terug te vertalen naar bachelor niveau; een oplossing die moeilijk uit te leggen is en waarvan het lastig is te bepalen hoe het cijfer een betekenis heeft voor de studiekiezer. Ten derde wordt de presentatie van arbeidsmarktgegevens in de Studiebijsluiter momenteel beperkt tot het aandeel gediplomeerden dat op niveau werkzaam is. Echter, om een genuanceerd beeld met betrekking tot het arbeidsmarktperspectief te kunnen bieden, dienen er onzes inziens meerdere arbeidsmarkindicatoren gepresenteerd te worden. In het kader van het advies dat aan ROA gevraagd wordt, vormen deze 3 pijnpunten de uitgangspositie. In het huidige advies zullen wij dan ook expliciet ingaan op de volgende punten: Welke indicatoren zijn nodig om een duidelijk beeld van de arbeidsmarktkansen te geven? Hoe dienen de indicatoren berekend te worden en wat zijn de consequenties van verschillende definities? Welke indicatoren kunnen daarbij het beste in het kader van de Studiebijsluiter gepresenteerd worden en welke als aanvullende cijfers op de achterliggende website? Om tot een wel onderbouwd advies te komen, is het voorliggende document als volgt opgebouwd: Paragraaf 2 tot en met 3 legt de focus of de arbeidsmarktindicatoren afkomstig van de HBO-Monitor en de NAE. In Paragraaf 2 staan we allereerst stil bij een aantal voorwaarden die verbonden dienen te worden aan het presenteren van arbeidsmarktindicatoren op basis van enquêtes. Het betreft daarbij de link tussen de arbeidsmarktindicator en de opleiding, de betrouwbaarheid van de gepresenteerde gegevens en de vergelijkbaarheid tussen opleidingen en met externe bronnen. In Paragraaf 3 bespreken we vervolgens op basis van de HBO-Monitor en de NAE mogelijke arbeidsmarktindicatoren en presenteren we het advies met betrekking tot welke arbeidsmarktindicatoren op de Studiekeuze 123 website en in de Studiebijsluiter gepresenteerd kunnen worden. Daarnaast staan we in Paragraaf 3 ook stil bij de vraag hoe de gekozen arbeidsmarktindicatoren geoperationaliseerd dienen te worden. In Paragraaf 4 leggen we de focus op de toekomstige arbeidsmarkt (de prognoses). Ook hier staan we stil bij de mogelijke selectie van indicatoren en de manier waarop deze geoperationaliseerd worden. Tot slot biedt Paragraaf 5 een samenvatting van de belangrijkste adviezen. 2

4 2 Arbeidsmarktindicatoren: Voorwaarden Voordat we in Paragraaf 3 nader ingaan op de mogelijke arbeidsmarktindicatoren op basis van de HBO-Monitor en de NAE, is het van belang voorafgaand een aantal voorwaarden te bediscussiëren die verbonden zijn aan het presenteren van arbeidsmarktindicatoren. Het betreft daarbij a) de directe link tussen arbeidsmarktindicator en opleiding, b) de betrouwbaarheid van arbeidsmarktindicatoren en c) de vergelijkbaarheid tussen arbeidsmarktindicatoren. 2.1 Link tussen arbeidsmarktindicator en opleiding Arbeidsmarktinformatie waarmee jongeren hun studiekeuze kunnen bepalen, dient een zo direct mogelijke link tussen de opleiding en de arbeidsmarktindicatoren te zijn 4 : Type opleiding: Arbeidsmarktinformatie op basis van: Bron: HBO Bachelor opleiding HBO Bachelor afgestudeerden HBO-Monitor HBO Master opleiding HBO Master afgestudeerden HBO-Monitor HBO Ad opleiding HBO Ad afgestudeerden HBO-Monitor WO Bachelor opleiding WO Bachelor afgestudeerden Niet beschikbaar WO Master opleiding WO Master afgestudeerden NAE Op basis van de beschikbare informatiebronnen (HBO-Monitor en NAE) is daarmee in principe de volgende informatie beschikbaar: - HBO Bachelor opleiding: Uitgebreide informatie beschikbaar op basis van de HBO-Monitor. - HBO Master opleiding: Informatie op basis van HBO-Monitor is beschikbaar, weliswaar op beperktere schaal. Niet alle HBO-Master opleidingen nemen deel aan de HBO-Monitor en daardoor zal het aantal opleidingen waarover informatie gepresenteerd kan worden geen 100% dekking geven. Daarnaast bevatten de HBO-Master opleidingen een kleiner aantal afgestudeerden dan de HBO-Bachelor opleidingen en daardoor zal het aantal Master opleidingen met voldoende aantallen respondenten beperkt kunnen zijn (zie hiervoor ook 2.2). - HBO Ad opleidingen: Informatie op basis van HBO-Monitor is beschikbaar, weliswaar op beperktere schaal dan voor HBO Bachelor opleidingen. Niet alle HBO-Ad opleidingen nemen deel aan de HBO- Monitor en daardoor zal het aantal opleidingen waarover informatie gepresenteerd kan worden geen 100% dekking geven. Daarnaast kennen de HBO-Ad opleidingen een kleiner aantal afgestudeerden dan de HBO-Bachelor opleidingen en zal het aantal Ad opleidingen met voldoende aantallen respondenten beperkt kunnen zijn (zie hiervoor ook 2.2). - WO Bachelor opleidingen: Nederland kent geen enquête onder de afgestudeerden van Bachelor opleidingen aan het WO. Informatie over de arbeidsmarktintrede van afgestudeerden van Bachelor opleidingen is dan ook niet beschikbaar. Het presenteren van uitkomsten op basis van de NAE rechtstreeks gekoppeld aan Bachelor opleiding is niet wenselijk omdat WO Bachelor diploma s door werkgevers in Nederland niet erkend worden als volwaardige opleidingen. Op de website geeft Studiekeuze 123 aan dat de gepresenteerde kansen conditioneel zijn op het behalen van een master diploma, maar het is zeer de vraag of deze toelichting door potentiele studenten gelezen wordt. - WO Master opleidingen: Uitgebreide informatie beschikbaar op basis van de NAE. 4. Dit geldt niet alleen voor arbeidsmarktinformatie afkomstig van de HBO-Monitor of de NAE maar ook voor de prognoses afkomstig van het ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS). Zie hiervoor Paragraaf 4. 3

5 Advies: Op basis van de beschikbare bronnen is het momenteel niet mogelijk om arbeidsmarktinformatie gekoppeld aan WO Bachelor opleidingen te presenteren. Dit geldt voor zowel de Studiebijsluiter als de website Studiekeuze 123. Informatie over HBO Master en HBO Ad opleidingen zal daarom beperkt zijn. 2.2 Betrouwbaarheid De informatie die beschikbaar gesteld wordt aan jongeren in het kader van hun studiekeuze dient te allen tijde betrouwbaar te zijn. De HBO-Monitor en de NAE zijn beide onderzoeken die op een wetenschappelijke basis berusten en daarom als betrouwbaar instrument aangemerkt kunnen worden. Echter, beide enquêteonderzoeken kennen geen volledige dekking. Hierdoor zijn resultaten gebaseerd op een deel van afgestudeerden. De respons bij de HBO-Monitor is gemiddeld over de afgelopen jaren tussen de 38-40%. De NAE kent een gemiddelde response van 22%. Een respons van kleiner dan 100% dient in principe geen probleem te zijn, tenzij de respons uitermate selectief is. Ervaring leert dat bijvoorbeeld vrouwen een hogere respons kennen en dat de responsbereidheid in het Westen van het land over het algemeen minder groot is. Het is daarom cruciaal dat de data verkregen op basis van een bepaald responspercentage een weging ondergaat welke, op beschikbare kenmerken, eventuele responsverschillen opheft. De HBO-Monitor kent hiervoor een vierdimensionale weging naar opleiding (CROHO-niveau), duaal/voltijd/deeltijd, regio en geslacht. De NAE kent momenteel geen weging. We adviseren dan ook om in samenwerking met de VSNU een herinvoering van de weging van de NAE te overwegen. Naast het feit dat de NAE geen weging kent, heeft deze enquête ook een duidelijk lagere respons. Deze lagere respons verlaagd in principe niet direct de betrouwbaarheid van de NAE in vergelijking met de HBO-Monitor. De lagere respons heeft wel tot gevolg dat kleinere opleidingen moeite hebben om genoeg respondenten te kunnen bereiken, wat nodig is om tot betrouwbare resultaten te kunnen komen. Wat het exacte minimumaantal respondenten is om tot betrouwbare resultaten te kunnen komen, is nog altijd onderwerp van wetenschappelijke discussie en kan niet met 100% garantie vastgesteld worden. Studiekeuze 123 hanteert momenteel een ondergrens van 10 respondenten. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) hanteert bij presentatie van resultaten op basis van de Schoolverlatersonderzoeken een minimumaantal van 20 respondenten. Op basis van de HBO-Monitor is in het verleden onderzocht in hoeverre een kleiner aantal tot meer (ongewenste) variatie leidt. Figuur 1 laat voor de werkloosheid onder de HBO-afgestudeerden de standaarddeviatie over meetjaren heen zien in relatie tot het gemiddeld aantal respondenten per jaar binnen een opleiding. De uitkomsten laten zien dat de standaarddeviatie, indien het gemiddeld aantal waarnemingen lager dan 20 komt te liggen, duidelijk begint te stijgen. Indien het aantal onder de 10 komt te liggen lijkt deze stijging zelfs explosiefachtig toe te nemen. Op basis van dit type analyses dienen we te concluderen dat het presenteren van uitkomsten gebaseerd op een groep respondenten dat kleiner is dan 20, dient met de grootste voorzichtigheid behandeld te worden. De variatie tussen de jaren is in dit geval te groot om nog als betrouwbaar bestempeld te worden. Advies: Het minimumaantal respondenten waarop een uitspraak gemaakt wordt, dient minimaal 20 te zijn. 4

6 standaarddeviatie over meetjaren Figuur 1: De gevolgen van kleine aantallen respondenten % werkloosheid gem. # waarnemingen per jaar Bron: HBO-Monitor 2.3 Vergelijkbaarheid Voor studiekiezers is het van groot belang dat informatie eenvoudig tussen opleidingen te vergelijken is. Dit geldt niet alleen voor opleidingen binnen een bepaald opleidingstype (HBO of WO) maar ook voor opleidingen van verschillende opleidingstypen (opleiding X in HBO versus opleiding Y in WO). Dit is weliswaar niet voor iedereen van belang (immers, een havist heeft de keuze tussen een HBO en WO opleiding niet) maar er zijn ten minste een tweetal groepen voor welke deze optie van belang is: a) De gediplomeerden van het VWO die in principe kunnen kiezen tussen een HBO- en een WOopleiding; b) De jongeren die een HBO Bachelor opleiding hebben afgerond en voor de keuze staan om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt dan wel hun onderwijsloopbaan voort te zetten, zij het door het volgen van een HBO Master opleiding dan wel een WO Master opleiding. Daarnaast is het belangrijk dat indicatoren zodanig geoperationaliseerd worden dat de gepresenteerde indicatoren goed vergelijkbaar zijn met die van externe databronnen (bijvoorbeeld werkloosheid zoals door CBS gepubliceerd). Advies: - Indicatoren die opgenomen worden dienen zodanig geoperationaliseerd te worden dat ze onafhankelijk van het opleidingstype te interpreteren zijn. - Gehanteerde definities dienen in lijn te zijn met externe gezaghebbende bronnen zoals het CBS. 5

7 3 Arbeidsmarktindicatoren: HBO-Monitor en NAE Om jongeren tijdens hun studiekeuze een goed beeld te geven van de arbeidsmarktsituatie na het afronden van een opleiding in het hoger onderwijs, is het belangrijk om altijd een aantal arbeidsmarktindicatoren te presenteren die samen een beeld geven van de arbeidsmarktsituatie van een opleiding in plaats van één afzonderlijke indicator (Van der Velden en Wolbers, 2008; Hanushek, Schwerdt, Woessmann en Zhang 2016). Op deze manier kunnen kwaliteitsindicatoren van opleidingen beter vergeleken worden en ontstaat er een genuanceerd beeld met betrekking tot het arbeidsmarktperspectief. Hierbij moet gedacht worden aan indicatoren zoals het werkloosheidspercentage, het percentage werkenden in deeltijd, het percentage werkenden dat werkzaam is op niveau, het percentage werkenden dat werkzaam is in de eigen richting, het gemiddelde bruto maandloon en het percentage dat tevreden is met de functie en carrièremogelijkheden. Het werkloosheidspercentage zegt daarbij iets over hoe moeilijk het is om werk te vinden terwijl de overige kenmerken iets zeggen over de kwaliteit van het werk. De indicatoren hangen weliswaar samen maar zijn lastig in één enkele indicator samen te vatten. Daarnaast geldt dat de manier waarop een verandering op de arbeidsmarkt zich manifesteert op de verschillende indicatoren, per opleiding kan verschillen. Zo zullen sterk beroepsgerichte opleidingen andere effecten ondervinden van een verslechterde arbeidsmarkt dan opleidingen die meer generiek van aard zijn. Bij de eerste groep afgestudeerden (bijvoorbeeld leraren basisonderwijs) zal het weliswaar lastiger worden om een baan te vinden maar zal de kwaliteit van het werk voor de werkenden minder veranderen omdat de meesten een baan op niveau en in de eigen richting vinden. Voor de tweede groep zal niet alleen de werkloosheid stijgen maar ook het aandeel werkenden dat onder het niveau en/of in een andere dan de eigen richting werkt. Met andere woorden de nuances van deze effecten komen beter tot uitdrukking met een set van kernindicatoren dan met één indicator. 3.1 Mogelijke arbeidsmarktindicatoren De HBO-Monitor en de NAE bieden een breed set van mogelijke arbeidsmarktindicatoren. In het kader van arbeidsmarktvoorlichting is het daarbij belangrijk aan jongeren op een gestaffelde wijze informatie beschikbaar te stellen. Afhankelijke van de interesse in arbeidsmarktindicatoren, kunnen jongeren momenteel óf van 1-2 indicatoren (Studiebijsluiter), óf een beperkte set aan indicatoren (website Studiekeuze 123) óf een uitgebreide set aan indicatoren (bijvoorbeeld via de website van het ROA: of via de website van de Vereniging van Hogescholen) raadplegen en deze laten meewegen in hun studiekeuze. In het voorliggende advies beperken we daarbij de presentatie van arbeidsmarktindicatoren op de Studiebijsluiter en de website Studiekeuze 123. Om een genuanceerd beeld van de arbeidsmarkt van afgestudeerden te presenteren is het belangrijk dat ten minste de volgende twee vragen aan bod komen: a) Wat is de kans om na behalen van het diploma werk te vinden? b) Wat is de kwaliteit van het gevonden werk? Wat is de kans om na behalen van het diploma werk te vinden? De centrale vraag bij de overgang van het hoger onderwijs naar de arbeidsmarkt is natuurlijk of de afgestudeerden betaald werk kunnen vinden en hoe lang zij dienen te zoeken voordat ze een betaalde functie vinden. In het kader van de HBO-Monitor en de NAE worden deze twee vragen geoperationaliseerd door a) de zoekduur tot de eerste betaalde functie en b) de werkloosheid op moment van enquête. Beide indicatoren geven inderdaad een indicatie van de kans om werk te vinden en vertonen in de data ook een relatief sterke relatie. Met andere woorden, de afgestudeerden die een relatief lange zoekduur ondervinden tot het vinden van de eerste betaalde functie na behalen van het diploma, kennen in de regel ook een hogere kans op werkloosheid op moment van enquête. Belangrijk is echter dat de relatie niet een op een loopt. Daarnaast dienen we er rekening mee te houden dat de manier waarop de twee indicatoren geoperationaliseerd worden in 6

