Leeftijd (jaar) Lengte 1,59m 1,70m 1,80m 1,85m Indexcijfer (16 jaar=100) Indexcijfer (15 jaar=100)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leeftijd (jaar) Lengte 1,59m 1,70m 1,80m 1,85m Indexcijfer (16 jaar=100) Indexcijfer (15 jaar=100)"

Transcriptie

1 INTRODUCTIE VAN INDEXCIJFERS LES 1 Hier zijn de eerste 5 opgaven over indexcijfers. Het is de bedoeling dat je het stroomdiagram voor indexcijfers gebruikt welke op de PPT en in je schrift staat. Hierdoor kan je voor jezelf duidelijk maken welke stappen je gebruikt bij het oplossen van een som. Leeftijd (jaar) Lengte 1,59m 1,70m 1,80m 1,85m (16 jaar=100) (15 jaar=100) ,9 113,2 116,4 1. Tijdens de Powerpoint is uitgelegd hoe men werkt met indexcijfers wanneer het basisjaar 15 jaar was. Bereken nu de indexcijfers wanneer het basisjaar 16 jaar is. De tabel is aangevuld. Vul de indexcijfers in de tabel hierboven in. Gebruik het stroomdiagram. 2. Wat zegt het indexcijfer 116,4? Antwoord In de presentatie is uitgelegd dat indexcijfers het makkelijker maakt om met grotere getallen te werken. Om dit te verduidelijken gaan we nu werken met een opgave met grotere getallen. In Land A zijn de volgende gegevens bekend over de uitvoer van goederen.

2 Jaar Uitvoer (in miljarden) 112,1 115,4 130,3 178,8 225,0 232,7 236,7 (1990=100) , ,6 211,2 (2000=100) 49,8 57, ,4 105,3 3. Vul de indexcijfers met 1992 = 100 en 2000 = 100 als basisjaar in. Het is dezelfde methode als opdracht Stel men wilt met behulp van indexcijfers wil bekijken wanneer het groeitempo van de uitvoer het hoogste was. Maakt het dan uit of wij 1992 of 2000 als basisjaar gebruiken? 5. Wanneer was het groeitempo van de uitvoer in Land A het hoogste? Kijk tevens naar je antwoord op vraag 4.

3 LES 2 Jaar Inkomen (in Euros) inkomen Bereken de procentuele stijging van het inkomen tussen 2002 en Maak hier alleen gebruik van de indexcijfers (derde kolom). Gebruik het stroomdiagram. 2. Bereken de procentuele stijging van het inkomen tussen 2002 en Maak hier alleen gebruik van het inkomen in Euros (tweede kolom). Gebruik het stroomdiagram. 3. Waarom komen de antwoorden van vraag 1 en 2 overeen?

4 Hierbij nogmaals de tabel van de vorige vraag. Het basisjaar is nu op 2002 gesteld. Jaar Inkomen (in Euros) inkomen Bereken de ontbrekende indexcijfers. Vul deze in de tabel in. Gebruik je stroomdiagram 5. Lees af, met hoeveel procent is het inkomen van 2003 gestegen ten opzichte van 2002? Gebruik je stroomdiagram. 6. Waarom komen de antwoorden van opgave 2,3 en 5 overeen? 7. Bereken met de nieuwe tabel met hoeveel procent het inkomen van 2003 hoger was dan het inkomen van Gebruik je stroomdiagram.

5 Opdracht: Bedenk je eigen indexcijfer in tweetallen. Hierna lever je dit blaadje in bij je docent! 1. Over welk onderwerp zal jullie indexcijfer gaan? 2. Waarom leent dit onderwerp zich goed voor een indexcijfer? 3. Maak hieronder jou tabel over het indexcijfer. Er hoeven nog geen indexcijfers worden berekend. Als voorbeeld is de opgave uit les 1 gegeven. Er mogen dus maximaal 5 kolommen ingevuld worden Leeftijd (jaar) Lengte 1,59m 1,70m 1,80m 1,85m

6 LEVER DIT BLAADJE IN BIJ JE DOCENT In dit format komt het zelfbedachte onderwerp voor vraag 1, 2 en 3. Deze worden door de docent zelf aangepast en hierna uitgedeeld aan de leerlingen. Als docent bedenk je bij het onderwerp dus een extra rij bij het zelfde onderwerp. Hier is dit bijvoorbeeld een andere naam met een ander indexcijfer Nooitgedacht vs Kwaadvlieg. Het is belangrijk dat de zelfde vragen worden gehanteerd aangezien dit inzichtsvragen over indexcijfers zijn. Van meneer Nooitgedacht en meneer Kwaadvlieg zijn de volgende gegevens over het inkomen bekend. Het jaar 1995 is voor beide het basisjaar. Jaar Nooitgedacht (1995) = 100 Kwaadvlieg (1995) = Valt hieruit te concluderen dat meneer Nooitgedacht en meneer Kwaadvlieg in 2000 en 2001 evenveel verdienden? Legt uit Achteraf wordt bekend dat het inkomen van meneer Nooitgedacht in 2001 Euro bedroeg. 2. Hoe groot is zijn inkomen in het basisjaar?

7 3. Hoe groot was het inkomen in 2005? Bekijk de volgende tabel: Basisjaar = 2007 Wegingsfactor Prijsindexcijfer (2008) Prijsindexcijfer (2009) Verzorging Verzekering Diversen Hoe groot is het CPI in 2008? 5. Je hebt bij opgave 3 het CPI van 2008 berekend. Wat zegt dit indexcijfer? Gebruik je stroomdiagram. 6. Hoe hoog is de inflatie 2009 geweest? Gebruik je stroomdiagram.

8 7. Vul het volgende tabelletje in. Gebruik je stroomdiagram Lengte Bas 1,59 1,80 Bas 105 Lengte Bram 1,75 Bram Bekend is dat de Lengte Bas in 2008; 1,40m is. Bekend is dat de Lengte Bram in 2008; 1,50m is. Bekend is dat het indexcijfer van Bram met 16,6 procent is gestegen in 2011 opzichte van 2010.

9 VGT Naam: Datum:.. Indien je een opgaven niet snapt kijk naar het stroomdiagram! Kunnen de formules je verder helpen? In het mooie Amsterdam Oost zijn twee filialen van de Hena. De directie van de Hena is geinteresseerd naar de indexcijfers van beide filialen Omzet A a A b 94 c Omzet B d e B 113 f 119 Bekend is dat de Omzet van A in 2008; is. Bekend is dat de Omzet van B in 2008; is. Bekend is dat het indexcijfer van B met 16,6 procent is gestegen in 2011 ten opzichte van Vul de ontbrekende getallen in door a t/m f over te nemen op je blaadje (6p). Geef tevens de berekening. Basisjaar = 2008 Wegingsfactor Prijsindexcijfer (2009) Prijsindexcijfer (2010) Verzorging 20 a 105 Verzekering Diversen Bekend is dat het CPI in ,8 is. 2. Vul het ontbrekende prijsindexcijfer van 2009 verzorging in. Neem a over op je blaadje. Geef tevens je berekening. (2p) 3. Bereken de inflatie van 2010 (4p)

10 Antwoordenmodel: LES 1: De antwoorden staan in de PowerPoint LES 2: 1. ( )/ 155 * 100 = 3,2 % 2. ( ) / * 100 = 3,2 % 3. We werken met verhoudingen tussen getallen. De verhoudingen blijven hetzelfde. De procenten zullen daarom ook in vraag 1 en 2 hetzelfde blijven. 4. Jaar Inkomen (in Euros) inkomen , = 3,2% 6. We werken met verhoudingen. Indien wij het basisjaar opniew verleggen en op 100 stellen en hiermee vergelijken dan is het aftrekken van de indexcijfers de % verandering. 7. (103,2-65 )/ 65 * 100 =58,8 % Les 3 1. s werkt met verhoudingen tov een jaar. De indexcijfers zouden dus gelijk aan elkaar zijn, maar het inkomen verschillend. Vraag 2 en 3 afhankelijk van de invulling van de docent. 4. (15*103+40*104+45*102)/100 = 102,95 5. Dat het algemene prijspeil (inflatie) 2,95 % hoger ligt in 2008 tov (15*105+40*106+45*108)/100 = 106,75 -(106,75 102,95) / 102,95 * 100 = 3,7 % Lengte Bas 1,59 1,80 Bas 105

11 Lengte Bram 1,75 Bram LES 4 VGT 1 Per juist ingevuld getal 1p = max 6 p Omzet A A Omzet B B Berekening juist (1p) Antwoord (1p) = max 2p Basisjaar = 2008 Wegingsfactor Prijsindexcijfer (2009) Prijsindexcijfer (2010) Verzorging Verzekering Diversen *105+40*106+40*108 / 100 = (2p) 106,6-102,8 / 102,8 (1p) = 3,7 % (1p) = max 4p

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar. Indexcijfers Berekenen van het prijsindexcijfer Bij economie moet je vaak prijzen met elkaar vergelijken. Door inflatie stijgen de prijzen. Om de prijzen makkelijk met elkaar te vergelijken maken we gebruik

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 2 Opgave 1 Alle volgende berekeningen afronden op 1 decimaal. a. Bereken de prijsindexcijfers van 2012 tot en met 2017. Prijs verslagjaar = Prijsindexcijfer Prijs basisjaar 140 = 127,3 145 =

Nadere informatie

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1 Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1 Als je in de examenklas van het vmbo zit, woon je waarschijnlijk nog thuis.

Nadere informatie

Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid,

Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid, Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid, etc), over een bepaalde periode. Het volume van het vergelijkingsmoment

Nadere informatie

Prijsontwikkeling koopwoningen

Prijsontwikkeling koopwoningen Prijsontwikkeling koopwoningen 1. Doelen De doelen van deze les zijn: Leerlingen leren het belang van definities en hoe verschillende definities kunnen leiden tot verschillende uitkomsten en conclusies;

Nadere informatie

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken Wat is een? Binnen de economie vergelijken we vaak procentuele ontwikkelingen. Die ontwikkelingen zijn in geld uitgedrukt soms lastig te doorzien. Zo wordt de economische groei van een land uitgedrukt

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel Mollers Inleiding spel koehandel De komende 5 lessen gaan we aan de slag met het spel koehandel. Dit spel speel je met maximaal 5 personen. Met deze vijf

Nadere informatie

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in

Nadere informatie

Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei

Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei (groeifactoren) terugrekenen in de tijd (met groeifactoren) nominaal,

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties. 21. Verjaardagstabel Leeftijdsgroep Kerndoel Leerstofonderdeel Doel van de les Ongeveer 16-20 jaar Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Doel Leerlingen kunnen in eigen woorden formuleren waarvoor en wanneer de berekeningen nodig zijn en deze op een correcte manier uitrekenen.

Doel Leerlingen kunnen in eigen woorden formuleren waarvoor en wanneer de berekeningen nodig zijn en deze op een correcte manier uitrekenen. Algemene informatie: De aankomende 2 lessen ga je in groepjes van drie personen je bezig houden met het berekenen van procenten. Er zijn drie vormen en iedereen behandeld alle vormen. Jullie wisselen om

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 1: 1 miljoen = 1.000.000 4.1 Cijfermateriaal In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: 1.000.000 = 10 6 Voorbeeld 2: 1 miljard = 1.000.000.000 In dit getal komen negen nullen voor.

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek.

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Inleiding: De genoemde vormen zijn voor starters de enige vormen die sinds 01-01-2013 leiden tot renteaftrek. Andere vormen,

Nadere informatie

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13 REKENEN MET BREUKEN. De breuk. Opgaven. Optellen van breuken 6. Opgaven 8. Aftrekken van breuken 9.6 Opgaven 9.7 Vermenigvuldigen van breuken.8 Opgaven.9 Delen van breuken.0 Opgaven. Een deel van een deel.

Nadere informatie

1.4 a. 6,54 wordt afgerond 6,5 en het antwoord: 6, = b. 6,54 wordt dan 7 en het antwoord: =

1.4 a. 6,54 wordt afgerond 6,5 en het antwoord: 6, = b. 6,54 wordt dan 7 en het antwoord: = Hoofdstuk 1 Rekenen 1.1 a. Bij het afronden van 5,45 op een heel getal kijk je naar het eerste cijfer achter de komma. Dat is een 4, dus moet je naar beneden afronden. 5,45 wordt dan een 5. b. De docent

Nadere informatie

Alleen deze bladen inleveren! Let op je naam, studentnummer en klas

Alleen deze bladen inleveren! Let op je naam, studentnummer en klas Naam: Studentnummer: Klas/groep: HvA-HES Amsterdam, Fraijlemaborg 133, 1102 CV Amsterdam Postbus 22575, 1100 DB Amsterdam Nummer Studiegids: Code onderwijseenheid: Opleidingen: 1012_KM1-T1 KM1VPAFE01 Toets

Nadere informatie

Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets.

Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets. 1. Het berekenen van een percentage Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets. Bereken (in 1 decimaal nauwkeurig) hoeveel procent van de leerlingen

Nadere informatie

Rendement van artikelpresentaties berekenen

Rendement van artikelpresentaties berekenen Extra oefenopgaven VS KT5 OD en MAN KT1 en KT2 Rendement van artikelpresentaties berekenen Rendement van artikelpresentaties berekenen Opgave 1 Vul de volgende zin in. Bij een positieve schapruimte-elasticiteit

Nadere informatie

LES: Eerlijk verdelen

LES: Eerlijk verdelen LES: Eerlijk verdelen DOEL oefenen van delen; bewust worden dat een hoeveelheid meerdere delers kan hebben; inzicht ontwikkelen in de verbanden tussen keersommen (bijv. 3 x 8 = 6 x 4); inzicht ontwikkelen

Nadere informatie

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100.

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100. 4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100. 26 26% = = 0,26 100 In het rechterplaatje zijn 80 van de 400

Nadere informatie

Examen VWO. economie 1. tijdvak 1 vrijdag 25 mei 13.30-16.30 uur

Examen VWO. economie 1. tijdvak 1 vrijdag 25 mei 13.30-16.30 uur Examen VWO 2007 tijdvak 1 vrijdag 25 mei 13.30-16.30 uur economie 1 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Uitwerkingen rekenvaardigheden

Uitwerkingen rekenvaardigheden 1 Basisgetal Getal 2 Factor Getal 2 is % van Getal 1 Getal 2 is % groter/kleiner dan Getal 1 (-) = kleiner a1 200 210 1,0500 105 5,00 a2 210 200 0,9524 95,24-4,76 b1 350 410 1,1714 117,14 17,14 b2 410

Nadere informatie

Lesbrief Rekonomie havo 2 e druk

Lesbrief Rekonomie havo 2 e druk Hoofdstuk 1. 1.11 a. 102,4 88,8 c. 25,4 d. 204,0 Rekenen 1.12 a. 4.700 52.500 c. 9.000 d. 108.000 1.13 1.945 miljoen is 1,945 miljard. 76 miljard/1,945 miljard = 39,07. Of: 76 miljard is 76.000 miljoen.

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )

Stoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( ) Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

HOEKENWERK WISKUNDE GEHELE GETALLEN

HOEKENWERK WISKUNDE GEHELE GETALLEN Hoekenwerk NAAM: NR:. KLAS: 1A HOEKENWERK WISKUNDE GEHELE GETALLEN Bij dit hoekenwerk doorloop je in een bepaalde volgorde de volgende hoeken: 1. Bewerkingen met gehele getallen 2. Getallenlijn en coördinaten

Nadere informatie

LES: Vier op een rij 2

LES: Vier op een rij 2 LES: Vier op een rij 2 DOEL oefenen van keersommen; inzicht ontwikkelen in welke verschillende keersommen dezelfde uitkomst hebben; het patroon herkennen van keersommen in de tabel. BENODIGDHEDEN Per leerling

Nadere informatie

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats

Nadere informatie

Rekenen met verhoudingen

Rekenen met verhoudingen Rekenen met verhoudingen Groep 6, 7 Achtergrond Leerlingen moeten niet alleen met de verhoudingstabel kunnen werken wanneer die al klaar staat in het rekenboek, ze moeten ook zelf een verhoudingstabel

Nadere informatie

LES: Vier op een rij. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Vier op een rij (zie p. 5) kleurpotloden, potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Vier op een rij. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Vier op een rij (zie p. 5) kleurpotloden, potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Vier op een rij DOEL oefenen van keersommen; inzicht ontwikkelen in welke verschillende keersommen dezelfde uitkomst hebben; het patroon herkennen van keersommen in de tabel. BENODIGDHEDEN Per leerling

Nadere informatie

handel en verkoop CSPE KB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

handel en verkoop CSPE KB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden. Examen VMBO-KB 2010 gedurende 355 minuten handel en verkoop CSPE KB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden. Dit examen bestaat uit 24 opdrachten. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Thema: Kinderboekenweek. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen

Thema: Kinderboekenweek. Handleiding en opgaven niveau A2. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A2 Thema: Kinderboekenweek Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. materiaal Benodigd

Nadere informatie

Een functie is een kant en klare formule. Via de knop Som in de groep Bewerken van het tabblad Start kun je een aantal veelgebruikte functies kiezen:

Een functie is een kant en klare formule. Via de knop Som in de groep Bewerken van het tabblad Start kun je een aantal veelgebruikte functies kiezen: SAMENVATTING HOOFDSTUK 6 De functies Gemiddelde en Afronding Een functie is een kant en klare formule. Via de knop Som in de groep Bewerken van het tabblad Start kun je een aantal veelgebruikte functies

Nadere informatie

Examencursus. economie. Voorbereidende opgaven VWO. Korte redeneervragen BBP. Schoenenwinkels. Participatie

Examencursus. economie. Voorbereidende opgaven VWO. Korte redeneervragen BBP. Schoenenwinkels. Participatie Voorbereidende opgaven VWO Examencursus economie Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

LES: Groepjes maken 2

LES: Groepjes maken 2 LES: Groepjes maken 2 DOEL strategieën ontwikkelen voor het bepalen van het aantal objecten in een rechthoekig groepje (bijv. herhaald optellen per rij, verdubbelen, een keersom maken); verband leggen

Nadere informatie

economie CSE GL en TL COMPEX

economie CSE GL en TL COMPEX Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 1 donderdag 27 mei totale examentijd 2 uur economie CSE GL en TL COMPEX Vragen 23 tot en met 38 In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Compex Vragen 12 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

Examen PC 2 Financiële Rekenkunde

Examen PC 2 Financiële Rekenkunde Examen PC 2 Financiële Rekenkunde Instructieblad Examen : Professional Controller 2 leergang 8 Vak : Financiële Rekenkunde Datum : 18 december 2014 Tijd : 14.00 15.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor

Nadere informatie

Toegepast Rekenen Opdrachten:

Toegepast Rekenen Opdrachten: Toegepast Rekenen Opdrachten: Hfst 1: Rekenen Opdr. 1: a. 66 : 3 = c. -66 : (-3) = e. 12 - (+5) = b. 66 : (-3) = d. -12 + 5 = f. -12 (-5) = De omzet van een laptopwinkel is 15.000,-. De verkoopprijs per

Nadere informatie

economie havo 2015-II

economie havo 2015-II Opgave 3 Wie verdient het? uit een krant: In 212 kromp de Nederlandse economie met 1 procent. Dat jaar zagen Nederlandse werknemers weliswaar hun brutosalaris met 1,3% stijgen, maar de inflatie zorgde

Nadere informatie

REKENEN MET PROCENTEN

REKENEN MET PROCENTEN REKENEN MET PROCENTEN Bij rekenen op de basisschool en bij wiskunde op de middelbare school heb je al te maken gehad met procenten; 1% = 1/100 = 0,01. Een percentage is een verhoudingsgetal. Dat houdt

Nadere informatie

Bovenstaande begrippen worden veelal weergegeven in onderstaand schema of overzicht. We noemen dit overzicht het exploitatieoverzicht.

Bovenstaande begrippen worden veelal weergegeven in onderstaand schema of overzicht. We noemen dit overzicht het exploitatieoverzicht. MODULE: OMZET KOSTEN - WINST Elk bedrijf of onderneming wil met haar bedrijfsactiviteiten (produceren van goederen, diensten en/of handelen in goederen) winst behalen. Als we de winst willen berekenen

Nadere informatie

12. Leerstof samenvatten

12. Leerstof samenvatten 12.1 Samenvatten van tekst(gedeelt)en doel Hoofdzaken uit een tekst halen en samenvatten in steekwoorden wanneer kern les(senserie) groepssamenstelling individueel, tweetallen voorbereiding: - De leerling

Nadere informatie

(ont)wikkelen. Aantal keer gevouwen Aantal lagen papier

(ont)wikkelen. Aantal keer gevouwen Aantal lagen papier (ont)wikkelen versie 0.5 [4--008] pagina (ont)wikkelen vouwen Wist je dat je een blad papier niet meer dan zeven (misschien acht) keer kunt dubbelvouwen? Om dit te controleren kun je met een stuk papier

Nadere informatie

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Wat gebeurt er in 2014? Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd

Nadere informatie

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd? Procenten Zoals op de basisschool is aangeleerd kunnen we een taart verdelen in een aantal stukken. Hierbij krijgen we een breuk. We kunnen ditzelfde stuk taart ook aangegeven als een percentage. Procenten:

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Wintersportbestemmingen

Wintersportbestemmingen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jacob Poortstra 07 December 2014 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/34961 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel blaucapel Basis Excel Excel is een rekenprogramma: een elektronisch rekenvel. Het wordt ook wel een spreadsheet (een verspreid veld) genoemd. Wat kun je bijvoorbeeld maken met excel: Prijsberekeningen

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

LOB excursie opdracht

LOB excursie opdracht LOB excursie opdracht VMBO Groen Kesteren Naam: Klas: Opdracht excursie Inleiding In het LOB-programma gaat het er vooral om een beeld te geven van de mogelijkheden voor het vervolg van je studie na VMBO

Nadere informatie

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard

Nadere informatie

Syllabus Leren Modelleren

Syllabus Leren Modelleren Syllabus Leren Modelleren Januari / februari 2014 Hervormd Lyceum Zuid Klas B1B SCHRIJF HIER JE NAAM: LES 1 Syllabus Modelleren; Les 1: Zoekproblemen Klas B1B Inleiding In de lessen voor de kerstvakantie

Nadere informatie

Differentiatie en motivatie in de rekenles

Differentiatie en motivatie in de rekenles Starter Ieder heeft een kaartje (hetzij breuk/hetzij kommagetal) Eerste doel: drie rijen: 1x breuken en 2x kommagetallen op volgorde. Eerste stap: Zoek je beide buren Tweede stap: Ga op volgorde van klein

Nadere informatie

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo. Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Economie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Economie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Sudoku s. Annelies Veen Noud Aldenhoven

Sudoku s. Annelies Veen Noud Aldenhoven Sudoku s Annelies Veen Noud Aldenhoven Vierkant voor Wiskunde Zomerkamp A 2010 Voorwoord Het plaatje op de voorkant is een erg bijzondere puzzel, een soort sudoku. Sudoku s zijn puzzeltjes met hun eigen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I Tijdens dit examen werk je in Excel. Door in het openingsscherm op Excel werkbladen te klikken start Excel automatisch op. Je komt dan meteen in het eerste werkblad dat hoort bij het eerste deel van de

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Vergroting. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Hoe vaak past het? (zie p. 5) rood kleurpotlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Vergroting DOEL oefenen van het toepassen van sommen in een rechthoekstructuur (bijv. vier rijen met elk vier kleine foto's); een eerste verkenning van het berekenen van oppervlakte met lengte breedte

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

20.1 Wat is economische groei?!

20.1 Wat is economische groei?! 20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. 2 maximumscore 3 Laatste rij in tabel verder invullen tot totaal aantal vierkanten 19 is 2. Het rijnummer is 9 1 ).

Vraag Antwoord Scores. 2 maximumscore 3 Laatste rij in tabel verder invullen tot totaal aantal vierkanten 19 is 2. Het rijnummer is 9 1 ). BEOORDELINGSMODEL VMBO KB 003-II Vraag Antwoord Scores VIERKANTEN LEGGEN maximumscore 4 rijnummer 3 4 5 aantal witte vierkanten in de rij 3 5 7 9 aantal grijze vierkanten in de rij totaal aantal vierkanten

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Stoeien met Statistiek

Stoeien met Statistiek Stoeien met Statistiek Havo 4: Statistiek op grote datasets 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Docentenhandleiding... 5 Inleiding voor leerlingen... 6 Opdracht 1... 7 Opdracht 2... 8 Opdracht 3...

Nadere informatie

handel en verkoop CSPE BB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

handel en verkoop CSPE BB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden. Examen VMBO-BB 2011 gedurende 255 minuten handel en verkoop CSPE BB Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en digitale bestanden. Dit examen bestaat uit 21 opdrachten. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

LES: Toverboek 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Tover een getal (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Toverboek 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Tover een getal (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Toverboek 2 DOEL oefenen van keersommen en combinatie met optellen en aftrekken; inzicht ontwikkelen in het gebruiken van getallen en bewerkingen om een bepaalde uitkomst te krijgen. BENODIGDHEDEN

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

LES: Wie van de drie?

LES: Wie van de drie? LES: Wie van de drie? DOEL getallen herkennen uit de tafels van 2 en 5; bewust worden dat de getallen uit de tafel van 2 allemaal even zijn; bewust worden dat de getallen uit de tafel van 5 allemaal eindigen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

STADSBOERDERIJ BEZOEKERS

STADSBOERDERIJ BEZOEKERS STADSBOERDERIJ BEZOEKERS Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Module Stadsboerderij Bezoekers Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs:

Nadere informatie

Examen HAVO - Compex. economie 1 Compex

Examen HAVO - Compex. economie 1 Compex economie 1 Compex Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 31 mei Totale examentijd 3 uur 20 06 Vragen 1 tot en met 21 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij

Nadere informatie

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen Deel C Breuken vermenigvuldigen en delen - 0 Sprongen op de getallenlijn. De sprongen op de getallenlijn zijn even groot. Schrijf passende breuken of helen bij de deelstreepjes. 0 Welk eindpunt wordt bereikt

Nadere informatie

In Beeld: Infographic de Europese schuldencrisis

In Beeld: Infographic de Europese schuldencrisis In Beeld: Infographic de Europese schuldencrisis Korte omschrijving werkvorm: Leerlingen analyseren aan de hand van een stappenplan een infographic over de schuldencrisis. Leerdoel: De leerlingen leren

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

3. Een dia met een tabel

3. Een dia met een tabel 51 3. Een dia met een tabel Wanneer u in uw presentatie bepaalde gegevens met elkaar gaat vergelijken, dan is het een goed idee om een dia met een tabel te maken. Een tabel is een opsomming van gegevens

Nadere informatie

In de 4som-puzzel kun je de gegeven sommen variëren. Nog zo eentje.

In de 4som-puzzel kun je de gegeven sommen variëren. Nog zo eentje. 4som kaart a In een 4som-puzzel moeten in vier hokjes getallen worden geschreven. Van de (horizontale) rijen en van de (verticale) kolommen is de som gegeven en ook van de diagonalen. Welke getallen moeten

Nadere informatie

LES: Getallenfabriek 2

LES: Getallenfabriek 2 LES: Getallenfabriek 2 DOEL oefenen van keersommen in combinatie met optellen, aftrekken en delen; inzicht ontwikkelen in het gebruiken van getallen en bewerkingen om een bepaalde uitkomst te krijgen.

Nadere informatie

Thema: Zelfrijdende vrachtwagens. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Zelfrijdende vrachtwagens. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Zelfrijdende vrachtwagens Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd

Nadere informatie

LES: Getallenmuurtje 2

LES: Getallenmuurtje 2 LES: Getallenmuurtje 2 DOEL oefenen van keersommen; oefenen van keersommen met meer dan twee getallen; leren welke keersommen bij eenzelfde uitkomst horen; gebruik maken van het inzicht dat de volgorde

Nadere informatie

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld Kom op, trek je jas aan. 't Is tijd dat er een stap wordt gezet. In regen en zonnestralen.

Nadere informatie

Inhoudsopgave P.O. WISKUNDE

Inhoudsopgave P.O. WISKUNDE OVER DE PRAKTISCHE OPDRACHTEN In dit boekje staan drie praktische opdrachten. De opdrachten zijn drie voorbeelden van hoe je wiskunde in de praktijk kunnen gebruiken. Hopelijk zien jullie na deze drie

Nadere informatie

Bijdrage aan en impact op de inflatie

Bijdrage aan en impact op de inflatie Paper Bijdrage aan en impact op de inflatie Jan Walschots Februari 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. De CBS methode om bijdragen te berekenen 3 3. De Eurostat methode om impacts

Nadere informatie

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Getallenmuurtje DOEL oefenen van keersommen; kennismaken met keersommen met meer dan twee getallen; leren welke keersommen bij eenzelfde uitkomst horen; bewust worden dat de volgorde van de getallen

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Verdienen ministers te weinig? Een commissie stelt dat een minister meer zou moeten verdienen dan zijn topambtenaren. Uit onderzoek van de commissie blijkt echter dat in 2005 het salaris van een

Nadere informatie

Hoofdstuk!7!Kortste!paden!

Hoofdstuk!7!Kortste!paden! oofdstukkortstepaden oofdstukkortstepaden In een gewogen graaf is men soms geïnteresseerd in het kortste pad tussen twee punten: dat is een pad, waarbij de som van de gewichten zo klein mogelijk is..inleiding

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56

Nadere informatie

Wortel en Machten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Wortel en Machten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74200 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Business Ondernemingsplan opstellen en uitvoeren. Inleiding

Business Ondernemingsplan opstellen en uitvoeren. Inleiding Inleiding Nederland heeft meer ondernemers nodig, zeker nu met de economische crises. Jongeren worden in Nederland vooral opgeleid om te werken voor een baas, maar in werkelijkheid wordt 1 op de 8 jongeren

Nadere informatie

Werken met indexen: T Ing. J. Kok

Werken met indexen: T Ing. J. Kok Werken met indexen: algemeen T1020 1 Werken met indexen: algemeen Ing. J. Kok 1. Inleiding T1020 3 2. Wat zijn indexcijfers T1020 3 3. Soorten indexcijfers T1020 3 3.1. Enkelvoudige indexcijfers T1020

Nadere informatie

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s)

Docentenversie. Hoofdstuk A9 Hellinggrafieken - alternatief. snelheid (m/s) Docentenversie Vooraf Dit hoofdstuk bestaat uit drie delen: Wat zijn hellinggrafieken en hoe maak je ze? Met het differentiequotient voor alle punten van de grafiek de helling uitrekenen. Die waarden kun

Nadere informatie