Oude Geschiedenis Deeltentamen 1 Boek: De Oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis (F.C. Naerebout en H.W.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oude Geschiedenis Deeltentamen 1 Boek: De Oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis (F.C. Naerebout en H.W."

Transcriptie

1 Oude Geschiedenis Deeltentamen 1 Boek: De Oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis (F.C. Naerebout en H.W. Singor) Hoofdstuk 4: De 5de en 4de eeuw v.c. Iedereen werd geacht te huwen zodat nageslacht kon worden gevormd, met name zonen waren belangrijk. Vrouwen werden ingedeeld in het onrijpe meisje, de huwbare maagd, de seksueel actieve, de vruchtbare vrouw en moeder, de niet-langer vruchtbare vrouw en moeder. Buiten de samenleving vallen huwbare vrouwen die hun maagdelijkheid hebben verloren en onvruchtbare vrouwen. Vrouwen waren daarmee moeders en een echtpaar vooral een economische eenheid. De bruid was aanzienlijk jonger en had een ondergeschikte positie. De plaats van de vrouw was in het huis en begaf zich nauwelijks in het openbaar. De levenssferen van man en vrouw waren daarmee erg verdeeld, al valt dit bij de armen mee. De man genoot alle vrijheid en kon vrije kinderen (maar geen burgers) verwekken bij een erkende bijvrouw. De vrouw werd gezien als inferieur, met name lichamelijk. De man functioneerde als hun voogd. Het collectieve aspect van feesten komt tot uiting in de kalendergebonden feestdagen. Feesten benadrukten de eenheid van de polis. Hoofdstuk 5: Van de 4de eeuw v.c. Tot de 1ste eeuw n.c. 1 Historisch overzicht Na de vierde eeuw voor Christus komen er verschillende wereldrijken op in allerlei hoogontwikkelde gebieden. Er kwamen ook directe en indirecte contacten tussen deze gebieden tot stand. In India kwam na Alexander de Grote in de vierde eeuw voor Christus een rijk op dat de Ganges en Indusvalleien verenigde. In de eeuw daarna kwam het boeddhisme op vanuit India. Het Perzische Rijk verdween door Alexander de Grote na zijn expeditie in Azië ( ). Vervolgens ontstonden de Parthen in Iran en de opkomst van Rome als militaire macht. Rond het begin van onze jaartelling waren er drie rijken ontstaan: Romeinse Rijk rond de Middellandse Zee, het Parthische Rijk in Voor-Azië en het Chinese Rijk in het oosten. In China kwam in de 3de eeuw het einde van de 'tijd van de strijdende staten'. Er ontstond een bepaalde erecode: er was gezag van de Zhoudynastie. Men bestreed elkaar zelden vernietigend. In de vijfde en vierde eeuw was hier al een einde aan gekomen. Legers werden groter waarmee de rol van de oude aristocratie werd ondermijnd. Het Westelijke Qin won de gehele strijd. Deze staat was bereid originele regels te negeren en strijd te leveren. Tussen 230 en 221 v. Christus werden de laatste Chinese staatjes bij Qin ingelijfd, waarna de veroveraar zich huangdi (verheven soeverein) ging noemen. Hiermee was het Chinese keizerrijk geboren. De eerste keizer kondigde een uniform stelsel van wetten af, en zorgde verder voor standaardisering van maten en een algemene munt. Ook werden wegen aangelegd en werden de verdedigingen in het noorden verbeterd. De geleerden van Confucius werden vervolgd en centralisatie trad op. Het legalisme werd belangrijk. In 210 voor Christus stierf de eerste keizer, en kwamen er al snel opstanden. In 206 voor Christus pleegde de tweede keizer zelfmoord, waarmee een einde kwam aan de Qin. In 202 voor Christus begon de Handynastie. Deze zetelde in een nieuwe hoofdstad. Het feodalisme werd deels heringevoerd en het legalisme deels verworpen. De leer ging meer richting Confucianisme. Diens leer werd rond 100 voor Christus de staatsfilosofie. Onder de Handynastie ging de Chinese expansie sterk verder. Ook vond de opening van de Zijdeweg plaats. Aanleiding hiervan was om bondgenoten in het westen te zoeken voor oorlog tegen Mongoolse steppenomaden.

2 In India had men de Brahmanen als heersende klasse. In 327 voor Christus kwam Alexander de Grote. In India liet hij slechts twee satrapen achter. Chandragoepta Maurya wist een gecentraliseerd rijk te stichten rond Patalipoetra. Het annexeerde de gebieden van de satrapen. Er ontstond het eerste Indische Rijk. Er was ook sprake van Griekse invloed: met name op astronomie, astrologie, medische kennis, gebruik van natuursteen, architectuur en beeldhouwkunst. Omstreeks 270 voor Christus bekeerde de koning Asoka zich tot het boeddhisme. Hierdoor werd het de overheersende religie in het Maurya Rijk. Het werd de eerste missionerende godsdienst in de geschiedenis. Het egalitaire karakter van de religie bracht een conflict met de brahmanen en krijgsheren te weeg. Dit conflict zorgde voor veel literaire werken, zoals de Oepanisjaden, mystieke bespiegelingen over het wezen van de wereld. Seleukos was de erfgenaam van Alexander in een groot deel van Voor-Azië, en moest als eerste het hoofd bieden aan plundertochten en dreigende invasies uit het noorden (ruiternomaden). In eerste instantie slaagden ze hierin in, en konden Griekse steden tot bloei komen nabij India (Bactrië). Maar in de eerste decennia van de derde eeuw voor Christus zorgden de Parthen voor een verdeling tussen Bactrië en de Seleuciden. Omstreeks 250 voor Christus verklaard Bactrië zich onafhankelijk: er ontstond een stat met een Grieks-Iraanse aristocratische en militaire bovenlaag, met de Griekse cultuur als toonaangevend. De bevolking was grotendeels Iraans en Indisch. De Grieken breidden hun gebieden uit, maar door dynastieke twisten en afscheidingen viel het rijk uiteen. In Bactrië raakten de Grieken onder het gezag van de Parthen en Iraanse nomadenvolken. Aan de Indische kant van de Hindoe Koesj ontstond een renaissance onder koning Menandros. Het boeddhisme had hier veel invloed. Dit rijk viel echter ook uiteen, en het werd opgenomen in het Koesjan Rijk. De Parthen werden als het ware de opvolgers van het Perzische Rijk. Dit doordat de Seleuciden weinig macht hadden. De Parthen namen de Parthische religie over, maar waren de Griekse cultuur goedgezind. In de eerste helft voor Christus werd het restant van de Seleuciden bij Rome ingelijfd, waarmee er een grens tussen de Parthen en Rome kwam. Alexander de Grote kon zijn Macedonische leger aanvullen met veel Grieken, vanwege de Griekse overbevolking. Hiermee kwam er veel Griekse invloed in de gebieden waar Alexander kwam. Na zijn veroveringstochten ontstonden in Egypte en Azië Griekse en Macedonische staten, waardoor een uitbreiding van de Griekse Wereld plaatsvond. Dit staat bekend als het hellenisme: de fase waarin de Griekse cultuur als elitecultuur voor een groot deel buiten Griekenland werd verspreid. In 336 voor Christus werd de Macedonische koning Filippos vermoord, waarna Alexander hem opvolgde. Hij bracht grote militaire overwinning, waarin hij gebruik maakte van zijn falanx van Macedonische piekeniers en zware Macedonische ruiterij. Hij stak over naar Azië om zogezegd de Griekse steden van Perzische heerschappij te bevrijden. In werkelijkheid wilde hij Azië gebruiken voor Griekse kolonisatie en hij werd gedreven door eerzucht. Hij versloeg de Perzen in de slag bij Granikos, waarna hij langs de Griekse steden in Klein-Azië trok. Darius III bood tegenstand maar verloor en vluchtte toen Alexander het binnenland introk. Van de steden kwam weinig verzet, alleen Tyrus bood zinloos verzet. Alexander werd formeel erkend als de opvolger van de Perzische koning in Egypte. Hij stichtte Alexandrië, een bij voorbaat Griekse stad. De Grieken waren bereid Alexander als godheid te beschouwen. Bij Gaugamela vond opnieuw een slag plaats tegen Darius, die voortijdig vluchtte. Hij ging naar het stamland van de Meden om Iraanse legers te vormen, terwijl Alexander Babylon innam. Eerder had Alexander gebieden veroverd die door de Perzen waren veroverd, maar nu trok hij eigenlijk Iraans gebied binnen. Bij Medië aangekomen bleek Darius gevlucht, en kwam de veldtocht voor de Grieken officieel ten einde. Alexander zelf ging achter Darius aan, en vond hem vermoord terug. Een satraap, Bessos, zou de macht van hem overnemen. Alexander ging jacht maken op de moordenaars en erkende zichzelf als opvolger van Darius.

