De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten 1"

Transcriptie

1 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten 1 Arjen Edzes* De Wet werk en bijstand (2004) prikkelt gemeenten om op een doelmatiger manier uitvoering te geven aan de bijstandsverlening. Dit artikel gaat in op de implicaties van deze nieuwe financieringssystematiek voor de arbeidsmarktpolitiek van gemeenten. Daartoe wordt betoogd dat het budgetteren van de uitkerings- en re-integratiemiddelen een oplossing biedt voor agencyproblemen in de uitvoering van bijstand en re-integratie door de gemeenten. Tegelijk wordt daarmee een groter probleem gecreëerd, in de zin dat gemeenten worden opgezadeld met een beleidsvraagstuk waaraan zij niet eenvoudig iets kunnen doen, namelijk de beïnvloeding van de regionale werkgelegenheid en werkloosheid. In dit artikel wordt ingegaan op de wijze waarop gemeenten met dit dilemma omgaan en de accenten die zij hierbij tot nu toe hebben gelegd. De interne oriëntatie op de eigen werkprocessen blijkt de externe oriëntatie op de regionale arbeidsmarkt vooralsnog te overtreffen. Trefwoorden: werk en bijstand, gemeenten, lokaal arbeidsmarktbeleid, budgettering Inleiding In vele OECD-landen is op het terrein van het actieve arbeidsmarktbeleid de laatste jaren sprake van een beweging naar decentralisering van beleid in combinatie met marktwerking in de arbeidsbemiddeling en re-integratie. Deze institutionele hervorming is in de eerste plaats ingezet vanuit een wens om de lokale bestuurspraktijk ( local governance ) te verbeteren en in de tweede plaats vanuit de veronderstelling dat decentralisering en marktwerking ten goede komen aan de effectiviteit van het actieve arbeidsmarktbeleid (Van Berkel & Borghi, 2007; Tergeist & Grubb, 2006; Giguère, 2003). In Nederland is het meest recente wapenfeit de invoering van de nieuwe Wet werk en bijstand (WWB) in 2004, het sluitstuk van een ontwikkeling die begin jaren negentig van de vorige eeuw is ingezet. De hervorming is onder meer gebaseerd op de veronderstelling dat gemeenten in belangrijke mate de vraag naar bijstand kunnen beïnvloeden (IBO, 1996: 1). Om gemeenten te prikkelen deze beleidsruimte optimaal te benutten, is een nieuw besturingsmodel geïntroduceerd. Gemeenten zijn in de eerste plaats financieel risicodrager van de eigen beleidsontwikkeling en -uitvoering, die naast bijstandsverlening óók de inzet van re-integratie-instrumenten en gesubsidieerd werk omvat. Daar staat tegenover dat gemeenten een aanzienlijke vrijheid hebben om een eigen invulling te geven aan het reintegratiebeleid, het handhavingsbeleid, de inkomenswaarborg en de participatie van cliëntorganisaties. In de tweede plaats kunnen gemeenten op vele manieren variëren in de wijze waarop de feitelijke re-integratieactiviteiten worden uitgevoerd: ze kunnen alles zelf doen, maar ze kunnen de activiteiten ook uitbesteden. Per saldo maakt de WWB een grote diversiteit in beleid en uitvoering tussen gemeenten mogelijk. Nederland is hiermee in internationaal opzicht toonaangevend zowel voor wat betreft de budgettering en decentralisering van beleidsmiddelen als de privatisering van de re-integratiemarkt (Tergeist & Grubb, 2006; Van Berkel, 2006). De verwachtingen van de bestuurlijke operatie waren groot: het ministerie van SZW verwachtte na twee jaar in 2006 een bijstandslastenreductie te hebben gerealiseerd van 5% ten opzichte van de situatie zonder de WWB (Ministerie van SZW, 2005a: 3). Waarop was deze verwachting gebaseerd? Waarom zou het de gemeenten nu opeens wél lukken om * Arjen Edzes is verbonden aan het Centrum voor Arbeid en Beleid b.v. Correspondentieadres: Martinikerkhof 30, 9712 JH Groningen, edzes@cabgroningen.nl. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

2 Arjen Edzes mensen aan het werk te krijgen, wat zij daarvoor jaren lang niet konden realiseren? Dat is de eerste vraag die ik in deze bijdrage wil behandelen. Ik zal in dat verband ingaan op wat klaarblijkelijk de beleidstheorie is van het ministerie. In het verlengde daarvan zal ik beargumenteren dat de ingevoerde prikkelstructuur gemeenten noodzaakt tot het voeren van arbeidsmarktpolitiek die is gericht op de beïnvloeding van factoren die het bijstandsvolume bepalen, een terrein waar gemeenten traditioneel nauwelijks instrumenten en zeggenschap hebben. Ik noem hier bewust de term arbeidsmarktpolitiek, omdat de meer traditionele benaming van lokaal arbeidsmarktbeleid voorbijgaat aan de lokale bestuurlijke context waarin de keuze voor instrumenten en inzet van middelen plaatsvindt. Aan de hand van gegevens uit evaluatiestudies en de Divosa-monitor zal ik vervolgens illustreren dat in de praktijk gemeenten deze taak nog onvoldoende lijken op te pakken. Achtergrond De gedachte dat gemeenten de vraag naar bijstand nauwelijks kunnen beïnvloeden, heeft tot aan het begin van de jaren negentig centraal gestaan in het denken over de uitvoering en financiering van de bijstandswetgeving. De vraag naar bijstand was immers in de eerste plaats het gevolg van niet te beïnvloeden persoonlijke omstandigheden van burgers die niet in de noodzakelijke middelen van bestaan konden voorzien. In de tweede plaats was de vraag naar bijstand het gevolg van door gemeenten niet te beïnvloeden werkloosheid. Deze was het resultaat van het door het Rijk samen met de sociale partners gevoerde macroeconomische, fiscale en arbeidsvoorwaardenbeleid. Er werd daarom vanuit gegaan dat het Rijk de wijziging in de bijstandsuitgaven die van een landelijke trend in de werkloosheid het gevolg is, voor zijn rekening neemt (Olieman, Van Bokhoven, De Koning & Van Dongen, 1996: 5). Dat de werkloosheid daarbij ook nog eens als gevolg van gebrekkige regionale correctie-instrumenten (geen regionale loondifferentiatie, geringe arbeidsmobiliteit) voor gemeenten verschillend uitpakte, kon dan ook niet aan de gemeenten zelf worden geweten. Beide oorzaken voor de bijstandsvraag waren kortom belangrijke redenen om gemeenten schadeloos te stellen ( declaratiesystematiek ) voor de kosten die de vraag naar bijstand met zich meebracht. Tegen deze achtergrond is de hervorming die de bijstandswetgeving vanaf de invoering van de nieuwe Algemene Bijstandswet (1996) heeft doorgemaakt een voorbeeld van wat in de internationale literatuur een change of governance wordt genoemd. Het verwijst in dit opzicht naar twee bewegingen (Van Berkel & Borghi, 2007). In de eerste plaats naar de wat -vraag, dat wil zeggen dat de overheid de inhoudelijke strategie heroverweegt en problemen herdefinieert ten aanzien van kwetsbare burgers, werklozen, arbeidsgehandicapten, in het licht van veranderingen op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt en het functioneren van de sociale zekerheid. In de bijstandswetgeving vanaf 1996 is deze inhoudelijke beweging terug te vinden door de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van cliënten, de individualisering van en nadruk op rechten en plichten, de vervanging van permanente vormen van gesubsidieerde arbeid door tijdelijke, en de nadruk op werk boven inkomen. Het doel is vooral de activerende werking van het systeem te vergroten en burgers zelf verantwoordelijk te maken voor de voorziening in de middelen van bestaan. Deze omslag betekent een majeure verandering in de ideologie van de sociale zekerheid. In de tweede plaats verwijst een change of governance naar de hoe -vraag, dat wil zeggen hoe worden overheidsdiensten geleverd aan de burger, wat is een effectieve en efficiënte wijze van organiseren en wat zijn daarbinnen de verantwoordelijkheden van verschillende actoren als het Rijk, het lokale bestuur, managers, consulenten en cliëntorganisaties. Van oudsher neemt de gemeente de uitvoering van de bijstand voor haar rekening omdat zij beter dan het Rijk de rechten en plichten kan vaststellen in combinatie met de sociale omstandigheden waarin de burger zich bevindt. Het is juist deze mogelijkheid van controle 54 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

