Proeftuinen binnen

Transcriptie

1 Proeftuinen binnen TECOL, wat staat voor Technology Enhanced Collaborative Learning, wordt geconcretiseerd in diverse proeftuinen binnen vier verschillende educatieve settings. Deze settings hebben elk een eigen finaliteit in termen van onderwijs- en leeractiviteiten en specifiek educatief technologische toepassingen. De eerste setting interactief hoorcollege is vergelijkbaar met het klassieke hoorcollege, maar educatieve technologie bevordert interactie tussen docent en student. In de collaboratieve leerruimte werken studenten onder begeleiding samen aan taken en delen ze hun leerresultaten met elkaar via schermen. In het open leercentrum werken studenten op eigen initiatief aan groepstaken of oefenen ze presentaties in. Ten slotte is er multilocatieleren waarbij studenten over locaties heen dezelfde les volgen, met behoud van interactie. In deze vier settings speelt het TECOL platform een cruciale rol. Dit platform is vanuit elke locatie, elk toestel en op elk tijdstip toegankelijk. We werken met het bring your own device principe waarbij docent en student met een eigen toestel draadloos met het TECOL platform én de aanwezige schermen verbinding maken. Het platform wordt gebruikt voor het invoeren, lanceren en beantwoorden van quizzen en polls; het stellen en liken van online questions. Het is dé plaats waar de weblecture, PowerPoint en alle externe geprojecteerde documenten tijdens de les samenkomen. Vanuit het platform zullen studenten in de toekomst samen aan documenten kunnen werken. Bovendien biedt het platform heel wat feedback aan de onderwijsgevende omdat alle leeractiviteiten gelogd worden. Dit betekent dat docenten kunnen zien welke studenten welke vragen al dan niet juist beantwoord hebben, hoeveel vragen beantwoord worden en welke bijdrage welke student leverde. Het interactief hoorcollege Een eerste onderwijskundige setting waarin het platform gehanteerd wordt is het interactieve hoorcollege. Docenten kunnen een quiz of poll opstellen waarop studenten kunnen reageren. Na het invullen van deze vragen krijgt de docent en student op een gebruiksvriendelijke manier feedback over de gegeven antwoorden. De vragen en antwoorden van de studenten blijven ook na de les bijvoorbeeld ter voorbereiding van het examen beschikbaar. Ook kunnen studenten tijdens de les online vragen stellen zonder de flow van de les te verstoren. Medestudenten kunnen deze vraag liken zodat de docent feedback krijgt over de prioriteit van de verschillende vragen. Bij grote groepen kan de les ook vanuit meerdere aula s op dezelfde campus gevolgd worden via het systeem van room overflow. De docent kan beslissen om de les op te nemen en beschikbaar te stellen. De komende maanden wordt ingezet op automatische zoekfuncties in deze weblectures, en het in tijd koppelen van de weblecture aan de gehanteerde powerpointpresentatie of aan bijkomende bronnen die via de documentencamera in de les geprojecteerd worden. Tevens zal er voor studenten de mogelijkheid zijn om tijdens de les het gebruikte leermateriaal te downloaden en er gelijktijdig bij te noteren. 1

2 De collaboratieve leerruimte Kenmerkend voor de collaboratieve leerruimte is de inrichting in werkplekken voor groepen van studenten, telkens gegroepeerd rond een scherm waarop draadloos vanuit verschillende toestellen geprojecteerd wordt en studenten dus simultaan diverse bronnen kunnen raadplegen. De docent kan op een overzichtelijke manier de vooruitgang van groepen bewaken en begeleiding bieden door op een doelgerichte manier vorderingen binnen de ene groep aan andere groepen te tonen. In de nabije toekomst werken de technologische partners ook aan het samen creëren van documenten evenals aan een ingebouwd systeem van peer assessment. Ook wordt de verbinding met externe experten mogelijk, denken we hier bijvoorbeeld aan een verbinding met het nabijgelegen AZ Groeninge tijdens de collaboratieve werkzittingen van geneeskunde. Het open leercentrum Het open leercentrum verschilt van de vorige settings omdat het volledig student gestuurd is. Studenten staan in voor reservatie van lokalen en voor het vormgeven van hun leeractiviteiten. Er kan opnieuw draadloos verbonden worden vanuit meerdere toestellen naar eenzelfde scherm. Naast de diverse groepswerklokalen is er een presentatieruimte waarbij studenten op een informele manier voor medestudenten presentaties kunnen inoefenen en deze opnemen. Multilocatieleren Bij multilocatieleren onderscheiden we twee varianten. In de remote classroom is er een nauwe samenwerking met KU Leuven Campus Gent en Brugge. Twee groepen studenten wonen op twee verschillende locaties dezelfde les bij. Door het TECOL platform blijft ook hier interactiviteit behouden. In de virtual classroom volgen studenten individueel vanuit hun eigen gekozen locatie de les. Ook zij kunnen vragen stellen, deelnemen aan quizzen en polls. Deze vorm van onderwijzen biedt heel wat voordelen voor bijvoorbeeld werkstudenten, trainingen aan werknemers, en Erasmusstudenten. Getuigenissen van docenten en studenten Bekijk de video om getuigenissen van docenten en studenten te horen die ervaringen hebben met het TECOL project in de praktijk. TECOL in onderzoek Tijdslijn & onderzoeksmethode Het TECOL project ging in maart een jaar geleden - officieel van start. De focus voor het eerste jaar lag vooral op het interactief hoorcollege en de collaboratieve leerruimtes waarvoor use cases werden uitgewerkt zowel binnen alle faculteiten als binnen de postacademische vorming van KULAK. Vandaag zijn we halverwege het project en kunnen we eerste resultaten voorleggen over hoe studenten en docenten staan tegenover deze twee eerste use cases, met name de interactieve hoorcolleges via quizzes, polls en silent questions alsook tegenover collaboratief leren met schermdeling. Intussen is ook de leersetting voor de drie volgende use cases zo goed als klaar, met name het open leercentrum, de remote classroom en de virtual classroom. In de komende jaren bouwen we deze drie laatste use cases verder uit en zetten we in op een grondige validering van het geheel via effectiviteitsonderzoek. 2

