De Lerarenopleiding Kleuteronderwijs aan de Hogeschool-Universiteit Brussel in 10 bladwijzers VLEKHO-HONIM

Transcriptie

1 De Lerarenopleiding Kleuteronderwijs aan de Hogeschool-Universiteit Brussel in 10 bladwijzers VLEKHO-HONIM

2

3 Opleidingsprincipe 1 Werken met thema s

4 Opleidingsprincipe 1 Werken met thema s In de kleuterklas werk je activiteiten uit rond een bepaald belangstellingscentrum. Dat is een thema dat aansluit bij de belevingswereld van kleuters. Het thema vormt de rode draad doorheen de activiteiten die je in je klas aanbiedt. Door te werken met thema s betrek je de kleuters actief bij het klasgebeuren. Je vertrekt immers vanuit hun interesses en zorgt voor boeiende activiteiten die hen aanzetten tot meedoen en interactie.

5 Opleidingsprincipe 2 Werken in hoeken

6 Werken in hoeken Opleidingsprincipe 2 Je kleuterklas richt je zo sfeervol en gezellig mogelijk in. Je zorgt voor verschillende hoeken. In zo n hoek ook wel speelwerkplek genoemd verzamel je spelmateriaal dat bij elkaar hoort en een bepaald soort spel uitlokt. Een hoek biedt rijke ontwikkelingskansen. Kinderen doen er ervaringen op, zelfstandig of onder begeleiding. Je kan veel hoeken inrichten: een onthaalhoek, een bouwhoek, een huishoek, een knutselhoek, een boekenhoek, een spelletjeshoek, een winkel De aankleding laat je aansluiten bij het thema waarrond je werkt. Is dat bijvoorbeeld het thema sleutels, dan kan je in de onthaalhoek een bord met deurtjes plaatsen. Achter elke deur schuilt een verrassing en elke dag wordt één deurtje met een speciale sleutel geopend. In de bouwhoek vinden de kleuters een grabbelbak met verschillende soorten sleutels en sorteerboxen. Die stimuleren de kleuters om de sleutels te sorteren op vorm, kleur In de boekenhoek verzamel je sprookjes en prentenboeken over sleutels. In de knutselhoek kunnen de kleuters afdrukken maken van sleutels in klei.

7 Opleidingsprincipe 3 Spelend leren

8 Spelend leren Opleidingsprincipe 3 Jonge kinderen spelen dag in dag uit, van s morgens vroeg tot s avonds laat. Via hun spel kunnen we hen dingen leren. Daarom bied je als kleuteronderwijzer(es) de activiteiten voor de kinderen steeds in spelvorm aan. Je speelt ook zelf mee om de kleuters te begeleiden in hun ontwikkelingsproces. Tijdens het spelen geef je impulsen om hen telkens een stapje verder te laten zetten in hun groeiproces. Een belangrijk spel in de kleuterklas is het rollenspel. Jonge kinderen vinden het immers vanzelfsprekend om het gedrag van de volwassenen om zich heen te imiteren. Kleuters leren dus door volwassenen na te doen. Daarom speel je kapper, een reis met de metro en nog zo veel meer.

9 Opleidingsprincipe 4 Vanzelfsprekend muzisch

10 Vanzelfsprekend muzisch Opleidingsprincipe 4 Liedjes, muziekstukjes, ritmes boeien kleuters meteen. Deze traditionele muzikale elementen kan je ook gebruiken om hun aandacht te trekken. Maar er zijn er nog veel meer: een sprekende pop, een voorwerp dat tot leven komt, je stem, je lichaam Je leert kleuters dus niet alleen liedjes zingen, een muziekinstrument bespelen, ritmes nabootsen en dansen. Je vult je activiteitenaanbod ook muzisch in door bijvoorbeeld rijmpjes, versjes of een pop te gebruiken, door met je stem typetjes te creëren of met je lichaam een figuur uit te beelden. Ook andere verrassingselementen - zoals een dansend lint, een sprekende hoed, een draaiende schijf... - werken uitstekend om kleuters muzisch te begeleiden. Doorheen je opleiding ontdek je deze muzische elementen en tijdens je stage leer je wat ze opwekken bij de kleuters. Zo ontwikkel je een muzische grondhouding : het wordt voor jou vanzelfsprekend om deze bijzondere muzische elementen in je activiteiten te integreren. Je zal zien dat kleuters zo meer bij je aanbod betrokken raken en er extra van genieten.

11 Opleidingsprincipe 5 De wereld ontdekken

12 De wereld ontdekken Kleuters ervaren nog elke dag nieuwe dingen. Zo wordt hun wereld elke dag een stukje Opleidingsprincipe 5 groter. Als kleuteronderwijzer(es) help je hen hun kijk op de wereld verder te ontwikkelen. Je geeft betekenis aan de ervaringen die de kleuters opdoen en probeert in te spelen op de betekenis die zij zelf geven aan de hen omringende wereld. Een poes is voor sommige kleuters aantrekkelijk, voor anderen beangstigend. De geur van look is voor de ene kleuter heel gewoon, voor de andere vies. Voor kinderen uit een Vlaams gezin betekent de komst van de Sint iets anders dan voor kinderen uit een Marokkaans gezin. Dit zijn maar een paar voorbeelden die aantonen dat de wereld verkennen voor jonge kinderen niet altijd even gemakkelijk is. Maar als je de uitdaging aangaat om met hen op weg te gaan, zal je merken dat je heel wat kan bereiken.

13 Kijk juf, ik heb het brood gesnijd! Dat heb je goed gedaan! Met welk mes heb je dat brood gesneden? Opleidingsprincipe 6 Taal de hele dag door

14 Taal de hele dag door Opleidingsprincipe 6 Taal in de kleuterklas beperkt zich niet tot pure taallesjes. Elke ervaring, elke activiteit is een kans om de taal van kleuters te verrijken. Of je nu werkt rond tellen of een balspel speelt, je kan kleuters ondertussen altijd laten vertellen. Als kleuteronderwijzer(es) ben je bovendien een taalmodel voor de kinderen. Je taal moet dus onberispelijk zijn. Daarom werken we tijdens je opleiding voortdurend aan je taalbewustzijn, je taalgebruik en je expressie. Je leert op een creatieve manier omgaan met taal, zodat je de kleuters een rijke taal kan aanbieden. Je leert ook om voortdurend spreekkansen te creëren waarbij elke kleuter zich veilig voelt, zodat de talenkennis van je kleuters onbewust uitbreidt de hele dag door.

15 Opleidingsprincipe 7 Kleuters van alle leeftijden

16 Opleidingsprincipe 7 Kleuters van alle leeftijden Elke leeftijd is anders. Jonge kleuters hebben andere behoeften dan oudere. Peuters die voor het eerst naar school komen, hebben veel nood aan veiligheid en geborgenheid. Ze komen immers in een vreemde omgeving terecht. Jonge kleuters vragen vooral veel zorg: ze willen de hele tijd bewegen en alles ontdekken. Omdat ze zich nog niet altijd goed kunnen uitdrukken en nog niet alles verstaan, kan je niet alleen met woorden met hen communiceren. Oudere kleuters worden dan weer zelfstandiger en willen steeds meer zelf doen. Als kleuteronderwijzer(es) moet je met al die verschillende leeftijdsgroepen kunnen omgaan. In je eerste opleidingsjaar focussen we ons daarom vooral op vier- en vijfjarigen, vanaf het tweede opleidingsjaar ontdek je ook de eigenheid van de jongste kleuters.

17 Opleidingsprincipe 8 Diversiteit

18 Diversiteit Misschien zit er in de groep op de foto vooraan wel een kleuter die - twee mama s heeft? - hoogbegaafd is? - in een opvangcentrum woont? - thuis steeds lang mag opblijven? - een ongezonde lunch meekrijgt naar school? - zijn kamer moet delen met drie oudere zussen? - steeds te laat op school is? - gescheiden ouders heeft? - altijd ruzie maakt met andere kleuters? - liever alleen in een hoekje speelt? - Opleidingsprincipe 8 Elk kind is anders. Elk kind is uniek. Toch moet je in de klas elk kind steeds gelijke kansen bieden. Je opleiding leert je actief omgaan met deze diversiteit. Begrippen zoals openheid en respect staan centraal.

19 Opleidingsprincipe 9 Omgaan met ouders en collega s

20 Omgaan met ouders en collega s Opleidingsprincipe 9 Als kleuteronderwijzer(es) zorg je natuurlijk niet alleen voor de opvoeding van jonge kinderen. Hun ouders zijn volwaardige partners. Het liefst betrek je hen actief bij je klaswerking. Tijdens je opleiding leer je ongedwongen contact te leggen met ouders. Zo kan je hen op de hoogte houden van wat er in hun kind omgaat, hoe het evolueert en hoe het zich gedraagt in de klas. Tegelijk krijg jij via die contacten zicht op de thuissituatie van de kinderen en hoe je daar kan op inspelen. Op je school werk je bovendien in een team. Tijdens je opleiding leer je dan ook in een team functioneren. Je werkt samen met medestudenten, lectoren, stagementoren Zo krijg je stilaan zicht op jezelf en hoe je je in een groep voelt en gedraagt.

21 Opleidingsprincipe 10 Veelzijdige stage met sterke begeleiding

22 Opleidingsprincipe 10 Veelzijdige stage met sterke begeleiding Om je op alle beschreven terreinen te laten groeien, kom je van bij het begin van je opleiding in de kleuterklas. In het eerste jaar kies je - in samenspraak met je docenten - een stageklas waar je een heel jaar blijft werken. Zo bouw je een band op met de kleuters en met je mentor en krijg je een veilige basis om verder te groeien. Je leert ook in de eerste plaats rechtsreeks van je mentor. Aan de HUB volgt je stagebegeleider je op de voet. Je komt regelmatig samen met je stagebegeleider en een paar medestudenten om te oefenen, ervaringen uit te wisselen en te stil te staan bij jullie evolutie. Je leert van elkaar en helpt elkaar met leuke ideeën en tips over materialen, activiteiten, prentenboeken In het begin breng je af en toe een dag door in je stageklas. Tegen het einde van het eerste jaar doe je al eens een stage van een week. Vanaf het tweede opleidingsjaar kom je ook in verschillende klassituaties.

23 Studeren voor kleuteronderwijzer(es) aan de Hogeschool-Universiteit Brussel, wat houdt dat precies in? Deze waaier geeft je alvast een idee van wat je zoal zal leren. We hebben de tien belangrijkste aandachtspunten van de opleiding verzameld in 10 bladwijzers. Via vind je heel wat praktische informatie. Je kunt het eerste jaar van deze opleiding ook spreiden over twee jaar dankzij het Deeltijds Traject Kleuteronderwijs. Kom zeker ook eens de sfeer opsnuiven tijdens de infodagen! De data vind je achteraan op deze waaier. EQUAL Het Deeltijds Traject Kleuteronderwijs wordt georganiseerd met de steun van de Vlaamse Gemeenschap en het Europees Sociaal Fonds - ESF.

24 Maak kennis met de Lerarenopleiding Kleuteronderwijs Kom naar onze infodagen zaterdag 26 april 2008 van 9u30 tot 12u30 zaterdag 28 juni 2008 van 9u30 tot 12u30 zaterdag 30 augustus 2008 van 9u30 tot 12u30 zaterdag 6 september 2008 van 9u30 tot 12u30 VLEKHO-HONIM