Concept Programma Gezond en veilig werken in Zorg en Welzijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Concept Programma Gezond en veilig werken in Zorg en Welzijn 2010-2014"

Transcriptie

1 Concept Programma Gezond en veilig werken in Zorg en Welzijn Arbeidsinspectie, Den Haag, 17 maart 2010 Projectnummer A952 Status projectplan Concept : Agressie en geweld en biologische agentia Inspectieonderwerpen : Bedrijfshulpverlening en fysieke belasting : Werkdruk, werkstress en arbeidstijden : Gevaarlijke stoffen, straling en veiligheid AI-bedrijfstak directie Dienstverlening Manager strategie Manager inspecties Jack Dirks, Marion Berndsen Landelijk projectleider Anita Hertogh Landelijk projectsecretaris Fred van de Kamp Ondersteunend specialisten Mieke de Jong, coördinerend specialist en Arbeidshygiëne Klaas Groeneveld, Arbeid en organisatie Casper van den Bosch: Veiligheid en Producten Martin Kunst: Fysieke belasting Leo Bonefaas: arbeids- en rusttijden Gusta Agsteribbe, vertegenwoordiger in sectorteam Jan van Bussel, vertegenwoordiger in sectorteam Sectorinspecteurs Annemarie van Eck Wieteke Bekkema Wendy Groels Marcel Philipse Adoptieteamleider Annewies de Vries Rex van der Sluys (agressie) Marian van Zadelhof (biologische agentia) Contactpersoon Beleid Ingrid Pieterse en Karel Stoker (arbeids- en rusttijden) Nicole Gras (Fysieke belasting) Contactpersoon O&O Frank Veugen Looptijd project 1 april 2010 t/m 31 december 2014 Arbeidsinspectie Utrecht Correspondentieadres T.a.v. F.W. van der Kamp Brochures Projectuitvoering Kantoor Teamleider Teamprojectleider LPO Amsterdam Theun Beekhoven Gusta Agsteribbe Willy Kok-Bosman Arnhem Henk Eenink Jan van Bussel Groningen Annewies de Vries Wieteke Bekkema Roermond Roy Huys Wendy van der Weel-Groels Rotterdam Henk Wimmenhove Marcel Philipse Utrecht Marcel Schwank Annemarie van Eck jhertogh Pagina

2 Samenvatting De sector Zorg en welzijn is een brede zeer gedifferentieerde branche. Waarin in het totaal circa 1,2 miljoen mensen werkzaam zijn. Vele soorten zorg en diensten worden verleend, waarbij de te verlenen zorg aan patiënten, cliënten, bewoners en anderen de boventoon voert boven de zorg voor goede arbeidsomstandigheden. Het verlenen van zorg en diensten is uiteraard het primaire proces en de aandacht voor arbeidsomstandigheden is daaraan ondergeschikt, maar kan ook uitstekend samengaan. Van oudsher kent de sector verschillende prioritaire risico s. Dit zijn in willekeurige volgorde: agressie en geweld, biologische agentia, bedrijfshulpverlening, fysieke belasting, werkdruk en werkstress, arbeidstijden, gevaarlijke stoffen, algemene veiligheid en straling. Zowel in de arboconvenanten als in de arbocatalogi zijn juist ook deze onderwerpen per subsector verder uitgewerkt. Het algemene beeld van de sector zorg en welzijn is dat er veel instrumenten zijn, maar dat de implementatie in de instellingen en op de werkvloer achterblijft. Elke instelling bepaalt zijn eigen oplossingsrichting, prioriteiten en tempo waarmee de risico s worden aangepakt. Communicatie en activiteiten van de verschillende brancheorganisaties helpen wel om meer aandacht voor een risico te krijgen en er wordt ook zeker gebruik gemaakt van de ontwikkelde instrumenten. In de sector Zorg en welzijn worden jaarlijks inspecties uitgevoerd. De inspecties zijn vaak het gevolg van politieke afspraken of specifieke afspraken met de branches. Hierdoor komt het voor dat bepaalde subsectoren steeds opnieuw de aandacht krijgen van de inspecties en andere sectoren minder aandacht krijgen. Het meerjaren inspectie programma is erop gericht om gedurende 4 jaar sectorbreed in te zoomen op de verschillende prioritaire risico s en de specifieke knelpunten te benoemen en gericht aan te pakken. Rondom de inspecties zullen ook verschillende vormen van handhavingscommunicatie worden ingezet om de risico s te belichten. Het effect van de onderwerpgerichte inspecties wordt op deze manier verbreed tot de gehele sector zorg en welzijn. Het inspectieprogramma is uitdrukkelijk gekoppeld aan de sectoraanpak, waarin elk jaar een tweetal risico s centraal staan. Deze risico s worden nader geanalyseerd op basis van data-analyse en eerdere inspectieprojecten, gesprekken met vertegenwoordigers en deskundigen uit de branche en informatie uit de verkenningen in de subsectoren. De doelstelling van het meerjaren inspectie programma is: Toezicht op en handhaven van de wettelijke voorschriften voor de arborisico s in de sector zorg en welzijn door middel van inspecties en het (direct) opheffen van deze overtredingen door het afdwingen van concrete materiële voorzieningen. Het programma heeft eveneens als doel om inzicht te krijgen in meer specifieke risico s bij de instellingen in de verschillende subsectoren. In het meerjarenprogramma zullen elk jaar een paar onderwerpen opgepakt worden: 2010: agressie en geweld en biologische agentia 2011: fysieke belasting en bedrijfshulpverlening 2012: psychosociale arbeidsbelasting en arbeidstijden 2013: gevaarlijke stoffen, straling en veiligheid In de aanpak van de inspecties zijn verschillende fasen te onderscheiden: de verkenningsfase en de inspectiefase. De verkenningsfase: In deze fase vinden vooral de overleggen plaats met de werkgevers- en werknemersorganisaties om de actuele stand van zaken te achterhalen en wordt een matrix met kengetallen en een overzicht van de instrumenten en activiteiten in de sector opgesteld. Daarnaast vinden ook verkenningen plaats in de jhertogh Pagina

3 subsectoren waar de problematiek (mogelijk) speelt. Daarbij worden eerst die subsectoren in kaart gebracht waarvan verwacht wordt dat de risico s relatief hoog zijn en de naleving relatief laag is. Daarna worden ook de andere subsectoren in kaart gebracht. De verkenningsfase wordt afgesloten met een verslag van de verkenningen plus een interventievoorstel. De inspectiefase: Uit het interventievoorstel komt naar voren hoeveel instellingen er in een bepaalde subsector zullen worden geïnspecteerd. Bij de uitvoering van de inspecties wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de stand der wetenschap in een bepaalde sector. Bij de inspecties worden de arbocatalogi als uitgangspunt genomen. De inspecties vinden vooral plaats bij de meest risicovolle situaties en bij doelgroepen die nog achterblijven. Als extra aandachtsgroep in het programma worden tevens instellingen meegenomen, dwars door de gehele sector zorg en welzijn, waar signalen in de media verschijnen dat er iets mis is op het gebied van arbeidsomstandigheden. Het betreft hier verschillende soorten signalen, namelijk zowel de signalen dat er een incident plaats heeft gevonden als signalen dat er (nogal ) wat mis is in een instelling. Jaarlijks zullen de resultaten per onderwerp worden vastgelegd in een factsheet of een korte rapportage. Hierin zullen de geconstateerde overtredingen en de subsectorspecifieke items worden belicht. In verschillende fases van het programma (voorbereiding, uitvoering en evaluatie) worden contacten onderhouden en wordt informatie uitgewisseld met de brancheorganisaties. jhertogh Pagina

4 Inhoudsopgave SAMENVATTING...2 INHOUDSOPGAVE Inleiding Kengetallen Sectoraanpak zorg en welzijn Risicoanalyse en nalevinginformatie De naleving Opzet van het meerjaren inspectieprogramm AGRESSIE EN GEWELD Aanleiding inspecties agressie Doelstellingen inspecties op agressie Selectie subsectoren en instellingen Inspectiemethodiek Communicatie en samenwerking met de sector BIOLOGISCHE AGENTIA Aanleiding biologische agentia Doelstellingen biologische agentia Selectie subsectoren en instellingen biologische agentia Inspectiemethodiek biologische agentia Communicatie en samenwerking met de sector INTERNE UITVOERING EN ONDERSTEUNING VAN HET PROJECT Planning en capaciteit Administratieve verwerking De monitorlijst en het nalevingsformat Sta-Model Taakverdeling Deskundigheid inspecteurs Arbeidsomstandigheden inspecteurs BIJLAGE 1 UITWERKING INSPECTIES SUBSECTOREN TOTAAL...30 BIJLAGE 2 CONCEPT INSPECTIEWIJZER PROJECT GEZONDHEIDSZORG...42 jhertogh Pagina

5 1.1 Inleiding De sector Zorg en welzijn is een brede zeer gedifferentieerde branche. Waarin in het totaal circa 1,2 miljoen mensen werkzaam zijn. Vele soorten zorg en diensten worden verleend, waarbij de te verlenen zorg aan patiënten, cliënten, bewoners en anderen de boventoon voert boven de zorg voor goede arbeidsomstandigheden. Het verlenen van zorg en diensten is uiteraard het primaire proces en de aandacht voor arbeidsomstandigheden is daaraan ondergeschikt, maar kan ook uitstekend samengaan. Van oudsher kent de sector verschillende prioritaire risico s. Dit zijn in willekeurige volgorde: Agressie en geweld, biologische agentia, bedrijfshulpverlening, fysieke belasting, werkdruk en werkstress, gevaarlijke stoffen, algemene veiligheid en straling. Zowel in de arboconvenanten als in de arbocatalogi zijn juist ook deze onderwerpen per subsector verder uitgewerkt. Het algemene beeld van de sector zorg en welzijn is dat er veel instrumenten zijn, maar dat de implementatie in de instellingen en op de werkvloer achterblijft. Elke instelling bepaalt zijn eigen oplossingsrichting, prioriteiten en tempo waarmee de risico s worden aangepakt. Communicatie en activiteiten van de verschillende brancheorganisaties helpen wel om meer aandacht voor een risico te krijgen en er wordt ook zeker gebruik gemaakt van de ontwikkelde instrumenten. Het aantal ongevallen in de sector is laag, maar het aantal incidenten, bv met agressie en geweld of prikaccidenten is relatief hoog. Daarnaast is zowel de instroom in de WIA en WGA vanwege klachten aan het bewegingsapparaat en tengevolge van psychosociale belasting hoger dan gemiddeld. In het algemeen kent de sector een hoge zelfwerkzaamheid. Naast allerlei initiatieven die sociale partners zelf in CAO-verband ontwikkelen werken ze vaak samen met de overheid in allerlei projecten zoals de arboconvenanten, en de actieprogramma s veilige publieke taak en brandveiligheid. De sector is de afgelopen jaren regelmatig geïnspecteerd en er wordt zeker verbetering geconstateerd met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. Op beleidsniveau heeft men nu van alles in gang gezet, en daar waar overtredingen worden geconstateerd door de arbeidsinspectie gaat men er altijd mee aan de slag. Wat op valt is dat de implementatie op de werkvloer nog achterblijft. Het is nog geen gemeen goed om het beleid en de protocollen te vertalen naar een specifieke situatie op de afdelingen en te evalueren hoe de werkwijze in de praktijk toegepast en geëvalueerd moet worden. Veel overtredingen hebben dan ook bv betrekking op voorlichting en instructie, evaluatie van incidenten of de implementatie van beleid. Wel is er een tendens waarneembaar waarin gewerkt wordt met ergocoaches, veiligheidscoaches, aandachtfunctionarissen en meer verantwoordelijkheid bij de leidinggevende wordt weggelegd. Dit zijn absoluut goede ontwikkelingen die breed gestimuleerd moeten worden. Belangrijk is ook de bewustzijnsbevordering dat goede zorg voor jezelf én goede zorg voor de cliënt hand in hand gaan. Bijzonder in deze branche is dat er zowel vanuit de politiek, als vanuit werknemers- en werkgeversorganisaties als vanuit de instellingen zelf de vraag om inspecties van de arbeidsinspecties blijft komen. Blijkbaar zorgen inspecties voor beweging in de verschillende subsectoren. In de sector is er sprake van grote verschillen in risico s naleving en arbocultuur, zowel tussen de subsectoren als binnen de subsectoren. Er zijn bedrijven die arbo hoog in hun vaandel hebben staan en actief de instrumenten gebruiken die de branche aanbiedt, maar er zijn ook bedrijven die vooral bezig zijn met het verlenen van zorg en diensten aan de cliënt. Immers de inspectie voor gezondheidszorg, de inspectie voor jeugdzorg, de maatschappij, maar zeker ook de cliënten zelf stellen (hoge) eisen aan de zorg- en dienstverlening. De vergrijzing en de bezuinigingen dwingen de instellingen om goede keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Er zal dus specifiek gekeken moeten worden op welke wijze de arbeidsomstandigheden in de verschillende subsectoren en instellingen het beste bevorderd kunnen worden. jhertogh Pagina

