Toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits"

Transcriptie

1 Toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits Kritieke succesfactoren voor het realiseren van toegevoegde waarde met probleemsignalerende audits drs. E. van Minnen s-gravenhage, augustus 2004 Erasmus Universiteit Rotterdam Economische Faculteit EURAC BV Sectie Internal/Operational Auditing

2 Toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits Kritieke succesfactoren voor het realiseren van toegevoegde waarde met probleemsignalerende audits II

3 Voorwoord Dit referaat markeert de afronding van de postdoctorale opleiding Internal/Operational Auditing aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze opleiding beschouw ik als een waardevolle kopstudie als vervolg op mijn doctoraalopleiding Bestuurs- en Organisatiewetenschap. De colleges op de vrijdagen vormden altijd een welkome afsluiting van de werkweek. Het studeren in de avonduren en in de weekenden, naast mijn werk en mijn privé-leven, viel niet altijd mee. Het succesvol afronden van een tentamen gaf me vervolgens weer veel voldoening en kracht om door te gaan. Bij deze bedank ik iedereen die mij tijdens de studie moreel en inhoudelijk heeft gesteund. In het bijzonder bedank ik mijn ouders, Conny en mijn vrienden Guido, Jeroen en Ramon en Angelique. Ten slotte bedank ik in het bijzonder mijn collega Jo Bisschops voor de inhoudelijke feedback en adviezen die ik van hem heb mogen ontvangen, mijn collega Jan Droogsma voor zijn ondersteuning bij de voorbereiding van het tentamen Financiële Sturing en Beheersing en mijn afstudeerbegeleider Jan Otten voor zijn kritische en deskundige begeleiding. Erik van Minnen s-gravenhage, 25 augustus 2004 III

4 Inhoudsopgave Samenvatting... V 1. Inleiding Aanleiding Afbakening onderwerp Doelstelling Centrale vraagstelling Onderzoeksvragen Onderzoeksstrategie Definitie kernbegrippen Leeswijzer Concept-referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde Inleiding Vooronderzoek Veldwerk Rapportage Praktijktoets concept-referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde Inleiding Vooronderzoek Veldwerk Rapportage Kritieke succesfactoren voor realiseren toegevoegde waarde volgens opdrachtgever Inleiding Vooronderzoek Veldwerk Rapportage Conclusie: definitief referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde Inleiding Vooronderzoek Veldwerk Rapportage Slotconclusie...31 Literatuurlijst...32 Bijlage 1: Lijst van geïnterviewde personen...33 Bijlage 2: Concept-referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde...34 Bijlage 3: Aangevuld concept-referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde...35 Bijlage 4: Definitief referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde...37 Bijlage 5: Kritieke succesfactoren volgens de auditors...39 Bijlage 6: Kritieke succesfactoren volgens de opdrachtgevers...41 Bijlage 7: Vragenlijst voor interview auditor...42 Bijlage 8: Vragenlijst voor interview opdrachtgever...43 IV

5 Samenvatting Het onderwerp van dit referaat is toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits. De aanleiding voor de keuze van dit onderwerp is mijn observatie dat in de auditwereld veel aandacht is voor het adequaat uitvoeren van een audit, maar relatief weinig aandacht voor de toegevoegde waarde daarvan. Uiteindelijk is het natuurlijk de toegevoegde waarde van de audit die telt voor de opdrachtgever. Dit roept de vraag op wat nu precies de kritieke succesfactoren in het auditproces zijn om deze toegevoegde waarde te realiseren. Door in het auditproces invulling te geven aan deze kritieke succesfactoren (KSF en) kan de auditor mogelijk toegevoegde waarde leveren en de kans verkleinen dat het auditrapport in de beruchte onderste lade van het bureau van de opdrachtgever belandt. Dit resulteert in de volgende centrale vraagstelling van het onderzoek dat ten behoeve van dit referaat is uitgevoerd bij vier ministeries: Wat zijn de kritieke succesfactoren in het auditproces van een probleemsignalerende audit voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever? Onder een probleemsignalerende audit wordt verstaan: Een audit die antwoord geeft op de traditionele auditvraag of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren. In dit referaat wordt de volgende definitie van toegevoegde waarde van een probleemsignalerende audit voor de opdrachtgever gehanteerd: Het verkrijgen van kennis over mogelijkheden tot verbetering van de sturing en beheersing van een bepaald proces of organisatie-onderdeel op grond van: 1. het geven van adviezen in de vorm van de in het referentiemodel benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria en 2. het verschaffen van zekerheid over de omvang van het betreffende beheersprobleem. Bijlage 4 bevat het volledige definitieve referentiemodel met de KSF en voor het realiseren van toegevoegde met een probleemsignalerende audit voor de opdrachtgever. Hieronder zijn per auditfase (vooronderzoek, veldwerk en rapportage) drie KSF en benoemd die in het bijzonder van belang zijn voor het realiseren van deze toegevoegde waarde: In het vooronderzoek is ten eerste het realiseren van een heldere opdrachtformulering en centrale vraagstelling/doelstelling van de audit een KSF. De doelstelling moet aansluiten op de kennisbehoefte van de opdrachtgever. Om tot een heldere doelstelling te komen is het van belang dat de auditor één of meerdere gesprekken met de opdrachtgever heeft. In deze gesprekken moet de auditor goed doorvragen om tot de juiste doelstelling te komen. De auditor moet een goede sparringpartner voor de opdrachtgever zijn. Een tweede KSF is het opstellen van een kwalitatief hoogwaardig referentiemodel ( soll -model) dat de adviezen aan de opdrachtgever bevat in de vorm van de benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria. Hierbij is het van belang dat de auditor gebruik maakt van standaarden en best-practices. Indien deze niet voorhanden zijn kan de auditor een literatuurstudie doen en deskundigen interviewen. Ten derde is een KSF in het vooronderzoek het effectief gebruik maken van adviesgespreksvaardigheden bij het bespreken van het referentiemodel met de opdrachtgever. Hiermee wordt een door de opdrachtgever gedragen referentiemodel gerealiseerd. Hierbij is het van belang dat de auditor de adviezen in het referentiemodel richting de opdrachtgever expliciteert. Het geven van adviezen aan de opdrachtgever in de vorm van de in het referentiemodel benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria is een onderdeel van het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever (zie bovenstaande definitie van toegevoegde waarde). In het veldwerk is ten eerste het beschikken over uitstekende onderzoeksvaardigheden een KSF. Kennis van onderzoeksmethodologie en het opdoen van praktijkervaring is van belang om te komen tot uitstekende onderzoeksvaardigheden. Om te komen tot goede oordeelsvorming is het van belang dat de auditor goed kan schakelen tussen de soll -situatie uit het referentiemodel en de ist -situatie. Een tweede KSF is het zorgen voor een goede, gestructureerde vastlegging van de verkregen informatie. Een gestructureerde vastlegging van de informatie uit interviews, bestudeerde documenten, een eventueel gehouden enquête enzovoort is van belang voor een gedegen analyse en rapportage. Ten derde is een KSF in het veldwerk het aan het einde van het veldwerk afstemmen van de conceptbevindingen met de audittees. Dit kan bijvoorbeeld door een klankbordgroepsessie te organiseren. Het V

6 afstemmen van de concept-bevindingen is van belang om na te gaan of de audittees zich in de bevindingen herkennen. Als dit niet het geval is kan dit aanleiding zijn om de bevindingen bij te stellen. De voorwaarde hiervoor is wel dat de audittees eventuele onjuistheden met evidence kunnen aantonen. In de rapportagefase is ten eerste het beantwoorden van de centrale vraag van de probleemsignalerende audit een KSF. Met het beantwoorden van de centrale auditvraag, of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren, verschaft de auditor zekerheid aan de opdrachtgever over de omvang van het betreffende beheersprobleem. Dit is een onderdeel van het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever (zie bovenstaande definitie van toegevoegde waarde). Een tweede KSF is het in het auditrapport opnemen van eventuele aanbevelingen voor verbetering. Deze aanbevelingen hebben het karakter van een herhaling van de norm waarop de ist -situatie afwijkt van de soll - situatie. Naast deze aanbevelingen als opfrisser hebben de geïnterviewde opdrachtgevers behoefte aan diepgaandere aanbevelingen waarin aangegeven wordt hoe de norm gehaald kan worden. In een probleemsignalerende audit is dit echter methodologisch niet verantwoord. Ten derde is een KSF in de rapportagefase overtuigingskracht bij het presenteren van het concept-rapport aan de opdrachtgever om ervoor te zorgen dat de inhoud helder en inspirerend overkomt. De auditor wil met het auditrapport naast het verschaffen van zekerheid over de omvang van een beheersprobleem input leveren voor verbeteringen. Naast het adviseren aan de voorkant en het eventueel opnemen van aanbevelingen in het auditrapport is het daarvoor van belang dat de auditor het concept-rapport met overtuiging presenteert aan de opdrachtgever. VI

7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De aanleiding voor de keuze van het onderwerp toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits is mijn observatie dat in de auditwereld veel aandacht is voor het adequaat uitvoeren van een audit, maar relatief weinig aandacht voor de toegevoegde waarde daarvan. Uiteindelijk is het natuurlijk de toegevoegde waarde van de audit die telt voor de opdrachtgever. Het begrip toegevoegde waarde wordt in de literatuur over auditing vaak gehanteerd. Hieruit kan worden afgeleid dat het realiseren van toegevoegde waarde door auditors van belang wordt geacht. Hieronder volgen twee voorbeelden uit de auditliteratuur waarin het begrip toegevoegde waarde wordt genoemd: Voorbeeld 1: Het Institute of Internal Auditors (IIA) hanteert de volgende definitie van Internal Auditing: Internal auditing is an independent, objective assurance and consulting activity designed to add value and improve an organization s operations. It helps an organization accomplish its objectives by bringing a systematic, disciplined approach to evaluate and improve the effectiveness of risk management, control and governance processes. (Gleim, 2001: p. 2). (Cursivering door EvM). Het IIA Nederland geeft op haar internetsite de volgende vertaling van deze definitie: Internal Auditing is een onafhankelijke, objectieve assurance (geven van zekerheid) en consulting (geven van advies) activiteit met de bedoeling waarde toe te voegen aan en verbetering te brengen in de operaties van een organisatie. Internal Auditing helpt een organisatie om haar doelen te verwezenlijken door een methodische, ordelijke benadering om de effectiviteit van risicomanagement, controle en beheersingsprocessen te evalueren en verbeteren. ( (Cursivering door EvM). Wat opvalt is dat in deze definitie wordt gesproken over het toevoegen van waarde ( to add value ). Voorbeeld 2: Voor de inrichting van Departementale Auditdiensten bij de ministeries is door het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het Kwaliteitsplan Auditfunctie Rijksoverheid opgesteld (verder: het Kwaliteitsplan). In de managementsamenvatting van het Kwaliteitsplan (2001, p. 5) is de volgende passage opgenomen: De audit-functie bij het Rijk zal moeten toegroeien naar een multidisciplinaire functie, die is gericht op het leveren van toegevoegde waarde aan het departementale management. (Cursivering door EvM). Bovenstaande twee voorbeelden roepen de vraag op wat nu precies de kritieke succesfactoren (KSF en) in het auditproces zijn om deze toegevoegde waarde te realiseren. Door in het auditproces invulling te geven aan deze KSF en kan de auditor mogelijk toegevoegde waarde leveren en de kans verkleinen dat het auditrapport in de beruchte onderste lade van het bureau van de opdrachtgever belandt. 1.2 Afbakening onderwerp Het onderwerp van het referaat - toegevoegde waarde van probleemsignalerende audits is als volgt afgebakend: Toegevoegde waarde van probleemsignalerende operational audits gericht op de bedrijfsvoering uitgevoerd door Departementale Auditdiensten op verzoek van het decentrale management. Bij deze afbakening ben ik uitgegaan van de uitgangspunten voor de auditfunctie die in het Kwaliteitsplan zijn geformuleerd. De reden hiervan is dat het Kwaliteitsplan voor de ministeries kaderstellend is. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 7

8 Hieronder volgt een nadere toelichting op de afbakening van het onderwerp aan de hand van de volgende vier onderdelen: 1. probleemsignalerende operational audits; 2. gericht op de bedrijfsvoering; 3. uitgevoerd door Departementale Auditdiensten en 4. op verzoek van het decentrale management. Ad. 1: Het onderzoek richt zich op operational audits. Dit betekent dat andere auditvormen, zoals de financial audit en de EDP-audit, buiten beschouwing blijven. De reden voor deze afbakening is dat de postdoctorale opleiding Internal/Operational Auditing zich eveneens richt op operational audits. Binnen de categorie van operational audits richt het onderzoek zich op probleemsignalerende audits. Voor deze afbakening is gekozen omdat dit type operational audit bij de praktijktoets naar verwachting de meeste herkenning en daarmee de meeste informatie zal opleveren. De probleemsignalerende audit is namelijk een klassieke audit die antwoord geeft op de meest traditionele auditvraag in hoeverre er sprake is van een beheersprobleem. Bovendien zijn er een aantal ministeries die in de praktijk expliciet ervaring hebben opgedaan met het uitvoeren van probleemsignalerende audits (zie Ad. 3). Ad. 2: Het onderzoek richt zich op probleemsignalerende audits gericht op de bedrijfsvoering 1. Beleidsevaluatieonderzoeken vallen buiten de scope van het onderzoek. In het Kwaliteitsplan (2001, p. 14) wordt de volgende definitie van bedrijfsvoering gegeven die door de Tweede Kamer is goedgekeurd: Bedrijfsvoering is de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen een ministerie om de gestelde doelstellingen te kunnen realiseren. Het betreft sturing en beheersing van zowel de primaire processen als van de processen die hiervoor faciliterend zijn (de zogenaamde ondersteunende processen). Ad. 3: Het onderzoek richt zich op probleemsignalerende audits die zijn uitgevoerd door Departementale Auditdiensten. Dit betekent dat het onderzoek zich niet richt op audits die zijn uitgevoerd door andere onderdelen van de ministeries, zoals bijvoorbeeld de controlfunctie. Het onderzoek is uitgevoerd bij de Departementale Auditdiensten van de volgende vier ministeries: 1. het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK); 2. het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW); 3. het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) en 4. het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Ad. 4: Het onderzoek richt zich op probleemsignalerende audits die op verzoek van het decentrale management zijn uitgevoerd. In het Kwaliteitsplan (2001, p. 16) wordt dit het overige management genoemd. Dit betekent dat het onderzoek zich niet richt op audits die op verzoek van het hoogste management (Minister, SG en Bestuursraad) zijn uitgevoerd. De onderdelen 1 (probleemsignalerende operational audits), 2 (gericht op de bedrijfsvoering) en 3 (uitgevoerd door Departementale Auditdiensten), van de afbakening van het onderwerp van het referaat, zijn in het onderzoek gerealiseerd. Ten aanzien van het vierde onderdeel (op verzoek van het decentrale management) bleek dat bij drie van de vier ministeries geen probleemsignalerende audits op verzoek van het decentrale management waren uitgevoerd. Wel waren er probleemsignalerende audits uitgevoerd op verzoek en in opdracht van het hoogste management. Bij de betreffende ministeries zijn deze audits als uitgangspunt genomen. Het feit dat het geen audits op verzoek van het decentrale management betroffen neemt niet weg dat de uitvoering van de audits gericht was op het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever. 1 Het Kwaliteitsplan (2001, p. 12, voetnoot 2) onderscheidt daarnaast onderzoeken naar de beleidsvoering. Dit zijn de onderzoeken naar de kwaliteit van de beleidsinformatie c.q. de (ordelijke en controleerbare) totstandkomingsprocessen van de informatie over beleid en de onderzoeken naar de naleving van de van toepassing zijnde regelgeving, zoals de Regeling Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek. Vervolgens stelt het Kwaliteitsplan dat de beleidsvoering binnen de bedrijfsvoering valt indien bedrijfsvoering ruim wordt uitgelegd. In dit referaat wordt uitgegaan van deze ruime uitleg van het begrip bedrijfsvoering. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 8

9 1.3 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is drieledig en luidt als volgt: 1. het opstellen van een concept-referentiemodel met kritieke succesfactoren voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever met probleemsignalerende audits; 2. het toetsen van dit concept-referentiemodel in de praktijk bij auditors van de verschillende ministeries en 3. het inventariseren van kritieke succesfactoren voor het realiseren van toegevoegde waarde bij opdrachtgevers van probleemsignalerende audits van verschillende ministeries. Met het onderzoek hoop ik verder een bijdrage te leveren aan de gedachtenvorming onder internal/operational auditors over het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever met probleemsignalerende audits. 1.4 Centrale vraagstelling De centrale vraagstelling van het onderzoek luidt als volgt: Wat zijn de kritieke succesfactoren in het auditproces van een probleemsignalerende audit voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever? 1.5 Onderzoeksvragen In het onderzoek worden de volgende drie onderzoeksvragen beantwoord: 1. Wat is de toegevoegde waarde van een probleemsignalerende audit? 2. Uit welke stappen bestaat het auditproces van een probleemsignalerende audit? 3. Wat zijn de kritieke succesfactoren in dit proces voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever? 1.6 Onderzoeksstrategie Beantwoording onderzoeksvragen De genoemde drie onderzoeksvragen worden beantwoord door middel van de volgende onderzoeksstrategie: Onderzoeksvraag 1: De toegevoegde waarde van een probleemsignalerende audit is gedefinieerd op grond van een literatuurstudie. Voor deze definitie verwijs ik naar de volgende paragraaf (1.7 Definitie kernbegrippen). In deze paragraaf wordt de definitie gegeven van het begrip toegevoegde waarde die in dit referaat wordt gehanteerd. Onderzoeksvraag 2: Het beschrijven van de stappen waaruit het auditproces van een probleemsignalerende audit bestaat is gedaan op grond van een literatuurstudie. Onderzoeksvraag 3: Ten eerste zijn de voorlopige KSF en in het auditproces van een probleemsignalerende audit, voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever, benoemd op grond van een literatuurstudie. Deze KSF en vormen, met de activiteiten van het auditproces, een concept-referentiemodel voor het realiseren van toegevoegde waarde. (Zie paragraaf 1.3, deeldoelstelling 1). Vervolgens is dit concept-referentiemodel in de praktijk getoetst bij elk van de vier ministeries. Hiertoe is per ministerie een interview met een ervaren auditor van de Departementale Auditdienst gehouden (zie bijlage 1). De geïnterviewde auditors zijn allen direct of indirect betrokken geweest bij de uitvoering van een probleemsignalerende audit. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 9

10 Voorafgaand aan het interview is het Plan van Aanpak van het referaatonderzoek en het concept-referentiemodel aan de respondent toegestuurd. De interviews zijn gehouden aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst (zie bijlage 7). Het interviewverslag is voor correctie van eventuele feitelijke onjuistheden teruggelegd aan de respondent. In het interview is nagegaan of de auditor de in het concept-referentiemodel benoemde KSF en wel of niet onderschreef. Daarnaast zijn door de auditors aanvullende KSF en genoemd voor het realiseren van toegevoegde waarde. Vervolgens is voor de KSF en die door de auditor werden onderschreven en voor de aanvullende KSF en aan de auditor gevraagd waar in het auditproces specifiek aandacht aan besteed moet worden om deze KSF en te leveren. (Zie paragraaf 1.3, deeldoelstelling 2). Tenslotte is bij drie opdrachtgevers van de vier ministeries 2 nagegaan wat volgens hen de KSF en zijn voor het realiseren van toegevoegde waarde met probleemsignalerende audits. Vervolgens is aan de opdrachtgevers gevraagd waar volgens hen in het auditproces specifiek aandacht aan moet worden besteed om deze KSF en te leveren. Hiertoe is met iedere opdrachtgever een interview gehouden (zie bijlage 1). Voorafgaand aan het interview is het Plan van Aanpak van het referaatonderzoek aan de respondent toegestuurd. De interviews zijn gehouden aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst (zie bijlage 8). Het interviewverslag is voor correctie van eventuele feitelijke onjuistheden teruggelegd aan de respondent. (Zie paragraaf 1.3, deeldoelstelling 3). Beantwoording centrale vraagstelling Op grond van de beantwoording van de drie onderzoeksvragen is de centrale vraagstelling beantwoord. De praktijktoets van het concept-referentiemodel aangevuld met de KSF en die door de opdrachtgevers zijn genoemd resulteert in een definitief referentiemodel met kritieke succesfactoren in het auditproces van een probleemsignalerende audit voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever. 1.7 Definitie kernbegrippen De centrale vraagstelling van het onderzoek bevat de volgende vier kernbegrippen: 1. Kritieke succesfactoren; 2. Auditproces; 3. Probleemsignalerende audit en 4. Toegevoegde waarde. Hieronder worden deze kernbegrippen gedefinieerd. Kritieke succesfactoren Hartog, Molenkamp en Otten (1992, p. 57) geven de volgende definitie van het begrip Kritieke Succesfactoren (KSF-en): KSF-en zijn die eisen en wensen die van cruciaal belang zijn voor het succes van de organisatie en daarom voortdurend de aandacht van het management vereisen. Geïnspireerd door deze definitie wordt in dit referaat onder kritieke succesfactoren verstaan: Die factoren in het auditproces van een probleemsignalerende audit die van cruciaal belang zijn voor het realiseren van toegevoegde waarde met dit type audit voor de opdrachtgever en daarom in de betreffende fase van het auditproces specifiek de aandacht van de auditor vragen. Auditproces Het auditproces is in dit onderzoek gedefinieerd als het meest bekende en universele onderzoeksmodel: het drie stappenmodel (Driessen, Van der Kerk en Molenkamp, 1997, p. 221). In dit model wordt een onderscheid gemaakt naar: 1. Vooronderzoek; 2. Veldwerk en 3. Rapportage. 2 Bij één ministerie was het niet mogelijk om binnen de planning van het onderzoek een interview met een opdrachtgever te plannen. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 10

11 In dit referaat wordt verder gesproken over fasen in plaats van stappen. Het auditproces bestaat dus uit de volgende drie fasen: het vooronderzoek, het veldwerk en de rapportagefase. Probleemsignalerende audit Door het bureau Auditing & Consulting Services in Driebergen is een framework ontwikkeld voor het ontwerpen van operational audits (Otten e.a., 2002). Het uitgangspunt van het framework is de vraag wat de kennisbehoefte van de opdrachtgever is. Het antwoord op deze vraag kan leiden tot drie wezenlijk verschillende soorten auditvragen die resulteren in drie verschillende soorten operational audits. In tabel 1.1 is dit weergegeven. Soort audit Auditvraag Probleemsignalerende audit Is er sprake van een beheersprobleem? Wat is het probleem? Wat is de omvang van het probleem? De opdrachtgever wenst zekerheid of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren. Diagnostische audit De opdrachtgever is op de hoogte van het bestaan van een probleem en heeft mogelijk een idee van de oorzaken van het probleem. De opdrachtgever wenst zekerheid hierover door een opdracht te geven aan de auditor om de juistheid van dit idee te onderzoeken en hierover een oordeel te geven. Ontwerpgerichte audit De opdrachtgever weet van het probleem en is zeker van de factoren die het probleem hebben veroorzaakt. De opdrachtgever heeft mogelijk al een gedachte ontwikkeld over de oplossing van het probleem en wenst zekerheid over de vraag of dit een goede oplossing is. Tabel 1.1: Drie soorten operational audits Het referaat richt zich op het auditproces van een probleemsignalerende audit. De reden hiervoor is dat dit type audit antwoord geeft op de meest traditionele auditvraag (Otten e.a., 2002, p. 2). Naar verwachting zal dit in de praktijktoets de meeste herkenning en daarmee mogelijk meer informatie opleveren. In lijn met de omschrijving van de auditvraag versta ik in het onderzoek onder een probleemsignalerende audit: Een audit die antwoord geeft op de traditionele auditvraag of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren. Toegevoegde waarde Voor de definitie van het begrip toegevoegde waarde sluit ik ten eerste aan bij de doelstelling van de auditfunctie van de Rijksoverheid (exclusief de certificerende functie). De reden hiervoor is dat met het uitvoeren van probleemsignalerende audits door de Departementale Auditdiensten immers een bijdrage geleverd moet worden aan het realiseren van deze doelstelling. Ten tweede koppel ik deze definitie aan het product van de probleemsignalerende audit. Het Kwaliteitsplan (2001, p ) vermeldt het volgende over de auditfunctie: De audit-functie is ten behoeve van het hoogste management (SG, Bestuursraad) ten minste verantwoordelijk voor: 1. accountantscontrole (certificerende functie) en 2. onderzoeken naar de bedrijfsvoering en beleidsvoering ten behoeve van het hoogste management. De vanuit de audit-functie uit te voeren onderzoeken naar de bedrijfsvoering en beleidsvoering onder punt 2 zijn gericht op het op reguliere basis aan het hoogste management verschaffen van zekerheid (assuranceproviding) over de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de beleidsvoering, alsmede hieruit voortvloeiend het verstrekken van adviezen voor verbeteringen in de bedrijfsvoering en de beleidsvoering. (Cursiveringen door EvM). In dit referaat wordt ervan uitgegaan dat deze doelstelling van de auditfuctie ook geldt voor de onderzoeken (waaronder audits) die worden uitgevoerd op verzoek van het overige management. In tabel 1.2 is de definitie van het begrip toegevoegde waarde weergegeven. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 11

12 Doelstelling van auditfunctie Rijksoverheid (exclusief certificerende functie) Het verschaffen van zekerheid (assuranceproviding) over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Het verstrekken van adviezen voor verbeteringen in de bedrijfsvoering. Product van probleemsignalerende audit De auditor verschaft de opdrachtgever zekerheid over de vraag wat de omvang van zijn beheersprobleem is, oftewel of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren. (Otten e.a., 2002, p. 2). Voor dit proces of organisatie-onderdeel wordt dus zekerheid verschaft over de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Zie de definitie van het begrip bedrijfsvoering uit paragraaf 1.2, Ad. 2. Advisering vindt plaats in het stadium van het opstellen van het auditmodel en betreft het vaststellen van de auditvariabelen en beoordelingscriteria (Otten e.a., 2002, p. 6). Dit wordt ook wel adviseren aan de voorkant van een audit genoemd. (De Korte, 2003, p. 208). Adviseren doen auditors tijdens de voorbereiding van de audit. De normering of de uitwerking daarvan is inderdaad in de praktijk veelvuldig onvoldoende om een sollist-vergelijking te kunnen uitvoeren. Met onze audit-praktijkervaring zijn we, mits we op dat vlak voldoende materiedeskundig zijn, in staat het management te helpen bij deze uitwerking. (De Korte, 2003, p. 209). Bij het adviseren aan de voorkant benoemt de auditor dus vanuit zijn kennis over sturing en beheersing relevante auditvariabelen en beoordelingscriteria die nog niet door de Definitie toegevoegde waarde van probleemsignalerende audit voor opdrachtgever Het verkrijgen van kennis over mogelijkheden tot verbetering van de sturing en beheersing van een bepaald proces of organisatie-onderdeel op grond van zekerheid over de omvang van het betreffende beheersprobleem. Deze kennis leidt mogelijk tot de start van een verbeterproces. Het verkrijgen van kennis over mogelijkheden tot verbetering van de sturing en beheersing van een bepaald proces of organisatie-onderdeel op grond van advisering bij het vaststellen van de auditvariabelen en beoordelingscriteria. De aard van dit type advies is kennisoverdracht ( Als je die doelstellingen hebt gepland, dan zou je de volgende beheersingsmaatregelen mogen verwachten ). De toegevoegde waarde in het stadium van het opstellen van het auditmodel is dus het leveren van relevante kennis over beheersing. opdrachtgever waren onderkend. Tabel 1.2: Toegevoegde waarde van probleemsignalerende audit In dit referaat wordt dus de volgende definitie van toegevoegde waarde van een probleemsignalerende audit voor de opdrachtgever gehanteerd: Het verkrijgen van kennis over mogelijkheden tot verbetering van de sturing en beheersing van een bepaald proces of organisatie-onderdeel op grond van: 1. het geven van adviezen in de vorm van de in het referentiemodel benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria en 2. het verschaffen van zekerheid over de omvang van het betreffende beheersprobleem. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 12

13 1.8 Leeswijzer Het referaat kent verder de volgende hoofdstukindeling. In hoofdstuk 2 worden de voorlopige KSF en in het auditproces van een probleemsignalerende audit, voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever, benoemd op grond van een literatuurstudie. Deze KSF en vormen, met de activiteiten van het auditproces, een concept-referentiemodel voor het realiseren van toegevoegde waarde. In hoofdstuk 3 wordt het resultaat beschreven van de praktijktoets van het concept-referentiemodel die is uitgevoerd door middel van het houden van een interview met een ervaren auditor bij de Departementale Auditdiensten van BZK, OCW, V&W en VROM. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de KSF en vanuit de optiek van de opdrachtgever van een probleemsignalerende audit. In hoofdstuk 5 worden conclusies getrokken gebaseerd op de voorgaande hoofdstukken. In dit concluderende hoofdstuk wordt de centrale vraagstelling van het referaatonderzoek beantwoord. De activiteiten en de KSF en die zijn genoemd voor het vooronderzoek, het veldwerk en de rapportagefase vormen tezamen het definitieve referentiemodel voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever met een probleemsignalerende audit. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een slotconclusie. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 13

14 2. Concept-referentiemodel voor realiseren toegevoegde waarde 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de voorlopige kritieke succesfactoren (KSF en) in het auditproces van een probleemsignalerende audit, voor het realiseren van toegevoegde waarde voor de opdrachtgever, benoemd op grond van een literatuurstudie. Per fase van het auditproces (vooronderzoek, veldwerk en rapportage) wordt aangegeven uit welke activiteiten deze fase bestaat en daaraan gerelateerd worden de KSF en benoemd. De KSF en vormen, tezamen met de activiteiten van het auditproces, een concept-referentiemodel voor het realiseren van toegevoegde waarde. Per fase van het auditproces is één algemene KSF benoemd die voor de hele fase geldt. De overige KSF en zijn meer specifiek gerelateerd aan de activiteiten van de betreffende fase. In bijlage 2 is het concept-referentiemodel in tabelvorm weergegeven. 2.2 Vooronderzoek Algemene KSF: De auditor dient te beschikken over uitstekende adviesgespreksvaardigheden. Deze KSF hangt samen met het concept van het adviseren aan de voorkant van een audit. Naar mijn mening is het van belang dat de auditor verschillende adviesgespreksstijlen effectief kan hanteren om de adviezen in de vorm van de benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria ( soll -model) met de opdrachtgever te bespreken en zo mogelijk te realiseren dat deze door de opdrachtgever overgenomen worden. Nathans (1994, p. 78) geeft aan dat in adviesgespreksstijlen twee dimensies onderscheiden kunnen worden: de mate waarin de adviseur zijn eigen ideeën naar voren brengt en de mate waarin hij rekening houdt met de ideeën van geadviseerden. Bij het afstemmen van het soll -model met de opdrachtgever heeft de auditor naar mijn mening de rol van adviseur van de opdrachtgever. Voor de adviseur kan dus in bovenstaande passage de auditor worden ingevuld en voor geadviseerden de opdrachtgever. Vervolgens geeft Nathans (1994, p. 78) aan: Door beide dimensies in verschillende verhoudingen te combineren, ontstaat een aantal gespreksstijlen. Alle gespreksstijlen kunnen effectief zijn. Bij iedere gespreksstijl horen echter omstandigheden waarin díe stijl effectief is, en andere stijlen niet. We kunnen de gespreksstijlen beschrijven als typen bewegingen die de adviseur kan maken ten opzichte van geadviseerden. Deze bewegingen zijn: - wegbewegen; - tegenbewegen; - gelijk op; - meebewegen; - judo. Het voert in het kader van dit referaat te ver om uitgebreid aandacht te besteden aan al deze gespreksstijlen. Per gespreksstijl worden bovendien weer verschillende vormen onderscheiden. Daarom zal ik aan de hand van een voorbeeld verduidelijken hoe het toepassen van verschillende adviesgespreksstijlen er in de praktijk uit kan zien. In het onderstaande voorbeeld is sprake van een opdrachtgever die moeite heeft met een advies van de auditor (in de vorm van het beoordelingscriterium het wekelijks houden van een werkoverleg ). Uit het adviesgesprek blijkt vervolgens dat de opdrachtgever het advies om een werkoverleg te houden wel onderschrijft, maar dat hij het oneens is met de norm ( wekelijks ) die bij dit beoordelingscriterium door de auditor wordt voorgesteld. Voorbeeld: De auditor bespreekt een concept- soll -model bestaande uit meerdere auditvariabelen met bijbehorende beoordelingscriteria met de opdrachtgever. Hierbij stelt de auditor (in de rol van adviseur) in feite normen Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 14

15 waaraan de opdrachtgever (in de rol van geadviseerde) zou moeten voldoen. Volgens Nathans (1994, p. 79) is hier sprake van de tegenbewegende adviesgespreksstijl verwachtingen uitspreken. Bij de bespreking blijkt dat de opdrachtgever moeite heeft met een onderdeel van de uitwerking van de auditvariabele adequate communicatie, te weten het beoordelingscriterium het wekelijks houden van een werkoverleg. In plaats van onveranderd aan dit beoordelingscriterium vast te houden probeert de auditor (adviseur) vervolgens de opdrachtgever (geadviseerde) te betrekken door naar zijn mening te vragen. De auditor vraagt aan de opdrachtgever waarom hij moeite heeft met de uitwerking van de auditvariabele en wanneer er volgens hem wel sprake zou zijn van een adequate communicatie. Volgens Nathans (1994, p. 81) is hier sprake van de meebewegende adviesgespreksstijl betrekken. Uit de reactie van de opdrachtgever blijkt dat er in het verleden een tijd lang wekelijks een werkoverleg is gehouden, maar dat hier weinig uitkwam. Ter onderbouwing laat hij de notulen van de werkoverleggen zien. Volgens de opdrachtgever zou een tweewekelijks werkoverleg wel adequaat zijn. De auditor neemt de opvatting van de opdrachtgever over en past dit onderdeel van het concept- soll -model dienovereenkomstig aan. Bovenstaand voorbeeld illustreert hoe de auditor door het toepassen van verschillende adviesgespreksstijlen tot een door de opdrachtgever gedragen soll -model voor de audit kan komen. In dit voorbeeld betreft dit het komen tot overeenstemming over de norm die bij een bepaald beoordelingscriterium gehanteerd wordt. Verkenning van auditcontext KSF 1: Helderheid over de kennisbehoefte van de opdrachtgever. Otten e.a. (2002, p. 2) geven aan dat - zowel bij de selectie van auditonderwerpen op basis van een risico-analyse als bij het aanreiken van auditonderwerpen door het (top)management een grondige verkenning van de auditcontext van belang is. Voorts geven zij aan dat een dergelijke verkenning bestaat uit de volgende drie onderdelen: 1. Kennisbehoefte-analyse: De auditor dient bij de start van de audit uitvoerig stil te staan bij de vraag wat de kennisbehoefte van de opdrachtgever is. Wat is voor de opdrachtgever relevante informatie? (Otten e.a., 2002, p. 2). 2. Inhoudelijke contextanalyse: Deze analyse onderzoekt de aard en de inhoud van de auditcontext. (Otten e.a., 2002, p. 3). 3. Technische contextanalyse: Deze analyse heeft tot doel de betrouwbaarheids- en efficiëntierisico s in kaart te brengen om daar vervolgens bij het ontwerp van de audit rekening mee te houden. (Otten e.a., 2002, p. 3). Uit de kennisbehoefte-analyse moet blijken of de opdrachtgever behoefte heeft aan een probleemsignalerende audit of aan een diagnostische- of een ontwerpgerichte audit. Als de auditcontext in kaart is gebracht kan een start worden gemaakt met het ontwerp van de audit. (Otten e.a., 2002, p. 3). Het auditontwerp bestaat uit een conceptueel ontwerp (CO) en een technisch ontwerp (TO). Voor de overige activiteiten van het vooronderzoek, die hieronder zijn beschreven, is aangegeven of deze tot het CO of tot het TO behoren. Auditdoelstelling (CO) KSF 2: Helderheid over de auditdoelstelling: wat wil de opdrachtgever met het auditresultaat bereiken? De formulering van de doelstelling van de audit vindt plaats vanuit de insteek van de opdrachtgever. De doelstelling geeft aan wat de opdrachtgever met het auditresultaat beoogt. In dit verband spreken we ook wel van de externe vraagstelling van de audit. De formulering van de auditdoelstelling sluit nauw aan op de resultaten van de kennisbehoefte-analyse. Zo zal een probleemsignalerende audit resultaten moeten opleveren die geschikt zijn voor bewustmaking, agendasetting of consensusvorming ( ). (Otten e.a., 2002, p. 4). Auditmodel (CO) Het auditmodel vormt de inhoudelijke afbakening van de audit. Hierbij gaat het om twee zeer wezenlijke onderdelen van het ontwerp, namelijk het auditobject en de auditoptiek. Het auditobject is het onderwerp (proces, organisatieonderdeel, thema, enz.) dat de auditor bestudeert en waarover hij op basis van zijn onderzoek uitspraken doet. De auditoptiek geeft aan hoe naar het object wordt gekeken. Het is de bril waardoor de auditor kijkt. De optiek geeft aan welke inhoudelijke aspecten van het object bestudeerd zullen worden. De gekozen optiek dient uiteraard nauw aan te sluiten bij de doelstelling van de audit. (Otten e.a., 2002, p. 4). Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 15

16 Verder geven Otten e.a. (2002, p. 4) aan dat er bij een probleemsignalerende audit sprake is van een procedurele optiek. Dit is een optiek zonder causaliteit. Hierbij staat niet het verband tussen A en B centraal (zoals bij een diagnostische audit die een causale optiek vereist) maar bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van A en B. Bijvoorbeeld: Is de allocatie van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de organisatie beschreven? De auditoptiek kan worden gebaseerd op een bestaande theorie of kan worden geconstrueerd door gebruik te maken van meerdere referenties, zoals (onderdelen) van bestaande modellen en informatiebronnen. (Otten e.a., 2002, p. 5). Bij de centrale auditvragen worden mogelijke referenties benoemd. Auditvariabelen en beoordelingscriteria (CO) Om de centrale vragen te onderzoeken dient de optiek dieper uitgewerkt te worden. Eerst worden op basis van de uiteindelijk gekozen referenties de meest relevante variabelen vastgesteld. Ten slotte worden in de volgende fase de variabelen uitgewerkt in concrete beoordelingscriteria. De beoordelingscriteria vormen samen een uitputtende lijst van eigenschappen van de variabelen die tijdens de audit moeten worden onderzocht. ( ) Het is ook in dit stadium van de audit waarin de adviesfunctie van de auditor tot zijn recht kan komen. (Otten e.a., 2002, p. 6 7). KSF 3: Kwalitatief hoogwaardig referentiemodel ( soll -model) met adviezen aan de opdrachtgever in de vorm van de benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria. Met deze KSF wordt concreet invulling gegeven aan het eerste onderdeel van de definitie van toegevoegde waarde van een probleemsignalerende audit voor de opdrachtgever : het geven van adviezen in de vorm van de in het referentiemodel benoemde auditvariabelen en beoordelingscriteria. Begripsbepaling en operationalisatie (CO) In het onderdeel Begripsbepaling en Operationalisatie van het auditontwerp wordt bepaald op welke wijze de beoordelingscriteria worden waargenomen. Hierbij gaat het om te bepalen met welke indicator(en) een begrip in de werkelijkheid (efficiënt) kan worden gemeten. (Otten e.a., 2002, p. 7). De begripsbepaling betreft het omschrijven van die begrippen uit de lijst van beoordelingscriteria die voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Van deze begrippen wordt een stipulatieve definitie gegeven (In deze audit verstaan wij onder het begrip voortgangsbewaking : ( )). De bruikbaarheid van de begripsbepaling is gelegen in een duidelijke afbakening van de begrippen, het aansluiten bij de doel- en vraagstelling van de audit en in duidelijkheid over welke waarneembare zaken in de werkelijkheid onder de definitie vallen (operationaliseren). (Bron: Otten en Babeliowsky, Collegesheets Module 10, ). Auditstrategie (TO) De strategie van de audit is een geheel van samenhangende beslissingen over de wijze waarop de audit zal worden aangepakt. Hoeveel bronnen worden in de audit betrokken, op basis waarvan worden deze geselecteerd, in welke volgorde worden ze ontsloten, etc.? De auditstrategie is een zeer wezenlijk onderdeel van het ontwerp. Evenals het auditmodel wordt de keuze voor een bepaalde strategie in hoofdzaak bepaald door het audittype. We onderscheiden breedte- en dieptestrategieën. Een breedtestrategie maakt gebruik van een zo groot mogelijk aantal bronnen die in geval van een steekproef willekeurig worden gekozen. Deze strategie is geschikt om te komen tot generalisaties en wetmatigheden en past uitstekend bij een probleemsignalerende audit met een procedureel auditmodel. (Otten e.a., 2002, p. 7). Auditmateriaal (TO) Het auditmateriaal betreft de gegevensbronnen (personen, documenten, etc.) die in de audit zullen worden gebruikt en ontsloten (middels interview, observatie, schriftelijke enquête etc.). Uit het oogpunt van betrouwbaarheid, is het belangrijk voor elk beoordelingscriterium meerdere (soorten) bronnen te gebruiken (brontriangulatie). (Otten e.a., 2002, p. 7). KSF 4: Validiteit en betrouwbaarheid van de methodologische aanpak. Om een waardevolle, significante bijdrage te leveren aan de kennisbehoefte van de organisatie, dient de operational auditor gebruik te maken van een methodologisch verantwoorde benadering, die moet waarborgen Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 16

17 dat het auditresultaat relevant en deugdelijk (betrouwbaar en reproduceerbaar) is én dat de audit efficiënt wordt uitgevoerd. (Otten e.a., 2002, p. 1). Auditplanning (TO) Om een tijdige oplevering van het auditrapport te realiseren is het van belang om een auditplanning met mijlpalen op te stellen. Voor de projectleider van de audit is de planning één van zijn stuurinstrumenten. Voor de opdrachtgever geeft de planning aan wanneer hij het definitieve rapport van de audit kan verwachten. (Bron: Otten en Babeliowsky, Collegesheets Module 10, ). 2.3 Veldwerk Algemene KSF: De auditor dient te beschikken over uitstekende onderzoeksvaardigheden. Onder onderzoeksvaardigheden versta ik de vaardigheden voor het verzamelen, verwerken en analyseren van onderzoeksgegevens om te komen tot de beantwoording van de centrale vraagstelling van het onderzoek. Gegevensverzameling Gegevensbronnen die in audits veel worden gebruikt zijn personen en documenten. Personen kunnen een grote diversiteit aan informatie verschaffen die relatief snel tot stand komt. Het interview is een veel gebruikte ontsluitingsmethode voor de gegevensbron personen. Het ontsluiten van de gegevensbron documenten gebeurt door middel van een inhoudsanalyse. Andere methoden van gegevensverzameling zijn het houden van een enquête en de observatie. (Bron: Otten en Babeliowsky, Collegesheets Module 10, ). Gegevensverwerking en oordeelsvorming De verwerking van gegevens moet leiden tot beantwoording van de centrale auditvragen en vervolgens tot het vormen van een eindoordeel. ( ) Gegevens kunnen afhankelijk van het aantal geraadpleegde bronnen kwantitatief of kwalitatief worden verwerkt. ( ) De meeste operational audits betreffen organisatie-onderdelen of processen met een beperkte omvang. Of men nu een breedte- of dieptestrategie heeft toegepast het aantal geraadpleegde bronnen is in dergelijke situaties meestal beperkt en de auditor is aangewezen op een kwalitatieve wijze van gegevensverwerking. ( ) In de dagelijkse praktijk zien we ( ) vaak dat dit onderdeel van de audit bijzonder impliciet en op basis van onduidelijke criteria verloopt. ( ) Toepassing van de datamatrix als analysetechniek maakt de oordeelsvorming transparant en reproduceerbaar. (Otten e.a., 2002, p. 8 9). 2.4 Rapportage Algemene KSF: De auditor dient te beschikken over uitstekende communicatieve vaardigheden, zowel schriftelijk (voor het schrijven van het auditrapport) als mondeling (voor het presenteren van het auditrapport aan de opdrachtgever). De fase rapportage bestaat uit de volgende vier activiteiten (ontleend aan Driessen e.a., 1997, p ): 1. opstellen concept-rapport; 2. bespreken concept-rapport met audittees; 3. opstellen definitief rapport en 4. uitbrengen definitief rapport. Hieronder worden deze vier activiteiten achtereenvolgens beschreven. Opstellen concept-rapport 3 Vergouwen Overduin (2003, p. 8) geeft aan dat alle teksten direct of indirect een centrale vraag hebben. De centrale vraag is de vraag die ten grondslag ligt aan de tekst als geheel. 3 Voor de theorie over het opstellen van een (concept)-auditrapport baseer ik mij op Vergouwen Overduin (2003). Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 17

18 In dit referaat is een probleemsignalerende audit gedefinieerd als een audit die antwoord geeft op de traditionele auditvraag of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren. Dit is een zogenaamde toetsende centrale vraag (Vergouwen Overduin, 2003, p. 20). Een toetsende centrale vraag resulteert in een toetsende tekst. Het schema van een toetsende tekst ziet er als volgt uit: 1. Opening (inleiding); 2. Antwoord (conclusie) en 3. Onderbouwing (informatie die aangeeft hoe de auditor tot het oordeel is gekomen). (Vergouwen Overduin, 2003, p. 14). Tenslotte besteedt Vergouwen Overduin (2003, p ) aandacht aan het toegankelijk maken van het auditrapport middels het rubriceren van de tekst. Hierbij onderscheidt Vergouwen Overduin de volgende vier indelingsprincipes: 1. De thematische indeling: hierbij wordt het onderwerp uitgesplitst in verschillende thema s, aspecten of categorieën; 2. De chronologische indeling: hierbij worden de gegevens ingedeeld naar het tijdstip of de periode waarin ze optreden; 3. De geografische indeling: hierbij worden de gegevens ingedeeld in rubrieken die elk een andere plaats behandelen en 4. De methodische indeling: methodische rubrieken weerspiegelen de stappen in een redenering. KSF 5: Beantwoorden van de centrale vraag van de probleemsignalerende audit. Met deze KSF wordt concreet invulling gegeven aan het tweede onderdeel van de definitie van toegevoegde waarde van een probleemsignalerende audit voor de opdrachtgever : het verschaffen van zekerheid over de omvang van het betreffende beheersprobleem. Onder een probleemsignalerende audit wordt in dit referaat immers verstaan : Een audit die antwoord geeft op de traditionele auditvraag of in een bepaald proces of organisatie-onderdeel voldoende waarborgen zijn getroffen om de geplande doelstellingen te realiseren. Bespreken concept-rapport met audittees Driessen e.a. (1997, p ) schrijven hierover het volgende: In eerste instantie bespreken de auditors en het management (EvM: lees: de audittees) het conceptrapport met bevindingen (wat er in werkelijkheid gebeurt) en voorlopige aanbevelingen 4 ( ). De auditors kunnen dan vaststellen of de gemaakte opmerkingen juist en volledig zijn en of de aanbevelingen ook door het management (EvM: lees: de audittees) worden gedragen. De audittees krijgen aldus de gelegenheid hun visie ten aanzien van de bevindingen en aanbevelingen te geven. Het resultaat van deze aanpak is dat de acceptatie van de bevindingen alsmede het commitment met operational auditing zal toenemen. Opstellen definitief rapport Na de bespreking van het concept-rapport met de audittees wordt het definitieve rapport door de auditors opgesteld. Hierin zijn eventuele wijzigingen die voortvloeien uit deze bespreking verwerkt. De voorwaarde hiervoor is wel dat de audittees eventuele onjuistheden met evidence kunnen aantonen. KSF 6: Leesbaarheid van het auditrapport: de tekst van het auditrapport moet helder en begrijpelijk zijn. Volgens Driessen e.a. (1997, p. 235) is de leesbaarheid van het auditrapport één van de belangrijkste eisen waaraan het auditrapport moet voldoen: het taalgebruik moet zodanig zijn dat het rapport gemakkelijk leesbaar is, afgestemd op de doelgroep en rekening houdt met het taalgebruik van de lezers. Uitbrengen definitief rapport Over het uitbrengen van het definitieve rapport schrijven Driessen e.a. (1997, p. 235): De definitieve en geaccepteerde versie van het audit-rapport markeert het einde van de rapportagefase. Nadat het rapport is 4 Driessen e.a. gaan ervan uit dat het auditrapport naast bevindingen ook aanbevelingen bevat. Copyright: Alle rechten zijn voorbehouden aan de auteur(s) van dit document en Auditing.nl 18

Auditmethodologie, meta-tool voor klantgericht auditen

Auditmethodologie, meta-tool voor klantgericht auditen Auditmethodologie, meta-tool voor klantgericht auditen J.H.M. Otten, P.A. Hartog en A. Babeliowsky Om een waardevolle, significante bijdrage te leveren aan de kennisbehoefte van de organisatie, dient de

Nadere informatie

Format Auditontwerp. Een voorbeelduitwerking o.b.v. KAD 1

Format Auditontwerp. Een voorbeelduitwerking o.b.v. KAD 1 Format Auditontwerp Een voorbeelduitwerking o.b.v. KAD 1 Dit voorbeeld kan als format worden gebruikt voor de eigen audit. Alle cursieve tekst dient dan te worden vervangen door datgene dat relevant en

Nadere informatie

Auditmethode. De kwaliteit van operational auditing beheerst

Auditmethode. De kwaliteit van operational auditing beheerst Auditmethode De kwaliteit van operational auditing beheerst Drs. P.A. Hartog en drs. J.H.M. Otten Werkzaam bij & Consulting Services in Driebergen 1 ; Jan Otten is managing partner en docent aan de Erasmus

Nadere informatie

ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl

ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl ACS biedt in 2014 weer enkele actuele, interessante opleidingen aan op het eigen kantoor in de rustieke omgeving van Driebergen. Kernwoorden zijn kleinschaligheid,

Nadere informatie

ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl

ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl ACS biedt in 2015 weer enkele actuele, interessante opleidingen aan op het eigen kantoor in de rustieke omgeving van Driebergen. Kernwoorden zijn kleinschaligheid,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Operational audit: Van containerbegrip naar een methodologisch ondersteunde auditvorm

Operational audit: Van containerbegrip naar een methodologisch ondersteunde auditvorm Operational audit: Van containerbegrip naar een methodologisch ondersteunde auditvorm Ron de Korte en Jan Otten Inleiding Operational auditing is een containerbegrip: de leek hoort het auditen van de operatie

Nadere informatie

ACS-opleidingen onder de vlag: Auditing.nl The Academy

ACS-opleidingen onder de vlag: Auditing.nl The Academy ACS-opleidingen onder de vlag: Auditing.nl The Academy In het voorjaar van 2012 biedt ACS weer enkele actuele, interessante opleidingen aan op het eigen kantoor in de rustieke omgeving van Driebergen.

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Definitieve Vaststelling vn de. Risicovereveningsbijdrage 2011 van. Zorginstituut Nederland

Onderzoeksrapport. Definitieve Vaststelling vn de. Risicovereveningsbijdrage 2011 van. Zorginstituut Nederland Risicovereveningsbijdrage 2011 van Definitieve Vaststelling vn de Onderzoeksrapport Zorginstituut Nederland Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Colofon Titel Uitgebracht aan Definitieve Vaststelling

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Versie 2.1 Datum : 1 januari 2013 Status : Definitief Colofon Projectnaam : DigiD Versienummer : 2.0 Contactpersoon : Servicecentrum Logius Postbus 96810

Nadere informatie

Inleiding 1. Opdrachtaanvaarding 2 t/m 7. Planning en uitvoering professionele dienst 8 t/m 12. Dossier 13 t/m 16. Rapportage 17 t/m 20

Inleiding 1. Opdrachtaanvaarding 2 t/m 7. Planning en uitvoering professionele dienst 8 t/m 12. Dossier 13 t/m 16. Rapportage 17 t/m 20 INHOUDSOPGAVE Artikel Inleiding 1 Opdrachtaanvaarding 2 t/m 7 Planning en uitvoering professionele dienst 8 t/m 12 Dossier 13 t/m 16 Rapportage 17 t/m 20 Eindoordeel 21 t/m 24 B4.4 Vragenlijst Dossierreview

Nadere informatie

Reglement op de kwaliteitstoetsing voor interne auditors

Reglement op de kwaliteitstoetsing voor interne auditors Reglement op de kwaliteitstoetsing voor interne auditors Reglement op de kwaliteitstoetsing voor interne auditors Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van het Instituut van Internal Auditors

Nadere informatie

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014 DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014 In het kader van de integere bedrijfsvoering is een trustkantoor met ingang van 1 januari 2015 verplicht om zorg te

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Methoden van Organisatieonderzoek. ABK 34 Januari Maart 2012. Hans Doorewaard (coördinator) Brian Tjemkes Arnoud van de Ven

Methoden van Organisatieonderzoek. ABK 34 Januari Maart 2012. Hans Doorewaard (coördinator) Brian Tjemkes Arnoud van de Ven Methoden van Organisatieonderzoek ABK 34 Januari Maart 2012 Hans Doorewaard (coördinator) Brian Tjemkes Arnoud van de Ven Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen *

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

De internal auditor in Nederland

De internal auditor in Nederland De internal auditor in Nederland Een Position Paper waarin IIA Nederland en het overlegorgaan INTAC van het Koniklijk NIVRA hun visie geven over de rol en positie van internal audit in Nederland 21 april

Nadere informatie

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie Inleiding 1-3 Doel van de opdracht tot het verrichten van overeengekomen

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 8 januari 2016 (definitief)

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 8 januari 2016 (definitief) TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ Gemeente: Amsterdam Datum: Datum rapport: 13 augustus 2015 (startgesprek) 8 oktober 2015 (onderzoeksdag) 26 november 2015 (eindgesprek)

Nadere informatie

Internal Audit Charter

Internal Audit Charter Interne Audit Dienst Versie 3.0 (vervangt bij vaststelling door RvB vorige versie 2.0) Pagina 1 van 5 Artikel 1 Het doel, de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de internal auditfunctie zijn in dit

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre

Nadere informatie

Sjaboon eindrapport audit SYSQA B.V. SYSQA B.V. Almere. Datum : <<datum>> Status : <<concept /definitief>> Opgesteld door : <<SYSQA B.V.

Sjaboon eindrapport audit SYSQA B.V. SYSQA B.V. Almere. Datum : <<datum>> Status : <<concept /definitief>> Opgesteld door : <<SYSQA B.V. Sjaboon eindrapport audit SYSQA B.V. SYSQA B.V. Almere Datum : Status : Opgesteld door : Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 Managementsamenvatting...

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Whitepaper. Interne audits met Sensus-methode. Systematische controle van uw bedrijfsprocessen

Whitepaper. Interne audits met Sensus-methode. Systematische controle van uw bedrijfsprocessen Whitepaper Interne audits met Sensus-methode Systematische controle van uw bedrijfsprocessen Uw bedrijfsvoering is onderhevig aan veel invloeden en veranderingen. Nieuwe regelgeving, nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

De SYSQA dienst auditing. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V.

De SYSQA dienst auditing. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. De SYSQA dienst auditing Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 8 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3

Nadere informatie

Samenvattend auditrapport

Samenvattend auditrapport r?' m Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Samenvattend auditrapport I u fonds (A) IM xi' ".r r' rri Samenvattend auditrapport 2016 Infrastructuurfonds (A) 15 maart 2017 Kenmerk 2017-0000036092 Inlichtingen

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma Rekenkamer Weert Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma 2 april 2009 Achtergrond en aanleiding onderzoek De rekenkamer van de gemeente Weert richt zich op het perspectief leren en verbeteren.

Nadere informatie

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten.

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten. Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten. Kenmerk: CTM 169773 Versie CONCEPT Datum 12-12-2017 1.1. Omvang van de opdracht De accountantsdiensten omvatten de volgende werkzaamheden:

Nadere informatie

VIA/001C. MANAGEMENTSYSTEEM Uw gedocumenteerde managementsysteem is geen Wetboek van Bedrijfsstrafrecht VIA/003C. Strategische aspecten VIA/004

VIA/001C. MANAGEMENTSYSTEEM Uw gedocumenteerde managementsysteem is geen Wetboek van Bedrijfsstrafrecht VIA/003C. Strategische aspecten VIA/004 VERBETEREN DOOR INTERNE AUDITS Peter H. de Dreu 19 januari 01 EEN MENS IS NOOIT TE OUD OM TE LEREN, TENZIJ MEN JONG GENOEG GELEERD HEEFT OM NOOIT MEER IETS TE LEREN Bron: Havank - 474 VIA/001/19 VIA/001C

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INHOUDSOPGAVE Paragraaf Inleiding... 1-3 Definities... 4 Gebeurtenissen die zich vóór de datum van de controleverklaring

Nadere informatie

Werkprogramma Risicobeheersing Volmachten 2018

Werkprogramma Risicobeheersing Volmachten 2018 Accountantsprotocol Werkprogramma Risicobeheersing Volmachten 2018 versie 4.0 Accountantsprotocol versie 4.0 Werkprogramma Risicobeheersing Volmachten 2018 1 van 7 Colofon Dit Accountantsprotocol Werkprogramma

Nadere informatie

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet.

1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet. Reactie op Consultatiedocument Standaard 4400N Met belangstelling heb ik kennis genomen van het consultatiedocument Standaard 4400N. Ik maak graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren op dit document.

Nadere informatie

verbonden stichtingen

verbonden stichtingen verbonden stichtingen 1 inleiding aanleiding Capelle aan den IJssel werkt sinds enkele jaren met verbonden stichtingen. Zo bestaat sinds 2011 de stichting CapelleWerkt, is in 2014 de stichting Centrum

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019 pagina 3 van 12 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Opbouw van de syllabus 6 3 Het examen 8 4 De vraagstelling 9 5 Toepassing van het correctievoorschrift

Nadere informatie

Toelating tot de Vereniging van Register Operational Auditors

Toelating tot de Vereniging van Register Operational Auditors Pasfoto Aanvraagformulier Toelating tot de Vereniging van Register Operational Auditors Retouradres U kunt het ingevulde en ondertekende formulier, inclusief de bijlagen, sturen naar: Secretariaat IIA

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak Rekenkamercommissie Kempengemeenten 23 september 2011 1. Achtergrond en aanleiding In 2008 heeft de gemeente Oirschot de Bestuursvisie 2002-2012

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2016 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Overige Hoge Colleges

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

1. AUDITINSTRUCTIE SCORECARD COPRO 8120

1. AUDITINSTRUCTIE SCORECARD COPRO 8120 1. AUDITINSTRUCTIE SCORECARD COPRO 8120 1.1. Inleiding DTe vraagt ter verificatie van de aangeleverde cijfers een assurance-rapport van een externe accountant. Een assurance-rapport dient eenmaal per jaar

Nadere informatie

Risico s in grondexploitatie. Gemeente Súdwest-Fryslân. Rekenkamer Súdwest-Fryslân. Maart 2012

Risico s in grondexploitatie. Gemeente Súdwest-Fryslân. Rekenkamer Súdwest-Fryslân. Maart 2012 Risico s in grondexploitatie Gemeente Súdwest-Fryslân Rekenkamer Súdwest-Fryslân Maart 2012 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Opzet van onderzoek 2 Hoofdstuk 1: Opzet van onderzoek 1.1 Inleiding en aanleiding

Nadere informatie

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier: Bijlage bij Andriessen, D. en Van der Marel, I. (2015) Beoordelingsmodel voor eindwerkstukken voor een Faculteit Economie & Manage-ment in het hbo. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, Jaargang 33, Nr. 2,

Nadere informatie

Gemeente Veenendaal. ICT-beveiligingsassessment. Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude. Audit Services

Gemeente Veenendaal. ICT-beveiligingsassessment. Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude. Audit Services Gemeente Veenendaal ICT-beveiligingsassessment Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude Datum rapport: 6 april 2018 Rapportnummer: AAS2018-254 Dit rapport heeft 13 pagina s Inhoudsopgave

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Rekenkamer Oost-Nederland, Juni 2007 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Internal/ Operational Auditing is in een volgend stadium van ontwikkeling

Internal/ Operational Auditing is in een volgend stadium van ontwikkeling Internal/ Operational Auditing is in een volgend stadium van ontwikkeling Ronald de Korte Inleiding In de postdoctorale opleiding Internal/Operational Auditing, maar bijvoorbeeld ook in het driedaagse

Nadere informatie

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20 Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20 1 Een onderzoeksmodel voor praktijkgericht juridisch onderzoek 23 1.1 Inleiding 23 1.2 Begripsbepalingen

Nadere informatie

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 4 april 2016 (definitief)

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 4 april 2016 (definitief) TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ Samenwerkingsverband: Gemeentebelastingen Amstelland Datum: Datum rapport: 4 september 2015 (startgesprek) 10 december 2015 (onderzoeksdag)

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland

RKC Opsterland. Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland RKC Opsterland Onderzoeksplan Integratie Statushouders in de gemeente Opsterland Beetsterzwaag, 12 oktober 2016 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Motivatie onderzoek 3 Doelstelling 4 Vraagstelling 4 Normenkader

Nadere informatie

De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân

De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. R.J. (Rick) Anderson (lid) drs. J.H. (Jet) Lepage MPA (voorzitter) dr. M.S.

Nadere informatie

Morele Moed Edgar Karssing

Morele Moed Edgar Karssing Morele Moed Edgar Karssing Er is sprake van corporate silence als mensen opzettelijk hun mening voor zich houden of informatie niet delen met het management over issues of risico s die direct de prestaties

Nadere informatie

Niet-financiële informatie (NFI) in Nederland

Niet-financiële informatie (NFI) in Nederland Niet-financiële informatie (NFI) in Nederland Koninklijk NIVRA Michèl J.P. Admiraal RA IBR 7 december 2009 1 Inhoud van deze presentatie 1. Voorstellen spreker 2. State of the art in Nederland 3. NIVRA

Nadere informatie

Aanpak projectaudits

Aanpak projectaudits Aanpak projectaudits 1. Inleiding Veel lokale overheden werken op basis van een standaardmethodiek Projectmatig Werken. Op die manier wordt aan de voorkant de projectfasering, besluitvorming en control

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage.

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage. Behandeld door: gem secr Datum: 24-6-2013 Openbaar ja Control akkoord Adviesnota Verantw. Portefeuillehouder J.C. Westmaas Maak keuze s w w w b Besluit conform d.d Afdeling Akkoord Bespreken Besluit d.d.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Reikwijdte en doelstellingen van de interne audit... 5 Verhouding

Nadere informatie

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt tot 27 september 2016 vóór 09.00 uur Consultatiedocument

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Consultatieperiode loopt tot en met 21 september 2015

Nadere informatie

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE

Nadere informatie

Rekenkamer. Súdwest-Fryslân. Plan van aanpak Inkopen en Aanbesteden

Rekenkamer. Súdwest-Fryslân. Plan van aanpak Inkopen en Aanbesteden Rekenkamer Súdwest-Fryslân Plan van aanpak Inkopen en Aanbesteden Maart 2013 Rekenkamer Súdwest-Fryslân Plan van aanpak Inkopen en Aanbesteden Maart 2013 Rekenkamer Súdwest-Fryslân drs. J.H. (Jet) Lepage

Nadere informatie

BentVoorbeeld. Proces en informatie onderzoek DECLA. consultancy. Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F.

BentVoorbeeld. Proces en informatie onderzoek DECLA. consultancy. Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F. BentVoorbeeld Proces en informatie onderzoek DECLA consultancy Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F. Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 INTRODUCTIE... 4 3 OPDRACHTOMSCHRIJVING EN SCOPE... 5 4

Nadere informatie

Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen

Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Projectdocument april 2000 Werkgroep onderzoek externe geldstromen Inhoud: 1. Aanleiding voor het onderzoek en achtergrond 2. Organisatie 3. Doelstelling 4.

Nadere informatie

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Februari 2015 Inhoud 1 Training 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 4 3 Gedragscode voor opleidingsbeoordelingen

Nadere informatie

Even voorstellen. Ervaringen met het NBAvolwassenheidsmodel. Rijksbrede onderzoeken naar de sturing en beheersing van IB

Even voorstellen. Ervaringen met het NBAvolwassenheidsmodel. Rijksbrede onderzoeken naar de sturing en beheersing van IB Ervaringen met het NBAvolwassenheidsmodel bij de Rijksbrede onderzoeken naar de sturing en beheersing van IB Even voorstellen. Edwin Hummel RO RE CISA Auditmanager Auditdienst Rijk (ADR) Ministerie van

Nadere informatie

Interne audit naar vertrouwen: een werkwijze

Interne audit naar vertrouwen: een werkwijze Interne audit naar vertrouwen: een werkwijze Het ministerie van Financiën heeft een vertrouwensscan ontwikkeld die beoogt de aard en het niveau van het aanwezige vertrouwen te meten. Dit betreft vooral

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Rubrics onderzoeksopzet

Rubrics onderzoeksopzet Eindbeoordeling LA51 Praktijkgericht onderzoek 2012-2013 Naam: J. Rietjens Cijfer: 7.3 De beoordeling van de verschillende onderdelen zijn geel gemarkeerd. Door Eline Ossevoort en Hanneke Koopmans Feedback

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan subsidiebeleid

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan subsidiebeleid Rekenkamercommissie Onderzoeksplan subsidiebeleid gemeente Best Oktober 2015 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)

Nadere informatie

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie. VS Tekstsuggesties T

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie. VS Tekstsuggesties T Brancheorganisaties Zorg T.a.v. mr. Yvonne C.M.T. van Rooy Postbus 9696 3506 GR Utrecht Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 24 juni 2016 Reactie op consultatie Zorgbrede VS Tekstsuggesties

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3 Pre-Academisch Onderwijs Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3 OVERZICHT MODULES LEERJAAR 2 Wetenschapsfilosofie In deze module zul je naast de kennis over wetenschapsfilosofie,

Nadere informatie

Vast te stellen het volgende in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 bedoelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol.

Vast te stellen het volgende in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 bedoelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol. Bijlage bij Subsidieverordening Rotterdam 2014 Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelet op artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014; Besluiten: Vast te stellen

Nadere informatie

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken? Rekenkameronderzoek ICT-beleid Betreft: Toelichting op het onderzoek ICT-beleid Inleiding De Rekenkamer West-Brabant heeft bij de voorbereiding van het onderzoeksprogramma 2015 het onderwerp ICT-beleid

Nadere informatie

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting Rapportage Alphen-Chaam 02 juni 2009 R A P P O R T A G E E F F

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 154504 8 november 2016 SVR2014-subsidiecontroleprotocol Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best Rekenkamercommissie Onderzoeksplan proces- kwaliteit gemeente Best September 2014 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU AOC Terra Plaats : Groningen BRIN nummer : 01NJ Onderzoeksnummer : 290340 en 290341 Datum onderzoek : 10 t/m 27 oktober 2016

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012)

Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012) Annex 1 Copro 12137 Protocol Aanvraag vergoeding frictiekosten Landelijke Publieke Media-Instellingen en Overige Media-instellingen (versie: 31 oktober 2012) - t 1. Inleiding Het regeerakkoord van het

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

2013/ Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer: Willemstad, 14 mei Afd:

2013/ Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer: Willemstad, 14 mei Afd: Aan d.t.k.v. de Raad van Ministers de Minister van Economische Ontwikkeling Dr. I.S. Martina Molenplein z/n Alhier Uw nummer (letter): Onderwerp: Bijlagen: 2013/023567 Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer:

Nadere informatie

Delo itte. 1183 AS Amstelveen Postbus 175 1180 AD Amstelveen Nederland

Delo itte. 1183 AS Amstelveen Postbus 175 1180 AD Amstelveen Nederland Delo itte. 1183 AS Amstelveen Postbus 175 1180 AD Amstelveen Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088288 9711 www.deloitte.nl Assurance rapport van de onafhankelijke accountant Rapportage aan: Achmea Divisie

Nadere informatie