3 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten en individualisering die de lokale overheid sinds de invoering van de Armenwet van 1912 traditioneel tot vangnet maakt wanneer zelfzorg, mantelzorg en liefdadigheid van burgers niet toereikend zijn voor een menswaardig bestaan. Dat geeft gemeenten echter ook een beleidsruimte de claimbeoordeling waarvan begin jaren negentig bleek dat zij deze niet naar behoren invulden (Ministerie van SZW, 2000; IBO, 1996). Om gemeenten te prikkelen deze beleidsruimte optimaal te benutten is ervoor gekozen de bestuurlijke inzet van de gemeenten te versterken om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren. Kortom, de betere mogelijkheden de beleidsruimte om op lokaal niveau de individuele claim op een uitkering adequaat te beoordelen, plaatsen de gemeente in de positie die zij in de uitvoeringsstructuur van werk en inkomen heeft. En niet de capaciteiten om de hoogte en regionale verschillen van werkloosheid te beïnvloeden. Dat is een belangrijke constatering, omdat ik hierna zal beargumenteren dat: 1. de WWB een antwoord biedt op problemen die ontstaan bij de niet-adequate uitvoering van de claimbeoordeling en vooral de onmogelijkheden van het Rijk om dat goed te sturen en te controleren. Ik noem dat in het kort het agencyprobleem; 2. de ingevoerde oplossing van budgettering en deregulering de gemeente echter opzadelt met een probleem van een geheel andere orde, namelijk de beheersing van de werkloosheid en bevordering van de werkgelegenheid, waarvoor haar van oudsher de instrumenten ontberen. Ik noem dat in het kort het beleidsruimteprobleem. Arbeidsmarktbeleid De werkloosheid in de bijstand Laten we om te beginnen vaststellen dat er in het huidige volume aan uitkeringsgerechtigden van gemeenten een werkloosheids- en een bijstandscomponent zitten. De werkloosheidscomponent betreft mensen die wel beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar geen rechten hebben opgebouwd via een verzekering (de Werkloosheidswet) of deze rechten hebben opgebruikt. Het betreft hier schoolverlaters, langdurig werklozen of herintreders op de arbeidsmarkt. Historisch gezien hebben voor deze doelgroepen verschillende sociale voorzieningen bestaan, zoals de Wet Werkloosheidsvoorziening (WWV, opgeheven in 1988) en de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW, opgeheven in 1996). De bijstandscomponent betreft mensen die zich om wat voor reden dan ook niet kunnen redden in de samenleving. Het betreft de voor arbeid niet beschikbare onderkant van de samenleving. Historisch gezien is voor deze groep de Armenwet van 1912 ingericht, gevolgd door de Algemene Bijstandswet van Van belang is dat beide componenten of doelgroepen in 1996 via de nieuwe Algemene Bijstandswet onder één wettelijke paraplu zijn gebracht en met de WWB vanaf 2004 onder een gelijk financieel regime zijn geplaatst. Niet voor niets heet de wetgeving vanaf dan de Wet werk en bijstand. In figuur 1 is te zien dat van oudsher de bijstandscomponent de periodieke bijstand aan thuiswonenden in verhouding tot de werkloosheidsverzekering (WW) en de werkloosheidsvoorzieningen (WWV, RWW) in de tijd redelijk constant is en daarmee ook redelijk conjunctuurongevoelig. Het gebruik van de werkloosheidsregelingen echter is begin jaren tachtig fors opgelopen met de stijgende werkloosheid. De grote stijging in de periodieke bijstand in 1996 wordt zoals gezegd veroorzaakt doordat de doelgroepen van (vooral) de RWW in het bijstandsvolume zijn ondergebracht. Daarmee is ook het bijstandsvolume conjunctuurgevoelig geworden. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

4 Arjen Edzes Figuur 1 Volumeontwikkeling werkloosheidsverzekering, werkloosheidvoorzieningen en periodieke bijstand, 0 uitkeringsjaren Bron: Sociale Nota 1996, 2001 en 2003 In de meest recente WWB-monitor van Divosa, de landelijke koepel van managers sociale zaken, hebben de respondenten een schatting gemaakt van het huidige WWB-bestand in drie groepen (Divosa, 2007). Ten eerste een groep cliënten (31%) die de capaciteiten hebben om uit te stromen, mits er voldoende werkgelegenheid is. Ten tweede een groep cliënten die blijvend zullen zijn aangewezen op gesubsidieerd werk (34%). En ten slotte is er een groep cliënten die niet zullen kunnen uitstromen en ook niet zullen kunnen werken (35%). Op basis van het volume van 302. cliënten op 31 december 2006 gaat het hier steeds om groepen van circa.000 bijstandsgerechtigden. Beleidstheorie WWB: het agencyprobleem De bijstandswetgeving heeft twee bijzondere kenmerken die uiteindelijk resulteren in een hoge mate van beslissingvrijheid van de uitvoerende organisatie, de sociale dienst (Fenger, 2001; Van der Veen, 1990). Het eerste is de mogelijkheid tot individualisering, dat wil zeggen dat de bijstandsverlening moet worden afgestemd op omstandigheden waarin de cliënt verkeert. Het tweede kenmerk is de beoordeling van noodzakelijkheid, in de zin dat de burger zich eerst zelf verantwoordelijk moet betonen voor de voorziening in het eigen bestaan. Van der Veen (1990) kwam indertijd na bestudering van de uitvoeringspraktijk tot de conclusie dat het vooral de onmogelijkheid is om een helder beeld te krijgen van de situatie van de cliënten (de controlefunctie) die maakt dat de plichten van de cliënten moeilijk geëffectueerd kunnen worden. Toch is dit de kern van de beleidsruimte die gemeenten hebben. Het probleem is dat van de informatieasymmetrie: actoren (Rijk, gemeenten, ambtenaren) kunnen niet meer onderling bepalen of verplichtingen worden nagekomen en het beroep op voorzieningen tot het noodzakelijke wordt beperkt. Het probleem ligt besloten in de relatie tussen cliënt en consulent, maar het verplaatst zich naar de hogere verantwoordingsschakels in de keten, vooral tussen gemeenten en Rijk. Doordat gemeenten de kosten van uitkeringen kunnen declareren (afwentelen) bij het Rijk, hebben zij nauwelijks een prikkel om het lastige con- 56 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

5 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten trolevraagstuk aan te pakken. Daartegenover stelt het Rijk een uitgebreide toezichts- en verantwoordingssystematiek om toch zicht te krijgen op de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. Illustratief voor de problemen die dit oproept is de evaluatie van deze uitvoeringspraktijk aan het begin van de jaren negentig. Kort gezegd waren de conclusies van twee commissies (Van der Zwan, 1991 en Doelman-Pel, 1992) dat de uitvoeringspraktijk rondom de bijstandsverlening een onbeheerst proces was geworden, waarin vanuit het oogpunt van wetshandhaving een onverantwoorde uitvoeringscultuur was ontstaan (geen controle aan de poort, gebrekkige activerende werking, bijstandsfraude enz.) met een tekortschietende toezichtstructuur (Ministerie van SZW, 2000). Arbeidsmarktbeleid Deze probleemanalyse ligt ten grondslag aan de systematiek van de WWB. Door gemeenten meer bestuurlijk verantwoordelijk te maken (medebewindrelatie) en door het decentraliseren van de financiële verantwoordelijkheid naar de gemeenten wordt getracht gemeenten intrinsiek te motiveren tot efficiënte uitvoering van de bijstandswet. De kern van de systematiek ligt in (a) de vaststelling van het jaarlijks benodigde macrobudget voor de bijstandslasten aan de hand van economische prognoses, (b) de verdeling en budgettering van de uitkeringslasten (het inkomensbudget) en middelen voor re-integratie (het werkbudget) over gemeenten en (c) het verschaffen van beleidsvrijheid om een eigen gemeentelijke aanpak te kunnen ontwikkelen. De beleidsruimte is gedefinieerd als: (1) de (administratieve) uitvoering in zijn algemeenheid, (2) de poortwachtersfunctie en het fraudebeleid, (3) bepaling van de hoogte van de uitkering en (4) het instroom- en uitstroombeleid (Ministerie van Sociale Zaken, 2005a; IBO, 1996: 9-10). Gemeenten zullen moeten rondkomen met het beschikbaar gestelde budget voor de betaling van uitkeringen. Bij goed functioneren, dat wil zeggen minder uitkeringsgerechtigden dan het verdeelmodel voorspelt, kan een gemeente geld op het budget overhouden dat zij naar eigen inzicht kan besteden. Andersom geldt dat bij slecht functioneren, dat wil zeggen meer uitkeringsgerechtigden dan het budget toelaat, een gemeente een tekort kan hebben dat zij vervolgens uit de eigen gemeentebegroting moet opbrengen. Gemeenten hebben zo een directe prikkel om alléén een uitkering te verstrekken als de persoon er echt recht op heeft. Het Rijk beoordeelt alleen nog maar de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking, aangezien de sturingssystematiek geacht wordt de gemeenten voldoende te prikkelen om doelmatig te opereren. Vanuit dit agencyperspectief bekleedt de gemeente primair de rol van uitvoerder. In feite wordt de gemeente aangespoord om haar uitvoeringstaak ten aanzien van de bijstandswetgeving beter uit te voeren dan voorheen. Om het cru te formuleren: de WWB haalt de inefficiëntie uit het systeem door financieel te borgen dat de door het Rijk geformuleerde doelstellingen worden nageleefd. De regionale arbeidsmarktverschillen doen er in de ogen van het Rijk verder niet toe, omdat deze zijn meegenomen in de bepaling van het budget dat een gemeente toebedeeld krijgt. De (on)mogelijkheden van een gemeentelijke arbeidsmarktpolitiek Het feit dat de budgettering van de uitkeringslasten en re-integratiemiddelen gemeenten prikkelt tot een doelmatige uitvoering, betekent echter nog niet dat de gemeente (ook op langere termijn) goed presteert. In de eerste studies naar de haalbaarheid van deze financieringssystematiek zijn verschillende condities benoemd wil de prikkel in de praktijk ook effect sorteren. Conditioneel gesteld: de gemeenten zullen de eigen beleidsruimte moeten (h)erkennen, zij zullen (rationele) kosten- en batenafwegingen moeten maken, er zal geen sprake kunnen zijn van substitutie- en afwentelingmechanismen van kosten naar het Rijk of andere gemeenten én gemeenten zullen streven naar en in staat zijn tot het beïnvloeden van de factoren waarop het bijstandsbudget is gebaseerd (Olieman et al., 1996: 40). Tegelijk worden de beperkte beïnvloedingsmogelijkheden van gemeenten ten aanzien van de ont- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

6 Arjen Edzes wikkelingen van de werkgelegenheid, en dus ten aanzien van de in- en uitstroom bij de ABW erkend (IBO, 1996: 45). Zonder hier uitgebreid stil te staan bij de budgettaire systematiek van de WWB, kan worden gesteld dat het landelijk beschikbare geld ( het macrobudget ) over de gemeenten wordt verdeeld aan de hand van het gemiddelde presteren van de gemeente. Stel dat er gemiddeld sprake is van een (geprognosticeerde) daling van het bijstandsvolume van 3%, dan leidt dit ertoe dat alle gemeenten 3% minder budget krijgen. Een sterkere daling in gemeente A leidt in dat geval tot een relatief ruim budget, een zwakkere daling tot een krap budget met een opgave het vooral beter te doen. 2 Gemeenten moeten het dus niet alleen goed doen, ze moeten het vooral beter doen in vergelijking met andere gemeenten in dezelfde situatie. Gemeenten zijn dus met elkaar in concurrentie. De vraag wanneer de gemeenten in dezelfde situatie zitten, ligt ten grondslag aan de systematiek van het verdeelmodel en is tot op de dag van vandaag onderwerp van verhit debat. 3 De vraag wanneer gemeenten het beter doen is echter een bestuurlijke en een beleidsvraag. Wanneer het doel is een daling van het bijstandsvolume te bereiken en de beleidsruimte is optimaal benut zeker in vergelijking met andere gemeenten, welke instrumenten staan een gemeente dan nog ter beschikking? Op een zeker moment is het cliëntenbestand zo weinig re-integreerbaar dat de prikkelwerking verdwijnt (Davidse, 2007; Van Geuns & Van Gent, 2007). Dit is essentieel. Op de korte termijn zijn gemeenten weliswaar gered met een betere uitvoering van de WWB (poortwachtersfunctie, fraudebeleid, activering), op de langere termijn zullen ze door een betere werking van de regionale arbeidsmarkt de werkgelegenheid moeten zien te bevorderen of het aanbod voor de vraag geschikt maken. Anders gezegd: ten aanzien van het uitstroombeleid geldt dat de instrumenten die een gemeente ter beschikking staan om zelf het beleid vorm te geven in belangrijke mate buiten het instrumentarium van de bijstandswet liggen (IBO, 1996: 10). Dit samenstel van mogelijkheden wordt traditioneel aangeduid als het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid. Aangezien de keuze voor en inzet van deze bredere instrumenten in hoge mate een politieke lading hebben, is het mijns inziens beter om te spreken van arbeidsmarktpolitiek. Of gemeenten op termijn goed presteren hangt dus af van de vraag of zij in staat zijn de grenzen van de traditionele invloedsmogelijkheden te verleggen en hun beleidsruimte te vergroten. Er is hieromtrent een aantal theoretische visies mogelijk. Het meest gangbare perspectief en het meest passend binnen het instrumentarium van de WWB is dat van het activerende arbeidsmarktbeleid gericht op de herintreding van werklozen in de arbeidsmarkt (OECD, 2006; De Koning, Gelderblom, Zandvliet & Van den Boom, 2005; De Koning, 2003; Martin & Grubb, 2001; WRR, 1987). Gemeenten beschikken over instrumenten zoals actieve arbeidsbemiddeling, informatieverstrekking, incentives zoals sancties en bonussen, scholing, werkervaringsubsidies en gesubsidieerde arbeid. Het actieve arbeidsmarktbeleid vertrekt doorgaans vanuit het aanbod op de arbeidsmarkt met het doel om zo veel mogelijk de schadelast (in de literatuur ook wel het passieve arbeidsmarktbeleid genoemd) als gevolg van werkloosheid te verminderen. Het effect van (instrumenten van) het activerende arbeidsmarktbeleid is zowel nationaal als internationaal uitgebreid onderzocht en met wisselende resultaten in termen van effectiviteit (OECD, 2006; De Koning et al., 2005; Martin & Grubb, 2001). Naast de effectiviteit van instrumenten (micro-effectiviteit) is echter het grootste vraagstuk of met de instrumenten ook de werking van de regionale arbeidsmarkt zelf kan worden beïnvloed (macro-effectiviteit). Een van de argumenten vóór heeft betrekking op de algemene evenwichtseffecten als gevolg van vergroting van het effectieve aanbod van arbeid. Via verschillende mechanismen, waaronder het loonmechanisme, leidt een groter aanbod op den duur tot meer werkgelegenheid (De Koning, 2003; Broersma, Koeman & Teulings, 2000). De empirische aanwijzingen zijn echter flinterdun (De Koning et al., 2005). Het effect doet zich daarbij voor op de middellange en lange termijn 58 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

7 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten en is daarom voor een individuele lokale overheid alléén nauwelijks te beïnvloeden. Verder geldt dat de effecten niet direct zijn te herleiden naar het individuele presteren van een gemeente en dus niet als winst kunnen worden ingeboekt. Anders gezegd, gegeven een vanuit het perspectief van de lokale overheid onbeïnvloedbare situatie op de arbeidsmarkt leidt het activerende arbeidsmarktbeleid enkel en alleen tot het rondpompen van uitkeringsgerechtigden en werklozen en sociale uitsluiting door een strengere poortwachtersrol (De Koning, 2003). Ter illustratie: de draaideurratio was in de jaren 2003, 2004 en 2005 respectievelijk 24%, 24% en 18% (Ministerie van SZW, 2007). 4 Arbeidsmarktbeleid Deze sombere conclusie lijkt te worden ondersteund door de weinige wetenschappelijke onderzoeken naar het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid en werkgelegenheidsbeleid die in Nederland zijn verricht (Van Dam & Denters, 1993; Van Dam, 1992; Terpstra, 1986). Hierin brengen de auteurs hun twijfels naar voren over de kansen van het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid wanneer gemeenten op hun directe mogelijkheden worden beoordeeld. Gemeentelijk arbeidsmarktbeleid is in de visie van Van Dam en Denters een optelsom van economisch en werkgelegenheidsbeleid aan de ene kant en werkloosheidsbeleid aan de andere kant. Zij hanteren twee argumenten waarom de effectiviteit waarschijnlijk gering is. In de eerste plaats stellen zij dat arbeidsmarkten een sterk regionaal karakter hebben en in de praktijk meerdere gemeenten overstijgen. Door ruimtelijke externe effecten kunnen de revenuen van inspanningen van een gemeente elders bij andere gemeenten terechtkomen. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij economisch beleid waarbij bedrijfsacquisitie leidt tot banengroei waarvan niet alleen werkzoekenden in de eigen gemeente, maar ook werkzoekenden van andere gemeenten profiteren. Waarom zou je als gemeente dan investeren, wanneer je kunt meeliften op de inspanningen van anderen? De essentiële vraag volgens Van Dam en Denters is dan ook of voldoende intergemeentelijke bestuurlijke coördinatie wordt gerealiseerd om dit liftersgedrag tegen te gaan. In de tweede plaats stellen zij de vraag aan de orde of gemeentelijke beleidsinspanningen wel leiden tot een groei van het aantal banen en vervolgens of deze groei van banen ook leidt tot een daling van de lokale werkloosheid. Ook hierbij hebben zij vraagtekens, onder meer vanwege het feit dat de meest relevante bedrijfsvestigingsvoorwaarden voor een gemeente nauwelijks manipuleerbaar zijn. Mocht een gericht economisch beleid toch leiden tot banengroei, dan leidt dit nog niet tot een daling van de werkloosheid vanwege de al eerdergenoemde weglekeffecten naar andere gemeenten of door het toetreden van nieuwe deelnemers, pendelaars en migranten (vgl. Broersma & Van Dijk, 2002). Empirisch wijst hun onderzoek dan ook ontnuchterend uit dat de mate waarin gemeenten zich inspannen op het terrein van het arbeidsmarktbeleid niet is gerelateerd aan de ontwikkelingen in de werkloosheid ter plaatse (Van Dam & Denters, 1993: 154). Elhorst, Broersma, Zeilstra & Oosterhaven (2007: 4) komen zelfs tot de conclusie dat het niet fair is de prestaties van lokale politici en beleidsmakers te beoordelen op de mate waarin zij erin slagen de participatiegraad te doen stijgen en de werkloosheidsvoet te doen dalen, omdat hun invloed hierop gering is. Een mogelijk wat optimistischer beeld ontstaat wanneer we ons realiseren dat de gemeenten wellicht niet zelf en direct de werking van de arbeidsmarkt kunnen beïnvloeden, maar wel samen met anderen. Zo hebben Sol & Glebbeek (1998) uitvoerig de behoefte aan coördinatie op de arbeidsmarkt geïdentificeerd en beargumenteerd. Hun analyse draait om het vraagstuk van de regiefunctie, een destijds bij de invoering van de Arbeidsvoorzieningwet (1991) in het leven geroepen taak, die de afgelopen jaren ook steeds meer in verband wordt gebracht met de taak van de gemeente (Van Nieuwkerk, 2004). Hun analyse van de arbeidsmarkt in relatie tot ondersteunende markten vertoont verwantschap met het in populariteit winnende concept van de transitionele arbeidsmarkt, waarin geldt dat de grenzen tussen arbeidsmarkten en andere sociale domeinen (huishouden, onderwijs, welzijn enz.) vervagen en meer open moeten worden om transities tussen productieve arbeid en productieve niet-markt- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

8 Arjen Edzes activiteiten mogelijk te maken (Wilthagen, 2003; Schmid, 1998). De implicatie is dat gemeenten beleidsmogelijkheden kunnen verruimen door in deze aangrenzende domeinen in te grijpen en zo de langetermijnontwikkelingen van vraag en aanbod te beïnvloeden. In de gemeentelijke praktijk zien wij dit vraagstuk terug wanneer de vraag aan de orde is of gemeenten ook moeten investeren in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten of in het bevorderen van zorgwerkarrangementen om alleenstaande moeders en arbeidsgehandicapten te re-integreren. De hiervoor benodigde regie tussen actoren en sectoren gaat de bestuurlijke kracht van gemeenten mogelijk te boven. Resumerend, de gemeente bevindt zich in een lastig parket. De budgettering van de uitkeringslasten prikkelt haar vanzelfsprekend om de poort naar de bijstand goed te bewaken en via herbeoordeling van huidige cliënten het vet van het bestand te halen. Maar daarmee is zij op de langere termijn niet gered. Alleen door vergroting van de traditionele beleidsruimte zal de gemeente alleen of samen met anderen in staat zijn de regionale arbeidsmarkt te beïnvloeden en de werkloosheid binnen de (relatieve) perken te houden. De stand der kennis over de effectiviteit van het gemeentelijk handelen stemt op dit punt niet gerust. We mogen daarom terecht twijfelen aan de langetermijnhoudbaarheid van de financiële prikkels die met de WWB zijn geïntroduceerd (Van Geuns et al., 2007). Een eerste beoordeling Laten we om te beginnen vaststellen dat de bijstandskans vanaf 1991 aanzienlijk is gedaald (figuur 2). Dit heeft deels van doen met een oplevende economie, de invoering van de nabw in 1996, waardoor handhaving, fraudebeperking en poortbewaking bij gemeenten zijn geïntensiveerd, en met de invoering van de gesubsidieerde arbeid (Van Geuns, 2007; SZW, 2000). Wat ook goed te zien is, is dat na iedere conjuncturele opleving de bijstand zich op een lager niveau stabiliseert. Dit voedt de gedachte dat belangrijke verbeteringen in de uitvoering van de bijstand al eerder zijn ingezet en dat de WWB de afgelopen jaren heeft geprofiteerd van deze eerder gemaakte verbeterslagen. Figuur 2 Bijstandskans (jaargemiddelde aantal ontvangers gedeeld door het aantal huishoudens), geregistreerde werkloosheid en economische groei (BBP), Bron: CBS, statline; CPB 60 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

9 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten In tabel 1 is de volumeontwikkeling weergegeven vanaf De cijfers zijn geïndexeerd op 2004 omdat in dat jaar de invoering van de WWB heeft plaatsgevonden. Kijken we naar de volumeontwikkeling sinds 1998, dan stijgt het bijstandsvolume nog tot aan het laatste kwartaal van 2004, daarna daalt het volume gestaag tot aan het historisch lage niveau van ruim personen (jonger dan 65 jaar) in het laatste kwartaal van Uit tabel 1 blijkt dat de volumeafname fors is en vooral ten goede is gekomen aan mannen, jongeren en kortdurig werklozen. De cijfers illustreren ook de conclusies uit de vele onderzoeken dat de daling vooral voor rekening komt van een strengere poortwachtersrol, de introductie van Work First-achtige methodieken en een striktere handhaving van rechten en plichten (Bunt, Grootscholte & Kemper, 2007; Ministerie van SZW, 2007; Edzes et al., 2006, 2005; Blommesteijn, Van Gent, Groot, Soethout & Van Waveren, 2005). Bleef in 2003 en 2004 de instroom nog stabiel en daalde de uitstroom, in 2005 daalde de instroom en bleef de uitstroom stabiel (Ministerie van SZW, 2007). Dit stemt overeen met de grotere nadruk op de nieuwe instroom in plaats van het zittende bestand (IWI, 2007). Arbeidsmarktbeleid Tabel 1 Volumeontwikkeling bijstandsgerechtigden, alle leeftijden, indexcijfers (2004=) naar geslacht, leeftijd en uitkeringsduur Totaal 2004 abs Mutatie Geslacht Mannen Vrouwen Leeftijd < 25 jaar > Duur Totaal < 1 jaar Totaal > 1 jaar Mannen < 1 jaar Mannen > 1 jaar Vrouwen < 1 jaar Vrouwen > 1 jaar Bron: CBS Statline, eigen berekeningen In de vorige paragraaf heb ik een onderscheid gemaakt in de beleidsruimte in enge zin de inkomenswaarborg, de activering en de handhaving en de beleidsruimte van de gemeente in ruime zin de arbeidsmarktpolitiek van de gemeenten. Wanneer het gaat om de beleidsruimte in enge zin, laten de evaluaties een positief beeld zien. Gemeenten zijn positief over de stelselwijziging en geven aan dat het systeem hen prikkelt om te sturen op het bijstandsvolume (Divosa, 2007; Bunt et al., 2007; Blommesteijn et al., 2005; Edzes et al., 2005, 2006). Ook geven gemeenten aan dat werk meer boven inkomen is komen te staan en dat er een focus is ontstaan op resultaat. De gemeenten zien dit niet direct als een trendbreuk, maar eerder als een intensivering van al in gang gezette ontwikkelingen (Bunt et al., 2007). Gemeenten geven wel aan een korte tijdshorizon te hebben, wat deels wordt veroorzaakt door onzekerheid over de jaarlijks vastgestelde budgetten (Bunt et al., 2007; Divosa, 2007). Veel gemeenten blijken overigens hun bedenkingen te hebben bij de toekomstbestendigheid van de prikkel: zij vragen zich af in hoeverre het effect van de prikkel Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

10 Arjen Edzes blijft bestaan als de gemakkelijke doelgroepen eenmaal zijn uitgestroomd (Bunt et al., 2007). Macro gezien is het beschikbaar gestelde WWB-budget voldoende voor gemeenten. Over de jaren is er ieder jaar een overschot gerealiseerd: 432 miljoen in 2004 (7%), 508 miljoen in 2005 (8,2%) en 253 miljoen in 2006 (4,3%). Overigens duiden de overschotten op onderbenutting van de beleidsmogelijkheden en op risicomijdend, kortetermijngedrag (Divosa, 2007). Het Centraal Planbureau (2006) concludeerde recentelijk uit econometrisch onderzoek dat, gemeten over de periode , de voorloper van de WWB (het Fonds voor Werk en Inkomen, waarbij sprake was van een 25% budgettering) heeft gezorgd voor een 2% geringere stijging van het aantal bijstandsuitkeringen gemiddeld in De resultaten wijzen erop dat de financieringssystematiek ertoe heeft geleid dat minder mensen dan voorheen in de bijstand terechtkomen en dat ook meer mensen de bijstand verlaten dan voorheen. Wij zouden dus voorzichtig kunnen concluderen dat de financieringssystematiek gemeenten inderdaad heeft geprikkeld de uitvoering van de bijstandswetgeving beter ter hand te nemen. De vraag of dit ook heeft geleid tot een bredere oriëntatie van gemeenten op vraagstukken die spelen op de regionale arbeidsmarkt, moet echter minder positief worden beantwoord. Uit het kwalitatieve evaluatieonderzoek van de WWB blijkt dat sociale diensten nog overwegend bezig zijn met het (her)inrichten van de eigen werkprocessen en nog nauwelijks toekomen aan een meer naar buiten gerichte benadering (Bunt et al., 2007). In de Divosamonitor van de afgelopen drie jaren wordt dit beeld op veel terreinen bevestigd. Slechts drie op de tien gemeenten geven te kennen een vorm van arbeidsmarktbeleid te voeren, een aantal dat niet is veranderd in de afgelopen drie jaren (Divosa, 2007). Deze overwegend interne oriëntatie blijkt ook uit de vanuit de WWB gelegde relatie met andere beleidsthema s de mate van integraal beleid en het samenwerkingsgedrag met externe partijen. Deze mate waarin de gemeenten verbindingen leggen is door ons ten behoeve van de Divosamonitor in kaart gebracht. De betreffende meetschalen zijn tot stand gekomen door op een vijftal aspecten (informatievoorziening, doelformulering, instrumentformulering, middelentoekenning en resultaatformulering) de mate van integraliteit na te gaan en op een viertal aspecten (bestuurlijk relatie, informatie-uitwisseling, financiële afhankelijkheid en productontwikkeling) de mate van externe samenwerking (zie voor een methodologische verantwoording: Edzes, Gardenier, Horsten & Vrieze, 2006). 5 De resultaten staan samengevat in de tabellen 2 en 3 en tonen een duidelijk beeld. De scores voor integrale beleidsvoering zijn gemiddeld laag en die voor externe samenwerking nog lager. In tabel 2 is te lezen met welke specifieke beleidsthema s gemeenten rekening houden bij de uitvoering van de WWB. De tabel spreekt voor zich, maar opvallend is de geringe aandacht voor thema s aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt en scholing. De mate van integraal beleid in 2006 is overigens licht toegenomen ten opzichte van de situatie in 2004, hetgeen duidt op een langzaam breder wordend perspectief. Eenzelfde conclusie kunnen we trekken wanneer we kijken naar het samenwerkingsgedrag met andere organisaties (tabel 3). Opvallend hier is dat het samenwerkingsgedrag niet is veranderd in de afgelopen drie jaren, hoewel verschuivingen zijn waar te nemen als het gaat om het belang van individuele organisaties. Opvallend is ook hier de geringe aandacht voor werkgevers- en brancheorganisaties en scholingsorganisaties. Ten opzichte van 2004 is er in 2006 nauwelijks verbetering opgetreden in het samenwerkingsgedrag van gemeenten met externe organisaties. 62 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