6 1.2 Kengetallen De sector Zorg bestaat voornamelijk uit sectoren die zich allen bezig houden met mensen die zorg nodig hebben. Daarnaast bestaat de sector Welzijn vooral uit subsectoren die zich bezig houden met maatschappelijke diensten en voorzieningen voor burgers, met jeugdigen die ernstige opgroei en opvoedingsproblemen hebben en met het bieden van professionele kinderopvang. In de sector zorg en welzijn worden verschillende subsectoren onderscheiden. Bij de indeling is zoveel mogelijk rekening gehouden met het bereik van de werkgeversorganisaties. Deze spelen immers een belangrijke rol in het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Tabel 1: Subsectoren in de sector zorg en welzijn Subsector Aantal organisaties Aantal medewerkers Ziekenhuizen Geestelijke gezondheidszorg Klinieken en instellingen Ambulancediensten Laboratoria en bloedbanken 317 (plus 500 afnamepunten) Apotheken Instellingen preventieve zorg 700 nnb Praktijken van medici 8000 nnb Verpleging & Verzorging en thuiszorg, inclusief kraamzorg Gehandicaptenzorg Jeugdzorg Kinderopvang Ov. Welzijn met huisvesting 86 nnb Ov. Welzijn zonder huisvesting 1800 nnb Totaal > Ca Omdat de sector zorg en welzijn zoveel verschillende subsectoren, werkgeversorganisaties en activiteiten kent is per subsector een matrix opgesteld, waarin de belangrijkste kengetallen, werkgevers- en werknemersorganisaties van de subsector en de verwijzingen naar de specifieke instrumenten als RIE, arbocatalogus en arbowebsites staan opgenomen. 1.3 Sectoraanpak zorg en welzijn De strategie zorg en welzijn is er op gericht om in samenwerking met sociale partners implementatie van de maatregelen, welke behoren tot de stand der wetenschap in de branche, te bevorderen. Uitgangspunt bij het opstellen van de sectorstrategie is dat partijen zelf verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en toepassen van een goed arbobeleid. De instrumenten die vanuit de Arbeidsinspectie ingezet worden moeten daarbij zodanig selectief, effectief en efficiënt zijn, dat sprake wordt van meer zelfwerkzaamheid, waardoor de naleving op de diverse onderwerpen wordt vergroot. In de sectorstrategie wordt daarom ook optimaal aangesloten bij de activiteiten die de branches zelf ontwikkeld en ingang gezet hebben én bij de actieprogramma s veilige publieke taak en brandveiligheid. Daarnaast zullen ook de door SZW geïnitieerde activiteiten om de handhaving te bevorderen worden ingezet. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de projecten programmatisch handhaven, weet hoe het zit en het programma agressie. Om te komen tot prioriteiten voor de interventiestrategie moet zowel gekeken worden naar risico s als naar de inschattingen van het nalevingsniveau anderzijds. Uitgangspunt is dat binnen een sector die arbeidsrisico s prioriteit krijgen die enerzijds qua omvang en ernst hoog scoren, en anderzijds gekenmerkt worden door een relatief lage naleving. Is er sprake van een laag risico en is de naleving hoog (men heeft dus afdoende maatregelen genomen), dan is de aandacht die het risico verdient laag. Indien er een beperkt risico is en/of een beperkte naleving, dan zal per subsector bekeken worden of er situaties of doelgroepen zijn die een groter risico hebben. De interventies zullen daar met name selectief ingezet worden. jhertogh Pagina

7 In schema: Sector met: Risico hoog (>50%) Risico matig (25%- 50%) Naleving laag Hoge aandacht Hoge aandacht (>50% wenst selectief gericht maatregelen) Naleving matig (25%-50% wenst maatregelen) Naleving hoog (<25% wenst maatregelen) Hoge aandacht selectief gericht Matige aandacht of selectieve aandacht Matige aandacht of selectieve aandacht Lage aandacht of selectieve aandacht Risico laag (<25%) Matige aandacht of selectieve aandacht Lage aandacht of selectieve aandacht Lage aandacht of geen aandacht De belangrijkste pijlers van de strategie zijn: - Het uitvoeren van een goede analyse van de nog resterende risico s en bevorderen van een gemeenschappelijke herkenning en erkenning van deze risico s. - Bepalen en vaststellen van effectieve maatregelen en het creëren van draagvlak voor de maatregelen om de risico s te beheersen - Opstellen van een interventiestrategie en doelen voor het beheersen van het risico, gericht op het bevorderen van de implementatie van de gewenste maatregelen. - Uitvoeren van de interventiestrategie, waarbij de nadruk zal liggen op het bevorderen van de zelfwerkzaamheid door middel van communicatie én waarin inspecties gezien worden als een belangrijk instrument om de implementatie te bevorderen. - Evaluatie door middel van een cyclische uitvoering van de strategie, risico analyse, bijstellen interventiestrategie en uitvoeren. Vooral die subsectoren waar het risico hoog is en de naleving matig of laag zullen de aandacht krijgen, door middel van inspecties. In deze subsectoren worden eerst de risicovolle situaties en de gewenste maatregelen beter in beeld gebracht door middel van verkenningen en overleg met deskundigen en brancheorganisaties. Daarnaast zal worden geanalyseerd wat de oorzaak van het niet naleven is, zodat de juiste interventies toegepast kunnen worden. Deze interventies zullen in deze sectoren altijd gepaard gaan met inspecties om de achterblijvers ook aan te sporen hun verantwoordelijkheid op zich te nemen. Ook wordt bij de subsectoren waar middelhoge aandacht nodig is of waar het risico of de naleving nog onvoldoende bekend zijn, middels verkenningen en overleg nog eens goed gekeken of er nog specifieke risicovolle situaties zijn die de aandacht nodig hebben. Deze worden in kaart gebracht en ook daar kunnen interventies op uitgevoerd worden, ook al wordt bv. maar een relatief kleine groep medewerkers blootgesteld aan het risico. In deze subsectoren wordt in eerste instantie niet uitgebreid geïnspecteerd. Wel kunnen hier selectief inspecties uitgevoerd worden bij de subsectoren en/of instellingen die het risico nog onvoldoende beheersen, de zgn achterblijvers, of op specifieke doelgroepen of situaties. De inspectieactiviteiten zullen altijd ondersteund worden door communicatie activiteiten, die zowel gericht zijn op het bevorderen van de deskundigheid als op het bevorderen van de naleving (toepassen van de beschikbare instrumenten). In de communicatie moet aandacht worden besteed aan de achterliggende cultuur in de zorgsector, waardoor men meer gericht is op het zorgen voor de cliënt als voor zichzelf. In de sectoraanpak wordt ook een communicatieplan uitgewerkt. jhertogh Pagina

8 1.4. Risicoanalyse en nalevinginformatie Op basis van het risicomodel van de arbeidsinspectie (AIRA), de branchespecifieke RIE s, de arbocatalogi én de activiteiten die de brancheorganisaties ontwikkelen op het gebied van arbo kan vastgesteld worden dat er in de zorg en welzijn sprake is van een aantal specifieke arboknelpunten: - fysieke belasting - agressie en geweld - psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, werkstress, seksuele intimidatie) - gevaarlijke stoffen - biologische agentia - bedrijfshulpverlening - veiligheid - werk- en rusttijden - straling Als uitgangspunt voor de risicoanalyse in de sector zorg en welzijn is de Nederlandse Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) genomen. In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat van de NEA over de jaren 2005 t/m In de tabel zijn zowel de blootstelling aan de verschillende risico s weergegeven als de wens om maatregelen. In het totaal hebben ca werknemers in zorg en welzijn de NEA ingevuld. Op basis van deze gegevens wordt een eerste selectie gemaakt van te inspecteren subsectoren. De resultaten van de NEA laten zien dat zowel het vóór komen van de risico s als de wens om maatregelen sterk verschilt per subsector. Fysieke belasting Kracht zetten Fysieke belasting Ongunstige houdingen Fysieke belasting Repeterende bewegingen Psychosociale arbeidsbelasting Werkdruk Psychosociale arbeidsbelasting Emotionele belasting Psychosociale arbeidsbelasting Agressie en geweld Gevaarlijke stoffen Algemeen Gevaarlijke stoffen Cytostatica, narcose, genotoxisch Veiligheid Uitgleiden, struikelen Veiligheid Snijden Arbeidstijden Avond en nachtdiensten Arbeidstijden overwerk Ziekenhuizen Risico aanwezig ziekenhuizen Maatregelen.gewenst Ggz Risico aanwezig Ggz Maatregelen.gewenst Apotheken Risico aanwezig Apotheken Maatregelen.gewenst Prev zorg Risico aanwezig Prev zorg Maatregelen.gewenst Praktijken Risico aanwezig Praktijken Maatregelen.gewenst VV&T Risico aanwezig VV&T Maatregelen.gewenst Geh. Zorg Risico aanwezig Geh. Zorg Maatregelen.gewenst Jeugdzorg Risico aanwezig Jeugdzorg Maatregelen.gewenst Kinderopvang Risico aanwezig Kinderopvang Maatregelen.gewenst Welzijn Risico aanwezig Welzijn Maatregelen.gewenst Zorg en welzijn Risico aanwezig Zorg en welzijn Maatregelen.gewenst jhertogh Pagina

9 Op basis van de gegevens kan bepaald worden of er in een bepaalde subsector sprake is van een hoog risico, een matig risico of een laag risico. In de analyse ontbreken de gegevens van de ambulancediensten, de klinieken en de laboratoria en bloedbanken. Deze worden nog aangevraagd. Wat in het algemeen opvalt, is de hoge score op werkdruk en emotionele belasting in vrijwel alle subsectoren. Fysieke belasting is een risico wat hoog als de cliënten minder mobiel zijn, zoals in de VV&T, de gehandicaptenzorg, de kinderopvang en de ziekenhuizen. Maar bij apotheken en de medische praktijken is er weer sprake van ongunstige werkhoudingen en repeterende bewegingen. Het blootstelling aan agressie en geweld is het grootst in de sectoren waar de cliënten juist vanwege gedragsproblematiek zijn geplaatst, zoals in de GGZ, de gehandicaptenzorg en de jeugdzorg. Het is ook in deze sectoren dat meer dan 50% van de werknemers om maatregelen vraagt. Daarnaast komt agressie en geweld ook regelmatig voor in sectoren waar men te maken heeft met cliëntcontacten, waar sprake is van normale zorg of dienstverlening, zoals bijvoorbeeld bij apotheken, ambulances, ziekenhuizen en welzijnszorg. Ook daar heeft 50% van de medewerkers met enige regelmaat te maken met intimiderend of agressief gedrag van cliënten. Contact met gevaarlijke stoffen komt zowel voor bij de ziekenhuizen en apotheken en uiteraard ook bij de laboratoria en bloedbanken. Het gaat dan om een breed scala van stoffen, zoals geneesmiddelen, cytostatica, narcosegassen, reagens, maar ook in de andere sectoren wordt met gevaarlijke stoffen gewerkt zoals bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen, verf en chemicaliën voor zwembaden. De items die bij veiligheid de aandacht zouden moeten hebben zijn struikelen en uitglijden en snijden en steken anderzijds. Bijzonder is het relatief grote aantal werknemers dat hier maatregelen wenst voor veiligheid. Er wordt regelmatig gewerkt in de avond, in de nacht en in het weekend, vooral in de sectoren waar de cliënten verblijven. Het maken van overuren komt bij 60-80% van de werknemers voor. In 25% is daarbij sprake van structureel overwerk. De tabel laat zien dat er grote verschillen zijn in het vóór komen van risico s en in de wens om maatregelen. Op basis hiervan worden de sectoren gekozen waar het risico groot is en de wens om maatregelen ook groot is. Dit zijn de sectoren waar we in eerste instantie mee aan de slag gaan. Daarbij wordt als uitgangspunt genomen dat de sectoren waarbij 75% of meer van de werknemers bloot staan aan een bepaald risico in elk geval geïnspecteerd worden in aanvulling op de eventuele andere interventieactiviteiten die in de sectoraanpak opgenomen zijn. In de sectoren waar meer dan 50% van de werknemers worden blootgesteld aan een bepaald risico zullen eerst verkenningen uitgevoerd worden om na te gaan om welke specifieke risicovolle situaties het gaat en welke groepen werknemers er vooral blootgesteld worden. Op basis van de verkenningen wordt dan per subsector een specifiek voorstel gedaan voor de aanpak van de inspecties in die subsector. De specifieke risico s, de inspectiemethode en de selectie van doelgroepen en instellingen worden verder uitgewerkt per subsector. 1.5 De naleving Motieven voor naleving Belangrijkste motieven voor naleving in de sector zijn de verbetering van de kwaliteit van zorg voor de cliënt en minder verzuim en uitval van werknemers. Ook de arbeidsmarkt speelt een belangrijke rol. Zowel het behouden van voldoende gekwalificeerd personeel is een item als ook het langer in dienst houden van de werknemers ten gevolge van de verschuiving van de pensioengerechtigde leeftijd en de financiële gevolgen voor de werkgever als de werknemers eerder uitvallen. Ondanks deze drijfveren blijft de consequente implementatie van de maatregelen die beschreven zijn in de arboconvenanten en arbocatalogi op de werkvloer nog achter. Dat blijkt uit de resultaten van de gehouden inspecties in de diverse sectoren en wordt bevestigd vanuit de gesprekken met sociale partners en IGZ. Bijna alles is aanwezig, maar waar het feitelijk aan schort is de toepassing en de borging tot op de werkvloer. Men heeft zich de zaken nog niet echt eigen gemaakt, geïnternaliseerd. De relatie tussen de zorg voor goede arbeidsomstandigheden en de kwaliteit van zorg wordt nog niet algemeen gelegd. De arbeidsinspectie is van mening dat de aandacht voor de arbeidsomstandigheden versterkt kan worden als het ook betekenis heeft voor de kwaliteit van de zorgverlening. Onderzoek geïnitieerd vanuit het frontoffice ziekenhuizen, heeft uitgewezen dat er een concrete relatie gelegd kan worden met betrekking tot de bevindingen vanuit het gefaseerd onderzoek naar de kwaliteit van zorg van IGZ en de inspectieresultaten van de AI. Duidelijk is ook geworden dat makkelijker investeringen gedaan worden ten behoeve van een goede kwalitatieve zorgverlening dan voor goede jhertogh Pagina

10 arbeidsomstandigheden. Wanneer de inspectie echter langs komt worden ook de investeringen voor arbo opgenomen in de begroting. De borging wordt (nog) niet gerealiseerd en nog niet altijd is er een lijnverantwoordelijkheid m.b.t. het toezicht op de naleving van de maatregelen en protocollen. Men gaat ervan uit dat de medewerker deskundig genoeg is. Bij de opleidingen wordt nog te weinig aandacht besteed aan de laatste stand der wetenschap voor Arbo. Voor een goede aandacht voor arbeidsomstandigheden in de zorg en welzijn is het van wezenlijk belang dat in de opleidingen adequaat aandacht aan arbeidsomstandigheden wordt geschonken, waardoor het voor de zorgverleners meer inherent wordt aan het uit te voeren werk en men zich die aandacht ook meer eigen maakt (internaliseert), zonder druk en toezicht van buiten af. Ook blijkt dat de instellingen zelf nog niet altijd toekomen aan een evaluatie van het gevoerde arbobeleid. Daardoor kunnen knelpunten, die onvoldoende opgepakt worden gaan slepen, waardoor de inzet van de medewerkers voor Arbo weer verslapt. Wat verder meespeelt, is dat de aandacht voor arbeidsomstandigheden, in de directe werksituatie, ondergesneeuwd wordt door het overleg over de patiënten en cliënten. De afwegingen die de zorgprofessional maakt zijn meer gericht op de patiëntenzorg dan op de arbozorg. Ook in het werkoverleg wordt onvoldoende aandacht besteed aan arbeidsomstandigheden. Enerzijds is het werkoverleg de laatste jaren enigermate wegbezuinigd, onder andere door de hoge werkdruk, anderzijds wordt er tijdens het werkoverleg weinig aandacht besteed aan het toepassen van de gewenste maatregelen om het werk gezonder en veiliger te maken. Het is niet zo zeer een kwestie van het niet weten, maar toch meer van het kunnen en willen. Dat speelt bijvoorbeeld bij het toepassen van voorschriften uit protocollen (die in ruime mate voorhanden zijn) of inzetten van bijvoorbeeld (til)hulpmiddelen. Medisch gezien gaan de ontwikkelingen ook erg snel, patiënten blijven korter in de ziekenhuizen, waardoor de doorstroom in de zorgketen veel groter is geworden. Patiënten gaan sneller naar verpleeghuizen of naar huis. Hierdoor moet in de verpleeghuizen en in de thuissituatie ook meer ( en vaak zwaardere) zorg verleend worden, waar men nog niet geheel op toegesneden is. Complicerende factor is de inzet van voldoende gekwalificeerd personeel, dat blijkt in sommige sectoren steeds moeilijker te worden. Dit kan weer leiden tot een verhoogde werkdruk of werkstress Inspectieresultaten De arbeidsinspectie heeft de afgelopen jaren regelmatig geïnspecteerd in de sector. De inspecties bevestigen het beeld dat er een hoge mate van zelfwerkzaamheid is in de branche, maar laat ook zien dat er zowel voorlopers als achterblijvers in de sector aanwezig zijn. De percentages verschillen per sector en per inspectieonderwerp. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal overtredingen van de instellingen per subsector. NALEVING* Goed <2 overtredingen Gemiddeld <2-5> overtredingen Achter >5 overtredingen Ziekenhuizen Part. Klinieken VVT (+kraam) Apotheek GHZ GGZ Kinderopvang Ambulance Welzijn en Jeugdzorg jhertogh Pagina

11 Ook voor de verschillende onderwerpen geldt dat er verschillen in nalevingsniveau zijn in een bepaalde sector. In de prakrijk blijkt het echter lastig te zijn om aan te geven welke onderwerpen in een subsector goed of slecht beheerst worden, en of de ene sector het risico nu beter beheerst dan de andere subsector. Voor een aantal subsectoren bestaat op basis van de inspecties al een redelijke inschatting van het algemene nalevingsniveau. Deze inschatting is weergegeven in de onderstaande tabel. Agressie en geweld Fysieke belasting Werkdruk/ Werkstress Ge-vaar-lijke stof-fen Biolo-gi-sche agentia Ziekenhuizen Goed Matig Goed Matig Goed Matig slecht Matig? Goed Matig Geestelijke Goed matig Matig Matig Matig slecht Matig? Matig Nvt gezondheidszorg matig? Ambulancezorg Slecht matig Slecht Goed matig Goed? Matig?? Nvt goed goed goed Matig goed goed Verpleging, Verzor- Goed Goed Matig slecht slech slecht Matig? Matig Nvt ging en thuiszorg matig matig t? Gehandicapten-zorg Goed matig goed Goed Matig Matig slecht Matig? Matig? Nvt BHV Werk-en rust-tijden Veilig-heid Ioni-serende stra-ling Bij de inspecties wordt een nalevingsformat ingevuld, waarin aangegeven wordt hoe het gesteld is met de beheersing van het risico en de naleving van de wettelijke bepalingen. De resultaten van de instellingen tezamen kunnen een goed beeld geven van de stand van zaken in een subsector. Hierbij wordt vooral naar de implementatie van de beleidsinstrumenten in de organisatie en het gebruik van de gewenste maatregelen op de werkvloer. Op basis van deze inschattingen kan vervolgens de bovenstaande tabel per subsector opgesteld of geactualiseerd worden en kunnen vervolgactiviteiten worden voorgesteld. Ook kan bepaald worden of de instelling opnieuw bezocht moet worden in een volgend project. Het is gebleken dat het organiseren van één inspectieproject vaak niet effectief genoeg is. Zeker wanneer de problematiek weerbarstig is en een hogere naleving een krachtige inspanning vereist binnen de doelgroepen (b.v. het vrijmaken van veel extra middelen aan de orde is, of een cultuuromslag noodzakelijk is) dan is het zaak dat projecten herhaald worden binnen een zekere periode. Daarbij kan ook nagegaan worden of afspraken die met branches zijn gemaakt n.a.v. eerdere projecten zijn opgepakt, en tevens kan nagegaan worden in hoeverre het optreden van de arbeidsinspectie effectief is gebleken. Het is effectief gebleken dat een herhalingsproject zich in het bijzonder richt op ernstige overtreders, slechte nalevers, uit eerdere projecten. In het algemeen kan men stellen dat de inspecties in zorg en welzijn breed gewenst worden. Zowel vanuit de politiek, de werkgevers- en werknemersorganisaties als vanuit de werknemers in de instellingen zelf. Risico s komen daarmee hoger op de agenda en risico s kunnen dan bij voorrang opgepakt worden. jhertogh Pagina

12 1.6 Opzet van het meerjaren inspectieprogramma Om de inspecties optimaal aan te laten sluiten bij de sectoraanpak, worden in het meerjarenprogramma elk jaar twee onderwerpen opgepakt worden om te inspecteren. De keuze voor twee onderwerpen heeft er ook mee te maken dat juist deze beide onderwerpen in bepaalde sectoren een hoge prioriteit vragen. Zo komt fysieke belasting van medewerkers vaak voor bij cliënten met een verminderde mobiliteit. Dezelfde doelgroep heeft ook extra aandacht nodig bij de bedrijfshulpverlening. Grootschalige inspectie activiteiten voor de verschillende risico s staan in principe voor de volgende jaren gepland : agressie en geweld en biologische agentia : fysieke belasting en bedrijfshulpverlening : psychosociale arbeidsbelasting en arbeidstijden : gevaarlijke stoffen, straling en veiligheid Het meerjaren inspectieprogramma vloeit voort uit de sectoraanpak en kent verschillende fasen: De verkenningsfase: Voorafgaand aan de inspecties op de onderwerpen wordt een nadere analyse van het risico per subsector uitgevoerd. In deze fase vinden vooral de overleggen plaats met de werkgevers- en werknemersorganisaties om de actuele stand van zaken te achterhalen en wordt een matrix met kengetallen en een overzicht van de instrumenten en activiteiten in de sector opgesteld. Daarnaast vinden ook verkenningen plaats in de subsectoren waar de problematiek (mogelijk) speelt. Daarbij worden eerst die subsectoren in kaart gebracht waarvan verwacht wordt dat de risico s relatief hoog zijn en de naleving relatief laag is. Daarna worden ook de andere subsectoren in kaart gebracht. De verkenningsfase kan voor de ene sector heel kort zijn, omdat er veel bekend is vanuit het inspectieverleden of omdat werkgevers en werknemers een goed beeld hebben van de problematiek. In een andere sector kan het zo zijn dat er naast enkele verkenningen, inspecties noodzakelijk zijn om de problematiek in de gehele sector beter in kaart te brengen. De verkenningsfase wordt afgesloten met een verslag van de verkenningen plus een interventievoorstel. Per onderwerp wordt hiervoor het verkenningsformat ingevuld en worden de doelen aangeven en de specifieke interventies worden aangegeven. In het sectorteam worden de doelen en de interventies vastgesteld en zo nodig verder uitgewerkt en in gang gezet. Op basis van de verkenningsfase en het interventievoorstel wordt zowel de sectoraanpak als het meerjaren inspectieprogramma nader ingevuld. De inspectiefase: Per sector wordt een uitwerking gemaakt voordat de inspecties plaats vinden. Hierin wordt aangeven hoeveel inspecties er uitgevoerd gaan worden, bij welke doelgroepen er geïnspecteerd wordt of naar welke specifieke situaties er gekeken wordt. Hierbij wordt de jaarlijks beschikbare capaciteit verdeeld over de verschillende subsectoren op basis van de interventievoorstellen. Tevens wordt hierin, in aanvulling op de basis inspectiemodules, nog eens expliciet aangegeven op welke onderdelen er extra aandacht moet komen in de sector en hoe de inspectie ingericht wordt. Hierbij wordt ook uitdrukkelijk aandacht besteed aan de stand der wetenschap in een bepaalde sector en wordt aandacht besteed aan de wijze van handhaven op basis van de sectorspecifieke Arbocatalogus. De handhaving op de prioritaire risico s vindt plaats op basis van de basis inspectiemodules voor de sector zorg en welzijn die als bijlagen bijgevoegd worden aan dit meerjarenprogramma. Bij de inspecties worden de arbocatalogi als uitgangspunt genomen. jhertogh Pagina

13 De inspecties vinden vooral plaats bij de meest risicovolle situaties en bij doelgroepen die nog achterblijven. Als extra aandachtsgroep in het programma worden tevens instellingen meegenomen, dwars door de gehele sector zorg en welzijn, waar signalen in de media verschijnen dat er iets mis is op het gebied van arbeidsomstandigheden. Het betreft hier verschillende soorten signalen, namelijk zowel de signalen dat er een incident plaats heeft gevonden als signalen dat er (nogal ) wat mis is in een instelling. Voor de inspectie en de handhaving in deze instellingen wordt gewoon uitgegaan van de basis inspectiemodule en de sectorspecifieke aanvullingen, als deze voorhanden is. Daarnaast wordt in deze instellingen expliciet nagegaan welke maatregelen onvoldoende uitgewerkt waren en mede aanleiding waren voor de signalen in de media. Hierbij staat zowel de handhaving als het leereffect voor de inspectie en de branche centraal. Jaarlijks zullen de resultaten per onderwerp worden vastgelegd in een factsheet of een korte rapportage. Hierin zullen de geconstateerde overtredingen en de subsectorspecifieke items worden belicht. In verschillende fases van het programma (voorbereiding, uitvoering en evaluatie) worden contacten onderhouden en wordt informatie uitgewisseld met de brancheorganisaties. jhertogh Pagina

14 2 Agressie en Geweld 2.1 Aanleiding inspecties agressie Op dit moment wordt in verschillende programma s aandacht besteed aan agressie en geweld. In de sectoraanpak voor agressie is beschreven dat er optimaal aangesloten wordt bij de lopende initiatieven en dat zoveel mogelijk het gebruik gemaakt wordt van de beschikbare interventiemiddelen. De belangrijkste programma s zijn: Veilige Publieke Taak Veilige Publieke Taak is een programma, aangejaagd door het ministerie van Binnenlandse zaken, dat als doelstelling heeft om agressie en geweld met 15% terug te brengen in Het project richt zich op het terugdringen van agressie bij werknemers met een publieke taak. Hierin zijn de volgende doelgroepen opgenomen: Openbaar bestuur, veiligheid/justitie, onderwijs, zorg, sociale zekerheid en infrastructuur. Voor de sector zorg en welzijn omvat het programma in elk geval de Gehandicaptenzorg, Geestelijke gezondheidszorg, Ambulancezorg, jeugdzorg, slachtofferhulp, Verpleeghuizen, verzorgingshuizen, ziekenhuizen, thuiszorg en overige geneeskundige hulpverleners en GHOR Veilig Publieke Taak heeft veel instrumenten beschikbaar die de sectoren kunnen gebruiken. Dit zijn o.a. subsidies voor projecten en communicatiemiddelen algemeen en voor de instellingen. Ook hebben zij een publiekscampagne om agressie op straat terug te dringen. Omdat de resultaten achter lopen bij de doelstelling heeft VPT de arbeidsinspectie gevraagd om extra activiteiten te ontplooien in de sectoren, omdat het optreden van de arbeidsinspectie een effectief middel is gebleken. Zie ook Programma agressie en geweld bij de arbeidsinspectie Het onderwerp agressie en geweld wordt binnen de arbeidsinspectie uitgevoerd in een programma. Dit programma strekt zich uit over alle sectoren die in de Veilige Publieke Taak benoemd zijn. In het programma sluit de Arbeidsinspectie aan bij de vraag van VPT en richt zich vooral op die interventies, waarin de arbeidsinspectie goed is. Dit is in de eerste plaats inspecteren, maar daarnaast ook het in beweging brengen van de branches, door middel van het uitdragen van de kennis en verbinding aanbrengen tussen de goede praktijken. In het kader van dit programma zijn er in 2010 in de sector zorg en welzijn 500 inspecties gepland. Om de inspecties een breder effect te geven wordt in het kader van dit programma ook een brede campagne uitgevoerd, waardoor werkgevers geleid worden naar de website: Hier kunnen werkgevers lezen wat ze moeten doen om agressie te voorkomen en er zijn links opgenomen naar de arbocatalogi en instrumenten in de verschillende sectoren. Voor de sector zorg en welzijn is hier een aparte pagina ingericht. Subsectorspecifieke activiteiten Alle subsectoren hebben het probleem agressie en geweld wel onderkend, en hebben daar hun eigen invulling en uitwerking aan gegeven. In sommige sectoren hebben de arboconvenanten daarbij een rol gespeeld, in andere sectoren is het programma veilige publieke taak een aanjager geweest en sommige sectoren hadden al hun eigen weg hierin gekozen. Veelal hebben de sectoren hun afspraken al vastgelegd in arbocatalogi. De implementatie van de instrumenten op de werkvloer blijft echter achter. jhertogh Pagina

15 2.2 Doelstellingen inspecties op agressie De arbeidsinspectie kan met een gerichte sectoraanpak voor agressie en geweld zorgen voor de verbinding tussen het programma VPT en de sectoractiviteiten. Met de inspecties kan de ontwikkeling én de implementatie van de ontwikkelde instrumenten subsector specifiek worden bevorderd. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat alle subsectoren in de zorg en welzijn op hun eigen manier bezig zijn en dat inspecties het meest effectief zijn als de kennis en de instrumenten die binnen de sectoren zijn ontwikkeld ook daadwerkelijk gebruikt worden. De inspecteur zal zich dus in moeten lezen in de activiteiten in de branche. De doelstelling voor dit inspectieprogramma agressie is: 1) Het bevorderen van de implementatie van de wettelijk verplichte beleidselementen en maatregelen, om de werknemer zo goed mogelijk te beschermen tegen alle vormen van agressie en geweld, door het toepassen van handhavingsinstrumenten. 2.3 Selectie subsectoren en instellingen Voor de selectie van subsectoren is gebruik gemaakt van de NEA-analyse. De resultaten hiervan zijn weergegeven in onderstaande tabel. Zo nodig zijn de gegevens aangevuld met de inspectieresultaten. Sector met: Naleving laag (>50% wenst maatregelen) Naleving matig (25%-50% wenst maatregelen) Naleving hoog (<25% wenst maatregelen) Risico hoog (>50%) GGZ Gehandicaptenzorg Jeugdzorg Ambulances Risico matig (25%- 50%) Ziekenhuizen Apotheken VV&T Welzijn Medische praktijken Risico laag (<25%) Klinieken Kinderopvang Lab s en bloedbanken Uit de analyse blijkt dat het risico het grootst is in de GGZ, jeugdzorg en de gehandicaptenzorg % van de werknemers vindt dat er ook daadwerkelijk maatregelen getroffen moeten worden. Deze sectoren zullen worden geselecteerd voor de inspecties. Jeugdzorg Uit de analyse en de verkennende inspecties is gebleken dat er bij de jeugdzorg sprake is van een zorgwekkende situatie, zowel bij de ambulante dienstverlening als bij de behandelinstellingen. In de sector staat de aanpak van agressie nog in de kinderschoenen. Veel beleidselementen ontbreken of zijn nog onvoldoende uitgewerkt. Ook is gebleken dat het niet mogelijk is om de specifieke problemen in de jeugdzorg middels een beperkt aantal verkenningen in kaart te brengen. De jeugdzorg zal daarom in de volle breedte worden geïnspecteerd op basis van de basis inspectiemodule met als doel het implementeren van de wettelijke verplichtingen. Daarnaast moeten de inspecties ook een goed beeld opleveren van de belangrijkste knelpunten in de jeugdzorg. GGZ Ook in de GGZ in is er nog steeds sprake van veel agressie. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door het ziektebeeld van de cliënt. Het grootste probleem in deze sector is de cultuur, waarbij men ervan uitgaat dat het bij het werk hoort. De branche heeft veel aandacht voor het probleem, maar op het moment dat gezegd wordt het hoort er nu eenmaal bij en we kunnen er niet veel aan veranderen, blijft de situatie toch gewoon zoals deze is. De best practices laten hier echter zien dat een zorgvuldige aanpak van agressie zeker leidt tot minder incidenten. Stand van de wetenschap voor grote instellingen is eigenlijk dat ze invulling aan het beleid moeten geven op het niveau van een good practice. Deze zijn beschreven in het verslag van de verkenningen. Belangrijk hierbij is dat er altijd een goede risico-inschatting per cliënt moet zijn en dat de noodzakelijke maatregelen om de agressie te voorkomen ook daadwerkelijk genomen moeten worden. Indien er dan toch nog incidenten voor komen moeten deze goed geëvalueerd worden jhertogh Pagina