3 Alexander stichtte satrapen in het noorden van Iran en Afghanistan, deels Macedoniërs en Grieken maar ook Perzen. Vervolgens stak hij de Hindoe Koesj over naar Bactrië, waar hij Bessos gevangen nam en liet terechtstellen. Hij veroverde de resten van het Perzische rijk, en kreeg te maken met een opstand van Iraanse adel. Tussen 329 en 327 voor Christus maakte hij met geweld een einde aan de tegenstand in Bactrië en Sogdiana. Vervolgens trok hij weer naar India om vorsten van de Punjab te onderwerpen. Verder naar het oosten werd veel tegenstand geboden. Verschillende factoren zoals vermoeidheid, ziekten en geruchten over de omvang van India, zorgden voor opstandigheid in het leger. Alexander besloot hierop terug te keren. In Susa organiseerde Alexander een massabruiloft tussen Macedoniërs en Perzische vrouwen: het vormen van een Macedonisch-Perzische elite. Hiervoor ontsloeg hij ook Macedonische veteranen om zo Iraniërs de kans in het leger te geven, waarop de veteranen begonnen te muiten. Alexander bereidde een nieuwe invasie voor, maar werd ziek en stierf, waarop zijn rijk uiteenviel. Hetzelfde geld voor de verzoening tussen Perzen en Macedoniërs. De eerste vier decennia na Alexanders dood word gekenmerkt door oorlogen en kortstondige bondgenootschappen tussen generaals. De generaals werden de opvolgers (diadochen) van Alexander. Hierdoor ontstonden rijken met koninklijke dynastieën. Als eerste leek Antigonos en zijn zoon te winnen, maar zij werden verslagen in 301 voor Christus door een coalitie van Seleukos, Ptolemaios en de machthebbers van Thracië en Macedonië. In 277 kwam in Macedonië Antigonos Gonatas, kleinzoon van de verslagen Antigonos, op de troon. Hierna waren er drie koninkrijken die elkaar in toom hielden: Egypte onder de Ptolemaeën, Voor-Azië onder de Seleuciden en Macedonië onder de Antigoniden. In 334 bracht Alexander in de Griekse steden lokaal zelfbestuur, maar ze moesten wel Alexanders wil gehoorzamen. Athene en andere Griekse steden kwamen in opstand na Alexanders dood. Athene werd daarbij verslagen als maritieme macht en moest capituleren ( ). De democratie werd afgeschaft. De klassieke tijd was nu definitief voorbij. Dit gold voor veel Griekse steden: de Macedoniërs werkten democratieën tegen. Vanaf 260 voor Christus maakte het koninkrijk Pergamon zich los van het Seleucidenrijk. Verder beheerste Demetrios, de zoon van Antigonos, het zuiden van Griekenland en werd in 277 ook erkend als koning van Macedonië. Een groep Poleis verenigden zich in de Achaeïsche Bond ( voor Christus). Ook was er sprake van de bond van de Aetoliërs, die in de 3de eeuw opkwamen en plundertochten ondernamen. Hierdoor werd de verarming van de bevolking versterkt. In een veldslag in Noord-Lakonië in 222 werd Sparta verslagen door Macedoniërs en de Achaeïsche Bond, waarna het geen machtsfactor meer was. Naast de bonden kwamen ook Korinthe en Rhodos op als economische machten. Met de erkenning van Antigonos Gonatas als koning van Macedonië in 277 was er enigszins rust. In de vroege derde eeuw pleegden de Kelten plundertochten richting het zuiden. In 279 plunderden ze zelfs Macedonië en delen van Griekenland. Als Galaten staken ze over naar Klein-Azië en vestigden daar een staat, en helleniseerde. In de derde eeuw voor Christus verenigde Rome heel Italië en wist Carthago in twee grote oorlogen te verslaan, en het westelijk bekken van de Middellandse Zee te onderwerpen. In 200 verklaarde het de oorlog aan Macedonië. De reden hiervoor was wraak vanwege de steun van Fillipos V aan Carthago, en imperialisme. Rome won en dicteerde vrede in 196 voor Christus, waarin alle Griekse steden 'vrij' werden verklaard. Vanwege verschil in opvatting ontstonden er spanningen met de Griekse steden, en herbewapening van Macedonië leidde tussen 171 en 168 opnieuw tot oorlog. In de Slag bij Pudna in 168 overwonnen de Romeinen. In 148 werd Macedonië ingelijfd als 'provincia Macedonia' toen het opnieuw verzet bood. De Griekse steden kwamen ondertussen ook tegen Rome in opstand, welke hard werd neergeslagen: de Achaeïsche Bond werd ontbonden en Korinthe, haard van het verzet, vernietigd in 146. Griekenland werd bij Macedonia toegevoegd.

4 In 310 stichtte Seleukos aan de Tigris een nieuwe hoofdstad: Seleukia. Seleukos noemde zich officieel koning (basileus). Hij sloot een verdrag met Chandragoepta waarin hij gebieden aan hem afstond. Verder won hij in 301 tegen Antigonos, waarmee zijn gebied uitbreidde met Syrië en een deel van Klein-Azië. In 300 stichtte hij opnieuw een hoofdstad: Antiochië, naar zijn opvolger. Hij veroverde de rest van Klein-Azië en werd na zijn oversteek naar Europa vermoord. De bestuurslaag en leger in het Seleucidenrijk was Grieks-Macedonisch. Er was dus sprake van een bevolking die door uitheemse elite geregeerd werd. Ook Aziaten werden gehelleniseerd in het rijk. Er was een kloof tussen een Griekssprekende, bewapend leger en een onbewapende inheemse bevolking. Het rijk steunde op steden als militaire steunpunten en brandpunten van hellenistische cultuur. De steden werden gevormd als Griekse poleis met instellingen en gebouwen. In het rijk hadden de gouverneurs als strategoi veel macht, waardoor de structuur van het rijk enigszins los werd. Vanwege teveel focus op het westen, verloor men in het oosten Bactrië en Iran. De Parthen speelden hier ook een rol in. Onder Antiochos III de Grote maakte het rijk aan het einde van de derde eeuw nog een opleving door. Hij maakte Bactrië als vazal en stootte door tot India. Dit had echter weinig gevolgen. In 200 maakte hij wel een overwinning op de Ptolemaeën, waarop hij Zuid-Syrië en Judaea veroverde. In 196 stak hij over naar Thracië. In 192 verklaarde hij de steden onafhankelijk, en daarmee Rome de oorlog, die hem een jaar later versloegen. In 190 werd hij in Klein-Azië opnieuw door de Romeinen verslagen. Twee jaar later werd er vrede gesloten ten voordele van Rome. In het oosten verloren de Seleuciden na de dood van de koning gebieden. Antiochos IV probeerde Egypte in te nemen, maar werd door Rome teruggevloten. In het Perzische rijk hadden de joden veel vrijheid gekend en de priesters een sterke functie. Na de dood van Alexander viel het gebied onder Ptolemaios, waarin ze welwillend werden behandeld. In Palestina was een bovenlaag die toenadering zocht tot het hellenisme. Onder de Seleuciden ging deze hellenisering verder. Daartegenover stonden de chassidim, vrome joden die tegen de verwereldlijking van de priesters waren een een alternatieve autoriteit leverden. De spanningen groeiden toen de elite Jeruzalem als Griekse polis reorganiseerde, en de koning interesse had in de tempelschat van Jeruzalem. In 167 werd in een aantal edicten de positie van het Jodendom aangetast door Antiochos. Vervolgens laaide verzet op toen beelden van de koning in tempels werden geplaatst en de religie meer onderdrukt werd. Het idee van de martelaar ontstond, zoals beschreven in de Boeken der Makkabeeën over de opstand. Deze Makkabeeën waren zonen van een vrome priester en bekwame leiders voor de opstand. Zij stonden onder leiding van Judas, die in 164 zelfs Jeruzalem veroverden. Anti-joodse maatregelen werden ingetrokken, maar de opstand ging verder. In 150 werden ze een onafhankelijke staat door de benoeming van Jonathan als strateeg van Judaea. De koning trok zijn garnizoen terug. De daaropvolgende jaren werd het Seleucidenrijk verscheurd door burgeroorlogen en verzwakt door aanvallen van de Parthen. Vanaf 104 noemden de Makkabeeën of Hasmoneeën zichzelf koning. De koningstitel moest echter bewaard blijven voor de messias, waardoor blijkt dat men gehelleniseerd werd. Veel vrome gelovigen keerden zich van de staat af. Pergamon werd als bondgenoot van Rome sterk vergroot en tot een belangrijk hellenistisch cultuurcentrum gevormd. Overal in Klein-Azië werden Griekse steden gesticht met hellenistische cultuur. Dit bleef beperkt tot de steden. Pergamon werd in 133 aan Rome gegeven door de dood van de vorst. Dit zorgde wel voor een opstand tegen Rome, mede door armoede. Rome won en werd door de bevolking gehaat. De koning van Pontos, Mithradates, maakte van de anti-romeinse stemming gebruik door in 88 voor Christus heel Asia te bezetten en Romeinen te vermoorden. Hij riep op tot een vrijheidsoorlog met de Grieken tegen de Romeinen. Ook Athene deed mee, en werd door hard Sulla verslagen. Ook Mithradates werd verslagen en moest Asia ontruimen. Na heroveringen van de Romeinen, waarop veroveringen van Mithradates en de koning van Armenië, en Romeinse expedities, kreeg in 66