3 Vanuit een design-based research benadering die getypeerd wordt door iteratief implementatie-onderzoek binnen een authentieke onderwijssetting maken we gebruik van drie complementaire onderzoeksmethoden om een gedetailleerd zicht te krijgen op zowel de acceptatie van de ingezette technologieën alsook op de leereffecten. Ten eerste zetten we in op focusgroepen die ons toelaten in gesprek te gaan met de betrokken docenten en hun noden af te toetsen. Vervolgens laat survey-onderzoek ons toe alle betrokkenen zowel docenten als studenten - uitvoerig en systematisch te bevragen. Momenteel bereiden we de derde fase voor, met name learning analytics, waarbij we de enorme set aan gebruikersdata analyseren om zo beter zicht te krijgen op het leerproces van de student. Resultaten van deze analyses zijn trouwens meteen de basis om docenten te adviseren bij het inzetten van de beschikbare technologie. Om de acceptatie en de intentie tot gebruik van de TECOL technologie te onderzoeken en te verklaren wordt gebruik gemaakt van het Technology Acceptance Model. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat vooral het waargenomen gebruiksgemak, de Perceived ease of use, en de verwachte bruikbaarheid in functie van het leerproces, de perceived usefulness een invloed uitoefenen op het eventuele gebruik van een technologie, de Behavioral intention. Voor ons survey-onderzoek hebben we dan ook deze aspecten systematisch bevraagd bij zowel docenten als studenten en dit ten aanzien van de verschillende features binnen het TECOL project. Resultaten omtrent de acceptatie en de intentie tot gebruik van de TECOL technologie De grafieken die gepresenteerd worden in de PowerPointpresentatie in bijlage zijn gebaseerd op de campus brede studentenbevraging afgenomen op het einde van vorig semester (december 2016). De vragenlijst werd uitgestuurd naar alle studenten op Kulak en de respons bedraagt 21,6% en is mooi verdeeld over de verschillende faculteiten heen. Wanneer we vragen aan studenten hoe ze staan ten opzichte van het aanbieden van quizzes en polls binnen hoorcolleges, tonen de resultaten ons dat studenten positief staan tegenover deze mogelijkheid. Zowel het gebruiksgemak, de mogelijkheid om het leerproces te ondersteunen en de intentie tot gebruik is hoog. Een voorwaarde is echter wel dat de antwoorden of statistieken anoniem geprojecteerd worden. Zo blijkt dat studenten eerder weigerachtig zijn indien de antwoorden tijdens quizzes ook zouden meetellen als deelpunt binnen het opleidingsonderdeel. Studenten wensen het dus voornamelijk als een vorm van formatieve evaluatie, maar niet als summatieve evaluatie. Enkel studenten binnen opleidingsonderdelen die instapten in het TECOL project hebben ervaring met de TECOL technologie, maar de survey werd verspreid naar de volledige studentenpopulatie op Kulak. We maken dan ook de vergelijking tussen gebruikers versus niet gebruikers van de TECOL features en de resultaten zijn veelbelovend. Studenten die ervaring hebben met quizzes en polls binnen hoorcolleges zijn namelijk statistisch gezien significant positiever zowel ten aanzien van het gebruiksgemak, het verwachte leereffect en de wens om het in de toekomst nog te gebruiken. De open antwoorden binnen de vragenlijst bevestigen de kwantitatieve gegevens. Vragenreeksen worden als zeer nuttig ervaren om pijnpunten bloot te leggen of bij wijze van samenvatting van de les, maar ook hier komt terug dat studenten niet wensen dat dergelijke oefeningen meetellen voor punten, ze willen namelijk niet dat ze het hele jaar door in de examenperiode zijn. 3