16 en dienen direct maatregelen genomen te worden. De inspecties zullen zich in eerste instantie richten op de achterblijvende brede GGZ instellingen en de kleinere instellingen en de (private) verslavingsklinieken. Gehandicaptenzorg De activiteiten in de gehandicaptenzorg zullen in 2010 vooral gericht zijn op communicatie met betrekking tot de implementatie van de Arbocatalogus en hoe om te gaan met agressie van deze speciale doelgroep, waarbij de agressie voort komt uit de verstandelijke beperking. De gehandicaptenzorg heeft een eigen communicatiecampagne om agressie tegen te gaan. In 2011 zal deze doelgroep worden geïnspecteerd. Ambulancediensten Alle ambulancediensten zijn in 2008 bezocht en het beeld is wisselend. Daar waar veel agressie voor komt, is ook meer beleid. Daar waar onvoldoende beleidsmatige aandacht was voor agressie is al gehandhaafd en zijn de overtredingen inmiddels opgeheven. De ambulancediensten hebben het programma van VPT ondertekend en er is in de publiekscampagne de nodige aandacht om agressie tegen ambulancemedewerkers tegen te gaan. De specifieke problemen die hier spelen zijn dat de ambulancediensten de patiënt zo snel mogelijk moet stabiliseren en zo nodig naar het ziekenhuis brengen. Dat geeft hen niet de mogelijkheid om uitgebreide interventies uit te voeren of de zorgverlening te stoppen. Een bijkomend probleem is dat de aangiftebereidheid erg laag is, maar dat ook het openbaar ministerie laatst een aangifte heeft geseponeerd. Er zal dus eerst gekeken moeten worden wat de meest wenselijke maatregelen zijn voor de ambulancediensten alvorens er inspecties ingezet worden. Vooralsnog zijn geen inspecties voorzien in deze subsector. In de sectoren ziekenhuizen, VV&T, apotheken en overige welzijnsectoren heeft 40-50% van de werknemers te maken met agressie. Hier worden door 30-50% van de werknemers nog maatregelen gewenst. De inspecties zullen hier een meer selectief karakter hebben en met name gericht zijn op de doelgroepen met een verhoogd risico of een lagere naleving. Ziekenhuizen In de ziekenhuizen is het project veilige zorg al bij veel van de instellingen ingevoerd. Omdat ook uit de inspectiegegevens blijkt dat de ziekenhuizen een relatief goede naleving kennen wordt aan deze sector in 2010 en mogelijk ook in 2011 nog de tijd gegeven om de aanpak te implementeren in de organisaties. Wel zal expliciet in deze doelgroep nagegaan worden, hoe het komt dat er in de ziekenhuizen toch steeds incidenten kunnen ontstaan, die een grote impact hebben op de werknemers. Deze incidenten hebben ook de politieke aandacht. Steeds opnieuw wordt de minister van SZW gevraagd om maatregelen en inspecties in deze sector. Als er incidenten zijn zullen deze actief opgepakt worden om meer informatie te verkrijgen en er zal worden gehandhaafd als er overtredingen worden geconstateerd. VV&T Uit een nadere analyse van de sector VV&T is gebleken dat vooral de werknemers in de thuiszorg en de verpleeghuizen nog regelmatig bloot staan aan agressieve gedragingen van de cliënten, maar dat er ook onveilige situaties zijn op weg naar de cliënt. In de thuiszorg staan medewerkers er dan bijna altijd alleen voor. Dat maakt de doelgroep extra kwetsbaar. Door de beperkte financiële middelen kunnen ook niet op grote schaal individuele maatregelen ingezet worden als begeleiding en vervoer. Maatregelen als een goede communicatie en alarmeringssysteem zouden wel beter ingevoerd moeten worden en gelden als stand der wetenschap. Ook de gedragscode is hier nog onderbelicht. In de Arbocatalogus is nl. wel de gedragscode voor de werknemer opgenomen, maar niet die voor de cliënt. De thuiszorg kent wel een zorgverlenings- en een zorgweigeringsprotocol, dat aan het begin van de dienstverlening wordt ingevuld, maar op dat moment is er nog weinig zicht of er sprake is van agressie en geweld. Ook wordt het zorgweigeringsprotocol weinig toegepast als blijkt dat er toch sprake is van agressief gedrag. De relatie met de cliënt maakt dat de werknemer toch de zorg wil voort zetten, ondanks de lastige omstandigheden. Uit NEA blijkt dat een groot deel van de werknemers toch maatregelen wenst. In de verpleginghuizen wordt agressie vaak veroorzaakt door het ziektebeeld van de cliënten en men accepteert deze onregelmatigheden op de afdeling. Ook hier zal net als in de gehandicaptenzorg en GGZ gekeken moeten worden naar de gewenste cultuurverandering. Daarna kunnen ook in deze subsectoren eventueel inspecties uitgevoerd worden. jhertogh Pagina

17 Apotheken Ook in apotheken komt agressie regelmatig voor in de vorm van intimiderend gedrag van cliënten en in de vorm van overvallen. Vooral in grootstedelijke gebieden is het aantal overvallen het afgelopen jaar toegenomen. Het brancheloket van de KNMP is het centrale punt waar de incidenten worden gemeld en de opvang wordt geregeld. Tevens kijkt men welke maatregelen er getroffen moeten worden. De arbeidsinspectie zal de incidenten ook in deze branche onderzoeken om na te gaan waardoor de incidenten kunnen ontstaan en welke maatregelen noodzakelijk zijn. Andere, nieuwe, ontwikkelingen die in de verkenningsfase in beeld gebracht moeten worden zijn: de loketapotheken en de apotheken met drogisterijfunctie. Doordat deze anders ingericht zijn zou dat kunnen leiden tot verhoogde risico s. Vooralsnog zijn nog geen uitgebreide inspecties voorzien. De KNMP heeft de risico s goed in beeld en werkt structureel aan oplossingen. Het aantal werknemers dat maatregelen wenst is ook relatief laag. Welzijn Om meer specifiek iets te kunnen zeggen over agressie in de verschillende subsectoren van de welzijn, zijn in de arbomonitor verschillende vragen opgenomen. Op basis van de analyse van de arbomonitor zullen specifieke doelgroepen worden geselecteerd voor interventies en inspecties in Vooruitlopend daarop zijn alvast de asielzoekerscentra geselecteerd voor inspecties in 2010, omdat daar zeker sprake is van agressie in die opvangunits waar de cliënten verblijven die nog niet weten of ze mogen blijven of die terug gestuurd worden. Het COA is zowel de brancheorganisatie als de directe werkgever van de medewerkers in de asielzoekerscentra. In de asielzoekerscentra komen ook derden, zoals medewerkers van de GGZ. Medische praktijken Specifieke groepen die te maken hebben met agressie zijn hier de huisartsenposten. Deze zijn in principe het voorportaal van de eerste hulp. De problematiek die op de eerste hulp aan de orde komt kan ook bij de huisartsenposten spelen. Verder hebben zij ook te maken met agressie die voort komt uit angst om de gezondheid van de patiënt in relatie tot de behandeling die door de huisartenpost wordt voorgesteld. De vraag is of het in de huisartsenposten wel goed geregeld is met de preventie en de opvang van medewerkers. De huisartsenposten worden geselecteerd als doelgroep voor In 2010 zal ook gekeken worden in hoeverre agressie voor komt bij de huisartspraktijken. Op basis van de resultaten kan deze sector eventueel in 2011 bezocht worden. Bij de andere medische praktijken zijn geen aanwijzingen dat er problemen spelen. Klinieken De privé verslavingsklinieken worden opgenomen in de inspecties voor Het is niet te verwachten dat er bij de andere klinieken sprake is van agressie. Situaties waar het mogelijk voor kan komen is als de resultaten van de ingreep onvoldoende zijn in de ogen van de patiënt of de instelling negatief in de publiciteit komt. Een andere risicovolle situatie komt wellicht voor bij klinieken waar behandelingen worden toegepast, waar bepaalde doelgroepen in de samenleving of bepaalde patiënten het niet mee eens zijn. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld abortussen en besnijdingen. Eventuele specifieke problematiek wordt in 2010 of 2011 in kaart gebracht middels verkenningen en gesprekken met de branche. Kinderopvang In de kinderopvang neemt de agressie door ouders licht toe. Ook hebben een aantal incidenten in deze sector voor opschudding gezorgd. Maar in vergelijking met de sector zorg en welzijn komt het toch nog relatief weinig voor. Met de sector zal nagegaan worden of er goede protocollen zijn en of deze voldoende houvast bieden. Eventuele incidenten worden onderzocht, maar verder zijn er geen inspecties in deze sector te verwachten. Laboratoria en bloedbanken Er zijn geen aanwijzingen dat deze sector regelmatig agressie voor komt. Er zullen geen activiteiten worden ontplooid in deze sector. jhertogh Pagina

18 2.4 Inspectiemethodiek Aankondiging inspecties De geselecteerde instellingen krijgen een brief waarin aangegeven wordt wanneer de inspectie plaats vindt. Hierbij kan de inspecteur verwijzen naar de communicatiecampagne en de directe mailing, die verstuurd is, als onderdeel van het programma agressie, waarin al aangekondigd was, dat er controle zou kunnen plaatsvinden. De OR wordt apart geïnformeerd over het inspectieproject. Inspectiebezoek Het inspectiebezoek bestaat uit een aantal elementen - gesprek met werkgever over het beleid en de incidenten die voor komen - gesprek met OR over het gevoerde beleid en mogelijke knelpunten - rondgang door de instelling en gesprekken met werknemers om na te gaan of er voldoende maatregelen getroffen zijn om agressie te voorkomen De inspecties vinden plaats op basis van de basis inspectiemodule agressie voor zorg en welzijn en de arbocatalogi voor agressie. De werkgever is verplicht om de werknemer zoveel als mogelijk te beschermen tegen agressie en geweld. Hiertoe is de werkgever verplicht een aantal zaken in de instelling te regelen. Concreet wordt van de instelling verwacht dat de volgende elementen geïmplementeerd zijn in de instelling: - De werkgever moet een gedragscode of huisregels hebben opgesteld, waarin aangegeven staat dat agressie en geweld niet wordt getolereerd. Per afdeling moet ook duidelijk zijn wat de gedragscode is en wat de consequenties zijn als men zich niet aan de gedragsregels houdt. - De werkgever organiseert een goede daderaanpak. De daderaanpak richt zich op situaties waarin het ziektebeeld van de cliënt geen rol speelt en hierin dient altijd opgenomen te zijn wanneer er aangifte gedaan wordt en onder welke condities de zorgverlening plaats kan vinden, danwel beëindigd kan worden. - De werkgever organiseert een goede cliëntinterventie. Daar waar agressie veroorzaakt wordt door het ziektebeeld van de cliënt, kan niet altijd over gegaan worden tot aangifte of zorgweigering. De werkgever is echter wel verplicht om zijn medewerkers optimaal te beschermen, ook tegen deze vorm van agressie. De cliëntinterventie is erop gericht om het agressieve gedrag van de cliënt te verminderen. Daarbij moet aandacht zijn voor de directe en indirecte oorzaken van de agressie, de mogelijkheden die de cliënt heeft om voortijdig weer tot rust te komen, maar ook wat de gevolgen zijn voor de cliënt of afdeling indien het agressief gedrag niet kan worden beperkt. - Voordat een cliënt in behandeling wordt genomen vindt er een goede risico-inschatting plaats én worden er passende maatregelen genomen, zodat de werknemers voldoende worden beschermd. - Per afdeling wordt in kaart gebracht welke vormen van agressie er op basis van de cliëntpopulatie kunnen ontstaan en er worden passende maatregelen genomen, zodat de werknemers voldoende worden beschermd. - De werkgever treft voldoende organisatorische maatregelen om de werknemer te beschermen tegen agressie. Dit betekent bijvoorbeeld dat op basis van het gedrag van de cliënt duidelijk moet zijn wat de personeelsbezetting op de afdeling moet zijn, maar ook op welke afdeling een cliënt geplaatst mag worden. Bij agressieve cliënten dient ook duidelijk aangegeven te worden wat de begeleiding is die deze cliënt nodig heeft en in welke groepen deze geplaatst kan worden op basis van het gedrag. Ook regelt de werkgever eventuele uitplaatsing naar een andere vorm van hulpverlening indien hij deze niet zelf kan organiseren. - De werkgever treft voldoende materiële voorzieningen om te voorkomen dat werknemers letsel of schade ondervinden van het agressief gedrag van de cliënten. De maatregelen moeten genomen worden op basis van de huidige stand der wetenschap. De keuze voor de inrichting van de afdeling neemt hierin een belangrijke plaats in en dient afgestemd te zijn op de groep cliënten die er verblijft en vice versa. - De werknemers hebben voldoende voorlichting en training gehad voordat ze op een bepaalde afdeling gaan werken. Per afdeling is ook duidelijk welke eisen gesteld worden aan de opleiding en training van medewerkers en wat de consequenties zijn als de opleiding en training (nog) onvoldoende is. jhertogh Pagina

19 - De medewerkers beschikken over een goed functionerend communicatiemiddel en/of alarmeringssysteem. De werking van het systeem wordt ook structureel, na elk incident geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Uitgangspunt is dat er in geval van agressie direct hulp ter plekke kan zijn. - Incidenten worden geregistreerd, geanalyseerd, besproken op de afdeling en geëvalueerd. Op basis hiervan worden maatregelen getroffen en er vindt terugkoppeling plaats naar de betreffende afdeling en werknemers. Hierbij worden per direct de maatregelen getroffen die noodzakelijk zijn om herhaling van het incident te voorkomen. - De werkgever organiseert goede opvang en nazorg voor medewerkers die ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch te maken krijgen met een agressie incident. Bij structurele tekortkomingen met betrekking tot het beleid agressie en geweld kan een waarschuwing worden gegeven met verwijzing naar de arbocatalogus of wordt een eis opgesteld op basis van artikel 3, lid 2 en art van het Arbobesluit. Indien de instelling vrijwel alles op orde heeft en een enkel puntje is nog niet geïmplementeerd, kan de inspecteur besluiten om een stimulering te geven. Let wel, het gaat hier dan om een enkel aandachtspuntje. Indien blijkt dat bij controle de instelling onvoldoende maatregelen heeft getroffen kan een boete worden aangezegd. De inspectiemodule Agressie welke specifiek is toegesneden op de sector zorg en welzijn, is opgenomen in de bijlage. Per subsector is een nadere uitwerking van de aangetroffen risico s beschikbaar. De handhaving zal altijd plaats vinden op basis van de arbocatalogi die in de sector van toepassing is. De monitorlijst In de monitorlijst zal het nalevingsformat opgenomen worden, waarin door de inspecteur een kwaliteitsoordeel wordt gegeven over de beheersing van het risico en de implementatie van de beleidselementen. Hierdoor ontstaat er zowel op instellingsniveau als op subsectorniveau een goed beeld van de voorlopers en de achterblijvers én van de specifieke knelpunten in een subsector met betrekking tot de naleving. Dit biedt weer handvaten voor de vervolginterventies in de subsectoren. 2.5 Communicatie en samenwerking met de sector In het kader van het programma agressie en geweld van de arbeidsinspectie zal de start van het project extra media aandacht krijgen vanuit de campagne: weet hoe het zit. De zorgsector zal daarbij herkenbaar worden benaderd in radiospotjes en door middel van advertenties in geschikte media. Ook zal een video worden gemaakt, waarin herkenbare situaties getoond worden waar medewerkers mee te maken krijgen en de verplichtingen van de werkgevers nog eens benadrukt worden. Er zal worden getracht de boodschap zoveel mogelijk via de branchekanalen te verspreiden. Bij aanvang van de inspecties zullen de instellingen in de verschillende branches worden benaderd door een direct mailing, waarin de inspecties aangekondigd worden en de verplichtingen van de werkgever worden uitgelegd. Ook kunnen daarin cultuurbeïnvloedende boodschappen worden opgenomen. Voorafgaande, tijdens en na afloop wordt het inspectieproject besproken met de werkgevers en werknemersorganisaties. De resultaten zullen besproken worden met de brancheorganisaties. 3 Biologische agentia 3.1 Aanleiding biologische agentia In de sector zorg en welzijn is SZW op twee verschillende manieren betrokken bij het onderwerp biologische agentia. In de eerste plaats worden er veel arbocatalogi voor biologische agentia ter toetsing aangeboden en daarnaast is vanuit beleid het onderwerp op de kaart gezet in het project programmatisch handhaven. De eerste ervaringen laten zien dat biologische agentia een lastig verhaal is, waar nog niet direct de vinger achter te krijgen is. Er zijn een aantal knelpunten gesignaleerd: - Biologische agentia, is een onderwerp dat veel deskundigheid vraagt, zeker als je dieper op de materie in gaat. Deskundigen, inspecteurs, werknemers en werkgevers worden geconfronteerd met verschillende opvattingen al dan niet in relatie tot verschillende omstandigheden en niveau jhertogh Pagina

20 van opleiding. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid over te treffen maatregelen in bepaalde situaties en blijven de maatregelen afhankelijk van de deskundigheid van de coördinator en de houding van de directie/bestuur in de instelling. - Ook op brancheniveau is niet altijd de gewenste diepgang aanwezig. Ook hier geldt het is complexe materie. Daarbij komt dan ook nog het verschil in inrichting en organisatie van een instelling. De adviezen van de branche zijn daarom veelal te algemeen van aard. Om die reden zijn al een aantal arbocatalogi op het onderwerp biologische agentia afgekeurd en is de branche zich verder aan het bezinnen hoe nu verder. - In de sector maakt men overal gebruik van de WIP-richtlijnen, maar deze zijn vooral gericht op bescherming van patiënten en het is niet duidelijk of deze richtlijnen ook voldoende bescherming bieden voor de werknemers en of er nog aanvullende maatregelen getroffen moeten worden. - Daarnaast laten instellingen het vaak over aan de deskundigheid van de werknemers om de WIPrichtlijnen toe te passen. Dat maakt dat richtlijnen niet altijd vertaald worden naar protocollen op de afdelingen, kamer en patiënten. De uitvoering van de richtlijnen is daarmee heel persoons- en afdelingsafhankelijk. - Ook de inspecteurs gaan er vaak vanuit dat als men de WIP-richtlijn toepast het wel in orde is, omdat ook hier de subsector specifieke deskundigheid ontbreekt. Een aantal inspecteurs hebben zich meer verdiept in de naleving van de WIP-richtlijn in de instelling en kwamen daar tot de conclusie dat het met de naleving van de WIP-richtlijn ook niet altijd in orde was. - Er is een wezenlijk verschil tussen de denkwijze van IGZ en de AI. IGZ gaat ervan uit dat mensen ziek worden en probeert zoveel mogelijk verspreiding tegen te gaan door het treffen van maatregelen. Men accepteert wel een aantal zieken en zelfs doden, omdat dat onvermijdelijk is bij de patiëntpopulatie. De arbeidsinspectie is echter veel meer gericht op het voorkomen van ziekte, gezondheidsschade en dodelijke slachtoffers. Wij vinden ook bij biologische agentia, dat de werknemers niet ziek mogen worden van hun werkzaamheden en er zeker niet aan mogen sterven! De arbeidsinspectie wil dus dat er voldoende preventieve maatregelen voor de werknemers worden toegepast Doelstellingen biologische agentia Zowel het programmatisch handhaven, de inspecties als de andere interventies zullen erop gericht zijn om meer duidelijkheid te krijgen op de werkvloer hoe om te gaan met biologische agentia. Zowel de branche als de instellingen zullen ertoe aangezet worden om duidelijk te maken welke risico s er zijn en welke maatregelen genomen moeten worden. Op brancheniveau zouden de maatregelen in een Arbocatalogus opgenomen kunnen worden, in de instelling zal men na moeten gaan met welke biologische agentia men in aanraking komt en welke maatregelen daarvoor getroffen moeten worden. Dit houdt in dat de instellingen serieus aan de slag moeten met de blootstellingbeoordelingen. Als arbeidsinspectie willen we ook een bijdrage leveren. We doen dit door in de subsectoren gesprekken en verkenningen uit te voeren. Daarna worden de bevindingen in de diverse sectoren met de deskundigen, werkgevers en werknemers uit het veld besproken. Doel daarvan is om ervoor te zorgen dat de branche aan de slag gaat met de belangrijkste knelpunten. Zij kunnen hierdoor de leden ondersteunen tijdens de inspectieronde. Voordat de inspecteurs op pad gaan om te inspecteren zal per branche duidelijk moeten zijn waar ze expliciet op moeten letten. Analoog aan agressie zal gezocht worden naar een tiental punten waarop men kan gaan toetsen. Ook dienen de gewenste maatregelen per subsector uitgewerkt te worden, zodat de inspecteur voldoende handvaten heeft. De doelstelling voor dit inspectieprogramma biologische agentia is: Het bevorderen van de implementatie van de wettelijk verplichte beleidselementen en maatregelen, om de werknemer zo goed mogelijk te beschermen tegen besmettingen met biologische agentia, door het toepassen van handhavingsinstrumenten. De inspecties hebben ook uitdrukkelijk tot doel de risicovolle situaties en gewenste maatregelen in kaart te brengen per subsector. jhertogh Pagina

Bijeenkomst Platform voor ondernemingsraden in de Zorg

Bijeenkomst Platform voor ondernemingsraden in de Zorg Bijeenkomst Platform voor ondernemingsraden in de Zorg 9 december 2015 Maria Breas Inspectie SZW Wat doet Inspectie SZW? De Inspectie SZW werkt aan: eerlijk werk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid

Nadere informatie

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter.

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA. Hollen. Stilstaan bij Werkdruk. dát maakt zorg beter. Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid TITELPAGI NA Hollen Stilstaan bij Werkdruk dát maakt zorg beter Anita Hertogh Waarom is Zorg en Welzijn een van de prioritaire sectoren voor

Nadere informatie

Hollen & stilstaan bij werkdruk

Hollen & stilstaan bij werkdruk Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter De Inspectie SZW 1 inspecteerde van april 01 tot oktober 01 op het onderwerp psychosociale arbeidsbelasting (PSA) in zorginstellingen. PSA is in de

Nadere informatie

Gezond. veilig werken. Sectoraanpak Zorg en Welzijn 2012-2015. dát maakt zorg beter

Gezond. veilig werken. Sectoraanpak Zorg en Welzijn 2012-2015. dát maakt zorg beter Gezond veilig werken Sectoraanpak Zorg en Welzijn 2012-2015 dát maakt zorg beter De Inspectie SZW werkt samen aan eerlijk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen Voor mensen die met heel

Nadere informatie

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter De Inspectie SZW 1 inspecteerde van maart 2011 tot en met februari 2012 zorgboerderijen en andere kleinschalige zorgvoorzieningen.

Nadere informatie

Werkdruk, Agressie en Geweld in Zorg & Welzijn Inspecties in ziekenhuizen, opvanghuizen en asielzoekerscentra

Werkdruk, Agressie en Geweld in Zorg & Welzijn Inspecties in ziekenhuizen, opvanghuizen en asielzoekerscentra Werkdruk, Agressie en Geweld in Zorg & Welzijn Inspecties in ziekenhuizen, opvanghuizen en asielzoekerscentra Aanleiding Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) is al jaren een van de grootste arbeidsrisico

Nadere informatie

Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter

Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter De Inspectie SZW 1 inspecteerde van april 2012 tot oktober 2012 op het onderwerp psychosociale arbeidsbelasting (PSA) in zorginstellingen. PSA is in

Nadere informatie

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT. Ambulancezorg A 895. Onderwerpen:. Fysieke belasting.. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT. Ambulancezorg A 895. Onderwerpen:. Fysieke belasting.. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT Ambulancezorg A 895 Onderwerpen:. Fysieke belasting. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia. Arbeidstijden Inspectieperiode 1 september 2008 tot en met 31 december 2008

Nadere informatie

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT FACILITAIRE DIENSTEN. in de ZORG A 904

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT FACILITAIRE DIENSTEN. in de ZORG A 904 PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT FACILITAIRE DIENSTEN in de ZORG A 904 Inspectieperiode 1 maart 2009 tot en met 31 december 2009 versie 6: 6 februari 2009 1 Colofon Arbeidsinspectie Den Haag : 28 februari

Nadere informatie

Hollen & stilstaan bij werkdruk

Hollen & stilstaan bij werkdruk Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter Aandacht Inspectie SZW voor psychosociale arbeidsbelasting in zorg blijft nodig In het kader van de aanpak Zorg en Welzijn 2012 2015 heeft de Inspectie

Nadere informatie

Hollen & stilstaan bij werkdruk

Hollen & stilstaan bij werkdruk Hollen & stilstaan bij werkdruk dát maakt zorg beter Aandacht Inspectie SZW voor psychosociale arbeidsbelasting in zorg blijft nodig In het kader van de aanpak Zorg en Welzijn 2012 2015 heeft de Inspectie

Nadere informatie

Arbocatalogus Tuincentra

Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Voorwoord Voor u ligt de Arbocatalogus Tuincentra, het oplossingenboek voor arborisico s in tuincentra. In de tuincentra denken we bij veiligheid automatisch

Nadere informatie

Agressie en geweld in de publieke sector

Agressie en geweld in de publieke sector Agressie en geweld in de publieke sector De Inspectie SZW heeft van 1 mei 2013 tot en met 1 augustus 2014 inspecties uitgevoerd bij 321 locaties of teams van woningcorporaties, gerechtsdeurwaarders, Belastingdienst

Nadere informatie

Gezond & veilig werken

Gezond & veilig werken Gezond & veilig werken Sectorrapportage Zorg en Welzijn 2010-2012 dát maakt zorg beter Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting 4 1. Inleiding 9 2. Algemeen beeld van de sector 10 2.1 Arbeidsrisico s 10 2.2 Arbeidsuitval

Nadere informatie

Discriminatie en ander ongewenst gedrag. Presentatie team Arbeidsdiscriminatie

Discriminatie en ander ongewenst gedrag. Presentatie team Arbeidsdiscriminatie Discriminatie en ander ongewenst gedrag Presentatie team Arbeidsdiscriminatie Inspectie SZW, 20 juni 2017 Even voorstellen; Krijn Dijkema en Dennis Hitijahubessy ARBEIDSINSPECTEURS TEAM ARBEIDSDISCRIMINATIE

Nadere informatie

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg Arbeidsinspectie te Den Haag COLOFON: Inspectieproject: Bijzondere Zorg 2003 (A621) Directie: Publieke Dienstverlening

Nadere informatie

De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd

De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd De Nationale Politie slaagt er nog onvoldoende in om de Arbeidstijdenwet en de bepalingen rondom Agressie en Geweld van de Arbeidsomstandighedenwet

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843)

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843) VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843) ARBEIDSINSPECTIE DEN HAAG, JUNI 2008 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Samenvatting 4 2 Projectopzet en uitvoering 5 2.1 Aanleiding en doelstellingen

Nadere informatie

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk projectverslag A27 hotelschepen projectverslag A27-999 Hotelschepen "Arbeids - & Rusttijden Horecapersoneel aan boord van Nederlandse en buitenlandse hotelschepen" Versie: 20 juni 2000 Uitvoeringsperiode:

Nadere informatie

Inspectie naar de actualiteit van de KEW vergunningen

Inspectie naar de actualiteit van de KEW vergunningen Projectplan KEW 2007 Inspectie naar de actualiteit van de KEW vergunningen Arbeidsinspectie, Den Haag Projectnummer A823 Status projectplan Definitief Inspectieonderwerp Ioniserende straling AI-bedrijfstak

Nadere informatie

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT VERPLEGING EN VERZORGING A 795. Onderwerpen:. fysieke belasting.. biologische agentia..

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT VERPLEGING EN VERZORGING A 795. Onderwerpen:. fysieke belasting.. biologische agentia.. PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT VERPLEGING EN VERZORGING A 795 Onderwerpen:. fysieke belasting. biologische agentia. agressie & geweld. bedrijfshulpverlening Inspectieperiode 1 september 2006 tot en met

Nadere informatie

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie 1 De Arbeidsinspectie in het kort De Arbeidsinspectie (AI) maakt deel uit van het ministerie van Sociale Zaken en

Nadere informatie

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet? 1 Arbo 17 de meest gestelde vragen in de schoonmaak 1 Arbo Arbeidsomstandigheden hebben de laatste decennia veel aandacht gekregen, en terecht. Vaak is al gebleken dat met soms eenvoudige werkplekaanpassingen,

Nadere informatie

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003 Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003 Den Haag, januari 2004 Jacques van der Pols, Landelijk Projectleider 026-3557111 Samenvatting

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot Inhoud

Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot Inhoud Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot 2018 Inhoud 1. Aanleiding verkenning / pilot 2. Resultaten verkenning 3. Pilot n.a.v. de verkenning

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) Periode 1 april 2000 t/m 30 november 2000 INHOUDSOPGAVE 1 Samenvatting

Nadere informatie

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Voorlichting, onderricht & Toezicht Interne instructie Arbeidsinspectie Voorlichting, onderricht & Toezicht INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Inspectie 2.3 Handhaving 3. SCHEMA STAPPEN BIJ HANDHAVING Vastgesteld

Nadere informatie

Helger Siegert. Agenda

Helger Siegert. Agenda Stand van Zaken Arbeidsomstandigheden www.molens.nl en www.molen.pagina.nl Helger Siegert 1 Agenda Introductie Uitgangspunten Veranderingen in de wet Discussie 2 1 Arbeidsomstandigheden Wat is aandacht

Nadere informatie

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers Agressie op de werkvloer Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers Programma Inleiding Inventarisatie Wettelijke kaders Rol en taak ondernemingsraad Naar een duurzame inzetbaarheid Agressie en geweld:

Nadere informatie

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht) Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening en is

Nadere informatie

Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg

Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg Projectrapportage Inspectieproject Gehandicaptenzorg Inhoudsopgave Voorwoord 1 Samenvatting 2 Aanleiding, doelstellingen en opzet van het project 3

Nadere informatie

De arbocatalogus. de inhoud van informatie over voorbeeld van arbocatalogi UMC arbocatalogus gev. stoffen voorbeelden uit beschikbaarheid catalogi UMC

De arbocatalogus. de inhoud van informatie over voorbeeld van arbocatalogi UMC arbocatalogus gev. stoffen voorbeelden uit beschikbaarheid catalogi UMC De arbocatalogus De arbocatalogus wat is een arbocatalogus waarom een de historie van wat is de status van de toetsing van het resultaat van toetsing de vorming van de inhoud van informatie over voorbeeld

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694. Onderwerpen: fysieke belasting. agressie & geweld. Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006

VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694. Onderwerpen: fysieke belasting. agressie & geweld. Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006 VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694 Onderwerpen: fysieke belasting agressie & geweld Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006 Arnhem, 30 september 2006 DEFINITIEF verslag Thuiszorg A694

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Artikel 3 van Beleidsregel arbocatalogi 2010 wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Artikel 3 van Beleidsregel arbocatalogi 2010 wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3103 20 februari Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 februari, nr. G&VW/AA/2011/2023,

Nadere informatie

Thema Nieuwsbrief. In dit plan presenteert de Inspectie SZW de aandachtspunten voor controles op de werkvloer. Dit zijn:

Thema Nieuwsbrief. In dit plan presenteert de Inspectie SZW de aandachtspunten voor controles op de werkvloer. Dit zijn: Jaarlijks publiceert de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) (ook bekend als de Arbeidsinspectie) een jaarplan. Zo ook voor 2014. In dit plan presenteert de Inspectie SZW de aandachtspunten

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

1. Arbowet: plichten van de werkgever

1. Arbowet: plichten van de werkgever Handboek Ondernemingsraad en Personeelsvertegenwoordiging Inhoudsopgave 1. Arbowet: plichten van de werkgever... 1 1.1 Pak risico s aan bij de bron... 2 1.2 Wat is psychosociale arbeidsbelasting (PSA)?...

Nadere informatie

Arbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen

Arbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen Arbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen In 2011 heeft de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie) van februari tot en met december

Nadere informatie

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en. Drie medewerkers in de executieve dienst en twee medewerkers van de afdeling MSO van Bureau Scheveningen. Vier medewerkers in de executieve dienst en drie medewerker van de afdeling Intake & Service van

Nadere informatie

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid pagina van 5 Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid Versie 4. VERVALLEN - Vervangen door RI&E en Preventiemedewerker (alle branche) Deelbranche(s) Camper en Caravan Algemene beschrijving & doelstelling

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WONINGCORPORATIES (A871) 27 april 2009

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WONINGCORPORATIES (A871) 27 april 2009 VERSLAG INSPECTIES PROJECT WONINGCORPORATIES (A871) 27 april 2009 ARBEIDSINSPECTIE DEN HAAG, APRIL 2009 Inspectieproject woningcorporaties 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Samenvatting 4 2. Projectopzet

Nadere informatie

Deelrapportage 1: Opzet van het project. Project verandering van spijs. TNO Kwaliteit van Leven. TNO-rapport. KvL/APRO/2007.

Deelrapportage 1: Opzet van het project. Project verandering van spijs. TNO Kwaliteit van Leven. TNO-rapport. KvL/APRO/2007. TNO Kwaliteit van Leven TNO-rapport KvL/APRO/2007.198/11410/Hef/stn Deelrapportage 1: Opzet van het project Arbeid Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.tno.nl/arbeid T 023 554 93 93 F 023

Nadere informatie

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces?

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces? Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces? Versie 1.0 Datum 2 april 2014 Status Definitief Colofon ILT Ministerie van Infrastructuur en Milieu Koningskade 4 Den Haag Auteur ir. R. van Dorp

Nadere informatie

Hoe kunnen we leren van ongevallen, klachten en signalen?

Hoe kunnen we leren van ongevallen, klachten en signalen? Hoe kunnen we leren van ongevallen, klachten en signalen? Ministerie van SZW Inspectie SZW Jan Romp Leo Vogelaar Favoriete plannen deelnemers uit sessie 7/9/2017 Analyse van oorzaken van ongevallen. Analyse

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN COLOFON Plaats: Den Haag, september 2007 Projectnummers: Inspectieonderwerpen: Directie: A748 Blootstelling aan asbestvezels op stortplaatsen Bouw Landelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 226 775 20 20november 2008 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 november 2008, nr. ARBO/A&V/2008/14423,

Nadere informatie

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht) Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht) Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening en is

Nadere informatie

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en 2007 ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en Kartonproducerende en - verwerkende industrieën.

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Preventie van Agressie En kennis delen

Preventie van Agressie En kennis delen GGZ De Hoop Preventie van Agressie En kennis delen Workshop 17 Wim van Es www.bureauvanesrbb.nl Preventie van Agressie En kennis delen 1 Doel van workshop 17 2 Agressie, gevolgen en verplichtingen werkgever

Nadere informatie

Welkom bij de Arbocatalogus Provincies. Jannet Bergman, Projectleider A&O Provincies Henny van den Born, Arbo-beleidsadviseur Provincie Groningen

Welkom bij de Arbocatalogus Provincies. Jannet Bergman, Projectleider A&O Provincies Henny van den Born, Arbo-beleidsadviseur Provincie Groningen Welkom bij de Arbocatalogus Provincies Jannet Bergman, Projectleider A&O Provincies Henny van den Born, Arbo-beleidsadviseur Provincie Groningen Programma Achtergrond/totstandkoming Werkwijze Implementatie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Veilig en gezond werken in de grond-, weg- en waterbouw. Samen de arbeidsrisico s te lijf

Veilig en gezond werken in de grond-, weg- en waterbouw. Samen de arbeidsrisico s te lijf Veilig en gezond werken in de grond-, weg- en waterbouw Samen de arbeidsrisico s te lijf De Inspectie SZW werkt samen aan eerlijk, gezond en veilig werk en bestaanszekerheid voor iedereen 2 Wat doet de

Nadere informatie

Project Fysieke Belasting in de Bouw 2013. drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw

Project Fysieke Belasting in de Bouw 2013. drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw Project Fysieke Belasting in de Bouw 2013 drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw Programma 1.Strategie Bouw 2012-2016 2.Vijf beroepen in 2013 3.Handhaving 4.Vragen en discussie % WERKNEMERS MET KLACHTEN

Nadere informatie

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag

Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag Verbetercheck ongewenst gedrag VVT Workshop ongewenst gedrag Vul deze verbetercheck in om zicht te krijgen op waar uw organisatie staat met de aanpak rond ongewenst gedrag. Aan de hand van de scores kunt

Nadere informatie

Pesten. Wie heeft welke rol

Pesten. Wie heeft welke rol Pesten Wie heeft welke rol Wat zegt de wet Doelvoorschriften t.a.v. PSA Psychosociale arbeidsbelasting Seksuele intimidatie Agressie en geweld Pesten Discriminatie Werkdruk Werkgever verplicht beleid te

Nadere informatie

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999 LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999 A200 Juli 2000 Arbeidsinspectie regio Noordwest C.J. Hensbergen-Aalbers, landelijk projectsecretaris Inhoud 1. Samenvatting 2 Aanleiding en doel van het inspectieproject

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 Inhoudsopgave SAMENVATTING...3 1. AANLEIDING EN DOELEN VAN HET INSPECTIEPROJECT...4

Nadere informatie

Basisinspectiemodule Ongewenste Omgangsvormen

Basisinspectiemodule Ongewenste Omgangsvormen Basisinspectiemodule Ongewenste Omgangsvormen Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de wetenschap en is geschreven voor intern gebruik door de InspectieSZW. Verder is

Nadere informatie

Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving

Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Inleiding Voor toezicht op de naleving van onder andere de Arbeidsomstandighedenwetgeving

Nadere informatie

Servicecentrum Particuliere Beveiliging

Servicecentrum Particuliere Beveiliging 2014 Achtergrondinformatie Beveiligingsbranche Circa 300 bedrijven vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. In de branche zijn naar schatting 30.000 beveiligers actief, 80% daarvan is werkzaam bij

Nadere informatie

Verslag inspecties Woningcorporaties A871

Verslag inspecties Woningcorporaties A871 Verslag inspecties Woningcorporaties A871 Verslag inspecties Woningcorporaties Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Samenvatting 7 2 Projectopzet en uitvoering 9.1 Aanleiding, uitgangspunten en doelstellingen 9.2

Nadere informatie

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD:

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Zwangere vrouwen ervaren weinig tolerantie op het werk Werkgevers zouden een gezonde levensstijl moeten kunnen eisen Legionellose Werkgevers

Nadere informatie

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie Datum inspectie mei 2010 Datum rapport 25 mei 2010 Sector Sector O&P/ sector Drinkwater Auditeur Henk Blaauw / Martin Hammer Opsteller Martin

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie

Basisinspectiemodule Agressie & Geweld

Basisinspectiemodule Agressie & Geweld Basisinspectiemodule Agressie & Geweld Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand der wetenschap en professionele dienstverlening en is geschreven voor intern gebruik bij de

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS COLOFON Plaats: Den Haag, 17 augustus 2005 Projectnummer: Inspectieonderwerp: Directie: A658 Fysieke belasting Bouw Landelijke projectleider:

Nadere informatie

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013 Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013 Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013 Ronald Govers Mei 2013 Vastgesteld directie d.d. 4 juni 2013 2 Arbo jaarverslag 2012 Index 1. Inleiding blz.

Nadere informatie

Even een paar vragen?

Even een paar vragen? RI&E DYNAMISCH Even een paar vragen? 2 Status van de huidige RI&E Situatie nu: 3 Waarom aandacht voor de RI&E? De Arbeidsomstandighedenwet (hierna Arbowet) verplicht iedere werkgever om een arbobeleid

Nadere informatie

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004 Projectverslag Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004, Den Haag Inspectieonderwerpen - Verboden arbeid door kinderen - Werkdagen en werktijden voor kinderen AI bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening

Nadere informatie

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL 1 Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.

Nadere informatie

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak Wendy Roescher 06-525 99 066 RI&E Risico Factoren in arbeidssituatie die kunnen leiden tot gezondheidsschade of letsel Inventariseren Risico s eigen werknemers en derden

Nadere informatie

Basisinspectiemodule

Basisinspectiemodule Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Werkhouding Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de Inspectie SZW. Verder

Nadere informatie

Factsheet Toezicht kermisattracties

Factsheet Toezicht kermisattracties Factsheet Toezicht kermisattracties 2012-2013 Datum: 17 juli 2014 1 Colofon Projectnaam Toezicht Kermisattracties 2012-2013 Projectnummer P3NT12 (2012) en PDNT0000 (2013) Versienummer 8 juli 2014 Projectleiders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 25 883 Arbeidsomstandigheden Nr. 227 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Projectrapportage Inspectieproject Ambulancezorg

Projectrapportage Inspectieproject Ambulancezorg Projectrapportage Inspectieproject Ambulancezorg Inhoudsopgave 1. Samenvatting 7 2. Aanleiding, doelstelling en opzet van het project 9 3. Projectresultaten 13 3.1 Totaal overzicht resultaten 3. Resultaten

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbeleid

Arbeidsomstandighedenbeleid Arbeidsomstandighedenbeleid informatie voor werkgevers en werknemers 170.indd 1 30-12-2008 10:38:37 170.indd 2 30-12-2008 10:38:38 Veilig en gezond werken is belangrijk. De overheid stelt doelen vast voor

Nadere informatie

7 Toezicht en handhaving

7 Toezicht en handhaving 7 Toezicht en handhaving In dit hoofdstuk gaat de raad in op het toezicht en de handhaving, volgens de visiebrief een van de drie kerntaken van de overheid. Het kabinet merkt in de visiebrief op dat strikte

Nadere informatie

Rijkstoezicht op beroepsziekten

Rijkstoezicht op beroepsziekten Inspectie SZW Rijkstoezicht op beroepsziekten NVAB 19 juni 2015 Mw. ir M.A. Zuurbier Directeur Arbeidsomstandigheden 1. De Inspectie SZW 2. Beroepsziekten - meldingen 3. Versterken bedrijfsarts - wetgeving

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

kort, Jacqueline Wit, e-mail: jacqueline@jwit.nl 1 INLEIDING EN KENNISMAKING Jacqueline Wit Ambtelijk secretaris kort training en advies OR en Arbo

kort, Jacqueline Wit, e-mail: jacqueline@jwit.nl 1 INLEIDING EN KENNISMAKING Jacqueline Wit Ambtelijk secretaris kort training en advies OR en Arbo Aan de slag met ARBO OR ondersteuning klantendag 11 maart 2016. kort, Jacqueline Wit, jacqueline@jwit.nl INLEIDING EN KENNISMAKING Jacqueline Wit Ambtelijk secretaris kort training en advies OR en Arbo

Nadere informatie

Meerjarenplan O&O-fonds GGZ

Meerjarenplan O&O-fonds GGZ Meerjarenplan O&O-fonds GGZ 2016-2018 Versie 5: 24 mei 2016_definitief Pagina 1 van 8 Inhoud 1. Inleiding... 3 a. Personeel... 3 b. Bestuurlijke en arbeidsmarktontwikkelingen... 4 c. Uitdagingen... 4 d.

Nadere informatie

Projectrapportage inspectieproject. Facilitaire diensten in de zorg

Projectrapportage inspectieproject. Facilitaire diensten in de zorg Projectrapportage inspectieproject Facilitaire diensten in de zorg Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Aanleiding, doelstelling, doelgroep en communicatie 4 Aanleiding 4 Doelstelling 4 Doelgroep 4 Communicatie

Nadere informatie

Mentaalrijk voor verwijzers. Integrale aanpak tot verhoogde mentale weerbaarheid. Voorkomt en reduceert verzuim.

Mentaalrijk voor verwijzers. Integrale aanpak tot verhoogde mentale weerbaarheid. Voorkomt en reduceert verzuim. Mentaalrijk voor verwijzers Integrale aanpak tot verhoogde mentale weerbaarheid. Voorkomt en reduceert verzuim. duurzaam resultaat wetenschappelijk onderbouwd Verminderde productiviteit en verzuim Iedere

Nadere informatie

Psycho Sociale Arbeidsbelasting

Psycho Sociale Arbeidsbelasting Psycho Sociale Arbeidsbelasting Webinar SCCM 17 juni 2014 Tamara Onos Auxilium HSE Onderwerpen webinar - Relevantie PSA - Onderwerpen PSA - Arbowet- en regelgeving - PSA in praktijk - Inventarisatie van

Nadere informatie

Met 3 afspraken. Veilig werken. Altijd melden, Altijd bespreken, Altijd handelen. A6 boekje altijd melden 1 16-08-13 13:22

Met 3 afspraken. Veilig werken. Altijd melden, Altijd bespreken, Altijd handelen. A6 boekje altijd melden 1 16-08-13 13:22 Veilig werken Met 3 afspraken meer duidelijkheid over agressie Altijd melden, Altijd bespreken, Altijd handelen A6 boekje altijd melden 1 16-08-13 13:22 Agressie hoort er nou eenmaal bij EENS A6 boekje

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 juli 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 juli 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Frank Rijshouwer Hogere Veiligheidskundige 20 juni 2006 1 Arbowetgeving Arbeidsomstandighedenwet Arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenregeling Arbo-

Nadere informatie

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Interne Instructie Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wettelijke grondslag 3. Aanpak 3.1. Toezicht en handhaving 3.2. Werkwijze 3.3. Basis toetskader

Nadere informatie

HANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW. Jan Vermeiren Inspectie SZW

HANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW. Jan Vermeiren Inspectie SZW HANDHAVING DOOR INSPECTIE SZW Jan Vermeiren Inspectie SZW Inhoud Informatiebijeenkomst Richtlijn Steigers Jan Vermeiren Projectleider Inspectie SZW 9 juni 2016 Inspectie SZW Gezond, veilig en eerlijk werk

Nadere informatie

Directie Arbo Datum Basisteam Alkmaar Onze referentie > > > >

Directie Arbo Datum Basisteam Alkmaar Onze referentie > > > > Conform hetgeen met is afgesproken wordt onderstaand per onderdeel aangegeven op welke datum betreffend onderdeel is bezocht. Met wie er gesproken is en welke tekortkomingen (overtredingen) er zijn geconstateerd.

Nadere informatie

Deel 1: Eindelijk een werkbare ZorgRie? Simone van Wijk Arbeidshygiënist / Arbo-adviseur

Deel 1: Eindelijk een werkbare ZorgRie? Simone van Wijk Arbeidshygiënist / Arbo-adviseur Deel 1: Eindelijk een werkbare ZorgRie? Deel 2: Binnenklimaat in de zorg Simone van Wijk Arbeidshygiënist / Arbo-adviseur Eenduidige uitvoering? Soorten gebouwen: g Overzichtelijk Complex Rond Vierkant

Nadere informatie

Aan de slag met de RI&E. Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen

Aan de slag met de RI&E. Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen Aan de slag met de RI&E Een stap-voorstap handleiding voor ondernemers die geen risico willen lopen EEN RI&E Een RI&E? Als ondernemer wil ik graag geld verdienen, maar ik wil later geen werknemers tegen

Nadere informatie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754. Onderwerpen: Biologische agentia, Cytostatica, Fysieke belasting

VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754. Onderwerpen: Biologische agentia, Cytostatica, Fysieke belasting VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754 Onderwerpen: Biologische agentia, Cytostatica, en Fysieke belasting Inspectieperiode 1 januari 2006 tot en met 30 april 2006 Arnhem, 31 augustus 2006 definitief

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Programma Veilige Publieke Taak Directie Arbeidszaken Publieke Sector

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 406 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet. Verbeterplan Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond. VTRR is een nieuwe organisatie die nog volop in ontwikkeling is. De wettelijke taken van VTRR, het oppakken van meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling,

Nadere informatie