Lessenserie bedrijfsbezoek PO. voorjaar 2016

Transcriptie

1 Lessenserie bedrijfsbezoek PO voorjaar 2016

2 De voorbereidende les Inleiding Doel: - Voorkennis activeren - Beginniveau meten Materiaal: - Woordweb - Digibord Tijd: 5 min. Om kinderen te enthousiasmeren voor techniek, is het van belang dat er wordt aangesloten op de belevingswereld van de leerling. Dit kan door technische beroepen te koppelen aan materialen middelen waar leerlingen dagelijks mee te maken hebben. Activeer de voorkennis van leerlingen door vragen te stellen: - Waar denk je aan bij techniek? - Wat hoort er allemaal bij techniek? - Wat kom je allemaal tegen op een dag wat met techniek te maken heeft? Maak als beginmeting samen met de leerlingen een woordweb bij het woord techniek. Oriëntatie Doel: - Verbreden van de beeldvorming van wat techniek kan zijn. - Actief bezig zijn met de verschillende werelden van techniek. Materiaal: - Filmpje de 7 werelden van techniek. - Kaart met afbeeldingen van de 7 werelden. - Gelinieerd papier Tijd: 12 min. Filmpje: - Vertel de leerlingen dat ze een filmpje krijgen te zien over de 7 werelden van Techniek ( - Attendeer de leerlingen erop dat ze goed moeten letten op de verschillende beroepen die ze tegen komen en bij welke wereld ze horen. Opdracht: Geef de leerlingen de kaart waar de 7 werelden op staan (Bijlage A). De leerlingen zien de werelden nog eens en bekijken de bijbehorende plaatjes. Vertel de leerlingen dat ze een lijst met beroepen krijgen. Zij moeten proberen in te delen welk beroep bij welke wereld hoort. - Ze bedenken er bij elke wereld minimaal 2. - Denk aan de taakverdeling!

3 Begeleide inoefening Doel: - Leerlingen leren welke talenten of vaardigheden er nodig zijn om dergelijke beroepen uit te oefenen. Materiaal: - filmpjes - A4 papier - Lijst met technische beroepen Tijd: 15 min. Vertel de leerlingen dat ze hebben gezien dat techniek te maken heeft met veel verschillende beroepen. Bespreek met de leerlingen dat voor elk van deze beroepen ook andere talenten/vaardigheden nodig zijn. - Welke talenten/vaardigheden zou je nodig hebben als je architect bent? - Welke talenten/vaardigheden zou je nodig hebben als je in de ruimte werkt (ruimtevaarder)? - Denk ook aan vaardigheden als samenwerken, creativiteit, kritisch denken etc. Gebruik de talentenkaarten uit bijlage B. Opdracht : Kies een technisch beroep dat je aanspreekt: laborant, gameontwerper, ict-er enz. Als je het lastig vindt een beroep te kiezen gebruik je de beroepenlijst uit opdracht 1. Maak een tekening van iemand die dit beroep uitoefent. Als je klaar bent met de tekening denk je na over wat je moet kunnen als je dit beroep wilt uitoefenen (talenten). Hierbij gebruik je de talentenkaarten in bijlage 3. - Welke talenten of vaardigheden zou je moeten hebben om bijvoorbeeld gameontwerper te zijn? Korte nabespreking: - Welk beroep heb jij uitgekozen? - Welke kenmerken/talenten heb je er bij geschreven? - Vergelijk eens met een ander beroep, zie je verschil in talenten/vaardigheden? Filmpje: Vertel de leerlingen dat ze een filmpje krijgen te zien van iemand met het beroep dat past bij een van de zeven werelden van techniek. Bespreek daarbij de volgende vragen: - Wat valt je hier op? - Wat moet je kunnen? - Wie spreek dit aan? - Merk je verschil in vaardigheden in vergelijking met het andere beroep? Het eerste filmpje is van Yori, hij maakt shampoo. In het volgende filmpje zie je Vanessa, zij onderzoekt hoe mensen met robots omgaan. Tot slot zien we Kees, hij zuivert afvalwater. Zelfstandige verwerking

4 Doel: - Leerlingen ervaren zelf hoe het is om aan een probleem te werken. - Leerlingen kunnen hier talenten/vaardigheden aan koppelen. Materiaal: - Materialen bij de opdracht. Tijd: 20 min. Vertel de leerlingen dat ze zelf gaan ervaren hoe het is om problemen op te moeten lossen die te maken hebben met techniek. Jullie gaan echte uitdagingen aan die net zo goed op de werkvloer plaats kunnen vinden. De leerlingen moeten behalve het oplossen van het probleem ook nadenken over de verschillende vaardigheden die ze gedurende het proces nodig hebben om het probleem op te kunnen lossen. De vaardigheden die ze nodig denken te hebben leggen ze op de hoek van hun tafel. Zie Bijlage C voor de opdracht. Evaluatie Doel: - Leerlingen blikken terug op wat ze geleerd hebben. Materiaal: - Woordweb van het begin van de les Tijd: 5 min. Bespreek met de leerlingen hoe de opdrachten zijn verlopen. Bespreek hierbij welke talenten/vaardigheden van leerlingen nodig waren om samen tot een oplossing te komen. Bespreek deze talenten en stuur aan op de verschillen in vaardigheden/talenten op persoonlijk gebied. Attendeer de kinderen er ook op dat elke opdracht ook andere talenten/vaardigheden vergt. Afsluiting woordweb: - Bespreek nu nog eens met de leerlingen waar ze nu aan moeten denken als ze techniek horen. - Schrijf met de kinderen nieuwe punten rondom de oude woordspin. Geef deze woorden ook een andere kleur zodat de kinderen de groei kunnen zien.

5 Het bedrijfsbezoek Inleiding Doel: - De leerlingen weten wat het bedrijf doet. - De leerlingen kunnen het bedrijf koppelen aan één van de zeven werelden. - De leerlingen kunnen talenten benoemen die je nodig zou kunnen hebben voor de verschillende beroepen binnen het bedrijf. Materiaal: Tijd: 5 min. Informeer bij de leerlingen of ze voorkeur hebben voor een bepaalde wereld. We gaan. Bezoeken. Vertel kort wat het bedrijf doet. Stel vervolgens vragen om de voorkennis te activeren, zoals: - Bij welke wereld zou dit passen? - Waar denk je aan? - Welke talenten zouden hier nodig zijn? - Wat weten de kinderen hier al over? Vragen stellen Doel: - De leerlingen leren de juiste vragen op te stellen voor het bedrijfsbezoek. - De leerlingen kunnen deze vragen verwerken in hun eindopdracht. Materiaal: - Gelinieerd papier Tijd: 15 min. Vertel de leerlingen dat jullie het bedrijf gaan bezoeken, maar dat er voor het bezoek vragen bedacht moeten worden. Vragen die gesteld kunnen worden tijdens het bezoek en bruikbaar zijn voor de afsluitende opdracht. De leerlingen kunnen ook in tweetallen aan elkaar gekoppeld worden. Ze kunnen elkaars vragen beoordelen. Vragen evalueren Doel: - Minder goede vragen ombuigen naar goed vragen. Materiaal: Tijd: 15 min. Bespreek een aantal van de gevonden vragen. Beoordeel met de leerlingen wat een goede vraag is en welke vraag beter kan. Vorm een aantal vragen die minder goed geformuleerd zijn zo dat ze wel goed geformuleerd zijn.

6 Afsluitende les Evaluatie bedrijfsbezoek Doel: - Reflectie op eigen handelen. Materiaal: Tijd: 10 min. Evalueer met de leerlingen hoe ze de les en het bedrijfsbezoek ervaren hebben. U kunt hiervoor het evaluatieformulier gebruiken. Bespreek met de leerlingen vragen als: - Wat vond je leuk of opvallend? - Wat sprak je aan? - Zou je bij het bedrijf willen werken? Waarom wel/niet? - Wat heb je geleerd wat je eerst niet wist? - Wat vond je minder leuk/interessant? - Waar zou je een volgende keer naartoe willen gaan? - Waar zou jij meer over willen leren? Eindopdracht Doel: - De leerlingen laten zien wat ze geleerd hebben. - De leerlingen kunnen een koppeling maken tussen de zeven werelden, benodigde vaardigheden en talenten en het bezochte bedrijf. - De leerlingen vormen een eigen visie met betrekking tot techniek. Materiaal: Tijd: 15 min. Vertel de leerlingen dat ze een korte presentatie moeten voorbereiden over de dingen die ze geleed hebben tijdens de voorbereidende les en het bedrijfsbezoek. Ze mogen zelf weten op welke manier ze presenteren: prezi, pp, muurkrant etc. De kinderen doen thuis en op school extra research naar de 7 werelden en kiezen een wereld/beroep dat hen het meest aanspreekt. De punten die er in voor moeten komen zijn: - Een algemeen stuk over de 7 werelden met een koppeling naar het bedrijf. - Een stukje over het bedrijf zelf - En (het belangrijkste onderdeel) waar heb ik het meest van geleerd, wat is me echt bijgebleven en welke richting spreekt mij het meeste aan? Dit koppelen de leerlingen aan beroep. Ze laten een voorbeeld zien en benoemen welke talenten er volgens hun bij horen.

