Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van de. Tweede Kamer der Staten-Generaal Interne postcode 650 Postbus EA Den Haag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geachte Voorzitter, Aan de Voorzitter van de. Tweede Kamer der Staten-Generaal Interne postcode 650 Postbus EA Den Haag"

Transcriptie

1 Directoraat-Generaal Milieubeheer Directie Klimaatverandering en Industie Programma Internationaal Klimaatbeleid Rijnstraat 8 Postbus Aan de Voorzitter van de 2500 GX Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Interne postcode 650 Postbus EA Den Haag Internationaal Klimaatbeleid Datum Kenmerk KvI Geachte Voorzitter, Recentelijk hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan in het mondiale klimaatdebat. Het meest belangwekkend daarbij is de vaststelling geweest van het Bali Actieplan afgelopen december tijdens de 13 e Conferentie van Verdragspartijen bij het VN-Klimaatverdrag. Met deze brief gaan wij, mede namens onze ambtgenoten van Economische Zaken, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Verkeer en Waterstaat, in op de hoogtepunten van die klimaatconferentie, en zetten wij uiteen wat de uitkomsten van deze top betekenen voor de Nederlandse inzet in de komende periode. Samengevat trekken wij de conclusie dat in het Bali Actieplan de Nederlandse inzet, zoals neergelegd in de brief van minister Cramer van 21 september jl. over toekomstig internationaal klimaatbeleid (Tweede Kamer, , , nr. 3), vrijwel geheel is terug te vinden (zie paragraaf 1 hieronder). Nederland zal zich de komende periode actief, constructief en ambitieus opstellen om bij te dragen aan de realisering van het Bali Actieplan (zie paragraaf 2 hieronder), zich realiserende dat de internationale gemeenschap alles op alles zal moeten zetten om in 2009 tot een alomvattende, eerlijke en effectieve nieuwe klimaatafspraak te kunnen komen. Daarbij blijven de volgende acht hoofdlijnen uit de al genoemde brief van 21 september het uitgangspunt. Ten eerste blijft Nederland het uitgangspunt hanteren dat de gemiddelde wereldwijde temperatuurstijging tot maximaal 2 graden boven het pre-industriële niveau moet worden beperkt. Dit om de gevolgen van klimaatverandering zo beheersbaar mogelijk te houden. Ten tweede blijft het van belang dat de industrielanden het voortouw nemen, door zich te verbinden tot een gezamenlijke vermindering van hun broeikasgasemissies tegen 2020, in de orde van grootte van 30 procent ten opzichte van Het derde element is de notie dat in een post-2012 regime de deelname van landen moet worden verbreed. De inzet van Nederland blijft gericht op afspraken waarin ook de ontwikkelingslanden zeker de grote en economische snel groeiende - tastbare inspanningen leveren en in sommige gevallen doelstellingen op zich nemen, afhankelijk van hun verschillende verantwoordelijkheden en capaciteiten. Alleen dan zal het mogelijk zijn om de mondiale emissies binnen 10 tot 15 jaar te stabiliseren en vervolgens voldoende omlaag te brengen. Een mondiale koolstofmarkt en de ontwikkeling en overdracht van technologie blijven

2 ook belangrijke elementen in de Nederlandse inzet. De mondiale koolstofmarkt omdat met de ontwikkeling van een dergelijke markt overal ter wereld een prijsprikkel wordt gevoeld om emissies te reduceren en klimaatbeleid kosteneffectief in te vullen. En technologie omdat zowel de bredere toepassing en verspreiding van bestaande efficiënte en schone technologieën, als ook de ontwikkeling van nieuwe technologieën, noodzakelijk zijn om tot een broeikasgasarme samenleving te komen. Aanpassing aan klimaatverandering ( adaptatie ) is het zesde element in een effectief en breed gedragen nieuwe klimaatafspraak. Naar verwachting zullen een aantal ontwikkelingslanden hun inspanningen ten aanzien van emissiebeperking koppelen aan het vergroten van de steun voor adaptatie. Een zevende element in de Nederlandse inzet betreft het tegengaan van ontbossing, niet alleen belangrijk voor een effectief klimaatbeleid, maar ook voor het behoud van biodiversiteit en andere functies van bossen. Het achtste en laatste element is het aanpakken van de emissies van de internationale scheep- en luchtvaart, die nu niet door het Kyoto-protocol worden gereguleerd, maar wel snel groeien. In het kader van de mondiale klimaatonderhandelingen is het van groot belang dat daadkrachtige besluitvorming over de energie- en klimaatvoorstellen van de Europese Commissie tijdig wordt afgerond. Met dit pakket maatregelen blijft de EU het leiderschap tonen dat nodig is om goede vooruitgang te boeken in de mondiale onderhandelingen. De EU kan hiermee ook laten zien dat de kosten van klimaatbeleid een slimme investering zijn. Niet alleen omdat de kosten van uitstel vele malen hoger zijn dan het nu treffen van maatregelen, maar ook omdat klimaatverandering en ambitieus klimaatbeleid kansen biedt voor nieuwe diensten en producten en het ontstaan van nieuwe markten. Omdat u reeds per brief (Tweede Kamer, , 31209, nr. 10) bent geïnformeerd over het EU klimaat- en energiepakket, gaan wij daar verder hier niet op in. 1. De 13 e Conferentie van Partijen bij het VN-Klimaatverdrag (CoP-13) De 13 e Conferentie van Partijen bij het VN-Klimaatverdrag vond van 3-14 december jl. op Bali, Indonesië plaats. Nederland werd in de onderhandelingen en het High Level Segment vertegenwoordigd door minister Cramer. In deze hoedanigheid heeft zij deelgenomen aan de ministeriële EU-coördinatie en heeft zij de plenaire sessie van de CoP toegesproken. In haar verklaring heeft zij de rijke landen opgeroepen hun broeikasgasuitstoot met tussen 25 en 40 procent te reduceren in 2020 en meer aandacht te geven aan adaptatie-, ontbossings- en technologiefondsen in ontwikkelingslanden. Verder heeft zij de zich snel ontwikkelende landen gevraagd een bijdrage aan emissiebeperking te leveren en heeft zij aangegeven dat Nederland multilateraal duurzaamheidscriteria voor biomassa wil afspreken. Het belangrijkste resultaat van deze VN-klimaattop is de vaststelling van het Bali Actieplan. De overeenstemming over dit actieplan was een essentiële stap om tijdig te kunnen komen tot een nieuwe, mondiale klimaatafspraak voor de periode na Daarnaast hebben Partijen tijdens deze CoP een aantal andere belangrijke besluiten genomen ten aanzien van de ontwikkeling en overdracht van technologie, het voorkomen van ontbossing en de oprichting van het Adaptatiefonds. 1a. Het Bali Actieplan Het Actieplan, dat na moeizame onderhandelingen werd aangenomen, lanceert formele onderhandelingen over nieuwe klimaatafspraken en stelt onomwonden dat het proces in 2009 (CoP-15, Kopenhagen) afgerond moet zijn. De Partijen inclusief de eerder zeer terughoudende VS hebben afgesproken om in de onderhandelingen de volgende onderwerpen aan te orde te stellen: De uitwerking van een gedeelde toekomstvisie, de zogenaamde shared vision, inclusief een mondiaal langetermijn emissiereductiedoel. Meetbare, rapporteerbare en verifieerbare verplichtingen en/of acties voor alle ontwikkelde landen, gericht op het terugdringen van broeikasgasuitstoot (mitigatie), inclusief gekwantificeerde emissiebeperkingen en reducties, waarbij rekening wordt gehouden met nationale omstandigheden. Ministerie van VROM KvI Pagina 2/12

3 Acties door ontwikkelingslanden gericht op het terugdringen van uitstoot van broeikasgassen, waarbij Partijen expliciet erkennen dat ontwikkelde landen daarbij ondersteuning aan ontwikkelingslanden zullen verlenen. Dit alles op meetbare, rapporteerbare en verifieerbare wijze. Het ontwikkelen van beleid en prikkels om emissies als gevolg van ontbossing en bosdegradatie in ontwikkelingslanden te reduceren heeft een prominente plaats gekregen. In een gerelateerd besluit van deze CoP zijn meer concrete stappen afgesproken op dit punt (zie onder). De uitwerking van sectorale benaderingen en sectorspecifieke acties, als ook het verbeteren van marktinstrumenten en kosteneffectiviteit. Adaptatie en de nieuwe stappen die op dit terrein moeten worden uitgewerkt. Deze CoP is er ook in geslaagd om na drie jaar onderhandelen het Adaptatiefonds op te richten (zie onder) waardoor men nu aan de slag kan met het realiseren van concrete projecten. Technologie, met aandacht voor overdracht, ontwikkeling, verspreiding en toepassing van technologie en concrete samenwerking op dit terrein. In een gerelateerd besluit zijn meer concrete stappen afgesproken op dit thema. Financiering, met onder andere aandacht voor betere toegang tot adequate en voorspelbare bronnen van financiering, voor nieuwe en innovatieve methoden van financiering, voor het mobiliseren van nieuwe (private en publieke) financiering en investeringen en voor een beter inzicht in de kosten van adaptatie. Er zal worden onderhandeld in een speciaal daarvoor opgerichte Ad hoc Werkgroep inzake de Langetermijn Samenwerking onder het Verdrag (AWG-LCA). Aan de hand van een intensief onderhandelingstraject (vier onderhandelingsessies per jaar in 2008 en 2009) zal deze werkgroep zich, naast de shared vision, bezig houden met de vier hoofdonderwerpen (de bouwstenen van het Bali Actieplan): mitigatie (inclusief ontbossing), adaptatie, technologie en financiering. 1b. Technologie Ontwikkelingslanden, verenigd in de G77, hebben lang vastgehouden aan hun eis om een technologiefonds op te richten. Hoewel de EU, Japan en de VS de noodzaak erkenden van technologieoverdracht waren zij niet overtuigd van de toegevoegde waarde van een nieuw fonds. Uiteindelijk is besloten om een Technology Leverage Programme uit te voeren, dat de behoeften en bestaande middelen zal inventariseren. De Mondiale Milieu Faciliteit (de Global Environment Facility of GEF) is gevraagd om een strategisch programma uit te werken voor financiering van klimaatvriendelijke technologieën, rekening houdend met vergelijkbare of reeds bestaande initiatieven op het gebied van technologieoverdracht. Het mandaat van de Expert Group on Technology Transfer (EGTT) is op Bali verlengd met vijf jaar en inhoudelijk vernieuwd. De EGTT, bestaande uit 19 experts waaronder één uit Nederland, zal zich voornamelijk richten op technologieoverdracht en op het ontwikkelen van prestatie-indicatoren waarmee de effectiviteit en monitoring van technologieoverdracht beter kan worden beoordeeld. 1c. Ontbossing De emissies van ontbossing bedragen zo n 20 procent van de mondiale koolstofemissies. Voor een effectieve aanpak van het klimaatvraagstuk is het zeer belangrijk dat emissies veroorzaakt door veranderingen in landgebruik en ontbossing worden teruggedrongen. Het kabinet is dan ook blij dat de aanpak van ontbossing en bosdegradatie een belangrijk onderdeel vormt van het Bali Actieplan. Ministerie van VROM KvI Pagina 3/12

4 Op Bali is verder afgesproken te starten met demonstratieprojecten en capaciteitsopbouw te ondersteunen. Er is sturing gegeven voor het opzetten en evalueren van de demonstratieprojecten. Daarnaast is een werkprogramma voor de uitwerking van methodologische vraagstukken vastgesteld. Dat werkprogramma moet eind 2008 leiden tot afspraken over methodologieën die gebruikt kunnen worden in een toekomstig internationaal klimaatbeleid. 1d. Adaptatie Een belangrijke doorbraak is ook de oprichting van het Adaptatiefonds - een besluit dat lange tijd niet kon worden genomen omdat er geen overeenstemming was over de institutionele inrichting en het beheer van het Fonds. Onder het Adaptatiefonds, dat grotendeels wordt gevuld door een deel van de opbrengst van Clean Development Mechanism (CDM) projecten, zullen adaptatieprojecten worden beoordeeld en gefinancierd. Afgesproken is dat het Fonds zal worden beheerd door een Adaptation Fund Board, bestaande uit 16 leden. Het GEF verzorgt het secretariaat van het Fonds. De Wereldbank is voorlopig aangewezen om als Trustee op te treden. 1e. Specifieke Nederlandse activiteiten op Bali Naast haar optreden als hoofd van de Nederlandse delegatie in het High Level Segment, heeft minister Cramer en marge van de CoP meerdere malen gesproken met vertegenwoordigers van verschillende nietgouvernementele organisaties (NGO s). Met NGO s zoals het Wereld Natuur Fonds, Milieudefensie, de Interkerkelijke Organisatie voor Ontwikkelingssamenwerking (ICCO), Wetlands en de International Union for Conservation of Nature (IUCN) heeft zij voornamelijk gesproken over het tegengaan van ontbossing op grote schaal. Hier moet een nieuwe vorm van financiering worden ontwikkeld, waarbij bosgebied een waarde krijgt wanneer het niet wordt gekapt. Minister Cramer heeft dit punt ingebracht bij het hoofd van de EU-delegatie, en heeft tevens aangegeven dat de inheemse volkeren bij het opzetten van een dergelijk financieringssysteem dienen te worden betrokken. Voorts heeft minister Cramer op uitnodiging van het Verenigde Koninkrijk een lunchbijeenkomst bijgewoond waarbij de Engelsen hun Environmental Transformation Fund onder grote belangstelling van andere donorlanden hebben toegelicht. Minister Cramer heeft voorgesteld drie thema s te onderscheiden, namelijk mitigatie en schone technologie, adaptatie en ontbossing, en vervolgens lead countries aan te wijzen die een lichte vorm van coördinatie kunnen bedrijven. In een gesprek met minister Gerretsen van de Canadese deelstaat Ontario heeft minister Cramer afgesproken om op een aantal terreinen meer aan kennisuitwisseling te zullen doen, vooral door bedrijven in contact met elkaar te brengen. Parallel aan de onderhandelingen heeft gastland Indonesië een bijeenkomst georganiseerd van ministers van Financiën en vertegenwoordigers van verschillende internationale organisaties. Minister Koenders heeft namens Nederland aan deze bijeenkomst deelgenomen. Niet eerder zijn andere ministers dan ministers van Milieu en marge van een CoP bijeengekomen. Dit is van betekenis omdat daarmee wordt erkend dat klimaatverandering verder gaat dan een milieuvraagstuk, en ook andere terreinen raakt, zoals fiscaal beleid, duurzame ontwikkeling, economische groei en investeringen. Dit was dan ook één van de belangrijke conclusies van de bijeenkomst. Deelnemers legden tevens de nadruk op energie efficiëntie, een effectief gebruik van fiscale prikkels ten behoeve van klimaatbeleid, het realiseren van CO 2 -arme economische groei, onder meer door het bewerkstelligen van een hoge prijs voor CO 2, het verbeteren van het investeringsklimaat, het vergroten van de financieringsstromen voor mitigatie en adaptatie, de relatie tussen klimaatverandering en ontwikkeling, in het bijzonder armoedebestrijding, en het vergroten van de rol van de private sector. Voorts werd door enkele ministers en internationale financiële instellingen onderstreept dat inspanningen voor Ministerie van VROM KvI Pagina 4/12

5 mitigatie en adaptatie niet ten koste mogen gaan van middelen voor groei en ontwikkeling in ontwikkelingslanden, maar juist hand in hand moeten gaan. Op initiatief van Indonesië hebben ministers van Handel van diverse landen en de Europese Commissie informeel gesproken over de relatie tussen handel en klimaat. Aan het eind van de gedachtenwisseling presenteerde de Indonesische minister van Handel, Mari Pangestu, een aantal aanbevelingen. Allereerst werd benadrukt dat in de relatie tussen handel en klimaat de multilaterale principes die in beide beleidsterreinen gelden gerespecteerd moeten worden. Het niet tot stand komen van een internationaal klimaatverdrag zou kunnen leiden tot het opwerpen van handelsbarrières, hetgeen een negatief effect kan hebben op de gewenste liberalisering van de handel die in het kader van de Doha onderhandelingen wordt nagestreefd. De ministers pleitten voor verder overleg op hoog niveau over de relatie tussen handel en klimaat en werd de wens uitgesproken om die relatie nader te analyseren, zodat handelsministers maatregelen kunnen treffen die klimaatverandering tegengaan of in ieder geval niet versterken. Ook heeft Nederland, in het bijzonder minister Koenders, er op Bali voor gepleit dat op basis van het principe de vervuiler betaalt in beginsel vooral de Westerse landen moeten bijdragen aan de hoge kosten voor adaptatie, waarvoor arme landen zich zien geplaatst. Extra internationale inspanningen, beleidsmatig en financieel, zullen nodig zijn om de negatieve effecten van klimaatverandering in de armste landen beheersbaar te houden en de druk op het halen van de Millennium Development Goals niet verder te verhogen. Voorts zijn en marge van CoP-13 stappen genomen om invulling te geven aan enkele van de aanvullende initiatieven die minister Cramer in haar brief van 21 september jl. heeft genoemd. Met de Indonesische ministers van Landbouw en Milieu is een Letter of Intent Sustainable Biomass for Energy Production getekend. Daarin zijn afspraken gemaakt over het testen van duurzaamheidscriteria in de praktijk. Verwezen wordt naar de criteria zoals overeengekomen in de Round Table on Sustainable Palm Oil en wordt het belang van een CO 2 criterium benadrukt, vooral ook omdat grootschalige palmolieplantages op veenbossen geen positieve CO 2 balans hebben. Ook wordt verwezen naar andere relevante criteria en wordt het belang van macro-monitoring zoals de concurrentie met voedselproductie - vastgelegd. In de Letter of Intent is verder opgenomen dat Nederland capaciteitsopbouw, als ook het duurzaam beheer van veenbossen zal steunen. Minister Cramer heeft een bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook minister Koenders aanwezig was, over de duurzaamheidscriteria voor biomassa voor energiedoeleinden, op basis van het rapport toetsingskader voor duurzame biomassa. In het gezelschap van producerende ontwikkelingslanden (waaronder Mexico, Mozambique, Zuid-Afrika), Europese landen (Duitsland, Noorwegen) en internationale ontwikkelings- en milieu-instellingen (UNDP, UNEP, FAO) werd het belang onderstreept om tot een internationaal geaccepteerd raamwerk van duurzaamheidscriteria te komen. De door Nederland genoemde criteria werden als goede basis verwelkomd. Uit de discussie bleek evenwel duidelijk dat de vermenging van het energiedossier met voedsel een ingewikkelde is. Nederland stelde voor deze bijeenkomst te zien als de start van een informeel netwerk om ervaringen uit te wisselen en gezamenlijk verder te werken aan een internationaal geaccepteerd systeem van duurzaamheidcriteria en certificering voor de productie van biomassa voor energiedoeleinden. Voorts heeft minister Cramer deelgenomen aan een door de International Union for Conservation of Nature georganiseerde paneldiscussie over duurzame biomassa waar zij de door Nederland genoemde duurzaamheidscriteria voor de productie van biomassa naar voren heeft gebracht. Minister Koenders heeft voorts deelgenomen aan de lancering van het Forest Carbon Partnership Facility (FCPF) van de Wereldbank en hierbij een Nederlandse bijdrage van 15 miljoen euro toegezegd. In de voorstellen voor het FCPF zal in 20 tot 30 ontwikkelingslanden capaciteit worden versterkt om deze landen Ministerie van VROM KvI Pagina 5/12

6 in staat te stellen aan een toekomstig internationaal mechanisme voor het reduceren van ontbossing deel te nemen. Daarnaast geeft het vijf landen de gelegenheid om op dit gebied met pilots te starten en financieel beloond te worden als zij hun emissies van ontbossing weten te reduceren ten opzichte van een referentieniveau. Over de modaliteiten van deze faciliteit moet nog onderhandeld worden, met name over de betrokkenheid van en de waarborgen voor de lokale, van bossen afhankelijke bevolking. Tot slot heeft minister Koenders op Bali, samen met zijn Britse collega en de Wereldbank, een studie gelanceerd naar de kosten en baten van aanpassing aan klimaatverandering, in reactie op een breed gedeelde behoefte aan meer gegevens over deze adaptatiekosten. Dit onderzoek zal tussen nu en oktober 2009 moeten leiden tot beter inzicht in kosten en baten van adaptatie, betere besluitvorming over de te nemen maatregelen, het stimuleren van actie en meer empirisch bewijs over de kosten van adaptatie, zodat wij tot nauwkeuriger schattingen kunnen komen van de globale kosten dan tot nu toe zijn geleverd. De lancering vond plaats onder zeer grote belangstelling. 2. De Nederlandse inzet: van Bali naar Kopenhagen Met het aannemen van het Bali Actieplan is de Nederlandse en EU inzet voor Bali - zoals vastgesteld door de ministerraad, respectievelijk in de Raadsconclusies van de EU - ruimschoots gehaald: de start van een alomvattend onderhandelingsproces gericht op nieuwe afspraken over een opvolger van het Kyotoprotocol met 2009 als einddatum (CoP-15, Kopenhagen). Ook ten aanzien van de inhoud hebben de belangrijke elementen van de EU en Nederland een plaats gekregen in het Actieplan, waaronder verdergaande emissiereducties door ontwikkelde landen, inspanningen en bredere participatie van ontwikkelingslanden, (koolstof-)marktmogelijkheden, technologie, adaptatie en voorkoming van ontbossing. Het specifieke element van de lucht- en scheepvaart is niet expliciet opgenomen in het Bali Actieplan, maar er is er wel ruimte voor onder de uitwerking van sectorale benaderingen. Omdat in de uitkomsten van Bali vrijwel alle inhoudelijke elementen waar Nederland op had ingezet duidelijk terug te vinden zijn, zien wij deze uitkomst als een bevestiging dat de Nederlandse strategie ten aanzien van mondiaal klimaatbeleid moet worden voortgezet. Het intensieve onderhandelingstraject dat uit het Bali Actieplan voortvloeit geeft wel aanleiding om binnen die strategie accenten te verleggen, zowel procesmatig als inhoudelijk. Het bereiken van een akkoord in 2009 zal alleen mogelijk zijn indien de komende maanden met grote voortvarendheid te werk wordt gegaan. Tijdens de eerste onderhandelingssessie in Bangkok (31 maart 4 april) hebben de Partijen de onderhandelingsagenda verder uitgewerkt en een werkprogramma vastgesteld. 2a. Algemeen Bij de uitvoering van het Bali Actieplan en het werken aan een succesvolle uitkomst in Kopenhagen is een aantal aandachtspunten van bijzonder belang. Vooral het omzetten van retoriek in daadkracht verdient de aandacht. Met andere woorden, er zijn daadkrachtige en ambitieuze koplopers nodig. In EU-verband en daarbuiten zal Nederland, gezien de ernst en urgentie van het klimaatvraagstuk en de ambities van het kabinet, één van die koplopers zijn. Naast daadkracht is behoud van politiek momentum van het uiterste belang. Daarom is het Nederlandse streven erop gericht om te voorkomen dat de huidige politieke aandacht verslapt. Dit alles vraagt om een coherente inzet waarbij verschillende beleidsdisciplines en instellingen worden betrokken en tegelijkertijd versnippering van activiteiten en inzet in de VN en daarbuiten wordt tegengegaan. Nederland zal in internationale fora een uniforme boodschap moeten uitdragen en aandacht vragen voor de comparatieve kracht van elk forum. Alleen door middel van een coherente benadering gericht op toegevoegde waarde Ministerie van VROM KvI Pagina 6/12

7 kunnen de vier kernthema s uit het Bali Actieplan mitigatie, adaptatie, financiering en technologie in hun onderlinge samenhang ten volle worden begrepen en benut. In deze context zal Nederland een actieve, constructieve en ambitieuze rol spelen in de onderhandelingen maar zeker ook daarbuiten. De Nederlandse inzet zal voor een belangrijk deel plaatsvinden in EU-verband onder andere door het Voorzitterschap ondersteuning te bieden, concrete tekstvoorstellen in te dienen en ideeën aan te dragen - maar daarnaast ook in de vorm van aanvullende Nederlandse initiatieven en activiteiten in kleiner verband. In navolging van de actieve Nederlandse klimaatlobby in Europa zal Nederland ook de mondiale klimaatdiplomatie versterken, teneinde maximale invloed uit te oefenen op de onderhandelingen en de uitkomst van Kopenhagen Nederland zal er alles aan doen om de onderhandelingspartners buiten Europa ervan te overtuigen dat een effectief klimaatbeleid in ieders belang is. Het kabinet zal buitenlandse gesprekspartners actief opzoeken met een sterke, ambitieuze boodschap die klimaatverandering, ontwikkeling, internationale veiligheid, duurzaamheid en een nieuwe energietoekomst combineert in een visie op de toekomst en concrete voorstellen. Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland zullen intensiever worden ingezet en nog beter worden voorzien van de laatste informatie over de Nederlandse en Europese inzet in het internationale klimaatdebat. Er zullen onder andere position papers worden uitgewerkt en gedistribueerd, ambtelijke en politieke missies worden ondernomen, evenementen worden georganiseerd en landenanalyses worden uitgevoerd. De Nederlandse inzet zal steeds ondersteund en aangevuld worden met wetenschappelijke informatie en kennis van onze onderzoeks- en kennisinstellingen, mede om de gevolgen van voorgestelde opties duidelijk te kunnen maken. Nederland zal ook oog houden voor, en actie ondernemen in, andere processen en verdragen waar tastbare klimaatwinst kan worden geboekt en waar goede voorbeelden aan kunnen worden ontleend, met name onder het Montreal-protocol. De ozonlaagaantastende stoffen die onder dit Protocol worden gereguleerd hebben ook een aanzienlijke broeikaswerking maar vallen niet onder het Klimaatverdrag. Samenwerking en dialoog met het bedrijfsleven wordt een rode draad bij alle onderdelen van de Nederlandse inzet. Steeds sterker komt de boodschap vanuit het bedrijfsleven dat zij graag beter aangesloten zijn bij de internationale onderhandelingen, vanwege het belang van een duidelijk en langetermijn beleidsraamwerk voor hun investeringsbeslissingen. Voortzetting van de dialoog met het bedrijfsleven is ook belangrijk omdat een groot deel van de financiering voor mitigatiemaatregelen uit private investeringen zal moeten komen. Bedrijven hebben dus een belangrijke rol te spelen. Het kabinet wil graag de ideeën horen van bedrijven over de condities die voor hen nodig zijn, maar ook ten aanzien van acties die bedrijven zelf kunnen nemen om klimaatvriendelijker te investeren en hun eigen emissies of die van hun klanten te beperken. Nederland zal ook de dialoog met het internationale bedrijfsleven intensiveren (o.a. door in gesprek te gaan met een selectie van Chief Executive Officers (CEO s) van multinationale bedrijven) om te zorgen dat de stem van het internationale bedrijfsleven gehoord wordt in de onderhandelingen en om bedrijven te stimuleren om creatieve oplossingen te vinden voor klimaatverandering. 2b. Specifiek Nederland zet zich onverkort in voor klimaatafspraken die effectief, alomvattend en eerlijk zijn conform datgene dat minister Cramer heeft geschreven in haar brief van 21 september jl.. De Nederlandse inzet in het onderhandelingsproces zelf zal zich richten op de vier bouwstenen van het Bali Actieplan - mitigatie, Ministerie van VROM KvI Pagina 7/12

8 financiering, adaptatie en technologie waarbij nadrukkelijke aandacht voor het totaalpakket, dat wil zeggen de onderlinge samenhang tussen de vier bouwstenen. Gegeven de beperkte tijd tot Kopenhagen zullen de verschillende bouwstenen parallel moeten worden opgepakt. Nederland zal haar internationale focus vooral richten op thema s die verbindend kunnen werken, met name financiering en technologie, mede gezien het grote strategische belang van deze onderwerpen voor zowel het oplossen van het klimaatvraagstuk als het bereiken van een internationale overeenkomst. Hieronder worden per thema de speerpunten van de Nederlandse inzet beschreven. (i) Mitigatie, inclusief ontbossing Met een effectief mitigatiebeleid worden de oorzaken van klimaatverandering aangepakt. Mitigatie is een fundamentele pijler van een post-2012 klimaatregime. Zonder een forse trendbreuk in de uitstoot van broeikasgassen zullen de gevolgen van klimaatverandering onbeheersbaar worden. Om de mondiale temperatuurstijging tot 2 graden te beperken dienen de wereldwijde emissies binnen 10 tot 15 jaar hun hoogste niveau te bereiken om daarna te worden terug gebracht tot mogelijk 50 procent beneden het 1990 niveau. Daartoe zullen volgens het IPCC de industrielanden als groep hun emissies met 25 á 40 procent moeten reduceren in 2020 ten opzichte van 1990, terwijl tegelijkertijd ook in ontwikkelingslanden een significante beperking van emissies ten opzichte van geprojecteerde groei nodig is. De EU staat daarom onverkort achter haar voornemen om de eigen emissiereductiedoelstelling van ten minste 20 procent in 2020 op te hogen tot 30 procent op voorwaarde dat andere geïndustrialiseerde landen (zoals de VS) vergelijkbare emissiereductie inspanningen op zich nemen én de meer gevorderde ontwikkelingslanden ook een betekenisvolle bijdrage leveren. De Nederlandse inzet zal zich richten op de volgende speerpunten: Vergroten van het draagvlak om de shared vision, naast een mondiaal langetermijn emissiereductiedoelstelling, te verbreden naar duurzame ontwikkeling, waaronder de inspanningen die nodig zijn om de kwetsbaarheid van landen te verminderen en te komen tot een klimaatbestendige ontwikkeling. Nederland zal dit doen door ideeën te leveren voor die verbreding en binnen de EU een brugfunctie te vervullen voor mondiale afspraken over de realisering van de langetermijn doelstelling van het Verdrag; Uitwerking van mogelijkheden voor differentiatie in de bijdragen van landen aan het post-2012 regime via verschillende vormen van inspanningen en verplichtingen voor ontwikkelingslanden afhankelijk van hun ontwikkelingsniveau, en invulling van het concept van vergelijkbare inspanningen voor ontwikkelde landen; Verbeterde flexibele mechanismen uitwerken, met name het Clean Development Mechanism (CDM). Het CDM heeft zich ontwikkeld tot één van de belangrijkste mechanismen van het Kyoto-protocol en biedt industrielanden toegang tot extra mitigatie opties en ontwikkelingslanden een bron van financiering voor schone technologieën. Voor de toekomst is het van belang de milieuprestatie van het CDM verder te verbeteren, alsmede aanpassingen door te voeren waardoor het CDM zich meer zal richten op de armste ontwikkelingslanden; Sectorale benaderingen uitwerken en toetsen. Te denken valt aan een proefproject in Mexico op dit terrein dat vorig jaar van start is gegaan; Ondernemen en bevorderen van concrete internationale samenwerking op het terrein van duurzame biomassa en CO 2 -opslag; Voorkomen van ontbossing. Nederland heeft namens de EU actief bijgedragen aan de totstandkoming van het besluit over ontbossing en zal in het vervolg op Bali een actieve rol blijven spelen op dit onderwerp. Hierbij zullen waar mogelijk de landen van de Coalition for Rainforest Nations in hun inspanningen worden ondersteund, voortbouwend op de activiteiten die minister Cramer in deze zin op Bali heeft ondernomen. Zij heeft onder andere deelgenomen aan een overleg georganiseerd door Ministerie van VROM KvI Pagina 8/12

9 de zogenaamde F-11, de landen met het meeste tropisch regenwoud. Voor dit overleg waren de G8- landen en enkele industrielanden die actief zijn in de onderhandelingen over de aanpak van ontbossing, uitgenodigd. Tijdens het overleg stonden het belang van een adequate aanpak van ontbossing binnen het Klimaatverdrag en de benodigde samenwerking tussen ontwikkelingslanden en industrielanden, centraal. Verder heeft minister Cramer gesproken met haar collega van Papoea Nieuw Guinea, één van de oprichters van de Coalition for Rainforest Nations. Beide ministers bespraken hoe de inzet van hen beiden elkaar kan versterken. Voorts ondersteunt het kabinet het opzetten van proefprojecten om de haalbaarheid en wenselijkheid van verschillende opties voor de aanpak van ontbossing onder het Klimaatverdrag. Dit vindt onder andere plaats via de Forest Carbon Partnership Facility (FCPF) van de Wereldbank. (ii) Financiering Ongekend grote investeringen en geldsstromen voor zowel mitigatie als adaptatie zullen nodig zijn om klimaatverandering het hoofd te bieden. Het grootste deel hiervan zal van de private sector moeten komen en in dit verband is de koolstofmarkt een onmisbaar instrument. De markt kan echter niet alleen in de gehele financieringsbehoefte voorzien. Nieuwe en innovatieve mechanismen zullen moeten worden ontwikkeld die beantwoorden aan de vraag naar beter toegankelijke, adequate, stabiele en voorspelbare financiering. Ook zullen nieuwe bronnen van middelen moeten worden benut voor het nieuwe en aanvullende publieke geld dat wereldwijd nodig is, bovenop de huidige ODA-stromen, op basis van de principes de vervuiler betaalt, solidariteit en verantwoordelijkheid. Nederland is zeker bereid haar aandeel in de benodigde geldstromen te blijven leveren, zoals wij altijd al hebben gedaan. Nederland is immers sinds jaar en dag één van de koplopers met een ODA-budget ter grootte van 0,8 procent van het Bruto Nationaal Product. Daarbovenop hebben wij in het Coalitieakkoord een extra enveloppe voor duurzame energie in ontwikkelingslanden beschikbaar gesteld. Een solide en samenhangende financiële architectuur is daarnaast onmisbaar voor een overeenkomst over een post-2012 klimaatregime. Samen met technologie is financiering de schakel die ontwikkelde en ontwikkelingslanden verbindt. Afspraken op dit gebied kunnen de benodigde doorbraak opleveren. Nederland zet zich daarom in om een eerlijke en effectieve internationale financiële architectuur tot stand te brengen. Een dergelijk stelsel zorgt ervoor dat beschikbaar geld in principe voor alle landen toegankelijk is en dat geen grote groepen landen buiten de boot vallen. En een effectief stelsel is er één waarbij VNorganisaties en multilaterale financiële instellingen actie nemen en gelden besteden op basis van een duidelijke en breed gedragen werkverdeling, die geen overlap kent en die gebaseerd is op de comparatieve kracht van de verschillende instellingen. De urgentie van voortgang op dit gebied is hoog, zowel om de klimaatproblematiek op te lossen als om een internationale afspraak te kunnen sluiten. Nederland heeft hier sinds Bali bij verschillende gelegenheden voor gepleit, o.a. tijdens de beheersraad van het milieuprogramma van de VN (UNEP) in februari jl. Ook heeft minister Cramer namens de Nederlandse regering de noodzaak om te komen tot een adequate financiële architectuur krachtig onderstreept tijdens de themabijeenkomst in februari dit jaar over klimaatverandering van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De concrete Nederlandse prioriteiten zijn: Initiatief nemen bij het vormgeven van een coherente, efficiënte en eerlijke financiële architectuur (incl. bijbehorende financiële mechanismen) en taakverdeling tussen internationale financiële instellingen waaronder ook tegengaan van wildgroei in ongecoördineerde initiatieven, onder andere door de inzet van EU-ministers hiervoor te stimuleren. Zo is op initiatief van minister Cramer bij de Milieuraad van 3 maart jl. besloten om op hoog niveau verder te werken aan de financiële architectuur voor klimaatverandering. Tevens wordt, in consultatie met gelijkgezinde landen, ingezet op een zo effectief Ministerie van VROM KvI Pagina 9/12

10 en efficiënt mogelijk Strategic Framework voor Climate Change, dat in discussie is bij de Wereldbankgroep en waarover bij de jaarvergadering zal worden besloten. Nederland is er voorstander van dat adequate, voorspelbare, nieuwe en additionele financiële ruimte wordt geschapen voor de ondersteuning van de armste ontwikkelingslanden en van die andere ontwikkelingslanden die bereid zijn ook een bijdrage te leveren aan het klimaatbeleid. Dit is ook in lijn met hetgeen in Bali is afgesproken. Nederland is van mening dat de EU hiertoe zo spoedig mogelijk initiatieven dient te nemen. Intensiveren van de dialoog met het bedrijfsleven over mobilisering van geldstromen voor mitigatie en adaptatie. In kaart brengen en beter benutten van bestaande financiële kanalen ten behoeve van klimaatverandering. Zoals hierboven al aangegeven zal de private sector bij deze inzet onmisbaar zijn. (iii) Adaptatie De druk en noodzaak om naast mitigatie ook tot goede afspraken te komen over adaptatie worden steeds groter. De gevolgen van de uitstoot uit het verleden manifesteren zich nu en het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) maakt duidelijk dat klimaatverandering nationale en internationale ontwikkelingsdoelen, zoals de Millennium Development Goals, in gevaar brengt. Nederland zet zich daarom in om binnen ontwikkelingssamenwerking rekening te houden met de risico s van klimaatverandering en deze te integreren in beleid, uitvoering en budgetplanning. De prioriteiten ten aanzien van adaptatie zijn: Het verkrijgen van beter inzicht in adaptatiemaatregelen in de praktijk. In reactie op de vraag van partners in ontwikkelingslanden en in samenwerking met andere donoren in ontwikkelingslanden zal Nederland zich actief inzetten in het verkrijgen van beter inzicht in de klimaatrisico s en de wijze waarop deze beter beheersbaar zijn. Helpen opstellen van OESO-richtlijnen voor de manier waarop adaptatie kan worden geïntegreerd in ontwikkelingssamenwerking. Nederland zit samen met Zwitserland het task team voor dat aan de opstelling van deze richtlijnen werkt. Het verbeteren van het inzicht in de kosten en baten van adaptatie, waaraan het op Bali gelanceerde onderzoek (zie boven) een belangrijke bijdrage zal leveren; Het vergroten van het draagvlak in Nederland voor de adaptatieagenda in ontwikkelingslanden, middels de uitvoering van het klimaatakkoord dat in 2007 op Schokland werd gesloten; Het beschikbaar stellen van Nederlandse kennis op het gebied van water- en deltatechnologie, met nadruk op klimaatadaptatie. Dit is één van de thema s van de kabinetsvisie op het waterbeleid ("Nederland veroveren op de toekomst") en de Catshuis-sessie over duurzaamheid; Verdere kennisontwikkeling op het gebied van monitoring van klimaatsystemen en het uitvoeren van internationaal onderzoek op dit gebied. Het inzetten op een samenhangend beleid ten behoeve van klimaatverandering en duurzame voedselvoorziening. Hierbij zal worden aangesloten bij CSD 16&17 vanwege haar thematische agendering voor de periode (landbouw, rurale ontwikkeling, droogte, verwoestijning en Afrika) en de werkzaamheden van de FAO op het gebied van klimaatverandering en rurale ontwikkeling. (iv) Technologie Er is een brede erkenning dat technologie een sleutelrol zal spelen bij toekomstige klimaatafspraken. Vandaar dat het Bali Actieplan speciale aandacht besteedt aan de rol van technologie ontwikkeling en overdracht. De Expert Group On Technology Transfer heeft met het nieuwe mandaat een verbreding van haar takenpakket en zal de komende 2 jaar als denktank fungeren voor langetermijn (na 2012) technologie Ministerie van VROM KvI Pagina 10/12

11 strategieën. Zij zal zich inzetten voor een langetermijn, multilateraal technologie samenwerkingskader. Daarbij zal aandacht worden besteed aan de behoefte aan effectieve financieringsmechanismen en instrumenten. Deze ondersteunen technologie ontwikkeling en overdracht in de verschillende fasen van het innovatieproces. Er is verder aandacht voor de lokale condities die nodig zijn voor een duurzame technologie overdracht. Veel processen, overeenkomsten en organisaties op het gebied van technologie overdracht spelen zich af buiten de UNFCCC. Speerpunten voor de Nederlandse inzet zijn: Optimaal benutten van het lidmaatschap van de Expert Group on Technology Transfer; Intensiveren en ondersteunen van activiteiten voor de vormgeving en stimulering van een technologie samenwerkingskader op grond van eigen expertise; Verlenen van ondersteuning bij de ontwikkeling van Technology Needs Assessments. 3. De internationale context Hoewel de Europese Unie en Nederland alle reden hebben om tevreden te zijn met het Bali Actieplan, staat de internationale gemeenschap voor een enorme opgave om binnen twee jaar een mondiaal akkoord te bereiken over een effectief klimaatregime. Er staan grote belangen op het spel, veelal gevoed vanuit de vrees dat ambitieus en bindend klimaatbeleid grote gevolgen zal hebben voor de economische groei. Een succesvolle afsluiting van de onderhandelingen zal voor een groot deel afhangen van de vraag of de grote spelers, dan wel groepen, overtuigd kunnen worden van de economische en maatschappelijke noodzaak van ingrijpende maatregelen. Het jaar 2008, in het bijzonder de CoP in Poznan, zal een belangrijk moment zijn om juist ten aanzien van die inhoudelijke aspecten van de klimaatonderhandelingen vooruitgang te boeken en de contouren zichtbaar te maken van het akkoord in Kopenhagen. Hieronder een voorlopige analyse van het internationale speelveld. De belangrijkste spelers in het onderhandelingsproces naar Kopenhagen zijn de VS, China, India, Japan, de Russische Federatie en de EU. De stille kracht is de groep armste landen, die veel te winnen en te verliezen heeft bij klimaatverandering, maar zich krachtiger zou kunnen laten horen in de onderhandelingen. Dat laatste is echter moeilijk omdat de landen zich laten vertegenwoordigen in de G77, een groep die gedomineerd wordt door grote ontwikkelingslanden. Het is moeilijk te voorspellen hoe deze diversiteit van belangen binnen de G77 in de onderhandelingen uitpakt, maar het is duidelijk dat de ontwikkelingslanden inhoudelijk noch politiek het homogene blok zijn dat zij vroeger waren. Cruciaal is de positie van de VS, die zich in recente tijden positiever opstelt in publieke uitlatingen, waarschijnlijk vooral gedreven door de interne politieke situatie. Ook in internationale bijeenkomsten laat de VS zich van een meer constructieve kant zien en heeft president Bush kort geleden zelfs gesteld dat de VS de leiding heeft in de strijd tegen klimaatverandering. Er wordt in het Congres serieus gesproken over invoering van een nationaal emissiehandelssysteem en ook de energiewet die in december werd aangenomen is een teken dat de VS beweegt. Hoewel pas na het aantreden van de nieuwe regering en het nieuwe Congres in januari 2009 duidelijk zal worden hoe de VS zich in de internationale onderhandelingen zal positioneren, lijkt de mogelijkheid groter dat de VS zich committeert aan concrete doelstellingen, mits grote ontwikkelingslanden als China en India bereid zijn om een deel van de verantwoordelijkheid op het gebied van mitigatie te dragen. De economisch meer gevorderde ontwikkelingslanden (vooral China en India) spelen dan ook een sleutelrol. Alleen als deze landen de groei in hun broeikasgasemissies weten te beteugelen kan klimaatverandering tot een beheersbare omvang worden beperkt. Hoewel zij historisch gezien veel minder hebben bijgedragen aan de wereldwijde emissies dan de industrielanden en hun uitstoot per hoofd van de Ministerie van VROM KvI Pagina 11/12

12 bevolking ver onder het niveau blijft van ontwikkelde landen, zal de grootste toename van de uitstoot juist in deze landen plaatsvinden. Het ambitieniveau van het nationale beleid lijkt aan te geven dat ook deze landen (met name China) inzien dat zij iets te winnen hebben bij een effectief internationaal klimaatbeleid, te weten het bevorderen van innovatie, energiezekerheid, water- en voedselvoorziening, volksgezondheid en daarmee politieke stabiliteit. Financiële ondersteuning en overdracht van technologie zijn voor deze landen essentiële voorwaarden voor een bijdrage aan klimaatbeleid. Ook binnen de groep van economisch meer gevorderde ontwikkelingslanden zijn er overigens grote verschillen. Landen als Mexico, Indonesië, Zuid-Afrika en Argentinië stellen zich constructief op en zijn daarmee belangrijke partners van de EU. India is een zeer terughoudende onderhandelingspartner. De geïndustrialiseerde landen zijn aan hun welvaart gekomen zonder een prijs te betalen voor uitstoot van broeikasgassen, aldus India, en dus is het onredelijk om van de landen die economisch achter lopen te verwachten dat zij nu wél de prijs moeten betalen voor de uitstoot die gepaard gaat met hun snelle inhaalslag. India zal weinig compromisbereid zijn en eisen dat als er al reductiedoelstellingen komen voor non Annex I landen emissieruimte wordt bepaald op basis van uitstoot per capita. Een belangrijke speler als Japan wil graag een ambitieus internationaal regime en heeft daarbij een sterke voorkeur voor een sectorale, bottom-up benadering, die vooral inzet op energiebesparing en technologische ontwikkeling. De huidige regering wil het beschadigde klimaatimago van Japan in ere herstellen. Rusland en andere energieproducerende landen, die in eigen land nog weinig directe effecten van klimaatverandering zien, stellen zich in de onderhandelingen pragmatisch op. Economisch zelfbehoud geldt als hoogste prioriteit. Ook daar is er belangstelling voor het argument van first mover advantage en onmisbare technologische ontwikkeling. In dit complexe speelveld zal Nederland - met de EU als hefboom, een actieve houding in de onderhandelingen en een intensieve op wetenschappelijke kennis gebaseerde outreach en klimaatdiplomatie - tot het uiterste gaan om in 2009 in Kopenhagen een effectieve, eerlijke en alomvattende klimaatovereenkomst te sluiten. Hoogachtend, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, dr. Jacqueline Cramer A.G. Koenders Ministerie van VROM KvI Pagina 12/12

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 250 Beleidsbrief Ontwikkelingssamenwerking Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWER- KING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag VROM verandert en krijgt een nieuwe huisstijl. Kijk voor meer informatie op www.vrom.nl > Retouradres Postbus 30945 2500 GX DenHaag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 793 Internationale klimaatafspraken Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Klimaat en ontwikkeling

Klimaat en ontwikkeling Klimaat en ontwikkeling Een eerlijk en juridisch bindend klimaatakkoord is van groot belang voor ontwikkelingslanden, omdat deze landen dagelijks de gevolgen ondervinden van klimaatverandering die hoofdzakelijk

Nadere informatie

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Open klimaatlezingen 2009 Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Hans Bruyninckx De eerste stappen in internationaal klimaatbeleid 1979: 1ste World Climate Conference

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 495 Toekomstig internationaal klimaatbeleid Nr. 13 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 30 495 Toekomstig internationaal klimaatbeleid Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Datum

Nadere informatie

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 6 maart 2017 (OR. en) 6981/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 6 maart 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 6626/17 Betreft:

Nadere informatie

Klimaatbeleid van het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu

Klimaatbeleid van het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu Klimaatbeleid van het Ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu Drs. J. Amarello-Williams Minister ATM/ National Focal Point UNFCCC Suriname Inhoud Introductie Milieutaken ATM Stand

Nadere informatie

COP15 Volgende stappen

COP15 Volgende stappen COP15 Volgende stappen De verdere invulling van het Akkoord van Kopenhagen Jos Delbeke Adjunct Directeur-General DG Milieu Europese Commissie Colloquium Hubert David Brussel, 9.02.2010 Complex proces?

Nadere informatie

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015 Werkblad 3 Wetenschap versus politiek De tijd loopt! Jean-Pascal van Ypersele, klimatoloog aan de UCL en ondervoorzitter van het Klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties zegt: We moeten volledig stoppen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Internationale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum IZ. 2007/1133 31 mei 2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Bijlage(n) Datum: 19 november 2018 Betreft: Dutch

Nadere informatie

Klimaat en ontwikkeling

Klimaat en ontwikkeling Klimaat en ontwikkeling Een eerlijk en juridisch bindend klimaatakkoord is van groot belang voor ontwikkelingslanden, omdat deze landen dagelijks de gevolgen ondervinden van klimaatverandering die hoofdzakelijk

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 21 december 2017 Betreft Resultaten COP23 te Bonn

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 21 december 2017 Betreft Resultaten COP23 te Bonn > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie 4.10.2016 B8-1043/8 8, Jo Leinen, Julie Girling, Gerben-Jan Gerbrandy, Visum 14 bis (nieuw) gezien de encycliek "Laudato si'", 4.10.2016 B8-1043/9 9, Jo Leinen, Julie Girling, Gerben-Jan Gerbrandy, Paragraaf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-08 Milieuraad Nr. 523 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2014 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 21 501-08 Milieuraad Nr. 469 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie 13.6.2017 A8-0208/50 50 Overweging 1 (1) Wat de reductie van de in de EU uitgestoten broeikasgassen betreft, schaarde de Europese Raad zich in zijn conclusies van 23-24 oktober 2014 over het kader voor

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. De waarnemend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. De waarnemend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven 2017D19573 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 495 Toekomstig internationaal klimaatbeleid Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de

Nadere informatie

Klimaatbeleid na Kyoto

Klimaatbeleid na Kyoto Klimaatbeleid na Kyoto Martin Scheepers ECN Beleidsstudies Euroforum CO 2 -Reductie Scheveningen, 27 september 2006 www.ecn.nl Inhoud 1. Wat is nodig voor effectief klimaatbeleid? 2. Wat is er veranderd

Nadere informatie

Eindexamen maatsschappijwetemschappen vwo I

Eindexamen maatsschappijwetemschappen vwo I Opgave 2 Klimaatconferentie in Kopenhagen Inleiding Van 7 tot 18 december 2009 werd een internationale klimaatconferentie (klimaattop) gehouden in Kopenhagen. Op deze conferentie van de Verenigde Naties

Nadere informatie

Datum 9 februari 2010 Betreft Uitgebreid verslag van de klimaatconferentie in Kopenhagen, 7-19 december 2009

Datum 9 februari 2010 Betreft Uitgebreid verslag van de klimaatconferentie in Kopenhagen, 7-19 december 2009 > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Uitgebreid

Nadere informatie

De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen

De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen Bert De Wel Studiedienst ACV Overzicht 1.Ons klimaatengagement 2.Evaluatie van het resultaat 3.Na Kopenhagen 1. Ons Klimaatengagement De vakbonden hebben aanzienlijk

Nadere informatie

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Klimaatakkoord Rijk en UvW Klimaatakkoord Rijk en UvW Politieke en beleidsmatige context (klimaatbeleid) Rafaël Lazaroms 25 mei 2010 1 Inhoud presentatie Voorstellen Internationaal en nationaal klimaatbeleid Positie waterschappen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag. Den Haag, november 2004 De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus 20061 2500 EB Den Haag Den Haag, november 2004 Hierbij dank ik u mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Het kabinet is verheugd dat het akkoord voorziet in een eigentijdse vorm van

Het kabinet is verheugd dat het akkoord voorziet in een eigentijdse vorm van > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Een nieuwe start voor sociale dialoog

Een nieuwe start voor sociale dialoog Een nieuwe start voor sociale dialoog Verklaring van de Europese sociale partners, de Europese Commissie en het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie In het Verdrag betreffende de werking van

Nadere informatie

Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews

Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews WWViews C/o The Danish Board of Technology Antonigade 4 DK-1106 Copenhagen K Denemarken Tel +45 3332 0503 Fax +45 3391 0509 wwviews@wwviews.org www.wwviews.org

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DN. 2008/ april 2008

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DN. 2008/ april 2008 Directie Natuur De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DN. 2008/1538 25 april 2008 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE Klimaatakkoord Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE BETREFT Procesbrief Klimaatakkoord DEN HAAG ONS KENMERK 5 oktober 2018 18.34838

Nadere informatie

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) 13157/16 ECOFIN 893 ENV 653 CLIMA 139 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Klimaatfinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Nr. 1789 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-08 Milieuraad Nr. 584 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 december 2013 Betreft Uitkomst Klimaatconferentie Warschau

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 december 2013 Betreft Uitkomst Klimaatconferentie Warschau > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima

Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima EURO-LATIJNS-AMERIKAANSE PARLEMENTAIRE VERGADERING Boodschap aan de vijfde Top Europese Unie Latijns-Amerika en het Caribisch gebied op 16 en 17 mei 2008 in Lima donderdag 1 mei 2008 Lima (Peru) DV\721105.doc

Nadere informatie

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum

Nadere informatie

Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht Exodus dreigt bij Internationaal Strafhof.

Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht Exodus dreigt bij Internationaal Strafhof. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2016 (OR. en) 8792/1/16 REV 1 FISC 73 ECOFIN 383 NOTA I/A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e

Nadere informatie

Datum 12 oktober 2009 Betreft onderhandelingsinzet Kopenhagen en appreciatie Commissiemededeling klimaatfinanciering

Datum 12 oktober 2009 Betreft onderhandelingsinzet Kopenhagen en appreciatie Commissiemededeling klimaatfinanciering > Retouradres postbus 30945 2500 GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 postbus 30945 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft onderhandelingsinzet

Nadere informatie

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort Klimaat & Klimaatverandering Gevolgen klimaatverandering Opwarming van de Aarde Broeikaseffect Klimaatmodellen An Inconvenient Truth VN - Akkoord van Parijs Nederlands

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Want als er in Marrakech iets duidelijk is geworden dan is het wel dat we inmiddels in een andere wereld leven dan in 2001.