4 Ook de mogelijkheid voor het stellen en liken van silent questions wordt positief onthaald bij studenten zoals afgebeeld op de grafiek. Wanneer we inzoomen op de resultaten omtrent het schermmanagement binnen de collaboratieve leerruimtes, tonen de resultaten ook een positief beeld ten opzichte van het gebruiksgemak, het potentieel leereffect en de intentie tot het gebruik van het schermendelen en vinden we een statistisch significant effect tussen gebruikers en niet gebruikers waarbij gebruikers positiever zijn. De volgende tabellen tonen welke TECOL features als prioritair en minder prioritair worden beschouwd zowel door studenten als docenten. Bij studenten staat screen capturing van het bord (krijt of whiteboard) en het beschikbaar stellen van deze beelden op nummer 1. Op nummer 2 staat het opslaan en delen van de annotaties (figuren, pijlen) bij een PowerPoint tijdens de les (vb. via stylus en tablet of via touchscreen). Dit zal in de toekomst mogelijk gemaakt worden. TECOL is niet het einde van het hoorcollege We mogen niet blind zijn voor het feit dat ten aanzien van alle features er ook steeds een minderheid van studenten niet positief waren ten aanzien van de aangeboden technologie. Wanneer we gaan kijken naar de bedenkingen van deze studenten, dan geven zij o.a. aan dat het goed is zoals het is, dat het klassieke hoorcollege nog steeds de beste manier is, en dat de professor de sleutel in handen heeft. Maar betekent het inzetten van educatieve technologie het einde van het hoorcollege en het overbodig maken van de docent? Allesbehalve! TECOL zoekt het juiste evenwicht; we willen innovatieve technologieën inzetten met als hoofddoelstelling ons onderwijs te optimaliseren en zowel studenten als docenten te ondersteunen. Een belangrijke onderwijskundige denkoefening daarbij is echter wel hoe technologie dient ingezet te worden zodat die ook ondersteunend werkt en de cognitive load bij de student en de orchestration overload bij de docent kan verminderen. Het kan namelijk niet miskend worden dat de onderwijscontext sterk verschilt van de traditionele context. In een klassiek hoorcollege spelen alle activiteiten zich af op het niveau van de klas/van de aula waarbij de docent interageert met de studenten. Wanneer binnen de collaboratieve leerruimtes technologie-ondersteund samenwerkend leren wordt toegepast komt daar het groepslevel bij en is er zowel interactie tussen de studenten onderling als tussen de docent en de studenten, en dit zowel naar bijvoorbeeld een bepaalde groep gericht, als naar de volledige klas gericht. Wanneer in de toekomst zal overgegaan worden naar de context van remote en virtual classroom zal deze complexiteit nog toenemen aangezien er uit de lokale klassetting getreden wordt en het ruimere, community level eraan toegevoegd wordt. In het vervolgtraject zullen quasi-experimentele studies opgezet worden om na te gaan welke acties op de verschillende niveaus noodzakelijk zijn om tot succes te garanderen en te optimaliseren. Tot in het Edulab! We hopen jullie allen binnenkort of volgend academiejaar te zien in het Edulab waar jullie schermen kunnen delen, silent questions kunnen stellen, autonoom presentaties kunnen oefenen in de presentatieruimte of deel zullen zijn van een remote of virtual classroom. 4

5 Om onze leerruimtes binnen het Edulab aan te duiden hebben we gekozen voor een naamgeving die in meerdere opzichten symbolisch is. We grijpen terug naar het Griekse alfabet en verwijzen zo tegelijk naar de wereld van letters en taal als naar de wereld van cijfers en wiskundige symbolen. Bovendien is ook de keuze van de 5 letters voor de 5 ruimtes niet toevallig. We nemen eerst de 4 letters van imec. Onze virtual classroom wordt zo de iota-zaal, de remote classroom de mu-zaal, de collaboratieve open leerruimte de epsilon-zaal en onze vergader- en presentatieruimte de kappa-zaal. De mu-zaal draagt in zich echter nog een vijfde ruimte die apart ingezet kan worden. En dat wordt dan de tau-zaal wat teruggaat op de éne letter waarin imec en itec van mekaar verschillen. Eenheid in verscheidenheid. 5