Uw gebruiksaanwijzing. NIKON SCAN 2.5

Transcriptie

1 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Handleiding Bedieningshandleiding Instructiehandleiding

2 Handleiding samenvatting: Inhoud Over deze handleiding Installatie Het scanvenster Het selecteren van een kleurruimte De statusweergave De curves-and-levels drawer Het Settingsmenu Veranderingen in het ontwerp Nikon Color Management Hoe Nikon CMS werkt Voorkeuren voor Color Management Scannen met Nikon CMS uit -1- Deze handleiding is onderverdeeld in drie hoofdstukken: Nikon Color Management Het Nikon Color Management System (Nikon CMS) bepaalt Installatie hoe de kleuren van uw scanner via een beeldscherm of Bij Nikon Scan 2.5 kunt u kiezen uit een aantal gekalibreerde kleurenprinter worden gereproduceerd. Naast de beschrijrgb-kleurruimteprofielen met verschillende gammawaarden ving van de verbeteringen met betrekking tot de kleuren kleurbereiken. In verband met deze wijziging zijn er enkele beheersing in Nikon Scan 2.5, gaat dit hoofdstuk ook grondig stappen toegevoegd aan het installatieproces om u te helpen in op de werking van Nikon CMS. kiezen welke van deze kleurprofielen wordt gebruikt als u Nikon Scan voor het eerst start. Het scanvenster Dit hoofdstuk beschrijft de in het scanvenster aangebrachte verbeteringen die het gebruiksvriendelijker maken, met inbegrip van uitgebreidere informatie over de "crop" (uitsnede), een zwevende curves-and-levels drawer, verbeterde tabs en schuifregelaars, en door de gebruiker op te geven standaardinstellingen voor media met meerdere beelden. Ook worden de nieuwe instellingen in het dialoogvenster Preferences beschreven, waarmee de gebruiker meer controle kan uitoefenen op de automatisch- contrastfunctie en de instellingen voor witpunt en zwartpunt. Over deze handleiding -2- Installatie Wanneer beelden in RGB worden gescand, gebruikt Nikon CMS gekalibreerde RGB-profielen om te zorgen dat de kleuren consequent worden gereproduceerd. In eerdere versies van Nikon Scan 2 was er maar één zo'n profiel (srgb) beschikbaar. Bij Nikon Scan 2.5 kan de gebruiker echter kiezen uit een aantal gekalibreerde profielen met verschillende kleurbereiken (gamut) en gammawaarden. Als onderdeel van het installatieproces kan de gebruiker kiezen welke van deze profielen als de standaard gekalibreerde RGB-kleurruimte wordt gebruikt wanneer u Nikon Scan voor het eerst start. De gebruiker kan op elk moment een nieuw profiel voor de RGB-kleurruimte kiezen in het dialoogvenster Preferences (zie hieronder: "Het scanvenster: Het selecteren van een kleurruimte"). In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die aan het installatieproces zijn toegevoegd om u in staat te stellen het aanvangsprofiel voor de gekalibreerde RGB-kleurruimte te kiezen. Het selecteren van een aanvangs-rgb-kleurprofiel Het installeren van Nikon Scan 2.5 geschiedt zoals beschreven op bladzijde 711 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh of bladzijde 714 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows. Als u op de Install-knop klikt om de installatie te starten (Macintosh) of nadat de installatievoortgangsmeters verdwenen zijn (Windows), verschijnt er een dialoogvenster zoals hieronder staat afgebeeld. Om een profiel uit een lijst te kiezen, dient u op Use name list te klikken en verder te gaan naar de volgende stap, "Choosing a profile from a list". Als u een interactieve helpdisplay wilt gebruiken om u bij het kiezen van een profiel te assisteren, klik dan op Use wizard en ga verder naar "The Profile Wizard". "Profiel" Om een nauwgezette reproductie van de kleuren te garanderen, moet het Nikon Color Management System over informatie beschikken over de kleurkenmerken van uw scanner, beeldscherm en de kleurruimte die wordt gebruikt bij het bewerken en afdrukken van beelden. Deze informatie wordt bewaard in bestanden die "profielen" worden genoemd. Zie voor meer informatie "Nikon Color Management" hieronder. Installatie -3- Het kiezen van een profiel uit een lijst Als u bij de vorige stap op Use name list heeft geklikt, verschijnt het volgende dialoogvenster. Tip Het kiezen van het voor u meest geschikte profiel Bij het kiezen van een profiel voor de RGB-kleurruimte dient u aan twee dingen te denken: de gammawaarde voor uw platform en de gamut(het kleurbereik) die u voor de taak die u wilt uitvoeren nodig heeft. Gamma is een fundamenteel kenmerk van beeldweergavesystemen en wordt gebruikt om de helderheid van gescande beelden bij te stellen zodat ze juist op uw beeldscherm worden weergegeven. De gammawaarde die het beste resultaat geeft is afhankelijk van uw computersysteem ("platform") en uw beeldscherm. Vergeet bij het kiezen van een gekalibreerde RGB-kleurruimte niet dat de profielen ontworpen zijn met vooringestelde gammawaarden, en dat het kiezen van een profiel met een voor uw platform verkeerde gammawaarde leidt tot beelden die te donker of te licht zijn. De profielen in de profiellijst zijn onderverdeeld in twee groepen, één van zeven profielen en één van drie. De profielen in de eerste groep hebben een gammawaarde van 2,2, wat de de facto standaard is voor Windowsbesturingssystemen. De profielen in de tweede groep hebben een gammawaarde van 1,8, de standaardwaarde die bij de Macintosh wordt gehanteerd. Selecteer een profiel dat geschikt is voor het platform waarop het beeld wordt afgebeeld. Een andere factor die een rol speelt bij het selecteren van een profiel is de gamut (kleurbereik) die u nodig heeft voor de taak die u wilt uitvoeren. Als u niet van plan bent de kleur nauwkeurig bij te stellen, dan is een profiel met een beperkte gamut het meest geschikt. Let er echter op dat een beperkte gamut kleuren kan produceren die te "verzadigd" of levendig zijn. Als u van plan bent om de kleur, het contrast en de helderheid nauwkeurig bij te stellen met een bewerkingsgereedschap zoals de curves-and-levels drawer in het scanvenster, kies dan een profiel met een uitgebreide gamut. Als u de kleuren niet bewerkt kan zo'n profiel echter "platte" beelden met weinig contrast produceren. In beide groepen zijn de profielen gerangschikt aan de hand van de omvang van hun gamut. Profielen met een beperkte gamut staan bovenaan, en die met een uitgebreide gamut onderaan. Uitgebreidere informatie over deze profielen treft u aan in "Voorkeuren voor Color Management: het RGB-blad" op bladzijde 2832 van deze handleiding. Kies een profiel om als aanvangskleurruimte voor gekalibreerde RGB in te stellen. De effecten van de kleurbereik- en gammainstelling voor elk profiel kunnen worden bekeken in het beeld rechts van de profiellijst. Installatie -4- Klik nadat u een profiel heeft gekozen op OK om verder te gaan met het installatieproces zoals beschreven op bladzijde 11 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows of op bladzijde 14 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh. Als u er nog steeds niet zeker van bent welk profiel het beste voor u is, klik dan op Back to the wizard en ga verder met de volgende stap.

