De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet *"

Transcriptie

1 REEKS PSYCHOLOGISCHE INSTRUMENTEN De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet * Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born ** Recent onderzoek toont aan dat het persoonlijkheidsdomein beter gerepresenteerd kan worden door zes in plaats van vijf onafhankelijke dimensies. De HEXACO-PI-R vragenlijst is een goede representant van deze zes dimensies, maar lijkt door de complexiteit van de items minder geschikt voor assessment van lager opgeleiden en eerste generatie allochtonen. In dit onderzoek wordt de constructie van een vereenvoudigde versie van de HEXACO-PI-R gerapporteerd, de HEXACO-SPI, en de constructie van een additioneel interstitieel facet dat proactiviteit beoogt te meten. In een onderzoek onder de Nederlandse bevolking (N = 525) blijkt de HEXACO-SPI een adequate factorstructuur en betrouwbare domeinschalen te bezitten en goede convergente validiteit en sterk vergelijkbare constructvaliditeit met de oorspronkelijke HEXACO-PI-R schalen te hebben. Het additionele interstitiële proactiviteitsfacet blijkt de gewenste positieve correlaties te vertonen met de engagement factoren uit het HEXACO model en ongecorreleerd te zijn met de HEXACO altruïsme factoren. 1 Introductie Er is een lange traditie in het Nederlandse taalgebied om te streven naar zo eenvoudig mogelijk te begrijpen items in persoonlijkheidsvragenlijsten (Hofstee, 1991; Hendriks, Hofstee & De Raad, 1999). Eenvoudige formuleringen zouden de foutenvariantie als gevolg van een verkeerd begrip van items kunnen reduceren en daardoor beter geschikt zijn in onderzoekssituaties en assessments onder personen die de Nederlandse taal minder goed machtig zijn, zoals lager opgeleiden en (eerste generatie) allochtonen. Een vragenlijst die in dit opzicht minder geschikt voor deze doelgroep lijkt, is de HEXACO (gereviseerde) Persoonlijkheidsvragen- * De auteurs zijn dank verschuldigd aan Bart Riegman, Marrit van Brummelen en Marnix Geraedts voor hun hulp bij de dataverzameling ten behoeve van de constructie van de vragenlijst, Anita de Vries, Djurre Holtrop en Jean-Louis van Gelder voor hun hulp bij de expertbeoordeling van de HEXACO-SPI items en Henk Kelderman voor de Procrustes-analyse met behulp van het programma R. ** Reinout E. de Vries is verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Correspondentieadres: Vrije Universiteit Amsterdam, Afdeling Sociale en Organisatiepsychologie, Van der Boechorststraat 1, 1081 BT Amsterdam, tel , re.de.vries@vu.nl. Marise Ph. Born is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam. Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 223

2 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born lijst (HEXACO-PI-R; Ashton & Lee, 2008; De Vries, Ashton & Lee, 2009). Deze vragenlijst bevat betrekkelijk lange formuleringen (gemiddeld 12.4 woorden per zin) en een aantal items met ontkenningen ( niet of geen ). Het doel van dit onderzoek is dan ook om te komen tot een vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst, de HEXACO Simplified Personality Inventory (HEXACO-SPI). Tevens is ons doel om te onderzoeken of het mogelijk is om in lijn met de HEXACO theorie aan de vragenlijst een interstitieel 1 facet toe te voegen dat proactiviteit meet. We zullen hiervoor allereerst in de introductie een kort overzicht geven van de HEXACO theorie en vragenlijst en we zullen de positie van een proactiviteitsfacet in het HEXACO model bespreken. Daarna zal met behulp van een representatieve steekproef uit de Nederlandse bevolking de resultaten van het onderzoek naar de HEXACO-SPI worden besproken. 1.1 Het HEXACO model Een uitvoerige beschrijving van het HEXACO model en de totstandkoming van de Nederlandse versie van de HEXACO-PI-R staat gerapporteerd in De Vries et al. (2009). We beperken ons hier tot een samenvatting van de belangrijkste kenmerken van het HEXACO model en het belang van het HEXACO model voor de werkcontext. Het HEXACO model is ontstaan naar aanleiding van een heranalyse van lexicale data uit zeven verschillende landen (Ashton et al., 2004). Alle onderzochte talen bleken een vergelijkbare zesfactoroplossing te bevatten. Deze zes factoren vormen in het Engels het HEXACO acroniem, dat staat voor Honestyhumility (Integriteit), Emotionality (Emotionaliteit), extraversion (Extraversie), Agreeableness (Verdraagzaamheid), Conscientiousness (Consciëntieusheid) en Openness to experience (Openheid voor ervaringen). Deze zes factoren verschillen op twee belangrijke punten van de reguliere Big Five factoren, die in Nederland bekend staan onder de namen Extraversie, Altruïsme, Consciëntieusheid, Emotionele Stabiliteit (versus Neuroticisme) en Openheid voor Ervaringen. In de eerste plaats bevat het HEXACO een toegevoegde factor, genaamd Integriteit. In de tweede plaats zijn twee van de HEXACO factoren, Verdraagzaamheid en Emotionaliteit, geroteerde varianten van de Big Five/Five Factor Model (FFM) factoren Vriendelijkheid/Altruïsme en Emotionele Stabiliteit (versus Neuroticisme). Dat wil zeggen, aspecten van Neuroticisme in de Big Five die te maken hebben met agressie, komen in het HEXACO model terug in de negatieve pool van Verdraagzaamheid. Daarnaast zijn aspecten van Big Five Vriendelijkheid die te maken hebben met sentimentaliteit, verschoven naar de positieve pool van HEXACO Emotionaliteit. In het HEXACO model is Verdraagzaamheid dus een combinatie van Big Five Vriendelijkheid en Emotionele Stabiliteit, terwijl Emotionaliteit een combinatie van Big Five Vriendelijkheid en Neuroticisme is. Er is veel onderzoek gedaan naar de mate waarin de Integriteitsfactor incrementele validiteit biedt boven de Big Five factoren in de voorspelling van belangrijke criteria. Een flink aantal onderzoeken toont aan dat het HEXACO model, door de toevoeging van Integriteit, een substantiële extra hoeveelheid variantie weet te verklaren boven Big Five en FFM factoren in de verklaring van een aantal gedragingen die te maken hebben met de duistere kant van persoonlijkheid, te weten: criminaliteit, delinquentie, onethisch en immoreel gedrag, narcisme, egoïsme, 224 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