11 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten Tabel 2 Mate van integraal beleid van gemeenten op een schaal van 0-10, waarbij 0 duidt op geen integratie en 10 duidt op maximale integratie Beleidsthema s Beleid en uitvoering rond inburgering Beleid en uitvoering rond de Wsw Afspraken over instroompreventie Mogelijkheden voor startende ondernemers Kinderopvang Voorkomen voortijdig schooluitval Gemeente als werkgever gesubsidieerde arbeid Personele voorziening werkgevers Anticiperen op knelpunten op de arbeidsmarkt Afspraken over vacaturemelding Zorg-werkarrangementen Scholingsafspraken met bedrijven Arbeidskansen opleidingen Leeftijdsbewust re-integratiebeleid Kwaliteit beroepsonderwijs Totaal Bron: Divosa monitor, 2005, ,9 3,3 4,9 4, ,6 1,5 0,9-2,9 0,8 2, ,8 5,4 5,2 5,1 4,9 4,7 4,5 3,9 3,2 2,9 2,9 2,5 2 1,9 0,6 3,8 Arbeidsmarktbeleid Tabel 3 Mate van samenwerking van gemeenten met externe partijen op een schaal van 0-10, waarbij 0 duidt op geen samenwerking en 10 duidt op maximale samenwerking Beleidsthema s Centrum voor Werk en Inkomen Kredietbank, schuldhulpverlening Uitvoeringorganisatie Werknemersverzekeringen Wsw-organisaties Zorgverzekeraars Wiw- en ID-organisaties Welzijnsinstellingen Woningbouwcorporaties Regionale Opleidingscentra Zorginstellingen Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid Provincie Brancheorganisatie Energiebedrijven Jeugdzorg, kinderbescherming Regionale innovatiecentra Totaal Bron: Divosa monitor, 2005, ,0 2,6 6,0 2,0 5,6 3,1 3,4 1,2 1,1 0,3 3, ,3 4,9 4,3 4,2 4,2 4,0 3,4 3,3 3,0 2,9 2,7 2,2 2,0 2,0 1,6 0,6 3,2 De conclusie is dat gemeenten de beleidsruimte in enge zin goed lijken te benutten. Daar staat tegenover dat zij de afgelopen drie jaren nauwelijks een bredere oriëntatie hebben laten zien, zowel op het terrein van de relatie met andere beleidsthema s als op dat van de samenwerking met externe organisaties. We kunnen al met al concluderen dat de WWB inderdaad aanzet tot een betere uitvoering van de bijstand, maar (vooralsnog) tot teleurstellend gedrag als het gaat om een bredere arbeidsmarktpolitiek. Discussie Waarom komt deze bredere aanpak niet van de grond? Dit is een relevante vraag, zeker in het licht van het recente offensief van de VNG (2007) om gemeenten beter toe te rusten voor deze ambitieuze opdracht. De VNG pleit voor stimulering van regionale samenwerking om te komen tot vraaggerichte re-integratie, een betere aansluiting van vraag en aanbod Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

12 Arjen Edzes op de arbeidsmarkt en het voorkomen van uitval door ziekte en werkloosheid duidelijke aansporingen voor een bredere aanpak. Is dit offensief gedoemd te mislukken of mogen we verwachten dat gemeenten alsnog een serieuze arbeidsmarktpolitiek gaan voeren? De beantwoording hangt af van de verklaring voor het achterwege blijven van de bredere oriëntatie. Zonder volledig te willen zijn, kunnen we drie verklaringsgronden aanreiken. De eerste en eenvoudigste verklaringsgrond is gelegen in het nog niet volledig uitgewerkte effect van de prikkelwerking in de WWB. Gemeenten zijn nog niet toegekomen aan een bredere oriëntatie, eenvoudigweg omdat snelle winst was en is te behalen bij de eigen uitvoering. Pas nu de opgaven lastiger worden en de doelgroep minder re-integreerbaar, ontstaat er een noodzaak tot een bredere oriëntatie. Dit is een plausibele verklaring, al was het alleen maar omdat gedragsverandering als gevolg van wet- en regelgeving traag en vooral via vallen en opstaan verloopt. We treffen daarvoor ook indicaties aan in de evaluaties: Zodra de gemeentelijke uitvoering (...) duidelijker vorm krijgt, ontstaat er gelegenheid om het eigen beleid mogelijk te verweven met andere beleidsterreinen (Van der Bunt, 2007: 68). Een kwestie van geduld hebben, zo zouden we kunnen stellen, na verloop van tijd zullen gemeenten zelf de noodzaak inzien van een bredere arbeidsmarktpolitiek. Een tweede verklaringsgrond ligt in de kenmerken van de financieringssystematiek in relatie tot de schaal van opereren. Zoals ik al duidelijk heb gemaakt is de basis voor succes van een gemeente de vraag of ze het beter doet dan de rest. Gemeenten zijn in dat opzicht met elkaar in concurrentie en dat bevordert non-coöperatie en afwentelgedrag. De VNG (2007: 2) erkent het verschijnsel, zij stelt dat moet worden voorkomen dat gemeenten elkaars concurrenten worden bij het plaatsen van mensen op dezelfde arbeidsmarkt of het vestigen van bedrijven in de regio. De financieringssystematiek versterkt het risico van een in essentie problematische sociale situatie: gemeenten kunnen hun bijdragen aan het collectieve goed, een goed functionerende regionale arbeidsmarkt, minimaliseren aangezien ze niet van de baten kunnen worden uitgesloten (Van Dam, 1991). Deze situatie wordt daarbij verergerd door de bestuurlijke schaal van gemeenten anno 2007 zijn er 435 gemeenten die wel de geëigende kan zijn voor kwaliteitsverbetering van uitvoerings- en ketenvraagstukken, maar te fragmentarisch is voor regionale beleidsontwikkeling. Niet voor niets worden op dit moment plannen gesmeed voor een opschaling van de beleidsvorming in een netwerkstructuur van circa regio s waarbij voortrekkersgemeenten als motor fungeren (VNG, 2007: 3). Of dit bestuurlijke appèl kan helpen de uitruil van belangen en de problematische situaties te ondervangen of dat 50 voortrekkersgemeenten het beleid voor de rest bepalen zal de toekomst moeten uitwijzen. Feit is dat de incentivestructuur van de WWB de regierol van de gemeente niet bevordert. En daarmee komen we bij de derde verklaringsgrond, de lokale bestuurskracht, de aanvankelijke reden waarom met de invoering van de WWB is begonnen. Want ondanks het feit dat juist de versterking van het lokale bestuur een van de hoofdredenen was voor de WWB, ligt hier ook het afbreukrisico voor regionaal arbeidsmarktbeleid. Eerder gaf ik al aan dat van de gemeente een coördinerende regierol wordt verwacht waarbij zij samen met andere partijen moet trachten de werking van de regionale arbeidsmarkt te beïnvloeden. Er is hier een parallel te trekken met de regionale bestuurskracht van de tripartiet samengestelde Regionale Besturen voor de Arbeidsvoorziening (RBA) in de jaren negentig. Ook deze vorm van onderhandelend bestuur gaf weinig blijk van een regierol die verder strekte dan de eigen bemiddelings- en scholingsorganisatie (Sol et al., 1998). Net als de gemeenten nu, positioneerden de RBA s zich als het management van de uitvoeringsorganisatie. De verklaring voor het achterwege blijven van een coördinerende regierol was dat niet voldaan was aan drie voorwaarden: er moet sprake zijn van een krachtig bestuur, er moet een heldere taakopvatting zijn en de bestuursvorm moet in staat zijn de middelen van de eigen organi- 64 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

13 De arbeidsmarktpolitiek van gemeenten satie te verruimen en/of te versterken (Sol et al., 1998: 280 e.v.). Ten opzichte van de situatie in de 28 RBA s is de context voor de 435 gemeenten nog minder rooskleurig. Niet in de laatste plaats omdat zij in een soort van organisch groeiproces van onderop moeten komen tot een vorm van regionale samenwerking zonder dat de regietaak wettelijk is gesanctioneerd en financieel gefaciliteerd en zonder een heldere taakopvatting. Dat is vragen om moeilijkheden. Of zoals Sol et al. (1998: 293) het eerder formuleerden: Met (...) de overheveling van regietaken naar de gemeenten komt het beleid (...) in een bestuurlijk circuit dat verder afstaat van het functioneren van de arbeidsmarkt. We kunnen ons met andere woorden afvragen of we niet het onmogelijke van gemeenten verwachten. Arbeidsmarktbeleid Conclusies De invoering van de WWB heeft in Haagse politieke kringen tot een enigszins euforische stemming geleid, gelet op de forse reducties in het bijstandsvolume die in korte tijd zijn gerealiseerd. In deze bijdrage heb ik echter beargumenteerd dat het twijfelachtig is of deze winst zal beklijven en of gemeenten ook op den duur met de WWB uit de voeten kunnen. Vooral de geringe directe invloedmogelijkheden van gemeenten op de regionale arbeidsmarkt doen twijfel rijzen aan hun succeskansen op de langere termijn of bij een toekomstige recessie. Indirect kunnen gemeenten invloed uitoefenen via een coördinerende regierol, maar het is de vraag of deze uitdaging hun bestuurlijke kracht niet te boven gaat. Noten 1 De auteur dankt prof. dr. Jouke van Dijk en dr. Arie Glebbeek voor hun commentaar op een eerdere versie van dit artikel. 2 Illustratief is de situatie in Amsterdam waar onlangs de vraag rees of de gemeente de uitkeringen nog wel kon betalen. Hoewel het aantal bijstandsgerechtigden in Amsterdam is gedaald, is de uitstroom uit de bijstand in andere gemeenten hoger dan in Amsterdam, waardoor het budget negatief uitvalt voor de stad. De Volkskrant, 1 juni In het onlangs afgesloten akkoord tussen Rijk en gemeenten d.d. 4 juni 2007 wordt opnieuw voorgesteld de financieringsystematiek van de WWB te evalueren met het oog op de verbetering van het verdeelmodel. 4 De draaideurratio geeft aan welk deel van de uitstroom binnen twaalf maanden weer bijstandsafhankelijk is. 5 De schalen zijn zo geconstrueerd dat bij de aangegeven beleidsthema s en samenwerkingspartners de respondenten op een aantal items verschillende antwoordcategorieën konden kiezen die gewaardeerd zijn met 0 tot 4 punten. Op de schaal van integraal beleid kon per beleidsthema een maximale score worden behaald van 13 punten, op de schaal van externe samenwerking per samenwerkingspartner maximaal 14 punten. De totale scores over de thema s dan wel samenwerkingspartners zijn vervolgens teruggebracht naar een schaal van Literatuur Berkel, R. van (2006). The decentralisation of social assistance in The Netherlands. International Journal of sociology and Social Policy, 26, Berkel, R. van & Borghi, V. (2007). New modes of governance in activation policies. International Journal of Sociology and Social Policy, 27, Blommesteijn, M., Gent, M.J. van, Groot, C.M.E., Soethout, J.E. & Waveren R.C. van (2005). Gemeenten en de WWB I: geprikkeld tot werken. Amsterdam. Bredgaard, T., Dalsgaard, L. & Larsen, F. (2003). An alternative approach for studying public policy: the case of municipal implementation of active labour market policy in Denmark. Aalborg: Aalborg University. Broersma, L., Koeman, J. & Teulings, C.N. (2000). Labour supply, the natural rate and the welfare state in the Netherlands: the wrong institutions at wrong point in time. Oxford Economic Papers, Vol 52, Broersma, L. & Dijk, J. van (2002). Regional labour markets dynamics in the Netherlands. Papers in Regional Science, 81, Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1):

14 Arjen Edzes Bunt, S., Grootscholte, M. & Kemper, D.R. (2007). De WWB gewogen: gemeenten aan het woord. Tweede kwalitatief onderzoek in het kader van de evaluatie van de WWB. Leiden: Research voor Beleid. Dam, M. van (1992). Regio zonder regie: verschillen in en effectiviteit van gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Proefschrift ICS. Amsterdam: Thesis. Dam, M. van & Denters, S.A.H. (1993). De effectiviteit van gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Beleidswetenschap, 7, Davidse, E. (2007). The new Work and Social Assistance (WWB) Systemchange and initial results. EU Peerreview: Discussionpaper. Divosa (2007). Verschil maken: drie jaar Wet werk en bijstand. Utrecht: Divosa. Edzes, A.J.E., Moes, M. & Westerhof, E. (2005). WWB monitor: één jaar Wet werk en bijstand, mei Groningen: Centrum voor Arbeid en Beleid. Edzes, A.J.E., Moes, M. & Westerhof, E. (2006). WWB monitor: meer perspectief voor mensen, twee jaar Wet werk en bijstand juni Groningen: Centrum voor Arbeid en Beleid. Edzes, A.J.E., Gardenier, J.D., Vrieze, P. & Horsten, T. (2006). Schaalvraagstukken rond werk en bijstand: een overzicht. Groningen: Centrum voor Arbeid en Beleid. Elhorst, P., Broersma, L., Zijlstra, A.S. & Oosterhaven, J. (2007). Regionale arbeidsmarktdynamiek: werkloosheid, centraal overleg en infrastructuur. Groningen: RUG. Fenger, M. (2002). Sturing van samenwerking: institutionele veranderingen in het beleid voor werk en inkomen. Amsterdam: Tela Thesis. Geuns, R. van & Gent, M. van (2007). The new Work and Social Assistance Act (WWB). EU peer review: Discussion paper. Giguere, S. (2003). Managing decentralisation and new forms of governance. In: OECD. Managing decentralisation: a new role for active labour market policy. Paris: OECD. Graaf-Zijl, M. de, Groot, I. & Hop, J.P. (2006). De weg naar werk: onderzoek naar de doorstroom tussen de WW, bijstand en werk, vóór en na de Suwi-operatie. Amsterdam: SEO. Inspectie Werk en Inkomen (2007). Maatwerk in de uitvoering van de WWB. Den Haag. IBO (Interdepartementaal beleidsonderzoek financieringssysteem Abw) (1996). Interdepartementaal Beleidsonderzoek Financieringssysteem van de Algemene Bijstandswet. Den Haag: IBO. Kraan, A., Davidse, E., Soethout, J. & Waveren, B. van (2005). Geprikkeld tot werken. Een eerste inventarisatie van de stand van zaken rond de nieuwe bijstandswet in Nederland. Belgisch Tijdschrift voor Sociale Zekerheid, 4, Koning, J. de, Gelderblom, A., Zandvliet, K. & van den Boom, L. (2005). Effectiviteit van re-integratie: de stand van zaken, literatuuronderzoek. Rotterdam: SEOR. Koning, J. de (2003). Wat niet weet, wat niet deert: over de decentralisatie en uitbesteding van het arbeidsmarktbeleid. Rotterdam: Erasmus Universiteit. Lundin, M. & Skedinger, P. (2000). Decentralisation of active labour market policy: the case of Swedish local employment service committees. Stockholm: Office of labour market policy evaluation. Martin, J.P. & Grubb, D. (2001). What works and for whom: a review of OECD countries experiences with active labour market policies. Stockholm: Office of labour market policy evaluation. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2005a). Aanpassing evaluatiemodel WWB. Den Haag: SZW. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2005b). Brief aan Tweede Kamer betreffende Verdeelmodellen Wet Werk en Bijstand, d.d. 9 mei Den Haag: SZW. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid i.s.m. Vereniging van Nederlandse Gemeenten (2007). Verder in verbinding: een gezamenlijke visie op het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid. Den Haag: SZW/VNG. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2007). Wet werk en bijstand: de feiten op een rij: evaluatie Wet werk en Bijstand Den Haag: SZW. Nieuwkerk, T. van & Wiendels, B. (2003). Gemeentelijk arbeidsmarktbeleid: gericht op participatie voor iedereen. Den Haag: VNG. Olieman, R., Bokhoven, E.F. van, Koning, J. de & Dongen, E. van (1996). Naar een nieuwe financiering van de bijstand. Rotterdam: NEI. Schmid, G. (1998). Transitional labour markets: a new European employment strategy. Berlin: Wissenshaftszentrum Berlin für Sozialforschung. Sol, E. & Glebbeek, A.C., e.a. (1998). Arbeidsvoorziening als onderhandelend bestuur: de positie van derde-belanghebbenden in een tripartite structuur. Amsterdam: Amsterdam University Press. Sol, C.C.A.M, Castonguay, J., Lindert, H. van & Amstel, Y. van (2007). Work First werkt: op weg naar een evidence-based Work First. Utrecht: Divosa. 66 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 24 (1): 53-67

KLeintje begroting 2010

KLeintje begroting 2010 KLeintje begroting 2010 De begroting is onderverdeeld in vijf beleidsproducten te weten: Inkomenswaarborg, Activering en Uitstroom, Handhaving, Inburgering en Kinderopvang. De beleidsproducten zijn weer

Nadere informatie

Ketensamenwerking. een logisch coordinatiemechanisme voor werk en inkomen? Yolanda Hoogtanders en Marloes de Graaf-Zijl

Ketensamenwerking. een logisch coordinatiemechanisme voor werk en inkomen? Yolanda Hoogtanders en Marloes de Graaf-Zijl Ketensamenwerking een logisch coordinatiemechanisme voor werk en inkomen? Yolanda Hoogtanders en Marloes de Graaf-Zijl Logica ketensamenwerking Sinds invoering sociale zekerheid is er voortdurende zoektocht

Nadere informatie

Werk en bijstand. Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten

Werk en bijstand. Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten Werk en bijstand Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten i Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door NICIS Institute in Den Haag Omslagontwerp, vormgeving en typografie: Marc Setz Copyright Shaker Publishing

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag 1 Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk Dossier/volgnummer 55808-054 Mr. G.A. van Nijendaal

Nadere informatie

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Gemeenten ontvangen via het re-integratiebudget middelen voor ondersteuning en begeleiding van de doelgroep Participatiewet. Er zijn

Nadere informatie

Armoede en Arbeidsmarkt

Armoede en Arbeidsmarkt 2 Armoede en Arbeidsmarkt Presentatie Masterclass 4: Armoede en arbeidsmarkt op het congres Overerfbare Armoede, Emmen, 25 september 2017 Jouke van Dijk, Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Arjen

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de minister mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Utrecht, 10 mei 2010 Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA 7 februari 2018 Betreft Kamervragen van het lid Van Dijk

Nadere informatie

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006

Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006 CPB Memorandum Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 152 Datum : 5 april 2006 Raming van het bijstandvolume in CEP 2006 In het CEP 2006 raamt het

Nadere informatie

5-11-2014. Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

5-11-2014. Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015 Inhoud Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Platform Sociaal en Financieel Domein, VNG Overijssel 1. Hoe werkt de financieringssystematiek? 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 3. Hoe werkt het multiniveau-model?

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 5

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 5 Raadsvoorstel Agenda nr. 5 Onderwerp: Instemmen met het Plan van aanpak verlagen uitgaven BUIG middelen. Soort: Kaderstellend Opsteller: M.J.A. Lammers Portefeuillehouder: A.H.M. van Bussel Zaaknummer:

Nadere informatie

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA

EVALUATIE WERKTOP. Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA EVALUATIE WERKTOP Auteurs: Prof. dr. Nicolette van Gestel, Dr. Shirley Oomens, Eva Buwalda-Groeneweg MA In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Juni 2014 SAMENVATTING Gemeenten

Nadere informatie

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005

Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005 CPB Memorandum Sector : 2 Afdeling/Project : SZ Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 113 Datum : 17 maart 2005 Raming van het bijstandsvolume in het CEP 2005 Het gemiddeld aantal bijstandsuitkeringen

Nadere informatie

Naar een inclusieve regio

Naar een inclusieve regio Naar een inclusieve regio 1 Ontwikkeling werknemersbanen 2008-2017 (per kwartaal t.o.v. hetzelfde kwartaal voorgaand jaar) 2 2 Dr. Arjen Edzes University of Groningen, Department of Economic Geography,

Nadere informatie

Ketensamenwerking. verstandshuwelijk of lat-relatie

Ketensamenwerking. verstandshuwelijk of lat-relatie Ketensamenwerking verstandshuwelijk of lat-relatie Inleiding Sinds invoering sociale zekerheid is er voortdurende zoektocht naar optimale afstemming tussen uitkeringsverstrekking en arbeidsvoorziening.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-026 6 maart 2006 9.30 uur Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met 60 duizend gedaald In 2005 is het aantal uitkeringen van de belangrijkste sociale zekerheidsregelingen

Nadere informatie

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007 CPB Memorandum Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Frans Suijker en Bart Verbeet Nummer : 178 Datum : 4 april 2007 Raming van het bijstandsvolume in CEP 2007 In het CEP 2007

Nadere informatie

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017

Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017 Vergadering gemeenteraad d.d. 19 juli 2018 Agenda nummer 6 Portefeuillehouder: wethouder de heer M. Joostens Onderwerp: Vangnetuitkering BUIG 2017 Korte inhoud: Personen die niet genoeg inkomen of vermogen

Nadere informatie

Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 126 Datum : 19 september 2005

Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 126 Datum : 19 september 2005 CPB Memorandum Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman en Frans Suijker Nummer : 126 Datum : 19 september 2005 Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2006 Het

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016 CPB Notitie Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Krista Hoekstra Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur Incidenteel Aanvullende Uitkering Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, 19.30 uur 1 Presentatie Achtergronden Wet Werk & Bijstand Budgetvaststelling en verdeling Aanvullende uitkeringen

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

Ondertussen.. In de SW

Ondertussen.. In de SW Ondertussen.. In de SW Jan-Jaap de Haan, 24 november 2017 Op weg naar de toekomst Naar een effectieve, werkzame, financieel haalbare inzet van kennis en expertise. Participatiewet en Sociaal Akkoord Doel:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden

Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden Algemeen en Dagelijks Bestuur Modernisering Wsw 2008 Inleiding Per l januari 2008 wordt de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) gewijzigd. Om deze modernisering

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening

Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Financiële gevolgen van het beëindigen van tijdelijke contracten in de sociale werkvoorziening Gemeenten worden geconfronteerd met hoge kosten voor onder andere de SW- populatie, een dalend subsidiebedrag

Nadere informatie

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie Werk en Inkomen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Het college van Burgemeester en Wethouders Inspectie Werk en Inkomen Wilhelmina van Pruisenweg 52 drs. C.H.L.M. van de Louw D a t u m 2 6 OKT. 2011 Betreft Aanbieding Programmarapportages

Nadere informatie

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder Financiering Bijstand Bastiaan Ouwehand Tim Mulder Onderwerpen 1. Verdeelmodel Gebundelde Uitkering hoe werkt de verdeling van middelen voor de bijstand? wijzigingen verdeelmodel 2019 2. Macrobudget: verhoogde

Nadere informatie

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2007

CPB Memorandum. Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2007 CPB Memorandum Sector : Conjunctuur en Collectieve Sector Afdeling/Project : Sociale zekerheid Samensteller(s) : Frans Suijker en Bart Verbeet Nummer : 162 Datum : 19 september 2006 Raming van het bijstandsvolume

Nadere informatie

Second Opinion SEO-studie 'De weg terug; epiloog'

Second Opinion SEO-studie 'De weg terug; epiloog' CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : De heer J.P.C.M. van Zijl (RWI) Second Opinion SEO-studie 'De weg terug; epiloog' 1 Verzoek RWI In het najaar van 2005 bracht de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) de

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Voorschoten September 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

BB/U Lbr. 15/103

BB/U Lbr. 15/103 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Definitief VNG-akkoord op bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom uw kenmerk ons kenmerk BB/U201502219 Lbr.

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Wassenaar Oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006

Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006 Aanvullende informatie bijstelling macrobudget inkomensdeel per 18 mei 2006 Drie keer per jaar wordt op deze plaats een overzicht gegeven van de stand van zaken van de raming van het macrobudget: -bij

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Samenvatting Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Uitvoering onderzoek: KokxDeVoogd, Houten Ewout Bückmann Eric Dorscheidt Michiel Hes november 2017 Dit is een uitgave van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervraag/vragen van het lid Karabulut

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervraag/vragen van het lid Karabulut De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Re-integratiebeleid: Wat zijn de resultaten en wat zijn ze waard?

Re-integratiebeleid: Wat zijn de resultaten en wat zijn ze waard? Tijdschrift voor Openbare Financiën 40 Re-integratiebeleid: Wat zijn de resultaten en wat zijn ze waard? M. Buurman Samenvatting Recent publiceerde het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een

Nadere informatie

Raadsvergadering. 17 mei

Raadsvergadering. 17 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17 mei 2018 18-038 Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Aan de raad, Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Gevraagde beslissing 1. In te stemmen

Nadere informatie

Voorstel van het college inzake Instemming aanvraag vangnetuitkering 2018

Voorstel van het college inzake Instemming aanvraag vangnetuitkering 2018 Datum 25 juni 2019 Registratienummer BSW/ 2019.47 RIS302945 Voorstel van het college inzake Instemming aanvraag vangnetuitkering 2018 Aanleiding De gemeente Den Haag heeft sinds het Rijk in 2015 een nieuw

Nadere informatie

Naar een inclusieve arbeidsmarkt

Naar een inclusieve arbeidsmarkt 1 Naar een inclusieve arbeidsmarkt Inclusieve arbeidsmarkt 1. Een arbeidsmarkt waarbij iedereen die wil ook (volwaardig) kan meedoen. Niet alleen morgen, maar ook overmorgen en over 10, 0 of 0 jaar Dr.

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst 25-08- Inleiding Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle burgers met arbeidsvermogen die ondersteuning

Nadere informatie

Graniet of niet? Prof.dr. Menno Fenger. Langdurig in de bijstand, dus kansloos? Benchlearnbijeenkomst Divosa, 5 april 2019

Graniet of niet? Prof.dr. Menno Fenger. Langdurig in de bijstand, dus kansloos? Benchlearnbijeenkomst Divosa, 5 april 2019 Graniet of niet? Langdurig in de bijstand, dus kansloos? Benchlearnbijeenkomst Divosa, 5 april 2019 Prof.dr. Menno Fenger Vooraf Werkloos worden kan iedereen overkomen? Langdurig in de bijstand zitten

Nadere informatie

Toelichting. Artikelsgewijs

Toelichting. Artikelsgewijs Toelichting Algemeen Deze verordening regelt de ondersteuning die de gemeente biedt bij de arbeidsinschakeling van werklozen die horen tot de doelgroep. De opdracht om die ondersteuning te bieden is geregeld

Nadere informatie

CPB Notitie 18 september 2018

CPB Notitie 18 september 2018 CPB Notitie 18 september 2018 Raming van het bijstandsvolume in de Macro Economische Verkenning (MEV) 2019 CPB Notitie Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380

Nadere informatie

Financiering Participatiewet

Financiering Participatiewet Financiering Participatiewet Tim Mulder Bastiaan Ouwehand financieringparticipatiewet@minszw.nl Onderwerpen 1. Financieringssytematiek Participatiewet 2. Macrobudget Gebundelde Uitkering ( BUIG ) 3. Verdeelmodel

Nadere informatie

31 927 Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

31 927 Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 31 927 Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten Nr. x. NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG De regering heeft met belangstelling kennis genomen van de vragen en opmerkingen bij een aantal

Nadere informatie

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt Als er in een gemeente iemand uit de bijstand stroomt, hoeft de gemeente één bijstandsuitkering minder te betalen. Gemeenten gaan er

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015 Agendapuntnr.: Nr.: 149997 Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015 Renswoude, 27 oktober 2015 Aan de gemeenteraad Geachte raad, Inleiding Sinds 2012 beschikken

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014 De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant UWV Gerald Ahn 9 september 2014 Recente persberichten (CBS) Wisselende berichten over de markt Werkloosheid in juli verder gedaald Stijging WW-uitkeringen Consumptie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel inzake de Agenda voor de toekomst

Raadsbijlage Voorstel inzake de Agenda voor de toekomst gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsbijlage nummer 4r Inboeknummer oa Tooooga Beslisdatum BikW ss februari 2002 Dossiernummer sog.6o4 Raadsbijlage Voorstel inzake de Agenda voor de toekomst

Nadere informatie

Sturen op uitkomsten in de Wmo. Investeren in maatschappelijke participatie

Sturen op uitkomsten in de Wmo. Investeren in maatschappelijke participatie Investeren in maatschappelijke participatie November 2013 Kernboodschappen voor sturing op uitkomsten in de Wmo 1 Stel de beoogde uitkomsten centraal bij de inkoop van zorg en ondersteuning Om zichtbaar

Nadere informatie

Notitie voor rondetafelgesprek Tweede Kamer over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) Op verzoek van de Tweede Kamer

Notitie voor rondetafelgesprek Tweede Kamer over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) Op verzoek van de Tweede Kamer CPB Notitie 14 maart 2012 Notitie voor rondetafelgesprek Tweede Kamer over de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) Op verzoek van de Tweede Kamer. CPB Notitie Aan: Tweede Kamer Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

Financiële effecten van de Participatiewet

Financiële effecten van de Participatiewet Financiële effecten van de Participatiewet Utrecht, 5 december 2012 Martin Heekelaar E: m.heekelaar@berenschot.nl M: 06-23152767 1 Wet werken naar vermogen wordt Participatiewet Invoering op 1 januari

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad RIS109225_14-10-2003 Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van de gemeenteraad Uw kenmerk Ons kenmerk rm 157 - BSW/03/522 RIS 109225 Doorkiesnummer 070-353 5000 E-mailadres

Nadere informatie

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 O 2 JULI 2018 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : 550188 Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015 Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Utrecht, 19 mei 2015 Inhoud 1. Financieringssystematiek Participatiewet 2. Keuze voor nieuwe model 3. Hoe werkt het multiniveau-model? 4. Proces

Nadere informatie

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). Raadsmemo Datum: 16 juni 2015 Aan: Gemeenteraad van Kopie aan: Van: Voor informatie: Onderwerp: P. van Zwanenburg Hans Tadema, Ontwikkeling Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). 1. Aanleiding

Nadere informatie

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam

Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam Het Maatschappelijk Belang van Cao s. Leren van Zweden, Duitsland en Australië? dr. Judith Raven Erasmus Universiteit Rotterdam Onderzoek in opdracht van Instituut Gak In samenwerking met University of

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Niels Schenk en Pearl Dykstra Erasmus Universiteit Rotterdam Mei 2013 INTRODUCTIE Onderzoek naar

Nadere informatie

SIGNALEMENT BESTUURSKRACHT GEMEENTEN WERK EN INKOMEN

SIGNALEMENT BESTUURSKRACHT GEMEENTEN WERK EN INKOMEN SIGNALEMENT BESTUURSKRACHT GEMEENTEN WERK EN INKOMEN Inhoud 1 Inleiding-3 2 Bevindingen-3 o Invulling gemeentelijke beleidsvrijheid-3 o Handhaving-4 o Re-integratie, activering-4 o Arbeidsmarktbeleid-4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 081 Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046 Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer drs. M. Rutte Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046 mr.

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Re-integratie Menterwolde

Re-integratie Menterwolde Re-integratie Menterwolde 1. Waarom onderzoek 2. Effectiviteit: wat levert het op 3. Efficiency: doen we het een beetje zuinig 4. Betrokkenheid Raad 5. Aanbevelingen 1 1. Waarom onderzoek 2 2. Effectiviteit:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26414 19 september 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 september 2014, 2014-0000131428,

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg 95 STATISTISCH JAARBOEK 2002 10 96 Maatschappelijke zorg Uitkeringsgerechtigden in 2002 weer lager dan voorgaande jaren Op 1 januari 2002 waren er 1.956 uitkeringsgerechtigden in Hengelo; het laagste aantal

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019 Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019 In artikel 1, lid 1 van de financiële verordening van WerkSaam Westfriesland is opgenomen dat het dagelijks bestuur voor 15 januari de uitgangspunten van de begroting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL 2016. Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR APRIL 2016 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 WAT TE DOEN MET ÉÉN MILJOEN 4 BEDRIJVEN SPELEN IN OP WET DBA 5 VEEL STARTENDE FREELANCERS OP LEEFTIJD 6

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

Toeleiding van werklozen naar werk Een veranderd perspectief

Toeleiding van werklozen naar werk Een veranderd perspectief Toeleiding van werklozen naar werk Een veranderd perspectief Els Sol AIAS Conferentie Aan het werk?!, Amsterdam 1 juli 2016 1 juli 2016 / 2 #AIASconf Vechten voor werk? Opzet Wat is er aan de hand met

Nadere informatie

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005

Raming bijstandsvolume in de MEV 2005 CPB Memorandum Sector : 2 Afdeling/Project : Sociale Zekerheid Samensteller(s) : Hans Stegeman Datum : 19 september 2004 Raming bijstandsvolume in de MEV 2005 Samenvatting: Het bijstandsvolume relevant

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Eindevaluatie IRO (Individuele Re-integratie Overeenkomst)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Eindevaluatie IRO (Individuele Re-integratie Overeenkomst) De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag Werk en inkomen 2013 1/11 Inhoud Beleidsverslag 2013...1 Werk en inkomen...1 Inhoud...2 1 Inleiding...2 2.1 Ontwikkeling van de omvang van het uitkeringsbestand...3

Nadere informatie

Managementrapportage werk en inkomen 2017

Managementrapportage werk en inkomen 2017 Managementrapportage werk en inkomen Inleiding Voor u ligt de managementrapportage van werk en inkomen. Deze managementrapportage heeft dezelfde vorm gekregen als de rapportage van september. Deze vorm

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid 1 Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid Inleiding In haar jaarplan 2017 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek naar het armoedebeleid aangekondigd. De armoedeproblematiek is lastig in kaart te

Nadere informatie

Nota aan burgemeester en wethouders

Nota aan burgemeester en wethouders Nota aan burgemeester en wethouders Vergadering: 08-01-2013 Portefeuillehouder: mw. M. Hamberg Onderwerp Wetswijzigingen kinderopvang 2013, vaststellen hoogte compensatie ouderbijdrage Samenvatting De

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Managementrapportage Werk en Inkomen

Managementrapportage Werk en Inkomen Managementrapportage 2018 Werk en Inkomen Inleiding Voor u ligt de managementrapportage van werk en inkomen (samenwerkingsverband Voorschoten en Wassenaar). Deze managementrapportage heeft dezelfde vorm

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2018 CPB Notitie Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Remco Mocking Datum: 19 september 2017 Betreft: Raming van het bijstandsvolume

Nadere informatie

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht.

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht. Aan GR IJsselgemeenten Postbus 566 2900 AN Capelle aan den IJssel Datum: 05/12/2016 Zaaknummer: ZK16006467 Afdeling: Samenleving Contactpersoon: Anne v.d. Langemheen Uw brief van: Onderwerp: Kaders uitvoering

Nadere informatie

Cliëntenbestand. Vangnetuitkering. RAADSINFORMATIEBRIEF De leden van de raad Postbus AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL. Geachte leden van de raad,

Cliëntenbestand. Vangnetuitkering. RAADSINFORMATIEBRIEF De leden van de raad Postbus AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL. Geachte leden van de raad, RAADSINFORMATIEBRIEF De leden van de raad Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: 9-8-2016 Zaaknummer: Afdeling: Contactpersoon Uw brief van: Onderwerp: ZK16001249 Samenleving R. Knoop Aanvraag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie