Zorgen voor morgen. Het gebruik van juridische instrumenten van ondernemend bestuur door familiebedrijven in relatie tot hun continuïteit
|
|
- Jonas Simons
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zorgen voor morgen Het gebruik van juridische instrumenten van ondernemend bestuur door familiebedrijven in relatie tot hun continuïteit Praktijkonderzoek verricht door het Lectoraat Familiebedrijven van Christelijke Hogeschool Windesheim in opdracht van Nysingh advocaten-notarissen I. Matser H.W.G. van der Pol R. Erven Zwolle, augustus 2012
2 Het gebruik van juridische instrumenten van ondernemend bestuur door familiebedrijven in relatie tot hun continuïteit Praktijkonderzoek verricht door het Lectoraat Familiebedrijven van de Hogeschool Windesheim in opdracht van Nysingh advocaten-notarissen I. Matser H.W.G. van der Pol R. Erven Zwolle, juni
3 Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Theoretisch kader 3. De onderzoeksopzet 4. Beantwoording van de probleemstelling 5. Nadere analyse van de onderzoeksresultaten 6. Onderzoeksverantwoording Bijlagen - de enquêtevragen - enquêteresultaten - begripsdefinities - bronnenlijst 2
4 Samenvatting Zowel in Europees verband als in Nederland bestaat een toenemende aandacht voor de governance van bedrijven. De focus wordt daarbij vooral gelegd op grotere, vaak beursgenoteerde bedrijven. Het ondernemingsbestuur binnen het midden- en kleinbedrijf heeft minder de aandacht. Familiebedrijven vormen in Nederland 69% van het MKB en genereren een vergelijkbaar deel van de arbeidsgelegenheid. Zij zijn daarmee de motor van onze economie en onderwerp van ons onderzoek. Er is onderzoek bekend naar hoe familiebedrijven in bestuurlijke zin werken. Dat heeft geleid tot in de praktijk werkbare modellen, zoals het drie cirkel model (Tagiuri e.a., 1996) en theorieën rondom de aansturing en besturing van een familiebedrijf, zoals de agency theorie. Onderzoekers zijn het er over eens dat familiebedrijven een organisch geheel vormen tussen familie, eigenaren en betrokkenen bij het bedrijf. Belangentegenstellingen kunnen de kop opsteken. Het is bekend dat familiebedrijven zich in zijn algemeenheid richten op de langere termijn en op de continuïteit van het bedrijf. Er is nog weinig bekend over hoe familiebedrijven dat via een juridische weg proberen te bereiken. Ons onderzoek geeft een aanzet tot de beantwoording van deze vraag. Als probleemstelling is gekozen: Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur dragen in de ogen van middelgrote familiebedrijven bij aan de continuïteit van hun onderneming? Om het antwoord op de vraag te krijgen is gemeten welke mogelijke juridische instrumenten er bestaan, welke op dit moment worden gebruikt en welke de respondenten in de toekomst zouden willen gaan gebruiken. De resultaten hiervan zijn geanalyseerd en gedifferentieerd op basis van kenmerken van familiebedrijven en daarbij betrokken families. Ze leveren voor de juridische praktijkadviseur informatie op die als ingang kan dienen voor een adviesgesprek. Gekozen is voor een kwantitatief onderzoek in de vorm van een enquête aan 5000 bedrijven in het MKB met meer dan 10 medewerkers. Zo n 70% daarvan is een familiebedrijf. De adresgegevens zijn verkregen via een aselecte steekproef uit de databestanden van de Kamers van Koophandel. In de enquête zijn voor de continuïteit van familiebedrijven belangrijke onderwerpen gemeten door ze te vertalen naar belangrijke situaties in de levensfases van een familiebedrijf. De vertaling heeft geleid tot voor ondernemers herkenbare juridische thema s. Die thema s zijn verder concreet gemaakt in de vorm van vragen naar concrete juridische instrumenten. De thema s zijn: - vermogens- en estate planning - onroerende zaken en bedrijfshuisvesting - structuur en goed bestuur - familierelaties en zeggenschap - werknemersparticipatie In de enquête is eerst nagegaan welke lange termijndoelstelling familiebedrijven daadwerkelijk hebben. Vervolgens is voor elk thema van een aantal juridische instrumenten onderzocht of familiebedrijven deze in de praktijk rondom hun ondernemingsbestuur belangrijk vinden - en of zij ze daadwerkelijk gebruiken. 3
5 De enquêteresultaten zijn vervolgens uitgesplitst naar soorten bedrijven en naar situatiekenmerken binnen de familie. Bij de analyse is gebruik gemaakt van een softwareprogramma voor statistische verwerking en analyse (SPSS). De enquêteresultaten zijn gebaseerd op de mening van respondenten in familiebedrijven. Mede op basis van de statistische analyse geven ze geen absolute zekerheid, maar wel een indicatie van het gebruik van juridische instrumenten door familiebedrijven. De belangrijkste resultaten zijn: - familiebedrijven gebruiken gemiddeld rond de 7 instrumenten van de 22 gemeten juridische instrumenten. Zij willen er gemiddeld nog 0,84 instrument bij regelen. Deze behoefte daalt naar mate er meer juridische instrumenten zijn geregeld; - bij enkele juridische instrumenten is een significante verschuiving (toename) in het gebruik te zien tussen het klein- en middenbedrijf; - ook het totale palet van gebruikte juridische instrumenten verschuift (neemt toe) als een bedrijf van klein- naar middenbedrijf groeit; - de bedrijfstak waarbinnen een familiebedrijf opereert is niet van invloed op (de perceptie van) het belang van het juridische instrumentarium; - de rechtsvorm van een familiebedrijf kan van invloed kan zijn op de perceptie van het belang van het juridische instrumentarium. Familiebedrijven met de rechtsvorm BV maken binnen de thema s onroerende zaken/bedrijfshuisvesting, structuur/goed bestuur en werknemersparticipatie van meer juridische instrumenten gebruik dan bedrijven met de rechtsvorm VOF; - het onderlinge vertrouwen in de familie bij de respondenten is gemiddeld hoog; er is geen verband ontdekt tussen dat vertrouwen en het gebruik van juridische instrumenten; - bij het nemen van lange termijn beslissingen gaat het belang van het bedrijf vóór dat van de familie en het rendement op het familievermogen; - de meting wijst geen invloed uit van een betrokken partner van de respondenten op de perceptie van het belang van het totale juridische instrumentarium, m.u.v. juridische instrumenten die te maken hebben met vermogens en estate planning; - de bij een familiebedrijf betrokken familiegeneratie kan van invloed kan zijn op de beleving van het belang van het juridische instrumentarium. We zien bij de meeste instrumenten een toename van het gebruik als tweede en latere generaties betrokken raken bij het bedrijf; - er is geen relatie ontdekt tussen de performance van het bedrijf en de perceptie van het belang van het totale juridische instrumentarium - 49 % Van de respondenten ziet de continuïteit van het familiebedrijf bedreigd in geval van arbeidsongeschiktheid of overlijden; - familiebedrijven die hun continuïteit bedreigd zien bij overlijden of arbeidsongeschiktheid van de respondent gebruiken gemiddeld evenveel juridische instrumenten als bedrijven die geen consequenties verwachten. De inhoud van het gebruikte pakket verschilt wel, evenals de behoefte om nog meer instrumenten te regelen; - er is geen eenduidig pakket juridische instrumenten te identificeren dat in de ogen van middelgrote familiebedrijven bijdraagt aan de continuïteit van de onderneming. De resultaten wijzen er op dat familiebedrijven meer juridische instrumenten kunnen en willen gebruiken dan op dit moment het geval is. Welke dat zijn hangt af van een aantal familie- en bedrijfskenmerken rondom het individuele bedrijf. De rol van de juridische adviseur blijft belangrijk bij het in kaart brengen van die kenmerken en het maken van een keuze uit het beschikbare juridische instrumentarium. 4
6 Inleiding Binnen Nysingh advocaten-notarissen zijn branchegroepen binnen de professionals opgericht die zich richten op bepaalde typen klanten en marksegmenten. Een branchegroep houdt zich bezig met familiebedrijven. Het uitgangspunt is de professionals uit de branchegroep marktgericht te laten werken. Daarvoor is inzicht nodig in hoe familiebedrijven hun onderneming juridisch inrichten, met als focus de continuïteit van de onderneming. Om het gevraagde inzicht te krijgen wordt voor een aantal juridische thema s in kaart gebracht welke juridische instrumenten van ondernemingsbestuur gebruikt worden om de continuïteit van een familiebedrijf te garanderen. Het lectoraat Familiebedrijven van de Hogeschool Windesheim heeft dit onderzoek uitgevoerd. Van de resultaten van het onderzoek wordt hier verslag gedaan. Er is in Nederland ook binnen het MKB toenemende aandacht voor de governance van bedrijven. Ook de Europese Commissie besteedt er de laatste jaren aandacht aan. Er zijn studies bekend die deelterreinen van governance bestrijken, zoals het gebruik van een familiestatuut, de overlegstructuren binnen familiebedrijven of de lange termijndoelen van familiebedrijven. Er is nog geen onderzoek bekend dat zich richt op de gehele breedte van het juridische instrumentarium dat familiebedrijven ter beschikking staat bij de aansturing van hun bedrijf. Het is bekend dat familiebedrijven zich in zijn algemeenheid richten op de langere termijn en op de continuïteit van het bedrijf. Niet bekend is welke invloed juridische instrumenten hebben op het bereiken van dat doel. Het onderzoek levert een aanzet tot de beantwoording van deze vraag op. Dat gebeurt door de volgende probleemstelling als uitgangspunt te nemen: Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur dragen in de ogen van middelgrote familiebedrijven bij aan de continuïteit van hun onderneming? Het gaat er om te meten welke mogelijke instrumenten er bestaan, welke op dit moment worden gebruikt en welke de respondenten in de toekomst zouden willen gaan gebruiken. Vervolgens kan worden nagegaan welke motieven en omstandigheden de keuzes van de respondenten ten aanzien van het (niet) gebruiken van instrumenten beïnvloeden. De deelvragen luiden als volgt: 1. Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur gebruikt meer dan 40 % van de middelgrote familiebedrijven op dit moment voor de continuïteit van hun onderneming? 2. Welke benchmarkscore bestaat er binnen de Nederlandse middelgrote familiebedrijven ten aanzien van het gebruik van de genoemde juridische instrumenten van ondernemend bestuur? 3. Welk verband bestaat er tussen de aanwezigheid van vertrouwen tussen de bij de onderneming betrokken familieleden (parallelle familiebelangen) en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur? 5
7 4. Welk verband bestaat er tussen betrokkenheid bij de onderneming van de partner van de eigenaren en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur? Het onderzoek is verricht onder familiebedrijven in heel Nederland die tot het MKB of grotere bedrijven behoren. De theoretische basis ligt binnen het drie cirkelmodel van Tagiuri en Davis, waarin drie op elkaar inwerkende systemen rondom een familiebedrijf worden onderkend. Ook theorieën rondom de agency van familiebedrijven liggen ten grondslag aan ons onderzoek. Deze theorieën zijn uitgewerkt in een enquête, die naar een groot aantal bedrijven is verstuurd. De daarbij gebruikte begrippen zijn in een bijlage bij dit verslag opgenomen. In dit verslag vindt u eerst het theoretische kader van ons onderzoek, met een beschrijving van de theorieën, inclusief kenmerken van eerder verricht onderzoek. Daarna behandelen wij de insteek van ons onderzoek, gevolgd door de opzet en uitvoering. De kern van het verslag wordt gevormd door een beschrijving van de meest opvallende enquêteresultaten en een analyse waarin verschillende resultaten met elkaar in verbinding worden gebracht. Uiteindelijk ontstaat meer duidelijkheid over de vraag of juridische instrumenten een relatie hebben met de continuïteit van familiebedrijven. De praktijkjurist vindt in dat kader de voor de praktijk belangrijke juridische producten terug. Hij kan daar in de adviespraktijk zijn voordeel mee doen. Voor familieondernemers vormen de gegevens een bron van informatie die tot denken - en overleg - binnen de familie aanleiding zou kunnen geven. Het verslag wordt afgesloten met een beknopte onderzoeksverantwoording en detailgegevens van de enquête en haar resultaten. Wij wensen u veel leesplezier! 6
8 2. Theoretisch kader 2.1 Systeembenadering en rollen Volgens een model dat is ontwikkeld door Tagiuri en Davis van de Harvard Business School kunnen we familiebedrijven zien als elkaar overlappende systemen: de familie, de eigenaren en het bedrijf. De systemen zijn onderling afhankelijk. Binnen elk systeem nemen stakeholders (personen of partijen) een bepaalde rol in. Figuur 1 De systemen binnen een familiebedrijf Bron: Tagiuri& Davis 1996 Afhankelijk van de overlap in de systemen kan dat een van de zeven rollen zijn die hieronder worden toegelicht. Rollen brengen persoonlijke belangen met zich mee, die kunnen verschillen en frictie kunnen veroorzaken. Vanwege verschillen in doelstellingen en prioriteiten kunnen dan spanningen binnen de familie en het bedrijf ontstaan. Ook kan wisseling van rol plaatsvinden. Zo willen de eigenaren invloed uitoefenen op de gang van zaken in het bedrijf, vanuit een positie en rol die in de loop van hun leven kan wisselen door ouder worden, kinderen krijgen, verkoop van onderdelen van het bedrijf, stoppen met werken, overlijden, huwelijk, enz. Het familiesysteem is intern georiënteerd; loyaliteit en zorg voor familieleden zijn belangrijk. Het gaat om harmonie, gelijkheid en eenheid binnen de familie. Het bedrijfssysteem is georiënteerd op het realiseren van taken en resultaten. Winstgevendheid en productiviteit staan voorop. Het eigendomsysteem bestaat uit familieleden of externe partijen die zeggenschap hebben. Bij hen draait het om rendement op de investering en om waardevermeerdering. Externe partijen in het eigendomsysteem komen vooral voor als het familiebedrijf één of meer opvolgingsprocessen achter de rug heeft. De zeven rollen die personen of partijen (stakeholders) binnen de drie systemen kunnen innemen zijn: 1. Aandeelhouder/familielid/werknemer De ondernemer of DGA neemt deze complexe rol in. De complexiteit zit in het rekening moeten houden met verschillende belangen van familie, eigenaren en bedrijf. 7
9 2. Familielid/werknemer Deze rol wordt vervuld door de kinderen en mogelijke opvolgers die in het bedrijf werkzaam zijn. Dat kan ook de partner van de ondernemer zijn als hij/zij regelmatig werkzaam is in het bedrijf. 3. Familielid/eigenaar Familieleden die wel aandeelhouder zijn, maar niet werken in het familiebedrijf nemen deze positie in. 4. Sleutelfunctionaris Het gaat hier om medewerkers die belangrijk zijn voor de continuïteit van het familiebedrijf. 5. Medewerker/eigenaar In deze rol bevinden zich (sleutel)medewerkers die aandelen of opties bezitten. 6. Eigenaar Hier gaat het om familieleden en derden die aandelen bezitten, of anderszins de eigendom van het familiebedrijf in handen hebben. Een voorbeeld is een participatiemaatschappij die een deel van de aandelen in handen heeft. Een andere mogelijkheid is dat een externe ondernemer kapitaal beschikbaar heeft gesteld om het familiebedrijf op te starten. In ruil hiervoor heeft hij/zij een aandelenbelang gekregen. 7. Familielid Hier vallen de familieleden onder die direct of indirect belang bij de onderneming hebben. Dit kunnen ook kinderen of andere erfgenamen zijn (Thomassen / De Jong 2003). Er kunnen zich problemen voordoen bij de samenwerking tussen stakeholders in hun diverse rollen. Die problemen komen dan voort uit rolverwarring, roloverbelasting of rolonduidelijkheid. Juridische instrumenten kunnen hier helpen, door duidelijkheid te scheppen. Rolverwarring houdt in dat een lid van een systeem zich (ten onrechte) bezighoudt met het andere systeem, zie figuur 2. Die persoon kan daardoor andere mensen in de problemen brengen. Deze problemen kunnen tot conflicten leiden die de continuïteit van het familiebedrijf niet ten goede komen. Een voorbeeld is de vader die na de overdracht van aandelen en directievoering van de onderneming aan zijn kind in het bedrijf rond blijft lopen en zich met zaken blijft bemoeien. 8
10 Figuur 2 Rolverwarring binnen de systemen in Figuur 3 Kwantitatieve overbelasting en rolonduidelijkheid binnen een familiebedrijf Bron: Flören 2009 de systemen in een familiebedrijf Bron: Flören 2009 Een ander probleem dat zich voor kan doen is dat het takenpakket bij een rol te omvangrijk wordt, zie figuur 3. Dit wordt kwantitatieve roloverbelasting genoemd. Een voorbeeld is de oprichter van een groeiend familiebedrijf die te maken krijgt met de wensen van externe aandeelhouders, in het bedrijf werkzame familieleden en de wensen van gezin en andere familieleden. Met rolonduidelijkheid wordt bedoeld dat een persoon onderdeel is van verschillende systemen en het niet duidelijk is vanuit welk systeem hij handelt. Ook dit is weergegeven in figuur 3. Een voorbeeld is een kind dat op termijn opvolger van de DGA kan worden, maar eerst als middle manager in het bedrijf te werk wordt gesteld. Welke competenties heeft hij/zij nodig, hoe is de verhouding tot de DGA? Ook kan een familielid dat niet in het bedrijf werkt vinden dat zijn kind in het familiebedrijf moet werken. Problemen als deze kunnen voorkomen worden door gebruik te maken van functiebeschrijvingen. Rolonduidelijkheid kan ook samenwerkingsproblemen veroorzaken. In het eerste voorbeeld is de DGA zowel aandeelhouder als vader of moeder van een werknemer in het familiebedrijf. In dat geval vervult hij/zij ten opzichte van het kind zowel de rol van eigenaar, directeur als die van ouder. Rolonduidelijkheid kan ook ontstaan door rolwisseling of -verschuiving. Door persoonlijke ontwikkelingen kan een stakeholder van rol (en in afbeelding 2 en 3 van cirkel) verwisselen, zonder dat hij of zijn omgeving dat direct in de gaten heeft: door stoppen met werken, arbeidsongeschiktheid, echtscheiding en ook overlijden schuiven de panelen binnen de systemen. Persoonlijke belangen veranderen, verwarring kan het gevolg zijn. Een deel van de familiebedrijven in Nederland kent een scheiding tussen dagelijkse leiding en eigendom. Verschillende generaties familieleden kunnen aandelen bezitten in het bedrijf, of een rol spelen in het bedrijf. Familieleden vervullen dan verschillende rollen en verwisselen gaandeweg van rol, waardoor belangrijke beslissingen in steeds verschillende arena s plaatsvinden. In dat geval kunnen naast vertroebelde familiare betrekkingen ook z.g. principaal-agent conflicten ontstaan. 9
11 2.2. Het principaal-agent model vs. het stewardship model De belangentegenstelling tussen betrokkenen bij een familiebedrijf kan ook weergegeven worden via het model van de principaal en de agent (o.a. Jensen en Meckling 1976, Chrisman e.a. 2004; Corbetta e.a. 2004). In dit model geeft de eigenaar van het familiebedrijf (principaal, aandeelhouder) de leiding uit handen aan een bestuur of directie (agent). Doordat de agent de dagelijkse leiding heeft, heeft hij een informatievoorsprong op de eigenaar. Dat kan er toe leiden dat de agent in zijn eigen belang gaat handelen in plaats van in dat van de eigenaar. De principaal overziet het zelf niet allemaal meer, waardoor de belangentegenstelling schade aan het bedrijf kan toebrengen. Dit gaat mogelijk spelen wanneer het eigendom en het management niet in handen zijn van dezelfde personen. Bij veel familiebedrijven is de eigenaar ook de directeur en speelt het agency probleem geen rol van betekenis. Een oplossing voor principaal-agent conflicten kan het formaliseren van toezicht, advies en overleg zijn. Door middel van toezicht zorgt de principaal ervoor dat de agent doet wat de principaal wil. Ook worden incentives ingezet voor de agent, zodat deze in lijn met de bedrijfsdoelstellingen blijft handelen (Chrisman e.a. 2004). De systeemoverlap en belangenverschillen tussen familie (eigenaar) en bedrijf (management) worden dan in goede banen geleid, voor zover de principaal het handelen van de agent kan overzien en op juiste waarde kan inschatten. In de literatuur wordt het principaal-agent model ook ter discussie gesteld. Je kunt met een andere blik naar familiebedrijven kijken, er van uitgaande dat waarde creatie niet het enige doel van betrokkenen bij familiebedrijven is (Corbetta e.a. 2004). Familiebedrijven hebben in die visie zowel economische als nieteconomische doelen. Als we dan uitgaan van een mensbeeld waarin het belang van het collectief (het familiebedrijf) voor eigen belang gaat, komen we uit op niet-economische doelen, waaronder lange termijn doelen. Dit mensbeeld is verbonden aan de stewardship theorie, die we naast de agency theorie kunnen zetten. Binnen de stewardship theorie passen onderling vertrouwen binnen de familie, altruïsme en gezamenlijke familiedoelen. De mate van onderling vertrouwen is een factor die het bestuurlijke en organisatorische gedrag van een familie beïnvloedt (Corbetta e.a. 2004). Bij een voldoende mate van vertrouwen gaat men informeler met elkaar om. Ontbreken ervan leidt tot formelere afspraken en meer aandacht voor controle. Als het gaat om de agency, stewardship of stakeholder theorie bestaat hét familiebedrijf niet. De literatuur onderscheidt drie types familiebedrijven (Corbetta e.a. 2004): - eerste generatie bedrijven; agent en principaal zijn dan dezelfde persoon; de directeur is ook eigenaar/aandeelhouder. Er doen zich geen agency problemen voor; - tweede generatie bedrijven; een kind of familielid heeft het bedrijf overgenomen. De familie is nog volledig eigenaar van het familiebedrijf; afspraken worden soms geformaliseerd in een contract; - het open familiebedrijf; hier gaat het om complexere familiebedrijven waarbinnen familieleden dermate verschillende rollen vervullen, dat er van uit wordt gegaan dat zij als één geheel optreden en handelen in het belang van de familie. Dit is er mede oorzaak van dat familiebedrijven ook in deze fase over het algemeen een stakeholder benadering tonen: het bedrijf is van iedereen, de belangrijkste doelstelling is continuïteit van het bedrijf (Thomassen 2003). 10
12 2.3 De belangrijkste doelstelling: continuïteit Welke systeembenadering uit de familiebedrijfskunde we ook kiezen, uit onderzoek blijkt dat de meeste eigenaren van familiebedrijven zich op de lange termijn richten en continuïteit van het bedrijf als belangrijkste doelstelling zien (o.a. Miller & le Breton-Miller, 2005). In deze richting wijzen ook de resultaten tot nu toe van het kwalitatieve onderzoek naar ondernemend bestuur binnen familiebedrijven dat het lectoraat Familiebedrijven van de Hogeschool Windesheim verricht (Matser e.a. 2012). Onder continuïteit verstaan wij het gericht zijn op de lange termijn, zowel voor wat betreft de strategie van het familiebedrijf als de betrokkenheid van de familie bij het bedrijf. Het gaat dan niet om winstmaximalisatie. In veel gevallen blijft de winst in de zaak ; er wordt weinig tot geen dividend uitgekeerd. De liquiditeit en solvabiliteit van een familiebedrijf zijn relatief bezien vaak hoog. Onderdeel van de lange termijndoelstelling van familiebedrijven is het zoeken naar advies, het beste halen uit mensen en het behalen van familiedoelstellingen. Het familiesysteem en het bedrijfssysteem vullen elkaar daarin aan (Litz 2008). Continuïteit van een familiebedrijf kan op diverse manieren worden nagestreefd - en bereikt. Zo kan tijdige product- of diensteninnovatie een voortijdig einde van de onderneming voorkomen. Het formuleren en implementeren van een toekomstbestendige strategie is ook cruciaal. Toepassing van moderne communicatie- en marketingtechnieken zijn in de strijd om te overleven niet meer weg te denken. Het vinden van een competente opvolger bepaalt de toekomst van een familiebedrijf al evenzeer. Om voor de continuïteit noodzakelijke stappen als deze te kunnen zetten is het nodig dat duidelijkheid bestaat in de systemen van een familiebedrijf. De rol die iedereen inneemt moet ook helder zijn. Daarvoor is het maken van formele of informele afspraken noodzakelijk. Dat brengt ons tot een weinig onderzocht terrein: het juridische aspect binnen de familiebedrijfskunde, de juridische inrichting en aansturing van het bedrijf, oftewel juridisch ondernemend bestuur Juridisch ondernemend bestuur in theorie en praktijk De tot nu toe aanwezige onderzoeksgegevens en de adviespraktijk van de opdrachtgever van ons onderzoek wijzen op een positief verband tussen de wijze waarop een familiebedrijf juridisch wordt ingericht en aangestuurd en de continuïteit van dat bedrijf. De continuïteit van een familiebedrijf is gebaat bij het gebruik van de juiste juridische instrumenten van goed bestuur - op het juiste moment. Dat noemen wij juridisch ondernemend bestuur. Juridische instrumenten beïnvloeden zowel de familie als de eigenaren en het bedrijf. Ze bevorderen de duidelijkheid en samenwerking tussen de systemen en rollen daarbinnen. Maar hoe zit het meer in detail? Ons onderzoek houdt zich daar mee bezig. Onder juridisch ondernemend bestuur valt ook het begrip corporate governance. Die term staat voor het geheel aan regels en afspraken dat er voor moet zorgen dat een familiebedrijf op de juiste wijze wordt bestuurd (CFB 2008). Er kan daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen goed bestuur van de onderneming en goed bestuur van de familie. Goed bestuur van de onderneming heeft drie functies: verantwoorden, toezicht houden en controle (EIM 2006). Juridische instrumenten van ondernemend bestuur bestrijken echter een breder terrein: Het gaat niet alleen om corporate governance, maar ook om 11
13 familiemanagement : het goed regelen van de onderlinge verhoudingen binnen de familie en van de relatie tussen de familie en het familiebedrijf. We zouden het ook systeemmanagement, of rollenmanagement, kunnen noemen. De verhoudingen tussen de familieleden kunnen op persoonlijk niveau vertroebeld raken. Dat kan het familiebedrijf raken. Het is daarom zaak ook opvolging, vererving en overdracht van vermogen binnen de familie tijdig te regelen. Een instrument daarvoor is bijvoorbeeld een estate plan, waaronder onder andere vallen het veilig stellen van pensioen, het opstellen van huwelijkse voorwaarden en een testament (incl. legaten) en het formeel regelen van schenkingen. Opbrengsten van ondernemend bestuur kunnen zijn (Matser e.a. 2012): -binnenhalen van ervaringen, expertise en netwerk -advies bij het nemen van moeilijke beslissingen -een startpunt voor meer aandacht aan strategie -bevordering van zelfdiscipline -bevordering van creativiteit. MKB-ondernemers achten goed bestuur van belang voor het succes, de continuïteit en reputatie van hun onderneming, maar maken er vervolgens weinig werk van. Ze hebben doorgaans weinig tijd, de operationele dagelijkse werkzaamheden krijgen voorrang (CFB 2008). Als ze zich met goed bestuur bezig houden, vinden zij de toezicht- en controlefunctie van corporate governance instrumenten minder belangrijk dan de advies- en verantwoordingsfunctie. We lichten dit toe aan de hand van twee praktijkvoorbeelden waar eerdere onderzoeken zich al op hebben gericht: de overdracht van een familiebedrijf en het zich voordoen van een noodsituatie. 2.5 Bedrijfsoverdracht Onderzoek van het Centrum van het Familiebedrijf te Utrecht (CFB 2008) laat zien dat minder dan de helft van de ondernemers gebruik maakt van instrumenten van goed bestuur als een toezichtorgaan, een strategisch plan of een overdrachtsplan. Uit dit onderzoek blijkt verder dat er een verband bestaat tussen een goede overdracht van een familiebedrijf en het voortbestaan van het bedrijf. Instrumenten van goed bestuur zijn met name in de voorbereiding van een overdracht van groot belang. De Europese Commissie verwacht dat ongeveer 10% van faillissementen van Europese bedrijven zal worden veroorzaakt door een slechte voorbereiding van de opvolging (Europese Commissie 1994). De overdracht van de leiding in een bedrijf hangt in het MKB meestal nauw samen met de eventuele overdracht van de eigendom van het bedrijf. Hier steekt soms een belangentegenstelling tussen bedrijfsbelangen en familiebelangen de kop op. Als een vertrekkende ondernemer, bijvoorbeeld, een belang houdt in de onderneming, moet daar een duidelijke structuur voor worden bepaald (CFB 2008). Ondernemers noemen vaak als reden voor een overdracht het ruimte maken voor de volgende generatie. Vanaf de middelbare schoolleeftijd kunnen kinderen op diverse manieren worden betrokken bij het bedrijf. Dat gebeurt echter niet altijd. Binnen families zijn de verwachtingen en afspraken over opvolging 12
14 binnen de familie niet altijd duidelijk (Matser e.a. 2012). Vervolgens bereidt meer dan twee derde van de ondernemers het feitelijke moment van overdracht niet goed voor (Flören 2003). Minder dan de helft van de familiebedrijven in Nederland heeft de strategie van de onderneming op papier staan. Iets meer dan de helft heeft heldere afspraken gemaakt met betrokken familieleden over het bedrijf en de rol die de familie daarin speelt. De accountant is de belangrijkste gesprekspartner van familiebedrijven als het gaat om het proces van bedrijfsoverdracht (CFB 2008). Dit is opvallend, omdat veel instrumenten van ondernemend bestuur een juridisch karakter dragen, iets waarvoor een accountant niet is opgeleid. 2.6 Noodsituaties (OASE-situaties) In ieders leven kunnen zich noodsituaties voordoen. Persoonlijke noodsituaties in familiebedrijven worden vaak samengevat met de afkorting OASE, die staat voor Overlijden, Arbeidsongeschiktheid, Stoppen met werken en Echtscheiding van een ondernemer, dan wel van bij de onderneming betrokken key figures. Ook hier blijken ondernemers in familiebedrijven niet optimaal voorbereid: minder dan de helft van hen maakt ter voorbereiding op een OASE-situatie daadwerkelijk gebruik van instrumenten van ondernemend bestuur. Zelfs een noodopvolgingsplan ontbreekt in veel gevallen (CFB 2008). De conclusie van een ander onderzoek naar anticipatie door ondernemers op noodopvolging bij familiebedrijven bevestigt het beeld: veel ondernemers denken op een noodsituatie voorbereid te zijn, maar in de praktijk blijkt dat zij zich niet in een OASE bevinden, maar eerder een Fata Morgana voor ogen hebben (BDO 2009). 2.7 Overige situaties van juridisch ondernemend bestuur Behalve bij bedrijfsoverdracht of een OASE-situatie wordt de levensloop van een familiebedrijf door nog andere kritieke momenten gekenmerkt. Belangrijke ondernemend bestuur-momenten zijn de start van de onderneming, tussentijdse groei of krimp (fusie of splitsing), verandering in eigendom of leiding en het aantrekken of wijzigen van externe financiering (EIM 2006). Externe trends kunnen ook vragen om internationale groei, tussentijdse herbezetting van het management, modernisering van het human resource management of ontwikkeling van het corporate image (Matser e.a. 2012). Juist in dergelijke kritieke fases is het raadzaam gebruik te maken van een intern toezichtorgaan, in de juridische praktijk blijkt het regelen daarvan echter nog een deels onontgonnen terrein. 69 % Van de familiebedrijven heeft geen intern toezichtorgaan ingesteld. Als dat wel het geval is, heeft meer dan de helft geen familieleden in dat orgaan. Alleen bij grotere familiebedrijven komt het toezichtorgaan regelmatig bijeen. Maar weinig familiebedrijven die nog geen toezicht hebben geregeld zijn van plan dat alsnog te doen. Een minderheid van familiebedrijven maakt gebruik van instrumenten als een familieraad of familiestatuut (CFB 2008). Grotere bedrijven besteden over het algemeen meer aandacht aan de inrichting van hun goede bestuur dan kleinere. Zo hebben grote bedrijven in beduidend meer gevallen een intern toezichtorgaan ingesteld. (EIM 2006). Nog maar weinig middelgrote bedrijven kiezen voor een RvC of RvA. 13
15 2.8 De bijdrage van ons onderzoek Onderzoekers zijn het er over eens dat familiebedrijven een organisch geheel vormen tussen familie, eigenaren en betrokkenen bij het bedrijf. Belangentegenstellingen kunnen de kop opsteken. Anderzijds staat de lange termijn vaak voorop bij de belangrijkste stakeholders. Ons onderzoek probeert de onderdelen van dit organische geheel met elkaar in verbinding te brengen vanuit een juridische invalshoek. We brengen in kaart hoe de familie, het bedrijf, andere betrokkenen en hun belangen met elkaar in evenwicht kunnen worden gebracht door gebruik te maken van juridische middelen. Familiebedrijven hebben allerlei zaken geregeld, maar doen ze dat ook om de continuïteit van het bedrijf veilig te stellen? Dragen juridische middelen bij aan de lange termijndoelstelling en continuïteit van een familiebedrijf? Dit levert kennis op over het praktijkgebruik en nut van juridische instrumenten. Onderzoeken tot nu toe richtten zich vooral op de aanwezigheid van instrumenten van ondernemend bestuur. Er zijn weinig details bekend over de perceptie bij ondernemers van het belang van dergelijke instrumenten. Wij meten wat de ondernemer er zelf van vindt. Voor hem hoeft niet belangrijk te zijn wat wij vanuit de theorie belangrijk achten. En andersom: als een ondernemer iets niet geregeld heeft, wil dat nog niet zeggen dat het om een onbelangrijk onderwerp gaat. De enquêteresultaten geven inzicht in wat familiebedrijven in de praktijk binnen de familie en binnen het bedrijf juridisch beter kunnen structureren en organiseren. 14
16 3. De onderzoeksopzet 3.1. De focus en probleemstelling van het onderzoek Familiebedrijven zien het belang van instrumenten van goed bestuur niet altijd. Het aantal bedrijven dat er gebruik van maakt is ook in de praktijk van de experts van de opdrachtgever van het onderzoek nog relatief klein. De eerste focus van het onderzoek richt zich op dit verschijnsel: het gebruik van instrumenten van ondernemend bestuur door familiebedrijven. De belangrijkste doelstelling van familiebedrijven is continuïteit van het bedrijf. Dat leidt tot de tweede focus van ons onderzoek: is er een relatie tussen de continuïteit en het gebruik van instrumenten van ondernemend bestuur? Om de vraag te kunnen beantwoorden is het belangrijk te weten in welke mate juridisch goed bestuur binnen familiebedrijven de aandacht heeft - en in daden wordt omgezet. Door dit te meten ontstaat inzicht in het verschil tussen noodzaak en werkelijkheid. Dat verschil duiden wij aan met het Engelse woord gap. Deze gap is de derde focus van ons onderzoek; wat zegt zij over het risico dat een bedrijf loopt? Het vaststellen van de gap is niet alleen interessant voor een ondernemer of adviseur die een quick scan wil uitvoeren naar wat er juridisch nog geregeld moet (of kan) worden in zijn bedrijf. De vraag komt ook op welke diepere betekenis die gap kan hebben richting de continuïteit van het bedrijf. Richten slecht presterende familiebedrijven hun juridische omgeving anders in dan hun bovengemiddeld presterende collega s? De grootte van de gap zou in dat geval iets kunnen zeggen over de kwetsbaarheid van een familiebedrijf, oftewel over haar continuïteit. Wij hebben ook deze vraag in het onderzoek betrokken. De probleemstelling van het onderzoek is als volgt: Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur dragen in de ogen van middelgrote familiebedrijven bij aan de continuïteit van de onderneming? De deelvragen die tot beantwoording van de probleemstelling leiden zijn: 1. Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur gebruikt meer dan 40 % van de middelgrote familiebedrijven op dit moment voor de continuïteit van de onderneming? 2. Welke benchmarkscore bestaat er binnen de Nederlandse middelgrote familiebedrijven ten aanzien van het gebruik van de genoemde juridische instrumenten van ondernemend bestuur? 3. Welk verband bestaat er tussen de aanwezigheid van vertrouwen tussen de bij de onderneming betrokken familieleden (parallelle familiebelangen) en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur? 4. Welk verband bestaat er tussen betrokkenheid bij de onderneming van de partner van de eigenaren en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur? 15
17 3.2. Hoe is er gemeten? Gekozen is voor een kwantitatief onderzoek in de vorm van een enquête. In de enquête zijn voor de continuïteit van familiebedrijven belangrijke onderwerpen gemeten door ze te vertalen naar belangrijke situaties in de levensfases van een familiebedrijf. De vertaling heeft geleid tot voor ondernemers herkenbare juridische thema s, drivers, die in de praktijk van de experts van de opdrachtgever van het onderzoek van invloed lijken te zijn op de continuïteit van het bedrijf. Die thema s zijn verder concreet gemaakt in de vorm van vragen naar concrete juridische instrumenten. De thema s zijn: - vermogens- en estate planning - onroerende zaken en bedrijfshuisvesting - structuur en goed bestuur - familierelaties en zeggenschap - werknemersparticipatie In de enquête is eerst nagegaan welke lange termijndoelstelling familiebedrijven daadwerkelijk hebben. Hanteren zij een stakeholder of shareholder benadering? Welk systeem heeft bij hen de overhand, het familiesysteem, bedrijfssysteem of eigendomsysteem? Zien zij continuïteit als een urgentie? Vervolgens is voor elk thema van een aantal juridische instrumenten onderzocht of familiebedrijven deze in de praktijk rondom hun ondernemingsbestuur belangrijk vinden en of zij ze daadwerkelijk gebruiken. De enquêteresultaten kunnen worden uitgesplitst naar soorten bedrijven en naar situatiekenmerken binnen de familie. Met dat doel is geïnformeerd naar het aantal werknemers, de rechtsvorm en de sector van het bedrijf. Voor wat betreft de familiesituatie is de mate van onderling vertrouwen binnen de familie gemeten. Beïnvloedt deze het gebruik en de perceptie van juridische instrumenten van ondernemend bestuur? Ook de rol en betrokkenheid van de partner en de in het bedrijf betrokken familiegeneratie(s) zijn onderzocht. Details over de verdere onderzoeksaanpak vindt u in het hoofdstuk met de onderzoeksverantwoording. 16
18 4. De antwoorden op de probleemstelling (hoofd- en deelvragen) Op basis van de analyses van de enquêteresultaten luiden de antwoorden op de probleemstelling en de deelvragen van het onderzoek als volgt. Deelvraag 1: Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur gebruikt meer dan 40% van de middelgrote FB op dit moment om de continuïteit van hun bedrijf te bevorderen? Wij hebben de bedrijven verdeeld in drieën: kleinbedrijf (10 tot en met 49 medewerkers), middenbedrijf (50 t/m 249 medewerkers) en grootbedrijf (250 en meer medewerkers). Hiermee sluiten wij aan bij de definitie van klein-, midden- en grootbedrijf zoals de Europese Commissie die in 2003 heeft vastgesteld. Bij de beantwoording van deze deelvraag onderzoeken wij de doelgroep van onze opdrachtgever, middelgrote familiebedrijven (MKB). Daarmee worden bedoeld familiebedrijven met 10 t/m 249 medewerkers. Op verzoek van de opdrachtgever vermelden wij hier en verderop in het verslag instrumenten waarvan meer dan 40% van de bedrijven op dit moment gebruik maakt. Het antwoord op de deelvraag vindt u in de linker kolom van de tabel (MKB): Gebruikte Juridische Instrumenten Percentage respondenten MKB Kleinbedrijf Middenbedrijf (n=160) (n=125) (n=35) Holding + werkmaatschappijen Extern adviseur Aandeelhoudersovereenkomst Onroerende zaken in holding Gehuurde/t.b.g. bedrijfshuisvesting Concurrentie-/relatiebedingen key personeel Huwelijkse voorwaarden Testamentaire regeling bedrijfsopvolging Afspraken opvolging zakelijke overeenkomsten Holding aansprakelijk voor werkmaatschappijen Directiestatuut Noodopvolgingsregeling Certificering via Stak Cursief = significant onderling verschil Er zijn 22 mogelijke instrumenten gemeten. Deze 22 instrumenten zijn in de praktijk van de experts van opdrachtgever van invloed gebleken op de continuïteit van familiebedrijven.alle familiebedrijven die de enquête hebben beantwoord gebruiken gemiddeld rond de 7 instrumenten van de 22 gemeten instrumenten. 17
19 Deelvraag 2: Welke benchmarkscore bestaat er binnen de Nederlandse middelgrote FB ten aanzien van het gebruik van de genoemde juridische instrumenten van ondernemend bestuur? In de tabel bij deelvraag 1 is weergegeven hoe het gebruik van juridische instrumenten in de groepen klein- en middenbedrijf er uit ziet. Het aantal respondenten in het grootbedrijf is dermate laag dat wij daar geen vergelijking mee kunnen maken. Wij vermelden instrumenten waarvan in ten minste één doelgroep meer dan 40% gebruik maakt. Op het niveau van individuele juridische instrumenten is er bij enkele juridische instrumenten een significante verschuiving te zien tussen klein- en middenbedrijf (holding, aandeelhoudersovereenkomst, concurrentie/relatiebedingen key personeel en noodopvolgingsregeling). We zien ook dat het totale palet van instrumenten verschuift als een bedrijf van klein- naar middenbedrijf groeit. Het middenbedrijf maakt van meer juridische instrumenten gebruik dan het kleinbedrijf. Hetzelfde geldt voor succesvolle bedrijven die na een opstartfase tot het middenbedrijf gaan behoren. Groei kan van invloed zijn op het gebruik van juridische instrumenten. Deelvraag 3: Welk verband bestaat er tussen de aanwezigheid van vertrouwen tussen de bij de onderneming betrokken familieleden (parallelle familiebelangen) en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur? Gemeten is in welke mate binnen de familie vertrouwen bestaat tussen de bij het bedrijf betrokken familieleden. Wij hebben de bedrijven verdeeld in drieën: bedrijven waarvan het vertrouwen binnen de familie hoog, gemiddeld of laag is. Het resultaat: Mate vertrouwen familieleden Percentage respondenten (n=132) Hoog 61 Gemiddeld 28 Laag 11 Wij hebben onderzocht of er een verband is tussen de drie groepen (hoog, gemiddeld en laag vertrouwen) en de perceptie van het belang van het gebruik van juridische instrumenten. Daartoe zijn hier alle instrumenten gemeten waarvan de bedrijven aangaven ze te gebruiken, dan wel te willen gaan gebruiken. Tezamen zijn dat de instrumenten die deze bedrijven belangrijk vinden. In tegenstelling tot Corbetta e.a. (2004) hebben wij geen verband ontdekt met de mate van vertrouwen in de familie. Op een enkele uitzondering na (werknemersparticipatie) is er ook geen significant verband gemeten als de mate van vertrouwen bekeken wordt op het niveau van de thema s: 18
20 Gebruikte Juridische Instrumenten per Thema Mate vertrouwen en gemiddeld aantal geregelde instrumenten Laag Gemiddeld Hoog (n=21) (n=44) (n=83) Vermogens- en estate planning (4) 0,81 1,48 1,75 Onroerende zaken en bedrijfshuisvesting (2) 0,90 1,05 1,05 Structuur en Goed Bestuur (8) 4,24 4,16 3,94 Familierelaties en Zeggenschap (3) 0,67 0,75 1,25 Werknemersparticipatie (2) 1,29 0,59 0,49 Cursief = significant onderling verschil Deelvraag 4: Welk verband bestaat er tussen betrokkenheid bij de onderneming van de partner van de eigenaren en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur? In 58 % van de familiebedrijven is er sprake van een op enigerlei wijze betrokken partner, in 42% van de bedrijven is er geen partner, of is deze niet betrokken bij het bedrijf. Wij hebben vervolgens gekeken naar hoe belangrijk de twee groepen het totale juridische instrumentarium (alle 22 instrumenten tezamen genomen) vinden. Dat zijn ook hier alle instrumenten waarvan de bedrijven aangaven ze te gebruiken, dan wel te willen gaan gebruiken. Familiebedrijven waarbij de partner niet betrokken is bij de onderneming vinden gemiddeld 8,29 van de 22 instrumenten belangrijk. Bij familiebedrijven waarbij de partner wel is betrokken gebruiken is dat gemiddeld 7,83 instrument. Het verschil is niet significant. Dat betekent dat er geen bewijs is gevonden voor een verband tussen de betrokkenheid van de partner en de perceptie van het belang van het totale instrumentarium aan juridische instrumenten van ondernemend bestuur. Binnen de thema s zien we een lichte toename van het gebruik van instrumenten als de partner betrokken is bij het bedrijf. Significant is het verschil alleen bij het thema vermogens en estate planning. Er is daarom een mogelijk verband is tussen betrokkenheid bij de onderneming van de partner van de eigenaren en de perceptie van het belang van instrumenten van ondernemend bestuur die te maken hebben met vermogens en estate planning. Hoofdvraag: Welke juridische instrumenten van ondernemend bestuur dragen in de ogen van middelgrote familiebedrijven bij aan de continuïteit van de onderneming? Het antwoord op deze vraag luidt dat er geen eenduidig pakket juridische instrumenten te identificeren is dat in de ogen van middelgrote familiebedrijven bijdraagt aan de continuïteit van de onderneming. Wij bespreken de achtergronden van deze conclusie. Het begrip continuïteit is moeilijk te meten. Om het begrip voor de respondenten concreet te maken hebben wij dit gekoppeld aan het zich voordoen van twee OASE-situaties. Wij verwachten dat juridische 19
21 instrumenten juist dan belangrijk zijn in het kader van het voortbestaan van het bedrijf. Dat kan een relatie tussen continuïteit en juridische instrumenten zichtbaar maken. Aan de geënquêteerden is gevraagd wat in hun beleving het gevolg zou zijn van het wegvallen van de respondent uit het bedrijf door overlijden of arbeidsongeschiktheid. De resultaten: Consequentie Overlijden of Arbeidsongeschiktheid Percentage respondenten (n=172) Geen consequenties 32 De harmonie in de familie zou worden bedreigd 2 De continuïteit van het bedrijf zou worden bedreigd 34 Harmonie in familie en continuïteit bedrijf bedreigd 15 Weet niet welke consequenties dat voor bedrijf zou hebben 17 Opgeteld betekent dit dat 49 % van de respondenten de continuïteit van het bedrijf bedreigd ziet in geval van arbeidsongeschiktheid of overlijden. Over de verhoudingen in de familie bij een noodsituatie maakt men zich minder zorgen. Een derde maak zich geen zorgen over de continuïteit. Er blijkt voor wat betreft het gemiddeld aantal geregelde juridische instrumenten geen significant verschil te bestaan tussen familiebedrijven die hun continuïteit bedreigd achten (6,26) en hen die geen consequenties verwachten (6,93). Verschilt de inhoud van het gebruikte pakket instrumenten tussen beide groepen? Om dat te meten koppelen wij de vraag over de OASE-situaties aan de juridische instrumenten die bedrijven met 10 t/m 249 medewerkers gebruiken. Het juridische instrumentarium dat op dit moment gebruikt wordt door de bedrijven die aangeven dat zij hun continuïteit bedreigd zien (groep 1) ziet er vergeleken met groep 2, bedrijven die hun continuïteit niet bedreigd achten, als volgt uit: Juridische Percentage in gebruik Instrumenten Groep 1 Groep 2 Continuïteit bedreigd Continuïteit niet bedreigd (n=83) (n=52) Holding + werkmaatschappijen Extern adviseur Aandeelhoudersovereenkomst Concurrentie-/relatiebedingen key pers O.g. in holding Gehuurde of t.b.g. bedrijfshuisvesting Testamentaire regeling bedrijfsopvolging Afspraken opvolging zakelijke overeenk. Huwelijkse voorwaarden Directiestatuut Cursief = significant onderling verschil Het palet verschilt enigszins, maar behalve bij het directiestatuut zijn geen significante verschillen gemeten; verstrekkende conclusies vallen er aan deze resultaten niet te verbinden. 20
22 Op het niveau van het aantal in verband met een OASE-situatie nog te regelen instrumenten verschillen de groepen wel. Familiebedrijven die geen consequenties verwachten willen gemiddeld nog 0,3 instrument extra geregeld hebben (4,3 %) terwijl zij die hun continuïteit bedreigd zien gemiddeld 1,13 instrument extra willen regelen (maar liefst 18%). Als familiebedrijven zich zorgen maken om hun continuïteit willen zij extra juridische instrumenten gebruiken. Het is echter de vraag of zij die instrumenten ook nodig hebben. Hun collega s die zich geen zorgen maken gebruiken immers al evenveel instrumenten als zij. De redenering kan ook andersom worden opgezet: degenen die zich zorgen maken hebben gelijk; zij doen er goed aan extra zaken te regelen. Hun onbezorgde collega s zouden daar ook eens aan moeten gaan denken. Dat maakt dat op basis van ons onderzoek niet te zeggen is welk pakket juridische instrumenten maatstaf kan zijn voor andere familiebedrijven - en voor de beantwoording van de hoofdvraag. Wij constateerden eerder in dit verslag dat onderzoeken er op wijzen dat het merendeel van de familiebedrijven zich nog niet voldoende heeft voorbereid op een noodsituatie ook al denken zij zelf dat dat wel zo is. Ook dat maakt dat we het instrumentarium van zowel groep 1 als 2 niet als voldoende kunnen bestempelen ten aanzien van de continuïteit van de onderneming. We kunnen hooguit constateren dat het instrumentarium van beide groepen vanuit verschillende perspectieven (ik maak me geen zorgen vs. ik maak me zorgen) kan bijdragen aan de continuïteit van een familiebedrijf. Het zijn in ieder geval instrumenten waarover een familiebedrijf na moet denken als het gaat om de bescherming van de continuïteit. 21
23 5. Nadere analyse van de onderzoeksresultaten 5.1 Opvallende kenmerken respondenten Wij beschouwen een bedrijf ongeacht de omvang als een familiebedrijf als: - de meerderheid van de zeggenschap, verbonden aan het eigendom, in handen is van een natuurlijk persoon dan wel de familie. Deze meerderheid kan direct of indirect zijn; - tenminste één familielid formeel betrokken is bij het bestuur van de onderneming. Alleen de respons van familiebedrijven volgens onze definitie is in de resultaten van ons onderzoek opgenomen. In 87 % van de ingevulde enquêtes bleek het om een familiebedrijf te gaan. Deze hoge score kan verklaard worden doordat de begeleidende brief aangaf dat de enquête over familiebedrijven ging. Respondenten die zichzelf niet als zodanig beschouwen hebben de enquête daarom terzijde gelegd. Dat blijkt ook uit de ongeveer 45 reacties van bedrijven die de enquête niet ingevuld retourneerden. Geënquêteerd is onder bedrijven die bij de Kamer van Koophandel geregistreerd staan met tien of meer werknemers. Wat opvalt is dat het aantal medewerkers van een aantal respondenten tot onder de tien is gedaald, wellicht vanwege de huidige economische omstandigheden. Bij de meeste bedrijven bleken betrokken familieleden tot de tot de eerste tot en met de derde generatie te behoren. Van 58% van de respondenten is de partner op enigerlei wijze betrokken bij het familiebedrijf. In 42% van de gevallen is er geen partner, of is de partner niet betrokken. De door respondenten aangegeven performance van hun bedrijf ten opzichte van de concurrentie is hoger dan gemiddeld. Kennelijk zijn ondernemers van wie het bedrijf het minder goed doet dan de concurrentie minder snel geneigd de enquête in te vullen dan hun beter presterende collega s Wat gaat vóór: Familie, Bedrijf of Eigendom? Juridische instrumenten kunnen de synergie tussen de drie systemen in een familiebedrijf (familie, bedrijf en eigendom) beïnvloeden. Als gevraagd wordt naar het belangrijkste van deze drie aandachtspuntenbij het nemen van lange termijn beslissingen komt het resultaat overeen met dat van eerdere onderzoeken. Als het er op aan komt, gaat het bedrijf vóór de familie en het rendement op familievermogen. Als beslissingen betrekking hebben op de familie, gaat het er vooral om de harmonie in stand te houden. Beslissingen die op het bedrijf betrekking hebben, zien vooral op de instandhouding en groei van de omzet. 5.3 Verschil tussen geregeld hebben en willen regelen: de gap Ten aanzien van het gebruik van de juridische instrumenten van ondernemend bestuur is gemeten of respondent ze belangrijk vindt, en of er een regeling voor is getroffen. Dat een ondernemer iets niet geregeld heeft wil nog niet zeggen dat het voor hem om een onbelangrijk onderwerp gaat. Daarom is ook gemeten of respondent een niet gebruikt juridisch instrument (alsnog) zou willen regelen. 22
Robert de Vries. Oud DGA van keukenbladenfabriek. Sinds 2006 Register Adviseur Bedrijfsopvolging. Specialisatie: Het Familiebedrijf
Robert de Vries Oud DGA van keukenbladenfabriek Sinds 2006 Register Adviseur Bedrijfsopvolging Specialisatie: Het Familiebedrijf 2 Wanneer besluit tot overdracht? als men het zat is als de DGA niet meer
Nadere informatieHet besturen van een familie en een bedrijf
Het besturen van een familie en een bedrijf Een familiebedrijf runnen is als jongleren. De doelstellingen van het bedrijf groei en goede resultaten realiseren moeten worden afgewogen tegen de behoeften
Nadere informatieM200704. Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer
M200704 Markt- en klantgerichtheid in het MKB drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, februari 2007 Markt- en klantgerichtheid in het MKB In de rapportage beschrijft EIM drie indicatoren om de klant- en marktgerichtheid
Nadere informatieBedrijfsoverdracht in Vlaanderen
Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen Onderzoek over de planning van de bedrijfsoverdracht uitgevoerd met de steun van Agentschap Ondernemen: Executive summary Prof. dr. Tensie Steijvers drs. Ine Umans Universiteit
Nadere informatieBedrijfsoverdracht binnen de familie Het proces van opvolging wordt vaak onderschat
Voor een bedrijfsopvolging binnen de familie zijn er fiscale faciliteiten Bedrijfsoverdracht binnen de familie Het proces van opvolging wordt vaak onderschat Er komt een moment waarop u uw onderneming
Nadere informatieUitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie
Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest
Nadere informatieFamily governance en de familiestichting. Hoe zit u en uw familie het beste in de driver s seat?
Family governance en de familiestichting Hoe zit u en uw familie het beste in de driver s seat? CLAVIS Vermogensstructurering Directievoering Trustdiensten Vermogensbeheer (Infra)structuur Vermogensplanning
Nadere informatieRoberto H. Flören. Berk Accountants en Belastingadviseurs Hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht. 2 december 2010
Groeiende familiebedrijven: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie Prof.dr. Roberto H. Flören Berk Accountants en Belastingadviseurs Hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht 2 december 2010
Nadere informatieDe verschillen tussen gelukte en niet gelukte bedrijfsoverdrachten
De verschillen tussen gelukte en niet gelukte Drs. Lex van Teeffelen Maart 2010 Kenniscentrum InnBus, Faculteit Economie & Management, Hogeschool Utrecht lex.vanteeffelen@hu.nl Samenvatting Aanleiding
Nadere informatieFamiliebedrijfskunde is. inmiddels een volwassen. discipline en bevordert de. integratie van disciplines. uit verschillende terreinen
Familiebedrijfskunde is inmiddels een volwassen discipline en bevordert de integratie van disciplines uit verschillende terreinen Financiële planning is een cruciale succes factor voor de continuïteit
Nadere informatieMENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015
MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step
Nadere informatieStefan Jansen RA Baker Tilly Berk adviesgroep familiebedrijven. copyright R.Flören/S.Jansen
Stefan Jansen RA Baker Tilly Berk adviesgroep familiebedrijven copyright R.Flören/S.Jansen Doen familiebedrijven het beter? Havendebat Zeeland, Terneuzen 27 juni 2014 Familiebedrijf: bundeling van krachten
Nadere informatieMasterclass Bedrijfsoverdracht Wout van der Goot ING Bank. 0 ING Bank
Masterclass Bedrijfsoverdracht Wout van der Goot ING Bank 0 ING Bank Bedrijfsoverdracht Een zaak van gevoel en verstand 1 ING Bank Vormen van bedrijfsoverdracht Familie Persoon MBO Verkoop/ opvolging MBI
Nadere informatieKennisbijeenkomst Bedrijfsoverdracht. 16 mei 2013
Kennisbijeenkomst Bedrijfsoverdracht 16 mei 2013 Van bedrijf naar kapitaal Vóór en na de bedrijfsoverdracht drsj.j.a. Knol, 06-8197 2288 Agenda 1. Verkoop klaar maken van uw onderneming 2. Bedrijf verkocht:
Nadere informatieMKB investeert in kennis, juist nu!
M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,
Nadere informatieM200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB
M200616 De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB dr. J.M.P. de Kok drs. J.M.J. Telussa Zoetermeer, december 2006 Prestatieverhogend HRM-systeem MKB-bedrijven met een zogeheten 'prestatieverhogend
Nadere informatieErfgoedstrategie en het familiebedrijf
Erfgoedstrategie en het familiebedrijf Een onderzoek onder directeuren van familiebedrijven naar hun voornemens én de praktijk bij de overdracht en het behoud van het (familie)vermogen In opdracht van
Nadere informatieHet managen van opvolging en de volgende generatie
Het managen van opvolging en de volgende generatie U hebt jarenlang hard gewerkt om uw bedrijf op te bouwen en tot een succes te maken en u wilt dat het in de familie blijft. Je kunt je kinderen het beste
Nadere informatieBedrijfsoverdracht: hoe werkt dat? Due diligence. Overnamecontract
Bedrijfsoverdracht: hoe werkt dat? Een bedrijf wordt om verschillende redenen overgedragen. Dit kan zijn om organisatorische redenen, verschuivingen binnen een concern of met het oog op het pensioen van
Nadere informatieMeer rendement uit sponsoring!
Meer rendement uit sponsoring! Congres MKB/KNVB 30 januari 2008 Inhoud 1. Introductie onderzoek 2. Kwantitatief onderzoek: de cijfers 3. Kwalitatief onderzoek: de interviews 4. Conclusies en aanbevelingen
Nadere informatieFamiliebedrijven presteren beter dan andere ondernemingen. Van onschatbare waarde(n) - Nieuw onderzoek 2017
Familiebedrijven presteren beter dan andere ondernemingen. waarde(n) - Nieuw onderzoek 2017 Nieuw onderzoek naar WAARDEOVERDRACHT bij familiebedrijven Erasmus centre for family Business, BDO en Rabobank.
Nadere informatie4 juli 2017 Piet Spruijtenburg voorzitter werkgroep familiebedrijven
4 juli 2017 Piet Spruijtenburg voorzitter werkgroep familiebedrijven Thema kennissessie: BEDRIJFSOVERDRACHT IS MET NAME RELATIONEEL Veiligheid Vertrouwelijkheid/geheimhouding Passie, Plezier en Prestatie
Nadere informatieM Bedrijfsoverdrachten in het MKB
M200316 Bedrijfsoverdrachten in het MKB dr. J. Meijaard drs. B.J. Diephuis Zoetermeer, 17 februari 2004 Op dit moment zijn meer bedrijven dan ooit bezig met een bedrijfsoverdracht. Een flink deel van de
Nadere informatieFAMILY OFFICE & ESTATE PLANNING
FAMILY OFFICE & ESTATE PLANNING Een must voor iedereen met vermogen en onroerend goed in Spanje. WAAROM FAMILY OFFICE? Family Office betreft een meer complete dienstverlening dan Estate Planning. Estate
Nadere informatieUBO-REGISTER: RUIM EIGENAREN VAN FAMILIEBEDRIJVEN DREIGEN HUN PRIVACY TE VERLIEZEN
UBO-REGISTER: RUIM 270.000 EIGENAREN VAN FAMILIEBEDRIJVEN DREIGEN HUN PRIVACY TE VERLIEZEN Door: prof. dr. Roberto Flören en dr. Marta Berent-Braun (Nyenrode Business Universiteit) en mr. Laura Bles-Temme
Nadere informatieStappenplan bedrijfsoverdracht
Stappenplan bedrijfsoverdracht Voor een succesvolle overdracht naar de volgende generatie Baker Tilly Berk An independent member of Baker Tilly International VOORWOORD Het proces van overdracht van eigendom,
Nadere informatieVan familiebedrijf naar familiekapitaal Vóór en na de bedrijfsoverdracht
Objectief Onafhankelijk Overzichtelijk & ondernemend Van familiebedrijf naar familiekapitaal Vóór en na de bedrijfsoverdracht Praktijkdag: 'De Switch naar Advieskantoor' Bunnik, 18 november 2014 drsj.j.a.
Nadere informatieEnquête: 10 vragen voor de BV
Enquête: 10 vragen voor de BV Het Ministerie van Economische Zaken heeft, in samenwerking met Jong Management en het Platform Zelfstandige Ondernemers, een enquête gehouden onder een aantal leden van deze
Nadere informatieTijdig Starten met Stoppen
NJU/VGZ Themadag Tijdig Starten met Stoppen Paul Overwater Manager MKB Adviseurs & Henri Brom Senior adviseur Overname & Opvolging Programma Inleiding Fasen in proces Waardebepaling Fiscale aspecten Mogelijkheden
Nadere informatieOASE of Fata Morgana? Anticipatie door ondernemers op noodopvolging bij familiebedrijven
Grip op groei OASE of Fata Morgana? Anticipatie door ondernemers op noodopvolging bij familiebedrijven OASE of Fata Morgana? Anticipatie door ondernemers op noodopvolging bij familiebedrijven Een onderzoek
Nadere informatieSamenvatting. Incidentie en frequentie van problemen
Samenvatting Dit rapport gaat over de Nederlandse ondernemingen uit het midden- en kleinbedrijf (MKB), de bedrijven met maximaal 99 werknemers die gezamenlijk iets meer dan 99% van de bedrijven in Nederland
Nadere informatieFinancieel Management
3de bach TEW Financieel Management samenvatting : hoorcolleges aangevuld uit boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 162 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be
Nadere informatieInhoudsopgave. Bewust willen en kunnen 4. Performance Support 5. Informele organisatie 5. Waarom is het zo moeilijk? 6
Inleiding De afgelopen vijftien jaar hebben we veel ervaring opgedaan met het doorvoeren van operationele efficiencyverbeteringen in combinatie met ITtrajecten. Vaak waren organisaties hiertoe gedwongen
Nadere informatieFamilie. statuut Voor continuïteit van het familiebedrijf en harmonie in de familie. Het. Jacqueline van Zwol & Albert Jan Thomassen
Waarom je Het opstelt Wat je er in zet Hoe je het aanpakt Jacqueline van Zwol & Albert Jan Thomassen Het Familie statuut Voor continuïteit van het familiebedrijf en harmonie in de familie Ontwerp: Nancy
Nadere informatieUitkomsten onderzoek bedrijfsoverdracht familiebedrijven. 20 juni 2012
Uitkomsten onderzoek bedrijfsoverdracht familiebedrijven 20 juni 2012 Samenvatting De waardering van het familiebedrijf vormt een belangrijk obstakel bij de overdracht van de onderneming. Vooral de waardering
Nadere informatieAdministratieve (over)last
M200811 Administratieve (over)last Perceptie van MKB-ondernemers over verplichte administratieve handelingen J. Snoei Zoetermeer, november 2008 Administratieve lasten Het overgrote deel van de ondernemers
Nadere informatiePrivate Banking. ten dienste van ondernemers. Paul Bradbury/Ojo Images/GraphicObsession
Private Banking ten dienste van ondernemers Paul Bradbury/Ojo Images/GraphicObsession Private Banking ten dienste van ondernemers In elke fase van uw leven en dat van uw onderneming komt u dagelijks grote,
Nadere informatie18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland
18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.
Nadere informatieBedrijfsopvolging binnen of buiten Familieverband Mirjam van Praag Hoogleraar Ondernemerschap en organisatie (UvA) Wetenschappelijk directeur ACE
Bedrijfsopvolging binnen of buiten Familieverband Mirjam van Praag Hoogleraar Ondernemerschap en organisatie (UvA) Wetenschappelijk directeur ACE SIRET jaarcongres 13-9-2013 Amsterdam Actueel Oud-ondernemers
Nadere informatievan havermaet groenweghe familieadviseurs
van havermaet groenweghe familieadviseurs van havermaet familieadviseurs groenweghe Heeft u al aan het volgende gedacht Wanneer is het ideale moment om over te dragen? Is de opvolging financieel verantwoord
Nadere informatieOndernemen in het familiebedrijf: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie
Ondernemen in het familiebedrijf: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie Prof. dr. Roberto H. Flören Baker Tilly Berk Leerstoel Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht 13 oktober 2015 Leadership Entrepreneurship
Nadere informatieBedrijfsoverdracht binnen de familie
Lentink Accountants/Belastingadviseurs brengt onder uw aandacht Bedrijfsoverdracht binnen de familie Het proces van opvolging wordt vaak onderschat Huizen, november 2013 1 Introductie Er komt een moment
Nadere informatieFamiliebedrijven en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen
Familiebedrijven en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Door: Dr. Lonneke Roza (Onderzoeker Maatschappelijk Betrokken Ondernemen) Deze paper is deels gebaseerd en soms vrij vertaald vanuit het werk van
Nadere informatieInhoud. In het kort. Het vermogensplanningsproces in vogelvlucht. Persoonlijke planning en begeleiding van uw vermogen. Uw wens is ons startpunt
VERMOGENS PLANNING Inhoud In het kort Het vermogensplanningsproces in vogelvlucht Persoonlijke planning en begeleiding van uw vermogen Uw wens is ons startpunt Adequate vermogensplanning voor directeuren/grootaandeelhouders
Nadere informatieResultaten Onderzoek September 2014
Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan
Nadere informatieVerder in Fusie & Overnames
Verder in Fusie & Overnames (Mid size en familiebedrijven) Datum: december 2009 Plaats: Zeewolde Door: Triple Play Keynote speaker: Mr. Pieter J.H. Mensink MBA Verbonden door vertrouwen; groeien door samenhang
Nadere informatieEnquête rond het familiebedrijf in België
www.pwc.be Enquête rond het familiebedrijf in België December 2010 Kernbevindingen 1. 1 op 2 respondenten ziet overheidsbeleid en regulering als één van de voornaamste externe uitdagingen voor hun onderneming.
Nadere informatieONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING
ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire
Nadere informatieUtrecht Business School
Cursus Bedrijfsovername & Bedrijfsoverdracht De cursus Bedrijfsovername & Bedrijfsoverdracht duurt ongeveer 2 maanden en omvat 5 colleges van 3 uur. U volgt de cursus met ongeveer 10-15 studenten op een
Nadere informatieNIVR Klanttevredenheidsonderzoek (2008)
Klanttevredenheidsonderzoek (2008) 1. Inleiding Het is op 1 januari 2007 een reorganisatie gestart. Om de effecten van deze reorganisatie te kunnen vaststellen is begin 2007een klanttevredenheidsonderzoek,
Nadere informatieInhoud. In het kort. Het vermogensplanningsproces in vogelvlucht. Persoonlijke planning en begeleiding van uw vermogen. Uw wens is ons startpunt
VERMOGENS PLANNING Inhoud In het kort Het vermogensplanningsproces in vogelvlucht Persoonlijke planning en begeleiding van uw vermogen Uw wens is ons startpunt Adequate vermogensplanning voor directeuren/grootaandeelhouders
Nadere informatieVerenigd Ondernemers Fonds
Verenigd Ondernemers Fonds Presentatie zoekprofiel De Lairessestraat 107 1071 NX Amsterdam t. +31(0)20 337 9648 e. info@verenigdondernemersfonds.nl w. www.verenigdondernemersfonds.nl 2018 Verenigd Ondernemers
Nadere informatieJuridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK).