3 De Profile Wizard De Profile Wizard opent met het onderstaande dialoogvenster. Deze keus geeft de verschillen weer tussen de standaard gamma-instellingen bij diverse platformen. Macintosh-computers hebben een systeemgamma van 1,8, terwijl de de facto standaard voor Windows-platformen 2,2 is. Kies Windows als het grootste deel van de beelden die u scant op Windows-platformen zullen worden bewerkt, en Macintosh als u de meeste bewerkingen op een Macintosh uitvoert. Installatie -5- Afhankelijk van de keus die u heeft gemaakt, verschijnt er één van de twee onderstaande dialoogvensters. Beperkte gamut: levendige, "verzadigde" kleuren Uitgebreide gamut: "doffe" kleuren met weinig contrast Macintosh-profielen (gamma 1,8) Windows-profielen (gamma 2,2) Kies een profiel uit de lijst. De effecten van de kleurbereik- en gamma-instelling voor elk profiel kunnen vooraf worden bekeken in het beeld rechts van de lijst. Als het beeld te donker of te helder is, klik dan op Too dark om een profiel uit de Windows-lijst te kiezen, of klik op Too light om een profiel uit de Macintosh-lijst te kiezen. Klik op OK om het geselecteerde profiel als aanvangsrgb-kleurruimte in te stellen. Vervolgens kunt u doorgaan met het installatieproces zoals beschreven op bladzijde 11 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows of op bladzijde 14 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh. Installatie -6- Het scanvenster Nikon Scan 2.5 bevat een aantal verbeteringen met betrekking tot het belangrijkste element van de Nikon Scan-interface, het scanvenster. Deze veranderingen worden in de onderstaande illustratie opgesomd. Dia's kunnen uit de SF-200 Diafeeder (apart verkrijgbaar, alleen voor de LS-2000-filmscanner) worden geworpen zonder dat een nieuwe dia hoeft te worden ingevoerd Met de nieuwe opties in het Settings-menu kan de gebruiker door hem opgegeven standaardinstellingen invoeren, oproepen en verwijderen Drawer tabs zijn altijd zichtbaar, waardoor de drawers gemakkelijker te gebruiken zijn De drawer-besturing is voorzien van grotere schuifregelaars en een uitgebreidere toetsenbordinvoer Het RGB-profiel kan in een popup menu in het dialoogvenster Preferences worden geselecteerd De HSL-kleurruimte is niet meer beschikbaar Bij het bewerken van kleuren kunt u "voor"- en "na"-versies van het beeld met elkaar vergelijken door dit aankruisvakje aan en uit te zetten Gebruik dit aankruisvakje om de analoge versterking aan of uit te zetten voordat u een preview uitvoert (alleen LS-2000 en COOLSCAN III) Het informatiedisplay toont de oriëntatie, de bestandsgrootte en de huidige scaninstellingen Curves and levels kunnen worden bewerkt in een afzonderlijk venster dat kan worden vergroot voor een nauwkeurigere beheersing Met deze schuifregelaars kunnen de uitvoerniveaus voor het witen het zwartpunt worden bijgesteld De uitvoerniveaus van het witen het zwartpunt en de automatischcontrastinstellingen kunnen worden bijgesteld in het dialoogvenster Preferences Het automatisch contrast is alleen van toepassing op de huidige crop (uitsnede) Het scanvenster Het "scanvenster" oftewel het hoofddialoogvenster voor de Acquire Plug-in of TWAIN bron voor Nikon Scan is de plaats waar de gebruiker: beelden van de scanner vooraf bekijkt het te scannen deel van het beeld selecteert de scaninstellingen bijstelt voor verbeterde scherpte, kleurbalans en contrast Als de instellingen eenmaal naar de tevredenheid van de gebruiker zijn bijgesteld, kan het beeld worden gescand en overgedragen naar een ander beeldweergaveprogramma of een beeldvenster in Nikon Scan. Meer informatie over het scanvenster treft u aan in de Nikon Scangebruikshandleiding voor uw platform. Het scanvenster -7- Het selecteren van een kleurruimte In dit hoofdstuk worden kleurruimte-instellingen besproken die veranderd zijn bij de uitgave van Nikon Scan De voornaamste veranderingen zijn: de HSL-kleurruimte is verwijderd het kleurprofiel dat wordt gebruikt wanneer "calibrated RGB" in het kleurruimtemenu wordt geselecteerd kan nu worden gekozen uit een aantal opties in het dialoogvenster Preferences. De HSL-kleurruimte Bij de uitgave van Nikon Scan 2.5 is een aantal wijzigingen aangebracht met betrekking tot de kleurruimte-instellingen. De meest opvallende hiervan is dat de HSL-kleurruimte niet langer bestaat. Als gevolg hiervan zijn de HSL-opties van de kleurruimtemenu's verwijderd; dit betreft "De basis" Stap 3, "Het kiezen van een filmtype en een kleurruimte", "Preview: Film type en kleurruimte keuze", en "Bewerkingen in het beeldvenster: Scanvenster instellingen" (Macintosh) of "Bewerkingen in het beeldvenster: Het Nikon Scan menu" (Windows) in de gebruikshandleidingen bij Nikon Scan. In de curves-and-levels drawer bestaan er geen besturingselementen meer voor het bewerken van kleuren in de HSL-kleurruimte, als gevolg waarvan de handelingen beschreven onder de kop "De Curves and Levels Drawer: HSL 3 Kies een gekalibreerde RGB-kleurruimte uit het pop-up menu Profile (C). Beperkte gamut B Uitgebreide gamut Deze profielen hebben een gammawaarde van 2,2 Deze profielen hebben een gammawaarde van 1,8 C Beperkte gamut Uitgebreide gamut Het gekozen profiel wordt gebruikt wanneer Nikon CMS aanstaat en Calibrated RGB wordt geselecteerd in het popup menu voor kleurruimten in het scanvenster. A Voor meer informatie over het kiezen van het voor u meest geschikte profiel, zie "Installatie: Het kiezen van een profiel uit een lijst" op bladzijde 4 van deze handleiding. Uitgebreide informatie over de RGB-profielen die bij Nikon Scan 2. 5 worden geleverd treft u aan op bladzijde Zie ook Zie voor meer informatie over kleurbeheersingsinstellingen "Nikon Color Management" verderop in deze handleiding. Het hierboven afgebeelde RGB-blad vervangt het Main Scan-blad dat is afgebeeld in "Het scanvenster: Scanvenster voorkeuren" in de gebruikshandleidingen bij Nikon Scan. Het scanvenster: Het selecteren van een kleurruimte De statusweergave De "statusweergave" is het gebied in het scanvenster dat informatie verschaft over de huidige scaninstellingen. In eerder versies van Nikon Scan 2 werden hier alleen de afmetingen van de huidige crop (uitsnede) vermeld. Bij Nikon Scan 2.5 wordt het volgende weergegeven: de oriëntatie van het preview-beeld na spiegelen of draaien de breedte, hoogte en bestandsgrootte van het beeld dat resulteert als de crop wordt gescand bij de huidige instellingen (uitvoergrootte) een aankruisvakje "Apply Curves" om snel het "voor"- en "na"-effect van kleurbewerkingen te kunnen vergelijken. een aankruisvakje "Apply Analog Gain" (alleen filmscanners LS-2000 en COOLSCAN III) waarmee u de analoge versterking aan of uit kunt zetten voordat u een preview uitvoert (het effect wordt pas zichtbaar als u een preview scan heeft uitgevoerd) informatie over scanner-extra's Statusweergave Zie ook "Crop" De huidige crop (uitsnede) is het deel van het beeld dat op dat moment geselecteerd is in het preview-gebied.

4 Standaard bestaat de crop uit het hele beeld, maar kleinere rechthoekige gebieden kunnen worden geselecteerd door de muis over het preview-gebied te slepen. Zie "Preview" in de gebruikshandleiding bij Nikon Scan voor informatie over het selecteren en manipuleren van crops. De veranderingen in de statusweergave die in dit hoofdstuk worden besproken zijn van invloed op het volgende hoofdstuk in de gebruikshandleidingen bij Nikon Scan, waar naar de statusweergave wordt verwezen als de "weergave van de cropcoördinaten": "Preview: Het kiezen van een crop (uitsnede)" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 61 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 64 Het scanvenster: De statusweergave Beeldoriëntatie De beeldoriëntatieweergave wordt uitgebeeld door de hoofdletter "R". Als het beeld wordt gespiegeld of gedraaid, wordt dit weergegeven in de stand van de letter. Uitvoergrootte Het uitvoergrootte gebied toont de breedte, hoogte en bestandsgrootte van het beeld dat resulteert als de crop wordt gescand bij de huidige instellingen. Hoogte en breedte worden uitgedrukt in pixels. "Apply Curves" Het aankruisvakje "Apply Curves" wordt gebruikt om veranderingen in de curven die het contrast en de kleurbalans besturen te tonen of te verbergen. Dit maakt het gemakkelijker om het effect van een aangebrachte verandering te beoordelen. Als Apply Curves niet geactiveerd is dan worden de veranderingen verborgen, zodat u kunt zien hoe het beeld er uitzag voor de bewerkingen. Activeer Apply Curves om het effect van de huidige instellingen te bekijken. Als het resultaat van de bewerkingen wordt getoond, dan staat er een vinkje (Macintosh) of een groene stip (Windows) in het aankruisvakje. Het aankruisvakje Apply Curves is ook van invloed op de uiteindelijke scan. Voor de weergave van veranderingen in de curven in het beeld dat aan de host-toepassing wordt overgedragen dient Apply Curves geactiveerd te zijn wanneer u op de scan-knop klikt. Het aankruisvakje Apply Curves staat alleen aan wanneer er een automatisch-contrast handeling is uitgevoerd of wanneer de kleurinformatie is gewijzigd in de curves-and-levels drawer of de color-balance drawer. De knop is gedimd wanneer de standaardinstellingen van kracht zijn. "Host-toepassing" See also De uitvoergrootte wordt ingesteld met behulp van de besturingselementen in de scan size drawer. Zie voor meer informatie: "De Scan Size Drawer" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 7172 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 7475 Wanneer het scanvenster wordt geopend vanuit een ander programma, zoals Adobe Photoshop`, dan wordt dat programma de "host-toepassing" voor Nikon Scan genoemd. Beelden die worden gescand door op de scanknop te klikken worden geopend in vensters in de host-toepassing. Als Nikon Scan als "stand-alone" toepassing wordt gebruikt, dan functioneert het hoofdvenster of de minitoepassing van Nikon Scan als de hosttoepassing. Het scanvenster: De statusweergave "Apply Analog Gain" Met het aankruisvakje Apply A. Gain (Apply Analog Gain) kunt u de analoge versterking aan- of uitzetten voordat u een preview of hoofdscan uitvoert. Apply Analog Gain is alleen geactiveerd wanneer de instellingen voor analoge versterking in de scanner extras drawer zijn gewijzigd. Veranderingen in de analoge versterking worden pas weergegeven in het preview-beeld als u klikt op de preview-knop om het beeld bij de nieuwe instellingen te scannen. Daarom heeft het aan- en uitzetten van het aankruisvakje Apply A. Gain geen effect totdat u een nieuwe preview-scan uitvoert. Als u het aankruisvakje Apply A. Gain aan- of uitzet voordat u op de scan-knop klikt om het beeld in de host-toepassing te scannen, dan wordt deze verandering weergegeven in het uiteindelijke beeld. Scanner-extra's Het onderste gedeelte van de statusweergave toont de status van de belangrijkste scannerextra's die bij uw scanner beschikbaar zijn. De weergave voor de filmscanners LS-2000 en COOLSCAN III toont de bitdiepte van het beeld (pixel-gegevensomvang) en de status van de CleanImage-functie. De weergave voor de LS-2000 geeft ook informatie over de multi-sample scan-instelling. Analoge versterking Analoge versterking is een kenmerk van de filmscanners LS-2000 en COOLSCAN III dat de gebruiker in staat stelt om kleuren bij te stellen door de belichtingswaarde voor elk van de gekleurde elementen in de lichtbron van de scanner rechtstreeks te wijzigen. Zie voor meer informatie over analoge versterking "Bijlage A: Scanner extras voor de LS-2000 en COOLSCAN III" in de Nikon Scan-gebruikshandleiding voor uw platform, en "Veranderingen in het ontwerp" verderop in dit hoofdstuk. Het scanvenster: De statusweergave De curves-and-levels drawer Met de uitgave van Nikon Scan 2.5 zijn de volgende wijzigingen aangebracht in de curves-and-levels drawer: een "float"-knop die de curves-and-levels besturingselementen in een onafhankelijk venster opent, dat u kunt verplaatsen of groter of kleiner kunt maken voor verbeterde kleurbewerking veranderingen aan het histogram, dat nu alleen informatie geeft over de huidige crop, in plaats van over het totale beeld nieuwe besturingselementen voor witpunt, zwartpunt en automatisch contrast de verwijdering van HSL-bewerkingsregelaars doordat de HSL-kleurruimte niet meer bestaat (zie hierboven: "Het scanvenster: Het selecteren van een kleurruimte") De float-knop Zie ook De in dit hoofdstuk afgebeelde curves-and-levels drawer vervangt de drawer die afgebeeld wordt in de gebruikshandleidingen. Zie voor meer informatie over de curves-andlevels drawer: "De Curves and Levels Drawer" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 7587 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 7890 Alle verwijzingen naar de HSL-kleurruimte zijn niet langer van toepassing, met inbegrip van "De Curves and Levels Drawer: HSL besturingselementen" (Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 8891, Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 9194). Wanneer u op de float-knop in de curves-and-levels drawer klikt wordt er een nieuw venster geopend met dezelfde besturingselementen (zie rechts). Dit venster "floats" (drijft), wat betekent dat het al naar gelang behoefte kan worden verplaatst en groter of kleiner kan worden gemaakt. De curvesand-levels weergave verandert met de grootte van het venster, waarbij u de weergave kunt vergroten tot maximaal 256x256 pixels. Bij de maximale grootte wordt elk van de 256 punten op de curve vertegenwoordigd door een aparte pixel, zodat u bij het bewerken van curven maximale nauwkeurigheid kunt toepassen.

5 Om het venster te sluiten en de curven te veranderen, dient u op OK te klikken. Klik op cancel om het venster te verlaten zonder veranderingen aan te brengen. Het scanvenster: De curves-and-levels drawer Zwartpunt, witpunt en automatisch contrast Nieuwe besturingselementen voor het bewerken van het witen zwartpunt in Nikon Scan 2. 5 zijn de witpunt en zwartpunt uitvoerschuifregelaars en voorkeuren voor het instellen van standaardwaarden voor automatisch contrast en de uitvoerniveaus voor het wit- en het zwartpunt. De uitvoerschuifregelaars voor het wit- en het zwartpunt Hoewel het in eerdere versies van Nikon Scan 2 mogelijk was om de invoerniveaus voor het wit- en zwartpunt met behulp van de schuifregelaars onderin het gammacurvevenster in te stellen, konden de uitvoerniveaus alleen worden ingesteld door de curven rechtstreeks te bewerken. In Nikon Scan 2.5 zijn er links van het gammacurvevenster schuifregelaars toegevoegd. De bovenste schuifregelaar bestuurt het uitvoerniveau voor het witpunt, en de onderste die voor het zwartpunt. Standaard is de uitvoer voor het witpunt voor de hoofdcurve wit, en die voor het zwartpunt zwart. In een RGB-kleurruimte met een bitdiepte van acht bits per pixel wordt wit weergegeven door een waarde van 255 voor elk van de rode, groene en blauwe kanalen, en zwart door een waarde van nul voor elk kanaal. Om een nieuwe uitvoerwaarde te selecteren voor het huidige kanaal dient u eenmaal op de gewenste uitvoerschuifregelaar te klikken om hem te selecteren en hem vervolgens naar een nieuwe positie te slepen. Wanneer u de uitvoerschuifregelaar voor wit naar beneden verplaatst, worden de witte kleuren in uw beeld donkerder; verplaatst u de uitvoerschuifregelaar voor wit naar boven dan liggen de kleuren dichter bij echt wit. De uitvoerniveaus voor het zwartpunt stelt u in door de uitvoerschuifregelaar voor zwart te slepen. Zie ook Als u niet bekend bent met de in dit hoofdstuk gebruikte terminologie, raadpleeg dan "De Curves and Levels Drawer" in de Nikon Scangebruikshandleiding voor uw platform. Het scanvenster: De curves-and-levels drawer Automatisch contrast In eerdere versies van Nikon Scan 2 waren de automatischcontrastberekeningen gebaseerd op het totale beeld, met als gevolg dat het zwartpunt vaak bepaald werd door de donkere rand van het kader. In Nikon Scan 2.5 wordt het automatisch contrast uitsluitend berekend op basis van de pixels in de huidige crop, zodat het resultaat is afgestemd op het deel van het beeld dat gescand gaat worden. Deze verandering wordt weergegeven in het histogram, dat nu alleen de gegevens toont voor de betreffende pixels in de huidige crop, in plaats van voor het totale beeld. Het automatisch contrast (auto contrast) kan gelijktijdig worden bepaald voor alle onderdeel uitmakende kleurkanalen; hiervoor dient u òf op de cont-knop (contrast) in het besturingsgebied te klikken, òf de hoofdcurve in de curves-andlevels drawer te selecteren en op de auto-knop te klikken. In eerdere versies van Nikon Scan 2 waren deze automatischcontrastbewerkingen van toepassing op de hoofdcurve. In Nikon Scan 2.5 wordt auto contrast gelijktijdig uitgevoerd op de curve van elke onderdeel uitmakende kleur, maar niet op de hoofdcurve. Om het wit- en het zwartpunt voor een specifieke onderdeel uitmakende kleur in te stellen, dient u het gewenste kanaal in de curves-and-levels drawer te selecteren en op de auto-knop te klikken. Het kleurblad (color) De Miscellaneous-tab in het dialoogvenster Preferences bevat een nieuw blad, het kleurblad (color), waar u uitvoerkleuren kunt opgeven voor het zwartpunt en het witpunt en de automatisch-contrastinstelling kunt wijzigen. Het kleurblad staat hieronder afgebeeld. Opmerking Het bovenstaande hoofdstuk vervangt de opmerking op de volgende bladzijden van de gebruikshandleidingen: Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 82 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 85 Het scanvenster: De curves-and-levels drawer Witpunt en zwartpunt berekeningen U kunt standaard uitvoerwaarden opgeven voor het witpunt en het zwartpunt in elk van de RGB-, CMYK en grayscale-kleurruimten. De in de fabriek ingestelde standaardwaarde voor het witpunt in RGB en grayscale is 255 voor elk kanaal, wat op de meeste computerbeeldschermen als wit wordt weergegeven. De in de fabriek ingestelde standaardwaarde voor het zwartpunt is nul voor elk kanaal, wat als zwart wordt weergegeven. Bij CMYK is de in de fabriek ingestelde standaardwaarde voor het witpunt nul voor elk kanaal, wat betekent dat echt wit dezelfde kleur heeft als het papier wanneer het beeld op een vierkleurenprinter wordt afgedrukt. Het zwartpunt voor CMYK is standaard 100% voor elk kanaal. Automatisch-contrastberekeningen Het Colorblad biedt ook de mogelijkheid om op te geven hoe de invoerwaarden voor het witpunt en het zwartpunt bij de automatisch-contrastberekening dienen te worden bepaald. Standaard is het witpunt ingesteld op een waarde die 0,5% van de lichtste pixels in de huidige crop negeert, en het zwartpunt op een waarde die 0,5% van de donkerste pixels in de crop negeert. Hierdoor wordt een optimaal dynamisch bereik geproduceerd met een minimaal verlies aan detail in schaduwpartijen en lichte gedeelten. Voor het behoud van detail ten koste van het dynamisch bereik, dient u de "excluded"-waarde voor automatisch contrast te verlagen (een waarde van nul stelt het zwartpunt en het witpunt in op respectievelijk de donkerste en de lichtste pixel in de crop). Om het dynamisch bereik te vergroten ten koste van details dient u de "excluded"-waarde te verhogen. Zie ook De Miscellaneous-tab in het dialoogvenster Preferences bestaat nu uit twee bladen, het Color-blad dat is afgebeeld op de vorige bladzijde, en het General-blad. De opties waaruit u kunt kiezen op het General-blad zijn hetzelfde als die voor de Miscellaneous-tab besproken in: "Het scanvenster: Scanvenster voorkeuren" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 4244 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 4547 Het scanvenster: De curves-and-levels drawer Het Settings-menu Het Settings-menu (instellingenmenu) in het scanvenster bevat drie nieuwe opties voor het creëren, herstellen en verwijderen van door de gebruiker opgegeven standaardinstellingen voor het scannen van media met meerdere beelden. Het creëren van standaardinstellingen door de gebruiker Wanneer u standaardinstellingen wilt creëren: 1 Bekijk dan een beeld vooraf zoals beschreven in "Preview" in de Nikon Scan gebruikshandleiding voor uw platform. 2 Stel de scaninstellingen naar wens bij. 3 Kies Set user settings (A) in het Settings-menu. Instellingen die gecreëerd zijn met behulp van een dia-adapter of de SA-20 filmstripadapter worden als standaardwaarden voor de SA-20 gebruikt en worden automatisch hersteld wanneer de SA-20 de volgende keer in de scanner wordt geplaatst.

6 Instellingen die gecreëerd zijn met de IA-20 filmadapter voor IX-240 film(apart verkrijgbaar voor de filmscanners LS-2000 en COOLSCAN III) worden automatisch hersteld wanneer de IA20 opnieuw in de scanner wordt geplaatst. Het herstellen van door de gebruiker ingestelde standaardwaarden Door de gebruiker ingestelde standaardwaarden voor de SA-20 kunnen alleen worden opgeroepen wanneer de SA-20 of een dia-adapter is aangebracht; door de gebruiker ingestelde standaardwaarden voor de IA-20 kunnen eveneens alleen worden opgeroepen als de IA-20 is aangebracht. Om de door de gebruiker ingestelde standaardwaarden te herstellen dient u Reset to user settings (B) te kiezen in het Settings-menu. Het verwijderen van door de gebruiker ingestelde standaardwaarden Om door de gebruiker ingestelde standaardwaarden te verwijderen dient u Clear user settings (C) te kiezen in het Settings-menu A C B Zie ook Het Settings-menu dat hier wordt afgebeeld vervangt het menu dat wordt afgebeeld in de gebruikshandleidingen. Zie voor informatie over de andere opties die beschikbaar zijn in het Settings-menu: "Instellingen opslaan en laden" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 9497 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde Het scanvenster: Het Settings-menu Veranderingen in het ontwerp Naast de bovenvermelde wijzigingen zijn er een aantal algemene veranderingen aangebracht in het ontwerp van het scanvenster, die hieronder worden opgesomd: drawer tabs zijn altijd zichtbaar dia's kunnen nu uit de SF-200 Dia-feeder (apart verkrijgbaar, alleen voor de LS-2000-filmscanner) worden geworpen zonder dat een nieuw dia hoeft te worden ingevoerd de besturingselementen in de kleurbalans-drawer en het analog gain-menu zijn gebruiksvriendelijker bij het scannen van filmnegatieven kan nu analoge versterking worden gebruikt; bovendien wordt de versterking uitgedrukt als belichtingscompensatie en gemeten in EV's, welke termen bekend zijn bij cameragebruikers aan de scanner-extra's voor de LS-2000 en COOLSCAN III is een scannerkalibratie-optie toegevoegd voor de instelling van de prescan van negatieven voor taferelen met weinig contrast kunt u nu kiezen uit "low-key", "neutral" en "high-key", afhankelijk van het toonbereik van het te scannen beeld (alleen LS-2000 en COOLSCAN III; firmwareversie 1.3 of hoger vereist) Drawer tabs In eerdere versies van Nikon Scan 2 sprongen de drawer tabs naar voren als u er de muis over heen bewoog. In Nikon Scan 2.5 zijn de drawer tabs altijd zichtbaar. Deze informatie vervangt die op bladzijde 29 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh en die op bladzijde 32 van de Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows. Deze wijziging heeft geen effect op de drawer tab voor thumbnails (miniatuurweergaven). De Eject/Feed-knop Wanneer de optionele SF-200 diafeeder in de LS-2000 filmscanner is geplaatst, kunt u nu een dia uitwerpen zonder dat u een nieuwe hoeft in te voeren. Hiervoor dient u op de Eject/ Feed-knop te klikken terwijl u de Ctrl-toets (Windows) of Option-toets (Macintosh) ingedrukt houdt. Om de volgende dia in te voeren, dient u de Ctrl- of Option-toets los te laten en opnieuw op de Eject/Feed-knop te klikken. Zie ook Drawers en drawer tabs worden uitgebreider beschreven in: "Het scanvenster: De onderdelen van het scanvenster" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 2930 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 3233 Andere functies van de Eject/Feed-knop worden beschreven in: "Preview: Film plaatsen en uitwerpen" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 54 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 57 Het scanvenster: Veranderingen in het ontwerp Schuifregelaars De schuifregelaars in de color balance drawer en het analog gain-menu zijn groter dan de schuifregelaars die afgebeeld worden in de Nikon Scan-gebruikshandleidingen. De nieuwe besturingselementen voor de color balance drawer worden hieronder afgebeeld, en die voor het analog gain-menu rechts. Schuifregelaar Tekstkader Analoge versterking (Analog Gain) Instellingswaarden kunnen nu direct in de tekstkaders rechts van de schuifregelaars worden ingevoerd. Analoge versterking kan nu worden gebruikt wanneer het media-type op "negative" wordt ingesteld; in eerdere versies van Nikon Scan 2 kon het alleen worden gebruikt bij positieve media. De versterking wordt nu gemeten in belichtingswaarde (EV), dezelfde eenheid die bij veel camera's wordt gebruikt voor het bijstellen van de belichtingscompensatie. De standaardwaarde voor elk van de LED's in de lichtbron van de scanner is ± 0EV; de versterking voor alle LED's of voor elk van de LED's afzonderlijk kan worden ingesteld op waarden tussen 2EV en +2EV. Veranderingen in de analoge versterking worden pas toegepast wanneer een preview of hoofdscan wordt uitgevoerd, en worden pas van kracht wanneer het aankruisvakje Apply A. Gain (Apply Analog Gain) aanstaat. Zie "Het scanvenster: De statusweergave" hierboven. Zie ook Zie voor meer informatie over de color balance drawer: "De Color Balance Drawer" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 9293 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 9596 Zie ook Zie voor meer informatie over het gebruik van analoge versterking: "Bijlage A: Scanner extras voor de LS-2000 en COOLSCAN III" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 112 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 125 Het scanvenster: Veranderingen in het ontwerp De instellingen Scanner Extras/Miscellaneous Kalibreren Met de uitgave van Nikon Scan 2.5 en de firmwareversie 1.3 Bij Nikon Scan 2.5 is er een Calibrateknop toegevoegd aan voor de scanners LS-2000 en COOLSCAN III is er een aantal de instellingen Scanner Extras/Miscellaneous voor de veranderingen aangebracht met betrekking tot de instellingen filmscanners LS-2000 en COOLSCAN III. Herkalibratie kan "Miscellaneous" (Macintosh) en "Scanner extras" worden uitgevoerd wanneer de MA-20, SA-20 of de (Windows) in de scanner extras drawer. De instellingen voor optionele IA-20 adapter in de scanner is geplaatst. De Scanner Extras/Miscellaneous zijn hieronder op de Calibrate-knop om het kalibreerproces voorbeeld hiervan is een foto van de nachtelijke hemel. Scan wordt geleverd met Wanneer beeldgegevens worden overgedragen door een invoerapparaat, zoals bijvoorbeeld een scanner, aan een uitvoer- vaste profielen waarin de kleurkenmerken van ondersteunde Nikon-scanners zijn opgeslagen. De selectie van een invoerapparaat, zoals bijvoorbeeld een beeldscherm of een printer, profiel gebeurt automatisch, op basis van het model scanner dat dan zorgt het kleurbeheersingssysteem er voor dat het beeld wordt gebruikt en het soort medium (positief of negatief) dat dat wordt weergegeven op het uitvoerapparaat er "hetzelfde wordt gescand.

7 uitziet" als het origineel. Hiervoor moet het kleurbeheersingssysteem beschikken over informatie over de kleurkenmerken Kleurruimteprofielen van zowel het invoer- en uitvoerapparaat, als van de kleurruimte Voor de kleurruimten RBG en CMYK zijn afzonderlijke profielen die gebruikt is voor bewerking. De bestanden die deze informabeschikbaar. Nikon Scan 2.5 wordt geleverd met een aantal tie bevatten heten "profielen". Nikon Scan maakt gebruik van de profielen voor de RGB-kleurruimte, terwijl CMYK-profielen volgende drie soorten profielen: voor kleurenprinters doorgaans door de fabrikant worden geleverd. Kleurruimteprofielen worden gebruikt bij het bewerken van beelden in het scanvenster en bij het maken van de uiteindelijke scan. Hoe Nikon CMS werkt Beeldschermprofielen Beeldschermprofielen worden gewoonlijk geleverd door de fabrikant, hoewel profielen voor sommige gangbare beeldschermtypen soms bij uw besturingssysteem worden geleverd. Beeldschermprofielen worden toegepast wanneer beelden op een beeldscherm worden afgebeeld, bijvoorbeeld wanneer een beeld wordt weergegeven in het preview-gebied of een beeldvenster. Nikon Color Management: Hoe Nikon CMS werkt Wanneer u op de scan-knop klikt om de uiteindelijke scan uit te voeren, dan worden de scangegevens verwerkt volgens het De illustratie hieronder geeft aan welke rol Nikon CMS speelt in geselecteerde kleurruimteprofiel en eventuele veranderingen in het scanproces. De CMS-profielen zijn in blauw weergegeven, de kleurbalans of het contrast die zijn aangebracht in het de handelingen van de gebruiker in rood. scanvenster. De gegevens worden vervolgens overgedragen aan de hosttoepassing of geopend in beeldvensters in Nikon Scan. Wanneer Nikon CMS aanstaat, worden er ongekalibreerde Waar mogelijk wordt het kleurruimteprofiel samen met de RGB-beeldgegevens van de scanner omgezet in CMYK of gekalibreerde RGB, afhankelijk van welke kleurruimte is geselec- beeldgegevens overgedragen aan de host-toepassing. Met de TWAIN-interface die bij Windows wordt gebruikt is het echter teerd in het scanvenster. CMYK-gegevens worden verwerkt volgens een door de gebruiker opgegeven CMYK-profiel, terwijl niet mogelijk om profielen naar een andere toepassing over te RGBgegevens worden verwerkt volgens het profiel dat geselec- dragen. Het gevolg hiervan is dat het profiel onder Windows teerd is voor de gekalibreerde RGB-kleurruimte. Deze gegevens alleen bewaard wordt als het beeld wordt geopend in een beeldvenster in Nikon Scan. Wanneer beelden worden getoond worden opgeslagen in het geheugen, zodat de kleurruimte veranderd kan worden zonder dat er een nieuwe preview-scan in beeldvensters in Nikon Scan, dan wordt het beeldschermprofiel gebruikt om er voor te zorgen dat het beeld op het hoeft te worden uitgevoerd. Eventuele wijzigingen die u aanscherm het origineel zo natuurgetrouw mogelijk weergeeft. brengt in de kleurbalans of het contrast gelden ook voor deze gegevens. Wanneer het beeld wordt getoond in het previewvenster, dan wordt het beeldschermprofiel gebruikt om er voor te zorgen dat het preview-beeld zo min mogelijk afwijkt van de gegevens in het geheugen. Het scanproces Vóór het scannen Selectie mediumtype Scanner Preview-scan Preview Scanvenster Curves-and-levels Automatisch contrast Kleurbalans Preview-gebied Beeldschermprofiel Uiteindelijke scan Scan Hosttoepassing Gekalibreerde RGB profiel of Invoerprofiel scanner CMYK-profiel Selectie kleurruimte en uitvoerprofiel Nikon Color Management: Hoe Nikon CMS werkt Voorkeuren voor Color Management De profielen die door Nikon CMS worden gebruikt kunt u opgeven met behulp van de Color Management-tab in het dialoogvenster Preferences, dat hieronder is afgebeeld. use Nikon Color Management System Met dit aankruisvakje zet u het Nikon Color Management System aan en uit. Veranderingen in deze instelling worden pas van kracht wanneer u Nikon Scan heeft verlaten en opnieuw heeft gestart. Wanneer het aankruisvakje aanstaat worden beelden zodanig verwerkt dat de kleuren consequent worden gereproduceerd, zoals eerder beschreven onder de kop "Hoe Nikon CMS werkt". Omdat kleurbeheersingsprofielen doorgaans hun eigen gamma-instellingen bevatten, zijn de besturingselementen in de Gamma-tab gedimd en niet actief. Wanneer het aankruisvakje uitstaat......worden het beeldscherm- en de kleurruimteprofielen niet gebruikt, en zijn de besturingselementen in de Color Management-tab gedimd en niet actief. Het enige beschikbare gereedschap waarmee u kunt zorgen dat de kleuren van de scanner nauwgezet op het beeldscherm worden weergegeven is de Gamma-tab (zie hieronder). De enige veranderingen die in het beeld zijn aangebracht voordat het wordt overgedragen aan de host-toepassing zijn de gamma-bijstelling en in het scanvenster gemaakt wijzigingen in de kleurbalans en het contrast. Opmerking Dit hoofdstuk vervangt de volgende passages in de gebruikshandleidingen bij Nikon Scan: "Voorkeuren: de Color Management tab" in "Het scanvenster" Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Macintosh bladzijde 3640 Gebruikshandleiding voor Nikon Scan voor Windows bladzijde 4044 Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management Het Monitor-blad Het Monitor-blad dat hieronder wordt afgebeeld vervangt het Preview-blad dat wordt getoond in "Het scanvenster: Scanvenster voorkeuren" in de gebruikshandleidingen bij Nikon Scan. Het Monitor-blad is de plaats waar u het profiel kunt selecteren dat wordt gebruikt bij het weergeven van beelden op uw beeldscherm, ofwel in het preview-gebied van het scanvenster, ofwel in een Nikon Scan-beeldvenster. Beeldschermprofielen bevatten informatie over de kleur- en gammakenmerken van uw beeldscherm, zodat de beelden kunnen worden bijgesteld voor een nauwgezettere reproductie van de kleuren. use factory default monitor profile (standaard) Nikon Scan is uitgerust met standaard beeldschermprofielen voor gebruik wanneer er geen ander profiel beschikbaar is. Standaard is dat voor de Windows-versie van Nikon Scan een srgb-profiel en voor de Macintosh-versie een profiel dat is afgestemd op 17"-beeldschermen van Apple met D50wit. Om het standaardprofiel voor uw platform te gebruiken, dient u use factory default monitor profile te selecteren. use custom monitor profile Gebruik deze optie om een door uw beeldschermfabrikant geleverd profiel te selecteren. Wanneer deze optie is geselecteerd, dan is de choose profileknop actief. Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt er een standaard dialoogvenster "open" waarin u kunt navigeren naar de schijf en de map met het profiel van de fabrikant. Het pad naar het geselecteerde profiel verschijnt in het tekstkader onder de ronde knop use custom monitor profile. Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management Het RGB-blad Het RGB-blad vervangt het Main Scan-blad dat wordt besproken in "Het scanvenster: Scanvenster voorkeuren" in de gebruikshandleidingen bij Nikon Scan.

8 Het RGB-blad is de plaats waar u het kleurprofiel selecteert dat wordt gebruikt voor de gekalibreerde RGB-kleurruimte. Het gebruikte profiel kan worden geselecteerd uit het Profile-menu dat rechts wordt afgebeeld. Elk van de opgenoemde profielen kan worden ingedeeld aan de hand van de gammawaarde en de gamut. Gamma is een fundamenteel kenmerk van beeldweergavesystemen, dat de intensiteit van het uitvoersignaal in relatie tot de invoer bepaald. Anders gezegd: gamma bestuurt de subjectieve helderheid van beelden door middel van veranderingen in het uitvoerniveau voor middentonen. Windows- en Macintoshsystemen verwerken videosignalen op verschillende manieren en dit wordt weergegeven in de verschillende standaard gammawaarden voor deze platformen. De standaard systeemgamma voor Macintosh-computers is 1,8 en de de facto standaard voor Windows 2,2. Nikon CMS bevat zeven RGB-profielen met een Windows-gamma van 2,2 (srgb, Bruce RGB, NTSC RGB, Adobe RGB, CIE RGB, Adobe Wide RGB en Adobe Wide RGB compensated) en drie profielen met een gammawaarde van 1,8 (Apple RGB, Color Match RGB en Apple RGB compensated) voor gebruik bij de Macintosh. Kies bij het scannen van beelden een profiel met een gammawaarde die geschikt is voor het systeem waarop het beeld bewerkt gaat worden. Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management Profielen kunnen verder worden ingedeeld aan de hand van hun gamut, of het kleurbereik dat met het profiel kan worden uitgedrukt. De gamut wordt normaal gesproken uitgedrukt door middel van chromaticiteit (kleurbereik), een kleurmaat die is ontwikkeld door de Commission Internationale de l'éclairage (CIE). Het CIE-systeem, dat gemodelleerd is naar de menselijke perceptie van kleur, brengt de fysieke golflengten van licht in kaart met behulp van drie coördinaten (bekend als CIE X, Y en Z) die een unieke numerieke uitdrukking geven aan het volledige kleurenscala dat het menselijk oog kan waarnemen. Kleurbereik is een kleurmaat waarin de helderheid buiten beschouwing wordt gelaten, wat een systeem met twee coördinaten oplevert. In de kleurbereik-grafiek die rechts wordt afgebeeld, wordt de volledige voor mensen zichtbare gamut omsloten door de lichtblauwe lijn. Het gebogen gedeelte van de lijn geeft het kleurbereik van "pure", ongemengde kleuren met golflengten in het zichtbare spectrum van nm. Het blauwe einde van het spectrum (400nm) bevindt zich in de rechter onderhoek, en het rode eind van het spectrum (700nm) in de rechter onderhoek. De rechte diagonale lijn die deze twee punten verbindt vertegenwoordigt de verschillende paarse kleuren die worden gecreëerd door rood en blauw licht te combineren. De kleuren binnen het gebied dat door deze lijnen wordt afgebakend worden gecreëerd door licht van verschillende golflengten te vermengen. Geen enkel kleurprofiel kan het volledige scala van kleuren dat mensen kunnen waarnemen weergeven. De grafiek hieronder vergelijkt de gamut die met het blote oog waarneembaar is, met de kleuren die in elk van de RGB-profielen geleverd bij Nikon CMS kunnen worden uitgedrukt. De gamut voor elk profiel wordt afgebakend door de driehoek, die wordt gedefinieerd door de rode, groene en blauwe extremen voor dat profiel (rood bevindt zich in de linker onderhoek, groen aan de bovenkant van de driehoek en blauw in de rechter onderhoek). Het witpunt voor elk profiel wordt aangegeven door het symbool in het midden van de driehoek. Menselijk Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management De volgende tabel toont de gammawaarde voor de bij Nikon CMS geleverde profielen, samen met de waarden voor het witpunt en voor rood, groen en blauw. Kleurbereik (x,y) Witpunt Gammawaarde Naam Waarde Naam R G x x x 0.28 Apple RGB 6500K (D65) 1.8 Trinitron y y 0.34 y x x 0.63 x ColorMatch RGB 5000K (D50) 1.8 P22-EBU y y 0.34 y x x 0.65 x Apple RGB (Compensated) 6500K (D65) 1.8 Custom y y y x x 0.64 x 0.3 srgb 6500K (D65) 2.2 HDTV (CCIR 709) y y 0.33 y 0.6 x x x 0.21 NTSC (1953) Std Illuminant C 2.2 NTSC (1953) y y 0.33 y 0.71 x x 0.64 x 0.28 Bruce RGB 6500K (D65) 2.2 Bruce RGB y y 0.33 y 0.65 x x 0.64 x Adobe RGB (1988) 6500K (D65) 2.2 Adobe RGB (1998) y y 0.33 y 0.71 x x x CIE RGB Std Illuminant E 2.2 CIE RGB y y y x x x Wide Gamut RGB 5000K (D50) /525/450nm y y y Profiel Standaard Windowsbeeldscherm Standaard Macintoshbeeldscherm 6500K (D65) 5000K (D50) x y x y HDTV (CCIR 709) Trinitron x y x y x y x y B x y x y x y x y x y x y x y x y x y x y x y Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management srgb (gamma 2,2) Dit RGBprofiel wordt bij de meeste Windows-beeldschermen toegepast. Het lijkt veel op het RGB dat doorgaans bij kleurenapple RGB (gamma 1,8) televisie wordt gebruikt, en wordt ook toegepast bij het digitale Dit kleurprofiel wordt gebruikt in DTP-toepassingen en in televisie-uitzendsysteem dat in de Verenigde Staten hand over Adobe PhotoshopTM versie 4.0 of eerder, en is het doorsnee hand aan terrein wint. Software- en hardwarefabrikanten gebruirgb-profiel voor Macintosh-beeldschermen. De bijbehorende ken het als standaardkleurprofiel en garanderen bij gebruik RGB-instelling in PhotoshopTM 5.0 is "Apple RGB". Dit profiel is ervan dat het werkt. Het profiel lijkt ook de norm te worden geschikt voor het werken met beelden weergegeven op de voor beelden op het web. Dit profiel is geschikt voor gebruikers Macintosh. die van plan zijn hun digitale beelden zo te gebruiken, zonder ze te bewerken of af te drukken. Het nadeel van het profiel is dat ColorMatch RGB (gamma 1,8) het een beperkte gamut heeft met slechts een klein gebied voor Het ColorMatch profiel behoort bij Radius PressView` beeldhet reproduceren van blauwe kleuren. De bijbehorende RGBschermen. Het heeft een uitgebreidere gamut dan Apple RGB, TM met vooral een uitgebreid gebied voor de weergave van blauwe instelling in Photoshop 5.0 is "srgb". kleuren. De bijbehorende RGB-instelling in PhotoshopTM 5.0 is Bruce RGB (gamma 2,2) "Color Match RGB". Dit kleurprofiel poogt om de srgb-gamut uit te breiden door Apple RGB (compensated) (gamma 1,8) Dit profiel definieert het tristimulus (rood, groen en blauw) kleurbereik als het snijpunt van de curve die de grenzen markeert van de zichtbare gamut met lijnen getrokken vanaf het witpunt van Apple RGB, die lopen door de punten die het tristimulus kleurbereik in het kleurruimteprofiel van Apple RGB definiëren. Dit profiel is in zoverre uniek, dat het de kenmerken van Apple RGB behoudt, terwijl het meer verzadigde kleuren mogelijk maakt.

9 Dit profiel wordt niet geleverd bij de standaardinstallatie van PhotoshopTM 5.0, maar kan worden geselecteerd als het RGB-kleurruimteprofiel voor PhotoshopTM door het profiel "NKAplle_CPS. icm" te importeren. het kleurbereik voor G te definiëren tussen de waarde voor G in de Apple RGB en de srgb-kleurruimteprofielen. Het idee werd ontwikkeld door Bruce Fraser, die beweerde dat het profiel de volledige gamut bevat die te reproduceren is in de CMYK-kleurruimte gedefinieerd door het SWOP-profiel. Dit profiel wordt niet geleverd bij de standaardinstallatie van PhotoshopTM 5.0, maar kan worden geselecteerd als het RGBkleurruimteprofiel voor PhotoshopTM door het profiel "NKBruce.icm" te importeren. Opmerkingen over bij Nikon Scan geleverde RGBprofielen NTSC (1953) (gamma 2,2) Dit is de kleurruimte voor video die in 1953 is gedefinieerd door de National Television Standards Committee (NTCS) en werd gebruikt bij de eerste generaties kleurentelevisies. De bijbehorende RGB-instelling in PhotoshopTM 5.0 is "NTSC (1953)". Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management Adobe RGB (1988) (gamma 2,2) Een kleurruimteprofiel gedefinieerd in Photoshop` Het heeft een uitgebreidere gamut dan srgb en bevat de kleuren die men aantreft in de meeste CMYK-kleurschalen, zodat het geschikt is voor DTPgebruikers. De bijbehorende RGB-instelling in PhotoshopTM 5.0 is "Adobe RGB (1988)". CIE RGB (gamma 2. 2) Een video-kleurruimteprofiel ingesteld door de CIE. Hoewel het profiel een behoorlijk uitgebreide gamut heeft, is het gebied voor de reproductie van cyaan relatief klein. De bijbehorende RGB-instelling in PhotoshopTM 5.0 is "CIE RGB". Wide Gamut RGB (gamma 2. 2) Dit kleurruimteprofiel, ontwikkeld door Adobe, bevat de meeste zichtbare kleuren. Het gevolg hiervan is echter dat de meeste kleuren die het profiel kan uitdrukken niet kunnen worden weergegeven op standaard beeldschermen en printers. De bijbehorende RGB-instelling in PhotoshopTM 5.0 is "Wide Gamut RGB". Wide Gamut RGB (compensated) (gamma 2.2) Nikon-scanners kunnen enkele kleuren scannen die niet kunnen worden weergegeven met het kleurruimteprofiel Adobe Wide RGB. Met het gecompenseerde Adobe Wide RGB profiel wordt het Adobe Wide RGB opnieuw gedefinieerd, zodat het alle kleuren bevat die de scanner kan uitvoeren. Omdat veel van de kleuren die niet in Adobe Wide RGB kunnen worden weergegeven zich in het blauwe deel van de gamut bevinden, is de hoeveelheid details in het blauwe gebied enorm vergroot (omdat de gamut voor dit profiel op niet-lineaire wijze is uitgebreid om kleuren toe te voegen die niet konden worden uitgedrukt, kan het niet met behulp van een standaard RGB-driehoek in kleurkwaliteitsgrafieken worden weergegeven). Net als bij Adobe Wide RGB kunnen de meeste kleuren die in dit profiel zijn gedefinieerd niet op beeldschermen en printers worden gereproduceerd. Het wordt uitgevoerd naar de host-toepassing als Adobe Wide RGB. Als u met dit profiel beelden scant in PhotoshopTM 5.0, dan kunt u het RGB-profiel van PhotoshopTM instellen op "Wide Gamut RGB". Standaard Windowsbeeldschermprofiel (gamma 2,2) Het standaard Windows-beeldschermprofiel ("NkMonitor_Win.icm") is identiek aan het srgb-profiel. Standaard Macintoshbeeldschermprofiel (gamma 1,8) Het standaard Macintosh-beeldschermprofiel ("NkMonitor_Mac.icm") is identiek aan het profiel dat wordt gebruikt voor 17" Apple-beeldschermen met een D50-witpunt (zie tabel voor verdere informatie). Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management Het CMYK-blad Het CMYK-blad dat hieronder wordt afgebeeld is de plaats waar u een profiel selecteert voor gebruik bij de CMYK-kleurruimte. use default CMYK (standaard) Nikon Scan is voorzien van een standaard CMYK-profiel (de SWOP-kleurbibliotheek) voor gebruik wanneer er geen ander profiel beschikbaar is. Dit profiel wordt gebruikt wanneer use default CMYK geselecteerd is. use custom profile Gebruik deze optie om een door uw printerfabrikant geleverd profiel te selecteren. Wanneer deze optie is geselecteerd, dan is de choose profile-knop actief. Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt er een standaard dialoogvenster "open" waarin u kunt navigeren naar de schijf en de map met het profiel van de fabrikant. Het pad naar het geselecteerde profiel verschijnt in het tekstkader onder de ronde knop use custom profile. Nikon Color Management: Voorkeuren voor Color Management Scannen met Nikon CMS uit Als het aankruisvakje use Nikon Color Management System in de Color Management-tab uitstaat, kunnen er geen profielen worden gebruikt om er voor te zorgen dat de gegevens van de scanner nauwgezet worden gereproduceerd bij overdracht aan een andere toepassing of weergave op het beeldscherm. Omdat de kleurprofielen die vereist zijn voor een gekalibreerde RGB- of CMYK-kleurruimte niet beschikbaar zijn wanneer Nikon CMS uitstaat, kunnen beelden alleen worden gescand als ongekalibreerde RGB of grayscale (grijswaarden). Op dezelfde wijze betekent de afwezigheid van een beeldschermprofiel dat het gamma handmatig moet worden bijgesteld om het beeld te corrigeren voor weergave op uw beeldscherm of voor bewerking in een andere toepassing. Deze gammabijstelling kan worden uitgevoerd in de Gamma-tab van het dialoogvenster Preferences (zie hieronder). De illustratie hieronder toont hoe het scannen verloopt als Nikon CMS uitstaat. Het beeld dat wordt getoond in het preview-venster wordt bijgesteld voor weergave op het beeldscherm volgens de waarde gekozen voor het preview-gamma in de Gamma-tab. Wanneer u op de scan-knop klikt, worden het hoofdscangamma en eventuele veranderingen in curven en niveaus (curves and levels), contrast en kleurbalans doorgegeven aan de scanner, waar ze worden toegepast op de scangegevens voordat het beeld wordt overgedragen aan de host-toepassing (als Nikon Scan als "standalone"-toepassing wordt gebruikt, dan wordt in plaats van hoofdscangamma de waarde voor preview-gamma doorgegeven aan de scanner). Geen andere wijzigingen worden gemaakt. Vóór het scannen Preview-scan Preview Scanvenster Curves-and-levels Automatisch contrast Kleurbalans Preview-gebied Preview-gamma Uiteindelijke scan Scan Host-toepassing Scanner Hoofdscangamma Gammabijstelling Nikon Color Management: Scannen met Nikon CMS uit De Gamma-tab De besturingselementen in de Gamma-tab zijn alleen actief wanneer Nikon CMS uitstaat. Dan worden ze gebruikt om gegevens vanuit de scanner bij te stellen zodat deze juist worden weergegeven bij een preview op uw beeldscherm of het openen in een andere toepassing. preview gamma Preview gamma is van toepassing op het beeld dat wordt getoond in het preview-gebied van het scanvenster. Over het algemeen geldt preview gamma alleen voor het beeld in het preview-gebied en niet voor de beeldgegevens die worden doorgegeven aan de host-toepassing wanneer op de scanknop wordt geklikt.