LANDELIJK PROTOCOL EERSTE HULP POLITIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LANDELIJK PROTOCOL EERSTE HULP POLITIE"

Transcriptie

1 LANDELIJK PROTOCOL EERSTE HULP POLITIE Redactie: R.H.F.M. Appelhof E.A.R. Ariëns P.A. Mantel K.J.M. Mertens H.N. den Nieuwenboer W.L.M. ten Wolde Met dank aan: Docenten Politieacademie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopiëren, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Politieacademie. Juni 2011; ISBN

2 Inhoud 1 Voorwoord 2 Methodiek protocollen 3 Algemeen 4 (A)irway 5 (B)reathing 6 (C)irculation 7 (D)isability 8 (E)xposure 9 Verschijnselen 10 Overzichten 11 Toelichting 12 Afkortingen 13

3 Inhoud 1

4 1.1 Inhoudsopgave 1. (Alfabetische) inhoudsopgave 2. Voorwoord 3. Methodiek protocollen 4. Algemeen 4.1 Beoordelen vitale functies 4.2 Bepalen urgentie medische zorg 4.3 Constateren dood 4.4 Controle vitale functies 4.5 (Groot) ongeval 5. (A)irway 5.1 (A)irway 5.2 Luchtwegobstructie door vreemd voorwerp 6. (B)reathing 6.1 (B)reathing Oogletsel Oververhitting Rugpijn en -letsel Schedel- en hersenletsel Suikerziekte Vergiftiging Wegrakingen Wonden 11. Overzichten 11.1 Hoog letselrisico 11.2 Regel van Risico besmetting 12. Toelichting op de protocollen 13. Afkortingen 7. (C)irculation 7.1 (C)irculation 7.2 Basale reanimatie volwassene 7.3 Basale reanimatie kind 8. (D)isability 8.1 (D)isability (incl diabetes) 9. (E)xposure 9.1 (E)xposure 10. Verschijnselen 10.1 Aangezichts-, mond-, kaak- en tandletsel 10.2 Alcohol en drugs 10.3 Allergische reactie 10.4 Beroerte 10.5 Borst-/buik-/bekkenletsel 10.6 Borstpijn 10.7 Brandwonden 10.8 Drenkeling 10.9 Hyperventilatie Letsel aan armen en benen Nek-/halsletsel Neusbloeding Onderkoeling 2

5 1.2 Alfabetische inhoudsopgave Aangezichts-, mond-, kaak- en tandletsel 10.1 (A)irway 5.1 Alcohol en drugs 10.2 Allergische reactie 10.3 Basale reanimatie kind 7.3 Basale reanimatie volwassene 7.2 Beoordelen vitale functies 4.1 Bepalen urgentie medische zorg 4.2 Beroerte 10.4 Borst-/buik-/bekkenletsel 10.5 Borstpijn/pijn op de borst 10.6 Brandwonden 10.7 (B)reathing 6.1 (C)irculation 7.1 Constateren dood 4.3 Controle vitale functies 4.4 (D)isability (incl diabetes) 8.1 Drenkeling 10.8 (E)xposure 9.1 (Groot) ongeval 4.5 Hoog letselrisico 11.1 Hyperventilatie 10.9 Letsel aan armen en benen Luchtwegobstructie door vreemd voorwerp 5.2 Nek-/halsletsel Neusbloeding Onderkoeling Oogletsel Oververhitting Regel van Risico besmetting (eigen) 11.3 Rugpijn en -letsel Schedel- en hersenletsel Suikerziekte Vergiftiging Wegrakingen Wonden

6 Voorwoord 4

7 2.1 Voorwoord Conform artikel 2 van de Politiewet heeft de politie de taak in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen aan hen die deze behoeven. Met het Landelijk Protocol Eerste Hulp Politie (LPEHP) worden handvatten gegeven om directe eerste hulp toe te passen aan hen die dit behoeven, maar vooral te bepalen in hoeverre professionele medische zorg noodzakelijk is. De basis van het verlenen van eerste hulp is (eigen) veiligheid. Aanleiding voor het opstellen van deze protocollen is te komen tot eenduidig handelen in de eerste hulp dat aansluit bij de andere hulpverleningsdiensten (m.n. ambulancezorg, huisartsen en brandweer). Daarnaast wordt de basis gelegd voor een landelijk eenduidig (opleidings)kader binnen het politieonderwijs. Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV), Ambulancezorg Nederland (AZN) en de Politieacademie hebben de protocollen gezamenlijk ontwikkeld die voor de basispolitiezorg relevant zijn. Op het PolitieKennisNet (PKN) zijn de protocollen toegankelijk voor politie Nederland. C. Alvarez-Alvarez Hoofd School voor Politiekunde 5

8 Methodiek protocollen 6

9 3.1 Methodiek protocollen De basis van het handelen van de politiemedewerker is de zogenoemde ABCDE-methode. Het is een veilige, snelle en betrouwbare methode voor het verlenen van levensreddende hulp aan slachtoffers. die ook als basis wordt gebruikt binnen de ambulancezorg. Alle protocollen zijn volgens deze methodiek opgebouwd. Het slachtoffer wordt benaderd volgens deze ABCDE-methode. Dat houdt in dat met de volgende stap in het handelen pas wordt gestart, als de vorige stap voldoende is afgerond en gewaarborgd. A = (A)irway B = (B)reathing C = (C)irculation D = (D)isability E = (E)xposure controle en vrijmaken van de ademweg met inachtneming van bescherming van de halswervelkolom controle van de ademhaling controle van de circulatie en stoppen uitwendige bloedingen controle van bewustzijnsstoornissen als gevolg van bijvoorbeeld schedel-/hersenbeschadiging en intoxicaties verrichten van onderzoek bij het slachtoffer door observeren en uitvragen Doelstellingen van de ABCDE-methode 1. Snelle en nauwkeurige inschatting van de vitale functies van het slachtoffer. 2. Reanimatie en veiligstellen van de vitale functies. 3. De overdracht van het slachtoffer aan het ambulanceteam vergemakkelijken. beoordelen vitale functies symptomen ABCD(E) methodiek (controleer) ademweg vrij ademhaling normaal circulatie normaal bewustzijn normaal (A)irway (B)reathing (C)irculation (D)isability Het protocol Beoordelen vitale functies (4.1) is geschikt om elk slachtoffer, ongeacht de leeftijd, op eenzelfde wijze te benaderen. Bij de beoordeling van het slachtoffer wordt uitgegaan van wat zicht- en hoorbaar en - in beperkte mate - voelbaar is. Hierbij wordt een vaste volgorde van handelingen gevolgd. Het principe is dat de meest bedreigde vitale functie het eerst wordt behandeld: Treat first what kills first. Terminologie Medische termen zijn tot een minimum beperkt en zo veel mogelijk omgezet in spreektaal. Om aan te sluiten bij de handelwijze van de ambulancezorg is het echter soms noodzakelijk om dezelfde termen te hanteren als de ambulancezorg. Het is ten slotte van belang dat hulpdiensten dezelfde taal spreken. specifiek protocol gebruikte symbolen toestandsbeeld en/of additionele informatie controle- en/of beslismoment urgentiebepaling acuut overleg verwijzing interventie aantekening/toelichting verwijzing naar protocol 7

10 Algemeen 8

11 4.1 Beoordelen vitale functies trauma hoog letselrisico * stabiliseren kan ook door omstanders na stabiliseren halswervelkolom vitale functies beoordelen acuut *vermoeden letsel halswervelkolom: stabiliseer met beide handen in aangetroffen stand ademweg vrij (A)irway ademhaling reanimatie ademhaling normaal circulatie normaal normaal bewustzijn 6.1 (B)reathing 7.1 (C)irculation 8.1 (D)isability indicatoren abnormale ademhaling (acuut ontstaan) ademfrequentie anders dan normaal (kinderen afhankelijk van leeftijd hogere frequentie) hoorbare ademhaling borstkas/bovenbuik beweegt onregelmatig op en r intrekkingen en/of gebruik hulpademhalingsspieren abnormale gelaatskleur indicatoren abnormale circulatie (acuut ontstaan) bloedverlies abnormale pols bleek, klam en zweterig dorstig angstig abnormale gelaatskleur 9.1 (E)xposure 9

12 4.2 Bepalen urgentie medische zorg vitale functies bedreigd acuut medisch probleem acuut ambulancezorg via meldkamer politie overleg overleg meldkamer ambulancezorg (MKA) verwijzing eigen verantwoordelijkheid inzet huisarts/crisisdienst info voor MKA via meldkamer (1e sitrap) locatie aard incident aantal slachtoffers vitale functies slachtoffer ABCD ernst en aard letsel(s) assistentie hulpverleners noodzakelijk overdracht aan 1e ambulance eventuele gevaren aard incident en actuele situatie aard letsel reeds uitgevoerde handelingen evt. medische gegevens slachtoffer 10

13 4.3 Constateren dood verkoold lichaam ontbinding/rotting lichaam uit elkaar door trauma volledig bevroren lijkstijfheid en lijkvlekken acuut 7.2 reanimatie handel volgens PD-management 11

14 4.4 Controle vitale functies vitale functies veilig specifiek protocol acuut meld (gewijzigde) toestand slachtoffer aan MKA (A)irway (B)reathing 7.1 (C)irculation (D)isability 8.1 controleer ten minste elke minuut vitale functies (A, B, C, D) voorkom onderkoeling en oververhitting blijf bij slachtoffer tot overdracht aan medische zorg 12

15 4.5 (Groot) ongeval stel ter plaatse voertuig op conform Incident management geef 1 e sitrap aan meldkamer triage met check op vitale functies gemiddeld 30 sec. per slachtoffer slachtoffer loopt gewond overleg verwijzing acuut opvangcentrum 1 e sitrap aan meldkamer locatie aard incident aantal slachtoffers vitale functies slachtoffer ABCD ernst en aard letsel(s) assistentie hulpverleners noodzakelijk 2 e sitrap aan meldkamer eventuele gevaren grootte en type incident aantal en type slachtoffers behoefte inzet overige hulpverleners c.q. noodzaak tot opschalen aanrijroute overdracht aan 1 e ambulance eventuele gevaren actuele situatie grootte en type incident aantal en type slachtoffers reeds uitgevoerde handelingen overdracht aan OvD-P 13

