Dutch model 75/2 (The Vintaf model)

Transcriptie

1 Dutch model 75/2 (The Vintaf model) Source: H. den Hartog, Th.C.M.J. van de Klundert, H.S. Tjan, De structurele ontwikkeling van de werkgelegenheid in macro economisch perspectief, CPB Overdrukken No. 152, 1975, Hieronder volgt het volledige vergelijkingenstelsel van het model. Voor de leesbaarheid zijn de correctievariabelen, en enkele minder belangrijke variabelen (statistische verschillen e.d.), in de definitievergelijkingen (33), (34) en (35) weggelaten. Variabelen zonder nadere aanduiding hebben betrekking op niveaus. In het algemeen duiden hoofdletters op waardebedragen, kleine letters op waardebedragen in constante prijzen van 1963 (mln gld). Variabelen betreffende arbeidsplaatsen, werkgelegenheid en werkloosheid luiden in aantallen (x 1000 manjaren). Variabelen met een cirkeltje erboven luiden in procenten. Produktiecapaciteit (1) y* = a 1,1 h 0.75 f(t - s, i) Arbeidsplaatsen (2) a* = a 2,1 h0 f(t s, i) 1.05 s Bouwjaar van de oudste outillage in gebruik (3) v = ln (l + l t 1 +l t 2 ) ln (py+ py t 1 +py t 2 ) 0.75ln h ln 9.0 ln 1.05 Werkgelegenheid (4) a = a* - a 4,1 (a* - as) - a 4,2 indien as < a* a = a* - a 4,3 (1 - q)a* + a 4,4 indien as > a* Loonvoetmutatie (5) l = a 5,1 pc t-1/2 + a 5,2 (y-a) t-1/2 - a 5,3 ft-1/2 - a 5,4 Kosten per bestedingscomponent (6) kc = a 6,1 {l - a 6,2 (y - a)} + a 6,3 pmgh t-1/4 (7) kb = a 7,1 {l - a 7,2 (y - a)} + a 7,3 pmgh (8) ki = a 8,1 {l - a 8,2 (y - a)} + a 8,3 pmgh t-3/4 (9) kgeb = a 9,1 {l - a 9,2 (y - â)} + a 9,3 pmgh as a as + a 5,5 Prijsmutaties per bestedingscomponent (10) pc = (1-ec){kc - a 10,1 [kc - pmc t-3/4 ] + a 10,2 Dq + a 10,3 } + ec pmc + pcau (11) pb = kb - a 11,1 (kb - pb') + a 11,2^q - a 11,3 + pbau (12) pi = (1-ei){ki - a 12,1 [ki-pmi t-1/2 ] + a 12,2 Dq - a 12,3 } + ei pmi + piau (13) pgeb = kgeb + pgebau Consumptie van gezinnen (14) C = a 14,1 LD + a 14,2 ZD + a 14,3 Investeringen van bedrijven in outillage (incl. transportmiddelen) resp. in bedrijfsgebouwen (15) Iou = a 15,1 (ZD + D - s*pi) t-1/2 + a 15,2 q t-1 - a 15,3 + s*pi (16) igeb = a 16,1 (iou-s) + a 16,2 s - a 16,3 Dln[1 + RG t 0.5 Igeb ] + a 16,4

2 Voorraadvorming (17) Sn = a 17,1 [ c + b + iou + igeb + x] - a 17,2 Uitvoer van goederen (18) ln b = 0.5 ln b t-1 + a 18,1 [ln mw ln mw t-1 ] - a 18,2 ln( pb p'b ) - a 18,3 [ln q t ln q t-2 ] + a 18,4 Invoer van goederen (19) ln m = 0.2 ln m t-1 + a 19,1 [ln v ln v t-1 ] - a 19,2 ln( pm pv ) + a 19,3 {ln q t-1/3-0.2 ln q (t-1/3)t-1 } - a 19,4 Indirecte belastingen minus subsidies (20) Tk_S = a 20,1 (C + x * px) - a 20,2 Directe belastingen op looninkomen UL + TR (21) TL = a 21,1 (Lb+Lov+TR+UL-PL) - a 21,2 [ Lb + Lov PL ] + a 21,3 Directe belastingen op overig inkomen TL (22) TZ = a 22,1 (Z+Zau-TLZ) + [ Lb + Lov ]. TLZ - a 22,2 Afschrijvingen van bedrijven (23) D = a 23,1 (Y + Yag) + a 23,2 Overige vergelijkingen (voornamelijk definitievergelijkingen) Toegerekend looninkomen voor zelfstandingen (24) TLZ = az. l Toegerekend beschikbaar looninkomen voor zelfstandingen 1 TL (25) TLZB = { Lb + Lov }. TLZ - PZ Beschikbaar looninkomen (26) LB = Lb + Lov + TR + UL - TL - PL Beschikbaar looninkomen, inclusief dat voor zelfstandigen (27) LD = LB + TLZB Beschikbaar overig inkomen, excl. beschikbaar looninkomen voor zelfstandigen (28) ZD = (Z + Zau - TLZ) - {TZ - (TL/Lb+Lov) * TLZ} Loonsom bedrijven (29) Lb = l(a - az) Loonsom overheid (30) Lov = lov. aov Loonsom per werknemer in bedrijven (31) l = l t-1 (1 + i 100 ) Loonsom per werknemer in de overheidssector (32) lov = lov t-1 {1 + i + iovau } 100 Totale afzet, excl. uitvoer van diensten (33) v = c + b + iou + igeb + x + n Bruto toegevoegde waarde van bedrijven tegen factorkosten, excl. aardgas (34) y = (v + sd - m - dov). a 34,1 - yag Bruto toegevoegde waarde van bedrijven tegen factorkosten, excl. aardgas (35) Y = C + b. pb + Iou + Igeb + x. px + sd. pd + n. pn - m. pm - Yag - TK_S - Dov Prijs bruto toegevoegde waarde van bedrijven tegen factorkosten 2

3 3 (36) py = Y y Prijsmutatie van de autonome bestedingen (37) px = a 37,1 pc + a 37,2 pgeb Prijzen per bestedingscomponent (indices 1963 = 1) (38) pc = pc t-1 (1 + pc. 0.01) (39) pb = pb t-1 (1 + pb. 0.01) (40) pi = pi t-1 (1 + pi. 0.01) (41) pgeb = pgeb t-1 (1 + pgeb. 0.01) (42) px = px t-1 (1 + px. 0.01) (43) pv C+ b pb+ Iou + Igeb+ x px + n pn = v Volume consumptie gezinnen (44) c = C pc Volume investeringen in outillage en transportmiddelen (45) iou = Iou pi Volume investeringen in outillage en transportmiddelen excl. voor de aardgassector (46) i = iou - iag Investeringen in bedrijfsgebouwen, in lopende prijzen (47) Igeb = igeb. pgeb Bezettingsgraad (1970 = 1.0) (48) q = y y* Werkloosheid (49) w = as - a Werkgelegenheidsmutatie in bedrijven (50) â = { a t a t 1 a t 1 }. 100 Volumemutatie bruto toegevoegde waarde van bedrijven, excl. aardgas (51) y = { y t y t 1 y t 1 }. 100 Overig inkomen (52) Z = Y + Yag - D - Lb Afstoot van outillage en transportmiddelen (53) s = i - k + k t-1 Voorraad outillage en transportmiddelen (54) k = f(t - s, i)

4 Lijst der Symbolen endogene variabelen: a werkgelegenheid in bedrijven a* aantal arbeidsplaatsen in bedrijven b uitvoer van goederen C,c particuliere consumptie D afschrijvingen van bedrijven i investeringen door bedrijven in outillage en transportmiddelen, excl. investeringen ten behoeve van aardgaswinning Igeb,igebinvesteringen door bedrijven in bedrijfsgebouwen Iou,iou investeringen door bedrijven in outillage en transport-middelen k voorraad outillage en transportmiddelen procentuele mutatie van: kc de kosten met betrekking tot de afzetcategorie particuliere consumptie kb de kosten met betrekking tot de categorie uitvoer van goederen kgeb de kosten met betrekking tot de categorie investeringen in bedrijfsgebouwen ki de kosten met betrekking tot de afzetcategorie investeringen in outillage en transportmiddelen l loonsom per werknemer in bedrijven (x 1000 gld) lov loonsom per werknemer in de overheidssector (x 1000 gld) Lb totale loonsom bedrijven LB beschikbaar looninkomen LD beschikbaar looninkomen, incl. dat van zelfstandigen Lov totale loonsom overheid m invoer van goederen n voorraadvorming prijspeil van: pc de particuliere consumptie pb de uitvoer van goederen pgeb de investeringen in bedrijfsgebouwen pi de investeringen in outillage en transport-middelen pv de totale afzet, excl. uitvoer van diensten px de investeringen in woningen en netto materiele overheids bestedingen py de bruto toegevoegde waarde van bedrijven tegen factorkosten, excl aardgas q bezettingsgraad (in 1970 is q = 1) s afstoot van outillage en transportmiddelen TLZ toegerekend looninkomen van zelfstandigen TLZB toegerekend beschikbaar looninkomen van zelfstandigen TK_S indirecte belastingen minus subsidies TL directe belastingen op looninkomen TZ directe belastingen op overig inkomen v totale afzet, excl. uitvoer van diensten w aantal werklozen Y,y bruto toegevoegde waarde van bedrijven tegen factorkosten, excl. aardgas winning y* produktiecapaciteit Z overig inkomen ZD beschikbaar overig inkomen, excl. beschikbaar looninkomen van zelf standingen 4

5 Exogene variabelen: aov werkgelegenheid in de overheidssector as arbeidsaanbod voor bedrijven az aantal zelfstandigen Dov,dov afschrijvingen in de overheidssector ei aandeel (in lopende prijzen) van de concurrerende invoer in de totale bestedingen aan categorie i f verschil tussen de procentuele mutatie van het beschikbaar inkomen van de modale werknemer en die van de loonsom per werknemer in bedrijven h werktijd (1959 = 1) iag investeringen in outillage en transportmiddelen ten behoeve van de aardgaswinning i ovau verschil tussen de procentuele mutatie van de loonvoet in de overheids sectoren die in bedrijven mw volume (herwogen) wereldinvoer (1964 = 1) prijspeil van pb' de concurrerende uitvoer pd het uitvoersaldo van diensten pm de invoer van goederen pmc de invoer van eindprodukten ten behoeve van particuliere consumptie pmgh de invoer van grond- en hulpstoffen (incl. verleende diensten door het buitenland aan bedrijven) pmi de invoer van investeringsgoederen pn de voorraadvorming pjau procentuele mutatie van de prijs van de afzetcategorie j als gevolg van autonome factoren PL premies betaald door loontrekkers PZ premies betaald door zelfstandigen RG stuwmeer van bouwaanvragen sd saldo uitvoer van diensten TR inkomensoverdrachten van de overheid aan loontrekkers UL uitkeringen aan loontrekkers van levensverzekeringen en pensionen x investeringen in woningen, netto materiele overheids- consumptie en - investeringen Yag,yag produktie aardgaswinning Zau totaal overgedragen overig inkomen 5