Juridische aspecten van de stichting administratiekantoor (STAK). mr. dr. R.W.F. Hendriks, Willem II stadion te Tilburg 20 juni 2012 De STAK Certificering van aandelen is een in Nederland veel voorkomende
Nadere informatieDe dimensies van het coachen
A-H04-def 13-05-2003 16:22 Pagina 25 4 De dimensies van het coachen Lilian Soerel 4.1 Inleiding Het is ondertussen heel geaccepteerd dat managers bij een derde advies inwinnen. Maar is dit coachen? Het
Nadere informatieStoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de
Nadere informatieMarktlink Fusies & Overnames
FFP Congres 6 oktober 2016 Marktlink Fusies & Overnames Uitkomsten Marktlink monitor Door: Tom Beltman & Fredrik Jonker Agenda Introductie Onderzoek Marktlink monitor Welke mogelijkheden zijn er? Integratie
Nadere informatieVerschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan
Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle
Nadere informatieClavis, van harte gefeliciteerd! Bedankt voor de bijdrages die jullie aan onze opleidingen geven Ontwikkelingen in de Private Wealth sector Vermogen
Clavis, van harte gefeliciteerd! Bedankt voor de bijdrages die jullie aan onze opleidingen geven Ontwikkelingen in de Private Wealth sector Vermogen Ronald Heijn RBA EPP 10 oktober 2018 2 Even voorstellen:
Nadere informatieAndere dingen kunnen ons veranderen, maar we beginnen en eindigen met onze familie. Anthony Brandt.
Exitstrategieën Als er geen volgende generatie familieleden klaarstaat, bereid of in staat is het bedrijf voort te zetten, kan het zinvoller zijn een uittreedplan op te stellen in plaats van een opvolgingsplan.
Nadere informatieNieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen
Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen Werkgevers en werknemers aan het woord Onderzoek verricht in opdracht van Nationale-Nederlanden door Motivaction. Wat vinden werkgevers en werknemers van pensioenen.
Nadere informatieOndernemen in het familiebedrijf: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie
Ondernemen in het familiebedrijf: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie dr. Marta Berent-Braun Assistant Professor Leerstoel Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht 4 november 2015 Leadership Entrepreneurship
Nadere informatieVRAGENLIJST JOnG. Mail het formulier met jouw antwoorden naar Dionne Neven (Regioadviseur MKB Limburg): Neven@mkblimburg.nl
VRAGENLIJST JOnG JOnG is een initiatief van en voor jonge ondernemers. Tot de doelgroep behoren Ondernemers in de eerste 5 jaar van hun ondernemerschap. JOnG stelt zich tot doel de individuele ondernemers
Nadere informatieManagement & Organisatie
Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde
Nadere informatieDe rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:
Samenvatting door Isabelle 1418 woorden 2 december 2015 8,2 19 keer beoordeeld Vak M&O M&O Hoofdstuk 10 Rechtsvormen 10.1 Organisaties De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie.
Nadere informatieSRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015
SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Automotivescan De Automotivescan 2014 is 464 x ingevuld: 4 van de respondenten heeft een merk-garagebedrijf en 5 is universeel. 71% heeft een
Nadere informatieVlaanderen is ondernemen. Overname kompas Continuïteit voor je onderneming AGENTSCHAP ONDERNEMEN. AGENTSCHAPONDERNEMEN.be
Vlaanderen is ondernemen Overname kompas Continuïteit voor je onderneming AGENTSCHAP ONDERNEMEN AGENTSCHAPONDERNEMEN.be Werken aan de continuïteit van uw onderneming is een heel proces en kan verschillende
Nadere informatieWat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen
Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Het aantal ondernemers blijft groeien. In 2015 heeft
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatiePeiling Flexibel werken in de techniek 2015
Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,
Nadere informatiein 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides
in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides 1 Governance principes De ondernemers hebben hun bedrijf nog niet in een vennootschapsstructuur ondergebracht. De ondernemers activeren een raad van
Nadere informatieStrategie en Advisering van het Familiebedrijf
Strategie en Advisering van het Familiebedrijf Mr. Jurgen R. Geerlings Studiekringbijeenkomst RB, april / mei 2017 Relevante trends en ontwikkelingen Kortere levenscycli van produkten en bedrijven en marktvervaging
Nadere informatieverbonden stichtingen
verbonden stichtingen 1 inleiding aanleiding Capelle aan den IJssel werkt sinds enkele jaren met verbonden stichtingen. Zo bestaat sinds 2011 de stichting CapelleWerkt, is in 2014 de stichting Centrum
Nadere informatieVRAGENLIJST URKER MKB FAMILIEBEDRIJF
VRAGENLIJST URKER MKB FAMILIEBEDRIJF Naam organisatie: Naam DGA: Generatie: Hoeveel jaar betrokken: Branche: Omzet 2013: Personeelsleden: Familiair personeel - Ontstaan Historie - Opbouw - Doelstellingen
Nadere informatieGoed mkb-bestuur en de rol van de accountant
Goed mkb-bestuur en de rol van de accountant Agenda Voor de pauze: introductie en een ondernemer over het Diamond model Pauze: 17.30-18:30 uur Na de pauze toepassing van het Diamond model in de praktijk
Nadere informatieSamenvatting M&O Rechtsvormen van Bedrijven Compleet Overzicht
Samenvatting M&O Rechtsvormen van Bedrijven Compleet Overzicht Samenvatting door L. 1467 woorden 3 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Eenmanszaak VOF BV NV Vereniging Stichting Eigenaar/
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag
Nadere informatieBedrijfsoverdracht, geen afbouwen maar opbouwen
Bedrijfsoverdracht, geen afbouwen maar opbouwen Bedrijfsoverdracht of -aankoop Een eigen bedrijf is vaak een levenswerk. Maar er komt een moment dat u de touwtjes uit handen zult geven. Moeilijk? Soms.
Nadere informatieEXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN
EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN Overzicht Controle in het familiebedrijf Governance en
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieOndernemersklimaat maakt opnieuw pas op de plaats
Ondernemersklimaat maakt opnieuw pas op de plaats Ook in het bedrijfsleven hebben grotere organisaties veel te maken met overinvesteringen in IT projecten In maart noteerden we primeur dat het huidige
Nadere informatieMKB-ondernemers met oog voor de toekomst
M200803 MKB-ondernemers met oog voor de toekomst Bedrijfsstrategieën in het MKB drs. M. Mooibroek Zoetermeer, juli 2008 MKB-ondernemers met oog voor de toekomst Ongeveer de helft van de MKB-ondernemers
Nadere informatiePanelonderzoek Sluiting & Overdracht
Panelonderzoek Sluiting & Overdracht Geacht panellid, In oktober 2014 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een onderzoek over Sluiting & Overdracht. Nogmaals hartelijk dank voor
Nadere informatieHet EBC*L onderscheidt drie niveaus, die zich met name richten op bedrijfseconomische (basis)kennis.
Vergelijking inhoud EBC*L en CE Ondernemerschap Inleiding Met de komst van de CE Ondernemerschap zijn er veel vragen gesteld over de overeenkomsten en verschillen tussen de CE Ondernemerschap en EBC*L.
Nadere informatieOndernemen in het familiebedrijf: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie
Ondernemen in het familiebedrijf: balanceren tussen familie, bedrijf en emotie Prof. dr. Roberto H. Flören Baker Tilly Berk Leerstoel Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht 5 november 2014 Leadership Entrepreneurship
Nadere informatieSociaal ondernemen: passie en poen. Inventarisatie mogelijke succes- en faalfactoren sociale ondernemingen Nathan Rozema & Senna Bouteba
Sociaal ondernemen: passie en poen Inventarisatie mogelijke succes- en faalfactoren sociale ondernemingen Nathan Rozema & Senna Bouteba Inhoud Auteurs rapport:, Chris Veldhuysen, Derk Berends, Nathan Rozema
Nadere informatieHaal het maximale uit uw onderneming! Thexton Armstrong maakt uw onderneming sterker, gezonder en waardevoller. Thexton Armstrong netherlands
Haal het maximale uit uw onderneming! Thexton Armstrong maakt uw onderneming sterker, gezonder en waardevoller Thexton Armstrong netherlands Voelt u zich directeur of werknemer in uw bedrijf? thexton armstrong
Nadere informatieOnderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa
Voor nadere informatie, neem contact op met: Wilma Buis Algemeen Directeur van Mercuri Urval b.v. Tel: 033 450 1400 of 06 5025 3038 wilma.buis@mercuriurval.com Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie
Nadere informatieMissionstatement en core values
Missionstatement en core values Inhoud 1 Het formuleren van missionstatement en core values... 1 2 Het maken en uitdragen van missie en kernwaarden... 5 1 Het formuleren van missionstatement en core values
Nadere informatiePlan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen:
Samenvatting tussenrapport Toekomstvisie FNV KIEM Testen van de geformuleerde visies op de vakbond van de toekomst aan de huidige behoeften van leden en potentiële leden. Aanleiding Project FNV KIEM in
Nadere informatieOnderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018
Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018 Eerste inzichten v Rotterdam, december 2018 Inleiding tot deze eerste inzichten Inleiding tot ons onderzoek FinTouch doet 2-jaarlijks onderzoek
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 2014
Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen
Nadere informatieExportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler
Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor
Nadere informatieCarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14
CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode
Nadere informatieFamiliebedrijven in Nederland
Familiebedrijven in Nederland In opdracht van Walgemoed Accountants & Adviseurs Uitgevoerd door Nijenrode University, The Netherlands Business School Management Research Centre Familiebedrijven in Nederland
Nadere informatieTraining & Ontwikkeling
Inleiding FOCUS Leren & Ontwikkelen uit Wormerveer is een sterk groeiende Human Resources Development dienstverlener met een duidelijke focus op resultaatgerichtheid en professionalisering. Wij onderscheiden
Nadere informatie2 volgens het boekje
10 balanced scorecard 2 volgens het boekje Hoeveel beleidsplannen leven alleen op de directieverdieping, of komen na voltooiing in een stoffige bureaula terecht? Hoeveel strategische verkenningen verzanden
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquête jaar 2015
Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat
Nadere informatie