RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Metzo College Afdeling vmbo-g/t

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Metzo College Afdeling vmbo-g/t Plaats: BRIN-nummer: Doetinchem 02NZ-1 Onderzoek uitgevoerd op: 19 maart 2013 Conceptrapport verzonden op: 09 april 2013 Rapport vastgesteld te Zwolle: 07 mei 2013 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

2 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 19 maart 2013 een onderzoek uitgevoerd op het Metzo College, afdeling vmbo-g/t, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor Metzo College, afdeling vmbo-g/t begin 2012 een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten op deze afdeling onvoldoende zijn. Op 25 april 2012 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten in het voorjaar van 2013 een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. In dit onderzoek wordt tevens nagegaan of de school aan enkele wettelijke voorschriften voldoet. Toezichthistorie Op 23 maart 2012 heeft de inspectie in het kader van een landelijk steekproefonderzoek een onderzoek uitgevoerd op de afdeling vmbo-g/t van het Metzo College te Doetinchem. Na een turbulente periode was de school in een stabielere periode gekomen. De inspectie constateerde, naast een positief pedagogisch klimaat en een voldoende zorg en begeleiding, enkele onderdelen die voor verbetering vatbaar waren op het gebied van leerstofaanbod, didactisch handelen en kwaliteitszorg. De opbrengsten zijn tijdens dit onderzoekzoek niet beoordeeld. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: - Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. - Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. - Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management. - Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en docenten en medewerkers betrokken bij de zorg en begeleiding. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. HB Pagina 2 van 7

3 2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. Resultaten 1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-g/t. 1.3 * De leerlingen van de opleiding vmbo-g/t behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 * Bij de opleiding vmbo-g/t zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Leerstofaanbod 2.1 * De aangeboden leerinhouden in de onderbouw voldoen aan de wettelijke vereisten. 2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend voor de examenprogramma s. 2.3 * De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze leerlingen. 5 Schoolklimaat 4.4 * De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.7 * Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. 4.8 * De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen. HB Pagina 3 van 7

4 Didactisch handelen 5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Begeleiding 7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Zorg 8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. Kwaliteitszorg 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. HB Pagina 4 van 7

5 2.2 Beoordeling Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-g/t van het Metzo College te Doetinchem als voldoende. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen. De opbrengsten zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar, voldoende. Het onderwijsproces vertoont weliswaar enkele tekortkomingen (taalbeleid en het ontbreken van genormeerde toetsen), maar is naar het oordeel van de inspectie van voldoende kwaliteit. De school werkt in haar kwaliteitszorg onvoldoende systematisch en planmatig; de inspectie heeft de kwaliteitszorg als onvoldoende beoordeeld. De school leeft de onderzochte wet- en regelgeving na. Toelichting Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Opbrengsten De onderwijsresultaten waren ten tijde van het bestuursgesprek in 2012 onvoldoende. Het gemiddelde van het centraal examen was onvoldoende en het verschil tussen de cijfers van het schoolexamen en het centraal examen was te groot (>0,5). De examens in 2012 hebben een stijging laten zien van 0,2 waardoor het gemiddelde over drie jaar voldoende is. Het verschil tussen se en ce is kleiner geworden en onder 0,5, maar is over drie jaar gemeten nog onvoldoende. Aangezien drie van de vier opbrengstindicatoren voldoende zijn, beoordeelt de inspectie de opbrengsten als voldoende. Het onderwijsproces Tijdens het vorige onderzoek in 2012 concludeerde de inspectie dat een substantieel deel van de leerlingen van de school specifieke aandacht nodig heeft waar het om taalkennis en taalbeheersing gaat. De school had toen de eerste stappen gezet bij het formuleren van het taalbeleid. Van implementatie was toen nog geen sprake. In 2013 is een voorzichtige start gemaakt, maar is de implementatie nog onvoldoende gerealiseerd. Debet daarbij is dat de school geen genormeerde toetsen gebruikt om het niveau van de leerlingen met betrekking tot taal- en rekenvaardigheden te bepalen. Op het Metzo College heeft de inspectie in ruim drie kwart van de lessen waargenomen dat leraren de basisvaardigheden in voldoende mate beheersen. Er is sprake van een duidelijke uitleg, taakgerichte werksfeer en de leerlingen zijn over het algemeen genomen actief bezig in de lessen. Het algemene beeld is wel dat in meerdere lessen vooral de leraren hard aan het werk zijn en de leerlingen een min of meer consumptief gedrag vertonen. Er kan aan kwaliteit gewonnen worden door meer af te stemmen op de verschillen tussen de leerlingen. Het rendement van de lessen zou verhoogd kunnen worden door lessen doelgerichter op te zetten, uitgaande van een leerdoel, waarop de inhoud van de les wordt gebaseerd en waarop aan het eind van de les wordt gereflecteerd, samen met de leerlingen. Zorg en begeleiding De inspectie komt net als in 2012 tot het oordeel dat de zorg en begeleiding van voldoende kwaliteit is. De structuur van de leerlingenzorg is beschreven in het zorgplan Gelet op de keuzes die de school heeft gemaakt, zal het zorgplan dit schooljaar moeten worden geëvalueerd en worden bijgesteld. Zo is ervoor gekozen om de integrale zorg bij de mentor te beleggen en minder bij de diverse specialisten. Op school is een mentorspecialist benoemd, die o.a. tot taak HB Pagina 5 van 7

6 heeft nieuwe mentoren te begeleiden en de overgang van klas 2 naar 3 te bewaken bij die leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. De school is bezig het (digitale) Doetinchemse volgsysteem in te voeren zodat docenten nog beter in staat zijn de leerlingen te volgen in hun ontwikkeling. Uit het gesprek met de zorgfunctionarissen blijkt verder dat er sprake is van korte lijnen op school als het gaat om het bieden van hulp aan leerlingen met een specifieke zorgbehoefte. De zorg wordt planmatig uitgevoerd, de handelingsplannen (plannen van aanpak) zijn voldoende concreet en worden periodiek geëvalueerd. Structurele leerlingbesprekingen komen op schoolniveau niet meer voor, nu alleen nog maar op initiatief van de mentor of gekoppeld aan een rapportenvergadering. Leerlingen worden nu besproken indien ze op een signaleringslijst staan. Voor deze leerlingen wordt veelal een plan van aanpak opgesteld. Het mavo-team kent overigens nog wel aparte leerlingbesprekingen. In het kader van het systematisch volgen van leerlingen maakt de school nog geen gebruik van genormeerde toetsen (zie ook onderwijsproces). In de brugklas wordt alleen de drempeltoets afgenomen. Bij het vak Engels wordt wel een genormeerde toets afgenomen, maar wordt een eigen normering toegepast. Wegens het ontbreken van een systeem van genormeerde toetsen is indicator 7.1 als onvoldoende beoordeeld. De kwaliteitszorg De schoolleiding heeft voldoende zicht op de behaalde onderwijsresultaten. Deze staan centraal tijdens de gesprekken die vijf keer per jaar worden gehouden tussen de coördinator van de vakgroep, lesstofspecialist, een directielid en de teamleider. De directie stuurt herkenbaar op het verbeteren van de resultaten. Dit zicht bestaat in mindere mate op de kwaliteit van het onderwijsproces. Om een totaalbeeld over de sterke en zwakke kanten van het didactisch handelen te verkrijgen zou de school kunnen investeren in het uitvoeren van systematische klassenbezoeken, waarbij de resultaten op schoolniveau worden geaggregeerd en geanalyseerd. De directie heeft teamleden en teamleiders wel verzocht collegiale lesbezoeken af te leggen, maar dit heeft een tamelijk vrijblijvend karakter. De school heeft tot doel gesteld dit schooljaar te bepalen wat verstaan wordt onder een effectieve les. Afspraken t.a.v. de toetsafname en toetskwaliteit moeten nog worden ontwikkeld. De schoolleiding is zich bewust van de noodzaak om in de nabije toekomst te komen tot een degelijke borging van normen en afspraken. Dit geldt ook voor het borging van de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen. Verder is de inspectie van mening dat de uitvoering van de verbeteractiviteiten planmatiger en concreter vormgegeven kan worden door duidelijke prioriteiten te stellen en keuzes te maken. Dit onderdeel van de kwaliteitszorg heeft alles te maken met de fase waarin de school en de veranderingsprocessen die momenteel plaatsvinden op school (rol teamleiders en management). Wet- en regelgeving De school heeft de schoolgids, het schoolplan, het Examenreglement, het PTA en het zorgplan naar de inspectie gestuurd en deze bevatten de verplichte onderdelen. De geprogrammeerde onderwijstijd voor het schooljaar 2012/2013 komt in alle leerjaren uit boven de wettelijke minimumnormen. HB Pagina 6 van 7

7 3. TOEZICHTARRANGEMENT De Inspectie van het Onderwijs kent aan het Metzo College, afdeling vmbo-g/t het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. HB Pagina 7 van 7