7 Bijlage A: De zeven werelden van techniek

8 Opdracht 1 Jullie hebben net een filmpje van de zeven werelden gezien. Hieronder staan verschillende beroepen. Welk beroep zou bij welke wereld horen? Kunnen sommige beroepen bij twee werelden? Je mag de afbeelding van de werelden erbij gebruiken. Wereld 1 Onze planeet Wereld 2 Verkeer, transport en ruimte(vaart) Wereld 3 Wetenschap en ontdekken Wereld 4 Voeding en gezondheid Wereld 5 Geld en Handel Wereld 6 Het menselijk lichaam Wereld 7 Creatief en ontwerpen Beroepen - Manager natuur en recreatie - Bioloog - Architect - Piloot - Auto-ontwerpers - Verkoopmedewerker elektronische apparaten - Monteur gas, water, warmte - Gamedesigner - Chemisch technoloog - Natuurkundige - Elektrotechnicus - Industrieel ontwerper - Apotheker - Meubelmaker - Water technoloog - Planner wegtransport - Sound designer - Bouwkundig ingenieur - Software tester - Gezondheidstechnoloog - Klimaatonderzoeker - Autoschadetechnicus - Levensmiddelen technoloog - Wiskundige - Geluidstechnicus - Beeldend Kunstenaar - Tandarts - Vliegtuigbouwer - Luchtverkeersleiding

9 Bijlage B: Talentenkaarten

10

11 Bijlage C: Aan de slag met de Golfbal Challenge Versla de zwaartekracht Soms moet je processen vertragen om het gewenste doel te bereiken. Jullie gaan ook proberen een proces te vertragen, door zwaartekracht tegen te gaan. Laat een golfbal vallen vanaf één meter hoogte, maar vind een manier om de val te vertragen. Hoe lang kunnen jullie de golfbal in de lucht houden? De bal mot zo lang mogelijk onderweg zijn. Regels - De starthoogte is 1 meter. - De bal moet steeds in beweging blijven. - Er mag geen nieuwe energie aan de bal toegevoegd worden, bijvoorbeeld door m te versnellen. Apparaten met een stekker of batterijen mag je bij deze challenge niet gebruiken. Je mag ook geen 'opgeslagen' energie gebruiken, zoals eerder gemaakte ijsklontjes of heliumbalonnen. - Voor het vertragen mogen allerlei materialen gebruikt worden die in een school te vinden zijn. - Het experiment start altijd met het laten vallen van de golfbal (je mag m dus niet ergens inleggen). Stap 1 Verkennen van het probleem Stap 2 Selecteer ideeën Stap 3 Eerste concept maken Stap 4 Testen en optimaliseren Stap 5 Presenteren - Bespreek in je groepje wat het probleem is. - Verken het probleem breed. Dus denk ook na over wat wel en niet mag. - Bedenk samen zoveel mogelijk verschillende ideeën om het probleem op te lossen. - Selecteer de twee beste ideeën. - Bespreek de twee beste ideeën. - Bespreek welke materialen je nodig zou hebben. - Beslis welk idee jullie definitief gaan maken. - Bespreek de taakverdeling: wie doet wat? - Testen van het ontwerp. - Evalueren wat wel en niet goed gaat. - Ontwerp verbeteren. - Presenteer je ontwerp aan de rest van de klas. - Hoe zijn jullie op het idee gekomen? - Werkte het plan zoals jullie het bedacht hadden?

12 Bijlage D: Uitdaging op de werkvloer! Als je op je werk bent heb je vaak te maken met bepaalde uitdagingen of opdrachten die je krijgt. Om deze uit te kunnen voeren moet je soms creatief denken, brainstormen, samenwerken, out of the box denken, uitproberen, evalueren, bijstellen. Om je te laten ervaren hoe het is om zo n opdracht uit te voeren in samenwerking met collega s, hebben we een uitdaging bedacht die je zo goed mogelijk gaat uitvoeren met je groepje. 1) Versla de zwaartekracht Soms moet je processen vertragen om het gewenste doel te bereiken. Jullie gaan ook proberen een proces te vertragen, door zwaartekracht tegen te gaan. Laat een golfbal vallen vanaf één meter hoogte, maar vind een manier om de val te vertragen. Hoe lang kunnen jullie de golfbal in de lucht houden? De bal mot zo lang mogelijk onderweg zijn. Regels - De starthoogte is 1 meter. - De bal moet steeds in beweging blijven. - Er mag geen nieuwe energie aan de bal toegevoegd worden, bijvoorbeeld door m te versnellen. Apparaten met een stekker of batterijen mag je bij deze challenge niet gebruiken. Je mag ook geen 'opgeslagen' energie gebruiken, zoals eerder gemaakte ijsklontjes of heliumbalonnen. - Voor het vertragen mogen allerlei materialen gebruikt worden die in een school te vinden zijn. - Het experiment start altijd met het laten vallen van de golfbal (je mag m dus niet ergens inleggen). 2) Bouw een brug Er moet een nieuwe brug gebouwd worden. Het is heel belangrijk dat de brug een stevige constructie heeft. Je mag maar beperkte materialen gebruiken, dus je gaat de brug bouwen met rietjes en plakband. De voorwaarde is dat hij een afstand kan overbruggen van minimaal 20 cm. En hij moet het gewicht van een sinaasappel kunnen dragen!

13 Bijlage E: In het kort de volledige stappen van de ontwerpcyclus