CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2013 VAN KEMPISCH BEDRIJVENPARK

Transcriptie

1 CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING 2013 VAN KEMPISCH BEDRIJVENPARK 1. Inleiding Bij besluit van 22 oktober 2012 heeft het Algemeen Bestuur aan Ernst & Young opdracht verstrekt de accountantscontrole als bedoeld in art 213 GW voor het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark uit te voeren. Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole moet het Algemeen Bestuur echter nog een aantal zaken nader regelen, die op hoofdlijnen in dit controleprotocol plaatsvindt. Object van controle is de jaarrekening 2013 inclusief het financiële beheer over 2013 uitgeoefend door of namens het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark. 1.1 Doelstelling Dit controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringtoleranties voor de controle van de jaarrekening 2013 van het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark. 1.2 Wettelijk kader De gemeentewet (GW), art. 213, schrijft voor dat het Algemeen Bestuur één of meer accountants aanwijst als bedoeld in art. 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in art 197 GW bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. Voor het openbaar lichaam zijn van toepassing art.186 tot en met 213 GW, voor zover van toepassing voor Gemeenschappelijke Regelingen. In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant kan het Algemeen Bestuur nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeurings- en rapporteringtoleranties. Tevens zal in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven moeten worden welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidscontrole zal zijn. Het Algemeen Bestuur heeft op 2 juli 2007 de verordening ex art 213 GW voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark vastgesteld. In het besluit van 2 juli 2007 is het bij de controle te hanteren normenkader in hoofdlijnen vastgelegd. Met dit controleprotocol stelt het Algemeen Bestuur nadere aanwijzingen vast die specifiek van toepassing zijn voor het controlejaar Procedure In de verordening ex art 213 Gemeentewet is ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole in artikel 4, lid 3 geregeld dat periodiek (afstemmings)overleg plaatsvindt tussen de accountant, de directeur en de controller. Kempisch Bedrijvenpark 1/14

2 2 Algemene uitgangspunten voor de controle ( getrouwheid én rechtmatigheid ). Zoals in art 213 GW is voorgeschreven zal de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de, door het Algemeen Bestuur benoemde, accountant gericht zijn op het afgeven van een oordeel over: de getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten, de activa en passiva evenals de garantiestellingen en waarborgsommen; het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder de verordeningen van het openbaar lichaam; de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken; het in overstemming zijn van de door het Dagelijks Bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten); de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet (Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten) alsmede de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (NIVRA) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede de balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder bestuursbesluiten (verordeningen van het openbaar lichaam ). 3 Te hanteren goedkeurings- en rapporteringtoleranties Op grond van controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet bepaalt de accountant binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop hij de accountantscontrole inricht, evenals de aard en omvang van de werkzaamheden die hij daarvoor uitvoert. De accountant accepteert daarbij in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten, balansmutaties en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie 1. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en statische deelwaarnemingen en extrapolaties. 1 Door de toepassing van een risicoanalyse kan het zo zijn dat niet alle transacties die groter zijn dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie individueel worden gecontroleerd. Ook kunnen andere gegevensgerichte werkzaamheden dan deelwaarnemingen worden toegepast. Met name door toepassing van cijferanalyse (verbandscontroles) kan het aantal deelwaarnemingen worden beperkt. Kempisch Bedrijvenpark 2/14

3 In het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Het Algemeen Bestuur mag de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan deze minimumeisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de accountantsverklaring. De minimumeisen zijn: Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten) Strekking accountantsverklaring: Goedkeurend Beperking Oordeelonthouding Afkeurend 1% >1%<3% - 3% 3% >3%<10% 10% - Naast deze kwantitatieve benadering zal de accountant ook een kwalitatieve beoordeling hanteren (professional judgement). De weging van fouten en onzekerheden vindt ook plaats op basis van professional judgement. De definitie van de goedkeuringstolerantie luidt als volgt: de goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming, de strekking van de af te geven accountantsverklaring. Naast de goedkeuringstoleranties wordt onderkend de rapporteringtolerantie. Deze kan als volgt worden gedefinieerd: de rapporteringtolerantie(s) is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringtolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreidere rapportage van bevindingen. De rapporteringtolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoorbeeld 80%, van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag. De rapporteringtoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die het Algemeen Bestuur specifiek nader terug wil zien, zonder dat dit de controletoleranties zelf beïnvloedt. De rapporteringtolerantie wordt door het Algemeen Bestuur vastgesteld, met inachtneming van bovengenoemde minimumeisen. De accountant richt de controle in rekening houdend met de rapporteringtolerantie om te kunnen waarborgen dat alle gesignaleerde onrechtmatigheden die dit bedrag overschrijden ook daadwerkelijk in het verslag van bevindingen worden opgenomen. In het hierna opgenomen schema is de goedkeuringstolerantie opgenomen zoals door het Algemeen Bestuur vastgesteld voor het controlejaar Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten) Goedkeurend Beperking Oordeelonthouding Afkeurend 1% >1%<3% - 3% 3% >3%<10% 10% - Op basis van de gewijzigde begroting 2013 (omvang van de lasten bedragen ) van het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark, betekenen bovengenoemde percentages dat een totaalbedrag aan fouten in de jaarrekening van circa ,- en een totaal van onzekerheden van circa ,- de goedkeurende strekking van de accountantsverklaring niet zullen aantasten. Voor de rapporteringtolerantie stelt het Algemeen Bestuur als maatstaf dat de accountant elke fout of onzekerheid rapporteert. Fouten van kwalitatieve aard zullen tevens gerapporteerd worden. Kempisch Bedrijvenpark 3/14

4 4 Begrip rechtmatigheid en de aanvullend te controleren rechtmatigheidscriteria. Algemeen Bestuur Voor een toelichting op het begrip rechtmatigheid in relatie tot de accountantscontrole bij gemeenten en provincies wordt verwezen naar de Nota van toelichting bij het Besluit accountantscontrole gemeenten (Staatsblad 2002, 68) en het NIVRA-discussierapport Financiële rechtmatigheid(scontrole) bij gemeenten en provincies ( In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen 9 rechtmatigheidscriteria worden onderkend: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium, het misbruik en oneigenlijk gebruikcriterium, het calculatiecriterium, het valuteringscriterium, het adresseringscriterium, het volledigheidscriterium, het aanvaardbaarheidscriterium en het leveringscriterium. In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria. Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van het financieel beheer zal extra aandacht besteed moeten worden aan de volgende rechtmatigheidscriteria: 1. Het begrotingscriterium 2. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium); 3. Het voorwaardencriterium. In de Audit Alert 17 van het NIVRA d.d. 09 februari 2006 is over deze rechtmatigheidscriteria onder meer het volgende opgenomen. Het begrotingscriterium Ad 1. Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de jaarrekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is voor zover het de begrotingsoverschrijdingen betreft - mogelijk sprake van onrechtmatige uitgaven. De financiële beheershandeling die deze begrotingsoverschrijding veroorzaakt, kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van het Algemeen Bestuur zoals geregeld in de Gemeentewet en de Statuten van het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark (artikel 29). Voor de afsluitende oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door het Algemeen Bestuur geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Bij hogere lasten dan was begroot, zal worden beoordeeld of deze worden gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Het bepalen van welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan het Algemeen Bestuur. Als het voor de accountant niet duidelijk is of de begrotingsoverschrijdingen binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleid passen, bestaat onzekerheid over de rechtmatigheid van deze overschrijdingen. De accountant zal dan eerst trachten meer duidelijkheid te krijgen over de visie van het Algemeen Bestuur met betrekking tot deze overschrijdingen. Indien de onzekerheid blijft bestaan, zal de accountant de onzekerheid kwantificeren en in zijn oordeel betrekken. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium Ad 2. Het openbaar lichaam Kempisch Bedrijvenpark zal een beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik moeten hebben. Het is aan te bevelen dat het Dagelijks Bestuur zich in het jaarverslag en/of de toelichting op de jaarrekening verantwoordt over de opzet, de uitvoering en de resultaten van het M&O-beleid. Kempisch Bedrijvenpark heeft geen overkoepelend vastgesteld M&O-beleid. Voor bestaande procedures wordt getoetst in hoeverre in de uitvoering deugdelijke maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van misbruik- en oneigenlijk gebruik. Daarbij gelden de randvoorwaarden van redelijkheid richting derden en een kosten/baten-afweging. Binnen de belangrijkste procedures zijn (informeel) adequate maatregelen getroffen ter waarborging van de getrouwheid van de financiële verantwoording. Kempisch Bedrijvenpark 4/14

5 Het voorwaardencriterium Ad 3. Besteding en inning van gelden door Kempisch Bedrijvenpark zijn aan bepaalde voorwaarden gebonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de (eigen) regelgeving. De gestelde voorwaarden hebben in het algemeen betrekking op de omschrijving van het project, bevoegdheden, het voeren van een administratie, het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken, aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie ed. De minimale voorwaarden met betrekking tot een financiële beheershandeling hebben betrekking op recht, hoogte en duur, de eventuele aanvulling verschilt per wet, regeling en verordening. Voor alle geldstromen dient in het toetsingskader ondubbelzinnig vast te staan welke voorwaarden erop van toepassing zijn. De drie nieuwe hiervoor vermelde punten uit de NIVRA Audit Alert 17 zijn voor het Kempisch Bedrijvenpark hierna verder uitgewerkt. Voor het begrotingscriterium (punt 1): De controle op de begrotingsrechtmatigheid omvat meerdere aspecten en kan uit verschillende invalshoeken worden benaderd: 1. Verantwoording op het juiste begrotingsonderdeel De verantwoording op het juiste begrotingsonderdeel dient primair te worden gewaarborgd door interne procedures. De accountant toetst de invulling en naleving van de interne procedures. De controle door de accountant behoort tot de reguliere werkzaamheden van de accountant. 2. Juiste begrotingsjaar Verantwoording dient plaats te vinden op basis van het voorgeschreven stelsel van baten en lasten. Indien bewust wordt afgeweken van dit stelsel en dit leidt tot verschuivingen tussen begrotingsjaren, dan dient dit te worden toegelicht in de jaarrekening. De juiste toepassing van het voorgeschreven toerekeningsstelsel maakt deel uit van het accountantsonderzoek. De accountantscontrole van de juiste verwerking van de begrotingscijfers in de jaarrekening en de controle op het gebruik van de juiste begrotingspost geven de waarborgen dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de begrotings(on)rechtmatigheid. 3. Toereikendheid van het begrotingsbedrag Als blijkt dat het gerealiseerde saldo hoger is dan de, ook na de laatste begrotingswijziging, geraamde bedragen is per definitie sprake van onrechtmatige uitgaven (begrotingsonrechtmatigheid), omdat de overschrijding strijdig is met het budgetrecht van het Algemeen Bestuur. Volgens het BBV dienen deze overschrijdingen (en onderschrijdingen) goed herkenbaar in de jaarrekening te worden opgenomen. Door het vaststellen van de rekening door het Algemeen Bestuur, waarin de overschreden budgetten zijn opgenomen en adequaat zijn toegelicht, werden in het verleden de betreffende uitgaven alsnog geautoriseerd. Thans is van dit automatisme een expliciete procedure gemaakt. Deze procedure is als volgt: Het is zaak vast te stellen of het Dagelijks Bestuur bij de uitgaven die overschrijdingen van het saldo veroorzaken, binnen het door het Algemeen Bestuur uitgezette beleid is gebleven. In de jaarrekening presenteert het Dagelijks Bestuur een overzicht met een analyse van de aard/soort van het saldo overschrijding. De invulling van het begrotingscriterium dient zich te beperken tot onderwerpen die van enig materieel belang zijn. In praktische zin zal de toelichting op het aantal overschrijdingen dan beperkt blijven tot posten die relevant zijn voor de totale begrotingsuitvoering. Als algemene regel geldt dat alle begrote overschrijdingen en onderschrijdingen die per begrotingsonderdeel (saldo, stelposten, reservemutaties en saldo van kostenplaatsen) per saldo 10 % van het saldo met een ondergrens van te boven gaan, gemeld worden. Voor het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (punt 2): Voor bestaande procedures moet worden getoetst in hoeverre deugdelijke maatregelen ter voorkoming van misbruik- en oneigenlijk gebruik zijn genomen. Daarbij is de vooronderstelling gerechtvaardigd dat binnen de belangrijkste procedures reeds (informeel) adequate maatregelen zijn getroffen ter waarborging van de getrouwheid van de financiële verantwoording. Kempisch Bedrijvenpark 5/14

6 Voor het voorwaardencriterium (punt 3): Door het Algemeen Bestuur zijn in verschillende verordeningen en besluiten voorwaarden opgenomen. Met het vaststellen van de reikwijdte van de rechtmatigheidstoets door de accountant in dit controleprotocol wordt het voorwaardencriterium nader uitgewerkt. Uitgangspunt daarbij is dat vooralsnog het huidige informele beleid wordt bekrachtigd en er met name jegens derden niet met terugwerkende kracht strengere normen worden toegepast. 5 Reikwijdte accountantscontrole rechtmatigheidtoetsing De accountantscontrole op rechtmatigheid voor het kalenderjaar 2013 en de daarbij behorende voorperiode is limitatief gericht op: 5.1 Wet- en regelgeving extern: De naleving van wettelijke kaders, zoals die in bijlage 1 in de kolom Wetgeving extern van het Normenkader voor de rechtmatigheidscontrole bij Kempisch Bedrijvenpark is opgenomen. Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen; 5.2 Wet- en regelgeving intern: de naleving van de volgende kaders: de begroting. financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet, zijnde Financiële Verordening Gemeenschappelijke Regeling Kempisch Bedrijvenpark. de controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet; zijnde Controleverordening Kempisch Bedrijvenpark. en de overige kaders zoals opgenomen in de kolom Regelgeving intern van de Normenkader voor de rechtmatigheidscontrole bij Kempisch Bedrijvenpark (bijlage 1 van dit protocol). Dit laatste voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen. Kempisch Bedrijvenpark 6/14

7 5.3 Beperking reikwijdte: Voor wat betreft het gestelde in 5.1. en 5.2. gelden de volgende beperkingen waarmee de accountant rekening houdt: a. Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd worden deze in de rapportage en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door het Algemeen Bestuur of hogere overheden vastgestelde regels betreft. Met andere woorden: interne regels van het Dagelijks Bestuur naar ambtelijke organisatie c.q. besluiten van het Dagelijks Bestuur vallen daar buiten. Uitzondering hierop vormen mandaat- en delegatiebepaling voorzover van belang voor de getrouwheidscontrole door de accountant. Voorts kunnen interne regels wel relevant zijn voor de nadere vaststelling van de invulling van hogere besluiten, maar zijn op zich geen object van onderzoek. Het is (over het algemeen) aan het Dagelijks Bestuur om een oordeel te vellen over de geconstateerde afwijkingen van lagere interne regels. b. Ter uitvoering van de interne regelgeving dient Kempisch Bedrijvenpark te handelen conform wat zij zelf in haar verordeningen en besluiten heeft bepaald, maar ook aan de verordeningen en besluiten zelf zijn in zekere mate eisen te stellen, willen zij uitvoerbaar zijn c.q. daadwerkelijk rechtskracht krijgen dan wel houden. Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets plaats naar de hoogte, duur en object van financiële beheershandelingen, tenzij jegens derden aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen. 2 ; Een toets naar van hoogte, duur en recht van deze interne regelgeving zal voor de rechtmatigheidsbeoordeling altijd moeten plaatsvinden, doch kan uiteindelijk worden beperkt tot de meest basale aspecten daarvan. Op basis van een inventarisatie is onderzocht welke specifieke bepalingen per regelgeving wel of niet in de rechtmatigheidstoets door de accountant betrokken behoeven te worden (zie bijlage 4). 6 Rapportering accountant Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant hierna in het kort weergegeven als volgt: Verslag van bevindingen Overeenkomstig de gemeentewet wordt omtrent de controle een verslag van bevindingen uitgebracht aan het Algemeen Bestuur en in afschrift aan het Dagelijks Bestuur (zie ook artikel 7 lid 1 van de controleverordening). In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen. Uitgangspunten voor de rapportagevorm Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van de criteria. Fouten of onzekerheden die de rapporteringtolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door Kempisch Bedrijvenpark gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging. 2 Dergelijke jegens derden geformuleerde (financiële) voorwaarden zijn immers ook al relevant voor de accountantscontrole inzake de getrouwheid van de jaarrekening. Kempisch Bedrijvenpark 7/14

8 Accountantsverklaring In de accountantsverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid. Deze accountantsverklaring is bestemd voor het Algemeen Bestuur, zodat deze de door het Dagelijks Bestuur opgestelde jaarrekening kan vaststellen. In bijlage 3 worden de rapportagemomenten nader vastgelegd Bijlagen: 1. Normenkader voor de rechtmatigheidscontrole bij Kempisch Bedrijvenpark 2. Communicatie en periodiek overleg 3. Rapportagemomenten 4. Toetsingskader voor de rechtmatigheidscontrole bij Kempisch Bedrijvenpark Kempisch Bedrijvenpark 8/14

9 Bijlage 1: Normenkader voor de rechtmatigheidscontrole bij Kempisch Bedrijvenpark In het navolgende overzicht is een inventarisatie gegeven van de in het kader van de rechtmatigheidscontrole relevantie algemene wet- en regelgeving. Dit overzicht moet als volgt worden gelezen: In de eerste kolom worden de specifieke activiteiten nader uitgewerkt. In de kolom wetgeving extern wordt de te toetsen algemene wet- en regelgeving aangegeven die direct een relatie heeft met het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van Kempisch Bedrijvenpark. Deze algemene wet- en regelgeving moet veelal nog nader worden uitgewerkt. Voor subsidies van derden worden bijvoorbeeld nadere subsidieregels ontvangen. De randvoorwaarden waarbinnen uitgaven (lasten) mogen worden gedaan worden ondermeer ontleend aan de begroting, de financiële beheersverordening en het delegatie en mandaatbesluit. Veelal zal het Algemeen Bestuur dus ter verdere implementatie van de uitvoering van de algemene wet- en regelgeving eigen verordeningen en/of beleidsregels opstellen waarmee een nadere invulling wordt gegeven voor de lokale uitvoering van het daaraan verbonden financiële beheer. Deze verordeningen en besluiten zijn opgenomen in de laatste kolom. Met de in dit overzicht gepresenteerde inventarisatie wordt een minimumkader geboden voor de reikwijdte van de rechtmatigheidscontrole zoals vastgelegd in art. 213 gemeentewet en het met Algemene maatregel van bestuur vastgesteld Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden. Specifieke activiteit Algemeen financieel middelenbeheer Treasury Wet- en regelgeving extern Grondwet Burgerlijk wetboek Gemeentewet Besluit begroting en Verantwoording Wet gemeenschappelijke regelingen Algemeen wet bestuursrecht BTW wetgeving Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden Wet Fido Wet Financiering decentrale overheden Wet- en regelgeving intern Verordening ex artikel 212 GW Verordening ex artikel 213 GW Gemeenschappelijke Regeling Kempisch Bedrijvenpark Treasury statuut Delegatie en mandaatbesluit Kempisch Bedrijvenpark 9/14

10 Specifieke activiteit Arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid Inkopen en contractenbeheer Cofinanciering Grondexploitatie Wet- en regelgeving extern Ambtenarenwet Arbeidstijdenwet Arbowet Fiscale wetgeving Sociale verzekeringswetten CAR/UWO CAO VPO EU-aanbestedingsregels (BAO) EEG verdrag Jurisprudentie Subsidieverordening SRE Kaderwet LNV-subsidies Wet ruimtelijke ordening Besluit ruimtelijk ordening Wet voorkeursrecht gemeenten Onteigeningwet Besluit externe veiligheid inrichting (Bevi) Europese SMB-richtlijn Europese vogelrichtlijn Habitatrichtlijn Flora en Faunawet Woningwet Huisvestingswet Wet Milieubeheer Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer Boswet Wet Bodemsanering Wet Geluidhinder Wet op de economische delicten Archiefwet Monumentenwet Planwet Verkeer en vervoer Wegenverkeerswet 1994 Wet op de waterhuishouding Waterleidingwet Wet Luchtverontreiniging Wet Bodembescherming Luchtvaartwet Wet- en regelgeving intern geen eigen van toepassing vanuit gemeente Bladel: Bezoldigingverordening Bladel Regeling reis- en verblijfskosten- Bladel Regeling vergoedingen en toelagen Bladel Reglement inkoop en aanbesteding Kempisch Bedrijvenpark, met dien verstande dat voor de aanbestedingsprocedure leveringen en diensten 2008/ 2009 de rode kaart en voor aanbestedingsprocedure werken 2008/2009 de blauwe kaart wordt toegepast van de gemeente Bladel (versie 2008) Mandaat- en volmachtsbesluiten Uitgifte en selectiebeleid. Voorstel grondprijzen Concept model Koopovereenkomst Bouwregels KBP Herzien uitgiftebeleid 16 april 2012 Kempisch Bedrijvenpark 10/14

11 Telecommunicatiewet Crisis- en Herstelwet Nazorgwet Ontgrondingenwet Interim structuurvisie Provincie Noord-Brabant en paraplunota Landschapsverordening Noord- Brabant Keur waterschap De Dommel Verdrag van Malta Legesverordening Bladel Bestemmingsplan KBP 2008 Bestemmingsplan KBP herziening 2011 Welstandsnota Bladel Wet bescherming persoonsgegevens Politiewet Kempisch Bedrijvenpark 11/14

12 Bijlage 2: Communicatie en periodiek overleg Onderstaand is de overlegstructuur in een communicatiematrix vastgelegd voor het boekjaar Uit oogpunt van doelmatigheid heeft het de voorkeur zoveel mogelijk gesprekken te combineren. In het kader van het bestuurlijke overleg en de rapportage kunnen de volgende contacten tussen de accountant en het bestuur en management als regel van toepassing zijn. Aantal per jaar Toelichting Directeur/controller PM Met de directeur/controller vindt overleg plaats over de opdrachtverstrekking informeel voortgangsoverleg naar behoefte. Controller Periodiek De controller is voor de accountant een belangrijke gesprekspartner binnen het openbaar lichaam. Bijeenkomsten: telefonisch overleg over controlewerkzaamheden en nieuwe wet- en regelgeving. Verder inrichten AO-protocollen. Algemeen Bestuur PM Op verzoek zal de accountant verschijnen in de vergaderingen van Algemeen Bestuur. Kempisch Bedrijvenpark 12/14

13 Bijlage 3: Rapportage De volgende standaard rapportagemomenten worden onderkend: Rapportage Tijdstip Inhoud Gericht aan Verslag van bevindingen Accountantsverklaring Na afronding van de controle van de jaarrekening. Na afronding van de controle van de jaarrekening. Mogelijke risico s, verbeter- en aandachtspunten betreffende de processen en procedures (beheersingsstructuur) evenals overige van belang zijnde onderwerpen. Voortgang groeiproces invoering rechtmatigheid. Wettelijk: De vraag of inrichting van het financieel beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken. Daarnaast resterende fouten, onzekerheden of verbeteringen op het gebied van verslaglegging rekening houdend met afgesproken rapporteringtoleranties. Relatie tussen de controletolerantie als gevolg van controleverordening en de feitelijke bevindingen. Oordeel over de mate waarin de rekening een getrouw beeld geeft i.o.m. verslaggevingsvoorschriften en voldoet aan de eisen van rechtmatigheid. Algemeen Bestuur en afschrift naar Dagelijks Bestuur en directeur. Algemeen Bestuur Kempisch Bedrijvenpark 13/14

14 Bijlage 4: Toetsingskader voor de rechtmatigheidscontrole bij Kempisch Bedrijvenpark In het navolgende overzicht is een inventarisatie gegeven van de interne regelgeving in het kader van de rechtmatigheidscontrole Kempisch Bedrijvenpark Dit overzicht moet als volgt worden gelezen: In de tweede kolom zijn de verordeningen gegeven die direct relevant zijn voor de financiële rechtmatigheid. In de volgende kolommen zijn de artikelnummers genoemd en verdeeld in recht, hoogte en duur die uiteindelijk het toetsingskader vormen voor de rechtmatigheidscontrole van de accountant. De overige artikelnummers opgenomen in onderstaande verordeningen, tenzij hieronder anders vermeld, behoeven niet in de rechtmatigheidtoets van de accountant betrokken te worden. Verordeningen: Artikelnummering: Recht: Hoogte: Duur: 1 Inrichting Financiële organisatie (212) volledig van toepassing 2 controleverordening (213) volledig van toepassing 3 Mandaatbesluit volledig van toepassing 4 Inkoop- en aanbestedingsbeleid volledig van toepassing, voor de aanbestedingsprocedure leveringen en diensten 2008/ 2009 wordt de rode kaart en voor aanbestedingsprocedure werken 2008/2009 de blauwe kaart toegepast van de gemeente Bladel (versie 2008) 5 Treasurystatuut volledig van toepassing Bladel Het Algemeen Bestuur Kempisch Bedrijvenpark voornoemd, de secretaris, de voorzitter Th. Huijbers, Mr. A.H.J.M. Swachten Kempisch Bedrijvenpark 14/14