16 (A)irway 14

17 5.1 (A)irway (trauma) kinlift reinig mond ademweg vrij overleg acuut vreemd voorwerp m bij bedreigde ademweg helm af volgens Rogermethode bij kaakletsel geen kinlift - slachtoffer in zittende houding, licht voorovergebogen ('schrijvershouding') - bewusteloos slachtoffer in stabiele zijligging 5.2 luchtwegobstructie door vreemd voorwerp 6.1 (B)reathing 15

18 5.2 Luchtwegobstructie door vreemd voorwerp effectieve hoest bij bewustzijn acuut stimuleer slachtoffer te hoesten heeft hoesten effect geef stoten tussen schouderbladen 5x * afhankelijk van leeftijd zwangerschap resultaat acuut Heimlichmanoeuvre* 5x resultaat wissel 5x stoten tussen schouderbladen en 5x Heimlich-manoeuvre af bij bewustzijn acuut (B)reathing reanimatie 16

19 (B)reathing 17

20 6.1 (B)reathing * kinderen afhankelijk van leeftijd hogere frequentie ademfreq. anders dan normaal* hoorbare ademhaling borstkas/bovenbuik beweegt onregelmatig op en r intrekkingen en/of gebruik hulpademhalingsspieren abnormale gelaatskleur 7.1 (C)irculation voorkeurshouding slachtoffer maak knellende kleding los 10.5 vaker benauwd trauma borstletsel verwijzing anders dan anders acuut 4.4 controle vitale functies allergische reactie borstpijn hyperventilatie alcohol en drugs allergische reactie borstpijn hyperventilatie alcohol en drugs

21 (C)irculation 19

22 7.1 (C)irculation bloedverlies abnormale polsfrequentie bleek, klam en zweterig dorstig angstig abnormale gelaatskleur abnormale circulatie (anders dan anders) acuut ontstaan abnormaal beloop 8.1 (D)isability massaal bloedverlies stelp bloeding > 18% verbrand lichaamsoppervlak 8.1 (D)isability acuut 4.4 controle vitale functies 20

23 7.2 Reanimatie volwassene 7.3 Reanimatie kind acuut start reanimatie drenkeling: geef eerst 5 initiële beademingen en start afhankelijk van resultaat reanimatie acuut geef 5 initiële beademingen kind = 0 ar - puberteit 30 borstcompressies : 2 beademingen AED voorhanden resultaat start reanimatie 15 borstcompressies : 2 beademingen start AED-procedure continueer reanimatie tijdens aansluiten AED activeer AED volg gesproken instructies van AED slachtoffer bij bewustzijn 4.4 controle vitale functies ga door met reanimatie AED voorhanden start AED-procedure continueer reanimatie tijdens aansluiten AED activeer AED volg gesproken instructies van AED slachtoffer bij bewustzijn let op dat niemand het slachtoffer aanraakt terwijl AED het ritme beoordeelt elektroden naast piercings en pacemaker bevestigen elektroden moeten op borstkas bevestigd blijven 4.4 controle vitale functies ga door met reanimatie kind 0-8: bij voorkeur AED met aanpassingen; indien niet voorhanden standaard AED voor volwassenen let op dat niemand het slachtoffer aanraakt terwijl AED het ritme beoordeelt elektroden moeten bevestigd blijven 21

24 (D)isability 22

25 8.1 (D)isability bewusteloos verminderd bewustzijn 9.1 (E)xposure acuut overleg trauma schedel- en hersenletsel drenkeling vergiftiging drenkeling vergiftiging alcohol/drugs alcohol en drugs 10.2 suikerziekte suikerziekte beroerte (CVA) beroerte (CVA) 10.4 wegrakingen wegrakingen oververhitting/ onderkoeling oververhitting onderkoeling overige klachten specifiek protocol 23

26 (E)xposure 24

27 9.1 kijk en vraag naar wat er gebeurd is klachten verwondingen/fracturen pijn bekend met ziekte gebruik medicatie (E)xposure aandachtspunten kinderen vertel kind op eenvoudige wijze wat er gaat gebeuren geef kind iets om mee te spelen stel identiteit vast wie kan gewaarschuwd worden 4.4 controle vitale functies specifiek protocol 25

28 Verschijnselen 26

29 10.1 Aangezichts-, mond-, kaakletsel abnormale stand kaak acuut geen kinlift! slachtoffer in zittende houding, licht voorovergebogen ('schrijvershouding') bewusteloos slachtoffer in stabiele zijligging 4.4 controle vitale functies tand(en) eruit overleg spoel bij vervuiling kort af, bij voorkeur met melk stop terug in kaak; indien niet mogelijk onder tong of tussen wang en tandvlees laat tanden op elkaar houden direct naar tandarts (< 30 min.) wond wonden verwijzing 27

30 10.2 Alcohol en drugs abnormale ademhaling hoog letselrisico aanhoudende agressie verschijnselen lichamelijke onrust angst verwijde pupillen trillen slap misselijk/braken algehele malaise verward achterdochtig onderkoeling acuut 4.4 controle vitale functies oververhitting acuut onderkoeling bij dronken pubers kunnen verschijnselen sneller optreden en heftiger zijn acuut oververhitting verwijzing 28

31 10.3 Allergische reactie algemene reactie* eerder gehad toediening eigen medicatie door slachtoffer mogelijk acuut o.a. insectensteek voedsel (b.v. vis, noten) * verschijnselen jeuk zwelling lippen, mond en keel huiduitslag benauwdheid misselijkheid, overgeven, diarree duizelig, wegraking resultaat 4.4 controle vitale functies verwijzing 29

32 10.4 Beroerte (CVA) FAST-test Face en/of Arm en/of Speech niet normaal acuut overleg 4.4 controle vitale functies 30

33 10.5 Borst-/buik-/bekkenletsel open letsel acuut stelp uitwendig bloedverlies laat vreemd voorwerp zitten en zet het vast plaats organen nooit terug dek zo mogelijk open wonden (steriel) af hoog letselrisico overleg verwijzing borstletsel bij normale circulatie: voorkeurshouding, anders op gewonde zijde leggen bekkenletsel: in aangetroffen houding laten 4.4 controle vitale functies 31

34 10.6 Borstpijn/pijn op de borst bekend met hartklachten toediening eigen medicatie door slachtoffer mogelijk acuut ontstaan en/of bleek zweterig benauwd resultaat overleg acuut overleg 4.4 controle vitale functies 32

35 10.7 hitte/ inhalatieletsel vuur/vloeistof Brandwonden chemische verbranding acuut 4.4 controle vitale functies doof brandende kleren met water, deken of kleding (gebruik geen nylon of synthetisch materiaal) knip alleen knellende kleding los, niet verwijderen verwijder sieraden koel 10 minuten met lauw kraanwater probeer samenstelling middel te achterhalen overleg 4.4 controle vitale functies bij verbranding vanaf circa 18% kan abnormale circulatie ontstaan (regel van 9) bij hitte-inhalatie en/of aangezichtsverbranding slachtoffer halfzittende houding 33

36 10.8 Drenkeling onderkoeld acuut onderkoeling 4.4 controle vitale functies redding slachtoffer onder water: zo snel mogelijk uit water bij voorkeur horizontaal uit water niet op eigen kracht uit water laten komen wanr redding te lang gaat duren dan op snelste wijze redden halswervelkolom fixeren en met beide handen stabiliseren voorkom onnodig verplaatsen 34

37 10.9 Hyperventilatie aanwijsbare oorzaak o.a. pijn alcohol/drugs suikerziekte borstletsel shock overleg bekend met hyperventilatie stel slachtoffer gerust laat slachtoffer in eigen handen ademen of laat kniebuigingen maken resultaat binnen 10 minuten verwijzing overleg 4.4 controle vitale functies 35

38 10.10 Letsel aan armen en benen abnormale stand kraken gehoord vermoeden breuk amputatie wond wonden verwijzing vermijd onnodig bewegen ondersteun lichaamsdeel geef geamputeerd deel in plastic zak mee overleg open botbreuk dek open wond (steriel) af 4.4 controle vitale functies 36

39 10.11 Nek-/halsletsel hoog letselrisico acuut overleg fixeer halswervelkolom in aangetroffen stand 4.4 controle vitale functies 37

40 10.12 Neusbloeding traumatisch neus niet snuiten spontaan neus snuiten slachtoffer in voorovergebogen houding knijp met duim en wijsvinger neusvleugels dicht gedurende 10 minuten resultaat verwijzing overleg 4.4 controle vitale functies 38

41 10.13 Onderkoeling en bevriezing totale onderkoeling lichaam lokale bevriezing lichaamsdelen acuut overleg voorkom verdere afkoeling haal slachtoffer uit de wind/regen verwijder natte kleding; tenzij verminderd bewustzijn, pak dan alleen in isolerende folie in droog af geen actieve opwarming van buitenaf als slachtoffer zelf kan drinken, geef dan zoete, warme drank wikkel slachtoffer in dekens en/of isolerende folie, pak armen afzonderlijk van romp in, pak ook hoofd in, maar laat gezicht vrij vermijd onnodige prikkels laat langzaam opwarmen bij kamertemperatuur niet wrijven of masseren dek wonden, blaren steriel af dek aangedane ogen 5 min. af met warme hand houd aangedane arm/been hoog 4.4 controle vitale functies 39

42 10.14 Oogletsel brandwonden (chemisch/thermisch) mechanisch trauma pepperspray spoel met water gedurende 30 minuten (bij voorkeur op kamertemperatuur) dek getroffen oog af (vermijd druk op oogbol) koel en spoel met water tot klachtenvrij verplaats halfzittend vanaf ongevalsplaats overleg 4.4 controle vitale functies 40

43 10.15 Oververhitting verplaats slachtoffer naar koele omgeving laat slachtoffer zich niet inspannen verwijder overbodige kleding laat slachtoffer zelf drinken en iets zouts eten resultaat leg slachtoffer plat koel met b.v. sponzen, nevelstraal en/of ventilator resultaat verwijzing acuut 4.4 controle vitale functies 41

44 10.16 Rugpijn en -letsel trauma hoog letselrisico fixeer halswervelkolom in aangetroffen stand acute, hevige pijn continu zonder aanwijsbare oorzaak houdingsonafhankelijk bleek zweterig benauwd acuut 4.4 controle vitale functies overleg verwijzing 42

45 10.17 Schedel- en hersenletsel bewusteloos acuut bewusteloos geweest overleg fixeer halswervelkolom in aangetroffen stand en stabiliseer met beide handen *vertoont verschijnselen * verschijnselen kunnen zijn niet adequaat op aanspreken reageren verward/gedesoriënteerd/suf scheel kijken/dubbel zien misselijk/braken verwarde schokkende bewegingen maken onstabiel lopen/duizelig hoofdpijn geheugenverlies vochtverlies uit oor/neus blauwe plekken rond ogen/ achter oren schedel niet intact acuut verwijzing controle vitale functies 4.4 verschijnselen niet verwarren met drugs, alcohol of suikerziekte klachten ontstaan soms pas later gaat samen met wervelkolomletsel 43

46 10.18 Suikerziekte bekend met ziekte suikerziekte *vertoont verschijnselen geef zoet eten of drinken (slachtoffer moet zelf kunnen eten/ drinken) laat slachtoffer naar eigen inzicht en voorschrift arts handelen * verschijnselen o.a. zweten, misselijk en angstig verward onduidelijk praten onzekere bewegingen die op dronkenschap lijken wegrakingen niet-coöperatief gedrag snelle, krachtige hartslag resultaat verwijzing overleg 44

47 10.19 Vergiftiging medicijnen, huishoudelijke producten en planten inventariseer hoeveelheid en soort ingenomen stof handel volgens Gifwijzer na overleg MKA overleg 4.4 controle vitale functies gasvergiftiging b.v. koolmonoxide chloorgas zoutzuur acuut 4.4 controle vitale functies alcohol en drugs alcohol en drugs

48 10.20 Wegrakingen schokkende bewegingen reageert < 1 minuut op aanspreken stop niets in de mond voorkom dat slachtoffer zich bezeert door objecten buiten zijn bereik te houden laat slachtoffer nog 10 minuten liggen klachtenvrij acuut bewegingen stoppen vanzelf acuut verwijzing overleg bekend met epilepsie controle vitale functies controle vitale functies laat slachtoffer naar eigen inzicht en voorschrift arts handelen resultaat verwijzing overleg 46

49 10.21 Wonden schot- of steekwond grote of diepe wond stelp uitwendig bloedverlies laat vreemd voorwerp zitten en zet het vast plaats organen nooit terug dek zo mogelijk open wonden (steriel) af acuut bijtwond prikwond schaafwond snijwond spoel wond schoon laat wond doorbloeden resultaat brandwond brandwonden 10.7 verwijzing overleg 4.4 controle vitale functies 47

50 Overzichten 48

51 11.1 Hoog letselrisico Hoog risico op letsel = hoog letselrisico Bepalen van het traumamechanisme is een hulpmiddel om een inschatting te kunnen maken van mogelijke letsels die een slachtoffer onder invloed van inwerkende krachten heeft opgelopen. Deze inwerkende krachten leveren een energieoverdracht aan het lichaam. Deze energie wordt in het lichaam omgezet in vervorming van weefsel, ofwel letsel. De hoeveelheid energie wordt bepaald door de massa en door de snelheid van het voorwerp dat in contact komt met het lichaam. Een messteek levert hierdoor een ander type verwonding op dan een slag met een honkbalknuppel. Bij een val wordt het letsel onder invloed van de zwaartekracht bepaald door de massa en de valhoogte. De richting van de kracht, aard van het voorwerp en oppervlak van inwerking zijn indicatoren die mede bepalend zijn voor de uitwerking tot letsel. Voorbeelden Hoog letselrisico: val van grote hoogte (3-5x lichaamslengte), schotwonden, ernstige verkeersongevallen met letsel, auto over de kop, motorongeval, voetganger geschept of overreden, slachtoffer bedolven onder puin, etc. Laag risico: val van lage hoogte, struikelen, zich stoten, etc. 49

52 11.2 Regel van 9 kinderen volwassenen 1 ar oud hoofd: 18% been: 14% per ar ouder dan 1 hoofd: -1% been: +0,5% Bron: Nederlandse Brandwonden Stichting 50

53 11.3 Risico besmetting (eigen) hoog risico: intensief bloedcontact bij open wonden bloed op slijmvlies bijtaccident geprikt door injectienaald met zichtbaar bloed spoel wond schoon en laat doorbloeden verwijzing overleg consulteer arts < 2 uur algemene hygiënische richtlijnen vooraf houd bij elk slachtoffer rekening met de kans op besmetting pas bij beademing bij voorkeur masker-op-mondbeademing toe houd eigen wondjes en andere huidbeschadigingen altijd afgedekt met waterafstotende middelen draag handschoenen bij elk te verwachten contact met bloed, wonden, braaksel en speeksel vermijd aanhoesten bij vermoeden TBC schakel bij slachtoffer besmet met chemische, biologische of radiologische/nucleaire stof (CBRN) brandweer in achteraf was na elk slachtoffercontact uw handen met water en gewone zeep óf desinfecteer bij verontreiniging met bloed en dergelijke uw handen met 70% alcohol (brandbaar!) of een gelijkwaardig middel, ook als u handschoenen hebt gebruikt 51

54 Toelichting op de protocollen 52

55 Beoordelen vitale functies protocol 4.1 De eerste hulp aan slachtoffers bestaat uit de volgende onderdelen: beoordelen van de vitale functies volgens ABCDE-methode; dit kan gedeeltelijk gelijktijdig gebeuren specifiek letsel/symptomen controle vitale functies. Bij schedel-/hersenletsel en letsel van de halswervelkolom moet de halswervelkolom met beide handen gestabiliseerd worden in de aangetroffen stand (nooit bewegen dus, tenzij de ademweg wordt bedreigd; dan wordt trauma w thrust of trauma chinlift toegepast). Het principe is dat de meest bedreigde vitale functie altijd het eerst wordt behandeld: Treat first what kills first. Na de beoordeling van de vitale functies wordt de aard van het letsel beoordeeld en wordt op basis van specifieke protocollen gehandeld. 53

56 Bepalen urgentie medische zorg protocol 4.2 Ambulancezorg wordt door de politie worden aangevraagd als er slachtoffers zijn met spoedeisende lichamelijke of psychische klachten. Er worden drie situaties onderscheiden. acuut overleg verwijzing Acuut: verzoek aan meldkamer ambulancezorg (MKA) voor ambulancezorg met spoed. De MKA bepaalt op basis van de geleverde informatie welke medische zorg precies ingezet wordt (ambulance(s), motorambulance, MMT). Overleg: er is geen sprake van direct levensgevaar, maar er is wel een medisch probleem (letsel, ziekte). In overleg met de MKA wordt bepaald welke eerste hulphandelingen uitgevoerd kunnen worden en welke (medische) zorg nodig is. Verwijzing: er is geen directe inzet van medische zorg noodzakelijk. Volstaan wordt met het geven van adviezen dan wel het verwijzen naar bijvoorbeeld de huisarts. Uitgangspunt is dat de hulpverleners kleine letsels zelfstandig kunnen verzorgen. 54

57 Constateren dood protocol 4.3 Dit protocol geeft een aantal criteria aan voor het constateren van de dood. In geval van een verkoold lichaam, lichaam uit elkaar door trauma, ontbinding/rotting (pas zichtbaar na circa drie dagen), volledig bevroren en lijkstijfheid/-vlekken kan de dood geconstateerd worden en is er sprake van een plaats delict. Een afgekoeld lichaam is geen betrouwbare indicatie voor het constateren van de dood. Bij twijfel altijd reanimeren! Wanr er is gestart met reanimatie dan altijd doorgaan tot ambulanceteam of arts ter plaatse is. N.B. Alleen een arts mag iemand dood verklaren (door het ondertekenen van de akte van overlijden). 55

58 Controle vitale functies protocol 4.4 In verband met een mogelijke verandering van de conditie van het slachtoffer is het van belang de ABCD-gegevens elke minuut óf zoveel eerder als de situatie daartoe aanleiding geeft, te controleren. Alle informatie over het slachtoffer wordt verstrekt aan de meldkamer en/of het ambulanceteam. 56

59 (Groot) ongeval protocol 4.5 Bij een (groot) ongeval probeert de eerste aanrijdende eenheid zo snel mogelijk informatie te verzamelen en rapporteert dit aan de (politie)meldkamer middels een 1e sitrap. Daarna volgt een eerste triageronde met check op vitale functies. Dit mag gemiddeld niet meer dan 30 seconden per slachtoffer duren. In deze fase is er geen sprake van behandeling van letsels. Wel kunnen eventueel omstanders ingeschakeld worden, bijvoorbeeld voor het vrijhouden van de ademweg of uitvoeren van reanimatie. Op basis daarvan wordt de 2e sitrap aan de meldkamer gegeven. Zodra er aanvullende, nieuwe informatie is, wordt de meldkamer op de hoogte gesteld. Zodra de 1 e ambulance of OvD-P arriveert, wordt aan deze een overdracht gedaan. 57

60 Airway protocol 5.1 (A)irway: controle en vrijmaken van de ademweg Bij elk slachtoffer dat bewusteloos is, moet voor een vrije ademweg worden gezorgd. Bij de eerste beoordeling wordt gekeken of er sprake is van een obstructie (belemmering) van de ademweg of dat obstructie op korte termijn te verwachten valt. Als er sprake is van een duidelijk hoorbare ademhaling (piepen of reutelen ), dan is de ademweg waarschijnlijk niet vrij. De ademweg moet dan eerst worden geïnspecteerd en vrijgemaakt om vast te stellen of het slachtoffer zelf kan ademen. Bij drugsgebruik kan een kaakklem optreden waardoor de ademweg wordt geblokkeerd. 58

61 Luchtwegobstructie door vreemd voorwerp protocol 5.2 Meer dan 90% van de sterfgevallen als gevolg van vreemd voorwerp komt voor in de leeftijd tot 5 ar; 65% van de slachtoffers zijn jonger dan 1 ar. Bij kinderen zijn het vooral noten en speelgoed die de luchtpijp verstoppen, bij volwassenen is de belangrijkste oorzaak een vleesbrok die meestal slecht gekauwd is door overmatig alcoholgebruik en/of het bezit van een (gedeeltelijk) kunstgebit. Bij een gedeeltelijke obstructie is ademhaling nog wel mogelijk, maar is dan duidelijk hoorbaar. Bij een volledige obstructie kan het slachtoffer niet meer spreken, hoesten of ademen. Een vreemd voorwerp in de luchtpijp roept een hoestreactie op. Bij een effectieve hoest moet het slachtoffer worden gestimuleerd te (blijven) hoesten. Stoten tussen de schouderbladen De manier waarop deze methode wordt toegepast, is afhankelijk van de leeftijd van het slachtoffer. Heimlichmanoeuvre De Heimlichmanoeuvre kan bij zowel staande, zittende als liggende slachtoffers worden toegepast. Hij mag niet worden uitgevoerd bij kinderen jonger dan 1 ar (zuigelingen) en in het geval van een gevorderde zwangerschap. Hierbij moeten borstcompressies worden toegepast. Slachtoffer bewusteloos Raakt het slachtoffer bewusteloos, dan moet direct worden overgegaan op reanimatie. 59

62 (B)reathing protocol 6.1 Wanr de ademhaling niet verbetert na het vrijmaken van de luchtweg, moet worden gezocht naar andere oorzaken: ziekte of trauma. Borstletsel en vooral gebroken ribben veroorzaken pijn bij het ademen. Dit kan leiden tot een oppervlakkige ademhaling en mogelijk tot zuurstoftekort. Hersen- en ruggenmergletsel kan ook ademhalingsstoornissen geven. Kortademigheid is te verwachten na lichamelijke inspanning. Dit is normaal. Na enige rust moet de ademhaling weer normaal zijn. Als tijdens rust of na normale bezigheden het slachtoffer kortademig is of blijft, dan moet volgens dit protocol worden gehandeld. 60

63 (C)irculation protocol 7.1 Massaal bloedverlies is de belangrijkste oorzaak van een abnormale circulatie. Wanr er te weinig bloed door de bloedvaten wordt gepompt, ontstaat zuurstoftekort. Dit kan leiden tot een levensbedreigende toestand (shock), waarbij ambulancezorg zo snel mogelijk moet worden ingeschakeld. Bij een verbranding van het lichaamsoppervlak vanaf circa 18% (Regel van 9) is er een grote kans dat er een abnormale circulatie ontstaat. In het algemeen kan worden gesteld dat een slachtoffer met een abnormale circulatie een slecht voelbare, snelle polsfrequentie heeft. 61

64 Reanimatie protocol 7.2 en 7.3 Het protocol Reanimatie komt overeen met de richtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad (nuari 2011). Reanimatie van volwassenen Het geven van borstcompressies moet zo min mogelijk onderbroken worden. Hoe groter het aantal onderbrekingen hoe kleiner de kans op succes. De AED moet in ieder geval zo snel mogelijk worden gehaald en worden aangesloten. Wanr de hulpverlener alleen is, wordt de AED alleen ingezet als deze in de onmiddellijke nabijheid is. De pauzes voor en na de schok van de AED moeten zo kort mogelijk zijn. Het is dus de bedoeling om bij meerdere hulpverleners tijdens het plakken en opladen van de AED door te gaan met de borstcompressies. De controle of iedereen het slachtoffer los heeft ten behoeve van de analyse en de schok, moet snel worden uitgevoerd. Na de schok of als geen schok wordt voorgeschreven door de AED moeten de borstcompressies meteen worden hervat. De onderbreking ten behoeve van de schok mag telkens niet meer dan 5 seconden zijn. Ook voor beademing moet zo min mogelijk tijd worden genomen. De 2 beademingen mogen niet langer dan 5 seconden duren. Een snelle inzet van de AED (binnen 3-5 minuten) kan een succes hebben van wel 75%. Iedere minuut vertraging leidt tot een afname van de overleving met 10-15%. Reanimatie bij kinderen Bij kinderen staat vaak het zuurstoftekort op de voorgrond. Beademen is dus belangrijk. Mocht beademen niet lukken of kunnen, dan moeten in ieder geval toch borstcompressies worden gegeven. Het begin van de puberteit is soms moeilijk vast te stellen. Als de politiemedewerker denkt dat het slachtoffer nog een kind is, gebruikt hij de richtlijnen voor basale reanimatie van kinderen. Reanimatie bij drenkelingen Een drenkeling heeft per definitie een zuurstoftekort. Hierdoor zal ongeacht de leeftijd altijd eerst met 5 beademingen begonnen moeten worden. Het beademen van een drenkeling zal moeizamer gaan dan een gewone reanimatie. Vaak komt dit doordat de spieren zijn verzwakt en verstijfd door een tekort aan glucose en zuurstof. Tevens is een grote kans dat er water in de maag/longen is terechtgekomen. 62

65 (D)isability protocol 8.1 De mate van bewustzijn kan worden vastgesteld met behulp van de zogenoemde AVPU-methode: A = Alert slachtoffer is wakker, zich bewust van zijn/haar omgeving; praat, luistert actief en volgt omgeving met de ogen V = Verbaal slachtoffer reageert alleen op aanspreken, eventueel in combinatie met voorzichtig schudden (niet bij een vermoeden van (hals)wervelletsel) P = Pijn slachtoffer reageert alleen op pijnprikkels U = Unresponsive slachtoffer is bewusteloos; reageert helemaal niet op (pijn)prikkels. Een verminderd bewustzijn kan onder andere optreden als gevolg van: alcohol- en/of drugsgebruik beroerte (CVA) onderkoeling/oververhitting suikerziekte trauma vergiftiging wegrakingen. 63

66 (E)xposure protocol 9.1 Letterlijk betekent de term exposure ontkleden. Uitgangspunt is dat het slachtoffer niet hoeft te worden ontkleed maar globaal wordt onderzocht of er nog (andere) letsels zijn. Als er echter een duidelijk signaal is op een verwonding (bijvoorbeeld een doorweekte plek op de kleding), wordt de kleding van het slachtoffer gedeeltelijk verwijderd. Daarnaast moet het slachtoffer worden beschermd tegen omgevingsinvloeden zoals koude. Door het slachtoffer te vragen of er nog andere klachten zijn, ontstaat er meer duidelijkheid over overig letsel en/of ziekte(n). Dit kan pas als de ABCD zijn veiliggesteld en geborgd. 64

67 Aangezichts-, mond- en kaakletsel protocol 10.1 Het handhaven van een vrije ademweg is een van de grootste problemen bij slachtoffers met mond-, kaak- en aangezichtsletsel. Een inadequate ademweg is meestal een gevolg van: geblokkeerde ademweg in neus of mond door bloedstolsels, braaksel, speeksel, losse botfragmenten, gedeeltelijk afgescheurde weke delen van lippen en/of wangen, losse gebitselementen of prothesedelen inademing van een of meer van de hierboven genoemde voorwerpen afsluiting van de keel door een verplaatsing van de gebroken bovenkaak. 65

68 Alcohol en drugs protocol 10.2 Bij alcohol en drugs is het belangrijk ook alert te zijn op eventueel schedel-/ hersenletsel of borst-/buiktrauma. Het frequent bewaken van het slachtoffer (ook in de politiecel) is daarom noodzakelijk. Alcoholgebruik Wanr een persoon zwaar onder invloed van alcohol wordt aangetroffen is het van belang de vitale functies veilig te stellen. Door verslapping van de spieren door de alcohol is er altijd een vergrote kans op verslikking en verstikking. Het slachtoffer kan het beste in de stabiele zijligging gelegd worden. Drugsgebruik Veel gebruikers van drugsmiddelen zijn recreatieve gebruikers ( partygangers ). De meeste klachten zijn niet ernstig. Rust en beperkt (water) drinken geeft vaak al een verbetering. Afhankelijk van de gebruikte middelen kan het volgende optreden. Stimulerende middelen geven veel onrust, vergrote pupillen, zweten, trillen en verhoogde kans op oververhitting. Verdovende middelen geven een slap en ongecoördird lichaam, verwardheid, sufheid tot bewusteloosheid en kans op braken en onderkoeling (afhankelijk van buitentemperatuur). Waarnemingsveranderende middelen geven kans op angst, onrust, paniek, hallucinaties en in het ernstige geval psychoses. Het is van belang deze personen in een rustige omgeving te brengen en onder toezicht te houden. Bij twijfel is het altijd verstandig met de MKA te overleggen. Combinatie alcohol- en drugsgebruik Wanr een combinatie van gebruikte middelen van toepassing is, is de kans op ernstige klachten, bijvoorbeeld ademhalingsstoornissen, groter. 66

69 Allergische reactie protocol 10.3 Er zijn twee soorten allergische reacties: in/over het hele lichaam: stoornissen in de ademhaling en/of in de circulatie, huidklachten plaatselijk. Insectensteken zijn in eerste instantie plaatselijk, maar kunnen zich soms ook uitbreiden naar het hele lichaam. Bij plaatselijke reactie kan verwezen worden naar het eigen zorgkader. N.B. Politiemedewerkers dienen slachtoffers NOOIT medicatie toe. Dat geldt zowel in het algemeen als in het geval van een allergische reactie. 67

70 Beroerte (CVA) protocol 10.4 Bij een beroerte begint er een stukje hersenweefsel af te sterven door zuurstoftekort. De FAST-test is een hulpmiddel om een beroerte vast te stellen. Indien tenminste een van de drie items (Face, Arm en Speech) een niet normaal testresultaat laat zien is er kans dat er sprake is van een beroerte. Het is van belang dat een beroerte snel herkend wordt en dat ambulancezorg snel wordt ingeschakeld. 68

71 Borst-/buik-/bekkenletsel protocol 10.5 Bij borstletsel bestaat het gevaar van belemmering van de ademhaling en de bloedsomloop. Bij buik- en bekkenletsel is het levensgevaar groot. Er kunnen namelijk grote bloedingen optreden zonder dat er zichtbare aanwijzingen voor zijn. Een slachtoffer met buik-/bekkenletsel kan snel en zonder waarschuwing snel achteruitgaan. Het is daarom van belang om goed met inwendig buik-/ bekkenletsel rekening te houden. 69

72 Borstpijn/pijn op de borst protocol 10.6 Het is bij pijn op de borst van belang om snel onderscheid te maken tussen levensbedreigende en minder gevaarlijke oorzaken van pijn op de borst. Het voorkomen van een circulatiestilstand heeft de eerste prioriteit bij slachtoffers met pijn op de borst. Ongeveer de helft van de reanimatieslachtoffers heeft een aantal alarmsymptomen: acuut ontstaan van de pijn op de borst en/of bleek, zweterig, benauwd. Overleg met de MKA is noodzakelijk, ook al zijn/gaan de klachten over. 70

73 Brandwonden protocol 10.7 Bij verbranding vanaf circa 18% (regel van 9) kan abnormale circulatie ontstaan. Spoelen met lauw water gedurende zeker 10 minuten is het belangrijkste. Indien er geen (schoon) kraanwater voorhanden is, kan eventueel worden gebruikgemaakt van slootwater. Het slachtoffer mag niet drinken! Blaren mogen niet worden doorgeprikt, er mogen geen zalven worden gebruikt. Kleding die vastzit aan een brandwond moet niet verwijderd maar nat gehouden worden. Afdekken van brandwonden is een taak van de ambulancezorg. Bij chemische verbrandingen staat de eigen veiligheid altijd voorop. Probeer achter de naam van het middel te komen. 71

74 Drenkeling protocol 10.8 Hoofd boven water Een drenkeling die in het water drijft met het hoofd boven water moet bij voorkeur horizontaal uit het water worden gehaald. Hoofd onder water Bij slachtoffers die van onder het water worden gered kan ernstig zuurstoftekort bestaan. De tijd is dan kostbaar. Snelle redding en onmiddellijke reanimatie zijn veel belangrijker dan een horizontale redding. Elke drenkeling die in water van 33ºC of lager heeft gelegen, is onderkoeld. Dit betekent in de praktijk dat bijna altijd van onderkoeling kan worden uitgegaan. Na redding wordt allereerst de luchtweg vrijgemaakt en het slachtoffer beademd. Niemand mag worden doodverklaard, voordat hij/zij is opgewarmd. De drenkeling moet dan ook uitputtend worden behandeld! Alleen in geval van een verkoold lichaam, ontbinding en rotting (pas zichtbaar na drie dagen), lichaam uit elkaar door trauma, volledig bevroren lichaam en lijkstijfheid in combinatie met lijkvlekken kan worden beoordeeld of er sprake is van overlijden. 72

75 Hyperventilatie protocol 10.9 In een gezond lichaam wisselen de longen zuurstof en koolstofdioxide uit tussen bloed en buitenlucht. Bij hyperventilatie zit er te weinig koolstofdioxide in het bloed. Om het hyperventileren te stoppen, moet men het koolstofdioxidegehalte weer laten stijgen. Daartoe kan men het beste de uitgeademde lucht opnieuw inademen (door in de eigen handen te laten ademen) of door kniebuigingen te laten maken. Hyperventilatie komt veel voor bij mensen die verder gezond zijn. Van belang bij hyperventilatie is dat ook bij mensen die reeds bekend zijn met hyperventilatie mogelijk andere aanwijsbare oorzaken eerst worden uitgesloten. In dat geval is het in eigen handen ademen onjuist. 73

76 Letsel aan armen en benen protocol De eerste hulp aan het slachtoffer is erop gericht: beweging en daardoor verergering van het letsel te voorkomen bij open wonden verontreiniging te voorkomen. Bij amputatie is de kans op een forse bloeding aanwezig. Die kan soms na enkele minuten optreden. 74

77 Nek-/halsletsel protocol Levensreddende handelingen gaan altijd vóór behandeling van plaatselijk letsel. Ga ervan uit dat halsletsel altijd samengaat met halswervelkolomletsel, tot het tegendeel is bewezen. Extra waakzaamheid is geboden bij slachtoffers met een gestoord bewustzijn. 75

78 Neusbloeding protocol Vooral bij slachtoffers die bloedverdunners gebruiken, kan een neusbloeding aanleiding zijn tot fors bloedverlies. Een neusbloeding kan spontaan optreden, maar kan ook het gevolg zijn van pepperspray of een trauma. 76

79 Onderkoeling en bevriezing protocol Bij onderkoeling verliest het lichaam meer warmte dan het kan produceren. Het warmteverlies is afhankelijk van: de omgevingstemperatuur de luchtvochtigheid de windsnelheid bescherming door kleding de algemene gezondheid van het slachtoffer. Bij onderkoeling is er heel vaak sprake van bewustzijnsverlies; hoe ernstiger de onderkoeling, hoe groter het verlies van bewustzijn. Bij zeer ernstige onderkoeling is er bovendien kans op een circulatiestilstand. Wanr de vitale functies zijn veiliggesteld en er sprake is van onderkoeling, is de handelwijze erop gericht warmteverlies te beperken. 77

80 Oogletsel protocol Bij pepperspray in de ogen mag alleen water gebruikt worden. 78

81 Oververhitting protocol Bij oververhitting produceert het lichaam meer warmte dan het afgeeft. Hierdoor stijgt de lichaamstemperatuur en mt het transpireren toe. Er is kans op uitdroging. Een hoge lichaamstemperatuur en uitdroging kunnen leiden tot verminderd bewustzijn, ademhalingsstoornissen en abnormale circulatie. 79

82 Rugpijn en -letsel protocol Rugpijn wordt vaak veroorzaakt door slechte houding, een onverwachte beweging of het tillen van iets zwaars. Acuut ontstane, aanhoudende, hevige rugpijn die houdingsonafhankelijk is, kan het gevolg zijn van een ernstig probleem. Als acute rugpijn gepaard gaat met bleek, zweten en klam, dan moet direct ambulancezorg worden ingeschakeld. 80

83 Schedel- en hersenletsel protocol Een schedelbasisfractuur is een ernstige botbreuk, waarbij de basis van de schedel is gebroken. De ernst van de fractuur wordt bepaald door de mate van druk die ontstaat in de hersenen, waardoor de hersenen bekneld raken en de vitale functies ernstig verstoord kunnen raken. Een schedelbasisfractuur is onder meer herkenbaar aan het verlies van bloed-/hersenvocht uit de gehoorgang en/of neus en kan een levensbedreigende situatie zijn. Het slachtoffer zal in dit geval snel het bewustzijn kunnen verliezen en problemen kunnen krijgen met de ademhaling en/of circulatie, afhankelijk van de mate van bloeding in de hersenen. Snelle hulp is vereist. Soms ontstaan klachten pas enige tijd na het ongeval. Het slachtoffer kan zich soms het ongeval niet (goed) meer herinneren. Er is dan waarschijnlijk sprake van een lichte hersenschudding. Schedel- en hersenletsel gaan altijd samen met wervelkolomletsel totdat het tegendeel is bewezen. Stabiele zijligging is niet aan te bevelen, omdat de gehele wervelkolom hierdoor wordt bewogen. Dit kan verergering van het letsel veroorzaken. 81

84 Suikerziekte protocol Een te hoog bloedsuikergehalte kan ontstaan door het innemen van te weinig medicatie of bij veel vochtverlies. Een te lage bloedsuiker kan ontstaan door te weinig te eten. Dit komt in de politiepraktijk het meest voor. Mensen met suikerziekte kunnen een gedragsverandering vertonen, bijvoorbeeld agressief worden. Het gedrag kan lijken op dat bij dronkenschap. Laat bij twijfel altijd het slachtoffer iets zoets eten of drinken. 82

85 Vergiftiging protocol Eigen veiligheid staat altijd voorop! De verschijnselen bij vergiftigingen kunnen gevarieerd zijn en zijn niet altijd direct herkenbaar. In de praktijk komen vergiftigingen door 'huis-tuin-en-keuken'-middelen het meest voor. Denk aan: bijtende stoffen, zoals vaatwasmiddelen, gootsteenontstoppers, toiletreinigers, soldeervloeistof, ammonia, ontroesters, petroleumproducten, zoals lampolie (heeft vaak een aantrekkelijk kleurtje), terpentine en meubelolie en overige giftige stoffen, zoals (te veel) gesmiddelen, giftige planten, bessen en paddenstoelen. In dat geval wordt er na overleg met de MKA conform de Gifwijzer gehandeld. Blijf bij gasvergiftiging zelf altijd bovenwinds. Koolmonoxidevergiftiging komt regelmatig voor. Koolmonoxide is onzichtbaar, kleurloos en reukloos. Als dit gas wordt ingeademd, wordt het via de longen in het bloed opgenomen. Het hecht het zich langdurig aan rode bloedcellen en verdringt de zuurstof in het bloed. Verschijnselen van koolmonoxidevergiftiging kunnen zijn: bewustzijnsdaling hoofdpijn duizeligheid misselijkheid braken hartkloppingen benauwdheid pijn op de borst vermoeidheid slecht(er) zien. Bij vermoeden van koolmonoxide moet de brandweer worden ingeschakeld. Bij chloorgas- en zoutzuurgasvergiftiging worden de slijmvliezen van ogen, neus, keel en bovenste luchtwegen geïrriteerd. 83

86 Wegrakingen protocol Bij wegrakingen is er sprake van een kortdurende bewustzijnsstoornis die zich spontaan herstelt. Epilepsie Bij epilepsie is er sprake van een hersenaandoening die zich uit in de vorm van aanvallen. Bij deze aanvallen is er een plotselinge, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de hersenen. De aanvallen verschillen van persoon tot persoon. Bij een epileptische aanval is het slachtoffer bewusteloos en maakt schokkende bewegingen met armen en benen. Op de mond kan schuim zitten, dat bloederig kan zijn door een tongbeet. Soms laat het slachtoffer urine lopen. De ademhaling kan tijdens een aanval stoppen, waardoor het slachtoffer blauw ziet. Na een aanval kan het slachtoffer zeer vermoeid en verward zijn. Koortsstuipen Kinderen met een snelle stijging van de lichaamstemperatuur kunnen reageren met koortsstuipen. Verschijnselen van een koortsstuip zijn: wit wegtrekken niet aanspreekbaar weggedraaide ogen schokkende bewegingen met de armen en/of benen of hele lichaam. Koortsstuipen zien er angstaangend uit, maar hebben over het algemeen geen consequenties. Een stuip is niet te stoppen van buitenaf. Meestal stopt de koortsstuip vanzelf binnen circa 5 minuten. Een koortsstuip wordt vaak gevolgd door een periode van diepe slaap. Bij koortsstuipen moet worden overlegd met de MKA. 84

87 Wonden protocol Dit protocol betreft wonden die nog niet specifiek zijn genoemd in andere protocollen. Beoordeeld moet worden of de wond zelf behandeld kan worden of dat overleg met de MKA nodig is. 85

88 Afkortingen 86

89 13. ABCDE AED AVPU CBRN CVA LPA LPEHP MKA MMT OvD-P PD Sitrap Afkortingen Airway, Breathing, Circulation, Disability, Exposure Automatische Externe Defibrillator Alert, Verbaal, Pijn, Unresponsive Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair Cerebraal Vasculair Accident Landelijk Protocol Ambulancezorg Landelijk Protocol Eerste Hulp Politie Meldkamer Ambulancezorg Mobiel Medisch Team Officier van Dienst Politie Plaats Delict Situatierapport voor de meldkamer 87

LANDELIJK PROTOCOL EERSTE HULP POLITIE

LANDELIJK PROTOCOL EERSTE HULP POLITIE LANDELIJK PROTOCOL EERSTE HULP POLITIE Redactie: R.H.F.M. Appelhof E.A.R. Ariëns P.A. Mantel K.J.M. Mertens H.N. den Nieuwenboer W.L.M. ten Wolde Met dank aan: Docenten Politieacademie Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer Indien een stoornis in de vitale functie wordt waargenomen direct handelen (Treat as you go) A AIRWAY AND C-SPINE (= vrije

Nadere informatie

Erratum Manschap a Levensreddend handelen. Versie: 1.0, 31 december 2015

Erratum Manschap a Levensreddend handelen. Versie: 1.0, 31 december 2015 Erratum Manschap a Levensreddend handelen Versie: 1.0, 31 december 2015 Inleiding Op 1 januari 2016 is versie 3 van het Landelijke protocol levensreddend handelen door de brandweer (LPLHB 3.0) gepubliceerd.

Nadere informatie

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep a. Bezitters van het diploma Eerste Hulp b. Belangstellenden die (nog) niet in het bezit zijn van

Nadere informatie

Competenties Eerste Hulp

Competenties Eerste Hulp Onderdeel 01. Vijf belangrijke punten bij het verlenen van Eerste Hulp de vijf belangrijke punten toepassen. maatregelen te nemen om de veiligheid van zichzelf, medehulpverleners, omstanders en slachtoffer(s)

Nadere informatie

EERSTE HULP DOOR POLITIE. Redactie: R.H.F.M. Appelhof E.A.R. Ariëns P.A. Mantel K.J.M. Mertens H.N. den Nieuwenboer W.L.M. ten Wolde.

EERSTE HULP DOOR POLITIE. Redactie: R.H.F.M. Appelhof E.A.R. Ariëns P.A. Mantel K.J.M. Mertens H.N. den Nieuwenboer W.L.M. ten Wolde. EERSTE HULP DOOR POLITIE Redactie: R.H.F.M. Appelhof E.A.R. Ariëns P.A. Mantel K.J.M. Mertens H.N. den Nieuwenboer W.L.M. ten Wolde Met dank aan: Docenten Politieacademie Foto-omslag: Harro Meijnen Alle

Nadere informatie

Manschap A Levensreddende handelingen

Manschap A Levensreddende handelingen Manschap A Levensreddende handelingen Het IFV bedankt iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de inhoud van dit tekstboek Levensreddende handelingen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com

AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com AG eerste hulp opleidingen Best 0499-397404 agopleiding@gmail.com Algemeen De mens kan ongeveer normaal 1 minuut zonder zuurstof. Hersenen zijn het meest gevoelig voor een tekort aan zuurstof. Typerend

Nadere informatie

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop Welke drie functies zijn van direct levensbelang en hoe noemen we deze functies? Hersenfunctie

Nadere informatie

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006 Antwoorden 2014 EHBO-K Theorievragen versie 006 Pagina 1 van 5 Vraag 1: Noem de vijf belangrijke punten bij het leveren van eerste hulp in juiste volgorde Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4 : a) Let op gevaar (zn

Nadere informatie

Behandeling van wonden en letsels

Behandeling van wonden en letsels Module 4 Behandeling van wonden en letsels Als u deze module gevolgd hebt, weet u: - Wat u moet doen bij mogelijk inwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij uitwendig bloedverlies - Wat u moet doen bij

Nadere informatie

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp INHOUDSOPGAVE 3 NIET SPOEDEISENDE EERSTE HULP... - 2-3.1 Flauwte... - 2-3.2 Wonden... - 2-3.3 Neusbloeding... - 4-3.4 Letsel aan het oog... - 4-3.5 Kneuzing / verstuiking... - 4-3.6 Botbreuken / ontwrichting...

Nadere informatie

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7 2014 EHBO-K Theorievragen versie 006 Pagina 1 van 7 Vraag 1: Noem de vijf belangrijke punten bij het leveren van eerste hulp in juiste volgorde 1) 2) 3) 4) 5). Vraag 2: Wat is het kenmerk van een gesloten

Nadere informatie

Stoornissen in het bewustzijn. AG eerste hulp opleidingen Best

Stoornissen in het bewustzijn. AG eerste hulp opleidingen Best Stoornissen in het bewustzijn AG eerste hulp opleidingen Best Beoordeel het bewustzijn Kniel naast het slachtoffer aan de gezichtszijde. Spreek het slachtoffer aan en schud voorzichtig aan de beide schouders.

Nadere informatie

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt.

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt. Leerbladen EHBO Hoofdstuk 1 + 7 + 8 Herhaling Hoofdstuk 1: 5 belangrijke punten: 1) Let op gevaar! van jezelf, omstanders en slachtoffer(s). Als het niet veilig is, kan je niet helpen. 2) Ga na wat er

Nadere informatie

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden.

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden. AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden. 1 Noem de 5 punten van de EHBO 1 let op gevaar 2 ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert 3 stel het slachtoffer gerust 4 zorg voor professionele

Nadere informatie

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek H o c k e y E H B O Woensdag 30 november MHC Goirle Door Paul van den Broek Inhoud Alarmeren Blaren Bloedneus Epilepsie Hersenschudding verstuikingen Schaafwond Suikerziekte Wond Bewusteloosheid Bloedhygiëne

Nadere informatie

E.H.B.O. bij motorongevallen

E.H.B.O. bij motorongevallen E.H.B.O. bij motorongevallen Doel Inzicht in (voorkomen) ongevallen Basiskennis van EHBO bij motorongevallen Achtergrond informatie Bestuurder < 20 jaar heeft 50% meer kans op een ongeval dan bestuurder

Nadere informatie

Eerste Hulp aan kinderen. Jan Biekens Docent Eerste Hulp

Eerste Hulp aan kinderen. Jan Biekens Docent Eerste Hulp Eerste Hulp aan kinderen Jan Biekens Docent Eerste Hulp Ongevallen zuigeling Vallen van tafel, bed of commode Verslikken Verbranding Vergiftiging Ongevallen peuter/kleuter Vallen Verslikken Verdrinking

Nadere informatie

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006)

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006) Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006) 1. Definities Wie is het slachtoffer? Een slachtoffer is iemand die een acuut optredende, al of niet

Nadere informatie

Protocol Oververhitting

Protocol Oververhitting Inleiding Oververhitting (hyperthermie, hitteletsel) ontstaat wanneer het lichaam meer warmte produceert dan dat het kan afgeven. Hierdoor kan de lichaamstemperatuur oplopen tot boven de normale waarden.

Nadere informatie

EINDTERMEN INSTRUCTEUR LPEV

EINDTERMEN INSTRUCTEUR LPEV =========================================== EINDTERMEN INSTRUCTEUR LPEV =========================================== Vastgesteld : 01-02-2013 * DEEL 1 : Algemeen DEEL 2 : Eindtermen Basis Instructeur-LPEV

Nadere informatie

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp Eindtermen Jeugd Eerste Hulp. 2017 Datum van ingang: 1 september 2017 1. Definities Wie en wat is de eerstehulpverlener Een eerstehulpverlener kan en wil een slachtoffer de noodzakelijke eerste hulp geven.

Nadere informatie

EINDTERMEN EERSTEHULPVERLENER LPEV

EINDTERMEN EERSTEHULPVERLENER LPEV =========================================== EINDTERMEN EERSTEHULPVERLENER LPEV =========================================== Vastgesteld : 01-03-2015 * DEEL 1 : DEEL 2 : DEEL 3 : Eindtermen Basis Eerstehulpverlener

Nadere informatie

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Reanimatie bij Kinderen David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent Doel van deze avond Herkennen van ademhalings en/of hartstilstand Tijdig hulp roepen Starten met Basic Life Support Hartmassage

Nadere informatie

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u KBC-Preventie Ongevallen thuis we hebben het voor u Basisprincipes van eerste hulp Handel als eerstehulpverlener. Zorg dat u de situatie niet verergert. Blijf rustig in een noodsituatie en verleen de eerste

Nadere informatie

Vijf belangrijke punten

Vijf belangrijke punten Vijf belangrijke punten 1. Let op gevaar 2. Nagaan wat er is gebeurd en daarna wat het kind mankeert 3. Stel het kind gerust en zorg voor beschutting 4. Zorg voor professionele hulp 5. Help het kind op

Nadere informatie

Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden

Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden Nou en??? Richtlijnen van de vereniging, preventie, zie de website Eerste Hulp, onderkoeling en oververhitting, in deze presentatie. Presentatie door: Jeannette

Nadere informatie

LIFE SUPPORT CURSUS 2010 WTC HOUTEN 80

LIFE SUPPORT CURSUS 2010 WTC HOUTEN 80 LIFE SUPPORT CURSUS 2010 WTC HOUTEN 80 Eerste deel van de cursus: HANDLEIDING OM LETSELS T.G.V. VALPARTIJEN TE HERKENNEN EN EVT. TE HANDELEN Tweede deel van de cursus: KUNNEN HANDELEN BIJ ONWELWORDING/

Nadere informatie

Primaire vitale functies Functie Aktie Reaktie Aktie Overig

Primaire vitale functies Functie Aktie Reaktie Aktie Overig Primaire vitale functies Functie Aktie Reaktie Aktie Overig Bewustzijn Praten tegen slachtoffer Geeft duidelijk antwoorden =ongestoord bewustzijn Per definitie ook ademhaling Kijken naar overig letsel.

Nadere informatie

7 Epilepsie. 1 Inleiding. In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie. 4 Epilepsie-aanvallen. SAW DC 7 Epilepsie

7 Epilepsie. 1 Inleiding. In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie. 4 Epilepsie-aanvallen. SAW DC 7 Epilepsie DC 7 Epilepsie 1 Inleiding In dit thema komen aan de orde: 2 Wat is epilepsie? 3 Leven met epilepsie 4 Epilepsie-aanvallen 1 1 2 Wat is epilepsie? Een epileptische aanval is een plotselinge kortsluiting

Nadere informatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar EHBébé Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp Examencode: 110 Serienummer: 015 Beschikbare tijd: 45 minuten Aandachtspunten: Dit examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Vraag 1 t/m 15 gaan over Niet-spoedeisende

Nadere informatie

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam

Nadere informatie

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Uitvoering van de ABCDE methode

Uitvoering van de ABCDE methode Uitvoering van de ABCDE methode Deze pagina beschrijft de uitvoering van de ABCDE methodiek. Om deze pagina goed te kunnen gebruiken, lees eerst de andere pagina's over het protocol, te beginnen bij de

Nadere informatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar EHBébé Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar Bij baby s en peuters moet je vaak ogen op je rug hebben. Jammer genoeg ontsnappen ze al eens aan onze waakzame blik, soms met de nodige blutsen,

Nadere informatie

Wat is EHBO? HET VOORAL NIET ERGER MAKEN

Wat is EHBO? HET VOORAL NIET ERGER MAKEN First Aid & CPR Wat is EHBO? Situatie zo goed mogelijk inschatten Niet panikeren & gezond verstand gebruiken Hulpdiensten correct contacteren en informeren Toestand stabiliseren (in afwachting hulpdiensten)

Nadere informatie

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Spoedeisende Eerste Hulp

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Spoedeisende Eerste Hulp INHOUDSOPGAVE 2 SPOEDEISENDE EERSTE HULP... - 2-2.1 Verplaatsen van een slachtoffer... - 2-2.2 Benaderen en beoordelen van een slachtoffer... - 3 - Slachtoffer van buik naar rug draaien... - 3 - Stabiele

Nadere informatie

"EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50

EHBO is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50 EHBO zon e Voor g erken eilig w d en v 1. Inleiding COLOFON "EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen 1085 3570 Alken Tel : 011 59 83 50 Redactie : CLB EDPB Fotografie : www.fotoben.be

Nadere informatie

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp Eindtermen Jeugd Eerste Hulp. 2013 Datum van ingang: 1 september 2013 1. Definities Wie en wat is de eerstehulpverlener Een eerstehulpverlener kan en wil een slachtoffer de noodzakelijke eerste hulp geven.

Nadere informatie

Basale reanimatie. Versie aug / 51

Basale reanimatie. Versie aug / 51 Basale reanimatie Versie aug. 2016 2015 2 / 51 LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u borstcompressies en beademingen uitvoert.

Nadere informatie

Epilepsie. Wat de docent moet weten.

Epilepsie. Wat de docent moet weten. Epilepsie Wat de docent moet weten. Sommige epileptische aandoeningen zijn moeilijker onder controle te brengen dan andere, maar de kans is groot dat de voorgeschreven medicijnen goed werken. Epilepsie

Nadere informatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder

Nadere informatie

SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging

SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging Handleiding voor het behandelen van snijwonden. Verschijnselen de huid is beschadigd meestal is er bloed te zien het slachtoffer heeft pijn Doel van de eerste

Nadere informatie

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: Hoe u een bewusteloos slachtoffer benadert. Hoe u borstcompressies en beademing

Nadere informatie

LPLHB 3.0. Landelijk protocol levensreddend handelen door de brandweer

LPLHB 3.0. Landelijk protocol levensreddend handelen door de brandweer LPLHB 3.0 Landelijk protocol levensreddend handelen door de brandweer LANDELIJK PROTOCOL LEVENSREDDEND HANDELEN DOOR DE BRANDWEER versie 3.0 januari 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals

Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals -Gebaseerd op de 2010 richtlijnen- Introductie Indien reanimatie van een kind nodig is, wordt aan hulpverleners zonder specifieke training in

Nadere informatie

Levensreddende handelingen

Levensreddende handelingen Levensreddende handelingen Hoofdstuk 3: Het stelpen van ernstige bloedingen Anatomie van de bloedsomloop Samenstellende delen De hartspier De grote bloedsomloop De kleine bloedsomloop De aders en haarvaten:

Nadere informatie

Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus

Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus 102D handelen 2 Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding Manschappen Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Verkennen en redden bij brand Algemeen doel De manschappen verrichten levensreddende

Nadere informatie

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B.

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B. OEFENVRAGEN BHV 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode B. Mond op mond C. Mond op neus 2. Wat gebeurd er als de circulatie wegvalt? A. De

Nadere informatie

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED LEERDOELEN Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: 1. Hoe u een bewusteloos kind benadert. 2. Hoe u borstcompressies en beademing uitvoert.

Nadere informatie

Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener. Europese Reanimatieraad

Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener. Europese Reanimatieraad Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener Europese Reanimatieraad ACHTERGROND Er zijn ongeveer 700.000 hartstilstanden per jaar in Europa. Dit komt neer op 5 personen per uur in Nederland.

Nadere informatie

GEVORDERDE EERSTE HULP. Shock, Anafylaxie en de EpiPen. Pim de Ruijter. vrijdag 18 oktober 13

GEVORDERDE EERSTE HULP. Shock, Anafylaxie en de EpiPen. Pim de Ruijter. vrijdag 18 oktober 13 GEVORDERDE EERSTE HULP Shock, Anafylaxie en de EpiPen Pim de Ruijter Inhoud Kort over shock Wat is allergie precies? Allergische reactie Inhoud Anafylaxie en anafylactische shock Gebruik van de EpiPen

Nadere informatie

EHBO op maat van ouders en leerkrachten

EHBO op maat van ouders en leerkrachten EHBO op maat van ouders en leerkrachten Wat leert u tijdens deze opleiding? Een basisstappenplan om elke EHBO handeling juist te starten Het uitvoeren van een reanimatie op een kind EHBO handelingen bij

Nadere informatie

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden Inhoud Kennismaking Basisprincipes van eerste hulp Vier stappen in eerste hulp Bloeding Brandwonde Huidwonde Kennismaking Inhoud Kennismaking Basisprincipes

Nadere informatie

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis Examenseries Diploma Eerste Hulp van Het Oranje Kruis 2019 Ingangsdatum: 1 februari 2019 Examenseries Diploma Eerste Hulp De examens voor het Diploma Eerste Hulp worden volgens de laatste richtlijnen afgenomen.

Nadere informatie

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 1 BLS 2015 Guidelines ACHTERGRONDINFORMATIE - Plots cardiaal arrest in Europa: 350.000-700.000 hartstilstanden

Nadere informatie

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest.

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest. Deze presentatie is voor personen die in het bezit zijn van een reanimatie diploma. Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding

Nadere informatie

GEVORDERDE. EERSTE HULP. ABCDE-methodiek. Pim de Ruijter. vrijdag 18 oktober 13

GEVORDERDE. EERSTE HULP. ABCDE-methodiek. Pim de Ruijter. vrijdag 18 oktober 13 GEVORDERDE. EERSTE HULP ABCDE-methodiek Pim de Ruijter Wie? Wie? Pim de Ruijter Instructeur Eerste Hulp en (P)BLS IC-arts Oprichter Eerste Hulp Wiki Auteur Gevorderde Eerste Hulp Programma Programma Introductie

Nadere informatie

Bedrijfshulpverlening

Bedrijfshulpverlening Proefexamen Brandbestrijding en Ontruiming 1. Een bedrijfshulpverlener moet als hij een brandmelding krijgt, werken volgens de algemene hulpverleningsregels. Wat heeft daarbij de HOOGSTE prioriteit? a.

Nadere informatie

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand OPDRACHTFORMULIER Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Wijzigingen in de Eerste Hulp (september 2011)

Wijzigingen in de Eerste Hulp (september 2011) Wijzigingen in de Eerste Hulp (september 2011) Naar aanleiding van de International First Aid and Resuscitation Guidelines 2011 en de wijzigingen die Het Oranje Kruis in haar leerstof heeft doorgevoerd

Nadere informatie

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders Aanbevelingen van de Belgische Reanimatieraad (BRC) voor Cardiopulmonaire Reanimatie en Automatische Externe Defibrillatie, uitgevoerd door de eerste hulpverleners ter plaatse opgeleid in de technieken

Nadere informatie

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator BLS Cursus Hulpverlener Basisreanimatie met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator Doelstellingen Op het einde van deze BLS/AED cursus zal je kunnen aantonen: Hoe je een gecollabeerd slachtoffer

Nadere informatie

Diazepam rectiole. (bij volwassenen) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Diazepam rectiole. (bij volwassenen) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Diazepam rectiole (bij volwassenen) U wordt behandeld voor epilepsie. Als u een aanval krijgt kan iemand in uw naaste omgeving een diazepam rectiole toedienen als dat nodig is. In deze folder leest u meer

Nadere informatie

Hyperventilatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Hyperventilatie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Hyperventilatie Wanneer u gespannen bent of angstig, kunnen verschillende lichamelijke klachten ontstaan. Eén van die klachten is hyperventileren. Hyperventileren wil zeggen dat u te snel of te diep ademt.

Nadere informatie

Aan het eind van de cursus bent u in staat om: Basale reanimatie van volwassenen

Aan het eind van de cursus bent u in staat om: Basale reanimatie van volwassenen Leerdoelen: Aan het eind van de cursus bent u in staat om: Basale reanimatie van volwassenen Een bewusteloos slachtoffer op de juiste wijze te benaderen en te bepalen of er gereanimeerd moet worden. Op

Nadere informatie

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator Basale Reanimatie voor Hulpverleners Cardiopulmonale Reanimatie met de Automatische Externe Defibrillator Leerdoelen Op het einde van deze cursus zal U in staat zijn: een bewusteloos slachtoffer te evalueren

Nadere informatie

Informatie. Allergische reactie bij kinderen. Anafylaxie

Informatie. Allergische reactie bij kinderen. Anafylaxie Informatie Allergische reactie bij kinderen Anafylaxie Inleiding In deze folder krijgt u informatie over de behandeling van een ernstige allergische reactie (anafylaxie). Wat is anafylaxie? Een anafylactische

Nadere informatie

EERSTE HULP. Georganiseerde. Wie? Inhoud. De eerstehulpverlener. Pim de Ruijter. Pim de Ruijter

EERSTE HULP. Georganiseerde. Wie? Inhoud. De eerstehulpverlener. Pim de Ruijter. Pim de Ruijter Georganiseerde EERSTE HULP De eerstehulpverlener Pim de Ruijter Wie? Instructeur Eerste Hulp en BLS/PBLS Arts, in opleiding tot anesthesioloog Oprichter Eerste Hulp Wiki Auteur Gevorderde Eerste Hulp Evenementenhulp

Nadere informatie

Koortsstuipen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Koortsstuipen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Koortsstuipen Jonge kinderen zijn bij koorts gevoelig voor stuipen. Ongeveer 5 procent van de kinderen tussen de drie maanden en zes jaar heeft weleens een koortsstuip. In deze folder leest u over de achtergrond

Nadere informatie

BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG

BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG BIJLAGE 1: PROTOCOLLEN AMBULANCEZORG Airway en CWK-immbolisatie, Breathing, Circulation, Disability en Exposure (5 protocollen) Wervelkolom indicaties fixatie en bevrijding (2 protocollen) Triage en keuze

Nadere informatie

Leeftijd Omstaanders Materiaal

Leeftijd Omstaanders Materiaal Simulatie 1 Leeftijd Omstaanders Materiaal Volwassen Kind Baby Geen Leek AED Pocketmasker VEILIGHEID Wees zeker dat het veilig is voor jezelf, het slachtoffer en de omstaanders BEWUSTZIJN Controleer of

Nadere informatie

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg!

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg! Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED Voor een toekomst in de zorg! LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U

Nadere informatie

3 Wonden Open wonden Gesloten wonden Brandwonden Afsluiting 53

3 Wonden Open wonden Gesloten wonden Brandwonden Afsluiting 53 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 De spoedeisende patiënt 9 1.1 Doelen en regels van de EHBO 9 1.2 Indeling van spoedgevallen 9 1.3 Hanteren en transporteren van een spoedpatiënt 12 1.4 Onderzoek en behandeling

Nadere informatie

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties OPDRACHTFORMULIER Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties Naam student: Datum: Voordat je gaat oefenen 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid

Nadere informatie

Stesolid (bij kinderen)

Stesolid (bij kinderen) Stesolid (bij kinderen) 2 Uw kind wordt behandeld voor epilepsie. Soms is extra medicatie nodig bij aanvallen. Om uw kind bij een aanval te kunnen helpen, heeft de arts in overleg met u Stesolid voorgeschreven.

Nadere informatie

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

12. 1. Aed met z'n twee

12. 1. Aed met z'n twee Aed met z'n twee 12. 1. Als er iemand is gestart met de reanimatie en er komt een AED bediener met een AED aan, blijf dan reanimeren. Een helper ontkleed de borstkas en instaleert de AED De ander gaat

Nadere informatie

Midazolam neusspray (bij kinderen)

Midazolam neusspray (bij kinderen) Midazolam neusspray (bij kinderen) Uw kind wordt behandeld voor epilepsie. Soms is extra medicatie nodig bij aanvallen. Om uw kind bij een aanval te kunnen helpen, heeft de arts in overleg met u Midazolam

Nadere informatie

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

KOUDE EN VOEDING. Medische Commissie Mieke Acda & Rianne van der Spek. 16 november 2014

KOUDE EN VOEDING. Medische Commissie Mieke Acda & Rianne van der Spek. 16 november 2014 KOUDE EN VOEDING Medische Commissie medisch@nkbv.nl Mieke Acda & Rianne van der Spek 16 november 2014 MEDCOM? Gezondheid in de bergen promoten praatjes en workshops kenniscentrum NKBV.nl hoogtelijn facebook

Nadere informatie

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LET OP!!! Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014.

Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014. Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014. Alle ingangsklachten: Apathisch wordt: AVPU niet A; Vaatletsel wordt: Ischemie; Hoog letselrisico wordt: Hoog energetisch trauma Kleinere tekstcorrecties

Nadere informatie

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012 Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van Het Oranje Kruis 2013 18 december 2012 Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen vastgesteld door het College van Deskundigen Doelgroep

Nadere informatie

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LEERDOELEN. Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren:

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LEERDOELEN. Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren: LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

STUDENTENGEZONDHEIDSCENTRUM

STUDENTENGEZONDHEIDSCENTRUM STUDENTENGEZONDHEIDSCENTRUM Hyperventilatie Hyperventilatie betekent een te snelle en/of een te diepe ademhaling. Wat is ademhalen? Door middel van de borstkas en de buikspieren ademen wij lucht in en

Nadere informatie

Inleiding... 1. Ademhaling... 1. Hyperventilatie... 1. Oorzaak van hyperventilatie... 2. Klachten bij hyperventilatie... 3. Wat kunt u zelf doen...

Inleiding... 1. Ademhaling... 1. Hyperventilatie... 1. Oorzaak van hyperventilatie... 2. Klachten bij hyperventilatie... 3. Wat kunt u zelf doen... Hyperventilatie Inhoudsopgave Inleiding... 1 Ademhaling... 1 Hyperventilatie... 1 Oorzaak van hyperventilatie... 2 Klachten bij hyperventilatie... 3 Wat kunt u zelf doen... 4 Tot slot... 5 Inleiding Deze

Nadere informatie

2. Voor het verlenen van eerste hulp is het gebruik van het beademingsmasker en handschoenen niet verplicht. O juist O onjuist

2. Voor het verlenen van eerste hulp is het gebruik van het beademingsmasker en handschoenen niet verplicht. O juist O onjuist VRAGEN JUIST OF ONJUIST. 1. Als u, het slachtoffer en eventuele omstanders in een gevaarlijke situatie verkeren wacht u totdat politie of brandweer aanwezig is. U volgt hun aanwijzingen op. 2. Voor het

Nadere informatie

Midazolam neusspray (bij volwassenen)

Midazolam neusspray (bij volwassenen) Midazolam neusspray (bij volwassenen) 2 U wordt behandeld voor epilepsie. Als u een aanval krijgt, kan iemand in uw naaste omgeving Midazolam neusspray toedienen als dat nodig is. In deze folder leest

Nadere informatie

Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals

Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals Basale reanimatie van kinderen door anderen dan gespecialiseerde zorgprofessionals 28 Nederlandse Reanimatie Raad / Belgische Reanimatieraad Introductie Indien basale reanimatie van een kind nodig is,

Nadere informatie

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad Deze PowerPoint en de afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. U mag deze PowerPoint in zijn originele hoedanigheid kosteloos gebruiken. De teksten en afbeeldingen

Nadere informatie

HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN

HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN HANDLEIDING EHBO JO KST ELEN In het kader van gezondheidsopvoeding en EHBO publiceren we enkele basisregels bij eventueel voorkomende problemen op en langs voetbalterreinen. Deze regels beogen niet een

Nadere informatie

Hyperventilatie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Hyperventilatie. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Hyperventilatie Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Hyperventilatie Hyperventilatie wordt veroorzaakt door verkeerde manier van ademhalen. Hyper betekent

Nadere informatie