8 de HBO-Monitor en de NAE verschillen. De werkloosheid op moment van enquête is een momentopname, welke conform de (inter)nationale definitie van werkloosheid plaatsvindt. Zoekduur tot eerste baan is een retrospectief gestelde vraag (de enquête vindt plaats anderhalf jaar na afstuderen) die een hogere graad aan subjectiviteit kent bij het invullen. Daarnaast dienen we er rekening mee te houden dat een langere zoekduur niet per definitie negatief hoeft te zijn. Zeker als, zoals bij de afgestudeerden van het hoger onderwijs, de verschillen tussen de gemiddelde zoekduur relatief klein zijn en voor de meeste opleidingen de gemiddelde zoekduur in de range van 1,5 tot 3 maanden valt. Immers, de zoekduur wordt, naast de beschikbaarheid van functies, ook beïnvloed door individuele factoren zoals de wens om werk in een bepaalde regio te vinden, de wens om werk bij bepaalde werkgevers of in bepaalde functies te vinden of bijvoorbeeld de bereidheid om werk onder het niveau te accepteren. Een korte zoekduur van de afgestudeerden van een opleiding kan dan ook op twee manieren geïnterpreteerd worden: De vraag naar afgestudeerden van deze opleiding is hoog, en de afgestudeerden vinden snel passend werk; De vraag naar afgestudeerden van deze opleiding is laag en, gezien de afgestudeerden daarvan op de hoogte zijn, de afgestudeerden zijn bereid om werk van lagere kwaliteit (bijvoorbeeld onder het eigen niveau) te accepteren om zodanig snel werk te hebben. De HBO-Monitor en de NAE bieden beide geen mogelijkheid om nader vast te stellen welke van deze twee interpretaties de correcte is, aangezien in de vragenlijsten geen verdere informatie wordt verzameld over de kwaliteit van de eerste betaalde functie na behalen van het diploma. De zoekduur tot de eerste betaalde functie dient daarom op basis van de twee databronnen idealiter altijd als trend over de jaren heen geanalyseerd te worden en niet op basis van één meting. Een oplopende zoekduur laat namelijk wel zien of de arbeidsmarktsituatie verslechtert. Op basis van de bovenstaande discussie adviseren we dan ook om aan studiekiezers niet de zoekduur tot eerste betaalde functie te presenteren maar de werkloosheid op moment van enquête Wat is de kwaliteit van het gevonden werk? Het vinden van betaald werk is slechts een belangrijke eerste stap tijdens de transitie van een opleiding naar de arbeidsmarkt. Uiteindelijk gaat het er om wat de kwaliteit van het gevonden werk is. Een eerste centrale indicator voor de kwaliteit van het gevonden werk is het salaris. Het salaris geeft ook een indicatie van de mate van zelfredzaamheid die men na afstuderen kan bereiken. De vraag is of bij studiekiezers het salaris dat men aan het begin van de carrière ontvangt centraal staat of dat het hen meer om de salarisperspectieven gaat. HBO-Monitor en NAE bieden enkel informatie over het eerste. Of het tweede een mogelijke optie is, komt terug in Paragraaf 4. Belangrijk voor deze indicator is dat de uitkomst hiervan niet onafhankelijk van het aantal arbeidsuren gezien kan worden. Bij opleidingen waar een relatief groot deel van de afgestudeerden in deeltijd werkzaam is, zal het gemiddelde maandsalaris automatisch lager uitvallen dan bij opleidingen waarin slechts een klein deel van de werkende afgestudeerden in deeltijd werkzaam is 5. Hoe hiermee om te gaan wordt nader in Paragraaf 3.3 besproken. Een tweede set van centrale indicatoren is gebaseerd op de vraag hoe goed de aansluiting tussen de huidige functie en de gevolgde opleiding is. De aansluiting tussen de huidige functie en de gevolgde opleiding bepaalt namelijk in een belangrijke mate het succes van de loopbaan. Hoewel de breedte van opleidingen sterk verschilt, zal logischerwijs de aansluiting beter zijn als de functie qua inhoud en niveau dicht bij de gevolgde opleiding ligt. In andere woorden, er mag aangenomen worden dat tijdens de studie verworven kennis en vaardigheden beter tot hun recht komen in beroepen die ook aansluiten bij deze studie. De aansluiting kan in principe op basis van een tweetal dimensies vastgesteld worden. Ten eerste de match tussen het gevolgde opleidingsniveau en het vereiste opleidingsniveau van de functie (verticale match). Ten tweede de match 5. De resultaten van de NAE 2015 laten zijvoorbeeld zien dat van de afgestudeerden van de sectoren Techniek en Economie minder dan 10% in deeltijd werkzaam is terwijl dit bij de sector Onderwijs bij meer dan de helft van de werkende afgestudeerden het geval is 7

9 tussen de gevolgde opleidingsrichting en de gewenste opleidingsrichting in de functie (horizontale match). Beide dimensies bieden informatie over de mate waarin de aangeleerde competenties in het gevonden werk inzetbaar zijn. Terwijl het werkzaam zijn op niveau (verticale match) in de regel gepaard gaat met het kunnen inzetten van een breed spectrum aan competenties, is er een duidelijke relatie te vinden tussen werkzaam zijn in het eigen domein (horizontale match) en de aangeleerde vakkennis (zie bijvoorbeeld Meng, ). De horizontale match informeert dan ook de studiekiezer erover wat de kans is om een baan te vinden waarvoor de opleiding qua vakkennis voorbereidt. Onderzoek onder de afgestudeerden van het HBO 7 laat daarnaast zien dat de HBO-afgestudeerden die een horizontale mismatch kennen zowel qua voorbereiding als qua aansluiting negatiever oordelen over de gevolgde opleiding dan afgestudeerden die in het kerndomein (goede match zowel qua niveau als qua richting) terecht zijn gekomen. Tot slot is het zo dat een mismatch, zij het qua horizontale dan wel qua verticale dimensie, een negatief effect op het salaris heeft. Meng (2006) laat bijvoorbeeld zien dat salarisnadeel van afgestudeerden van het hoger onderwijs met een mismatch tussen opleiding en baan tussen de 8-10% kan liggen. De eerste drie indicatoren die de kwaliteit van het werk (salaris, horizontale match en verticale match) weergeven gezamenlijk met de kans om werk te vinden (werkloosheid) aan de studiekiezers al een genuanceerd beeld van de arbeidsmarktmogelijkheden die een opleiding biedt. Deze indicatoren kunnen ook als relatief harde indicatoren wat de arbeidsmarktperspectieven betreft gekenmerkt worden. De uitkomsten hiervan zijn grotendeels ook bepaald door de kansen die de arbeidsmarkt biedt aan de afgestudeerden van een opleiding. Echter, werkzaam zijn buiten het eigen opleidingsdomein (zij het met een verticale dan wel een horizontale mismatch) of tijdelijk een lager salaris te accepteren kan ook een individuele keuze van de afgestudeerden zelf zijn. Zo kan een functie gepaard gaan met een concreet opleidingsprogramma en daarmee op korte termijn een lager salaris maar tegelijkertijd ook interessante toekomstperspectieven bieden. Het is dan ook belangrijk om deze harde gegevens aan te vullen met een aantal meer zachte uitkomsten die een verdere nuancering van de arbeidsmarktkansen bieden. Hierbij zijn vooral een tweetal indicatoren interessant: Tevredenheid met functie in het algemeen Inschatting van mogelijke loopbaanperspectieven Deze twee indicatoren kunnen een duidelijke nuancering van de harde indicatoren geven en daarmee aanvullende vragen beantwoorden zoals hoe schadelijk het bijvoorbeeld is als een relatief groot deel van de afgestudeerden een horizontale mismatch kent. Een theoretisch voorbeeld kan dit duidelijk maken. Opleiding A: i. Werkloosheid: 2% ii. Horizontale mismatch: 60% iii. Tevredenheid met functie: Score 4 op 5-punt schaal iv. Tevredenheid met loopbaanperspectieven: Score 4 op 5-punt schaal Opleiding B: i. Werkloosheid 2% ii. Horizontale mismatch: 60% iii. Tevredenheid met functie: Score 3 op 5-punt schaal iv. Tevredenheid met loopbaanperspectieven: Score 2.5 op 5-punt schaal Zowel onder de afgestudeerden van opleiding A als onder de afgestudeerden van opleiding B is 2% werkloos en heeft 60% van de werkzame afgestudeerden een horizontale mismatch. In eerste instantie lijkt dit erop te duiden dat de afgestudeerden van beide opleidingen weliswaar goede kansen kennen om werk te vinden maar blijkbaar vaak werk dienen te accepteren dat qua vakkennis niet optimaal aansluit op de gevolgde opleiding. Echter, bij opleiding A zien we dat de afgestudeerden in hun oordeel hoog scoren op beide tevredenheidindicatoren. Bij opleiding B is dat zeker wat de loopbaanperspectieven betreft niet het geval. Met andere woorden, werkzaam zijn buiten het eigen opleidingsdomein lijkt de loopbaanperspectieven van de 6. Meng, C., (2006), Discipline-specific or Academic, Acquistion, Role and Value of Higher Education Competencies, ROA PhD Series. 7. ROA-TR-2016/2 Voorbereiding en aansluiting met het vervolgonderwijs op de arbeidsmarkt. 8

10 afgestudeerden van opleiding A niet te beïnvloeden terwijl dit bij opleiding B wel het geval is. Onderliggend kan het zo zijn dat opleiding A breder opgezet is dan opleiding B en daarmee meer transversale competenties kent die buiten het eigen opleidingsdomein van grote waarde kunnen zijn. Het aanvullen van de harde arbeidsmarktindicatoren met deze twee zachte indicatoren biedt precies deze aanvullende en uiterst waardevolle informatie aan studiekiezers. Naast deze indicatoren die een goed beeld geven van de kansen om betaald werk van een bepaalde kwaliteit te vinden, is het voor studiekiezers ook uitermate interessant om inzicht te hebben in het type beroep dat afgestudeerden van een bepaalde opleiding doorgaans uitoefenen. Dit biedt namelijk de optie om de studiekeuze te maken op basis van de wens om een bepaald beroep uit te oefenen: Ik wil later beroep X uitoefenen. Welke opleiding dien ik dan te volgen?. Samenvattend adviseren we dan ook minimaal de volgende arbeidsmarktindicatoren per opleiding aan studiekiezers te presenteren 8 : Werkloosheid Salaris 9 Verticale match tussen werk en opleiding Horizontale match tussen werk en opleiding Algemene tevredenheid met gevonden werk Loopbaanperspectieven in gevonden werk Beroepen behorend bij opleiding Tabel 1 laat tot slot de correlatie tussen deze arbeidsmarktindicatoren zien. Tegelijkertijd is Tabel 1 aangevuld met een overall indicator, namelijk de vraag of afgestudeerden spijt hebben van de gekozen opleiding 10. De resultaten in Tabel 1 laten zien dat, zoals verwacht, de arbeidsmarktindicatoren met elkaar gecorreleerd zijn. Daarnaast zijn ze ook allemaal significant gecorreleerd met de vraag of de afgestudeerden achteraf gezien spijt hebben van de gekozen opleiding. Van de 21 correlaties zijn echter slechts 6 correlaties hoger dan 0.5 (of kleiner dan -0.5). Dit houdt in dat individueel gezien, de gekozen indicatoren allemaal vantoegevoegde waarde zijn. Tabel 1 Correlaties tussen Arbeidsmarktindicatoren (inclusieve spijt van gekozen studie): HBO-Monitor 2015 Werkloosheid op moment van enquête Baan op niveau ** Baan op niveau Baan binnen eigen domein ** 0.569** Baan binnen eigen domein Salaris ** 0.461** 0.445** Salaris Tevredenheid met functie -0374** 0.574** 0.577** 0.309** Carrièreperspectieven functie in Spijt van gekozen opleiding **/* Significant op 1%/5% niveau Tevredenheid met functie ** 0.377** 0.240* 0.544** 0.486** 0.459** ** ** ** ** ** Carrièreperspectieven in functie 8. Zowel NAE als HBO-Monitor bieden daarnaast een schat aan verdere informatie. Deze informatie dient inderdaad publiek beschikbaar te zijn voor de geïnteresseerde studiekiezer maar dit dient niet per se via de website van Studiekeuze 123 plaats te vinden. 9. In combinatie met arbeidsuren. 10. Deze indicator wordt momenteel op de website Studiekeuze 123 gepresenteerd onder het kopje % van afgestudeerden dat achteraf gezien tevreden is met studiekeuze. In Tabel 1 is de indicator geoperationaliseerd als % dat achteraf een andere studiekeuze zou maken. 9

11 3.2 Studiebijsluiter en Studiekeuzewebsite Arbeidsmarktuitkomsten worden momenteel op een tweetal plekken gepresenteerd: de Studiebijsluiter en website Studiekeuze 123. In de Studiebijsluiter wordt de indicator werken op niveau vermeld terwijl op de achterliggende website een bredere set van indicatoren gepresenteerd wordt. Onze discussie in de voorafgaande paragraaf liet zien dat werken op niveau relatief sterk gecorreleerd is met een aantal andere indicatoren zoals werken in eigen opleidingsrichting, salaris of de tevredenheid met baan. Tegelijkertijd zien we dat de correlatie met de indicator werkloosheid op moment van enquête relatief zwak is. Werken op niveau en werkloosheid op moment van enquête dienen dan ook als twee aparte indicatoren gezien te worden die beide belangrijke informatie over de arbeidsmarkt bieden. Advies: Informatie over arbeidsmarkt in Studiebijsluiter uitbreiden met % werkloos op moment van enquête; Arbeidsmarktindicatoren zoals in Paragraaf 2.2 besproken opnemen op Studiekeuze 123 website. 3.3 Operationalisatie van arbeidsmarktindicatoren Na in de vorige paragraaf de indicatoren vastgesteld te hebben, staan we nu stil bij de definiëring van de indicatoren. De indicatoren kunnen daarbij wederom in een tweetal groepen onderscheiden worden, namelijk het vinden van werk en de kwaliteit van werk. Per groep, en daarbinnen per indicator, staan we vervolgens stil bij de manier waarop een indicator geoperationaliseerd dient te worden. Schema 1 Groepen van respondenten Alle respondenten Biedt zich aan op arbeidsmarkt Biedt zich niet aan op arbeidsmarkt Student Onbekend Werkloos Werkzaam Kwaliteit van werk 10

12 Voordat we in detail ingaan op de indicatoren, geeft Schema 1 een vereenvoudigde weergave van de verschillende groepen respondenten weer. De hierbij gepresenteerde onderverdelingen dienen houvast te bieden bij de navolgende manier waarop de indicatoren geoperationaliseerd dienen te worden en meer in detail de vraag wat is de basis waarop een indicator berekend wordt?. Schema 1 laat zien dat op moment van enquête de respondenten in eerste instantie onderverdeeld kunnen worden in een tweetal groepen op basis van de vraag biedt men zich aan op de arbeidsmarkt of niet?. De groep die zich niet aanbiedt op de arbeidsmarkt bevat respondenten die op moment van enquête bijvoorbeeld aan een vervolgstudie bezig zijn en zich daarbij als student beschouwen (of zij daarnaast nog werkzaam zijn of niet speelt geen rol). Daarnaast omvat deze groep ook respondenten waarvan onduidelijk is wat hun positie is. Dit kunnen afgestudeerden zijn die zich, bijvoorbeeld in verband met kinderen, teruggetrokken hebben en noch onderwijs volgen noch zich op de arbeidsmarkt aanbieden. Belangrijk is vast te stellen dat tot slot onder deze groep automatisch ook de respondenten vallen welke op centrale arbeidsmarktindicatoren geen antwoord gegeven hebben. De basisregel voor alle indicatoren met betrekking tot arbeidsmarkt dient dan ook te zijn: Basisregel 1: Respondenten die zich niet op de arbeidsmarkt aanbieden worden niet in de analyses met betrekking tot arbeidsmarktindicatoren meegenomen Het vinden van werk Deze groep omvat 1 indicator, namelijk het % afgestudeerden dat op moment van enquête werkloos is. De berekening van deze indicator dient zover mogelijk volgens de internationale standaard plaats te vinden, die in Nederland sinds 2015 door het CBS gehanteerd wordt: Percentage werkloosheid = (werkloze beroepsbevolking / totale beroepsbevolking) *100 Voor de HBO-Monitor en de NAE geldt daarbij: De totale beroepsbevolking betreft de som van de werkzame beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking: - Werkzame beroepsbevolking: Afgestudeerden van een opleiding die op moment van enquête minimaal 1 uur per week betaald werk hebben; - Werkloze beroepsbevolking: Afgestudeerden van een opleiding die op moment van enquête geen betaald werk verrichten maar aangeven wel op zoek te zijn naar werk. Voor zowel de werkzame als de werkloze beroepsbevolking geldt daarnaast dat respondenten die zich op het moment van enquête niet op de arbeidsmarkt aanbieden buiten beschouwing gelaten dienen te worden (Basisregel 1). Dit kan bepaald worden aan de hand van de maatschappelijke positie vraag die zowel in de HBO-Monitor als de NAE gesteld wordt, alsmede via de vraag of men op zoek is naar werk: - Respondenten die zichzelf op moment van enquête als student zien, dienen buiten beschouwing gelaten te worden; - Respondenten die niet werkzaam zijn en ook niet op zoek zijn naar werk, dienen buiten beschouwing gelaten te worden. Door de indicator werkloosheid op deze manier te operationaliseren, wordt voldaan aan: - Vergelijkbaarheid van de indicator tussen opleidingen - Vergelijkbaarheid van de indicator tussen WO en HBO - Vergelijkbaarheid van de indicator met externe publicaties (bijvoorbeeld CBS) De consequenties van het toepassen van basisregel 1 is goed zichtbaar in het volgende voorbeeld. 11

13 Voorbeeld: Basisregel 1 HBO B Management in de Zorg Aantal respondenten Aantal respondenten die zich niet op de arbeidsmarkt aanbieden Aantal respondenten werkloze beroepsbevolking Aantal respondenten werkzame beroepsbevolking Werkloosheid inclusieve Basisregel HBO B Civiele Techniek = 4 / (4+71) = 5.3% = 7 / (7+112) = 5.9% Werkloosheid zonder Basisregel 1 = 4 / (5+4+71) = 5% = 7 / ( ) = 4.3% Bron: HBO-Monitor 2015 Zonder het toepassen van basisregel 1 komt de werkloosheid onder de afgestudeerden van HBO B Management in de Zorg op 5% en onder de afgestudeerden van HBO B Civiele Techniek op 4.3% te liggen. De afgestudeerden van HBO Management in de Zorg lijken daarmee een hogere kans op werkloosheid te hebben. Indien echter basisregel 1 wordt toegepast, komt de werkloosheid op 5.3%, respectievelijk 5.9% te liggen en hebben de afgestudeerden van HBO B Management in de Zorg nu een lagere kans op werkloosheid. De cijfers zonder toepassing van basisregel 1 worden in dit voorbeeld sterk vertekend door het relatief hoge aandeel afgestudeerden van HBO B Civiele Techniek dat zich niet op de arbeidsmarkt aanbiedt (maar met een vervolgstudie bezig is) in vergelijking met het relatief lage aandeel afgestudeerden van HBO B Management in de Zorg dat zich niet op de arbeidsmarkt aanbiedt Kwaliteit van werk Schema 1 maakt duidelijk dat de indicatoren voor de kwaliteit van het gevonden werk in de HBO-Monitor en de NAE alleen beschikbaar zijn voor de werkende afgestudeerden. Op basis hiervan dient voor alleindicatoren in deze groep de volgende basisregel te gelden: Basisregel 2: Om de indicatoren die iets zeggen over de kwaliteit van het werk niet te laten afhangen van de grootte van de groep die geen werk vindt en de groep die zich zelfs niet eens aanbiedt op de arbeidsmarkt, dienen deze indicatoren alleen berekend te worden voor de groep werkenden en niet voorde totale groep gediplomeerden of de groep die zich op de arbeidsmarkt aanbiedt. Op deze manier zijn de indicatoren ook tussen opleidingen vergelijkbaar Werkzaam op minimaal eigen niveau Deze indicator dient als indicatie van het percentage werkzame afgestudeerden van een opleiding dat anderhalf jaar na behalen van het diploma een functie heeft bemachtigd die minimaal het eigen diplomaniveau vereist. Hiermee wordt duidelijk dat het onderliggende vereiste niveau zal verschillen per opleidingsniveau. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de generieke interpretatie van de indicator niet mag verschillen tussen opleidingen (zie Paragraaf 2.4). Met andere woorden, het minimaal vereiste opleidingsniveau is gelijk aan het afgeronde opleidingsniveau. Conform het formele Nederlandse onderwijssysteem betekent dit dat de volgende vereiste opleidingsniveaus bij de indicator behoren: 12

14 Gevolgde opleiding 11 HBO Ad Opleiding Vereiste opleidingsniveaus HBO Ad HBO B HBO M WO B WO M en hoger HBO B HBO B HBO M WO B WO M en hoger HBO M HBO M WO M en hoger WO M HBO M WO M en hoger Voor de 3 onderscheiden HBO opleidingen (Ad, B, M) is dit op basis van de HBO-Monitor eenduidig vast te stellen. Voor de WO M opleidingen geldt dat in de vragenlijst van de NAE momenteel nog geen onderscheid gemaakt wordt tussen HBO B en HBO M niveau wat het vereiste niveau betreft. Het is belangrijk om dit onderscheid zo spoedig mogelijk in de vragenlijst op te nemen om een correcte berekening van de indicator toe te laten. In het kader van de uitkomsten van de NAE dient er daarnaast rekening mee worden gehouden dat respondenten ook weet ik niet kunnen antwoorden. Deze antwoorden dienen als missing gehanteerd te worden. Laten we ook hier het voorbeeld van de 2 opleidingen HBO B Management in de Zorg en HBO B Civiele Techniek erbij nemen. Zonder toepassing van basisregel 1 en basisregel 2 zien we dat 65% (HBO B Management in de Zorg), respectievelijk 61% (HBO B Civiele Techniek) een baan op minimaal eigen niveau kent. Zeker wat het cijfer voor HBO B Civiele Techniek betreft is dit wederom een duidelijke vertekening van de realiteit. Wanneer we namelijk de respondenten die niet tot de werkzame beroepsbevolking behoren buiten beschouwing (basisregel 1 en 2), dan zien we dat van degenen die werk vinden, 84% op minimaal het eigen niveau werkzaam is. Ook het cijfer wat HBO B Management in de Zorg betreft stijgt, weliswaar minder sterk. Voorbeeld: Basisregel 1 en Basisregel 2 HBO B Management in de Zorg Aantal respondenten Aantal respondenten die zich niet op de arbeidsmarkt aanbieden Aantal respondenten werkloze beroepsbevolking Aantal respondenten werkzame beroepsbevolking Aantal respondenten werkzaam op niveau onder werkzame beroepsbevolking Op niveau werkzaam inclusief Basisregel 1 en 2 Op niveau werkzaam zonder Basisregel 1 en HBO B Civiele Techniek = 52 / 71 =73% = 94 / 112 = 84% = 52 / 80 = 65% = 99 / 162 = 61% 11. Zoals eerder vastgesteld zijn voor de WO Bachelor opleidingen op basis van de NAE geen arbeidsmarktindicatoren te berekenen. 13

15 Werkzaam in eigen opleidingsdomein Deze indicator geeft aan de studiekiezer informatie over de kans om binnen het arbeidsmarktdomein van de gevolgde opleiding een functie te vinden. Operationalisering van deze indicator kan daarbij op basis van een identieke vraagstelling in de HBO-Monitor en de NAE plaatsvinden: Welke opleidingsrichting werd door uw werkgever voor deze functie/werkzaamheden vereist? (Indien u als zelfstandige of freelancer werkzaam bent dan heeft deze vraag betrekking op de opleidingsrichting die door uw opdrachtgever voor uw huidige, belangrijkste opdracht vereist werd) 1 Uitsluitend mijn eigen richting 2 Mijn eigen of verwante richting 3 Een geheel andere richting 4 Geen specifieke richting De indicator kan dan vastgesteld worden als volgt: Percentage binnen het opleidingsdomein werkzaam = % antwoordoptie 1 + % antwoordoptie Arbeidsuren Het aantal arbeidsuren per week kan op een tweetal manieren inzichtelijk aan studiekiezers gerapporteerd worden: a) Gemiddeld aantal arbeidsuren b) % met een voltijdbaan Het aantal arbeidsuren is hierbij van groot belang om de indicator Bruto maandsalaris van context te voorzien. We adviseren om het aantal arbeidsuren op beide manieren te presenteren. Het gemiddelde aantal arbeidsuren dient daarbij als aanvullende informatie bij het gemiddeld maandsalaris (zie ), terwijl het % met een voltijdbaan als alleenstaande indicator opgenomen kan worden. De definitie van het gemiddeld aantal arbeidsuren bespreken we zo meteen in de paragraaf over de indicator Bruto maandsalaris, terwijl we in deze paragraaf focussen op de indicator % met een voltijdbaan. Het CBS hanteert als regel dat een voltijdbaan minimaal 35 uren per week kent. Wij adviseren deze regel ook voor de presentatie bij Studiekeuze 123 te handhaven. Een vergelijkbare definitie op basis van de HBO-Monitor en de NAE heeft namelijk als voordeel dat de gepresenteerde uitkomsten daarmee conform de CBS definitie zijn Bruto maandsalaris Zowel bij de HBO-Monitor als bij de NAE wordt in de vragenlijst gevraagd naar het bruto maandsalaris op basis van: - Reguliere-/contracturen in hoofdfunctie - Overuren in hoofdfunctie (alleen HBO-Monitor) - Andere baan/banen Alle andere indicatoren over de kwaliteit van het werk hebben betrekking op de hoofdfunctie. We adviseren dan ook om in het kader van SKI 123, wat het salaris betreft, deze te beperken tot de hoofdfunctie. Gezien het feit dat overuren daarnaast vaak niet structureel zullen zijn, adviseren we het salaris puur op basis van de reguliere-/contracturen in de hoofdfunctie te berekenen. De huidige presentatie op de studiekeuzewebsite is voorzien van een omrekening van het door de respondent gemelde maandsalaris in het salaris van een voltijdaanstelling. De huidige presentatie kent daarbij een tweetal risico s: 14

16 - Het omrekenen naar voltijdaanstelling gaat uit van een vast aantal uren wat voltijd betreft. Hierbij kan niet rekening mee gehouden worden dat voltijd per baan kan verschillen en vaak een variatie tussen uur heeft. - Het omrekenen naar voltijdaanstelling gaat ervan uit dat respondenten in principe vrijwillig in deeltijd werkzaam zijn en dat voor de respondenten voldoende voltijdbanen beschikbaar zijn. Advies: Wij adviseren in het kader van de studiekeuzewebsite niet om te rekenen naar een voltijdaanstelling maar het maandsalaris zoals door de respondenten gemeld te presenteren. Een belangrijke vraag bij het presenteren van salarissen op basis van enquêtes is altijd hoe om te gaan met extreme waardes 12. Zeker bij een relatief klein aantal respondenten binnen een opleiding kunnen individuele extreme waardes het gemiddelde sterk beïnvloeden. Het probleem dient zich daarbij niet alleen aan indien de extreme waardes gebaseerd zijn op incorrecte informatie van de respondent (bijvoorbeeld een 0 te veel of per ongeluk in plaats van het maandsalaris het jaarsalaris gemeld) maar kan ook optreden bij correcte informatie door de respondent. In het laatste geval ligt het risico vooral erin dat in een bepaald meetjaar een uitschieter zichtbaar wordt waardoor het gepresenteerde salaris tussen jaren grote sprongen kan maken. Een alternatieve presentatiemanier is het presenteren van de mediaan in plaats van het gemiddelde salaris. Onderstaand hypothetisch voorbeeld laat direct het voordeel zien van het presenteren van de mediaan in plaats van het gemiddelde. In alle drie de jaren nemen 10 respondenten deel aan de enquête. In realiteit verdienen in elk meetjaar 5 van hen 2000 Euro en 5 van hen 2500 Euro. Per ongeluk meldt in respondent in plaats van 2500 Euro dat hij Euro per maand verdient. De laatste twee rijen laten de consequenties voor het gemiddelde salaris en de mediaan zien. Terwijl de mediaan over de 3 metingen constant blijft, stijgt het gemiddelde salaris in 2014 tot 4500 Euro waarna het weer zakt in 2015 naar 2250 Euro. Voorbeeld: Gemiddeld versus mediaan bruto maandsalaris Respondent Gemiddeld Mediaan Advies: Om sterke schommelingen bij relatief kleine opleidingen tussen de jaren te voorkomen, heeft het presenteren van de mediaan van het bruto maandsalaris de voorkeur. De consequentie van de hierboven gepresenteerde adviezen is dat het belangrijk is aan de gebruiker van de informatie duidelijk te maken dat a) in plaats van het gemiddelde de mediaan gepresenteerd wordt en b) het zich niet om het maandsalaris op basis van een voltijdaanstelling handelt. We adviseren daarom de presentatie als volgt te doen: Het mediaan bruto startsalaris van een pas afgestudeerde is X.XXX Euro per maand bij een aanstelling van gemiddeld YY uur per week 12. Zowel bij de HBO-Monitor als bij de NAE wordt momenteel een cleaning toegepast op extreme waardes. Deze cleaning vindt echter niet plaats op het niveau van specifieke opleidingen waardoor binnen een opleiding nog steeds voor deze opleiding extreme waardes kunnen voorkomen. 15

17 Tevredenheid met functie De HBO-Monitor kent momenteel de volgende twee vragen: - Bied uw functie/werkzaamheden goede carrièremogelijkheden (5-punt Likert schaal van 1 nauwelijks tot en met 5 heel veel ) - Hoe tevreden bent u met uw huidige functie/werkzaamheden (5-punt Likert schaal van 1 zeer ontevreden tot en met 5 zeer tevreden ). De NAE kent deze twee vragen niet. We adviseren om bij de verantwoordelijken van de NAE erop aan te dringen om deze twee vragen weer in te voeren. Een 5-punt Likert schaal kent in principe een tweetal mogelijke manieren van operationaliseren. De indicatoren kunnen als een gemiddeld op een 5-punt schaal gepresenteerd worden of er kan gekozen worden om het % respondenten dat een bepaalde antwoordoptie aankruist te presenteren. In het kader van deze twee vragen zou bijvoorbeeld gekozen kunnen worden om het % dat antwoordoptie 4 of 5 aankruist te presenteren. Het voordeel van de latere manier van presenteren (antwoordoptie 4 en 5) is vooral te vinden in het feit dat hierdoor duidelijk het aandeel respondenten gepresenteerd wordt dat (zeer) tevreden is. Het grootste nadeel hiervan is dat het resultaat a) sterk afhankelijk is van onder andere het aandeel dat de neutrale antwoordoptie kiest en b) dat op basis van het gepresenteerde cijfer niet afgeleid kan worden dat het resterende aandeel respondenten ontevreden is 13. Daarnaast kan het voor de gebruiker van de informatie verwarrend zijn dat resultaten op basis van de NSE als gemiddelde op een 5-punt Likert schaal en resultaten op basis van HBO- Monitor (en in toekomst NAE) op basis van antwoordopties 4 en 5 gepresenteerd worden. Advies: Presentatie van de 2 indicatoren als gemiddeld op 5-punt Likert schaal conform de manier waarop ook cijfers op basis van NSE gepresenteerd worden. 4 Arbeidsmarktprognoses 4.1 Indicatoren Cijfers over de actuele stand van zaken met betrekking tot de kans op werkloosheid en het hebben van een baan op niveau zijn zeer relevant voor studenten, maar onvoldoende om een goed beeld te krijgen van het verwachte rendement van een investering in het onderwijs door potentiële studenten. Potentiële studenten, net als andere investeerders, willen inzicht krijgen in het verwachte rendement van hun opleidingsinvestering. Bovendien berekenen Borghans en Golsteyn (2006) dat het verlies aan productiecapaciteit erg hoog is als gevolg van studievertraging en omscholing doordat men eerder verkeerde studiekeuzes heeft gemaakt. Zij concluderen hierop volgend dat het vooraf bijsturen van de studiekeuze goedkoper is dan het achteraf repareren van verkeerde keuzes. 14 Vooral prognoses die informatie geven over de kans op werk zijn van groot belang. Prognose-informatie over het te verwachten loon is moeilijker samen te stellen en minder informatief omdat het feitelijke loon medebepaald wordt door niet-waargenomen kenmerken zoals motivatie en onderhandelingskracht van de kandidaat. Naast informatie over de baankans na afstuderen zijn er ook informatieve risico indicatoren(bijvoorbeeld conjunctuurgevoeligheid van de werkgelegenheid voor afgestudeerden naar studierichting) voor de studiekiezer. Een reden hiervoor is dat risico indicatoren zoals conjunctuurgevoeligheid extra informatie mee geven aan de studiekiezer: een studie met slechte perspectieven op een baan maar een hoge mate van conjunctuurgevoeligheid biedt mogelijk toch meer kansen dan een studie met slechte perspectieven op baan maar een lage mate van conjunctuurgevoeligheid. In dat laatste geval wijzen de indicatoren immers op structurelere slechtere baankansen. 13. Antwoordcategorie 3 wordt immers in de regel als niet tevreden en niet ontevreden geïnterpreteerd. 14. Borghans, L., & Golsteyn, B.H.H. (2006). De kosten van uitgesteld leren. Maandschrift Economie, 3,

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 ROA Titel Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 Per Bles Christoph Meng ROA Fact Sheet ROA-F-2018/11 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017

TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017 TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017 Achtergrond Eind september heeft Studiekeuze123 de opleidingspagina s op haar website vernieuwd. Naast

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 ROA Titel Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2017 Per Bles Christoph Meng ROA Fact Sheet ROA-F-2018/11 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and

Nadere informatie

Zorgplicht arbeidsmarktperspectief ZORGEN VOOR WERKZAME OPLEIDINGEN. Arbeidsmarktintrede van mbo-gediplomeerden. september 2016

Zorgplicht arbeidsmarktperspectief ZORGEN VOOR WERKZAME OPLEIDINGEN. Arbeidsmarktintrede van mbo-gediplomeerden. september 2016 ZORGEN VOOR WERKZAME OPLEIDINGEN Arbeidsmarktintrede van mbo-gediplomeerden Auteurs Christoph Meng & Annelore Verhagen, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) september 2016 Jaarlijks krijgen

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met

Nadere informatie

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden Een baan Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden... 2 Geen dip in baankansen voor wo-afgestudeerden... 3 Geen dip in kans op baan voor deeltijdstudenten... 4 Hbo bachelor

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een hogeschool het doet in vergelijking met dezelfde

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor Ad gediplomeerden: Naar prognoses voor Ad opleidingen?

De arbeidsmarkt voor Ad gediplomeerden: Naar prognoses voor Ad opleidingen? De arbeidsmarkt voor Ad gediplomeerden: Naar prognoses voor Ad opleidingen? Prof. dr. Didier Fouarge ROA, Maastricht University (www.roa.nl) d.fouarge@maastrichtuniversity.nl Dag van de Ad, Amersfoort,

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,

Nadere informatie

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo April 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers

De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs. HBO-Monitor 2007. G.W.M. Ramaekers De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hoger beroepsonderwijs HBO-Monitor 2007 G.W.M. Ramaekers Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Nadere informatie

Vragenlijst HBO-Monitor deeltijd 2016

Vragenlijst HBO-Monitor deeltijd 2016 Vragenlijst HBO-Monitor deeltijd 2016 > Met zwarte of blauwe pen invullen > Kruis slechts één antwoord aan tenzij anders is aangegeven > Let op naar welke vraag u soms wordt doorverwezen Enkele algemene

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2011 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2012/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Rendement van mbo op de arbeidsmarkt. Frank Cörvers

Rendement van mbo op de arbeidsmarkt. Frank Cörvers Rendement van mbo op de arbeidsmarkt Frank Cörvers Inhoud Rendement (op de arbeidsmarkt) mbo techniek mbo podium- en evenemententechniek (PET) Herinrichting onderwijs vanuit arbeidsmarktoogpunt Conclusies

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

ROA Technical Report. Voorbereiding en aansluiting met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Eveline Sijbers Christoph Meng Jim Allen

ROA Technical Report. Voorbereiding en aansluiting met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Eveline Sijbers Christoph Meng Jim Allen Research Centre for Education and the Labour Market ROA Voorbereiding en aansluiting met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt Eveline Sijbers Christoph Meng Jim Allen ROA Technical Report ROA-TR-2016/2

Nadere informatie

De eerste baan is niet de beste

De eerste baan is niet de beste De eerste baan is niet de beste Auteur(s): Velden, R. van der (auteur) Welters, R. (auteur) Willems, E. (auteur) Wolbers, M. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA)

Nadere informatie

Alumni-informatie en de trends in werkveld en arbeidsmarkt: De HBO-Monitor

Alumni-informatie en de trends in werkveld en arbeidsmarkt: De HBO-Monitor Alumni-informatie en de trends in werkveld en arbeidsmarkt: De HBO-Monitor Jim Allen & Barbara Belfi Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) @HBOMonitor http://www.hbomonitor.nl De HBO-Monitor

Nadere informatie

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Hbo ers uit sector Onderwijs vaker tevreden... 2 Tweedegraads lerarenopleidingen hbo en lerarenopleidingen kunst/lo het vaakst tevreden... 4 Afgestudeerden

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2016 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2016 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2016 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2017/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Ad en arbeidsmarktprognoses: Hoe gaat het nu, en is er straks een andere insteek nodig?

Ad en arbeidsmarktprognoses: Hoe gaat het nu, en is er straks een andere insteek nodig? Ad en arbeidsmarktprognoses: Hoe gaat het nu, en is er straks een andere insteek nodig? Frank Cörvers Dag van de Associate Degree, Amersfoort, 17 maart 2017 Arbeidsmarktprognoses ROA: Doel Methodiek ROA

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

Vragenlijst HBO-Monitor 2016

Vragenlijst HBO-Monitor 2016 Vragenlijst HBO-Monitor 2016 > Met zwarte of blauwe pen invullen > Kruis slechts één antwoord aan tenzij anders is aangegeven > Let op naar welke vraag u soms wordt doorverwezen Enkele algemene vragen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2012 Feiten en cijfers 2 HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Ondanks de

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Nieuwe definitie beroepsbevolking Gevolgen voor HBO-Monitor cijfers en instellingsrapportages

Nieuwe definitie beroepsbevolking Gevolgen voor HBO-Monitor cijfers en instellingsrapportages Research Centre for Education and the Labour Market ROA Nieuwe definitie beroepsbevolking Gevolgen voor HBO-Monitor cijfers en instellingsrapportages ROA Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Juni 2016 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012 Feiten en cijfers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012 Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2013/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt Facts & Figures Aansluiting arbeidsmarkt 1 De Nationale Alumni Enquête (NAE, voorheen WO-Monitor) wordt tweejaarlijks afgenomen onder de afgestudeerden van de ruim 800 masteropleidingen aan de Nederlandse

Nadere informatie

Tevredenheid van studenten en alumni: substituut of complementair?

Tevredenheid van studenten en alumni: substituut of complementair? Tevredenheid van studenten en alumni: substituut of complementair? C. Meng, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Maastricht University( c.meng@maastrichtuniversity.nl) W.H.M. Kwinten, Leer-

Nadere informatie

Baan op niveau en in richting

Baan op niveau en in richting Baan op niveau en in richting Studenten Onderwijs meer kans op baan gemiddeld... 2 Pabo had sterkste terugloop baankansen in 2012... 3 Hbo-studenten in sector vaker baan op niveau en in richting... 4 Voltijd

Nadere informatie

Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties

Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties ROA Titel Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties ROA Fact Sheet ROA-F-2018/18 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and the Labour Market

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

Een vinger aan de pols: De HBO-Monitor als graadmeter van extern rendement van HBO-opleidingen

Een vinger aan de pols: De HBO-Monitor als graadmeter van extern rendement van HBO-opleidingen Een vinger aan de pols: De HBO-Monitor als graadmeter van extern rendement van HBO-opleidingen Jim Allen & Barbara Belfi Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) @HBOMonitor http://www.hbomonitor.nl

Nadere informatie

MBO: Tevredenheid en aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt

MBO: Tevredenheid en aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt MBO: Tevredenheid en aansluiting met vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Christoph Meng Esther Soudant Jesper van Thor ROA-R-2010/3 Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit

Nadere informatie

Tevredenheid over docenten

Tevredenheid over docenten Studenten in sector tevredener dan in totale hoger onderwijs... 2 Studenten tevreden over docenten bij niet-bekostigde tweedegraads lerarenopleidingen hbo... 3 Pabo-studenten minder tevreden over docenten

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

1. Studenttevredenheid TOELICHTING

1. Studenttevredenheid TOELICHTING 1. Studenttevredenheid TOELICHTING Dit criteria geeft een beeld van het oordeel dat studenten over hun studie geven. Het is een eenvoudige maar robuuste indicatie van hoe de studenten de kwaliteit van

Nadere informatie

Subsector overig. Subsector overig

Subsector overig. Subsector overig Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na

Nadere informatie

Opleiding een goede basis voor arbeidsmarkt?

Opleiding een goede basis voor arbeidsmarkt? Opleiding een goede basis voor arbeidsmarkt? Technische opleiding vaker goede basis voor de arbeidsmarkt... 2 Hbo wiskunde, natuurkunde en informatica goede basis voor start op de arbeidsmarkt.. 4 Techniek

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999-4Middelbaar BeroepsOnderwijs ROA De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op de jaarlijkse schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar. Resultaten NAE 2015 Samenvatting: De NAE (vroeger: WO-Monitor) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2011 2 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Afgestudeerden

Nadere informatie

Oordeel over de opleiding

Oordeel over de opleiding Steeds meer studenten raden hun opleiding aan... 2 Niet-bekostigd: studenten tweedegraads hbo raden studie vaker aan... 3 Minder ulo-studenten raden opleiding aan... 5 Uitkomsten inspectie onderzoek vergelijkbaar

Nadere informatie

ROA. Barbara Belfi Christoph Meng Timo Huijgen

ROA. Barbara Belfi Christoph Meng Timo Huijgen Research Centre for Education and the Labour Market ROA Het belang van domeincompetenties in het HBO voor de arbeidsmarktpositie van afgestudeerde bachelors Een analyse op basis van gegevens afkomstig

Nadere informatie

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%.

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%. Resultaten NAE 2017 Samenvatting: De Nationale Alumni Enquete (NAE) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (alumni die 1-2 jaar geleden zijn afgestudeerd) van de universiteiten

Nadere informatie

Subsector psychologie

Subsector psychologie Samenvatting... 2 Gemiddeld qua aantallen opleidingen... 2 Groot aantal studenten... 3 Grotendeels wo-subsector... 3 Weinig mbo-instroom in hbo-bachelor... 3 Weinig uitval... 3 Minste switch... 3 Diplomarendement

Nadere informatie

Subsector sociale wetenschappen

Subsector sociale wetenschappen Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met

Nadere informatie

Tevredenheid over praktijkgerichtheid/contact beroepspraktijk

Tevredenheid over praktijkgerichtheid/contact beroepspraktijk Tevredenheid over praktijkgerichtheid/contact beroepspraktijk Studenten in sector vaker tevreden dan in totale hoger onderwijs... 2 Wisselende tevredenheid over praktijkgerichtheid... 3 Pabo-studenten

Nadere informatie

Subsector pedagogische opleidingen

Subsector pedagogische opleidingen Samenvatting... 2 Gemiddeld in aantal en inschrijvingen... 2 Meeste instroom in hbo-... 3 Weinig uitval... 3 Relatief minder switchers... 3 Hoog rendement in hbo-bachelor en wo-master... 3 Accreditatie-uitkomsten:

Nadere informatie

ARBEIDSMARKTRELEVANTIE CREATIEVE MBO-OPLEIDINGEN

ARBEIDSMARKTRELEVANTIE CREATIEVE MBO-OPLEIDINGEN ARBEIDSMARKTRELEVANTIE CREATIEVE MBO-OPLEIDINGEN ROA-R-2018/1 Christoph Meng Timo Huijgen Tim Peeters Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. MBO-Diploma 2010: Doorleren of werk zoeken? Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA

ROA Fact Sheet. MBO-Diploma 2010: Doorleren of werk zoeken? Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA MBO-Diploma 2010: Doorleren of werk zoeken? ROA Fact Sheet ROA-F-2011/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre for Education

Nadere informatie

ANALYSE VAN NAE-RESULTATEN VAN RECHTENOPLEIDINGEN MET CIVIEL EFFECT

ANALYSE VAN NAE-RESULTATEN VAN RECHTENOPLEIDINGEN MET CIVIEL EFFECT ANALYSE VAN NAE-RESULTATEN VAN RECHTENOPLEIDINGEN MET CIVIEL EFFECT Inleiding... 1 Brongegevens... 1 Opleidingen met civiel effect... 1 Selectie van alumnigroepen... 1 Scoretransformatie... 1 Analyse NAE-onderwerpclusters...