3 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet machiavellisme, psychopathie en seksuele intimidatie (Ashton & Lee, 2008; De Vries, Lee & Ashton, 2008; De Vries & Van Kampen, 2010; Lee & Ashton, 2005; Lee, Gizzarone & Ashton, 2003). Afgezien van een negatieve relatie met contraproductieve gedragingen blijkt Integriteit tevens een positieve relatie te hebben met werk- en studiesucces (De Vries, De Vries & Born, 2011; Johnson, Rowatt & Petrini, 2011), alhoewel meer onderzoek nodig is om te kijken of deze relaties ook in andere steekproeven stand houden (zie De Vries, 2012). 1.2 Proactiviteit De zes domeinen in het HEXACO model worden beschouwd als verschillende uitingsvormen van twee belangrijke onderliggende principes die een evolutionaire oorsprong kunnen worden toegedicht: Altruïsme, oftewel de mate waarin iemand geneigd is betrokken te zijn bij anderen en te willen investeren in relaties met anderen, en Engagement, oftewel de mate waarin iemand geneigd is te investeren in en zich in te zetten tijdens sociale, taakgerelateerde en ideegerelateerde activiteiten. Integriteit, Verdraagzaamheid en Emotionaliteit worden in het HEXACO model gezien als verschillende uitingsvormen van Altruïsme. Een lage Integriteit staat hierbij voor de neiging om anderen uit te buiten als de mogelijkheid zich voordoet en als er persoonlijk voordeel te behalen valt, een lage Verdraagzaamheid staat hierbij voor de neiging om agressief te reageren op vermeende of reële onrechtvaardigheid (het zich niet laten uitbuiten), en een lage Emotionaliteit staat voor het gebrek aan invoelingsvermogen voor anderen die leed ondervinden (bijvoorbeeld als ze uitgebuit worden). De andere drie domeinen, Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen, worden gezien als verschillende uitingsvormen van Engagement, waarbij Extraversie staat voor sociaal engagement, Consciëntieusheid voor taakengagement en Openheid voor Ervaringen voor ideeënengagement. In tegenstelling tot de constructie van een apart interstitieel Altruïsme facet (Lee & Ashton, 2006) is er tot op het heden geen apart interstitieel engagementfacet geconstrueerd. Een van de redenen hiervoor is dat de interstitiële ruimte tussen de drie engagementfactoren niet zo rijk is aan adjectieven als de ruimte tussen de altruïsmefactoren. Toch lijkt deze combinatie van de drie engagementfactoren erg relevant, met name voor het bedrijfsleven bij het ontplooien van nieuwe activiteiten, het bedenken en implementeren van nieuwe ideeën en producten en voor de mate van entrepreneurship (ondernemerschap) dat iemand wil en zal vertonen. Zonder dat er een directe link is gelegd met deze drie factoren, is er al langer belangstelling voor engagement, maar dan onder de naam proactiviteit. Proactiviteit wordt gedefinieerd als een dispositioneel construct waarmee verschillen tussen mensen kunnen worden geïdentificeerd in de mate dat ze actie ondernemen om hun omgeving te beïnvloeden (vertaald uit Bateman & Crant, 1993, p. 103). Volgens Bateman en Crant (1993) zoeken proactieve individuen continu naar mogelijkheden en initiatieven om de omgeving te veranderen en houden ze vol totdat ze hun doel of missie voltooid hebben. Personen die laag scoren op proactiviteit, daarentegen, zijn relatief passief ze reageren op de omgeving in plaats van actief te ageren (handelen), ze zijn tevreden met de status quo en geven sneller op als ze doelen niet bereiken. In termen van de drie engagement Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 225

4 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born dimensies van het HEXACO model tonen proactieve personen meer ideeën engagement (ze staan open voor onconventionele ideeën, verandering en vernieuwing vgl. Openheid voor Ervaringen), meer sociaal engagement (ze hebben meer energie en tonen leiderschap componenten van Extraversie) en meer taak engagement (ze tonen ijver en doorzettingsvermogen om hun doelen te bereiken componenten van Consciëntieusheid). Proactiviteit volgens Bateman en Crant (1993) lijkt daarmee goed aan te sluiten bij het theoretische interstitiële engagement facet zoals geopperd door Lee en Ashton (2006). 2 Een inspectie van de gemiddelden van de correlaties tussen de proactiviteitsschaal van Bateman en Crant (1993) en Big Five/FFM schalen bevestigen dit beeld. In het proefschrift van Wawoe (2010) staan zes sets van correlaties tussen proactiviteit enerzijds en de Big Five of Five Factor schalen anderzijds, te weten in Bateman en Crant (1993), Crant (1995), Crant en Bateman (2000), Major, Turner en Fletcher (2006) en twee onderzoeken van Wawoe zelf (Wawoe, 2010, p. 26 en p. 28). Het ongewogen gemiddelde van deze correlaties (na Fisher r-naar-z en z-naar-r transformaties) levert een gemiddelde correlatie van Proactiviteit met Big Five/FFM Extraversie op van.31 (met een reikwijdte van.20 tot.41), met Consciëntieusheid van.27 (.10 tot.43), met Openheid voor Ervaringen van.26 (.10 tot.48), met Neuroticisme van -.23 (-.12 tot -.36) en met Big Five/FFM Vriendelijkheid/Altruïsme van -.05 (.05 tot -.12). Alhoewel er in deze onderzoeken dus ook een correlatie met Neuroticisme lijkt te zijn, zijn de drie sterkste correlaties met Big Five/FFM Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen. Aangezien deze drie factoren gelijk zijn aan de gelijkluidende factoren in het HEXACO model, kunnen we stellen dat proactiviteit empirische overlap vertoont met het theoretische engagement construct uit het HEXACO model. 1.3 Doel van het onderzoek Samenvattend heeft het onderhavige onderzoek twee belangrijke doelen: (1) de constructie van een vereenvoudigde HEXACO vragenlijst die goede convergente validiteit bezit met de oorspronkelijke HEXACO vragenlijst en die op termijn ingezet kan worden bij het assessment van buitenlanders met een matige kennis van de Nederlandse taal (bijv. eerste generatie allochtonen) en personen met een lagere opleiding en/of matige cognitieve vermogens, en (2) de constructie van een facet proactiviteit genaamd dat positief gerelateerd is aan Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen en liefst ongerelateerd is aan Integriteit, Verdraagzaamheid en Emotionaliteit. 2 Methode 2.1 Steekproef In dit onderzoek werd gebruikgemaakt van het ISO-gecertificeerde internetpanel waarover ook al in De Vries et al. (2009) en in De Vries en Van Kampen (2010) gerapporteerd is. Uit dit panel, waarin oorspronkelijk respondenten de HEXACO-PI-R invulden (50.3% vrouwen), is een steekproef verkregen van 525 (38.8%) respondenten (52.0% vrouwen) die de HEXACO-SPI hebben ingevuld. De 226 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

5 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet leeftijd varieerde tussen 19 en 84 jaar met een gemiddelde van 51.2 jaar (SD = 13.9) en de opleiding varieerde van basisonderwijs (2.1%), mavo, vbo en vmbo (21.0%), havo en vwo (17.3%), lbo (5.0%), mbo (24.8%), hbo (20.0%) tot universitair (9.9%). Van de 525 respondenten gaven 45 respondenten (8.6%) aan dat ze thuis een andere taal dan Nederlands spraken. De meeste van origine buitenlandse respondenten spraken Duits (N = 12), maar ook de talen Engels (N = 6), Bahasa-Indonesisch (N = 5) en Turks (N = 4) werden door meer dan 2 respondenten in het onderzoek thuis gesproken. Het onderzoek met de HEXACO-SPI vond 3.5 jaar na het onderzoek met de HEXACO-PI-R plaats. 2.2 Instrumenten HEXACO-SPI. De vereenvoudigde HEXACO vragenlijst is tot stand gekomen in de volgende vijf fasen: (1) het schrijven van items, (2) een test om te bepalen of items moeilijk werden bevonden, 3) het herschrijven van moeilijke items en het formuleren van additionele nieuwe items, (4) een tweede moeilijkheidstest van herschreven en nieuwe items, en (5) een eerste test in een steekproef onder 206 werkende respondenten op basis waarvan de definitieve vragenlijst werd samengesteld. Uitvoerige informatie over de vijf fasen is te verkrijgen bij de eerste auteur. De twee moeilijkheidstests werden uitgevoerd onder 11- tot 13-jarige kinderen. Uit onderzoek blijkt dat buitenlanders die een vreemde taal leren, voor een belangrijk deel dezelfde taalontwikkelingsstadia doormaken als kinderen (Bailey, Madden & Krashen, 1974; Goldschneider & DeKeyser, 2001), alhoewel er wel enige verschillen in taalontwikkelingsstadia blijken op te treden bij verschillende taalfamilies (Luk & Shirai, 2009). Verder blijkt dat volwassenen die het vmbo hebben doorlopen, gemiddeld op een iets hoger taalniveau zitten dan kinderen van rond de jaar (Expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen, 2008). Als 11- tot 13-jarige kinderen de items begrijpen, dan lijkt het dus waarschijnlijk dat eerste generatie allochtonen en personen met een lage opleiding de items ook zullen begrijpen. In de twee moeilijkheidstests werden op een paar uitzonderingen na items die door 100% van de kinderen begrepen werden, behouden. De vijf fasen hebben geresulteerd in een vragenlijst waarbij elk persoonlijkheidsfacet werd gerepresenteerd door vier items en elk domein door vier facetten. De hele vragenlijst bestaat dus uit vier items x vier facetten x zes domeinen = 96 items. HEXACO-PI-R. Voor het toetsen van de constructvaliditeit van de HEXACO-SPI werd gebruikgemaakt van de volledige HEXACO-PI-R. De domeinschalen van de HEXACO-PI-R zijn vrijwel ongecorreleerd in verschillende studies en hebben over het algemeen hoge (.85) Cronbach alpha s (De Vries et al., 2009; Lee & Ashton, 2004). HEXACO Altruïsme en Proactiviteit. Aan het eind van de HEXACO-SPI zijn twee facetten met ieder vier items toegevoegd: HEXACO Altruïsme en HEXACO Proactiviteit. HEXACO Altruïsme is rechtstreeks overgenomen uit de Nederlandse vertaling van de oorspronkelijke Altruïsme schaal (De Vries et al., 2009; Lee & Ashton, 2006). Voor de HEXACO Proactiviteitsschaal is in eerste instantie een set van 14 items geschreven, die na analyse onder een steekproef van 206 respondenten (zie hierboven) in dit onderzoek uiteindelijk gereduceerd is tot vier items. De vier proactiviteitsitems zijn: Ik heb uitgewerkte plannen om dingen te verbete- Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 227

6 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born ren, het omgepoolde item Ik ga mogelijkheden om mijn omgeving te veranderen uit de weg, Wanneer er een probleem is, pak ik het meteen aan en Ik organiseer in detail allerlei veranderingen die ik wil doorvoeren. De Cronbach alpha s van de schalen waren.60 voor Altruïsme en.62 voor Proactiviteit en beide schalen correleerden vrijwel niet (r =.02, p =.65) met elkaar. Overige schalen. Om de covergente en discriminante validiteit van de HEXACO- SPI te vergelijken met die van de HEXACO-PI-R is gebruikgemaakt van een aantal andere vragenlijsten die in een eerdere fase zijn ingevuld door de deelnemers aan het internetpanel: de 5-Dimensionele Persoonlijkheidstest (5DPT, Van Kampen, 2012), de Zelfgerapporteerde Psychopathie Checklist versie III (SRP-III, Williams, Paulhus & Hare, 2007), de Egoïsme Schaal van Weigel, Hessing en Elffers (1999), drie IPIP schalen (Immoraliteit, Pretentieusheid en Machiavellisme; Goldberg et al., 2006) en zelfgerapporteerde Delinquentie (Donker, Smeenk, Van der Laan & Verhulst, 2003). Alle bovenstaande schalen behalve de delinquentieschaal zijn eerder gebruikt door De Vries en Van Kampen (2010) in een steekproef onder respondenten. De steekproef in het huidige onderzoek is een subset van deze steekproef en nadere informatie over de schalen kan dan ook worden gevonden in De Vries en Van Kampen (2010). Alle data van de overige schalen behalve delinquentie zijn een aantal weken na de meting van de HEXACO-PI-R en dus bijna 3,5 jaar voor de HEXACO-SPI verkregen; de delinquentievragenlijst is 1,5 jaar na de HEXACO-PI-R en dus 2 jaar voor de HEXACO-SPI afgenomen. De volgende Cronbach alpha s werden in de huidige steekproef (N = 525) verkregen: 5DPT Neuroticisme:.91; 5DPT Extraversie:.89; 5DPT Insensitiviteit:.84; 5DPT Geordendheid:.83; 5DPT Absorptie:.87; Psychopathie:.88; Egoïsme:.81; Immoraliteit:.83; Pretentieusheid:.79 en Machiavellisme:.82. De delinquentievragenlijst is een gemodificeerde versie van een vragenlijst die is gebruikt door Donker et al. (2003), en bestaat uit 20 items. De items hebben betrekking op een breed scala aan lichte en zwaardere vergrijpen, zoals vandalisme, diefstal, roof, fraude en het dealen van drugs. De items vroegen naar de frequentie van het gedrag in de afgelopen vijf jaar, met als antwoordcategorieën: (1) nooit, (2) nooit, maar ik kwam in de verleiding, (3) 1-2 keer, (4) 3-5 keer, (5) 6-10 keer, (6) meer dan 10 keer. Deze vragenlijst is gebruikt in een subset van 709 internetpanelrespondenten in De Vries en Van Gelder (2013). Delinquentie heeft in de huidige steekproef een betrouwbaarheid van Resultaten In tabel 1 staan de resultaten van een Principale Componenten Analyse (PCA) met varimax rotatie op de facetten van de HEXACO-SPI. Om te bepalen hoeveel componenten moesten worden getrokken, is gebruikgemaakt van Velicer s (1976) minimum average-partial test (MAP-test) en Horn s (1965; zie ook O Connor, 2000) parallelanalyse. Op basis van beide analyses werd geconcludeerd dat een zescomponentenoplossing in de HEXACO-SPI de meest optimale oplossing bood. Voor uitvoerige details over deze analyses kan contact worden gezocht met de eerste auteur. Ter vergelijking staan in tabel 1 zowel de varimax geroteerde ladin- 228 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

7 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet gen van de facetten van de HEXACO-PI-R als die van de HEXACO-SPI. Merk op dat de steekproef waaruit de ladingen van de HEXACO-PI-R facetten komen, een subset betreft van de steekproef die gerapporteerd staat in De Vries et al. (2009). Het patroon van facetladingen van de HEXACO-SPI komt in grote mate overeen met die van de HEXACO-PI-R. Om de overeenkomst tussen de HEXACO-SPI en de oorspronkelijke HEXACO-PI-R verder te onderzoeken werd een Procrustesanalyse uitgevoerd. In een Procrustes-analyse wordt de mate van congruentie tussen twee factoroplossingen met elkaar vergeleken door middel van een set van rotaties en schaaltransformaties (Schönemann, 1966). Factoren worden als equivalent beschouwd als de congruentie >.90 is (Mulaik, 1972). De algemene congruentie tussen de twee factoroplossingen uit tabel 1 was.96 en varieerde tussen.93 en.99 voor de verschillende factoren. 3 De factoroplossing van de HEXACO-SPI komt dus in sterke mate overeen met de factoroplossing van de HEXACO-PI-R. Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 229

8 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born Tabel 1 Uitkomsten van een Principale Componenten Analyse op de facetten van de HEXACO-PI-R en HEXACO-SPI (N = 525) HEXACO-PI-R HEXACO-SPI H E X A C O h 2 H E X A C O h 2 H: Integriteit Oprechtheid Rechtvaardigheid Hebzucht vermijding Bescheidenheid E: Emotionaliteit Angstigheid Bezorgdheid Afhankelijkheid Sentimentaliteit X: Extraversie Sociale zelfwaardering Sociale bravoure Sociabiliteit Levendigheid A: Verdraagzaamheid Vergevingsgezindheid Zachtaardigheid Aanpassingsbereidheid Geduld Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

9 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet Tabel 1 (Vervolg) HEXACO-PI-R HEXACO-SPI H E X A C O h 2 H E X A C O h 2 C: Consciëntieusheid Ordelijkheid IJver Perfectionisme Bedachtzaamheid O: Openheid voor Ervaringen Esthetische waardering Weetgierigheid Creativiteit Onconventionaliteit Verklaarde variantie (%) NB Factorladingen.40 zijn vetgedrukt; de verwachte facet-ladingen zijn schuingedrukt; h 2 = communaliteit. Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 231

10 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born Om te controleren of de factoroplossing bij laagopgeleiden ook overeenkwam met die van hoogopgeleiden, voerden we tevens een Procrustes-analyse uit met behulp van deze twee groepen respondenten. De groep Laagopgeleiden bestond uit respondenten die basisonderwijs, mavo, vbo, vmbo of lbo (N = 147) als hoogste opleiding hadden genoten. De groep Hoogopgeleiden bestond uit hbo of universitair geschoolden (N = 157). De congruentie tussen de twee factoroplossingen was.91 en varieerde voor de factoren tussen.89 en.94. Alhoewel een van de congruenties <.90 was, kunnen we over het algemeen stellen dat de twee factoroplossingen equivalent waren. Er waren helaas onvoldoende buitenlandse respondenten (N = 45) om een vergelijkbare analyse op deze groep te doen. In tabel 2 staan de betrouwbaarheden, correlaties en descriptieve statistieken van de HEXACO-PI-R en HEXACO-SPI. De betrouwbaarheden van de HEXACO-SPI zijn gemiddeld.09 lager dan die van de HEXACO-PI-R (.79 versus.88). Op basis van de Spearman-Brown prophecy formula lijkt het waarschijnlijk dat dit verschil in betrouwbaarheid voornamelijk te wijten is aan het feit dat de HEXACO-SPI de helft van de lengte is van de HEXACO-PI-R. 4 De correlaties met geslacht en leeftijd bleken vrijwel gelijk te zijn; een profielcorrelatie van deze correlaties (na Fisher r-naar-z transformatie) liet zien dat de HEXACO-SPI variabelen vrijwel gelijk gecorreleerd waren aan geslacht en leeftijd als de HEXACO-PI-R variabelen (r =.95, p <.01). Ook de gemiddelden en onderlinge correlaties vertoonden grote overeenkomsten. Geen van de absolute onderlinge correlaties van de HEXACO- SPI was hoger dan.30. Daarnaast bleek er een sterke mate van convergentie te zijn tussen de HEXACO-PI-R schalen (die 3.5 jaar eerder zijn afgenomen) en de HEXACO-SPI schalen, met correlaties variërend tussen.67 en.78. De algemene indruk uit deze correlatietabel is dan ook dat de HEXACO-SPI een goede afspiegeling vormt van de HEXACO-PI-R. 232 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

11 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet Tabel 2 Gemiddelden, standaarddeviaties, correlaties en betrouwbaarheden (diagonaal) van de HEXACO-PI-R en HEXACO-SPI schalen (N = 525) HEXACO-PI-R HEXACO-SPI M SD G* L ** H E X A C O H E X A C O HEXACO-PI-R H: Integriteit E: Emotionaliteit X: Extraversie A: Verdraagzaamheid C: Consciëntieusheid O: Openheid voor Ervaringen HEXACO-SPI H: Integriteit E: Emotionaliteit X: Extraversie A: Verdraagzaamheid C: Consciëntieusheid O: Openheid voor Ervaringen * G = Geslacht; 0 = Vrouw, 1 = Man; ** L = Leeftijd NB Correlaties.12 en -.12 zijn significant bij p <.01; vetgedrukte correlaties zijn.30 of -.30; HEXACO-PI-R en HEXACO-SPI gemiddelden en standaarddeviaties zijn gebaseerd op 1-5 antwoordschalen. Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 233

12 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born In tabel 3 staan de relaties tussen de HEXACO-PI-R en HEXACO-SPI domeinschalen enerzijds en HEXACO Proactiviteit, HEXACO Altruïsme en een aantal additionele constructen anderzijds. Het doel van deze analyse was (1) om na te gaan of Proactiviteit inderdaad positief gerelateerd is aan HEXACO Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen en vrijwel ongerelateerd is aan Integriteit, Emotionaliteit en Verdraagzaamheid, en (2) om na te gaan of de relaties tussen de HEXACO-PI-R en de HEXACO-SPI schalen enerzijds en een aantal convergente en discriminante constructen anderzijds vergelijkbaar zijn. De bovenste twee regels van de tabel bevatten de relaties van de HEXACO domeinschalen met de Proactiviteit en Altruïsme facetten. Proactiviteit correleerde bij zowel de HEXACO-PI-R als de HEXACO-SPI het sterkste met Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen. Proactiviteit correleerde vrijwel niet met Integriteit, Emotionaliteit en Verdraagzaamheid, hetgeen overeenkwam met het door ons gewenste patroon van correlaties. Altruïsme correleerde volgens verwachting het sterkst met Integriteit, Emotionaliteit en Verdraagzaamheid, maar de correlaties met HEXACO-SPI Emotionaliteit en Verdraagzaamheid waren zwakker dan verwacht, namelijk respectievelijk.23 en.27. Om de relaties van de HEXACO-SPI te vergelijken met de relaties van de HEXACO-PI-R is gebruikgemaakt van schalen die eerder gebruikt zijn in het internetpanelonderzoek (zie ook de methodesectie, De Vries & Van Gelder, 2013; De Vries & Van Kampen, 2010). Een vergelijking van de HEXACO-PI-R correlaties met de HEXACO-SPI correlaties uit tabel 3 met behulp van een profielcorrelatie (na Fisher r-naar-z transformatie van de correlaties) liet een zeer sterke overeenkomst tussen de correlaties zien (r =.97, p <.01). In lijn met eerdere bevindingen (De Vries & Van Kampen, 2010) blijkt dat (a) er sterke convergente en discriminante validiteit is tussen de 5DPT en de HEXACO schalen, waarbij 5DPT Neuroticisme tussen HEXACO Emotionaliteit en (de negatieve pool van) Extraversie blijkt te liggen en 5DPT Insensiviteit tussen (de negatieve pool van zowel) HEXACO Integriteit en Verdraagzaamheid blijkt te liggen. Daarnaast blijkt HEXACO Integriteit het sterkst van alle HEXACO domeinschalen (negatief) gerelateerd te zijn aan antisociale en zelfbevorderende tendenties zoals psychopathie, egoïsme, immoraliteit, pretentieusheid, machiavellisme en delinquentie. Ook in de relaties met externe variabelen lijkt de HEXACO-SPI dus hetzelfde te meten als de HEXACO-PI-R. 234 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

13 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet Tabel 3 Correlaties van HEXACO-PI-R en HEXACO-SPI domeinschalen met HEXACO-SPI interstitiële facetten, 5DPT en overige constructen (N = 524) HEXACO-PI-R HEXACO-SPI H E X A C O H E X A C O Interstitiële HEXACO facetten Proactiviteit Altruïsme DPT Neuroticisme Extraversie Insensitiviteit Geordendheid Absorptie Overig Psychopathie Egoïsme Immoraliteit Pretentieusheid Machiavellisme Delinquentie NB Correlaties.12 en -.12 zijn significant bij p <.01; vetgedrukte correlaties zijn.30 of Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 235

14 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born 4 Algemene discussie en conclusies Het eerste doel van dit onderzoek was om een vereenvoudigde HEXACO persoonlijkheidsvragenlijst te construeren. Het tweede doel was om een facet te construeren dat positief gerelateerd is aan zowel Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen. Wat betreft het eerste doel is de uitkomst van het onderzoek een instrument, de HEXACO-SPI, dat een sterke mate van overeenkomst vertoont met de originele HEXACO-PI-R, maar kortere zinnen en eenvoudiger bewoordingen heeft. De gemiddelde zin in de volledige HEXACO-PI-R telt bijvoorbeeld 12.4 woorden, terwijl de gemiddelde zin in de HEXACO-SPI 7.7 woorden telt. De vereenvoudiging heeft dus een reductie van 38% in zinslengte bewerkstelligd. Bovendien komt het woord niet of geen niet voor in de HEXACO-SPI, terwijl dit wel en relatief vaak het geval is in de HEXACO-PI-R. Daarnaast zijn vrijwel alle zinnen in de HEXACO-SPI gemakkelijk te begrijpen voor 11- tot 13- jarigen en dus leent deze vragenlijst zich waarschijnlijk ook beter voor onderzoek onder lager opgeleiden en (eerste generatie) allochtonen. Wat betreft het tweede doel is het gelukt om een facet te creëren dat Proactiviteit is genoemd en dat positief gerelateerd is aan Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen en vrijwel ongecorreleerd is aan Integriteit, Emotionaliteit en Verdraagzaamheid. Alhoewel toekomstig onderzoek moet uitwijzen of het proactiviteitsfacet convergente validiteit heeft met al bestaande schalen die proactiviteit meten, vertoont dit facet inhoudelijk en in termen van de bovengenoemde correlaties het verwachte patroon. De HEXACO-SPI lijkt zich door de vereenvoudiging beter dan de HEXACO-PI-R te lenen voor assessments van (eerste generatie) allochtonen en lager opgeleiden. Er is een toenemende interesse in persoonlijkheidsmeting bij allochtonen en lager opgeleiden. Een belangrijke reden voor de toenemende interesse voor persoonlijkheid onder allochtonen is dat persoonlijkheidstests minder adverse impact vertonen dan intelligentietests bij gebruik onder groepen autochtonen en allochtonen (Ployhart & Holtz, 2008). Hierdoor is in het Nederlandse taalgebied relatief veel interesse voor de predictieve validiteit van persoonlijkheidstests bij de voorspelling van studie- en werksucces (De Meijer, Born, Terlouw & Van der Molen, 2006, 2008; De Vries, 2012). Zo laat De Vries (2012) zien dat er verschillen zijn in etnische groepen in de mate waarin integriteit studiesucces voorspelt. De HEXACO-SPI kan in dit type onderzoek een rol spelen, omdat de verwachting is dat de vereenvoudiging van de items van de HEXACO-SPI tot minder grote interpretatieverschillen zal leiden tussen de verschillende etnische groepen in Nederland en België. Daarnaast kan de HEXACO-SPI een belangrijke rol spelen bij onderzoek onder lager opgeleiden. In het algemeen lijkt psychologisch onderzoek vooral plaats te vinden in het Westen (d.w.z. Europa, Noord-Amerika en de Gemenebest) en onder het rijkere en beter opgeleide gedeelte van de westerse populatie (Henrich, Heine & Norenzayan, 2010). Lager opgeleiden lijken ook relatief ondervertegenwoordigd in het onderzoek dat in de Lage Landen plaatsvindt. Henrich et al. (2010) vragen zich dan ook terecht af of de bevindingen die voor hoger opgeleiden gelden, ook geldig zijn voor lager opgeleiden. Daarvoor is het wel belangrijk 236 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

15 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet dat er instrumenten voorhanden zijn die in steekproeven van lager opgeleiden gebruikt kunnen worden. Ook hier menen wij dat de HEXACO-SPI in een lacune voorziet. Ten slotte menen wij dat met de constructie van een proactiviteitsfacet niet alleen een verdere invulling wordt gegeven aan de theoretische verantwoording van het HEXACO model, maar ook dat het proactiviteitsfacet kan bijdragen aan de voorspelling van individueel ondernemerschap, innovatie en prestaties. In verschillende onderzoeken wordt gevonden dat proactieve persoonlijkheid een positief effect heeft op carrièregerelateerde variabelen, zoals leiderschap, initiatief, innovatie, objectieve prestaties, salaris en promotie (Crant, 1995; Crant & Bateman, 2000; Seibert, Kraimer & Crant, 2001). Een vraag voor toekomstig onderzoek is of proactiviteit ook additionele voorspellende waarde heeft boven de engagement factoren, extraversie, consciëntieusheid en openheid voor ervaringen, uit het HEXACO model. Concluderend kunnen we stellen dat dit onderzoek aantoont dat de HEXACO-SPI, een vereenvoudigd instrument dat gebaseerd is op het HEXACO model, adequate psychometrische eigenschappen bezit. De domeinschalen van de HEXACO-SPI zijn vrijwel onafhankelijk, de HEXACO-SPI heeft een vergelijkbare factorstructuur onder hoger en lager opgeleiden, en de constructvaliditeit van de HEXACO-SPI komt sterk overeen met die van de oorspronkelijke HEXACO-PI-R. Daarnaast heeft een additioneel interstitieel facet proactiviteit genaamd een positieve relatie met de drie engagement domeinschalen en is het vrijwel ongerelateerd aan de drie altruïsme domeinschalen van het HEXACO model. De verwachting is dat de HEXACO-SPI goed te gebruiken is in onderzoek onder allochtonen met een beperktere Nederlandse taalkennis en in onderzoek onder lager opgeleiden. Praktijkbox Wat betekenen de resultaten voor de praktijk? Persoonlijkheid wordt het beste gerepresenteerd door zes ( HEXACO ) in plaats van vijf ( Big Five ) onafhankelijke dimensies. De bekendste vragenlijst die deze zes dimensies meet, de HEXACO-PI-R, heeft relatief complexe items en lijkt dus minder geschikt voor gebruik bij eerste generatie allochtonen en lager opgeleiden. Om aan de behoefte aan een eenvoudige vragenlijst tegemoet te komen is de Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst, de HEXACO- SPI, geconstrueerd. De HEXACO-SPI heeft een adequate factorstructuur, betrouwbare domeinschalen, goede convergente validiteit en heeft een vergelijkbare constructvaliditeit als de HEXACO-PI-R. Daarnaast is een facet geconstrueerd, proactiviteit genaamd, dat positief gerelateerd is aan HEXACO Extraversie, Consciëntieusheid en Openheid voor Ervaringen. Dit facet kan een belangrijke rol spelen bij de voorspelling van initiatief, ondernemerschap en innovatie. Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 237

16 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born Noten 1 Interstitieel betekent in de tussenliggende ruimte en een interstitieel facet is een facet dat in de ruimte tussen twee of meer dimensies ligt. Een interstitieel facet is dus een facet dat gevormd wordt door twee of meer dimensies met elkaar te combineren. 2 Een ander engagement construct is Persoonlijk Initiatief (Frese, Kring, Soose & Zempel, 1996). Zelfbeoordelingen van Persoonlijk Initiatief blijken, in een meta-analyse, een hoge positieve correlatie (r =.71) met het proactiviteitsconstruct van Bateman en Crant (1993) te hebben (Tornau & Frese, 2013). 3 Omdat formeel gezien het hierbij niet twee onafhankelijke steekproeven betrof, is de Procrustes-analyse ook uitgevoerd met de varimax geroteerde componentenladingen op de HEXACO-PI-R van de 797 respondenten die niet meegedaan hebben aan het HEXACO-SPI onderzoek. De sterk vergelijkbare algemene congruentie was.95 en varieerde tussen.92 en Met een gemiddelde betrouwbaarheid (r XX ) van de domeinschalen van de HEXACO- SPI van.79 is de betrouwbaarheid van een met een factor 2 verlengde test (K = 2): KrXX 2*. 79 rkk = = =. 88 (Drenth & Sijtsma, 2006, p. 213), hetgeen exact 1 + ( K 1 ) rxx 1 + ( 2 1 ) *. 79 overeenkomt met de gemiddelde betrouwbaarheid van de HEXACO-PI-R domeinschalen. Literatuur Ashton, M.C. & Lee, K. (2008). The prediction of Honesty-Humility-related criteria by the HEXACO and Five-Factor Models of personality. Journal of Research in Personality, 42, Ashton, M. C., Lee, K., Perugini, M., Szarota, P., De Vries, R.E., Di Blas, L., Boises, K. & De Raad, B. (2004). A six-factor structure of personality-descriptive adjectives: Solutions from psycholexical studies in seven languages. Journal of Personality and Social Psychology, 86, Bailey, N., Madden, C. & Krashen, S.D. (1974). Is there a natural sequence in adult second language learning? Language Learning, 24, Bateman, T.S. & Crant, J.M. (1993). The proactive component of organizational behavior: A measure and correlates. Journal of Organizational Behavior, 14, Crant, J.M. (1995). The proactive personality scale and objective job performance among real estate agents. Journal of Applied Psychology, 80, Crant, J.M. & Bateman, T.S. (2000). Charismatic leadership viewed from above: The impact of proactive personality. Journal of Organizational Behavior, 21, De Meijer, L.A.L., Born, M.Ph., Terlouw, G. & Van der Molen, H.T. (2006). Applicant and method factors related to ethnic score differences in personnel selection: A study at the Dutch police. Human Performance, 19, De Meijer, L.A.L., Born, M.Ph., Terlouw, G. & Van der Molen, H.T. (2008). Criterion-related validity of Dutch police-selection measures and differences between ethnic groups. International Journal of Selection and Assessment, 16, De Vries, A. (2012). Specificity in personality measurement. Proefschrift: VU Universiteit Amsterdam. 238 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

17 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet De Vries, A., De Vries, R.E. & Born, M.P. (2011). Broad versus narrow traits: Conscientiousness and Honesty-Humility as predictors of academic criteria. European Journal of Personality, 25, De Vries, R.E., Lee, K. & Ashton, M.C. (2008). The Dutch HEXACO Personality Inventory: Psychometric properties, self-other agreement and relations with psychopathy among low and high acquaintanceship dyads. Journal of Personality Assessment, 90, De Vries, R.E., Ashton, M.C. & Lee, K. (2009). De zes belangrijkste persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst. Gedrag & Organisatie, 22, De Vries, R.E. & Van Gelder, J.L. (2013). Tales of two self-control scales: Relations with Five-Factor and HEXACO traits. Personality and Individual Differences 54, De Vries, R.E. & Van Kampen, D. (2010). The HEXACO and 5DPT Models of personality: A comparison and their relationships with Psychopathy, Egoism, Pretentiousness, Immorality, and Machiavellianism. Journal of Personality Disorders, 24, Donker, A.G., Smeenk, W.H., Van der Laan, P. & Verhulst, F.C. (2003). Individual stability of antisocial behavior from childhood to adulthood, Criminology, 41, Drenth, P.J.D. & Sijtsma, K. (2006). Testtheorie: Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Expertgroep doorlopende leerlijnen taal en rekenen (2008). Over de drempels met taal: De niveaus voor de taalvaardigheid. Enschede: Werkgroep Taal. Frese, M., Kring, W., Soose, A. & Zempel, J. (1996). Personal initiative at work: Differences between East and West Germany. Academy of Management Journal, 39, Goldberg, L.R., Johnson, J.A., Eber, H.W., Hogan, R., Ashton, M.C., Cloninger, C.R. & Gough, H.G. (2006). The International Personality Item Pool and the future of publicdomain personality measures. Journal of Research in Personality, 40, Goldschneider, J.M. & DeKeyser, R.M. (2001). Explaining the Natural Order of L2 Morpheme Acquisition in English: A Meta-analysis of Multiple Determinants. Language Learning, 51, Hendriks, A.A.J., Hofstee, W.K.B. & De Raad, B. (1999). The Five-Factor Personality Inventory. Personality and Individual Differences, 27, Henrich, J., Heine, S.J. & Norenzayan, A. (2010). The weirdest people in the world? Behavioral and Brain Sciences, 33, Hoekstra, H.A., Ormel, J. & De Fruyt, F. (1996). Handleiding bij de NEO persoonlijkheids vragenlijsten NEO-PI-R en NEO-FFI. Lisse: Swets & Zeitlinger. Hofstee, W.K.B. (1991). Richtlijnen voor het schrijven van vragenlijstitems. Interne notitie, Rijksuniversiteit Groningen. Horn, J.L. (1965). A rationale and test for the number of factors in factor analysis. Psychometrika, 30, Johnson, M.K., Rowatt, W.C. & Petrini, L. (2011). A new trait on the market: Honesty- Humility as a unique predictor of job performance. Personality and Individual Differences, 50, Lee, K. & Ashton, M.C. (2004). Psychometric properties of the HEXACO Personality Inventory. Multivariate Behavioral Research, 39, Lee, K. & Ashton, M.C. (2005). Psychopathy, Machiavellianism, and Narcissism in the Five- Factor Model and the HEXACO model of personality structure. Personality and Individual Differences, 38, Lee, K. & Ashton, M.C. (2006). Further assessment of the HEXACO Personality Inventory: Two new facet scales and an observer report form. Psychological Assessment, 18, Lee, K., Gizzarone, M. & Ashton, M.C. (2003). Personality and the likelihood to sexually harass. Sex Roles, 49, Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 239

18 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born Luk, Z.P.-s. & Shirai, Y. (2009). Is the acquisition order of grammatical morphemes impervious to L1 knowledge? Evidence from the acquisition of plural -s, articles, and possessive s. Language Learning, 59, Major, D.A., Turner, J.E. & Fletcher, T.D. (2006). Linking proactive personality and the Big Five to motivation to learn and development activity. Journal of Applied Psychology, 91, Mulaik, S.A. (1972). The foundations of factor analysis. New York: McGraw-Hill. O Connor, B.P. (2000). SPSS and SAS programs for determining the number of components using parallel analysis and Velicer s MAP test. Behavior Research Methods, Instruments, & Computers, 32, Ployhart, R.E. & Holtz, B.C. (2008). The diversity-validity dilemma: Strategies for reducing racioethnic and sex subgroup differences and adverse impact in selection. Personnel Psychology, 61, Schönemann, P.H. (1966). A generalized solution of the orthogonal Procrustes problem. Psychometrika, 31, Seibert, S.E., Kraimer, M.L. & Crant, J.M. (2001). What do proactive people do? A longitudinal model linking proactive personality and career success. Personnel Psychology, 54, Tornau, K. & Frese, M. (2013). Construct clean-up in proactivity research: A meta-analysis on the nomological net of work-related proactivity concepts and their incremental validities. Applied Psychology: An International Review, 62, Van Kampen, D. (2012). The 5-Dimensional Personality Test (5DPT): Relationships with two lexically based instruments and the validation of the absorption scale. Journal of Personality Assessment, 94, Velicer, W.F. (1976). Determining the number of components from the matrix of partial correlations. Psychometrika, 41, Wawoe, K.W. (2010). Proactive Personality: The advantages and disadvantages of an entrepreneurial disposition in the financial industry. Proefschrift: VU Universiteit Amsterdam. Weigel, R.H., Hessing, D.J. & Elffers, H. (1999). Egoism: Concept, measurement and implications for deviance. Psychology, Crime & Law, 5, Williams, K.M., Paulhus, D.L. & Hare, R.D. (2007). Capturing the four-factor structure of psychopathy in college students via self-report. Journal of Personality Assessment, 88, Bijlage: De HEXACO-SPI Instructie: Op de volgende bladzijden volgen enkele uitspraken. Sommige van deze uitspraken komen overeen met hoe u bent. Andere uitspraken komen juist niet overeen met hoe u bent. Wij vragen u de uitspraken goed te lezen en aan te geven in hoeverre deze uitspraken kloppen. Gebruik daarvoor de nummers 1 tot en met 5. Daarbij hebben de nummers de volgende betekenis: 1 = Helemaal mee oneens 2 = Mee oneens 3 = Neutraal (Noch mee eens, noch mee oneens) 4 = Mee eens 5 = Helemaal mee eens 240 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

19 De Vereenvoudigde HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst en een additioneel interstitieel Proactiviteitsfacet Geef bij elke uitspraak een antwoord, zelfs als u niet helemaal zeker van uw antwoord bent. Items HEXACO-SPI: 1 Ik kan lang naar een schilderij kijken. 2 Ik ruim mijn kleren netjes op. 3 Ik blijf onaardig tegen iemand die gemeen was. 4 Mensen mogen mij graag. 5 Ik vermijd situaties waarin ik gewond kan raken. 6 Ik doe mij soms beter voor dan ik werkelijk ben. 7 Ik lees graag over nieuwe ontdekkingen. 8 Ik werk harder dan anderen. 9 Ik geef vaak kritiek. 10 Ik houd me in een groep op de achtergrond. 11 Ik ben bezorgd over onbelangrijke dingen. 12 Ik verzwijg het als ik te weinig heb betaald. 13 Ik heb veel fantasie. 14 Ik kijk mijn werk zorgvuldig na. 15 Ik pas mijn mening aan die van anderen aan. 16 Ik werk liever alleen dan met anderen. 17 Ik kan persoonlijke problemen helemaal alleen aan. 18 Ik wil dat anderen mij belangrijk vinden. 19 Ik houd van mensen met rare ideeën. 20 Ik denk goed na voordat ik iets onveiligs doe. 21 Ik reageer soms erg fel als iets tegenzit. 22 Ik heb altijd zin in het leven. 23 Ik leef heel erg mee met het verdriet van anderen. 24 Ik ben een gewoon persoon; alles behalve bijzonder. 25 Ik vind de meeste kunst stom. 26 Ik kan door mijn eigen troep soms moeilijk iets vinden. 27 Ik vertrouw anderen weer snel nadat ze mij bedrogen hebben. 28 Niemand vindt mij leuk. 29 Ik kan goed tegen lichamelijke pijn. 30 Ik vertel wel eens een leugentje om mijn zin te krijgen. 31 Ik vind wetenschap saai. 32 Als iets moeilijk is, geef ik het snel op. 33 Ik ben zacht tegenover anderen. 34 Ik leg gemakkelijk contact met vreemden. 35 Ik ben vaak ongerust dat er iets misgaat. 36 Ik ben benieuwd hoe je op een oneerlijke manier veel geld kan verdienen. 37 Ik houd ervan om nieuwe manieren te verzinnen om dingen te doen. 38 Ik vind het zonde van de tijd om mijn werk op fouten na te kijken. 39 Ik geef gemakkelijk anderen gelijk. 40 Ik ben het liefst in m n eentje. 41 Ik heb zelden steun van anderen nodig. 42 Ik wil graag kostbare spullen bezitten. Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2 241

20 Reinout E. de Vries & Marise Ph. Born 43 Ik zou het vervelend vinden als mensen mij raar zouden vinden. 44 Ik doe wat in mij opkomt. 45 Ik ben zelden kwaad op iemand. 46 Ik ben vaak somber. 47 Ik voel soms tranen in mij opkomen als ik afscheid neem. 48 Ik vind dat ik de regels mag overtreden. 49 Ik houd van gedichten. 50 Mijn kamer is altijd opgeruimd. 51 Ik ben lang op mijn hoede bij mensen die mij kwaad hebben gedaan. 52 Niemand wil graag met mij praten. 53 Ik ben bang om pijn te lijden. 54 Ik ben slecht in het doen alsof. 55 Ik verveel me bij natuurprogramma s op de tv. 56 Ik stel ingewikkelde taken zo lang mogelijk uit. 57 Ik reageer negatief als iemand fouten maakt. 58 Ik ben vaak de woordvoerder van een groep. 59 Ik maak me minder zorgen dan anderen. 60 Ik ga liever dood dan dat ik iets steel. 61 Ik houd ervan om gekke dingen te maken. 62 Ik werk erg nauwkeurig. 63 Het is moeilijk mijn ideeën te veranderen. 64 Ik ga het liefst met veel mensen om. 65 Ik heb anderen nodig om mij te troosten. 66 Ik draag liever oude vodden dan dure kleren. 67 Anderen vinden dat ik vreemde ideeën heb. 68 Ik kan mijzelf goed beheersen. 69 Zelfs als ik slecht behandeld word, blijf ik kalm. 70 Ik ben over het algemeen vrolijk. 71 Ik word verdrietig als een hele goede vriend(in) lang weggaat. 72 Ik sta boven de wet. 73 Het verbaast me dat mensen geld willen besteden aan kunst. 74 Ik zorg dat dingen altijd op de juiste plek liggen. 75 Ik ben goed van vertrouwen. 76 Ik denk dat veel mensen mij onaardig vinden. 77 Ik durf meer dan anderen in gevaarlijke situaties. 78 Ik vind het moeilijk om te liegen. 79 Ik zou graag een boek over uitvindingen willen lezen. 80 Ik luier liever dan dat ik hard werk. 81 Ik laat het direct merken als ik iets stom vind. 82 Ik voel me slecht op mijn gemak in een onbekende groep. 83 Zelfs onder spanning slaap ik goed. 84 Ik verzwijg dat ik iets kapot heb gemaakt als het geheim kan blijven. 85 Mijn werk is vaak origineel. 86 Ik herlees wat ik schrijf om te zorgen dat het foutloos is. 87 Ik ben het snel met anderen eens. 88 Ik praat graag met anderen. 242 Gedrag & Organisatie 2013 (26) 2

TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL. Reinout E. de Vries

TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL. Reinout E. de Vries TOEPASSING VAN HET HEXACO 6-FACTOR PERSOONLIJKHEIDSMODEL Reinout E. de Vries INTEGRITEIT & PERSOONLIJKHEID 1. Structuur van persoonlijkheid 2. Integriteit 3. Toepassing 2 Toepassing HEXACO Persoonlijkheidsmodel

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam.

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens. D. Emo. Naam. Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Persoonsgegevens Aanvullende persoonsgegevens Persoonlijkheidstest (MPT-BS) Status Voltooid Voltooid Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres

Nadere informatie

De ontwikkeling van een video-

De ontwikkeling van een video- De ontwikkeling van een video- based Situational Judgment Test Lonneke A. L. de Meijer en Marise Ph. Born Erasmus Universiteit Rotterdam Jaap van Zielst De Politieacademie Henk T. van der Molen Erasmus

Nadere informatie

03.03.2010 Conferentie Studiesucces

03.03.2010 Conferentie Studiesucces 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief

Nadere informatie

Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel

Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel Moderne technologie bij assessment en selectie van personeel prof.dr. Marise Ph. Born, Erasmus Universiteit Rotterdam, Instituut voor Psychologie en Vrije Universiteit Amsterdam, Vakgroep Sociale & Organisatiepsychologie

Nadere informatie

10 DE PSYCHOLOOG / APRIL 2017

10 DE PSYCHOLOOG / APRIL 2017 10 DE PSYCHOLOOG / APRIL 2017 Persoonlijkheidsvragenlijsten zijn veelgebruikte instrumenten voor psychodiagnostiek en psychologen zetten ze op grote schaal in voor belangrijke beslissingen. Er is veel

Nadere informatie

Programma 31 oktober 2008

Programma 31 oktober 2008 Programma 31 oktober 2008 14.00 Inleiding - Remko van den Berg 14.15 Persoonlijkheid & Studiesucces -Anita de Vries 14.35 Motivatie & Studiekeuze - Thomas de Zeeuw 14.55 Selectiegesprekken -IndraNewton

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Basisrapport NEO-PI-3 Inleiding 2 / 22 INLEIDING Dit rapport bevat de scores op de NEO-PI-3 persoonlijkheidsvragenlijst. De

Nadere informatie

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Versie 1.0 (c) Mei 2008, Dr Edwin van Thiel Copyright 123test alle rechten voorbehouden info@123test.nl 1 Over de Nederlandse persoonlijkheidstest Dit document

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Voorspellen van Studiesucces. Welkom! Vergeet niet na het seminar je mobiel aan te zetten!! www.noa-vu.nl

Voorspellen van Studiesucces. Welkom! Vergeet niet na het seminar je mobiel aan te zetten!! www.noa-vu.nl Voorspellen van Studiesucces Welkom! Vergeet niet na het seminar je mobiel aan te zetten!! Programma Welkomstwoord dr. Remko van den Berg Presentatie drs. Anita de Vries: Voorspellers van studiesucces

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST FUNDAMENTELE BEROEPEN VMBO / MBO-1 / MBO-2

TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST FUNDAMENTELE BEROEPEN VMBO / MBO-1 / MBO-2 TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST FUNDAMENTELE BEROEPEN VMBO / MBO-1 / MBO-2 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Prijs TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn. BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Specificiteit van persoonlijkheidsmetingen

Nederlandse samenvatting Specificiteit van persoonlijkheidsmetingen Nederlandse samenvatting Specificiteit van persoonlijkheidsmetingen Intelligentie wordt weleens als een belangrijke voorspeller van studie en werkprestatie gezien. De laatste tijd is echter steeds vaker

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

De zes belangrijkste persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst

De zes belangrijkste persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst Reeks Psychologische instrumenten De zes belangrijkste persoonlijkheidsdimensies en de HEXACO Persoonlijkheidsvragenlijst 1 232 Reinout E. de Vries, Michael C. Ashton en Kibeom Lee* Recent lexicaal onderzoek

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Politieke Persoonlijkheden

Politieke Persoonlijkheden Politieke Persoonlijkheden Perceptie van de Publieke Persoonlijkheid van Partijleiders uit de Nederlandse Politiek voorafgaand aan de 2017 Tweede Kamer Verkiezingen. 9 Maart 2017 Een onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST ELEMENTAIRE BEROEPEN SOCIALE WERKPLAATS / LBO

TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST ELEMENTAIRE BEROEPEN SOCIALE WERKPLAATS / LBO TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST ELEMENTAIRE BEROEPEN SOCIALE WERKPLAATS / LBO INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Prijs TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

Consciëntieusheid en Integriteit als voorspellers van studieprestaties en contraproductief studiegedrag

Consciëntieusheid en Integriteit als voorspellers van studieprestaties en contraproductief studiegedrag Consciëntieusheid en Integriteit als voorspellers van studieprestaties en contraproductief studiegedrag Anita de Vries, Remko van den Berg, Marise Born & Reinout de Vries * Een belangrijke vraag binnen

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld:

Nadere informatie

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval.

6DPHQYDWWLQJ. De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. 6DPHQYDWWLQJ De studie psychologie aan de Open Universiteit Nederland (OUNL) kent een hoge uitval. Van de ongeveer 1200 studenten die per jaar instromen, valt de helft binnen drie maanden af. Om een antwoord

Nadere informatie

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet. Leerdoelen a.d.h.v. rubrics Rubrics voor het onderwijs Deze rubrics zijn door ons verzameld, geschreven of herschreven. Met vriendelijke groet, Team Vierkantgoed Rubric Optie 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001 Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

Handleiding Nederlandse Werkwaardentest

Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Versie 1.0 (c), mei 2008 Dr Edwin van Thiel Nederlandse werkwaardentest De Nederlandse werkwaardentest is eind 2006 ontwikkeld door 123test via een uitgebreid online

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk

Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk Personeelsselectie: Van de theorie naar de praktijk Janneke K. Oostrom 01-10-2015 NOA Symposium 1 Interviews Personnel Psychology, 1949 01-10-2015 NOA Symposium 2 Gestructureerde interviews Baseer vragen

Nadere informatie

Workshopavond 1 Persoonlijkheid & Motivatie 16/01/2017

Workshopavond 1 Persoonlijkheid & Motivatie 16/01/2017 Workshopavond 1 Persoonlijkheid & Motivatie 16/01/2017 -> voorstelling 1 e week februari 2017 + 1 contact / maand GEZOND BEWEGEN maaike@nudgeme.be maaike@koslearning.be want verandering begint bij jezelf

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op:

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op: Opdrachten en vragen hoofdstuk X 1. Voer de gegevens van figuur 9.1 en 9.2 in SPSS en controleer de correlaties zoals die aangegeven werden. Maak tevens een scatterplot. Tabel 9.1. Lineaire transformatie

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY O V E R Z I C H T INTRODUCTIE De Motives, Values, Preferences Inventory () is een persoonlijkheidstest die de kernwaarden, doelen en interesses van een persoon meet.

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Implicaties voor de theorie

Implicaties voor de theorie Samenvatting Deze studie begon als een onderzoeksproject in 2002 dat het doel had het selectieproces bij een financiële instelling te valideren. De volgende metingen van Prestatie wilden we voorspellen:

Nadere informatie

Validatie van de Nederlandse Ego-Resilience- en de Ego-Resilience. Bio-Psycho-Spiritual Schaal

Validatie van de Nederlandse Ego-Resilience- en de Ego-Resilience. Bio-Psycho-Spiritual Schaal Validatie van de Nederlandse Ego-Resilience- en de Ego-Resilience Bio-Psycho-Spiritual Schaal Validation of the Dutch Ego-Resilience- and the Ego-Resilience Bio- Psycho-Spiritual Scale Kristin E. Grossouw

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Alain Van Hiel en Bart Duriez

Alain Van Hiel en Bart Duriez Een meetinstrument voor individuele verschillen in Social Dominantie Oriëntatie Alain Van Hiel en Bart Duriez Het concept Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) wordt gedefinieerd als een algemene opvatting

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

HTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-FFI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING NEO-FFI-3 2/8 Inleiding Dit rapport beschrijft de scores van de kandidaat op de NEO-FFI-3 persoonlijkheidsvragenlijst.

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik B7.1 Constructie van de maten voor fysieke en psychische gezondheid SF-12 vragen in SING 09 In gezondheidsonderzoek wordt vaak de zogenaamde

Nadere informatie

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F SAMENVATTING De testen uit Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F zijn genormeerd met behulp van de ankertesten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een groot aantal leerlingen

Nadere informatie

Duurzame integriteit Michelle Rocker

Duurzame integriteit Michelle Rocker Duurzame integriteit Michelle Rocker Duurzame integriteit AGENDA FMO Integriteit in het nieuws HEXACO basis eigenschappen Dilemma Duurzaam & integriteit Duurzame integriteit en: * medewerkers * klanten

Nadere informatie

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23,

Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23, LATCH ASSESSMENT TOOL Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23, 27-32. Meetinstrument Afkorting LATCH Assessment Tool LATCH Auteur(s)

Nadere informatie

Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen?

Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen? Persoonlijkheid en competenties: wat kun je ontwikkelen? NOA: Drs. Daniël Elzas (afdeling Onderzoek en Ontwikkeling) Rabobank: Drs. Karel van der Burgt (Directoraat Personeel, Rabobank Nederland) Donderdag

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Stefan Bergmann ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Stefan Bergmann ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 256-1 Datum 05.09.2014 Basisrapport NEO-PI-3 Profielformulier 3 / 41 PROFIELFORMULIER Persoonlijkheidsvragenlijst Basisrapport Neuroticisme 144 6 Neuroticisme

Nadere informatie

GEZOND BEWEGEN.

GEZOND BEWEGEN. GEZOND BEWEGEN maaike@nudgeme.be maaike@koslearning.be want verandering begint bij jezelf We worden geboren als een blanco blad = onze persoonlijkheid, gedrag, waarden, worden gevormd door onze omgeving

Nadere informatie

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability

Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Auteur: Erik de Vries Gonggrijp September/oktober 2014 1 Inhoudsopgave 1: samenvatting paper 1 blz. 22 2: beschrijving van de onderzoeksmethode blz. 22 Literatuur blz. 28

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

HOGAN PERSONALITY INVENTORY

HOGAN PERSONALITY INVENTORY SELECCIONAR DESARROLLAR CONDUCIR HOGAN PERSONALITY INVENTORY OVERZICHT LA CIENCIA DE LA PERSONALIDAD INTRODUCTIE De Hogan Personality Inventory meet persoonlijkheid en wordt gebruikt om succes en prestaties

Nadere informatie

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures

Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures Multiculturele sensitiviteit in selectieprocedures Marise Born Zeist, 9 oktober 2018 Psychologen in Bedrijf Erasmus University Rotterdam Selectieprocedures Overview Deductie-keten (ISO 10667) Organisatiedoelen

Nadere informatie

Rapportage Eigenschappen. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Eigenschappen. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Eigenschappen Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 01.04.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 01.04.2016 / Eigenschappen (QPN) 2 Inleiding Wat zijn jouw meest kenmerkende eigenschappen?

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Persoonlijke factoren en Sales succes

Persoonlijke factoren en Sales succes Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Psychologische aspecten van leiderschap. > Karianne Kalshoven ACIL. > Okke Postmus Development Booster

Psychologische aspecten van leiderschap. > Karianne Kalshoven ACIL. > Okke Postmus Development Booster Psychologische aspecten van leiderschap > Karianne Kalshoven ACIL > Okke Postmus Development Booster Theorethische benaderingen van leiderschap Trait Approaches Behavioral Approaches Contingency Theories

Nadere informatie

Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ)

Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ) Five Facet Mindfulness Questionnaire (FFMQ) Hieronder staan verschillende uitspraken. Geef voor elke uitspraak aan hoe vaak deze voor u in het algemeen is door het juiste hokje aan te kruisen. Nooit of

Nadere informatie

Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140.

Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140. H & H LACTATION SCALE (HHLS) Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140. Meetinstrument H&H Lactation Scale Afkorting HHLS Auteur(s) Hill

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie