BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN 2017, NUMMER 75

Transcriptie

1 BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN 2017, NUMMER 75 Datum 5 september 2017 Van College B&W Behandeld door M. de Weerd Doorkiesnummer adres m.de.weerd@utrecht.nl Kenmerk Beleidsveld Organisatie en personeel Geachte leden van de raad, Hierbij ontvangt u de beantwoording van de schriftelijke raadsvragen jaargang 2017 nummer 75 van M.de Regt van 19 juli 2017 over Externe inhuur. De gestelde vragen zijn onderaan bijgevoegd. Vraag 1 De cijfers die het AD publiceert - 66,8 mln. in wijken af van de cijfers in de jaarstukken. Zijn de genoemde cijfers correct? Wat verklaart volgens het college het verschil? Welke definitie hanteert het AD volgens het college Antwoord 1 Het AD heeft gevraagd om inzicht in de totale loonkosten voor externe medewerkers. Het bedrag van 66,8 mln. is samengesteld uit alle kosten die gepaard gaan met de inzet van personele capaciteit buiten de eigen medewerkers (externe medewerkers). Dat zijn kosten voor externe inhuur (cfr. de definitie inhuur van capaciteit met een inspanningsverplichting), kosten voor ingekochte capaciteit voor bijvoorbeeld onderzoek en advies (externe inhuur waar een resultaatsverplichting wordt overeengekomen) en de kosten van in Utrecht gedetacheerde personen vanuit andere (overheids- )organisaties. Met ingehuurde capaciteit met een inspanningsverplichting wordt bedoeld alle arbeid met inspanningsverplichting die voor onze organisatie wordt verricht, zonder dat sprake is van een dienstverband. Voor deze vorm van inhuur geldt een plafond van 48 miljoen euro voor 2017, waar het management op stuurt en verantwoording over af legt. Voorbeelden van deze vorm van ingehuurde capaciteit zijn: Inhuur van medewerkers die op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam zijn & ZZP-ers of medewerkers van een detacherings- of consultancybureau op uurbasis worden ingehuurd. Zij verrichten werkzaamheden waarvoor geen resultaatverplichting is afgesproken. Bijvoorbeeld vervangen zieke medewerkers, tijdelijke invulling op (nog) te werven vacatures. Het oplossen van tijdelijke capaciteitsvraagstukken in drukke periodes etc. Met externe inhuur waarbij een resultaatverplichting wordt overeengekomen bedoelen we alle arbeid met resultaatverplichting die voor onze organisatie wordt verricht zonder dat sprake is van een

2 dienstverband bij de gemeente Utrecht. Meestal gaat het hierbij om onderzoek en advies. Hiervoor geldt geen plafond. Voorbeelden van deze vorm van ingehuurde capaciteit zijn: o Medische beoordeling indicatie WMO, Adviezen tbv. BBZ (bijstand voor Zelfstandigen), bodemonderzoeken, geluidsonderzoeken, uitbrengen van een juridisch advies, ontwerpstudies van een architect/ ingenieursdiensten, advieswerkzaamheden voor het uitbrengen van een tender, uitwerking archeologisch rapport Onder gedetacheerde personen verstaan we medewerkers van andere (overheids-) organisaties die op basis van detachering werkzaam zijn binnen de Gemeente Utrecht. De leverende organisatie krijgt hiervoor een detacheringsvergoeding van de Gemeente Utrecht. Uitleg opbouw van het bedrag van 66.8 miljoen Euro: Cijfers gebruikt door AD Jaarrekening Externe inhuur met inspanningsverplichting 37,8 miljoen 37,3 Externe inhuur met resultaatverplichting 26,9 miljoen 25 Externe inhuur van gedetacheerde andere 2,1 miljoen 2,1 overheidsorganisaties totaal 66.8 miljoen 64.5 In de jaarstukken rapporteren we over de kosten van externe inhuur (37,3 mln.) en de kosten van ingekochte capaciteit (25,0 mln.). Daarnaast zijn er ook nog capaciteitskosten voor in Utrecht gedetacheerde personen en in de Utrechtse administratie verwerkte kosten voor externe samenwerkingsverbanden zoals Veiligheidshuis en RIEC. De Gemeente Utrecht hanteert dezelfde definitie voor externe inhuur als andere gemeentelijke en overige publieke organisaties. Externe inhuur betreft door een externe uitgevoerde werkzaamheden onder dagelijkse leiding en verantwoordelijkheid van een bij de Gemeente Utrecht in dienst zijnde opdrachtgever door een private organisatie met winstoogmerk door middel van het inzetten van personele capaciteit en deskundigheid zonder dat daar een arbeidsovereenkomst of aanstelling tussen Utrecht en de daarbij ingezette personen aan te grondslag ligt (= inhuur van capaciteit met een inspanningsverplichting). De cijfers zoals gebruikt door het AD zijn afgerond op 1 decimaal achter de komma. De definitieve cijfers die na de accountantscontrole verwerkt zijn in de jaarrekening in de categorie advies- en onderzoekskosten (inhuur met resultaatverplichting) blijken 1,9 miljoen lager te zijn dan de voorlopige cijfers die aan het AD verstrekt zijn. Vraag 2 Kan het college middels een grafiek aangeven wat het verloop van externe inhuur volgens de oude en de nieuwe definitie is? Antwoord 2: In 2014 bedroeg de externe inhuur met inspanningsverplichting 63.2mln. en de externe inhuur met resultaatverplichting13.9 mln. Dat is een totaal van 77.1 mln. In 2015 bedroeg de externe inhuur met inspanningsverplichting 52.3 mln. en de externe inhuur met resultaatverplichting10.8mln. Dat is een totaal van 63.1mln. In 2016 bedroeg de externe inhuur met inspanningsverplichting 37.3mln. en de externe inhuur met resultaatverplichting 25 mln. Dat is een totaal van 62.3 mln.

3 Externe inhuur Onderzoek- en advies Vraag 3 Kan het college inzage verschaffen in de plafonds externe inhuur per organisatieonderdeel in 2016 volgens de nieuwe definitie? Antwoord 3: In 2016 was het plafond 48 mln. Eind 2016 was zoals bij vraag 1 aangegeven het totaal externe inhuur met inspanningsverplichting 37.3 mln.

4 plafond inhuur 2016 BCS 980 BNT Cultuur 50 IB M&M MO PBZ POS REO RO 200 SB UVO VG VLG 340 VTH W&I Wijken Vraag 4 Kan het college aangeven of er organisatieonderdelen hebben aangegeven dat het plafond voor 2017 niet toereikend zal zijn? Zo ja, welke redenen zijn daarvoor? Antwoord 4 Het toegestane plafond per organisatieonderdeel wordt jaarlijks geactualiseerd. Geen van de organisatieonderdelen heeft aangegeven dat het plafond voor 2017 niet toereikend zal zijn. Vraag 5 Kan het college aangeven wat er op dit moment wordt verwacht als realisatie voor de inhuur van externen, m.a.w. zijn er redenen om aan te nemen dat de realisatie de 48 mln. overstijgt Antwoord 5 Nee, er is geen reden om aan te nemen dat de realisatie 2017 de 48 mln. overstijgt. Vraag 6 Wordt er ook gewerkt met plafonds voor externe inhuur waar een resultaatverplichting over wordt overeengekomen, of zijn daar andere afspraken over binnen de gemeentelijke organisatie? Antwoord 6 Nee, wel is het zo dat de uitgaven voor externe inhuur waarvoor een resultaatsverplichting wordt overeengekomen worden gemonitord en in de jaarstukken gerapporteerd. Vraag 7 Welke organisatieonderdelen maken in 2017 gebruik van externe inhuur waar een resultaatverplichting is overeengekomen, en aan welke adviezen moeten we daarbij denken? Antwoord 7 Alle organisatieonderdelen maken in 2017 gebruik van externe inhuur waar een resultaatverplichting is overeengekomen. Voorbeelden van adviezen zijn: Medische beoordeling indicatie WMO, Adviezen tbv. BBZ (bijstand voor Zelfstandigen), bodemonderzoeken, geluidsonderzoeken, uitbrengen van een

5 juridisch advies, ontwerpstudies van een architect/ ingenieursdiensten, advieswerkzaamheden voor het uitbrengen van een tender, uitwerking archeologisch rapport. Vraag 8 Kan het college aangeven wat de raming is voor 2017 voor externe inhuur waarvoor een resultaatverplichting is overeengekomen. Antwoord 8 Hiervoor is geen raming, zie ook antwoord 6. Vraag 9 Bij de ministeries bestaat er een meldplicht als een adviseur meer dan 225,- per uur wordt betaald, zo lezen wij in de Volkskrant van 15 juli jl. Bestaat een dergelijke meldplicht ook bij de gemeente Utrecht? Zo ja, hoe luidt deze, en hoe vaak is in 2016 en de eerste helft van 2017 melding gemaakt van een hoog uurtarief? Zo nee, is het college bereidt een dergelijke meldplicht in te voeren? Antwoord 9 In de Gemeente Utrecht kennen we een toetsingsprocedure (met toetsingscommissie) voor externe inhuur. Voor tarieven boven de 75 per uur en langdurige inhuur wordt specifiek toestemming vooraf verleend. Zowel in 2016 als in 2017 is geen sprake geweest van inhuur boven de 225,- per uur bij de externe inhuur met inspanningsverplichting. Vraag 10 Is er volgens het college aanleiding om het beleid over externe inhuur e/o externe inhuur waarvoor een resultaatsverplichting is overeengekomen bij te sturen? Zo ja op welke wijze. Antwoord 10 Nee, daar is geen aanleiding toe. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, de secretaris, de burgemeester,

6 Schriftelijke vragen inzake externe inhuur M. de Regt (GroenLinks) Uit onderzoek van het AD, gepubliceerd in het AD van 14 juli jl, blijkt dat de gemeente Utrecht in ,8 miljoen euro uitgaf aan extern personeel. In de ciebrief van 5 juni 2015 wordt aangegeven na dat een gewenste daling van de kosten voor externe inhuur van 100 mln euro in 2009 naar 67 mln euro in 2013, de kosten in 2014 weer opliepen naar 77,3 miljoen euro. De oorzaak van deze groei was gelegen in de inhuur t.b.v. het Stadkantoor en investeringen in ICT. Voor 2015 werd een doelstelling van 57 mln opgenomen, maar kregen we te maken met een realisatie van 62 mln. De doelstelling 2016 was volgens een nieuwe definitie - 48 mln euro. Het onderzoek van het AD spreekt over uitgaven in 2016 van 66,8 mln euro In de jaarstukken 2016 (p291) wordt aangegeven dat de externe inhuur in mln euro bedroeg, en daarmee met 13% iets lager zit dan bij vergelijkbare overheidsorganisaties? M.i.v. de Programmabegroting 2016, zo blijkt uit de beantwoording van vragen (106) van de PvdA bij de Programmabegroting 2017 is de definitie van de inhuur aangepast zodat een vergelijking met andere overheidsorganisaties makkelijk is. Inhuur waarvoor een resultaatsverplichting wordt overeengekomen (zoals onderzoek en advieswerk) valt niet onder de definitie van externe inhuur. Dit leidt bij de fractie van GroenLinks tot de volgende vragen: 1. De cijfers die het AD publiceert 66,8 mln euro in 2016 wijken af van de cijfers in de jaarstukken. Zijn de genoemde cijfers correct? Wat verklaart volgens het college het verschil? Welke definitie hanteert het AD volgens het college? 2. Kan het college middels een grafiek aangeven wat het verloop van externe inhuur volgens de oude en de nieuwe definitie is? 3. Kan het college inzage verschaffen in de plafonds externe inhuur per organisatieonderdeel in 2016 volgens de nieuwe definitie? In de programmabegroting 2017 (p 263) wordt een doelstelling opgenomen voor 2017 van 48 mln euro. 4. Kan het college aangeven of er organisatieonderdelen hebben aangegeven dat het plafond voor 2017 niet toereikend zal zijn? Zo ja, welke redenen zijn daarvoor? 5. Kan het college aangeven wat de op dit moment wordt verwacht als realisatie voor de inhuur van externen, m.a.w. zijn er redenen om aan te nemen dat de realisatie de 48 mln overschrijdt? 6. Wordt er ook gewerkt met plafonds voor externe inhuur waar een resultaatsverplichting over wordt overeengekomen, of zijn daar andere afspraken over binnen de gemeentelijke organisatie? 7. Welke organisatieonderdelen maken in 2017 gebruik van externe inhuur waarvoor een resultaatsverplichting is overeengekomen, en aan welke adviezen moeten we daarbij denken?

7 8. Kan het college aangeven wat de raming is voor 2017 voor externe inhuur waarvoor een resultaatsverplichting is overeengekomen? Bij de ministeries bestaat er een meldplicht als een adviseur meer dan 225,- per uur wordt betaald, zo lezen wij in de Volkskrant van 15 juli jl. 9. Bestaat een dergelijke meldplicht ook bij de gemeente Utrecht? Zo ja, hoe luidt deze, en hoe vaak is in 2016 en de eerste helft van 2017 melding gemaakt van een hoog uurtarief? Zo nee, is het college bereidt een dergelijke meldplicht in te voeren? En tot slot: 10. Is er volgens het college aanleiding om het beleid over externe inhuur e/o externe inhuur waarvoor een resultaatsverplichting is overeengekomen bij te sturen? Zo ja, op welke wijze?