Nadere informatie

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar. Resultaten NAE 2016 Samenvatting: De NAE is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN,

Nadere informatie

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse). pagina: 1 (v6) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen

Nadere informatie

EVALUATIE STUDIE IN CIJFERS. Studiekeuze123

EVALUATIE STUDIE IN CIJFERS. Studiekeuze123 EVALUATIE STUDIE IN CIJFERS Studiekeuze123 27-10-2016 AGENDA o Welkom en introductie o Evaluatie Studie in Cijfers (aanleiding, algemene uitgangspunten, opzet, proces) o Stand van zaken herziening (per

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

Handleiding Instellingsrapportage

Handleiding Instellingsrapportage Handleiding Instellingsrapportage HBO-Monitor 2018 Voorwoord Voorliggend document is een korte handleiding voor het gebruik van de online-applicatie van de instellingsrapportages die in het kader van de

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Gelieerd aan Maastricht University, SBE 3 afdelingen:

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Gelieerd aan Maastricht University, SBE 3 afdelingen: De arbeidsmarkt tot 2018. Is er ruimte voor jongeren? Didier Fouarge d.fouarge@maastrichtuniversity.nl RPA Netwerkbijeenkomst, Alphen aan den Rijn, 13 februari 2014 2 Researchcentrum voor Onderwijs en

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. Arbeidsmarktprognoses Twente Tim Peeters Frank Cörvers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. Arbeidsmarktprognoses Twente Tim Peeters Frank Cörvers. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA Arbeidsmarktprognoses Twente 2017-2022 Tim Peeters Frank Cörvers ROA Fact Sheet ROA-F-2018/8B Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2009: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2010

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2009: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2010 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2009: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2010 1 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2009: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Inleiding

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Techniek: werken, leren en kiezen Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Achtergrond TP monitor Behoefte aan een feitelijk beeld van onderwijs & arbeidsmarkt bètatechniek & trends Set van indicatoren Cijfers

Nadere informatie

Arbeidsmarktprognoses Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Arbeidsmarktprognoses Stedendriehoek en Noordwest Veluwe Research Centre for Education and the Labour Market ROA Arbeidsmarktprognoses Stedendriehoek en Noordwest Veluwe 2017-2022 Tim Peeters Frank Cörvers ROA Fact Sheet ROA-F-2018/8C Researchcentrum voor Onderwijs

Nadere informatie

Arbeidsmarktprognoses Regio Zwolle

Arbeidsmarktprognoses Regio Zwolle Research Centre for Education and the Labour Market ROA Arbeidsmarktprognoses Regio Zwolle 2017-2022 Tim Peeters Frank Cörvers ROA Fact Sheet ROA-F-2018/8A Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Vraaggestuurde re-integratie. Presentatie voor jaarbijeenkomst RVO, 1 maart 2010 Arjan Heyma en Maikel Volkerink, SEO Economisch Onderzoek

Vraaggestuurde re-integratie. Presentatie voor jaarbijeenkomst RVO, 1 maart 2010 Arjan Heyma en Maikel Volkerink, SEO Economisch Onderzoek Vraaggestuurde re-integratie Presentatie voor jaarbijeenkomst RVO, 1 maart 2010 Arjan Heyma en Maikel Volkerink, SEO Economisch Onderzoek Overzicht presentatie Probleemstelling Onderzoeksaanpak Uitgevoerde

Nadere informatie

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949 Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten

Nadere informatie

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Analyse van de positie van gediplomeerden van het mbo van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBO-Kaart - Tabellen en vragenlijsten

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Kwaliteit van gediplomeerde schoolverlaters van creatieve MBO-opleidingen

Kwaliteit van gediplomeerde schoolverlaters van creatieve MBO-opleidingen Kwaliteit van gediplomeerde schoolverlaters van creatieve MBO-opleidingen Johan Coenen Timo Huijgen Christoph Meng Ger Ramaekers ROA-R-2010/6 Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2013 ROA-R-2014/5 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Maastricht University School of Business and Economics Maastricht, juli 2014 Colofon Researchcentrum

Nadere informatie

ROA Fact Sheet. MBO-Diploma 2010: Doorleren of werk zoeken? ROA-F-2011/1. Research Centre for Education and the Labour Market ROA

ROA Fact Sheet. MBO-Diploma 2010: Doorleren of werk zoeken? ROA-F-2011/1. Research Centre for Education and the Labour Market ROA Research Centre for Education and the Labour Market ROA MBO-Diploma 2010: Doorleren of werk zoeken? ROA Fact Sheet ROA-F-2011/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus 616 6200 MD Maastricht

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Opleiding een goede basis voor arbeidsmarkt?

Opleiding een goede basis voor arbeidsmarkt? Opleiding een goede basis voor arbeidsmarkt? Afgestudeerden uit Gedrag & Maatschappij kritischer... 2 Voltijd-hbo ers vaker ontevreden dan deeltijders... 4 Afgestudeerden uit psychologie zeer ontevreden...

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Een baan. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, 2015 1

Een baan. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, 2015 1 Een baan Hbo-deeltijders minst last van afnemende baankansen... 2 Afgestudeerde pedagogen minste last van afnemende baankansen... 3 Hbo-afgestudeerden minder vaak baan na één maand... 4 Wo-afgestudeerden

Nadere informatie

De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later

De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later De kenmerken van schoolverlaters en hun arbeidspositie vijf jaar later Presentatie Onderwijs Research Dagen, Heerlen, 26-28 juni 2019 Astrid Pleijers en Marijke Hartgers, Centraal Bureau voor de Statistiek

Nadere informatie

HBO-Monitor Handleiding Instellingsrapportage

HBO-Monitor Handleiding Instellingsrapportage HBO-Monitor 2015 Handleiding Instellingsrapportage Voorwoord Voorliggend document is een korte handleiding voor het gebruik van de online applicatie van de instellingsrapportages die in het kader van de

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies

Nadere informatie

Aanbod van opleidingen

Aanbod van opleidingen Onderwijs de grootste sector... 2 Minder tweedegraads- en universitaire lerarenopleidingen... 4 Ruim 900 opleidingsvarianten... 5 Nieuwe opleidingsvarianten in sector Onderwijs... 7 Ontwikkelingen in voltijd-

Nadere informatie

Trendbrochure mbo groen gediplomeerden ------ Groen in perspectief. KBA, april 2015

Trendbrochure mbo groen gediplomeerden ------ Groen in perspectief. KBA, april 2015 Trendbrochure mbo groen gediplomeerden ------ Groen in perspectief KBA, april 2015 Inleiding Sinds 2010 voert KBA in nauw overleg met ROA, AOC Raad en Aequor, en op initiatief van het ministerie van EZ,

Nadere informatie

Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie

Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie Lex Borghans, Johan Coenen, Bart Golsteyn, Timo Huijgen, Inge Sieben Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie Onderzoek uitgevoerd door Researchcentrum

Nadere informatie

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

Biologie, scheikunde en medische opleidingen Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2011

Resultaten WO-monitor 2011 Resultaten WO-monitor 2011 - kan met recht een werelduniversiteit genoemd worden, kijkend naar het afkomst van studenten. - Gemiddeld zijn Wageningers actiever dan de studenten in andere ederlandse studiesteden/andere

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden. Het informatici-tekort A uteur(s): Smits, W. (auteur) Delmee, J. (auteur) Grip, A. de (auteur) De auteurs zijn werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit

Nadere informatie

Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening

Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening Samenvatting... Grootste subsector... Gemiddeld meer studenten per opleiding... 3 Weinig instroom in relatief veel deeltijdopleidingen... 3 Mbo-instroom

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013 Nr. 154 BRIEF

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Het arbeidsmarktperspectief van sociologie studenten in Tilburg. Matthijs Kalmijn. Beroependag April 2009

Het arbeidsmarktperspectief van sociologie studenten in Tilburg. Matthijs Kalmijn. Beroependag April 2009 Het arbeidsmarktperspectief van sociologie studenten in Tilburg Matthijs Kalmijn April 09 2 3 Vragen Vragen > Hoe doen Tilburges afgestudeerden sociologie het op de arbeidsmarkt? > Bereidt de opleiding

Nadere informatie