Kenmerken en eigenschappen. Community Support. Versie 6, 27 augustus 2009

Transcriptie

1 C Kenmerken en eigenschappen Community Support

2 1: Hulpbronnen uit het sociale netwerk ( familie, kennissen, buurt) worden systematisch opgespoord en benut bij de hulpverlening. Er wordt methodisch gezocht naar hulpbronnen in het sociale netwerk. Hulpbronnen werken ook aan de hand van het plan en krijgen coaching van de supportmedewerker. Doordat de hulpverlening gezocht wordt dichtbij de hulpvrager is het effect van de hulpverlening optimaal en wordt de integratie in de samenleving als vanzelf bevorderd. Eenzaamheidsgevoelens nemen af, de betekenis die de hulpvrager voor anderen heeft neemt toe en de hulpvrager krijgt een beter sociaal netwerk. Doordat de hulpvrager een beter sociaal netwerk krijgt, ontvangt hij ook meer steun uit zijn omgeving. 2. Er is een vaste contactpersoon die het de hulpvrager mogelijk maakt de regie optimaal in eigen handen te houden. Samen met de supportmedewerker wordt gestructureerd en resultaatgericht gewerkt aan vergroten van de zelfredzaamheid van de hulpvrager. Daarbij wordt systematisch gebruik gemaakt van de hulpbronnen die aanwezig zijn in de omgeving van de hulpvrager. De supportmedewerker is expert in het gewone leven en geeft steun bij de regie. 3. De hulpverlening is dialooggestuurd. De hulpvrager en supportmedewerker zoeken in dialoog naar de juiste richting van de hulpverlening. We gaan niet uit van het de klant is koning paradigma. De hulpvrager en supportmedewerker werken met elkaar samen teneinde iets te bereiken. Hetgeen bereikt moet worden wordt aangedragen door de hulpvrager. Deze doet een beroep op de deskundigheid van de supportmedewerker. De supportmedewerker is een professional, die naast zijn eigen deskundigheid een beroep kan doen op ondersteuning vanuit een multidisciplinair team. De relationele betrekking tussen hulpvrager en supportmedewerker wordt gekenmerkt door doelgerichtheid, wederzijds vertrouwen, geloof in de mogelijkheden van de hulpvrager, oplossingsgerichtheid, erkenning van professionele deskundigheid, 4. De hulpverlening komt ook ten goede aan andere leden van het gezin met een hulpvraag. Als er meerdere leden in het gezin zijn met een hulpvraag, dan wordt er één plan opgesteld voor de betreffende gezinsleden. De hulpverleners werken gezamenlijk aan een integraal plan. 5. Het integrale plan kan door alle hulpverleners gebruikt worden. Vaak zijn meerdere hulpverleners betrokken bij de hulpverlening. Deze hulpverleners werken vaak bij verschillende organisaties. Door middel van het integrale plan en het bij Community Support behorende hulpvragervolgsysteem kunnen medewerkers van verschillende organisaties goed met elkaar samenwerken en communiceren. 6: Regie over de hulpverlening blijft bij de hulpvrager. De hulpvrager krijgt greep op zijn leven en de hulpverlening. Hulpvragers hebben actief een bepalende stem in de richting van de hulpverlening, de doelen die nagestreefd worden, de werkwijze die gekozen wordt, de keuze van de hulpverleners. De hulpverlening is ook altijd

3 transparant voor de hulpvrager. Er wordt niet zonder de hulpvrager overlegd, de hulpvrager weet altijd aan welke doelen er gewerkt wordt en wat er gerapporteerd wordt. 7. Op sterkten gebaseerde hulpverlening. Je kunt niet iemand anders zijn dan je bent en het is goed dat je niet zo bent als anderen. Te vaak krijgen cliënten met het horen van hun diagnose het idee dat ze een probleem zijn. Vergeten wordt de positieve kanten, de sterke eigenschappen en de talenten te noemen. Bij Community Support gaan we er van uit dat er betere resultaten gehaald worden met een werkwijze welke gebaseerd is op sterkten. In het medisch model wordt van de stoornis de hoofdzaak gemaakt. Bij Community support zijn de talenten de hoofdzaak en de stoornis een bijzaak. Veel mensen voelen zich al in een isolement. Door ook nog eens de nadruk te leggen op hetgeen verkeerd gaat wordt het isolement nog groter. We vinden het heilzamer om te focussen op het positieve en eventueel probleemgedrag in andere banen te leiden. 8. Waardering en erbij horen. Veel aandacht is er voor de sociale rol die de hulpvrager momenteel heeft en de rol die hij kan en wil bekleden. Veel hulpvragers voelen zich opgesloten in de rol van cliënt. Ze ervaren vaak een laag gewaardeerde status. Om die reden kijken we altijd naar wat iemand wil leren, wat voor werk hij wil doen en waar hij aan mee wil doen in zijn vrije tijd. 9. Er wordt altijd gezorgd voor een dagbesteding. Dagbesteding zien we als essentieel voor mensen. Bij hulpvragers die nog geen dagbesteding hebben zal hier altijd de nodige aandacht voor zijn. Indien nodig zorgen we voor ondersteuning bij het werken. De voorkeur gaat daarbij uit naar werk in de samenleving. 10: Taak en houding van de professionele hulpverlener is aanvullend aan de mogelijkheden van de hulpvrager en het netwerk. De professionele hulpverleners stellen hun kennis beschikbaar, maar nemen de regie niet over. De professional laat zoveel mogelijk over aan hulpvrager en zijn netwerk en probeert zichzelf, waar mogelijk, overbodig te maken. Eigen kracht van de hulpvrager en zijn netwerk zijn belangrijk. 11: De supportmedewerker is gespecialiseerd in het analyseren en verbeteren van sociale netwerken. Omdat sociale netwerken een centrale rol spelen bij de ondersteunen, zorgen we er voor dat de hulpverleners intern geschoold worden in het in kaart brengen van sociale netwerken, het opstellen van een verbeterplan en het verbeteren van het sociale netwerk. 12. Alle hulpverleners worden gesuperviseerd door gedragswetenschappers. Intern doen alle hulpverleners mee aan individuele en groepsgewijze supervisie. 13. Speciaal voor Community Support is een digitaal hulpvragervolgsysteem ontwikkeld.

4 Het volgsysteem maakt het mogelijk de planning van de hulpverlening goed in beeld te houden, resultaten te meten en maakt samenwerking tussen hulpverleners van verschillende organisaties makkelijk mogelijk 14. Door het hulpvragervolgsysteem is het mogelijk continu de voortgang te evalueren. De manier van werken is resultaatgericht. De hulpvrager en hulpverleners werken aan concrete en haalbare doelen. De hulpverlening bestaat uit elkaar opeenvolgende korte verbeterrondes. Steeds wordt nagegaan wat wel werkt en wat minder. Zo kan steeds beter aangesloten worden bij de leerstijl van de hulpvrager. 15. Er is op een makkelijke manier goede samenwerking mogelijk tussen hulpverleners van verschillende hulpverleningsinstellingen. Heldere en snelle communicatie zijn cruciaal voor een goede samenwerking. Door het hulpvragervolgsysteem is op makkelijke wijze gebruik te maken van een gezamenlijk integraal hulpverleningsplan. Professionele hulpverleners kunnen zo met elkaar samenwerken, maar ook de vrijwillige hulpverleners. In het ondersteuningsplan en het participatieplan staan de doelen van de samenwerking. Het digitale volgsysteem maakt het makkelijk mogelijk dat professionals, zoals een behandelaar, een specialist, een gezinsvoogd van de jeugdbescherming, een reclasseringswerker, hun inbreng hebben. Hierdoor ontstaat er een optimale samenwerking tussen professionele hulpverlening en hulpverlening vanuit het sociale netwerk. De hulpvrager kan hierin volwaardig meedoen en daardoor centraal blijven staan. 16. Ondersteuning op maat. We werken niet met van te voren opgestelde programma s. De supportmedewerker zoekt samen met de hulpvrager uit welke hulp noodzakelijk is. Vervolgens kijken we wat gedaan kan worden door de persoon zelf, zijn netwerk, medewerkers van reguliere instellingen en wanneer nodig door hulpverleners die werken vanuit geïndiceerde zorg en hulpverlening. Diverse methodieken kunnen worden ingezet in de ondersteuning. Veel gebruikte methodieken: CBCL Interactiewijzer Theory of Mind test en training. 'Ik ben uniek' INVRA (Inventarisatie van Redzaamheids Aspect voor wonen en arbeid) en daaraan gekoppelde zelfstandigheidstraining Op eigen benen Dagelijkse routine Mindmappen Leefstijl (sociale vaardigheidstraining) Goldstein (sociale vaardigheidstraining)

5 Kids skills (vaardigheden leren en angsten overwinnen) VRIENDEN programma voor kinderen en jongeren (bij angststoornissen en depressieve klachten) Topperprogramma. Geef me de vijf Sterke/zwakte-analyse Werken met gedragscontracten (transactionele analsye) 'Opstandige kinderen'. Opvoedtrainingsprogramma van Russell A. Barkley 'Geweldloos verzet in gezinnen' van Haim Vaardigheden voor ouders - Werkboek met oefeningen om het zelfbeeld van het kind te verbeteren en gedrag positief te beïnvloeden van A. van Londen. Voedingsadviezen bij ADHD en autisme. 17. Er is een goede prijs kwaliteitverhouding. Door gebruik te maken van hulpbronnen in de omgeving is de hulpverlening beter en goedkoper. Bekend is dat hulpverlening gegeven door direct betrokkenen betere resultaten heeft dat hulpverlening door betaalde krachten. Daarbij moet wel aangetekend zijn dat de professionele hulpverlening een belangrijke rol blijft houden (behandeling, supervisie, gezinsvoogdij, reclassering). Daarnaast zijn er veel minder overheadkosten ( gebouwen, managers) dan normaal. Ook is er sprake van minder vergadertijd. 18. De methode is bruikbaar bij allerlei doelgroepen: Burgers met een verstandelijke beperking Burgers met chronische psychiatrische problematiek Multi-probleem gezinnen Burgers met beperkingen vanwege ouderdom. Burgers met Niet Aangeboren Hersenletsel Burgers met zintuiglijke beperkingen Enz. 19. Steungroepen kunnen allerlei functies hebben: Ondersteuning bij zelfstandig wonen Interventie bij geweld in gezinnen ( ook geweld door kinderen) Doorbreken van schoolverzuim Hulp bij opvoedingsproblemen Oplossen van eenzaamheid Signalering van kindermishandeling Voorkomen van kindermishandeling Voorkomen van uithuisplaatsing Meedoen in de samenleving (inclusie)

6 20. De beschikbare tijd wordt efficiënt gebruikt. Alle hulpverleners worden getraind in het efficiënt omgaan met de tijd ( tijdmanagement) en in het effectief samenwerken. 21. Personeelgebrek. Voor de komende jaren wordt personeelsgebrek verwacht in de zorg. Community Support maakt veel gebruik van mensen uit het sociale netwerk. We zien dat als een verborgen arbeidspotentieel, die we in de toekomst nog hard nodig zullen hebben. De ervaring wijst uit dat de effecten van Community Support positief zijn Vergroting zelfredzaamheid van de hulpvrager. Beter kunnen meedoen in de samenleving (inclusie). Hulpvragers hebben optimale, rechtstreekse zeggenschap over de zorg. Minder vraag naar dure geïndiceerde zorg. Betere sociale netwerken en grotere onderlinge solidariteit in families en buurten. Kwaliteit van leven verbeterd, de hulpvrager kan blijven wonen waar hij wil en krijgt hulp van de mensen die hij zelf uitkiest. Er is meer veiligheid voor de hulpvrager, doordat hij ondersteund wordt door de mensen om hem heen. Bewezen minder behoefte aan geïndiceerde zorg, minder behoefte aan opname. De hulpvrager krijgt een nuttige plaats in de samenleving. Minimale overheadkosten voor gebouwen en managers. Niet de organisatie, maar de hulpvrager staat centraal. Voor mensen uit het netwerk blijkt het functioneren als hulpbron vaak een eerste stap te zijn om zelf weer te gaan re-integreren. Goede samenwerking tussen hulpverleners van diverse organisaties.