Want als er in Marrakech iets duidelijk is geworden dan is het wel dat we inmiddels in een andere wereld leven dan in 2001. Speech NKC, Den Bosch 23/11/16 In maart 2001 liet de toenmalige president van de Verenigde Staten, George W. Bush, weten dat de VS het Kyoto Protocol niet zou ratificeren. Toch werden in de herfst van

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B

10997/19 DAU/cg 1 RELEX.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2019 (OR. en) 10997/19 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juli 2019 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9233/19 Betreft:

Nadere informatie

Voorstel voor nieuwe verordening

Voorstel voor nieuwe verordening Voorstel voor nieuwe verordening LIFE-programma 2014-20202020 EU financiering voor milieu en klimaatactie Publ. 12 December 2011 Structuur van presentatie 1. Context 2. Doelstellingen 3. Structuur 4. Typen

Nadere informatie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie; mededeling bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

12807/16 mak/sl 1 DG E 1B

12807/16 mak/sl 1 DG E 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2016 (OR. en) 12807/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 30 september 2016 aan: de delegaties CLIMA 132 ENV 630 ONU

Nadere informatie

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland Gastcollege door Sander Brinkman Haagse Hogeschool Climate & Environment 4 september 2008 Introductie Studie Bodem, Water en Atmosfeer, Wageningen Universiteit Beroepsvoorbereidendblok UNFCCC CoP 6, Den

Nadere informatie

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 14 november 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het Kyoto-protocol en het

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving Courtesy Vertaling Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC Taakomschrijving Achtergrond Tegen het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de wereldwijde opwarming van

Nadere informatie

Status van REDD+ in de klimaatonderhandelingen

Status van REDD+ in de klimaatonderhandelingen 1 Status van REDD+ in de klimaatonderhandelingen Achtergrond, stand van zaken & toekomst Kelly Hertenweg Belgische piloot REDD+ Europese onderhandelaar en issue leader REDD+ Kelly.hertenweg@milieu.belgie.be

Nadere informatie

Betreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag

Betreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag Brussel, 7 december 1976 N 0 T A Betreft : Europese Raad van 29/30 november 1976 te Den Haag Q ~ 1~~~~-Y~- ~_Y ~~!!~ 1. Economische situatie De Europese Raad heeft een diepgaand onderzoek gewijd aan de

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2016 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2016 (OR. en) 12447/16 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad LIMITE CLIMA 115 ENV 598 ONU 98 DEVGEN 201 ECOFIN 814 ENER 327 FORETS

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit Prof. dr. Maarten Hajer Waarom deze studie? 2 Convention on Biological Diversity (CBD) Rio de Janeiro 1992 193 landen, 3 doelen 18-29 oktober 2010: COP10

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen bij kustverdediging Workshop Kustverdediging, visserij en toerisme : klimaatadaptatie warm aanbevolen?, Bredene 25 mei 2011 Overzicht 1. Internationaal adaptatiebeleid

Nadere informatie

BRIEFADVIES 22 septtember

BRIEFADVIES 22 septtember BRIEFADVIES 22 september 2011 Over het EU-standpuntt voor de klimaattop in Durban 11 56 Mevrouw Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Koolstraat 35 bus 5 1000 Brussel Datum

Nadere informatie

Klimaatverandering en Ontwikkeling

Klimaatverandering en Ontwikkeling Climate Klimaatverandering en Ontwikkeling BTC Infocyclus, 4 dec 2016 Julie Vandenberghe WWF Michel Roggo / WWF-Canon Index 1. Back to the basics: de wetenschap 2. Impact op het Zuiden 3. Internationale

Nadere informatie

VIMG 13 NOV 2015 (070)

VIMG 13 NOV 2015 (070) Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad 13 NOV 2015 VIMG Vereniging van Nederlandse Gemeenten informatiecentrum tel. uw kenmerk bijlage(n) (070) 373 8393 betreft ons kenmerk datum VNG activiteiten

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie 8.9.2017 A8-0258/36 36 Artikel 1 alinea 1 punt -1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies lid 2 Bestaande tekst 2. Vanaf 1 januari 2013 wordt 15 % van de rechten geveild. Dit percentage kan

Nadere informatie

13875/15 MAK/mt 1 DGG 1A

13875/15 MAK/mt 1 DGG 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 10 november 2015 (OR. en) 13875/15 ECOFIN 835 ENV 681 CLIMA 125 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Financiering

Nadere informatie

Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen

Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen 1 van 6 09-08-17 07:21 nieuws.achmea.nl Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen 7-9 minuten Leo Meyer is met pensioen, maar ook weer niet. Hij werkte jarenlang in de energiesector

Nadere informatie

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli Voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli Voorzitter van de commissie, Agnes Mulder Tweede Kamer der Staten- Generaal Vergaderjaar 018-019 1 501-08 Milieuraad Nr. 785 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli 019 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 793 Internationale klimaatafspraken Nr. 185 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Contactpersoon Anne Poorta T +31-70-3485428

Nadere informatie

Geachte commissarissen, leden van het Europees Parlement, collega s,

Geachte commissarissen, leden van het Europees Parlement, collega s, Speech door staatssecretaris Dijksma van Milieu op de Klimaatsessie over burgerluchtvaart en zeescheepvaart tijdens de gezamenlijke Informele Transport- en Milieuraad op 15 april 2016. Geachte commissarissen,

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties Beleid voor verantwoord beleggen Inhoudsopgave 1. Doel van verantwoord beleggen... 3 2. De pijlers van het beleid voor verantwoord beleggen... 3 3. Integratie

Nadere informatie

Beleidsplan Soul Venture

Beleidsplan Soul Venture Beleidsplan Soul Venture Dit document beschrijft het beleidsplan dat is geformuleerd bij de oprichting van Stichting Soul Venture. Inleiding Stichting Soul Venture is een initiatief van Riksja Travel.

Nadere informatie

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner

Watersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner Memo Aan deelnemers diner-debat Eye Kopie aan Contactpersoon Rik van Terwisga Datum 8 januari 2015 Onderwerp Vervolg Debat-diner "Watersysteem van de Toekomst" Watersysteem van de Toekomst: vervolg

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directie Europese en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE istock Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE Overzicht van het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie 2014-2020 Klimaat Wat is het nieuwe LIFE-subprogramma Klimaatactie? De Europese staatshoofden

Nadere informatie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Jan Haers 07.02.2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht ILUC 2030 klimaat-energiekader Mededeling over energieprijzen en kosten Mededeling over overheidsinterventie

Nadere informatie

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I

14890/09 gar/gar/sd 1 DG I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 oktober 2009 (26.10) (OR. en) 14890/09 ENV 720 MAR 152 TRANS 414 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: De delegaties Betreft: Een EU-strategie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-08 Milieuraad Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Toespraak van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen op de Watersectorbijeenkomst, 2 februari 2011

Toespraak van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen op de Watersectorbijeenkomst, 2 februari 2011 Toespraak van staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen op de Watersectorbijeenkomst, 2 februari 2011 Dames en heren, Laat ik beginnen met een citaat. Een rivier is een reusachtig organisme.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 7 februari 2017 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Groene Suriname Strategie

Groene Suriname Strategie Groene Suriname Strategie Economische ontwikkeling die de natuurlijke rijkdommen benut, met behoud van Suriname s status als het groenste land ter wereld Er is een vreemde paradox in de internationale

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1953 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I); RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (07.10) (OR. en) 13164/03 EEE 40 NOTA I/A-PUNT van: de Groep Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) d.d.: 2 oktober 2003 aan: COREPER II/de Raad Betreft:

Nadere informatie

Algemene Rekenkamer..,

Algemene Rekenkamer.., Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 E voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 644 final 2017/0286 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 25.10.2012 2012/0120(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie