Quickscan verkeersregelinstallaties

Transcriptie

1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Quickscan verkeersregelinstallaties N59 Advies inzake de doorstroming van het verkeer op de N59 tussen Den Bommel (Goeree-Overflakkee) en Serooskerke (Schouwen-Duiveland). september 2008 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Groene Golf Team Kluyverweg 4 Het Zuiderkruis HT Delft 5215 MV s Hertogenbosch

2 Colofon Uitgegeven door: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Groene Golf Team Informatie: M. Muller Telefoon: Uitgevoerd door: Verantwoordelijke: Opdrachtgever: Contactpersoon: GGT-code: R.D. den Ouden, adviseur L. Sengers, adviseur A.D. Schreuders, teambegeleider M. Muller, projectleider A. Wilson, plv. projectleider Rijkswaterstaat Zeeland M.J.P. Wondergem RWS-Zeeland_06_2 (N59) Datum: September 2008 Status: Definitief Versienummer: Quickscan N59

3 Het Groene Golf Team helpt graag bij het realiseren van een snellere verkeersdoorstroming De doorstroming op de Nederlandse rijkswegen, belangrijke provinciale en stedelijke routes, is niet overal optimaal. Oorzaken zijn onder meer de groei van het verkeer, tekortschietende capaciteit van de infrastructuur en niet goed afgestelde verkeersregelinstallaties (VRI s). VRI s kunnen vaak beter afgestemd worden op de actuele verkeerspatronen. Een betere afstemming van VRI s bevordert, met name op doorgaande wegen, de verkeersdoorstroming en is goed voor de luchtkwaliteit en/of verkeersveiligheid. Bij een verbeterde doorstroming daalt het aantal voertuigverliesuren voor het verkeer. Het Groene Golf Team (GGT) helpt gemeenten, provincies en het Rijk om de VRI s beter af te stellen. Dit gebeurt door een analyse van de huidige installaties en het blootleggen van inefficiënte situaties die in de loop van de tijd zijn ontstaan. Waar mogelijk worden aan de hand van quick scans direct eenvoudige en snelle verbeteringen uitgevoerd. Zo is in kort tijdsbestek met een kleine ingreep grote winst te behalen. Uiteraard vindt hierover vooraf overleg met de opdrachtgever plaats. De bevindingen worden altijd in een rapport vastgelegd. De adviezen van het team zijn kosteloos. De (eventuele) uitvoeringskosten van de aanbevelingen zijn voor rekening van de wegbeheerder. Het GGT bestaat uit ongeveer 20 afgestudeerde HBO ers en academici met een verkeerskundige opleiding. Ze staan onder supervisie van ervaren verkeerskundigen en werken vanuit Delft en Den Bosch. Inmiddels heeft een groot aantal wegbeheerders advies gekregen van het GGT. Een deel van de adviezen is al gerealiseerd. Gemiddeld is per kruispunt een winst behaald van circa voertuigverliesuren per jaar. De meeste aanpassingen kosten weinig of geen geld, zodat er in maatschappelijk opzicht sprake is van een aantrekkelijk rendement. Het GGT is onderdeel van het project FileProof (fileaanpak op de korte termijn) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bij dit project staan bereikbaarheid en doorstroming centraal. Meer informatie over FileProof vindt u op: onder het kopje filevermindering. 3 Quickscan N59

4 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Vraagstelling Doelstelling Uitgangspunten Werkwijze / aanpak 8 2 VRI Den Bommel Inleiding Functioneren verkeersregeling Tijdsinstellingen Detectie Conclusies en aanbevelingen 13 3 VRI Nieuwerkerk Inleiding Functioneren verkeersregeling Tijdsinstellingen Detectie Conclusies en aanbevelingen 18 4 VRI De Tol Inleiding Functioneren verkeersregeling Tijdsinstellingen Detectie Conclusies en aanbevelingen 22 5 VRI Laan van St. Hilaire Inleiding Functioneren verkeersregeling Tijdsinstellingen Filedetectie Detectie Conclusies en aanbevelingen 27 6 VRI Delingsdijk Inleiding Functioneren verkeersregeling Tijdsinstellingen Detectie Conclusies en aanbevelingen 30 Bijlage A Ontruimingstijden De Tol 32 Huidige ontruimingstijden 32 Herberekende ontruimingstijden 33 4 Quickscan N59

5 Managementsamenvatting Inleiding Op verzoek van Rijkswaterstaat Directie Zeeland adviseert het Groene Golf Team over de doorstroming op de kruispunten met verkeersregelinstallaties op de N59. Het Groene Golf Team is gevraagd om ten behoeve van een preventief onderhoudsprogramma, een quickscan te doen naar de regelingen en indien mogelijk verbeterpunten aan te geven. De doelstelling van de quickscan door het GGT is te komen tot een zo optimaal mogelijke doorstroming van het verkeer, met inachtneming van veiligheidseisen en overige randvoorwaarden. Werkwijze Het GGT heeft onderzoek gedaan naar de volgende kruispunten met de N59: Den Bommel (bij hectometerpaal 43,5) Nieuwerkerk (hmp 20,8) Zierikzee De Tol (hmp 16,7) Zierikzee Laan van St. Hilaire (hmp 0,5) Serooskerke (Schouwen-Duiveland) Delingsdijk (hmp 9,1) Het GGT beoordeelt de VRI s op hun functioneren en controleert de verschillende tijdsinstellingen. Verder is gekeken naar detectiestoringen en naar de afhandeling van het langzaam verkeer en het openbaar vervoer. Conclusies en aanbevelingen De VRI Den Bommel verwerkt het verkeer goed. De regeling is echter traag en verouderd. Aan de oostzijde van het kruispunt wordt het aantal rijstroken teruggebracht van twee naar één. Hierdoor ontstaat kans op terugslag. Voor de VRI adviseert het GGT aanpassingen op het gebied van maximumgroentijden, hiaattijden en herberekening van de ontruimingstijden. Bovendien zijn een aantal detectiestoringen geconstateerd. Omdat een kruispunttekening ontbreekt en de fabrikant de verouderde software van de regelautomaat niet meer ondersteunt kunnen de meeste aanbevelingen niet worden doorgevoerd in de huidige regelautomaat. Voor een accurate regeling zal de automaat vervangen moeten worden. Voor de VRI Nieuwerkerk adviseert het GGT enkele wijzigingen op het gebied van geeltijden en vastgroentijden. Daarnaast constateerde het GGT dat één van de verweglussen stoort en adviseert het GGT om ten noorden van het kruispunt twee langere lange lussen aan te leggen. Tot slot adviseert het GGT om nader onderzoek uit te laten voeren naar de detectievelden voor de busprioriteit. 5 Quickscan N59

6 Voor de VRI Zierikzee - De Tol adviseert het GGT aanpassingen van enkele ontruimingstijden, vastgroentijden en een verhoging van enkele geeltijden. Tevens dienen enkele detectiestoringen nagekeken te worden en dienen de fietssjablonen in enkele verkeerslichten om juridische redenen vervangen te worden door volle lenzen. Voor de VRI Zierikzee - Laan van St. Hilaire adviseert het GGT een wijziging in de manier waarop de file van de VRI richting de nabijgelegen rotonde wordt afgehandeld, alsmede een verhoging van enkele geeltijden. Voor de VRI Serooskerke - Delingsdijk adviseert het GGT een verhoging van enkele geeltijden en de verplaatsing van enkele stopstrepen en detectielussen. Tevens adviseert het GGT een onderzoek te laten doen naar de noodzaak van een VRI op deze kruising. De kosten voor de uitvoering van de maatregelen worden geschat op ca (exclusief eventueel te maken kosten met betrekking tot de reparatie van enkele detectievelden). Indien besloten wordt om een nieuwe regelautomaat te plaatsen voor de VRI Den Bommel dan komt daar nog ongeveer bij. 6 Quickscan N59

7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Het Groene Golf Team van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is een team van deskundigen op het gebied van verkeerslichtregelingen dat op verzoek en in opdracht van de wegbeheerder regelingen onderzoekt en aangeeft hoe verbeteringen kunnen worden aangebracht. Op verzoek van Rijkswaterstaat Directie Zeeland (RWS-Zeeland) adviseert het Groene Golf Team (GGT) over de doorstroming van het verkeer op de N59 tussen Den Bommel en Serooskerke (Schouwen-Duiveland). 1.2 Vraagstelling Bij RWS-Zeeland bestaat het voornemen om een (preventief) onderhoudsprogramma op te zetten voor de VRI s die onder beheer van RWS-Zeeland vallen. Het GGT is gevraagd om bij wijze van startschot een eerste quickscan te doen; hierbij worden de VRI s beoordeeld op hun functioneren, en worden waar nodig voorstellen gedaan ter verbetering van de regelingen. Rijkswaterstaat Zeeland heeft zeven verkeersregelinstallaties (VRI s) in beheer op de N59. Het betreft de volgende kruispunten met de N59: Den Bommel (hmp 43,5) De Tille (hmp 38,4) Oude Tonge (hmp 36,5) Nieuwerkerk (hmp 20,8) Zierikzee De Tol (hmp 16,7) Zierikzee Laan van St. Hillaire (hmp 0,5) Serooskerke (Schouwen-Duiveland) Delingsdijk (hmp 9,1) Over de VRI De Tille heeft het GGT reeds eerder geadviseerd. Over de VRI Oude Tonge is in overleg met de wegbeheerder besloten deze buiten de quickscan te houden omdat deze automaat nog voorzien moest worden van nieuwe software. Het is niet duidelijk of de regelingen op de N59 nog optimaal functioneren. Het functionele onderhoud is in de laatste periode niet optimaal geweest. Tevens zijn enkele VRI s overgenomen van Rijkswaterstaat Zuid-Holland; de geschiedenis van deze VRI s is onduidelijk. 7 Quickscan N59

8 1.3 Doelstelling Het doel van de quickscan door het GGT is te komen tot een zo optimaal mogelijke doorstroming van het verkeer, met inachtneming van binnen de verkeersregeltechniek aanvaarde veiligheidseisen en randvoorwaarden. Bij de quickscan wordt geen volledig onderzoek gedaan, maar wordt op basis van visuele waarnemingen bekeken of met (kleine) aanpassingen de doorstroming kan worden verbeterd. 1.4 Uitgangspunten In overleg tussen het GGT en RWS-Zeeland zijn de volgende uitgangspunten bepaald: Bij voorstellen tot aanpassingen hanteert het GGT altijd de huidige CROW-richtlijnen (onder andere CROW-111 en 213) 1. Wanneer het GGT geen VRI documentatie van RWS Zeeland heeft ontvangen, wordt uitgegaan van de documentatie en kruispunttekening in de VRI kast. Bij de quickscans worden door het GGT in principe géén ontruimingstijden herberekend, tenzij dit evidente winst zou opleveren. Bij de quickscans voert het GGT géén Cocon 2 -evaluatie uit; eventueel kan naar aanleiding van de quickscan op verzoek van de opdrachtgever wel een nieuw, volledig onderzoek gestart worden. 1.5 Werkwijze / aanpak Het GGT heeft de regelingen geobserveerd aan de hand van de volgende aandachtspunten: algemeen beeld van de regeling (op basis van de beschikbare documentatie en kruispunttekening); algemeen beeld van de verkeersafwikkeling (op basis van de observaties) van het autoverkeer, het langzaam verkeer en het openbaar vervoer; lengte / afwerking van de wachtrijen; ontruimingstijden (kwalitatief); hiaattijden; geel- en groentijden; werking van de detectievelden; eventueel aanwezige koppelingen; eventueel aanwezige prioriteringen voor het openbaar vervoer. 1 CROW-111 betreft de methode om ontruimingstijden te berekenen, CROW-213 is het Handboek verkeerslichtenregelingen. 2 COCON is een computerprogramma voor het ontwerpen en evalueren van VRI s. 8 Quickscan N59

9 In deze rapportage wordt ieder van de geobserveerde kruispunten in een apart hoofdstuk behandeld. Per hoofdstuk is een onderverdeling gemaakt naar het functioneren van de VRI, de tijdsinstellingen, de detectie, het langzaam verkeer en het openbaar vervoer. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen. 9 Quickscan N59

10 2. VRI Den Bommel 2.1 Inleiding Figuur 1: De VRI Den Bommel. De oostelijke tak voert richting Hellegatsplein, de westelijke tak richting Oude Tonge / Zierikzee. De weg aan de noordkant van de foto voert naar Den Bommel. De weg aan de zuidwest kant voert, min of meer parallel aan de N59, naar Oude Tonge. De VRI Den Bommel bevindt zich ten zuiden van de plaats Den Bommel. De VRI is de eerste op de N59, komende vanaf het Hellegatsplein, en vormt als het ware de toegangspoort tot Goeree-Overflakkee. De oostelijke tak van de kruising (de weg rechts op de foto) is de N59 richting Hellegatsplein, de westelijke tak de N59 richting Oude Tonge. De zuidelijke tak van de kruising ontsluit o.a. een parkeerplaats en voert verderop naar Oude Tonge. Tevens bevinden zich aan deze zuidelijke tak twee bushaltes. De noordelijke tak voert richting Den Bommel. De snelheid op de N59 is ter plaatse van het kruispunt teruggebracht tot 70 km/u. Aan de oostzijde, aan de westzijde en ten zuiden van de kruising is een oversteek voor langzaam verkeer. Het GGT heeft een observatie uitgevoerd op 9 augustus 2007, rond 8:30 uur (uit gesprekken met de wegbeheerder bleek dat de ochtendperiode de drukste periode is). 2.2 Functioneren verkeersregeling Gedurende de observatie zijn geen lange wachtrijen waargenomen. De conclusie is dan ook dat de regelinstallatie het verkeersaanbod goed kan verwerken. 10 Quickscan N59

11 Op de oostelijke tak (richting Hellegatsplein) wordt het aantal rijstroken kort na de kruising van twee teruggebracht naar één. Het is voorstelbaar dat dit op een drukker tijdstip tot problemen kan leiden 3. De wachtrij ten gevolge van de samenvoeging kan dan dusdanig lang worden dat het kruisingsvlak bezet wordt. In de verkeersregeling is niet voorzien in filedetectie met bijbehorende maatregelen. Uit gesprekken met de wegbeheerder bleek dat dit probleem zich daadwerkelijk voordoet. Een nadere theoretische analyse leert echter dat het, gezien de capaciteit van de (éénstrooks) voedende weg en het pelotongewijze aanbod van het verkeer, goed mogelijk zou moeten zijn om de verkeersstroom richting het Hellegatsplein af te voeren. De voorwaarde is hierbij dat het verkeer ook af kán rijden, d.w.z. dat er verderop geen file staat tussen de VRI en het Hellegatsplein. Dat er toch regelmatig terugslag is tot op het kruisingsvlak wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van twee factoren: kort na de kruising worden de 2 afvoerende rijstroken weer samengevoegd; permanente politiecontrole op gebruik van het verdrijvingsvlak, waardoor automobilisten al ruim van tevoren willen invoegen en dus niet de volledige rijstrook benutten (deze politiecontrole vindt hoogstwaarschijnlijk plaats uit veiligheidsoverwegingen). Deze terugslag zou voorkomen kunnen worden door de maximumgroentijd en daarbij ook de cyclustijd te verlagen. Op deze manier kan voorkomen worden dat de toevoer dusdanig groot wordt dat er terugslag komt op het kruisingsvlak. De maximumgroentijd van richting 8 zou verlaagd moeten worden van 46 seconden naar 40 seconden. Voor de overige richtingen (richting 4 en richting 11) is een verlaging van de maximumgroentijd niet noodzakelijk. Het verkeer komt immers maar vanaf één rijstrook Figuur 2: Overzicht van de richtingen van de VRI Den Bommel. De volgorde waarin de signaalgroepen groen worden (de fasenvolgorde), is niet optimaal: de van de hoofdrichtingen afslaande richtingen 3 en 9 worden nu gerealiseerd ná de hoofdrichtingen 2 en 8, terwijl de doorstroming naar verwachting zou verbeteren wanneer de 3 Dit vermoeden wordt bevestigd door gegevens uit de MTR+ database, waaruit kan worden afgeleid dat de verkeersintensiteit tussen 6:00 en 8:00 uur (rond de 1450 voertuigen/uur richting Hellegatsplein) de capaciteit van het wegvlak overschrijdt. 11 Quickscan N59

12 richtingen 3 en 9 vóór de richtingen 2 en 8 gerealiseerd zouden kunnen worden. In dat geval kunnen de hoofdrichtingen namelijk langer groen krijgen (ze kunnen dan met elkaar meeverlengen), wat de doorstroming zou bevorderen. Doordat de software van de automaat echter niet meer wordt ondersteund door de fabrikant, is het niet mogelijk deze volgorde te wijzigen zonder ingrijpende wijzigingen in de automaat aan te brengen. 2.3 Tijdsinstellingen Tijdens de observatie kwam de regeling vrij traag over: de geeltijden zijn hoog (maar wel correct) en het duurde, nadat een richting rood kreeg, lang voordat een andere richting groen kreeg. Ook waren de voertuigen al ruim de stopstreep gepasseerd voordat het verkeerslicht op de betreffende richting naar geel ging. De maximumsnelheid op de N59 is ter hoogte van de kruising teruggebracht tot 70 km/uur. De geeltijden zijn, conform het Handboek Verkeerslichtenregelingen, ingesteld op 5 seconden voor de doorgaande richtingen en 4 seconden voor de afslaande richtingen en de zijrichtingen. De vastgroentijden staan voor alle autorichtingen op 6 seconden. Voor de zijrichtingen zouden deze vastgroentijden teruggebracht kunnen worden tot 4 seconden; echter, dan dienen voor deze richtingen ook de garantiegroentijden teruggebracht te worden van 6 naar 4 seconden. Hiervoor dient de software gewijzigd te worden, wat een erg kostbare maatregel is. Het GGT adviseert dan ook om de huidige vastgroentijden te handhaven en deze bij een nieuwe regeling te wijzigen. De ontruimingstijden lijken (op basis van de visuele observatie) ruim ingesteld, en komen waarschijnlijk niet overeen met de tijden die op basis van de huidige CROW-richtlijnen (CROW-111) zouden moeten gelden. Door deze afwijkingen ontstaat iedere cyclus een substantiële verliestijd. De hiaattijden staan niet allemaal juist ingesteld. Op alle lussen staat een hiaattijd van 1 seconde, met uitzondering van de (enkele) verwegdetectie op de hoofdrichtingen 2 en 8. Voor de lange lussen op de hoofdrichtingen 2 en 8 wordt een hiaattijd geadviseerd van 0 seconden. Samenvattend komt de verkeersregelinstallatie vrij traag over. Oorzaak hiervoor is voornamelijk het gebruik van verouderde ontruimingstijden en de niet juist ingestelde hiaattijden. Het gevolg hiervan is dat de regeling voor de weggebruikers niet geloofwaardig is, hetgeen kan leiden tot veiligheidsproblemen, waaronder roodlichtnegatie. 12 Quickscan N59

13 Deze observaties geven aanleiding om te vermoeden dat met het herberekenen van de ontruimingstijden winst te behalen is. Om deze ontruimingstijden te herberekenen is echter een kruispunttekening op schaal nodig; deze was in de VRI-kast niet aanwezig, en kon door de wegbeheerder ook niet worden geleverd. Daardoor heeft het GGT geen nieuwe ontruimingstijden kunnen berekenen. 2.4 Detectie Gemotoriseerd verkeer Ten tijde van de observatie stonden enkele lusdetectoren (1.2 en 4.2, beide lange lussen) in storing. Tevens is geconstateerd dat richting 9 regelmatig onterecht (dus zonder dat er verkeer is) groen krijgt. De lusdetector 4.2 is tijdens de observatie uitgeschakeld door het GGT, omdat deze storing er voor zorgde dat er permanent een aanvraag was voor richting 4. Hierdoor werd richting 4 cyclisch gerealiseerd en verlengde steeds maximaal uit, ongeacht het (geringe) verkeersaanbod op deze richting. Het GGT adviseert de storingen in de lusdetectoren 1.2 en 4.2 te laten verhelpen, en te laten onderzoeken wat de oorzaak is van het onterecht groen worden van richting 9. Langzaam verkeer Het kruispunt kent drie fietsoversteken: een éénrichtingsoversteek aan de oostzijde (richting 22), een éénrichtingsoversteek aan de westzijde (richting 26) en een tweerichtingenoversteek met gescheiden signaalgroepen aan de zuidzijde (richtingen 24 en 84). De drukknoppen van de fietsrichtingen 26 en 84 werkten ten tijde van de observatie niet. Het GGT adviseert de fietsersdrukknoppen van de richtingen 26 en 84 te laten repareren; weliswaar worden fietsers nog gedetecteerd met de aanwezige lussen op de betreffende richtingen, maar voor de (incidentele) voetganger die van de fietsoversteek gebruik wil maken bestaat nu geen manier om een aanvraag te doen. Openbaar vervoer De regeling kent selectieve detectie voor de richtingen 2, 3, 4 en 8. Tijdens de observatie zijn door het GGT geen problemen waargenomen met de afhandeling of de prioriteit van de bussen. 2.5 Conclusies en aanbevelingen De regeling op het kruispunt Den Bommel functioneert redelijk, maar komt traag over. Dit komt de verkeersveiligheid niet ten goede. Het GGT adviseert aanpassingen van de 13 Quickscan N59

14 maximumgroentijd op richting 8 en van de hiaattijden op de lange lussen voor de hoofdrichtingen. Ook de ontruimingstijden zouden moeten worden aangepast, maar de hiervoor benodigde kruispunttekening (op schaal) ontbreekt. Hieruit volgt dan ook het advies om te (laten) zorgen voor een kruispunttekening op schaal. Eigenlijk zou, om tot een accurate regeling te komen, de automaat vervangen moeten worden. Verder adviseert het GGT de geconstateerde storingen aan de detectielussen 1.2 en 4.2 te laten verhelpen, onderzoek te laten doen naar het onterecht groen worden van richting 9, en de fietsersdrukknoppen van de richtingen 24 en 84 te laten repareren. Naast de kosten voor de reparatie van de detectie zijn er geen kosten verbonden aan het verbeteren van de huidige regeling. Indien besloten wordt om een nieuwe regelautomaat te plaatsen bedragen de kosten ongeveer Voor een toekomstige regeling adviseert het GGT: wijzigen van de vastgroentijden en daarbij tevens de garantiegroentijden voor de zijrichtingen van 6 naar 4 seconden; toepassing van verwegdetectie op alle richtingen (waardoor de hiaattijden lager kunnen worden ingesteld en de regeling accurater zal reageren); toepassing van een andere fasevolgorde (zie 2.2). Deze punten kunnen met de huidige regelautomaat niet worden gerealiseerd. Vanwege het ontbreken van intensiteitsgegevens is het niet mogelijk een kwantitatieve schatting te maken van de te realiseren winst. Kwalitatief is echter te beredeneren dat bij een beter functionerende regeling de doorstroming zal verbeteren. Ook de veiligheid op het kruisingsvlak zal toenemen wanneer de voorgestelde maatregelen ter voorkoming van terugslag, en de toepassing van naar de huidige richtlijnen berekende ontruimingstijden, worden uitgevoerd. 14 Quickscan N59

15 3. VRI Nieuwerkerk 3.1 Inleiding Figuur 3: De VRI Nieuwerkerk. De oostelijke tak voert richting Hellegatsplein, de westelijke tak richting Zierikzee. Bij de cirkel op de foto bevindt zich een busstation; bussen die van dit station wegrijden, krijgen prioriteit binnen de verkeersregeling. De VRI Nieuwerkerk bevindt zich tussen de bebouwde kom van Nieuwerkerk en een industrieterrein ten zuiden van de N59. De oostelijke tak voert richting Hellegatsplein, de westelijke tak richting Zierikzee. De snelheid op de N59 is ter plaatse van het kruispunt teruggebracht tot 50 km/uur. Nabij de kruising, binnen de bebouwde kom van Nieuwerkerk, bevindt zich een busstation; bussen die van dit station wegrijden, grijpen door middel van selectieve detectie in op de regeling. Aan de oostzijde en westzijde van de kruising is een oversteek voor langzaam verkeer. Op de hoofdrichtingen en afslaande richtingen van de N59 zijn verkeersdrempels aanwezig. De observatie door het GGT heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2007 rond 11:30 uur, op 24 augustus 2007 rond 10:00 en rond 17:00 uur, op 20 februari 2008 om 10:00 en om 16:30 en op 13 maart 2008 om 07: Functioneren verkeersregeling Het GGT heeft op meerdere dagen geobserveerd, mede naar aanleiding van klachten van de wegbeheerder met betrekking tot het functioneren van de VRI. Deze klachten hadden hoofdzakelijk betrekking op de afhandeling van de bussen, de afwikkeling van het verkeer vanuit Nieuwerkerk en de afwikkeling van het afslaande verkeer vanaf de N Quickscan N59

16 Figuur 4: Overzicht van de richtingen van de VRI Nieuwerkerk. Het eerste aandachtspunt is het inmelden van bussen vanaf het busstation in Nieuwerkerk (bij de witte cirkel op de foto in figuur 3). Deze detectielus ligt vlak na het busstation; tussen het busstation en de VRI moet de vertrekkende bus echter twee maal voorrang verlenen, waardoor de bus de VRI vaak niet binnen de gestelde maximale bewakingstijd kan bereiken en de time-out verloopt waardoor de bus alsnog voor rood licht moet wachten. Deze inmeld-problematiek kan onder de huidige Vecom-techniek slechts worden opgelost door de voorrangssituatie ter plaatse te wijzigen, of door de bus op de betreffende tussenliggende kruispunten tijdelijk voorrang te geven door middel van het gebruik van zogenaamde tweelichters (tweekleurige verkeerslichten). Er zijn tevens problemen geconstateerd bij de uitmelding van bussen. Niet alle bussen worden correct uitgemeld met het gevolg dat de betreffende richting te lang groen krijgt. Weggebruikers op conflicterende richtingen moeten daardoor onnodig lang wachten. Tijdens de observaties van het GGT heeft dit probleem zich voorgedaan bij linksafslaande bussen op richting 11. Wellicht is het probleem te verklaren doordat bussen de bocht te ruim nemen waardoor de detectie niet aangesproken wordt. Het GGT adviseert om in eerste instantie te kijken of het een technisch probleem is en indien dit niet het geval is nader onderzoek te laten uitvoeren (door bijvoorbeeld testritten te maken met een bus). De twee overige aandachtspunten hebben betrekking op de afhandeling van de wachtrijen. De wachtrijen van de richtingen vanuit Nieuwerkerk en van de afslaande richtingen van de N59 worden vaak niet volledig weggewerkt (zie paragraaf 3.3 en 3.4). Afgezien van de hierboven vermelde aandachtspunten kan de verkeersregelinstallatie het verkeer goed verwerken. Er ontstaan op de hoofdrichtingen (de N59) geen lange wachtrijen. 3.3 Tijdsinstellingen Ter plaatse is de snelheid op de N59 d.m.v. borden teruggebracht tot 50 km/uur. Ook zijn op de N59 kort voor de kruising verkeersdrempels aangebracht. De geeltijden zijn, conform het Handboek Verkeerslichtenregelingen, ingesteld op 4 seconden voor de doorgaande richtingen op de N59 en 3 seconden voor de zijrichtingen en afslaande richtingen. De geeltijden van richting 5 16 Quickscan N59

17 en richting 11 zouden echter ook ingesteld moeten zijn op 4 seconden. De vastgroentijden voor richting 2 en richting 8 staan op 6 seconden, de overige richtingen hebben een vastgroentijd van 4 seconden. Deze vastgroentijden zijn echter te kort voor richting 1, 3, 7 en 9. De vastgroentijd moet dusdanig lang zijn dat al het verkeer tussen de stopstreep en de lange lus binnen deze tijd kan wegrijden. Wanneer voertuigen staan opgesteld tot aan de lange lus en het laatste voertuig wordt net niet gedetecteerd, dan wordt de verlengfunctie niet aangesproken (de verlengfunctie van de koplus vervalt vanaf het tweede voertuig). De vastgroentijd moet lang genoeg zijn dat al dat verkeer tijdens de vastgroentijd weg kan rijden. Het GGT adviseert dan ook om de vastgroentijden voor deze richtingen te verhogen naar 6 seconden. De observaties gaven geen aanleiding tot verbetervoorstellen wat betreft de ontruimingstijden en de hiaattijden. 3.4 Detectie Gemotoriseerd verkeer Naast de al eerder genoemde problematiek rond het (niet) inmelden van bussen, geven de detectielampjes in de kast ook aan dat verwegdetectie 9.4 defect is. Het GGT adviseert deze storing te laten verhelpen, om te voorkomen dat het groen voor richting 9 (vanaf Zierikzee richting de bebouwde kom van Nieuwerkerk) onterecht wordt verlengd. Daarnaast constateerde het GGT dat de lange lussen van richting 10 en richting 11 erg dicht bij de stopstreep liggen. Vlak achter deze detectievelden bevindt zich een kruis op het wegdek. Deze indeling zorgt voor enkele problemen. Wanneer er meer dan twee voertuigen opgesteld staan dan staan de eerste twee voertuigen op de koplus en op de lange lus. De overige voertuigen staan meestal pas opgesteld achter het kruis. Wanneer het derde voertuig niet snel genoeg optrekt zal de hiaattijd zijn verstreken voordat het derde voertuig gedetecteerd wordt en zal de groenfase van de desbetreffende richting beëindigd worden. Hierdoor moeten voertuigen soms meerdere cyclussen wachten voordat ze het verkeerslicht kunnen passeren. Het GGT stelt enkele oplossingen voor, namelijk: Het verhogen van de hiaattijd op de lange lus zodanig dat het derde voertuig aan het einde van de hiaattijd gedetecteerd wordt door de lange lus. Het nadeel is dat dit tot extra verliestijd lijdt. Het gebruiken van detectieveld Het detectieveld heeft momenteel geen verlengfunctie. Een optie zou zijn om detectieveld 11.3 een verlengfunctie te geven voor zowel richting 10 als richting 11 (de weg is daar slechts 1 rijstrook breed). Ook deze oplossing heeft een nadeel: het is niet bekend of een voertuig voor richting 10 of richting 17 Quickscan N59

18 11 kiest. Zodoende zal het regelmatig voorkomen dat een richting ten onrechte verlengt. Het weghalen van het kruis op het wegdek. Voertuigen kunnen zich dan direct achter het detectieveld opstellen. Het nadeel van deze oplossing is dat voertuigen dan de parallelweg kunnen blokkeren. Gezien de lage intensiteiten van deze parallelweg adviseert het GGT om het kruis weg te laten halen. Het aanleggen van langere detectievelden. Op deze manier wordt er geen extra verliestijd gecreëerd en wordt de toegang tot de parallelweg niet geblokkeerd. Helaas is de ruimte ten noorden van het kruispunt beperkt en bestaat het risico dat de detectievelden zo geplaatst moeten worden dat er veel sprake is van valse aanvragen. Het aanleggen van twee lange lussen (één voor richting 10 en één voor richting 11) achter de huidige lange lussen. In de huidige situatie hebben de lange lussen een lengte van 8 meter. Het GGT adviseert om de nieuwe lussen op een afstand van 2 meter van de huidige lussen te plaatsen en deze een lengte te geven van 10 meter. Dit is in ogen van het GGT de beste oplossing. De nieuwe lussen zouden een verlengfunctie moeten hebben en een schakelbare aanvraagfunctie. Mocht er veel sprake zijn van valse aanvragen dan zou de aanvraagfunctie van deze lussen uitgezet kunnen worden. Langzaam verkeer Het kruispunt kent twee éénrichtingsoversteken voor fietsers: zowel aan de oostkant als aan de westkant. Tijdens de observaties zijn met deze fietsoversteken geen problemen geconstateerd. Openbaar vervoer De regeling kent selectieve detectie voor de richtingen 1, 2, 8, 9, 10 en 11. De in- en uitmeld problematiek is reeds behandeld in paragraaf Conclusies en aanbevelingen De regeling kan op een aantal punten verbeterd worden. Ten behoeve van de veiligheid zouden de geeltijden van richting 5 en richting 11 verhoogd moeten worden van 3 naar 4 seconden. Daarnaast dienen de vastgroentijden van richting 1, 3, 7 en 9 naar boven afgesteld te worden naar 6 seconden. Dit voorkomt dat de groenfasen te vroeg worden beëindigd. Daarnaast werkt de verwegdetectie van richting 9 niet naar behoren. Het GGT adviseert om iemand hier naar te laten kijken. Tot slot heeft het GGT een probleem geconstateerd dat te maken heeft met de combinatie van de detectievelden ten noorden van de kruising en een parallelweg op de Stolpweg. Voor dit probleem zijn enkele oplossingen geschetst. Het GGT adviseert om het kruis op het wegdek weg te halen en om daar twee nieuwe lange 18 Quickscan N59

19 lussen bij te plaatsen. De kosten die hieraan verbonden zijn zullen respectievelijk ongeveer 1000 en ongeveer bedragen. Toevoegen van 2 nieuwe lange lussen en een aanpassing van het regelprogramma. 19 Quickscan N59

20 4. VRI De Tol 4.1 Inleiding Figuur 5: De VRI De Tol. De oostelijke tak voert richting Nieuwerkerk / Hellegatsplein, de westelijke tak richting Zierikzee / Burgh- Haamstede. De zuidelijke tak leidt naar de Zeelandbrug. De VRI De Tol ligt ten oosten van Zierikzee, en regelt de kruising van de N59 met de N256. De oostelijke tak van de kruising voert richting Nieuwerkerk, de westelijke tak richting Zierikzee. De zuidelijke tak voert richting de Zeelandbrug. Er zijn geen aparte oversteken voor langzaam verkeer; fietsers kunnen gebruik maken van de oversteek aan de oostzijde van de kruising, die ook gebruikt wordt voor landbouwverkeer en lokaal (gemotoriseerd) verkeer. Op de autorichtingen 3 en 4 (zie figuur 6) is selectieve detectie aanwezig ten behoeve van het openbaar vervoer. De snelheid ter plaatse van de kruising is niet teruggebracht; deze bedraagt op alle richtingen 80 km/uur. Het GGT heeft geobserveerd op 9 augustus 2007 rond 13:30 uur en op 14 september rond 10:00 uur. 4.2 Functioneren verkeersregeling De regeling kon tijdens de observaties het verkeersaanbod goed verwerken. Er ontstonden nauwelijks wachtrijen en op iedere richting kon het verkeer binnen één groenfase worden afgewikkeld. De indruk bestaat dat de afwikkeling wel efficiënter kan, mede vanwege de beperkte alternatieve realisaties die de huidige regeling kent. Tevens bestaat de indruk dat de gebruikte ontruimingstijden niet geheel juist zijn; met name op de relaties 8-3 en 6-2 (zie figuur 6) 20 Quickscan N59

21 zijn ze aan de krappe kant, terwijl ze op de relaties 3-7 en 3-8 juist erg ruim staan. Ook viel op dat niet alle bussen op richting 3 werden gedetecteerd. Tenslotte is opgevallen dat bij de oversteek 65 / 66 fietssjablonen in de lantaarns zitten. Dit betekent juridisch dat deze lantaarns alleen het fietsverkeer regelen 4. Het is voor motorvoertuigen echter ook toegestaan de weg te gebruiken waar deze oversteek onderdeel van uitmaakt, en motorvoertuigen gebruiken de oversteek dan ook. Het GGT adviseert daarom de fietssjablonen te vervangen door volle lenzen. 4.3 Tijdsinstellingen Figuur 6: Overzicht van de richtingen van de VRI De Tol. De snelheid ter plaatse van de kruising is niet teruggebracht, en bedraagt 80 km/uur. De geeltijden in de regeling zijn 4 seconden op de hoofdrichtingen 2 en 8, en 3 seconden op de andere richtingen. Volgens het Handboek Verkeerslichtenregelingen dienen geeltijden voor rechtdoorgaande richtingen met een maximumsnelheid van 70 km/uur of meer tenminste 5 seconden te bedragen; bij afslaande richtingen geldt een minimum van 4 seconden. Het GGT adviseert uit veiligheidsoverwegingen de geeltijden aan te passen conform het Handboek Verkeerslichtenregelingen, dat wil zeggen 5 seconden voor de richtingen 2 en 8, en 4 seconden voor de overige richtingen. Vanwege de geringe snelheden op de oversteek 65 / 66 kunnen deze geeltijden op 3 seconden blijven staan. De vastgroentijden voor de rechtdoorgaande richtingen 2 en 8 staan op 6 seconden, die voor de afslaande richtingen op 5 seconden. De vastgroentijden voor de oversteek 65 / 66 staan op 8 seconden. Het GGT adviseert de vastgroentijden voor de drukste richtingen 3 en 4 ook naar 6 seconden te brengen, en de vastgroentijden voor de oversteek 65 / 66 terug te brengen naar 6 seconden. De ontruimingstijden lijken op basis van de observaties niet correct (zie 4.2); het GGT heeft daarom deze ontruimingstijden herberekend. Deze herberekende ontruimingstijden staan in Bijlage A. 4 RVV 1994, paragraaf 3 (Verkeerslichten), art. 68 lid 3: Indien een verlichte afbeelding van een fiets zichtbaar is, geldt het licht voor fietsers, bromfietsers op een fiets/bromfietspad en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig. 21 Quickscan N59

22 Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat voor de verlaging van een aantal ontruimingstijden ook de garantieontruimingstijden gewijzigd dienen te worden. Hiervoor zijn aanpassingen in de software nodig. Het GGT adviseert met klem om de ontruimingstijden die te laag staan ingesteld te verhogen en om de ontruimingstijden die te hoog staan ingesteld te verlagen (mits de geadviseerde ontruimingstijd niet lager is dan de garantieontruimingstijd). Voor wat betreft de hiaattijden geven de observaties geen aanleiding tot verbetervoorstellen. Ondanks de geconstateerde tekortkomingen draait de regeling redelijk goed. Het verkeersaanbod wordt voldoende efficiënt verwerkt. 4.4 Detectie Gemotoriseerd verkeer Ten tijde van de observaties door het GGT zijn detectiestoringen geconstateerd op de detectielussen 4.1 en 7.3. Bij een continu verkeersaanbod zal het effect van deze storingen op de regeling nauwelijks merkbaar zijn, maar in rustige perioden zullen conflicterende richtingen als gevolg van deze storing nodeloos staan te wachten. Het GGT adviseert deze storingen te laten verhelpen. Langzaam verkeer Hoewel de fietssjablonen in de lantaarns die de oversteek 65 / 66 regelen anders doen vermoeden, zijn er geen specifieke oversteken voor langzaam verkeer. De fietssjablonen wekken dus een verkeerde indruk en het GGT adviseert deze sjablonen te vervangen door volle lenzen. Openbaar vervoer De regeling kent selectieve detectie voor de richtingen 3 en 4. Gedurende de observaties bleek dat niet alle bussen op richting 3 werden gedetecteerd. Dit kan veroorzaakt zijn door een storing aan de detectielus of aan onjuiste instelling van de lijnnummers (in de bus of in de automaat). Het GGT adviseert deze storing te laten onderzoeken c.q. te laten verhelpen. 4.5 Conclusies en aanbevelingen Ondanks de beperkte toegestane alternatieve realisaties kan de regeling het verkeersaanbod goed verwerken. Wel zijn er quick-wins te behalen door de ontruimingstijden aan te passen: op de relaties 3-7 en 3-8 staan deze te ruim, waardoor 22 Quickscan N59

23 verkeer op conflicterende richtingen langer staat te wachten dan noodzakelijk is. De regeling kent twee potentiële veiligheidsproblemen: de geeltijden staan te laag, en ook de ontruimingstijden voor de relaties 8-3 en 6-2 staan te krap. Het GGT adviseert met klem om deze ontruimingstijden te verhogen (zie bijlage A). Ook adviseert het GGT om de geeltijden op de richtingen 2 en 8 te verhogen naar 5 seconden en die op de overige richtingen naar 4 seconden. Daarnaast dienen enkele vastgroentijden aangepast te worden. Ten tijde van de observaties waren er enkele storingen aan de detectievelden. Het GGT adviseert om naar de koplus van richting 4, de verwegdetectie van richting 7 en de OV-detectie van richting 3 te laten kijken. Als laatste adviseert het GGT om de fietssjablonen in de lantaarns van de oversteek 65 / 66 te vervangen door volle lenzen. De huidige situatie is juridisch onjuist, en kan voor ter plaatse onbekende fietsers tot onveilige situaties (schrikreacties) leiden. Het GGT schat dat de kosten hiervoor ongeveer 500 euro zullen bedragen. 23 Quickscan N59

24 5. VRI Laan van St. Hilaire 5.1 Inleiding Figuur 7: De VRI Laan van St. Hilaire. De oostelijke tak voert richting Nieuwerkerk / Hellegatsplein, de noordwestelijke tak richting Burgh- Haamstede. De locatie van de VRI is bij de witte cirkel op de foto; de rode cirkel is een rotonde. De afstand tussen de VRI en de rotonde is ongeveer 600 meter. De VRI Laan van St. Hilaire ligt ten noordwesten van het centrum van Zierikzee. De kruising vormt de aansluiting van de Laan van Sint Hilaire (vanuit zuidelijke richting) op de N59. De N59 in oostelijke richting sluit na een rotonde aan op de VRI De Tol, de N59 in noordwestelijke richting voert naar Burgh-Haamstede. Aan de noordwestzijde van de kruising is een tweerichtingenoversteek met aparte signaalgroepen voor fietsers. Er zijn geen voetgangersoversteken. Op alle autorichtingen is selectieve detectie aanwezig ten behoeve van het openbaar vervoer. De snelheid ter plaatse van de kruising is voor alle richtingen 50 km/uur. De kruising bevindt zich binnen de bebouwde kom van Zierikzee. De observatie door het GGT heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2007, rond 15:00 uur en op 14 september 2007 rond 12:30 uur. 5.2 Functioneren verkeersregeling In eerste instantie leek de regeling goed te functioneren. Ondanks de drukte kon alle verkeer worden afgewikkeld bij een cyclustijd van minder dan 90 seconden; er ontstonden geen wachtrijen. Na verloop van tijd echter ontstond er een wachtrij voor de rotonde stroomafwaarts op richting 8, waardoor de daar aanwezige filedetectie van de VRI Laan van St. Hilaire werd aangesproken. De hiervoor gebruikte filedetectielus ligt vrij dicht op het kruisingsvlak van de VRI, ongeveer 60 meter stroomafwaarts. 24 Quickscan N59

25 Figuur 8: Overzicht van de richtingen van de VRI Laan van St. Hilaire. Deze file-ingreep resulteerde erin dat hoofdrichting 8 werd tegengehouden (de richting kreeg geen groen meer), en enige tijd later richting 4 ook. Gedurende de tijd dat richting 8 werd tegengehouden kon richting 4 nog wel enige tijd blijven voeden, mede onder dekking van de richtingen 3 en 6. Uiteindelijk (na enige cycli) werd ook richting 4 tegengehouden. Doordat richting 4 relatief lang kon blijven voeden, duurde het vrij lang voordat de file voor de rotonde was opgelost. Op het moment dat richting 8 dan eindelijk groen kreeg, werd nagenoeg de gehele wachtrij afgewerkt, waardoor er opnieuw een file ontstond voor de rotonde, de filedetectie weer werd aangesproken en richting 8 werd tegengehouden. Ook nu kon richting 4 nog enige tijd blijven voeden en herhaalde het hele patroon zich. Tevens viel op dat de afvalvertraging 5 op de filedetectie erg hoog was (volgens de listing 60 seconden): de wachtrij voor de rotonde was al bijna weg voordat richting 8 uiteindelijk groen kreeg. 5.3 Tijdsinstellingen Ter plaatse van de kruising geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur. De geeltijden in de regeling zijn voor alle richtingen 3 seconden; deze tijden komen voor de doorgaande richtingen niet overeen met de in het Handboek Verkeerslichtregelingen genoemde waarden. Volgens dit Handboek dient de geeltijd voor rechtdoorgaand verkeer bij 50 km/uur 4 seconden te bedragen. Het GGT adviseert om voor de doorgaande richtingen 2 en 8 deze waarde aan te houden, mede vanwege de ligging van de kruising (op de rand van de bebouwde kom). De vastgroentijden staan voor de hoofdrichtingen 2 en 8, alsmede voor de afslaande richting 3, op 6 seconden; de overige op 4 seconden. Deze instellingen zijn in orde. De ontruimingstijden lijken op basis van de observatie correct. Ook voor wat betreft de hiaattijden geeft de observatie geen aanleiding tot verbetervoorstellen. De regeling komt, behoudens het gedrag bij filedetectie, accuraat over. Het GGT ziet geen aanleiding om verbeteringen van de 5 De afvalvertraging is de (instelbare) tijd tussen het vrijkomen (afvallen) van een detector en het moment dat de software dit gegeven weer meeneemt in de regeling. 25 Quickscan N59

26 regeling voor te stellen, anders dan betreffende de fileafhandeling (zie 5.4). 5.4 Filedetectie Zoals beschreven in 5.2 functioneert de regeling bij file stroomafwaarts op richting 8 niet optimaal. Het GGT adviseert de volgende verbeteringen aan te brengen: Een na-file programma inbouwen in de regeling, waarbij de maximum groentijd van richting 8 voor 2 cycli beperkt wordt tot 25 seconden in plaats van 45 seconden. Dit om te voorkomen dat het wegvak tussen de VRI in de rotonde meteen weer volloopt, de filedetectie vervolgens weer wordt aangesproken en dit systeem zichzelf in stand houdt. Het hard blokkeren van richting 4 bij file stroomafwaarts op richting 8; ook meerealisaties van richting 4 met de richtingen 3 en 6 uitschakelen bij gedetecteerde file. De afvalvertraging terugbrengen van 60 naar 30 seconden; dit maakt de regeling geloofwaardiger. Het gebruik van een langstwachtende-criterium om te bepalen welke richting na een file als eerste weer mag oprijden. Wanneer richting 4 als laatste (voorafgaand aan de file-ingreep) groen heeft gekregen, moet na de fileingreep richting 8 als eerste groen krijgen. Het aanbrengen van een doseerfunctie in de regeling, met een filedetectielus op ongeveer éénderde van de afstand tussen de VRI en de rotonde (op ongeveer 200 meter van de VRI). Door na het aanspreken van deze detector te gaan doseren (kortere maximum groentijden draaien) op de richtingen 8 en 4 zal de opbouw van de file minder snel gaan, maar blijft er toch vanuit alle richtingen verkeer over de kruising gaan; hierdoor zal de neiging van weggebruikers om door rood te rijden lager zijn, wat positieve gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid. De huidige filedetectielus op 60 meter stroomafwaarts kan gebuikt blijven worden om de richtingen 8 en 4 hard te blokkeren. 5.5 Detectie Gemotoriseerd verkeer Ten tijde van de observatie door het GGT zijn geen detectiestoringen geconstateerd. Langzaam verkeer Aan de noordwestzijde van de kruising is een tweerichtingenoversteek voor fietsers. Aanvragen gebeurt via richtingsgevoelige detectievelden. Tijdens de observatie zijn bij deze fietsoversteken geen problemen geconstateerd. 26 Quickscan N59

27 Openbaar vervoer Op alle autorichtingen is selectieve detectie aanwezig ten behoeve van het openbaar vervoer. Ten tijde van de observatie zijn door het GGT geen problemen geconstateerd met deze openbaar vervoer-detectie. 5.6 Conclusies en aanbevelingen Ogenschijnlijk functioneert de regeling goed. Nadere analyse leert echter dat er voornamelijk in de afhandeling van de file stroomafwaarts een aantal onvolkomenheden zitten die een negatief gevolg hebben voor de doorstroming. Door de manier waarop de filedetectie ingrijpt op de regeling (zie 5.2) ontstaan namelijk onnodige wachtrijen en wordt de verkeersregeling ongeloofwaardig. Als gevolg hiervan krijgen gebruikers de neiging door rood licht te rijden, wat de veiligheid op de kruising niet ten goede komt. In 5.4 worden een aantal maatregelen genoemd die de afhandeling van een file ingreep aanzienlijk kunnen stroomlijnen : een na-file programma, hard blokkeren van richting 4, kleinere afvalvertraging, het gebruik van een langstwachtenden-criterium en het gebruik van een doseerfunctie (inclusief nieuwe detectielussen). De kosten van het implementeren van een na-file programma en van de aanleg van twee nieuwe lussen wordt geschat op ongeveer euro. Het GGT adviseert de genoemde maatregelen uit te voeren, zowel in het kader van doorstroming als vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid. Ook adviseert het GGT om de geeltijd op de richtingen 2 en 8 te verhogen van 3 naar 4 seconden. Tot slot verdient het de aanbeveling om een onderzoek te (laten) starten of de capaciteit van de rotonde stroomafwaarts op richting 8 vergroot kan worden. Voor het overige functioneert de regeling goed. 27 Quickscan N59

28 6. VRI Delingsdijk 6.1 Inleiding Figuur 9: De VRI Delingsdijk. De oostelijke tak voert richting Zierikzee, de westelijke tak richting Burgh-Haamstede. Ten noorden van de kruising ligt Serooskerke (Schouwen-Duiveland), ten zuiden ligt een klein strandje. De VRI Delingsdijk bevindt zich ten zuidoosten van de plaats Serooskerke (Schouwen-Duiveland). De oostelijke en westelijke takken van de kruising worden gevormd door de N59, de noordelijke tak is één van de ontsluitingswegen van Serooskerke. Aan de zuidelijke tak bevinden zich een beperkt aantal parkeerplaatsen en een hellingbaan waarmee plezierbootjes vanaf een autotrailer te water kunnen worden gelaten. Aan de oostzijde en de westzijde is een éénrichtingsoversteek voor fietsers, aan de noordzijde een tweerichtingenoversteek met aparte signaalgroepen. Aan de westzijde bevindt zich tevens een voetgangersoversteek in twee richtingen. Op de hoofdrichtingen van de N59 is selectieve detectie aanwezig ten behoeve van het openbaar vervoer. De snelheid ter plaatse van de kruising is niet teruggebracht, en bedraagt 80 km/uur op alle richtingen. De observaties door het GGT hebben plaatsgevonden op 9 augustus 2007 rond 17:30 uur en op 16 augustus 2007 rond 10:00 uur. 6.2 Functioneren verkeersregeling Tijdens beide observaties was het kruispunt zeer licht belast, en stond de regeling bijna constant in wachtstand groen. 28 Quickscan N59

29 Gedurende de observaties kwam de regeling vrij traag over: nadat een bepaalde richting rood kreeg, duurde het lang voordat een andere richting groen kreeg. Ook waren de voertuigen al ruim de stopstreep gepasseerd voordat de lantaarn op de betreffende richting naar geel ging. Behalve het traag reageren van de VRI heeft het GGT geen opmerkelijke waarnemingen gedaan. Het is wel de vraag of het vanuit doorstromingsperspectief noodzakelijk is om dit kruispunt met een VRI te regelen. Dit kan worden bepaald door middel van een theoretische analyse op basis van recente en accurate intensiteitsgegevens, aan de hand waarvan kan worden bepaald of de VRI kan worden verwijderd of niet. Wanneer uit deze analyse zou blijken dat het kruispunt inderdaad geen VRI nodig heeft om het verkeer goed af te wikkelen, kan een afweging gemaakt worden tussen het ongeregeld laten van de kruising of de aanleg van een rotonde. Hierbij zal, mede in het kader van veiligheid, wel rekening moeten worden gehouden met de oversteekbaarheid voor langzaam verkeer. 6.3 Tijdsinstellingen Figuur 10: Overzicht van de richtingen van de VRI Delingsdijk. Ter plaatse van de kruising geldt een maximumsnelheid van 80 km/uur. De geeltijden in de regeling zijn voor alle richtingen 3 seconden, behalve voor de doorgaande richtingen 2 en 8: daar zijn de geeltijden 4 seconden. Deze tijden komen niet overeen met de in het Handboek Verkeerslichtregelingen genoemde waarden. Het GGT adviseert dan ook de in het Handboek genoemde waarden van 5 seconden voor de hoofdrichtingen 2 en 8, en 4 seconden voor de overige richtingen aan te houden. De vastgroentijden staan voor de hoofdrichtingen 2 en 8 op 6 seconden; voor de overige autorichtingen op 4 seconden. Mede in het licht van de geringe kruispuntbelasting, zijn deze instellingen in orde. 29 Quickscan N59

30 De ontruimingstijden lijken op basis van de observatie te ruim ingesteld; gezien de uiterst lichte belasting van de kruising tijdens de observatie is het GGT echter van mening dat herberekenen geen wezenlijke bijdrage levert aan het bevorderen van de doorstroming. Tijdens de observatie zijn geen aanleidingen gevonden om de hiaattijden te wijzigen. 6.4 Detectie Gemotoriseerd verkeer Ten tijde van de observaties zijn er geen detectiestoringen waargenomen. Wel is geconstateerd dat de koplussen op de noordelijke tak (richtingen 10 en 11) gedeeltelijk onder de stopstreep liggen; deze lussen zouden op een meter vóór de stopstreep moeten liggen. Op de richtingen 4 en 5 (de zuidelijke tak) ligt de stopstreep te ver naar voren; de afstand tussen de stopstreep en het verkeerslicht is slechts ongeveer 1 meter in plaats van de voorgeschreven 3 meter. Verplaatsen van (alléén) de stopstreep zou betekenen dat ook hier de koplussen onder de stopstreep komen te liggen. Wanneer het de bedoeling is dat de VRI blijft bestaan, adviseert het GGT om op de richtingen 4 en 5 de stopstreep te verplaatsen, en om zowel op de richtingen 10 en 11 als op de richtingen 2 en 5 nieuwe lussen aan te (laten) brengen. Langzaam verkeer Aan de noordzijde van de kruising bevindt zich een tweerichtingenoversteek voor fietsers, aan de oost- en westzijde een éénrichtingsoversteek. Aan de westzijde is ook een voetgangersoversteek. Tijdens de observatie zijn aangaande deze langzaam verkeer oversteken geen problemen geconstateerd. Openbaar vervoer. Op de autorichtingen 2 en 8 is selectieve detectie aanwezig ten behoeve van het openbaar vervoer. Ten tijde van de observatie zijn door het GGT geen problemen geconstateerd met deze detectie. 6.5 Conclusies en aanbevelingen Het GGT adviseert de geeltijden voor de hoofdrichtingen 2 en 8 te verhogen van 4 naar 5 seconden, de geeltijden voor de overige richtingen van 3 naar 4 seconden. Daarnaast adviseert het GGT om enkele stopstrepen (van richting 4 en 5) en enkele koplussen (van richting 4, 5, 10 en 11) te verplaatsen. Deze kosten worden geraamd op euro. 30 Quickscan N59