5 Pompeius een speciaal commando om orde op zaken te stellen. Hij stichtte de provincia Bithynia et Pontus en provincia Cilicia. Ook maakte hij een einde aan het Seleucidenrijk door het te plaatsen in 64 in de provincia Syria. De koning van Armenië werd een Romeins vazal. Pompeius trok door naar Jeruzalem, waar een burgeroorlog was uitgebroken, en maakte Judaea als vazalstaat van Rome. In Egypte vertrouwde Ptolemaios op een Grieks-Macedonisch beroepsleger en een sterke vloot. Hij onderwierp Cyprus, Zuid-Syrië, Palestina en Cyrene. Ptolemaios II Filadelfos zorgde voor de eigenlijke organisatie van het koninkrijk. Rond de Nijldelta was een strikt gezag, daarbuiten grotendeels onafhankelijkheid. Het berustte op de Egyptische traditie van streng toezicht op uitbuiting van de onmondige boerenbevolking door de koninklijke bureaucratie. Alexandrië werd een kosmopolitische metropool, als centrum van handel en cultuur en de regering van Ptolemaios. Na de eerste vier Ptolemaeën waren de koning algemeen zwak. Er braken troonstrijden uit, mede door mogelijke incompetentie van vorsten vanwege incestueuze huwelijken. Vanaf 200 verloor het de meeste gebieden buiten Egypte, en vanaf 168 stond het onder zekere voogdij van Rome. Het werd betrokken bij de Romeinse burgeroorlog, toen Pompeius hier landde en werd gedood, en vervolgens Caesar hier de kant van Kleopatra koos in de heersende troonstrijd. Hierop volgend kwam Antonius naar Egypte en koos de kant van Kleopatra. In 31 ging in de Slag bij Actium de Romeinse vloot verloren, en nam Octavianus Egypte in, waarmee een einde aan de macht kwam. De opkomst van Rome werd mogelijk gemaakt door de groei van een vrije bevolking die militaire dienst zowel als plicht als een recht kende. Een volwaardig burger was een gewapend burger: verschil met Azië en Egypte. Bijzonder van Rome was dat het zijn burgerschap snel uitgaf waardoor er meer militair potentieel ontstond, waardoor de Romeinen een militair numeriek overwicht inwonnen. De wil om te expanderen heerste bij de Romeinse aristocratie vanuit roem en prestige. De politieke organisatie bleef lang die van een stadstaat. In 340 voor Christus gaf een opstand van Latijnen Rome de mogelijkheid tot machtsuitbreiding over Latium, waarna in 338 de Latijnse Bond werd opgeheven. Ze verbreidden ook hun invloed over Campanië, met als gevolg een conflict met de Samnieten, in 326 brak er oorlog uit die Rome won. De nobilitas was een gemengd plebejisch-patricische ambtsadel. Expansie werd mede voortgezet voor landverdelingen voor plebejers. In de lex Hortensia van 287 voor Christus werden besluiten van de vergadering van plebejers kracht gegeven, waarmee de 'Klassieke Republiek' begint, die tot 133 voor Christus zou duren. In 295 voor Christus werd een verbond van Samnieten, Etrusken, Umbriërs en Kelten door Rome verslagen in de Slag bij Sentinum. Op Tarente na werd heel Italië beheerst door Rome, waarop koning Purrhos van Epirus naar Italië overstak en de Romeinen meermaals in pyrrusoverwinningen versloeg, maar terugkeerde zonder resultaat te boeken in 275. Carthago was er als handelsstad in de 5de en 4de eeuw v Christus in geslaagd om zich te verrijken met handel op verschillende streken. Het voerde verschillende oorlogen met Grieken en begon de vorm van een hellenistische staat aan te nemen: muntslag en leger naar Griekse vorm. Ook kwamen plantages met slaven op. Tussen 264 en 241 v Christus woedde de Eerste Punische Oorlog naar aanleiding van een verzoek tot de Romeinen om Messina te helpen. Carthago bezat een sterke vloot, en Rome begon de zijne te bouwen. De Romeinen maakten veel slachtoffers maar wonnen wel in een laatste zeeslag. Syracuse bleef onafhankelijk, de rest van Sicilië kwam onder Romeinse heerschappij. Ook bezetten ze Corsica en Sardinië. Voor het bestuur hiervan ontstonden provincia buiten Italië, die bestuurd werden door extra praetores. De provinciebestuurder regeerde als een absoluut despoot. Ter compensatie stak de Carthaagse generaal Hamilcar over naar Spanje voor veroveringen. De Tweede Punische Oorlog ( ) brak uit toen Rome een Spaanse stad hulp beloofde. De

6 zoon van Hamical, Hannibal, verwelkomde de oorlog en trok via Spanje over de Alpen naar Italië. Hij overwon meerdere slagen, waarna Rome een dictator benoemde. Bij Cannae versloeg Hannibal een enorm Romeins leger, waarop een nieuwe dictator werd benoemd. Nu werd een afwachtende strategie gebruikt. Hannibal had weinig succes meer, en nadat Scipio in 204 Spanje had ingenomen en naar Carthago optrok, werd hij teruggeroepen. In 202 werd Hannibal verslagen en een jaar later werd de vrede getekend. Het systeem van bondgenootschappen in Italië bleef grotendeels intact. Koning Filippos V van Macedonië was bondgenoot geweest van Carthago, waardoor de Romeinen dit gerechtvaardigd vonden voor een oorlog, en hem in 196 v Christus versloegen. De Griekse steden werden 'vrij' verklaard: onderdanigheid aan Rome. De Aetolische Bond vroeg Antiochos III hen van Rome te bevrijden, waarop Rome overwon en de Bond liet opheffen. Macedonië werd in 171 opnieuw de oorlog verklaard vanwege vermeende herbewapening, waarna ze in de Slag bij Pudna (168) werden verslagen. De buit was zo groot, dat men de tributum (normale grondbelasting) in Italië kon afschaffen. Een Macedonische opstand dwong Rome Macedonië in 148 in te lijven als provincie. In 146 werd Grieks verzet gebroken en Korinthe verwoest. Ook Carthago werd verwoest aan het einde van de Derde Punische Oorlog, naar aanleiding van conflicten tussen Carthago en Berbers. De Romeinse samenleving was militaristisch van hoog tot laag. De campagnes in Spanje brachten weinig buit en roem, waardoor oorlogsmoeheid optrad en een verarmde boerenbevolking, die veranderde in een werkloos stadsproletariaat. Proletarii = zij die alleen kinderen hebben. Zij waren dominant in de volksvergadering. Magistraten en senaat zagen hun functie meer en meer als vanzelfsprekend recht. Wisselende facties verhinderden stabiele politiek. Verarmde burgers wilden land of goedkoop graan en levensonderhoud, Italische bondgenoten wilden burgerrecht, onderdanen in de provincies werden geschaad door afpersing en plundering, slaven wilden vrijheid. De Republiek werd beheerst door de Senaat, die deels werd ondermijnd door de volksvergadering en overambitieuze politici. In 133 v Christus brak de crisis uit door volkstribuun Tiberius Gracchus, vanwege zijn wetsvoorstel om staatsland in Italië te verdelen onder landloze burgers. Hij richtte zich alleen tot de volksvergadering en negeerde de Senaat. Zijn wet werd aangenomen, waarop een akkercommissie aan het werk werd gesteld en ging herverdelen. De senaat, die de staatsfinanciën beheerste, weigerde geld te leveren voor onteigeningen. Gracchus werd gedood door de senaat. Voor hem ontstond de term populares: politici die de volksvergadering voor hun doelen inzetten. Optimates waren lieden die de macht aan de Senaat wilden geven. Gaius Gracchus, broer van Tiberius, volgde hetzelfde beleid. Hij stelde onder andere uitbreiding van kolonies en het Romeins burgerrecht voor. De Senaat wist hem af te troeven, en te doodden. In Noord-Afrika werd Gaius Marius aangesteld als redder in nood, die in 107 tot consul werd benoemd. Hij liet vrijwilligers toe in het leger en stelde land in als pensioen voor soldaten. Hiermee werden soldaten aan hun veldheer gebonden. Het werd een leger van proletariërs en een professioneel leger: versterking van training en discipline. Marius versloeg hiermee de Numidiërs en ook de Germanen die Italië binnen waren getrokken. Deze werden in 102 en 101 volledig vernietigd. Tussen 91 en 88 v Christus heerste de Bondgenotenoorlog tegen de Etrusken, Umbriërs en Samnieten. Toen Rome de concessie deed om men burgerrechten te geven, zakte het verzet in en bochten alleen de Samnieten door. Cornelius Sulla, lid van de optimates, sloeg de opstand neer. In 88 viel Mithradas van Pontos de provincie Asia binnen, waarop de senaat Sulla eropaf stuurde. Politieke tegenstanders van Sulla lieten Sulla het opperbevelhebberschap afnemen, waarop deze laatste naar Rome marcheerde. Dit betekende het begin van burgeroorlogen die het einde van de Republiek veroorzaakten. Vanuit de hervormingen door Marius waren soldaten erg trouw aan hun

7 veldheren. Na Sulla's mars op Rome, en diens tocht naar het oosten, namen aanhangers van Marius als populares de macht in Rome weer over. Sulla keerde terug in 83 v Christus. Een jaar later trok hij Rome binnen zodat deze beheerst werd door optimates. De positie van de senaat werd versterkt. Consuls werden tot Italië beperkt en militair commando ontheven: demilitarisatie van Italië. In 79 trad Sulla af, waarna diens hervormingen deels werden teruggedrongen en de volksvergadering weer macht vergaarde. Er trad een periode van onrust op: enorme piraterij in het mediterrane gebied en een grote slavenopstand onder Spartacus (73-71 v Christus). De oorlog werd gewonnen door Crassus samen met Pompeius, waarna beide als consul fungeerden en de macht van de volksvergadering vergrootten. In 67 v Christus ontving Pompeius buitengewone volmachten tegen piraterij: hij werd alleenheerser. Vanwege zijn succes ontving hij een jaar later nieuwe volmachten om in het oosten orde op zaken te stellen. In 61 keerde hij terug, maar maakte de fout om zijn leger te ontbinden en land te beloven, maar zonder leger weigerde de senaat zijn eisen in te willigen. In 60 sloot Pompeius samen met Crassus en Caesar een verbond om Gaius Julius Caesar tot consul te benoemen die voor goedkeuring van Pompeius eisen kon zorgen. Dit lukte, en hij werd hierna benoemd tot proconsul van Gallië. Tussen 58 en 50 v Christus veroverde hij heel Gallië. Tegelijkertijd probeerde Pompeius de relatie tussen senaat en volksvergadering te verbeteren. Crassus en Pompeius werden opnieuw consul, waarbij Crassus stierf in 53 in gevecht in Noord- Syrië. Pompeius had Spanje in bezit. Pompeius werd na rellen in 52 consul-zonder-collega. De senaat keerde zich steeds meer tegen Caesar vanwege de versterking van zijn macht. Hier sloot Pompeius zich bij aan. In 49 ontstond openlijk conflict. Caesar trok met zijn leger naar Rome, en veroverde in een korte veldtocht Spanje. In 48 werd bij Farsalos slag geleverd, waarbij Caesar won. Caesar werd dictator, maar officieel bleef de republiek bestaan. Er vonden vele hervormingen plaats, zoals koloniestichtingen voor veteranen. In 44 werd Caesar door senatoren, waaronder Brutus en Cassius, vermoord. Gaius Julius Caesar Octavianus werd als zijn opvolger benoemd bij testament. In 43 sloot hij een verdrag met Marcus Antonius waarmee de volksvergadering hen alle macht opdroeg om de moordenaars van Caesar te straffen. Octavianus kreeg later het westen van het Rijk te besturen, Antonius met Kleopatra het oosten. In 32 ontstond een openlijke breuk, een jaar later werd Antonius verslagen bij Actium. Hierop werden alle gebieden onder Octavianus verenigd. 2 De grote maatschappelijke structuren De basis van de hellenistische economie bleef de landbouw, zonder veel nieuwe technieken of landbouwproducten. Wel ontstonden plantages en grootgrondbezit met slaven. Men kent in de hellenistische periode drie soorten organisatie van het landbezit: 1. Kleine boeren die eigen land bewerken 2. Pachtboeren die grond bewerken voor rijke bezitter 3. Slaven die werken op land van grootgrondbezitter Een vrije burger werd gezien als iemand die zijn eigen land bewerkte of liet bewerken. In Italië groeide enerzijds het grootgrondbezit en anders het landloos proletariaat. Pachtboeren waren vaak horigen: onvrij. Komt ook voor bij de poleis: verschil tussen steden en platteland. De Ptolemaeën beheerden Egypte als een groot domein dat door een gehoorzame en onvrije boerenbevolking bewerkt werd. Zij voerden veel graan uit, door de staat gecontroleerd. De Carthagers begonnen met plantagelandbouw in de 4de eeuw, in de 3de eeuw overgenomen door Grieken en vervolgens Romeinen. Latifundium: een landgoed waarop met behulp van slaven vooral olijfolie en wijn werd geproduceerd op grote schaal. De opkomst van de latifundium was verbonden met de opkomst van Rome als afzetmarkt, de import van slaven en de werkeloze boerenstand. Het werd beheerd door een rentmeester of vilicus als de

8 meester afwezig was. Handel en nijverheid kregen een impuls in de hellenistische periode. Dit was verbonden met de agrarische groei waardoor andere beroepen konden ontstaan. Een opvallend fenomeen is de opkomst van een interregionale handel op lange afstand, zowel over land als zee. Het ging met name om luxegoederen van buiten de hellenistische wereld. Ook waren er rondtrekkende karavanen. Egypte hield staatstoezicht op de import en export, en exporteerde naast eigen producten ook Indische en Afrikaanse producten. Dit leverde veel geld op voor de koninklijke schatkist. Vooral de oude en enkele nieuwe rijken profiteerden. De meeste handel vond echter plaats tussen de hellenistische staten onderling. Economie werd versterkt door een grotere geldcirculatie met als gevolg inflatie. De voornaamste mundeenheid was de drachme. Tegen het einde van de 3de eeuw v Christus ontstonden ook de Romeinse denarius en sestertius (kwart denarius) en eeuwen later de aureus (goud). De geldwisselaar kreeg steeds meer belang. Er ontstond een groei van geldwisselaar naar bankier. Dit bracht ook een zeker kredietverkeer op gang. Tevens kon de bankier met het geld gaan investeren. O.a. Handelstochten waar men in investeerde waren echter beperkt. Nadelen waren het gebrek aan rente en de onmogelijkheid voor kleine spaarders om kleine bedragen op de bank te zetten. Dit had als gevolg de opkomst van publicani: rijken die in de provincies belastingen gingen innen en hier winst op maakten met behulp van woekerrentes. Vanaf Alexander de Grote werden economieën van landen in het oostelijke en centrale Middellandse Zeegebied meer met elkaar vervlochten, met meer oog op de markt. Slavenhandel nam sterk toe, vooral in verband met veel oorlogen in der tijd. Delos werd door Rome een centrum van slavenhandel. Slaven werden zowel gebruikt in het huishouden als voor slavenarbeid op de latifundia. Rome en de hellenistische staten voerden nauwelijks economische politiek, de Ptolemaeën juist wel. Een reden hiervoor kan zijn het gebrek aan kennis omtrent economische wetmatigheden. Wel hadden staten altijd invloed op de economie: het muntwezen bleef wel degelijk een staatsmonopolie en oorlogvoering betekende veel plundering en verwoesting. Naast plundering kende men in vredestijd tribuut- of belastinginning. Ook werden inkomsten gehaald uit veroverde bezittingen. Ook kende men indirecte belastingen, zoals tollen. Staten gaven vooral uit aan oorlogvoering. In oorlogstijd werden kosten verminderd door roof, plundering en gedwongen betalingen. Andere staatsuitgaven waren bouwwerken ten behoeve van militaire en commerciële infrastructuur. Sinds de 2de eeuw v begon ook Rome hiermee. In de hellenistische wereld kwamen hoofdzakelijk drie regio's met elkaar in blijvend contact: 1. Voor-Azië en Egypte 2. Griekse steden 3. Italië Deze relaties kenden relatief grote mate van gelijkheid. Scheiding tussen burger en niet-burger: begon wel meer te vervagen, burgerschap werd ook meer aan vreemden gegeven en werd van minder betekenis. Vooral de Romeinen gaven deze gretig weg, en kende men binnen het burgerschap ook nog een verdeling. Hier was sprake van sociale hiërarchie met vijf vermogensklassen. Dit stond in verband met de mogelijkheid tot bewapening. Dit verdween later, en werd meer verbonden met vermogenscriteria. Vanaf 120 v Christus was de Romeinse elite verdeelt in twee ordines: de ordo senatorius die wel senator mochten zijn maar geen commerciële activiteiten mochten voeren, en de ordo equester die een loopbaan in het leger volgden

9 maar geen politieke functie of hoge militaire functie mochten bekleden. Verder was er sprake van een scheiding tussen vrijgeborene en vrijgelatene onder de niet-romeinen. Buiten de kring van de civitas Romana kende men nog de bondgenoten met Latijns recht: peregrini, die na de Bondgenotenoorlog het Romeinse recht kregen. Ook was er een grote groep slaven. In de Griekse steden kende men geen formele hiërarchie, alleen burgers, slaven en vreemdelingen. Sommige steden kenden de plattelandsbevolking als vierde groep: veel horigen. Toch waren ook wel degelijk ook vrije boeren, net als in Egypte het geval. De economische en sociale verschillen in de hellenistische staten hadden te maken met de enorme expansie van Grieken en Macedoniërs naar het oosten en de teloorgang van de democratie in veel Griekse steden. Er ontstond een rijk grootgrondbezit wat voor onrust zorgde. Verzet was met name passief, zoals vluchtpogingen. Naast een agrarisch proletariaat was er sprake van een stedelijk proletariaat. Belangrijk hierbij was de verzorgende rol van rijke weldoeners en de overheid. De middengroepen moeten een diverse verzameling zijn geweest van etnische en nationale verschillen onderling. Italië en Sicilië waren in de laatste eeuw v Christus de streken met naar verhouding de meeste slaven. Slavernij was hier met name een stedelijk verschijnsel, en werd gebruik voor economische doeleinden. De slaaf kon zichzelf na verloop van tijd vrijkopen, of vrijgelaten worden. Libertus: vrijgelatene. Deze was een Romeins burger en gebonden aan zijn eerdere meester als patroon. Slavenopstanden vonden wel plaats, maar incidenteel en van beperkte omvang. Dat gold niet voor de drie grote opstanden tussen 135 en 71 v Christus. Hierbij ging het niet om afschaffing van de slavernij: maar om de mogelijkheid om de rollen om te draaien. De derde opstand vond plaats onder Spartacus, tussen 73 en 71 v Christus. Daarna nam de onrust mede, voornamelijk omdat landgoed steeds meer onder pachtboeren werd verdeeld in plaats van slavernij in de 1ste en 2de eeuw na Christus. Maatschappelijke hiërarchie van laag naar hoog: Slaven op het Italiaanse platteland, de onvrije boeren in Egypte en voor-azië, het agrarisch proletariaat in grote delen van de hellenistische wereld. Stedelijk proletariaat in de Griekse steden en Rome. Verschillende middengroepen, ook vrijgelatenen. Elite als kleine bovenlaag van rijken en zeer rijken. In de Grieks-Romeinse wereld werd alleen landbezit gezien als respectabel. Hierdoor waren leden van de elite grootgrondbezitter, zowel direct als indirect. Rijkdom aan land was het resultaat van overerving, huwelijk of gelukkige transacties. Het was deels belegging van kapitaal, maar vooral de vrucht voor politieke macht. Rijken gingen ook veroverde landen claimen, waardoor hun rijkdom alleen maar toenam. Om de kloof tussen arm en rijk enigszins te temperen, ontstond het euergetisme: het weldoen van rijken en machtigen in de vorm van directe giften. Dit had een toename van eer en politieke macht als gevolg. Sociale mobiliteit in de hellenistische en Romeinse maatschappij waren beperkt, maar mogelijk via drie wegen: 1. Personen die in handel of in een bedrijf grote rijkdommen hadden verworven, dit in land beleggen en zich daarmee als respectabele ingezetenen in steden vestigen. 2. Opklimmen in het leger tot hoogstens centurio en rijkdom verwerven die men kon investeren. 3. De stadia van slavernij en vrijlating. Men verwierf na vrijlating het Romeinse burgerschap. In de politieke organisatie kunnen drie regio's worden onderscheiden:

10 1. Wereld van de Griekse poleis 2. Wereld van de hellenistische koninkrijken 3. Wereld van Rome In de hellenistische periode trad overal in de Griekse poleis oligarchisering op. Officieel bleef democratie her en daar bestaan, maar in feite bestuurde de kring van bouleutai de stad. Het verlies van democratie werd grotendeels geaccepteerd door het euergetisme. In hun externe betrekkingen waren de poleis te verdelen in steden die deel uitmaakten van de hellenistische koninkrijken en steden die nog enigszins zelfstandig waren. Deze laatsten koersten af tussen verschillende machten. Rome zou ze allemaal innemen. Vanuit Grieks oogpunt werden de hellenistische koninkrijken gekenmerkt als territoriale staten en monarchieën. In de praktijk waren het echter veelal lappendekens van volksgroepen, steden en landstreken, bijeengehouden door de monarchie. Ze werden door de Grieken gezien als veroveraars en absoluut heersers, maar daartoe was hun macht veelal beperkt. Zo was er een groot deel van lokale autonomie. Ook kenmerkend was de staatscultus met de gelijktrekking van de monarch aan en godheid. Ook al had Rome vele gebieden veroverd, de politieke organisatie bleef die van een stadstaat. Er was sprake van een zekere aristocratische consensuspolitiek met het overwicht bij de senaat. Ook de comitia centuriata was belangrijk waarin de elite de overmacht had en waarin hoge magistraten werden gekozen en belangrijke beslissingen werden genomen. Verder was er nog de comitia tributa, waarin alle burgers een stem hadden binnen het principe van tribus. Hierin werden lagere magistraten gekozen en bepaalde beslissingen genomen. Deze week niet af van de populair geworden concilium plebis, met alleen inspraak van plebejers en geleid door volkstribunen. Het was standaard dat wetgeving door de volkstribunen eerst met de senaat besproken, en na toestemming met de volksvergadering besproken. Met dit principe werd in 133 v Christus door Tiberius Gracchus een einde gemaakt, met een eeuw van politieke crisis tot gevolg. Cursus honorum: loopbaan van ambten die in een vaste volgorde moest worden doorlopen. Lagere ambten waren de quaestor (gaf toegang tot de senaat), volkstribuun en aedilis. Hogere ambten de consul en praetor. Het hoogst eervolle was de censor. Herhaling van dezelfde magistratuur kwam behalve in het consulaat zelden voor. De positie van consul kon de meeste macht, roem en prestige brengen. Deze werden verdeeld onder een beperkt aantal families. Binnen de senaat waren dignitas (prestige) en auctoritas (autoriteit) belangrijk. Lagere senatoren waren als 'vriendschap' (amicitia) vaak aan hogere lieden verbonden. De hoogste lieden konden onderling ook vriendschappen sluiten, waardoor een politieke factie (factio) ontstond. Politiek spel zorgde voor een zekere machteloosheid van de senaat tegenover grote problemen die de expansie van de Romeinse macht opriep. Municipium: stad of gemeente met lokale autonomie en allerlei verplichtingen ten aanzien van de Romeinse staat. Daarnaast waren er veel coloniae. Binnen de Latijnse bondgenoten was er sprake van mensen met de status van Latini, oude steden onder Romeinse heerschappij, en coloniae Latinae, nieuwe stichtingen van de Romeinen. De rest van bondgenoten in Italië waren de socii, intern autonoom maar moesten Rome in zijn buitenlandse politiek volgen en in oorlogstijd troepen leveren. Er ontstond steeds meer ontevredenheid onder de Italische stammen, omdat ze wel plichten moesten vervullen maar geen Romeins burgerrecht kregen. Provincies werden vanaf 197 bestuurd door propraetores, later ook door proconsules. Provincies werden gezien als wingewesten. De Romeinse expansie ondermijnde de Republiek. De boerenstand verarmde terwijl er een stand van rijke grootgrondbezitters, senatoren en ridders ontstond. Proletariërs gingen de volksvergadering meer domineren. Het leger werd geproletariseerd. Na de Bondgenotenoorlog nam het aantal Romeinen sterk toe, waardoor duidelijk werd dat de politieke organisatie achterhaald was.

11 Hoofdstuk 6 Van de 1ste tot de 6de eeuw 1 Historisch overzicht Het Chinese keizerrijk beleefde in de eerste twee eeuwen van onze jaartelling een bloeitijd. Vanaf 25 tot 220 werd China geregeerd door de late Han of oostelijke Han. De rond 100 v Christus veroverde gebieden waren weer verloren gegaan, de herovering ervan werd krachtig ter hand genomen en was in 100 n Christus weer onder controle. In deze periode bloeide ook de handel met het Westen op. Vanaf het begin van het Romeinse Keizerrijk kende men hier een sterke handel vanuit Egypte overzee naar India. Han-China onderhield handelscontacten met heel Azië. China kende rust en orde en een centraal bestuur. Er was sprake van culturele bloei en een zeer hoog technologisch peil. Wel begonnen er interne zwakheden, zoals machtige clans die elkaar bestreden, op te komen. Het centraal bestuur verzwakte en er trad herfeodalisering op. Het bestuur kreeg te maken met toenemende binnenlandse onrust, financiële problemen en druk op de grenzen. Tussen 200 en 600 waren de Chinese middeleeuwen, doordat het Hanrijk na 220 uiteen viel in de Wei, de Shu-Han en de Wu. Deze nieuwe rijken hadden weinig succes in eigen eenheid vormen. Dit leed tot een aaneenschakeling van burgeroorlogen. Er waren invallen van proto-tibetanen en steppenomaden. Ze zorgden voor meer verdeling in staatjes, en op de lange termijn werden ze in de Chinese cultuur geabsorbeerd. Het boeddhisme had China bereikt tijdens de Han periode, en tevens was Iraans en hellenistisch erfgoed meegekomen. De grote opbloei van het boeddhisme komt pas in de 3de en 4de eeuw. Van de 1ste tot de 3de eeuw bloeide het Tochaarse Rijk van Koesjan. Het was een kruispunt van culturen als gebied tussen India en China. Ten zuiden van dit rijk bestond het Indo-skythische Rijk van de Saken en inheemse rijken. Rond 240 kwam Koesjan onder Sassanidische invloed. In de 4de eeuw kwam het onder vazallen van de Sassaniden terecht, in dezelfde periode ontstond in Noord- India het Goeptarijk. Een eeuw later viel het uiteen. In de eerste twee eeuwen was Iran Parthisch. Door voortdurende conflicten met Rome kwam het Parthische Rijk in een tweefrontenoorlog terecht waardoor het verzwakte. Vanaf ongeveer 230 word de rol van de Parthen overgenomen door de Sassaniden met hun Nieuw- Perzische Rijk. Dit werd gekenmerkt door een streng zoroastrisme en een agressievere buitenlandse politiek, waar met name Rome last van zou krijgen. Zij vormden in tegenstelling tot de Parthen wel een sterke centrale staat. Het bleef bestaan tot 642. De eerste twee eeuwen na Christus waren een bloeiperiode voor het Romeinse Rijk. Hierna begonnen Germaanse stammen te drukken op de noordgrenzen. In de derde eeuw ontstond interne anarchie met als gevolg burgeroorlogen die de grensverdediging verzwakten waardoor Germaanse invasies konden plaatsvinden. Eind 3de eeuw vond enigszins herstel plaats, maar dit kon niet verhinderen dat het westen zou vervallen. Na de burgeroorlogen van de eerste eeuw v Christus werd door Octavianus orde op zaken gesteld na 27 v Christus. Achter de facade van de republiek heerste een monarchie die meer kenmerkend was voor een wereldrijk. Vanaf 31 v Christus tot 284 n Christus spreekt men van het principaat: de keizers waren de princeps 'eerste burger'. Zij maakten daarbij gebruik van veel propaganda zoals bouwprojecten. De eerste vier opvolgers van Augustus waren Tiberius, Caligula, Claudius en Nero, tezamen vormen ze het Julisch-Claudisch huis. Kenmerkend was dat gebrek aan acceptatie bij de elite (senaat) een struikelblok vormde. Zowel goede als slechte leiders hadden een weinig goede relatie met de senaat. Na Augustus vond geen indrukwekkende expansie meer plaats. Dit werd al beperkt door Germaans verzet, waardoor een defensieve politiek moest worden gevoerd. In de eerste eeuw had de consolidatie en pacificatie van ingelijfde gebieden prioriteit. De eerste

12 twee eeuwen staan daarmee ook bekend als de pax Romana, vrede en rust. Buiten de steden werd de openbare orde echter slechts matig gehandhaafd. De belangrijkste crisis in deze periode vond plaats na de zelfmoord van Neron en het daaropvolgende vierkeizerjaar (68/69). Door burgeroorlog konden zowel de Bataafse Opstand als de Joodse Oorlog uit de hand lopen. In Judaea speelden ook religieus-nationalistische sentimenten een rol, met als gevolg een anti-romeins messianisme. Hierbij moet ook de totstandkoming van het Christendom worden gezien. Opstandigheid in het Romeinse Rijk was echter slechts beperkt. Uit het vierkeizerjaar kwam Vespasianus naar voren al overwinnaar, en stichtte de Flavische dynastie. Hij gebuikte militaire middelen voor pacificatie en integratie van delen van het rijk, wat erg succesvol was. Na de Flavische dynastie ontstond de adoptiefkeizers. Hierin voerde Trajanus een expansieve politiek, terwijl zijn opvolger Hadrianus juist gericht was op consolidatie. Er word gesproken over een limes als verdedigbare grens om buitenstaand contact te reguleren. Na Antonius Pius kwam Marcus Aurelius wiens bestuur van belang is omdat het een omslag vormde in het fortuin van het rijk, daar de druk op de grenzen vergroot werd door migraties. Na 160 n Christus was er sprake van voortdurende grote onrust aan de noord- en de oostgrenzen van het rijk, waarbij de grenzen ook door externe vijanden werden doorbroken. Aan het eind van de tweede eeuw kwamen daar interne problemen bij toen de adoptiefkeizers eindigde en Marcus Aurelius werd opgevolgd door zijn zoon Commodus. Dit zorgde voor instabiliteit, en na diens dood een langdurige machtsstrijd wat door Septimius Severus werd hersteld. Zijn zoon Caracalla zorgde echter weer voor instabiliteit, en na diens dood toenemende chaos en anarchie. Na enkele twisten werd in 235 Maximinus door zijn troepen als keizer verkozen, waarmee de periode van de soldatenkeizers begon. Legers brachten de ene keizer na de andere naar voren, en er was en permanente burgeroorlog en een gemilitariseerde samenleving. De economie stortte in door inflatie en verarming. Het gevolg was toenemend banditisme. Ook epidemieën heersten en delen van het rijk scheidden zich af: Imperium Galliarum en het rijk van Palmyra. Ondertussen trokken groepen de grenzen over en namen de Sassaniden de rol van de Parthen over. In dit verband spreekt men van de crisis van de 3de eeuw. Problemen waren aanzienlijk en verlossingsreligies namen in invloed toe waarbij de staat een grotere rol speelde. Een gevolg zijn de christenvervolgingen. De vijftig jaar na 235 vormen zowel een dieptepunt als een keerpunt voor het rijk. Er was sprake van diepgaande hervormingen, met mede als gevolg een wijziging in cultuur. Er is sprake van een uiteenvallen van het rijk en de opkomst van het christendom. Krachtige figuren gingen in de 3de eeuw meer autocratisch heersen: de Illyrische keizers. Het einde hiervan vormde Diocletianus die vanaf 284 het Dominaat stichtte en nu onverbloemd absolute heersers (dominus) werden genoemd. Hierbij is sprake van de laatantieke dwangstaat. Deze had totalitaire trekken. Diocletianus wist de interne orde en grensverdediging te herstellen met meer soldaten, meer bureaucratie en meer belasting. Reparatio = het herstel van het rijk. Zowel voor het oosten als westen werd een Augustus ingesteld, vervolgens kwam de tetrarchie waarbij ook Ceasares werden aangesteld. De provincies werden verdeeld in kleinere eenheden en vervolgens in een twaalftal diocesen. Voor de grensverdediging werden mobiele legers naast de staande legers gevormd. Meer Germanen werden aan het leger toegevoegd, waardoor deze langzaam ging barbariseren. De annona werd ingesteld als belasting voor het hele rijk. Verder werd getracht ieders maatschappelijke positie vast te leggen. De dwangstaat was totalitair maar had te weinig middelen om dit volledig toe te passen. Constantijn, zoon van de Caesar en zelf later Augustus van het westen, werd in 324 alleenheerser na het uitvechten van een burgeroorlog. Het idee voor rijksopvolging van Diocletianus mislukte daarmee, maar wel werd de tetrarchie hersteld en tevens de geldeconomie weer versterkt. Constantijn stichtte Constantinopel als uiting van de nieuwe orde was Grieks en Christelijk! Constantijn bekeerde zich tot het christendom, waardoor het christendom een overheersende religie in het rijk kon worden en de religie van de heersers. Hij bekeerde zich naar eigen zeggen ter

13 overwinning van de Slag bij de Milvische brug in 312, waarbij hij hulp had gehad van de christelijke god. Hij bleef tolerant jegens het heidendom. Constantijn ondernam pogingen om de kerk onder zijn gezag te brengen: de keizer bleef de dominus. In maakte Theodosius de Grote het christendom als staatsgodsdienst door heidense culten te verbieden. Daarvoor had men getracht binnen de kerk een uniforme orthodoxie te vestigen. Na Constantijn groeiden oost en west uiteen. Doordat hij geen opvolging regelde, ontstonden er burgeroorlogen waardoor het westen werd verzwakt. De Germanen kwamen verder in beweging vanwege voedseltekorten in Germaanse gebieden en de westwaartse trek van de Hunnen. De Visigoten overwonnen tegen de keizer Valens in 378 de Slag bij Hadrianopolis. Theodosius de Grote wist de Visigoten te pacificeren en het rijk voor de laatste keer te verenigen, maar na zijn dood in 395 kwam er definitieve splitsing. Het oosten van het rijk was Grieks. Rome heeft de hellenisering van het oosten voortgezet en bevorderd door Griekse poleis te stichten en de Griekse leefwijze te begunstigen. Eerst werden de oosterse gebieden als provincies geïntegreerd in het rijk, later onder Trajanus, Marcus Aurelius en Septimius Severus volgden er pogingen de gebieden ten oosten van de Eufraat te annexeren. Zo trachtte men een bufferzone te creëren voor de sterker geürbaniseerde gebieden die economisch krachtig waren voor het rijk. Dit had mede als gevolg dat de verdediging van de Eufraatgrens belangrijker was dan de Rijngrens. In Nood-Afrika leed het oosten tegen de Germaanse Vandalen zware nederlagen in het begin van de 5e eeuw. De Hunnen die gevaarlijker waren konden telkens worden afgekocht. Ook al was er in het noorden en op de Balkan schade aangericht door Hunnen en Visigoten, het oosten had belasting en troepen genoeg om stand te houden. In de vroege 6e eeuw volgde een krachtig herstel en werd onder Justinianus zelfs gepoogd het westen te veroveren. De mediterrane gebieden bleven de kern van het rijk. De noordelijke provincies werden van ondergeschikt belang geacht. Paradox: juist in deze gebieden was de Romeinse invloed vele malen groter dan in het oosten. In het westen werden bestaande nederzetting tot steden verheven en was verder het leger belangrijk om provinciale rekruten tot Romeinse burgers te vormen en de Latijnse taal en cultuur te verspreiden. Het gaat hierbij om invloeden vanuit het gehele rijk. Er waren weinig opstanden tegen de acculturatie, en waar ze voorkwamen was het een uiting dat er al veel veranderd was. Succes van opstanden was te danken aan de mate waarin de leiders ervan op rijksniveau geïntegreerd waren en Romeinse organisatie en technologie konden gebruiken tegen de Romeinen. Het westen had door de opsplitsing weinig kansen. Men wist door militair overwicht en diplomatie de situatie wel enigszins stabiel te houden, maar de interne verzwakking van de derde eeuw zetten de grenzen toch open. Germaanse invallen namen in de 4de eeuw toe in frequentie en intensiteit. Als noodoplossing werden deze als bondgenoten (foederati) in het leger opgenomen. Het gevolg was dat er Germaanse enclaves ontstonden die de facto onafhankelijk waren. In een poging eigen macht en rijkdom veilig te stellen, keerde de elite het rijk de rug toe. Na 395 had het westen niet veel meer te verwachten van het oosten. De westerse keizer werd steeds meer beheerst door de invallers. Nadat de Vandaal Stilicho, die het westen de facto beheerste, werd gedood, waren de Visigoten niet meer onder controle te krijgen en namen ze onder Alarik in 410 Rome in en plunderden het. Tot de 6de eeuw hadden ze een rijk in Zuidwest-Frankrijk. Naast hen waren ook Vandalen, Alanen, Sueven en Bourgondiërs het rijk binnengekomen. De Vandalen staken in 429 over naar Noord-Afrika en vestigden daar een rijk. Verder was er sprake van een infiltratie van de Franken, een conglomeraat van Germaanse stammen. Vanaf het begin van de 5de eeuw werd Brittannië ingenomen door Saksen, Angelen en Juten. Midden 5de eeuw kregen zowel de Romeinen als de Germanen te maken met de Hunnen die onder

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014)

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014) GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID Inhoudstafel 1 Inleiding: p. 23-46 I. INLEIDING 1. Bronnen en chronologie Bronnen Geschreven bronnen Ongeschreven bronnen Brongebruik Chronologie Relatieve en absolute

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Samenvatting door Sophie 1766 woorden 27 februari 2013 6,2 24 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Romeinse Koninkrijk 753-509 (500) voor Chr.

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen Samenvatting Geschiedenis De Romeinen Samenvatting door Esmee 1641 woorden 18 februari 217 6,5 68 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 2 De verovering van

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2036 woorden 19 juni 2017 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten om de macht (235 284 meer dan 50 soldatenkeizers ) 3. Waardevermindering van het geld

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten om de macht (235 284 meer dan 50 soldatenkeizers ) 3. Waardevermindering van het geld

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk Romeinen par 1,2,3,4,5,6,7 + begrippen Samenvatting door een scholier 2171 woorden 14 juni 2016 7,9 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Tussen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting door een scholier 2160 woorden 7 januari 2010 6,8 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 2, De Grieks-Romeinse

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Situering in tijd en ruimte

Situering in tijd en ruimte Situering in tijd en ruimte Rome groeide tussen 753 v.c. en 476 uit tot een echt wereldrijk. Binnen deze tijdspanne kunnen we drie periodes onderscheiden: Rome als koninkrijk, als republiek en tenslotte

Nadere informatie

(Het einde van) de republiek HOOFDSTUK 1: DE VEROVERING VAN ITALIË 1) De veroveringen In de 5 e 4 e eeuw v.c. Verschillende fasen Etrusken Tegenslag in 390: Galliërs plunderen Rome Volsci Latini Samnieten

Nadere informatie

Het verval van het uitgestrekte keizerrijk

Het verval van het uitgestrekte keizerrijk Het verval van het uitgestrekte keizerrijk Problemen in Rome Problemen in Rome Uitgestrekte grenzen / groot leger nodig Groot leger kost geld: belastingen Crisis en burgeroorlogen Volksverhuizing (Hunnen...)

Nadere informatie

- Buste van Gaius Julius Caesar, - midden 1 e eeuw v.chr. 100 n.c. - Groen Egyptisch steen. - 41cm hoog. - Staatliche Museen (museum), East Berlin.

- Buste van Gaius Julius Caesar, - midden 1 e eeuw v.chr. 100 n.c. - Groen Egyptisch steen. - 41cm hoog. - Staatliche Museen (museum), East Berlin. - Buste van Gaius Julius Caesar, - midden 1 e eeuw v.chr. 100 n.c. - Groen Egyptisch steen - 41cm hoog - Staatliche Museen (museum), East Berlin. ijdele machthebber met de markante neus. Komt keizerlijk

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen.

Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen. Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen. In de eeuw nadat de Galliërs vertrokken waren, begonnen de Romeinen hun macht in Italië uit te breiden. Ze kwamen in botsing met de hun naburige volken. Hun machtigste

Nadere informatie

Wim Jurg. De vierde eeuw. of hoe het christendom staatsgodsdienst werd DAMON. JURG, De vierde eeuw.indd 3 18-07-11 10:40

Wim Jurg. De vierde eeuw. of hoe het christendom staatsgodsdienst werd DAMON. JURG, De vierde eeuw.indd 3 18-07-11 10:40 Wim Jurg De vierde eeuw of hoe het christendom staatsgodsdienst werd DAMON JURG, De vierde eeuw.indd 3 18-07-11 10:40 Inhoud Vooraf 7 1. De tuinierende god 9 2. Een net niet heilige keizer 34 3. Het nieuwe

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Ontstaan van Rome: 1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor koning

Ontstaan van Rome: 1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor koning DE ROMEINEN Ontstaan van Rome: 1 * Aeneas en de Trojaanse oorlog sticht Alba Longa * Mars x Sylvia Rheia = Romulus + Remus * moeder is dochter van Numitor koning van Alba Longa * Numitor afgezet door zijn

Nadere informatie

De koningstijd: v. Chr.

De koningstijd: v. Chr. Samenvatting door een scholier 2439 woorden 20 juli 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum - K L A S S I E K E C U L T U U R - Romeinse geschiedenis De koningstijd: 753-509 v. Chr. Volgens het verhaal

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Kenmerkende aspecten: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat De klassieke vormentaal van de Grieks Romeinse cultuur De ontwikkeling

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting door een scholier 1189 woorden 13 oktober 2014 6,6 30 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat De ontwikkeling

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Alexander de Grote opvolger Philippos

Nadere informatie

[Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen]

[Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen] Samenvatting door een scholier 1620 woorden 26 februari 2014 3,9 3 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2. De klassieke oudheid [Download het bestand voor de bijgevoegde schema's en afbeeldingen] Athene in

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Septimius Severus: Leptis Magna (het huidige Al Khums, Libië), 11 april 145 Eboracum (nu: York), 4 februari 211.

Septimius Severus: Leptis Magna (het huidige Al Khums, Libië), 11 april 145 Eboracum (nu: York), 4 februari 211. Septimius Severus: Leptis Magna (het huidige Al Khums, Libië), 11 april 145 Eboracum (nu: York), 4 februari 211. Lucius Septimius Severus, ook wel Septimus Severus was keizer van Rome van 193 tot 211.

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen Tijdvak 3 Toetsvragen 1 Op veel afbeeldingen wordt de Romeinse keizer Constantijn als een heilige afgebeeld met een stralenkrans om zijn hoofd. Welke reden was er om Constantijn als christelijke heilige

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Etrusca disciplina: de term voor het voorspellen van de toekomst wat de Romeinen aan de Etrusken te danken hadden.

Etrusca disciplina: de term voor het voorspellen van de toekomst wat de Romeinen aan de Etrusken te danken hadden. KCV: Rome 7.1: DE KONINGSTIJD: 753 509 v Chr 753 vc: Rome werd volgens de overlevering gesticht door Romulus en Remus. Archeologisch onderzoek toonde aan enkele heuvels al in de 9 e eeuw bewoond werden:

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting door Lotte 3646 woorden 19 juni 2017 6 30 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis hoofdstuk 2 Aristocratie:

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H2 Tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis H2 Tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting Geschiedenis H2 Tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting door Anne-Marie 1728 woorden 2 januari 2018 5,6 12 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks H2 Tijd van Grieken en Romeinen

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode De Romeinen en de Grieken zijn in hun tijd twee machtige volkeren. Ze hebben beiden zaken bedacht en uitgevoerd die ook nu voor ons eigen, hedendaagse leven belangrijk zijn.

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door J woorden 17 december keer beoordeeld. Geschiedenis. 1 De Griekse Democratie

6.5. Boekverslag door J woorden 17 december keer beoordeeld. Geschiedenis. 1 De Griekse Democratie Boekverslag door J. 2640 woorden 17 december 2013 6.5 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1 De Griekse Democratie Rond 500 v. Christus was het Griekse rijk verdeeld in verschillende poleis.

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 HOOFDSTUK 1 PARAGRAAF 1 Weg van de mensheid: - Staat in Afrika - Van daaruit Verspreiding over de rest van de wereld - Mens behoort tot de

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4 Samenvatting door S. 1091 woorden 19 juni 2016 8 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijd van jagers en boeren 1.1 De jagers-verzamelaars leefden een nomadisch(ze

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis De Romeinse Volksverhuizing

Werkstuk Geschiedenis De Romeinse Volksverhuizing Werkstuk Geschiedenis De Romeinse Volksverhui Werkstuk door een scholier 1810 woorden 23 januari 2005 5,8 164 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Wat waren de oorzaken van de grote volksverhui

Nadere informatie

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen * Vanaf Vaste activiteiten PERIODE 1 34 19/8 di: start lessen Leerdoelen hoe tijd voor geschiedenis werkt en kunnen er zelf mee aan de slag 35 26/8 de belangrijkste gebeurtenissen in het tijdvak van jagers

Nadere informatie

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Floris Sieffers 07 October 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65623 Dit

Nadere informatie

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen Samenvatting door F. 1532 woorden 19 juni 2016 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden SV GS H2 Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/

Nadere informatie

De dynastie van Valentinianus ( n. C)

De dynastie van Valentinianus ( n. C) De dynastie van Valentinianus (364-394 n. C) De dynastie van Valentinianus werd vernoemd naar Valentinianus I die wordt beschouwd als de laatste grote West-Romeinse keizer. Hij was eerlijk en hardwerkend,

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen: Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november 2012 5,8 118 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Begrippen: Atheense democratie: een vorm waarbij het bestuur het volk (demos) via stemming

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars.

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Boekverslag door F. 1883 woorden 2 november 2014 1.3 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Uitleg: De periode waarin de jagers-verzamelaars

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800 Vroegmoderne Tijd Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing,

Nadere informatie

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1 Auteur Floris Sieffers Laatst gewijzigd 28 October 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/65939 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Samenvatting KCV Hoofdstuk 7, Griekse en Romeinse geschiedenis

Samenvatting KCV Hoofdstuk 7, Griekse en Romeinse geschiedenis Samenvatting KCV Hoofdstuk 7, Griekse en Romeinse geschiedenis Samenvatting door een scholier 1447 woorden 21 januari 2003 7 67 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum Forum Hoofdstuk 7 Griekenland 1. Myceense

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Verspreiding Christendom hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Verspreiding Christendom hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62218 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Klassieke vormentaal van de Grieks Romeinse cultuur.

Klassieke vormentaal van de Grieks Romeinse cultuur. Onderzoeksvraag: Hoe beïnvloedde de uitbreiding van het Romeinse Rijk de cultuur van de volken in West Europa? De (beeldhouw)kunst en architectuur uit de Grieks Romeinse tijd werd in de eeuwen daarna als

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Hoofdstuk 3 Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland Waarom NL? Nederland was een neutraal land. Bleef in NL tot aan zijn dood. Vrede van Versailles Vs, Eng, Fra winnaars. Duitsland als enige schuldig

Nadere informatie

Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1

Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1 Samenvatting door een scholier 1792 woorden 12 februari 2009 7,2 14 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1 Gebieden gescheiden door natuurlijke omstandigheden:

Nadere informatie

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom Specialisatie Een religieuze periodisering 586 70 Jahwisme Vroeg- Jodendom Rabbijns Jodendom Voor de gewone jaartelling 1 Na de gewone jaartelling Een historisch kader (200-63 v. Chr.) 323 - Alexander

Nadere informatie

Samenvatting KCV Hoofdstuk 7: De geschiedenis van Rome

Samenvatting KCV Hoofdstuk 7: De geschiedenis van Rome Samenvatting KCV Hoofdstuk 7: De geschiedenis van Rome Samenvatting door een scholier 1658 woorden 29 juni 2012 8,2 8 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum 7.1 DE KONINGSTIJD Rome 7 heuvels Oudste nederzetting

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk De samenleving moest op dezelfde manier worden onderzocht

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom Specialisatie Een religieuze periodisering 586 70 Jahwisme Vroeg- Jodendom Rabbijns Jodendom Voor de gewone jaartelling 1 Na de gewone jaartelling Een historisch kader (586 200 v. Chr.) 586-539 - Perzische

Nadere informatie

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvakken en kenmerkende aspecten. Tijdvak 1: Tijd van Jagers en Boeren. Periode: Prehistorie 1 De levenswijze van jagers-verzamelaars (Hoe zag deze samenleving eruit?) 2 Het ontstaan van landbouw en

Nadere informatie

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Rilana Kuiters Laatst gewijzigd 09 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73905 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Antwoordkernen bij Eureka 1 De Klassiek Oudheid H. 8 t/m 14

Antwoordkernen bij Eureka 1 De Klassiek Oudheid H. 8 t/m 14 Antwoordkernen bij Eureka 1 De Klassiek Oudheid H. 8 t/m 14 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling

Nadere informatie

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift Habsburgs gezag Vanaf dat moment stonden de zuidelijke Nederlanden onder Habsburgs gezag. Noord-Nederlandse gewesten Door vererving en verovering vielen vanaf dat moment ook alle Noord- Nederlandse gewesten

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt) Samenvatting door S. 850 woorden 25 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 01 De levenswijze van jagers-verzamelaars Het

Nadere informatie

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN e-book Deze serie bestaat uit... 978-94-6175-209-3 (HB) 978-94-6175-153-9 (HB) 978-94-6175-963-4 (e-book) 978-94-6175-967-2 (e-book) 978-94-6175-210-9 (HB) 978-94-6175-155-3 (HB) 978-94-6175-154-6 (HB)

Nadere informatie

Boekverslag door A woorden 10 augustus keer beoordeeld. Geschiedenis

Boekverslag door A woorden 10 augustus keer beoordeeld. Geschiedenis Boekverslag door A. 1896 woorden 10 augustus 2010 7 36 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 2.1 Polis> stadstaat met eigen politiek. De Griekse polis>ontstond als versterkte burcht in de bergen>

Nadere informatie

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.! De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit

Nadere informatie

Van niets tot wereldmacht.

Van niets tot wereldmacht. Van niets tot wereldmacht. Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd. Het ligt voor de hand dat wij Latijn nog steeds bestuderen: de Romeinen hebben als eersten in West-Europa een groot rijk hebben

Nadere informatie

Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid. 2.1 De Griekse democratie

Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid. 2.1 De Griekse democratie Samenvatting door Daniëlle 1946 woorden 24 april 2017 1 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 2 De Klassieke Oudheid 2.1 De Griekse democratie De Atheense democratie in de 5e eeuw voor Chr. In Athene

Nadere informatie

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62219

De Germaanse cultuur hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/62219 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 June 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62219 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2 Samenvatting door Y. 1162 woorden 6 september 2012 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 2.1 In Frankrijk regeerde absolute vorsten. Rond

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

Antonia minor: 31 januari 36 v.chr., Rome 1 mei 37 n. Chr., Rome

Antonia minor: 31 januari 36 v.chr., Rome 1 mei 37 n. Chr., Rome Antonia minor: 31 januari 36 v.chr., Rome 1 mei 37 n. Chr., Rome Antonia, ook bekend als Antonia minor of Antonia de Jongere, was een van de meest prominente vrouwen van de Julisch-Claudische dynastie

Nadere informatie

Kopstukken: Constantijn de Grote I. Prof.dr. L.V. Rutgers

Kopstukken: Constantijn de Grote I. Prof.dr. L.V. Rutgers Kopstukken: Constantijn de Grote I Prof.dr. L.V. Rutgers Thema s Politieke geschiedenis Geschiedschrijving Religie Kunst Voorgeschiedenis: Problemen in de 3e eeuw 1. Erfopvolging: keizers = beroepssoldaten:

Nadere informatie

In welke plaats riep Samuel het volk bij elkaar?

In welke plaats riep Samuel het volk bij elkaar? Saul tot koning gekozen. In welke plaats riep Samuel het volk bij elkaar? 1 Samuel 10:17 17 Maar Samuel riep het volk samen bij de HEERE, in Mizpa. De zalving van Saul tot koning was niet aan het volk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5)

Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5) Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5) Samenvatting door een scholier 1178 woorden 19 november 2017 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis Samenvatting H1 Het Spaanse wereldrijk

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

3,3. Samenvatting door F. 992 woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis 2.1. Bloeitijd gr: v Chr

3,3. Samenvatting door F. 992 woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis 2.1. Bloeitijd gr: v Chr Samenvatting door F. 992 woorden 22 juni 2013 3,3 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats 2.1 Bloeitijd gr: 750-150 v Chr Bloeitijd Atheense democratie: 5e en 4e eeuw v Chr. Veroveringen

Nadere informatie

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION HET TERRACOTTALEGER & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO 23.12.16 23.04.17 PEDAGOGISCH DOSSIER 11-14 JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION + 3 2 4 2 2 4 WWW. T E R R A C O T 4 9 3 8 TA - L I E

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari 2005 7 334 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden 1 Wat is een revolutie? Een grote verandering in de samenleving in een korte

Nadere informatie

Tijdvak 1. Prehistorie

Tijdvak 1. Prehistorie Samenvatting door I. 1974 woorden 1 maart 2015 4,9 14 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 5: Prehistorie, oudheid en middeleeuwen Tijdvak 1. Prehistorie De levenswijze van jagers-verzamelaars Jagen

Nadere informatie

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr. 18 prehistorie oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Romeinen Het Romeinse rijk Jos en Mirthe staan voor opa s boekenkast. Opa, vraagt Mirthe, heeft u ook boeken over de Romeinen?

Nadere informatie

Antwoordkernen bij Eureka 1, 7-de herziene druk, Amersfoort 2013-2014

Antwoordkernen bij Eureka 1, 7-de herziene druk, Amersfoort 2013-2014 DE KLASSIEKE OUDHEID: DE GRIEKEN Antwoordkernen bij Eureka 1, 7-de herziene druk, Amersfoort 2013-2014 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist

Nadere informatie

Samenvatting KCV Hoofdstuk 7

Samenvatting KCV Hoofdstuk 7 Samenvatting KCV Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 2873 woorden 20 december 2006 4,3 9 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum Griekenland b. 750-500: Archaïsche tijd - Is afgeleid van het Griekse

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 1. Leg uit wat een sofist was. score: 2. Welke rol speelden de sofisten in de Atheense democratie? 3. Waarom is het niet juist te spreken van Griekenland in de tijd

Nadere informatie

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

De Romeinen. Wie waren de Romeinen? De Romeinen Wie waren de Romeinen? Lang voor de Romeinen naar ons land kwamen, woonden ze in een kleine staat rond de stad Rome. Vanaf 500 voor Christus begonnen de Romeinen met gebiedsuitbreiding. Als

Nadere informatie

Verspreiding christendom vmbo12

Verspreiding christendom vmbo12 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 july 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/62161 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

De tijd van Grieken en Romeinen:

De tijd van Grieken en Romeinen: De tijd van Grieken en Romeinen: Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen (-300 tot 500 na Christus) - de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek - De klassieke

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

LESPAKKET ROMEINSE INVAL IN DE LAGE LANDEN

LESPAKKET ROMEINSE INVAL IN DE LAGE LANDEN @ LESPAKKET ROMEINSE INVAL IN DE LAGE LANDEN pagina 2 en 3! inleiding HET ROMEINSE RIJK Het Romeinse Rijk bestond van 753 voor Christus tot 476 na Christus. Het viel in 285 na Christus uit elkaar in het

Nadere informatie