Beslissing nr R/B-25 van 12 december 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beslissing nr R/B-25 van 12 december 2006"

Transcriptie

1 Beslissing nr R/B-25 van 12 december 2006 Zaak MEDE-R/B-06/0011: NV SPE / CREG I. Procedure Op 1 december 2005 heeft de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (hierna: CREG) een beslissing gewezen, met nummer (B) CDC-494, over de aanvraag tot goedkeuring van het voorstel van de N.V. Elia System Operator betreffende de methodes voor congestiebeheer en de methodes voor de toekenning van de beschikbare capaciteit aan de toegangsverantwoordelijken op de koppelverbinding Frankrijk-België, met toepassing van artikel 180, 2 en 183, 2 van het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe. Bij schriftelijk en gemotiveerd verzoek, ingediend bij de Raad voor de Mededinging op 3 maart 2006, heeft de NV SPE, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Regentlaan 47, ingeschreven in de kruispuntbank van ondernemingen onder nr , tegen die beslissing beroep ingesteld bij de Raad voor de Mededinging. Op 25 april 2006 heeft de toenmalige verslaggever van het Korps verslaggevers bij de FOD Economie, thans auditeur bij de Raad voor de Mededinging, de heer Bert Stulens, een gemotiveerd verslag met bijhorend onderzoeksdossier ingediend bij de Raad voor de Mededinging. Het verslag is beperkt tot de vragen of de Raad voor de Mededinging bevoegd is om van het ingediende verzoek kennis te nemen, en of het beroep ontvankelijk is, met name of het tijdig is ingesteld. Volgens het verslag moeten beide vragen bevestigend beantwoord worden. De kamer van de Raad heeft de auditeur en partijen gehoord op 7 december Het debat was beperkt tot bevoegdheid en ontvankelijkheid. II. Bevoegdheid van de Raad voor de Mededinging 1. Wanneer zowel de bevoegdheid van het geadieerde rechtscollege als de ontvankelijkheid van de vordering, meer bepaald de vraag of zij tijdig werd ingesteld, onderzocht moeten worden, komt de bevoegdheid eerst aan de beurt. Immers, is de rechter onbevoegd, dan moet en kan hij zich niet uitspreken over enig aspect van de ingestelde vordering. Omgekeerd komt uitspraak over vordering alleen toe aan de bevoegde rechter. 2. De regel die de bevoegdheid van de Raad voor de Mededinging bepaalt is vervat in artikel 29ter van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt: Er kan een beroep worden ingesteld bij de Raad voor de Mededinging door elke persoon die een belang aantoont, tegen de beslissingen van de Commissie, genomen in toepassing van artikel 23, 2, tweede lid, 9, betreffende de controle op de toepassing van het technisch reglement bedoeld in artikel 11 en de uitvoeringsbesluiten ervan, voorzover de beslissing de goedkeuring, de aanvraag tot herziening of de weigering tot goedkeuring betreft van: ( ) 1

2 2 de allocatiemethode of methoden voor de toewijzing van de beschikbare capaciteit op de interconnectoren voor de elektriciteitsuitwisselingen met de buitenlandse transmissienetten. Deze bepaling werd, bij artikel 2 van de wet van 27 juli 2005 tot organisatie van de mogelijkheden van beroep tegen de beslissingen genomen door de Commissie voor Regulering van de Elektriciteit en het Gas (B.S. 29 juli 2005 Ed. 3, p ), als artikel 29ter ingevoegd in de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, meer bepaald in het nieuwe hoofdstuk VIbis - Rechtsmiddelen tegen de beslissingen genomen door de Commissie, afdeling 2 Geschillen die ressorteren onder de bevoegdheid van de Raad voor de Mededinging. Zij is in werking getreden op 1 februari 2006, overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 januari 2006 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen en van de bepalingen van de wet van 27 juli 2005 tot organisatie van de mogelijkheden tot beroep tegen de beslissingen genomen door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (B.S. 1 februari 2006, p. 5317). 3. Het beroep van SPE voor de Raad voor de Mededinging strekt ertoe: - de beslissing te vernietigen in de mate die de prioritaire invoerrechten ten belope van 100 MW van SPE met betrekking tot Chooz B heeft opgeheven; - aan de CREG opdracht te geven om, binnen de zes maanden na de tussen te komen beslissing van de Raad, een nieuwe beslissing te nemen inzake de methodes voor congestiebeheer en de methodes voor de toekenning van de beschikbare capaciteit aan de toegangsverantwoordelijken op de koppelverbinding Frankrijk-België in de richting Frankrijk-België waarbij aan SPE prioritaire invoerrechten worden gegarandeerd ten belope van 100 MW elektriciteit afkomstig van Chooz B en dit tot 31 maart 2017 voor de tweede eenheid van de centrale van Chooz B en tot 31 juli 2016 voor de eerste eenheid van die centrale. 4. De aangevochten beslissing van de CREG heeft betrekking op een voorstel van NV Elia System Operator betreffende de methodes voor congestiebeheer en de methodes voor de toekenning van de beschikbare capaciteit aan de toegangsverantwoordelijken op de koppelverbindingen Frankrijk-België. Overeenkomstig artikel 180 van het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe (B.S. 28 december 2002 Ed. 2, p ), bepaalt de netbeheerder de methodes voor het beheer van congestie die hij toepast, en brengt hij deze ter goedkeuring ter kennis van de CREG. Overeenkomstig artikel 183 van hetzelfde koninklijk besluit waakt de netbeheerder over de uitvoering van één of meerdere methodes voor de toekenning van de beschikbare capaciteit aan de toegangsverantwoordelijken van energie-uitwisselingen met de buitenlandse netten, en brengt hij deze methodes ter goedkeuring ter kennis van de CREG. Overeenkomstig artikel 23, 2, tweede lid, 9 van de wet van 29 april 1999 is de CREG belast met de controle op de toepassing van het technisch reglement. In de aangevochten beslissing weigert de CREG het voorstel van Elia goed te keuren, en vraagt zij Elia haar voorstel te wijzigen, zodat het aan een aantal opgesomde voorwaarden voldoet. Aldus beantwoordt de aangevochten beslissing aan de omschrijving van de beslissingen die volgens de bevoegdheidsbepalende regel vervat in artikel 29ter, 2 aangevochten kunnen worden met een beroep bij de Raad voor de Mededinging: het betreft een beslissing waarbij de CREG de goedkeuring weigert en de herziening vraagt van de allocatiemethode(n) voor de toewijzing van beschikbare capaciteiten op de interconnectoren voor de elektriciteitsuitwisselingen met een buitenlands transmissienet. De Raad voor de Mededinging is dan ook bevoegd om van het voorliggende beroep kennis te nemen. 2

3 De bevoegdheid van de Raad krachtens artikel 29ter, 2 van de wet van 29 april 1999 wordt overigens door geen enkele van de betrokkenen, die allen ondervraagd zijn in het raam van het onderzoek, betwist, ook niet door de CREG. 5. Bij artikel 2 van de wet van 27 juli 2005 (B.S. 29 juli 2005 Ed. 3, p ) wordt eveneens een artikel 29bis ingevoegd in de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, tevens in het nieuwe hoofdstuk VIbis - Rechtsmiddelen tegen de beslissingen genomen door de Commissie, meer bepaald in afdeling 1 Geschillen die ressorteren onder de bevoegdheid van het hof van beroep te Brussel. Artikel 29bis, 1, 2, bepaalt het volgende: Er kan een beroep worden ingesteld bij het hof van beroep te Brussel zetelend zoals in kort geding, door elke persoon die een belang aantoont, tegen ( ) de beslissingen genomen met toepassing van artikel 23, 2, tweede lid, 9 betreffende de controle op de toepassing van het technisch reglement bedoeld in artikel 11 en de uitvoeringsbesluiten ervan. Ook die bepaling is in werking getreden op 1 februari 2006, overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 januari 2006 (B.S. 1 februari 2006, p. 5317). SPE heeft op 3 maart 2006 krachtens deze bepaling beroep ingesteld bij het Hof van beroep te Brussel tegen dezelfde beslissing van de CREG die zij met het voorliggende beroep voor de Raad voor de Mededinging aanvecht. 6. Indien zowel het Hof van beroep te Brussel als de Raad voor de Mededinging krachtens artikelen 29bis, 1, 2, respectievelijk artikel 29ter van de wet van 29 april 1999 bevoegd zouden zijn om van het beroep tegen een bepaalde beslissing van de CREG kennis te nemen (concurrerende bevoegdheden van het Hof van beroep te Brussel en van de Raad voor de Mededinging), is er geen reden voor de Raad om zich onbevoegd te verklaren. De reden die de CREG aanvoert, luidens dewelke de Raad het Hof uitspraak over het beroep zou moeten laten doen omdat het Hof in de hiërarchische structuur hoger staat, daar het appèlrechter van de Raad is, gaat niet op in de voorliggende zaak, nu tegen beslissingen van de Raad in beroep tegen beslissingen van sectorregulatoren zoals de CREG alleen cassatieberoep bij het Hof van Cassatie ingesteld kan worden, en geen hoger beroep bij het Hof van beroep te Brussel (zie artikel 81 WBEM, gecoördineerd op 15 september 2006, in werking getreden op 1 oktober 2006). De Raad is echter van oordeel dat het geen concurrerende bevoegdheden betreft, tenminste wat betreft het beroep tegen de beslissing inzake allocatiemethoden. De bevoegdheid van de Raad is immers specifieker omschreven dan deze van het Hof (in een 1 en een 2 ). 7. Voor de Raad voor de Mededinging kan geen subjectief recht geldend worden gemaakt. Geschillen over burgerlijke rechten behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van gewone hoven en rechtbanken (artikel 144 van de Grondwet). In zoverre de vordering, waarbij de beslissing van de CREG bij de Raad aanhangig wordt gemaakt, in werkelijkheid zou strekken tot erkenning van een subjectief recht, zou de Raad er geen uitspraak over kunnen doen. Het blijkt echter niet dat dit het geval zou zijn. Het beroep beoogt de vernietiging van de aangevochten beslissing, op grond van middelen die de legaliteit ervan betwisten. Indien bij de verdere behandeling zou blijken dat SPE in wezen toch een burgerlijk recht geldend maakt (bijvoorbeeld een wettelijk, reglementair of contractueel recht beoogt te doen erkennen, of schadevergoeding te vorderen), zou de Raad zich alsnog onbevoegd moeten verklaren om van die aanspraak kennis te nemen. 8. De CREG vraagt dat de Raad zijn beslissing zou opschorten tot na de beslissing van het Hof van beroep te Brussel. SPE zegt zich in dat verzoek te kunnen vinden. 3

4 De Raad kan er echter niet op ingaan. Ieder is het erover eens dat de Raad bevoegd is. Indien het Hof van beroep ook bevoegd is, hetgeen twijfelachtig is, kan opschorting van de beslissing van de Raad alleen tot doel hebben de bevoegdverklaring van het Hof af te wachten, waarna de Raad het beroep zou moeten verwerpen ingevolge het gezag van gewijsde van het arrest van het Hof. Maar zoals overwogen is er bij concurrerende bevoegdheden geen reden om voorrang te verlenen aan het Hof. Bovendien voorziet artikel 29quinquies, 1 van de wet van 29 april 1999, ingevoegd bij artikel 68 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (B.S. 29 juli 2005 Ed. 3, p ), en gewijzigd bij artikel 116, 1 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen (B.S. 28 juli 2006 Ed. 2, p ) in een onderzoek zoals door de mededingingsautoriteit wordt gevoerd inzake restrictieve mededingingspraktijken of concentratiecontrole, door de auditeur en, onder zijn leiding, de ambtenaren van de Dienst voor de Mededinging. Dit onderzoek kan niet plaats vinden in een procedure voor het Hof van beroep te Brussel. 9. De conclusie luidt dat de Raad voor de Mededinging zich bevoegd moet verklaren om van het beroep kennis te nemen. III. De ontvankelijkheid van het beroep ratione temporis 10. Artikel 29quinquies, 2, eerste lid, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt bepaalt het volgende: Het beroep wordt ingesteld bij de Raad voor de Mededinging binnen een termijn van dertig dagen vanaf de betekening van de beslissing, of voor de belanghebbenden aan wie de beslissing niet is betekend, binnen een termijn van dertig dagen vanaf de publicatie van de beslissing of, bij ontstentenis van publicatie, binnen een termijn van dertig dagen vanaf de kennisneming ervan. Deze bepaling werd in de wet van 29 april 1999 ingevoegd bij artikel 68 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (B.S. 29 juli 2005 Ed. 3, p ). Net als voormelde bevoegdheidsbepalende regel is ook zij op 1 oktober 2006 in werking getreden, overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 januari 2006 (B.S. 1 februari 2006, p. 5317). Artikel 10, tweede lid, van de wet van 27 juli 2005 tot organisatie van de mogelijkheden tot beroep tegen de beslissingen genomen door de Commissie voor Regulering van de Elektriciteit en het Gas (B.S. 29 juli 2005 Ed. 3, p ) bepaalt het volgende: Indien deze wet van kracht wordt gedurende een beroepstermijn die bestaat onder het voorgaande geldende stelsel en op deze basis nog geen beroep werd ingesteld, doet de inwerkingtreding van deze wet een nieuwe beroepstermijn lopen zoals voorzien in deze wet. Ook deze bepaling, evenals de andere bepalingen van dezelfde wet van 27 juli 2005, is op 1 februari 2006 in werking getreden, overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 januari Onder het voorgaande geldende stelsel kon tegen een beslissing van de CREG annulatieberoep bij de Raad van State worden ingesteld, binnen de 60 dagen te rekenen van de betekening of de bekendmaking van de beslissing. Aangezien geen individuele betekening aan SPE heeft plaatsgevonden, geldt de bekendmaking van de beslissing op de webstek van de CREG als betekening. Deze is gebeurd op 20 december De termijn van 60 dagen voor het beroep bij de Raad van State was dus nog niet verstreken op 1 februari 2006, datum van inwerkingtreding van de wet van 27 juli Bijgevolg is op 1 februari 2006 een termijn van dertig dagen ingegaan voor het instellen van het voorliggende beroep bij de Raad voor de Mededinging. 4

5 12. SPE heeft haar schriftelijk verzoek ingediend bij de Raad voor de Mededinging op 3 maart 2006, de dertigste dag na 1 februari 2006, en dus tijdig, op voorwaarde dat 1 februari 2006 zelf niet wordt meegerekend. Wordt 1 februari 2006 wel meegerekend, dan is het beroep buiten termijn ingesteld. De vraag is of de dag van de gebeurtenis of de akte die de termijn doet ingaan, 1 februari 2006, al dan niet de eerste dag van de termijn is, en dus in de termijn begrepen is. Volgens de bewoordingen van de aangehaalde overgangsbepaling (artikel 10, tweede lid van de wet van 27 juli 2005) doet de inwerkingtreding ( ) een nieuwe beroepstermijn lopen zoals voorzien in deze wet. De toevoeging zoals voorzien in deze wet slaat op het beroep zelf, meer bepaald op het rechtscollege dat er kennis van neemt, niet op de termijn als dusdanig, aangezien deze laatste niet in de wet van 27 juli 2005 wordt geregeld, maar in de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen. De Franse tekst van de overgangsbepaling is in dat opzicht duidelijker: l entrée en vigueur de la présente loi fait courir un nouveau délai de recours tel que prévu par la présente loi (artikel 10, tweede lid van de wet van 27 juli 2005). Aldus bepaalt de wet de gebeurtenis of akte die de termijn doet ingaan, maar zeker niet de berekeningswijze. Overeenkomstig artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek zijn de in dit wetboek gestelde regels van toepassing op alle rechtsplegingen, behoudens wanneer deze geregeld worden door niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door rechtsbeginselen, waarvan de toepassing niet verenigbaar is met de toepassing van de bepalingen van dit wetboek. Overeenkomstig artikel 52, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek wordt de termijn gerekend vanaf de dag na die van de akte of van de gebeurtenis welke hem doet ingaan. Deze bepaling betreffende de berekeningswijze van de termijn is niet onverenigbaar met de in de voorliggende zaak toepasselijke wettelijke regeling, die, zoals vermeld, geen bepaling bevat betreffende de berekeningswijze van de termijn. Overeenkomst artikel 52, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek is 1 februari 2006, dag van de inwerkingtreding die de termijn doet ingaan, niet in de termijn begrepen, en is de eerste dag van de termijn 2 februari De dertigste dag van de termijn is dan ook 3 maart Het beroep kon die dag nog ingesteld worden. 13. In haar brief van 20 maart 2006 die zich in het onderzoeksdossier bevindt heeft de CREG doen opmerken dat uit de formulering van artikel 29quinquies, 2, eerste lid (dat hierboven wordt geciteerd in randnummer 10) afgeleid kan worden dat de dag van de gebeurtenis of de akte die de termijn doet ingaan, wel in de termijn begrepen zou zijn: binnen een termijn van ( ) vanaf ( ). Had de wetgever die dag willen uitsluiten, dan had hij volgens de CREG als formulering kunnen gebruiken: vanaf de dag volgend op ( ) of binnen een termijn van ( ) na ( ). Deze interpretatie kan de Raad niet overtuigen. In de eerste plaats wordt in de voorliggende zaak niet artikel 29quinquies, 2, eerste lid, van de wet van 29 april 1999 toegepast, maar de overgangsbepaling van artikel 10 van de wet van 27 juli 2005, waarvan de bewoordingen niet overeen stemmen met deze van artikel 29quinquies, 2, eerste lid, zoals in het vorige randnummer werd uiteengezet. In de tweede plaats kan zelfs niet worden aangenomen dat de bewoordingen van artikel 29quinquies, 2, eerste lid, de aangelegenheid van de berekeningswijze van de termijn wél uitdrukkelijk regelen. In een geval waarin de wetgever op het eerste gezicht veel explicieter is geweest omtrent de aanvang van de termijn (artikel 135, 3, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering: De termijn gaat in op de dag waarop de beschikking is gewezen ) wordt door het Hof van Cassatie beslist dat de 5

6 berekeningswijze van de termijn niet bepaald was (maar alleen de aanvangsdatum), zodat artikel 52, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek toepassing moest vinden (Cass. 4 oktober 2005, AR P N; Cass. 9 april 2003, AR P F). 14. In haar brief van 20 maart 2006 die zich in het onderzoeksdossier bevindt heeft SPE gewezen op het advies van de Raad van State bij de bepaling van het voorontwerp van wet tot organisatie van de mogelijkheden tot beroep tegen de beslissingen genomen door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (vervat in het ontworpen artikel 29ter, 9 zie Parl. St. Kamer, doc 51, 1895/001), luidens dewelke de termijnen die gelden voor een beroep tegen een beslissing van de CREG bij het Hof van beroep te Brussel worden berekend overeenkomstig artikelen 52 en 53 van het Gerechtelijk Wetboek (later is de inhoud van dat artikel 29ter overgenomen, als artikel 29quater van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, in artikel 67 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen). Volgens de Raad van State was dat artikel 29ter, 9 overbodig, omdat de artikelen 52 en 53 van het Gerechtelijk Wetboek in ieder geval van toepassing zijn op de in het ontwerp bedoelde geschillen (zie artikel 48 van dat Wetboek) (zie Parl. St. Kamer, doc 51, 1895/001, p. 28, nr. 26). Artikel 29ter, 2 bepaalde dat het beroep (bij het Hof van beroep te Brussel) wordt ingesteld binnen een termijn van dertig dagen vanaf betekening, publicatie of kennisneming. Ingevolge het advies van de Raad van State werd 9 weggelaten. Indien het vanzelfsprekend is dat de berekeningswijze van de termijn van het beroep voor het Hof van beroep te Brussel door artikel 52 van het Gerechtelijk Wetboek geregeld wordt (hetgeen met de Raad van State inderdaad moet worden aangenomen), moet, bij gelijkluidende bewoordingen van de relevante bepalingen, hetzelfde gelden voor de berekeningswijze van de termijn van het beroep tegen beslissingen van dezelfde CREG voor de Raad voor de Mededinging. Een verschil in berekeningswijze van termijnen die voorzien zijn in dezelfde wet die bijzondere rechtsplegingen bevat, kan immers niet worden verantwoord door de enkele omstandigheid dat de ene beroepsprocedure voor het Hof van beroep te Brussel, en de andere voor de Raad voor de Mededinging gevoerd wordt. Er is immers a priori geen reden waarom een gewoon rechtscollege bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek moet toepassen, en een administratief rechtscollege niet, tenminste indien de toepassingsvoorwaarden van artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek vervuld zijn. 15. Besluit. Het beroep bij de Raad voor de Mededinging tegen de aanvochten beslissing van de CREG werd tijdig ingesteld. Andere voorwaarden voor de ontvankelijkheid van het beroep, die eveneens in het verslag onderzocht worden, zijn evenmin voor betwisting vatbaar. Terecht overweegt de verslaggever, thans auditeur, dat SPE doet blijken van een belang bij haar beroep door aan te voeren dat de aangevochten beslissing haar prioritaire rechten met betrekking tot Chooz B opheft. Om deze redenen, De Raad voor de Mededinging, Verklaart zich bevoegd om van het beroep kennis te nemen, en Zegt dat het tijdig is ingediend, en ontvangen kan worden; Verwijst de zaak naar de auditeur, voor onderzoek van het beroep zelf. 6

7 Aldus beslist en uitgesproken op 12 december 2006 door de kamer van de Raad voor de Mededinging samengesteld uit Stefaan Raes, voorzitter van de Raad en voorzitter van de kamer, Patrick De Wolf, ondervoorzitter van de Raad, en Christian Huveneers, voltijds lid van de Raad. Kennisgeving van deze beslissing gebeurt aan de partijen en de Minister die de Economie onder zijn bevoegdheid heeft. 7

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2008 C.05.0476.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0476.F CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT-LUC, vereniging zonder winstoogmerk, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JANUARI 2007 D.05.0027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.05.0027.N S.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1060 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2011 C.08.0364.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0364.N C.B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MAART 2015 C.14.0023.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0023.N LIGA VOOR MENSENRECHTEN vzw, met zetel te 9000 Gent, Gebroeders De Smetstraat 75, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,

Nadere informatie

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; HET HOF, Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; Gelet op het arrest van dit Hof van 15 januari 1988; Over het eerste middel, gesteld als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-988

BESLISSING (B) CDC-988 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 F: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders.

Beslissing D S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Beslissing D-2018-01-S betreffende de opleidingsinstellingen voor treinbegeleiders. Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudsopgave 1. Voorwerp en wettelijke basis... 3 2. Feiten en retroacta...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 SEPTEMBER 2014 C.13.0232.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0232.N SYRAL BELGIUM nv, met zetel te 9300 Aalst, Burchtstraat 10, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2015 F.13.0178.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0178.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 10000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MEI 2016 C.14.0561.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0561.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met kabinet te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0021.N RENT AND VENDING nv, met zetel te 9930 Zomergem, Oude Staatsbaan 10/A, eiseres, met als raadsman mr. Bart Coopman, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 OKTOBER 2014 C.13.0164.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0164.N BESTLEASE bvba, met zetel te 8670 Koksijde, Goudbloemstraat 8, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Rolnummer 2248. Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T

Rolnummer 2248. Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T Rolnummer 2248 Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 24 en 25 van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2015 D.14.0014.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.14.0014.N 1. RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN, met zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 135, bus 1, 2. INSTITUUT

Nadere informatie

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 244.249 van 23 april 2019 in de zaak A. 221.219/XIV-37.287 In zake: de NV LEUNENS bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Valerie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.13.1000.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1000.N D R C V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Anne De Clerck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JANUARI 2015 C.13.0532.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0532.F 1. AUDITORAAT BIJ DE RAAD VOOR DE MEDEDINGING, 2. BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat

Nadere informatie

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T

Rolnummer 4533. Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T Rolnummer 4533 Arrest nr. 110/2009 van 9 juli 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Hofvan Cassatie van België

Hofvan Cassatie van België 24 SEPTE:rviBER2015 D.l4.0014.N/l Hofvan Cassatie van België Arrest Nr. D.14.0014.N 1. zetel te met 2. ) met zetel te eisers, vertegenwoordigd door mr. kantoor te advocaat bij het Hof van Cassatie, met

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5794 Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 11 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 juni 2013 houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 OKTOBER 2015 C.15.0030.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0030.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.14.0124.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0124.N B S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Meester, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen 1. SOGETI BELGIUM

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 DECEMBER 2012 C.12.0018.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0018.N JACKY AUSSEMS nv, met zetel te 3740 Bilzen, Natveld 11, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 NOVEMBER 2015 P.14.1033.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1033.N HET SINT-JANS BELLEKE feitelijke vereniging, met zetel te 3271 Averbode, Martensstraat 23, burgerlijke partij, eiseres,

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2015 C.15.0017.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0017.F P. S. E., Mr. François Sabakunzi, advocaat bij de balie te Brussel, verzoeker tot wraking in de zaak die onder nummer 3/13

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2013 S.12.0065.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0065.F S. D., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN DOORNIK,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 NOVEMBER 2014 S.12.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0053.N M.S. eiser, vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0380.N 1. Y.E. STEFI bvba, met zetel te 2000 Antwerpen, Falconplein 21, 2. T. R. S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0084.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0084.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T Rolnummer 2881 Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, eerste lid, a), van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1011.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1011.F H. M., Mr. Philippe Vanlangendonck, advocaat bij de balie te Brussel, tegen F. L. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-658E/37

BESLISSING (B) CDC-658E/37 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 APRIL 2015 C.14.0466.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0466.F R. T., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. R. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2010 C.09.0584.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0584.N MAGIC MIRRORS, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, met zetel te 2300 Turnhout, Gotenhoutlaan 9, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2014 C.13.0336.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0336.N 1. SANDOZ nv, met zetel te 2870 Puurs, Lichterveld 7, 2. ACCORD HEALTHCARE bv, vennootschap naar Nederlands recht, met zetel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 MAART 2015 P.13.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1066.N R D, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. N D, beklaagde,

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-981

BESLISSING (B) CDC-981 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

BESLISSING B 030820-CDC-206/1

BESLISSING B 030820-CDC-206/1 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 JANUARI 2013 C.11.0323.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0323.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 2, voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1066.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1066.N I A A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Louis De Groote, advocaat bij de balie te Gent. II J-C P D, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

BESLISSING (B) CDC-1136

BESLISSING (B) CDC-1136 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS BESLISSING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2015 C.14.0568.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0568.N EEG SLACHTHUIS VERBIST IZEGEM nv, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MAART 2018 S.17.0077.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.17.0077.N RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING, openbare instelling, eiser, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

RAAD VOOR DE MEDEDINGING. Beslissing nr V/M-26 van 8 oktober 2012

RAAD VOOR DE MEDEDINGING. Beslissing nr V/M-26 van 8 oktober 2012 RAAD VOOR DE MEDEDINGING Beslissing nr. 2012-V/M-26 van 8 oktober 2012 Zaak MEDE-V/M-12/0002: Diamanthandel A. Spira BVBA / De Beers UK Limited en Diamdel NV als vereffenaar van Diamond Trading Company

Nadere informatie

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2005/3/11 (Executive) ARRÊT du 29 juin 2006 En cause : S.A. D'IETEREN contre BUREAU BENELUX DES MARQUES Langue de la procédure: le français ARREST van 29 juni 2006

Nadere informatie

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr

KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in gedwongen tussenkomst en vrijwaring - ter terechtzitting vertegenwoordigd door Mr Arr. Nr. K/1668/12 Rep. Nr. 2012/2991 ARREST VAN HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN KAMER VAN INBESCHULDIGINGSTELLING INZAKE VAN 2008/BB/908-2011/BV/125 KBC verzekeringen NV - burgerlijke partij/partij in

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2016 S.16.0001.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.16.0001.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, in de persoon

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 NOVEMBER 2013 C.12.0291.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0291.F M. M., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

EINDBESLISSING (B) CDC-1464

EINDBESLISSING (B) CDC-1464 Niet-vertrouwelijk Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 OKTOBER 2015 C.14.0504.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0504.N ROQUETTE FRÈRES, vennootschap naar Frans recht, met zetel te 62136 Lestrem (Frankrijk), rue de la Haute Loge 1, eiseres,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2008 C.07.0472.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0472.N PHLIPPO SHOWLIGHTS, naamloze vennootschap, met zetel te 2500 Lier, Antwerpsesteenweg 334, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 FEBRUARI 2011 P.10.2047.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.2047.F A. H., zonder gekende woon- of verblijfplaats in België, veroordeelde, gedetineerd, verzoeker tot heropening van de rechtspleging,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 SEPTEMBER 2013 P.12.1110.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1110.N T G, burgerlijke partij, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 OKTOBER 2009 C.08.0559.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0559.F GT MANAGEMENT, bvba, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen POLYCAR, vennootschap naar Italiaans

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST Vertaling 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2012/2/5 ARRET En cause : BELGACOM Contre: ALPHACOM Langue de la procédure : le français ARREST Inzake: BELGACOM Tegen: ALPHACOM Procestaal: Frans GRIFFIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 APRIL 2006 C.04.0591.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0591.N WOLUWE CORNER PROPERTY, naamloze vennootschap, met zetel te 1831 Diegem, Culliganlaan 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

(A) augustus Artikel 11 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

(A) augustus Artikel 11 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk (A)1661 31 augustus 2017 Advies over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0122.N FP HOLDINGS nv, met zetel te 8210 Zedelgem, Torhoutsesteenweg 154, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 NOVEMBER 2017 C.17.0389.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0389.N 1. VAN OECKEL, landbouwvennootschap, met zetel te 2460 Kasterlee, Grootrees 60, 2. P. V. O., 3. H. V. D. B., eisers, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2014 C.10.0482.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0482.F M.-M.-K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2010 C.09.0248.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0248.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Binnenlandse Zaken, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 2, eiser,

Nadere informatie