Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mw. mr. C.A. Peters

Transcriptie

1 Gedeputeerde Staten Datum Ons kenmerk Onderwerp Deelverordening vrijwilligerswerk 2007 Bezoekadres Houtplein 33 Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mw. mr. C.A. Peters Haarlem Postadres Houtplein, kamer 2030 Postbus DA Haarlem Tel (023) Fax (023) Directie Beleid Bijlage(n) 2 Behandeld door M. Harpe Telefoon (023) Uw kenmerk harpem@noord-holland.nl Geachte leden, In onze vergadering van 26 juni 2007 hebben wij de statenvoordracht en het ontwerpbesluit Deelverordening vrijwilligerswerk 2007 vastgesteld. Hiermee voeren wij motie 21-9 Vrijwilligers en amendement 5-2 Kadertraining en Kwaliteitsverbetering Vrijwilligerswerk uit, door u aangenomen op respectievelijk 3 juli 2006 en 13 november De voordracht en het ontwerpbesluit doen wij u ter besluitvorming toekomen. Toelichting op concept deelverordening Ons voorstel behelst één deelverordening voor de uitvoering van zowel de motie als het amendement. Reden hiervoor is dat de verschillende subsidiabele activiteiten die in de motie en het amendement staan vermeld, vallen onder één en dezelfde hoofddoelstelling: het stimuleren en ondersteunen van het vrijwilligerswerk in Noord-Holland. Deze doelstelling is ook opgenomen in het nieuwe collegeprogramma Krachting, in balans : Wij stimuleren het werven, voldoende toerusten en praktisch ondersteunen van vrijwilligers. De deelverordening heeft een looptijd van twee jaar. Vanaf 2009 treedt een nieuw beleidsprogramma Zorg en Welzijn in werking, waarin ook ons vrijwilligersbeleid wordt opgenomen. Op basis van de uitkomsten van de discussies rond het nieuwe beleidsprogramma zullen we ook voorstellen doen voor bijbehorende beleidsinstrumenten. Dan ligt de vraag voor of deze deelverordening verlengd of op onderdelen aangepast moet worden. Internet: post@noord-holland.nl

2 Pagina 2 Ons kenmerk Om nog in 2007 subsidies te kunnen verstrekken, is het noodzakelijk dat we vooruitlopend op uw besluitvorming over de deelverordening, vrijwilligersorganisaties reeds uitnodigen om uiterlijk vóór 15 september subsidieaanvragen bij ons in te dienen. Wij zijn hiertoe bevoegd op grond van artikel 4:23, lid 3, sub a, van de Algemene wet bestuursrecht, waarin deze bevoegdheid voor ons is neergelegd om te anticiperen op een deelverordening. Het totaalbedrag van ,- ( , ,-) is afkomstig uit middelen bestemd voor de uitvoering van het Sociaal Beleidskader. Bij het opstellen van de nieuwe deelverordening hebben we een aantal punten in overweging genomen. De nieuwe deelverordening dient naar onze mening: 1. Uitvoering te geven aan motie 21-9 en amendement 5-2: 2. bij te dragen aan onze beleidsdoelstellingen zoals opgenomen in ons Collegeprogramma Krachtig, in balans ; 3. aanvullend te zijn op de ondersteuningsactiviteiten voor vrijwilligersorganisaties van de steunfunctie-instellingen Welzijn en Sport. 4. aanvullend te zijn op de deelverordening Sociaal Beleid. Uitvoering motie 21-9 In motie 21-9 heeft u om een eenvoudige en tevens laagdrempelige regeling verzocht om het vrijwilligerswerk in de provincie te stimuleren. De huidige deelverordening Sociaal Beleid, waar vrijwilligersorganisaties gebruik van kunnen maken, is niet eenvoudig. Deze verordening formuleert zowel criteria ten aanzien van de potentiële aanvrager als criteria ten aanzien van de subsidiabele activiteiten. Dit maakt de deelverordening voor vrijwilligers(- organisaties) niet eenvoudig: grondige analyse van de criteria is noodzakelijk om te achterhalen of een aanvraag kansrijk zou kunnen zijn. De deelverordening Sociaal Beleid is ook geen laagdrempelige regeling. Een aanvraag komt alleen voor subsidie in aanmerking als de activiteiten aansluiten bij wat er voor dat jaar als speerpunt in de actualisatie van het Uitvoeringsprogramma Sociaal Beleid is opgenomen. Als de specifieke behoefte van een vrijwilligersorganisatie niet aansluit bij een speerpunt van de provincie, dan is er geen mogelijkheid om subsidie te ontvangen. Daarom stellen we het volgende voor:

3 Pagina 3 Ons kenmerk Doelstelling: stimulering vrijwilligerswerk De deelverordening heeft als doel vrijwilligersorganisaties de zogenaamde hart onder de riem te steken. Dit past in de provinciale visie dat vrijwilligers een vitaal element van de sociale infrastructuur in Noord-Holland vormen. Stimuleren is een ruim begrip, en moet ook ruim worden opgevat. We kunnen dit doel voorbij schieten als we vrijwilligersorganisaties gaan voorschrijven aan welke beleidsdoelstellingen deze organisaties een bijdrage dienen te leveren. Organisaties zullen zich dan, om subsidie van de provincie te kunnen ontvangen, voegen naar de wensen van de provincie. Hierdoor worden de eigen wensen en behoeften van de vrijwilligersorganisaties ondermijnd. 2. Subsidiabele activiteiten: werven en behouden In een deelverordening dienen de subsidiabele activiteiten omschreven te worden. In uitvoering van motie 21-9 stellen we voor niet alleen de werving van nieuwe vrijwilligers, maar ook het behouden van de huidige vrijwilligers als doelstelling te formuleren. Uit onderzoek is gebleken dat er relatief weinig aandacht is voor het behoud van vrijwilligers. Omdat in Nederland al veel subsidiemogelijkheden voor de werving van vrijwilligers beschikbaar zijn, gaat hier veel energie in zitten. Met als gevolg dat het behouden van de huidige vrijwilligers weinig aandacht krijgt, en organisaties als het ware dweilen met de kraan open. Daarom richt de nieuwe deelverordening zich niet alleen op de werving van nieuwe vrijwilligers, maar ook op het behoud van de huidige vrijwilligers. 3. Doelgroep / aanvragers: stichtingen en verenigingen De deelverordening is bedoeld voor de vrijwilligers in georganiseerd verband: stichtingen en verenigingen. 4. Sport in 2007; Zorg en Welzijn in 2008 Gegeven het budget van in totaal ,- per jaar stellen we voor een splitsing te maken tussen de verschillende sectoren zorg, welzijn en sport. Zo kunnen we het aantal potentiële aanvragers per jaar beperken, en daardoor ook het aantal teleurgestelde organisaties wiens aanvraag geweigerd moet worden door het bereiken van het subsidieplafond. In 2007 stellen we voor de activiteiten van sportverenigingen te subsidiëren, en in 2008 de activiteiten van vrijwilligersorganisaties in de zorg- en welzijnssector.

4 Pagina 4 Ons kenmerk Criteria: De besteding van de subsidie is aan een beperkt aantal criteria verbonden: 1. de activiteiten moeten gericht zijn op het werven en behouden van vrijwilligers; 2. de activiteiten moeten plaatsvinden in Noord-Holland (inclusief gemeente Amsterdam); 3. de activiteiten mogen pas na verstrekking van de subsidie van start gaan. Organisaties kunnen maximaal één aanvraag per organisatie indienen. Subsidie kan alleen worden verstrekt aan stichtingen of verenigingen die blijkens de statuten of akte van oprichting: 1. geheel of gedeeltelijk afhankelijk zijn van de inzet van vrijwilligers; 2. actief zijn op het terrein van zorg, welzijn, en sport. 6. Honorering: op volgorde van ontvangst Bij een vroege publicatie van de datum vanaf wanneer aanvragen kunnen worden ingediend, én de informatie dat aanvragen zullen worden gehonoreerd op volgorde van ontvangst, is het niet onwaarschijnlijk dat honderden aanvragen direct op de eerste dag van de indieningtermijn door de provincie worden ontvangen. Dit probleem kunnen we ondervangen door de registratienummers van de subsidieaanvragen als leidraad te nemen. Iedere subsidieaanvraag krijgt bij binnenkomst op de postkamer van de provincie een uniek registratienummer. Hier komt (nog) geen inhoudelijke toetsing aan te pas: de eerste aanvraag op de stapel krijgt bijvoorbeeld nummer 1, de volgende nummer 2, etc. Op die wijze kan honorering op volgorde van ontvangst plaatsvinden, ook al worden de subsidieaanvragen op dezelfde dag bij de provincie ingediend. 7. Aan te vragen bedrag: maximaal 1500,- In navolging van de motie kunnen organisaties maximaal 1500,- aanvragen. 8. Subsidie: budgetsubsidie Conform de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland verstrekt de provincie bij subsidiebedragen onder de 2500,- de subsidie in de vorm van een budgetsubsidie. Dat betekent dat de subsidie na afloop van de activiteit niet wordt afgerekend. De aanvrager wordt wél verzocht een enquêteformulier in te vullen en terug te sturen naar de provincie voor de evaluatie van de subsidie-

5 Pagina 5 Ons kenmerk regeling. Tenslotte wordt ook gevraagd een foto van de activiteit bij te voegen. Deze foto s kan de provincie vervolgens gebruiken in eigen publicaties. Uitvoering amendement 5-2 Uw staten hebben eind 2006 geconcludeerd dat, naast het meer algemene ondersteuningsaanbod van de steunfunctie-instellingen, vrijwilligersorganisaties behoefte hebben aan specifieke ondersteuning op maat. Een deelverordening, waarmee vrijwilligersorganisaties budget kunnen aanvragen dat hen in staat stelt zélf training of coaching in te kopen, sluit aan op deze behoefte. Ons voorstel is als volgt: 1. Doelstelling: kwaliteitsverbetering vrijwilligerswerk De algemene doelstelling is de kwaliteitsverbetering van het vrijwilligerswerk in Noord-Holland. Onder meer door de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wmo), nieuwe wet- en regelgeving (denk aan arbo, financiële verantwoording e.d.) wordt de druk op vrijwilligers en hun organisaties steeds groter. Een kwaliteitsverbetering kan op twee manieren worden bereikt: door een kwaliteitsslag te maken in het werk dat de vrijwilligers doen, of door verbeteringen aan te brengen in het functioneren van de vrijwilligersorganisatie zelf. 2. Subsidiabele activiteiten: deskundigheidsbevordering en organisatieverbetering Om de kwaliteit van het vrijwilligerswerk te verbeteren, willen we activiteiten ter bevordering van de deskundigheid van de vrijwilligers en hun ondersteuners (de medewerkers van de steunpunten Vrijwilligers) subsidiëren. Denk hierbij onder meer aan trainingen, cursussen, en coachingstrajecten. Ook activiteiten ter verbetering van de kwaliteit van de organisatie zijn subsidiabel: denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een Kwaliteitssysteem of een reorganisatie. 3. Doelgroep / aanvragers: bovenlokale vrijwilligersorganisaties en steunpunten Vrijwilligers De provincie ziet een rol weggelegd in de ondersteuning van bovenlokale vrijwilligerorganisaties. Voor deze organisaties is het praktisch vrijwel ondoenlijk meerdere gemeenten in Noord-Holland aan te spreken op hun taak in de Wmo vastgelegd om vrijwilligersorganisaties te ondersteunen. De provincie is op het bovenlokale niveau een veel logischer aanspreekpunt.

6 Pagina 6 Ons kenmerk Ook de steunpunten Vrijwilligers willen we ondersteunen bij hun kwaliteitsverbetering. Onze doelstelling is te komen tot een dekkend netwerk van steunpunten in Noord-Holland, en dat betekent dat een aantal steunpunten hun werkgebied zal uitbreiden. Door de steunpunten te ondersteunen bij de deskundigheidsbevordering van hun medewerkers en de verbetering van hun organisatie, wordt regionalisering ondersteund en gestimuleerd. 4. Criteria: De volgende, algemene criteria zijn van toepassing: 1. de activiteiten moeten plaatsvinden in Noord-Holland; 2. de activiteiten mogen pas na verstrekking van de subsidie van start gaan. Organisaties kunnen maximaal één aanvraag per jaar indienen. Tenslotte dient de aanvrager voor co-financiering van ten minste 10% van de totale kosten te zorgen. Wij vinden het belangrijk dat onder meer de landelijke koepels van de vrijwilligersorganisaties, en/of de gemeenten in Noord-Holland de activiteiten van de bovenlokale vrijwilligersorganisatie en steunpunten Vrijwilligers ondersteunen. 5. Honorering: op volgorde van ontvangst Honorering vindt plaats op volgorde van ontvangst. Zodoende wordt aangesloten op de planning van de vrijwilligersorganisaties en steunpunten Vrijwilligers. Zij dienen hun subsidieaanvraag in op het moment dat hun planvorming gereed is. 6. Aan te vragen bedrag: maximaal ,- Het maximaal aan te vragen bedrag per aanvraag wordt vastgesteld op ,-. Er is per jaar een budget van ,- te verdelen over een potentiële doelgroep van circa 60 organisaties. (Dit is een ruwe schatting: een totaaloverzicht van bovenlokale vrijwilligersorganisaties is niet beschikbaar.) 7. Subsidie: tekortsubsidie Conform de Algemene Subsidieverordening Noord-Holland verstrekt de provincie de projectsubsidie eenmalig voor een bepaalde activiteit. Het betreft hier een maximumbedrag in het tekort van de activiteit. De subsidieontvanger moet binnen 3 maanden na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling

7 Pagina 7 Ons kenmerk van de subsidie indienen. Indien na afloop blijkt dat de activiteit goedkoper kon worden uitgevoerd dan oorspronkelijk begroot, dan zal de provincie de subsidie vaststellen op het bedrag dat daadwerkelijk is besteed. De subsidieaanvrager ontvangt bij de verlening van de subsidie een voorschot van maximaal 80%. Tot slot: evaluatie deelverordening De (uitvoering van de) deelverordening over de jaren 2007 en 2008 zal via enquêteformulieren worden geëvalueerd. Dit is een relatief eenvoudige en goedkope manier van evalueren, die voldoende informatie oplevert. Bij de verstrekking van de stimuleringssubsidies eind 2006 hebben we hier reeds goede ervaringen mee opgedaan (zie ook de bijlage). Alle subsidieaanvragers krijgen bij de toe- of afwijzingsbrief een enquêteformulier en antwoordenveloppe toegestuurd. De resultaten van de evaluatie vormen vervolgens input voor een eventuele herziening van de deelverordening als instrument voor de stimulering van het vrijwilligerswerk in Noord-Holland. De resultaten van deze evaluatie zullen we gebruiken bij de ontwikkeling van het instrumentarium voor het nieuwe beleidsprogramma Zorg en Welzijn Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, provinciesecretaris voorzitter

8 Pagina 8 Ons kenmerk Bijlage Resultaten Enquête Stimuleringssubsidie 2006 Aantal respondenten: 42 (respons van 25%) Ja Nee Toelichting 1. Bent u goed over deze subsidiemogelijkheid geïnformeerd? Waarom vindt u, dat u niet goed bent geïnformeerd? (Meerdere antwoorden mogelijk.) - - De informatie kwam te laat, omdat deze mij niet rechtstreeks was toegezonden. (14x). De informatie over de regeling kon ik niet op de website van de provincie vinden (1x). De informatie over de indieningtermijn vond ik onduidelijk (2x). De informatie over de beoordeling van de aanvragen vond ik onduidelijk (3x). 3. Had u problemen met het invullen van het aanvraagformulier? Wat waren de problemen? (Meerdere antwoorden mogelijk.) - - Ik wist niet hoe beknopt of uitgebreid ik mijn antwoorden moest geven (4x). Ik ben gehandicapt en kon daardoor geen gebruik maken van het digitale aanvraagformulier. (1x). Ik begreep vraag 5.1 niet: wordt met personeelskosten eigen personeel bedoeld of externe inhuur? Hoe bereken je deze kosten? (1x) 5. De subsidie is bestemd voor het stimuleren van vrijwilligerswerk onder nieuwe, met name jonge en/of allochtone vrijwilligers. Vindt u dit een goede doelgroep? Waarom wel of niet? (Meerdere antwoorden mogelijk.) - - Er zou ook aandacht moeten zijn voor ouderen/jong gepensioneerden. (6x) Het is ook belangrijk de huidige vrijwilligers voor het vrijwilligerswerk te behouden (3x).

9 Pagina 9 Ons kenmerk Titel:Nota PS-cie. SI, agendapunt 3a. (Brief deelverordening vrijwilligerswerk) Datum: Nummer:3a