Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op 2.3 en 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen.

Transcriptie

1 Omgevingsvergunning Nr. : OV Op 30 november 2015 hebben wij een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor de aanleg van een aardgastransportleiding tussen Mildam en Garijp TC. De aanvraag heeft betrekking op de locatie, kadastraal bekend als gemeente Wolvega, sectie K en nummer 795. Met Mildam (ook wel Mildam-junction genoemd) wordt een locatie tussen de Ottersweg en de Tjonger bedoeld, waar 2 bestaande aardgastransportleidingen (verder: gasleidingen) samen komen. Garijp TC is de gasbehandelingsinstallatie van Vermilion gelegen nabij Garijp, gemeente Tietjerksteradeel. De nieuwe gasleiding is slechts voor een afstand van 40 meter in Weststellingwerf gelegen. In de verschillende gemeenten welke de gasleiding van in totaal 37 kilometer lengte doorkruist, worden ten behoeve van de gasleiding afzonderlijke vergunningsprocedures doorlopen. Vermilion legt de gasleiding aan naast het al aanwezige tracé. De gasleiding volgt dit bestaande tracé op veelal zo n 5 meter afstand. Voor het deel gelegen in Weststellingwerf komt de gasleiding op een afstand van zo n 20 meter ten noorden van de bestaande gasleiding te liggen, omdat dit deel van het tracé met een gestuurde boring onder de Tjonger moet worden aangelegd. Voor een dergelijke boring is ruimte nodig. De aanvraag is geregistreerd onder nummer OV en bestaat uit de volgende activiteit(en): Handelen in strijd met regels RO Aanleg (Uitvoeren werk of werkzaamheid) Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op 2.3 en 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. Deze omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de bij dit besluit behorende bijlagen, voorschriften en gewaarmerkte stukken deel uitmaken van deze vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de activiteit(en): Handelen in strijd met regels RO Aanleg (Uitvoeren werk of werkzaamheid) Procedure De uitgebreide besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo ). De bij dit besluit horende procedurele overwegingen op basis waarvan de aanvraag is behandeld en op grond waarvan dit besluit is genomen zijn genoemd in bijlage 1 en maken deel uit van dit besluit. Beoordeling De bij dit besluit horende inhoudelijke overwegingen op basis waarvan de aanvraag is beoordeeld en op grond waarvan dit besluit is genomen zijn genoemd in bijlage 2 en maken deel uit van dit besluit. Gewaarmerkte bijlagen De volgende documenten worden meegezonden met dit besluit en zijn gewaarmerkt: Aanvraagformulier, ingekomen 30 november 2015, nummer Ruimtelijke onderbouwing, Royal HaskoningDHV, 29 januari 2016 Verklaring van geen bedenkingen gemeenteraad, 9 mei 2016

2 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking). Wolvega, 29 augustus 2016 Dit besluit is opgesteld en ondertekend namens burgemeester en wethouders met inachtneming van het Mandaatbesluit. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Weststellingwerf, namens dezen, de medewerker van de afdeling VTH, W. Smit Rechtsbescherming (beroep) U kunt tegen dit besluit in beroep gaan als u het er niet mee eens bent. Hiervoor heeft u zes weken de tijd na dagtekening. Een beroepschrift kunt u indienen bij de Rechtbank Noord-Nederland, Sector Bestuursrecht, postbus 150, 9700 AD Groningen. U kunt ook via internet beroep instellen bij de rechtbank via: Om te kunnen inloggen hebt u een elektronische handtekening nodig (DigiD). Informatie over het indienen van bezwaar of beroep en hoe dit in zijn werk gaat vindt u op onze website: U hebt geen computer of internet? Ons Publiekscentrum helpt u graag met het downloaden van alle beschikbare informatie. Leges Voor het behandelen van de aanvraag omgevingsvergunning bent u leges verschuldigd. Voor het bedrag ter hoogte van,00 ontvangt u binnenkort een aparte nota. De hoogte van de leges is een apart besluit en maakt geen onderdeel uit van deze beschikking. De leges zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: - aanleggen of uitvoeren van een werk 242,00 - buitenplanse afwijken bestemmingsplan 3402, Totaal: 3664,00

3 Procedurele overwegingen OV / Bijlage 1 Aanvraag Op 30 november 2015 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen als bedoeld in de Wabo. Het betreft een verzoek van: Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Postbus AB HARLINGEN Project Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd betreft op de locatie Mildam - Garijp en is als volgt te omschrijven: Aardgastransportleiding Mildam - Garijp TC. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: Handelen in strijd met regels RO Aanleg (Uitvoeren werk of werkzaamheid) Publicatie De ingekomen aanvraag hebben wij onverwijld bekend gemaakt op de gemeentelijke website en op in de huis-aan-huisbladen De Stellingwerf en De Griffioen. Openbare voorbereidingsprocedure Op de voorbereiding van dit besluit op uw aanvraag om omgevingsvergunning, is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. In verband met deze voorbereidingsprocedure hebben wij na ontvangst van de adviezen de ontwerpbeschikking voor een ieder ter inzage gelegd vanaf 23 juni t/m 3 augustus Binnen deze termijn zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage is ons college het bevoegd gezag om een beslissing te nemen op de aanvraag omgevingsvergunning. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu en natuur. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden ingediend om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede inhoudelijke beoordeling van de gevolgen van de activiteit(en) op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen activiteit(en) op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Aangehaakte toestemmingen In dit besluit is geen sprake van aangehaakte toestemmingsstelsels zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet of Flora en Faunawet.

4 Beoordeling aanvraag In het navolgend deel van dit besluit zijn de inhoudelijke overwegingen weergegeven. Op basis van deze overwegingen is de aanvraag omgevingsvergunning beoordeeld en op grond hiervan is het besluit tot stand gekomen.

5 Inhoudelijke overwegingen OV / Bijlage 2 De volgende onderdelen van de aanvraag omgevingsvergunning zijn inhoudelijk beoordeeld: Wij hebben de hierboven genoemde activiteit(en) als volgt beoordeeld: AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN INLEIDING De aanvraag omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onderdeel c van de Wabo) kan alleen worden verleend als deze voldoet aan de daarvoor gestelde toetsingscriteria. BEOORDELING Voor zover sprake is van een aanvraag omgevingsvergunning voor gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan (als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onderdeel c van de Wabo) kan de vergunning op grond van artikel 2.12 van de Wabo alleen worden verleend indien: a. met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking (binnenplanse afwijking); b. in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (buitenplanse kleine afwijking kruimelgeval ), of; c. indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (buitenplanse afwijking - voorheen projectbesluit); a. Toetsing binnenplanse afwijking Op basis van de voorschriften cq. regels van het geldend bestemmingsplan is geen binnenplanse afwijking van het bestemmingsplan mogelijk. b. Toetsing buitenplanse kleine afwijking Op basis van het bepaalde in artikel 2.12 van de Wabo is geen buitenplanse kleine afwijking van het bestemmingsplan mogelijk. c. Toetsing buitenplanse afwijking De omgevingsvergunning kan alleen worden afgegeven met toepassing van een procedure als bedoeld in artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 3º Wabo (ook wel project-omgevingsvergunning genoemd). Het tracé is gelegen in het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2014 en doorkruist de bestemmingen Agrarisch, Water en Natuur, waarbinnen het aanleggen van gasleidingen niet mogelijk is. Het college is voornemens toepassing te geven aan genoemde. Daarbij is overwogen dat: er ten behoeve van het project een goede ruimtelijke onderbouwing is opgesteld als bedoeld in artikel 2.12 lid 1a onder 3 Wabo waaruit blijkt dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening; het plan voldoet aan het gemeentelijk, provinciaal en landelijk beleid. De gasleiding is gewenst omdat Vermilion voornemens is in de toekomst een aantal nieuwe gaswinlocaties in zuidoost Friesland te realiseren. De bestaande gasleiding heeft onvoldoende capaciteit om de hoeveelheid te winnen gas in de toekomst te kunnen transporteren. Het Nederlandse overheidsbeleid (nota Ruimte) is er op gericht om de gaswinning in de komende jaren voort te zetten en te stimuleren. In het provinciale beleid als weergegeven in het streekplan c.q. de

6 provinciale verordening en het gemeentelijk beleid als weergegeven in gemeentelijke Structuurplan en de nota van uitgangspunten rood wordt ook gestuurd op medewerking aan ontwikkelingen op het gebied van de winning van aardgas mits niet gelegen in een natuurgebied en er uiteraard sprake is van een goede ruimtelijke afweging; de ontwikkeling niet voldoet aan het provinciaal coalitieakkoord, In het coalitieakkoord van de provincie Fryslân is opgenomen dat Gedeputeerde Staten tegen nieuwe gasboringen zijn. Hoewel de planvorming niet gericht is op een nieuwe winningslocatie, is deze daartoe wel faciliterend. Het betreft hier een redelijk recent gewijzigd provinciaal standpunt naar aanleiding van een motie van 21 januari 2015, welke (nog) niet juridisch is geborgd in de provinciale verordening. Ingevolge de verordening Romte uit 2014 zijn gasboringen en daarbij behorende ontwikkelingen wel mogelijk. In het kader van vooroverleg is de provincie gevraagd om advies. De provincie heeft aangegeven de verantwoordelijkheid ten aanzien van de afweging omtrent de vergunningverlening bij de gemeente neer te leggen. In onze gemeente is het beleidsmatig standpunt ongewijzigd en qua grondhouding gericht op medewerking aan ontwikkelingen op het gebied van gaswinning. Er is geen reden hiervan af te wijken, zoals de provincie aangeeft kan de gemeente haar eigen afweging maken. De praktijk leert dat in onze gemeente geen nadelige gevolgen van gaswinning of de aanleg van gasleidingen wordt ondervonden; het tracé het Tjonkerkanaal doorkruist met de omliggende dijken, een perceelsloot en voor een paar meter agrarische gronden. De gasleiding wordt volledig met een gestuurde boring aangelegd hierdoor blijven de landschappelijke en natuurlijke waarden behouden. Daarnaast vinden de activiteiten niet plaats binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of een andersoortig natuurgebied; er een aanvraag NB-vergunning is ingediend bij de provincie Fryslân voor het gehele tracé tot aan Garijp. De vergunning is aangevraagd ten aanzien van de effecten op de Alde Feanen bij Garijp. Voor zover relevant voor de gemeente Weststellingwerf heeft de provincie aangegeven dat er zicht is op verlening van de NB-vergunning en de aanvraag aanvraag omgevinsgvergunning verder in procedure kan worden gebracht. de gemeenteraad op 9 mei 2016 een voorlopige verklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven; de ontwerp-omgevingsvergunning en bijbehorende stukken met ingang van donderdag 23 juni 2016 (voor een periode van 6 weken) tot en met woensdag 3 augustus 2016 ter inzage hebben gelegen; gedurende deze periode zijn geen zienswijzen kenbaar gemaakt; de voorlopige verklaring van de raad derhalve als definitieve kan worden beschouwd; AANLEG / UITVOEREN WERKZAAMHEDEN INLEIDING De aanvraag omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, ingevallen waarin bij een bestemmingsplan is bepaald dat daarvoor een vergunning is vereist (als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onderdeel b van de Wabo) kan alleen worden verleend als deze voldoet aan de daarvoor gestelde toetsingscriteria en kent daarmee een aantal weigeringsgronden. De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen moet op grond van artikel 2.11 van de Wabo worden geweigerd indien: a. het werk, de aanlegactiviteit of de werkzaamheid in strijd is met de voorschriften cq. regels van het ter plaatse geldend bestemmingsplan, of b. het werk, de aanlegactiviteit of de werkzaamheid in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 derde lid, of 4.3 derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening. BEOORDELING

7 a. Toetsing regels bestemmingsplan Een deel van het traject, te weten 28 m, loopt door de bestemming Natuur met de dubbelbestemming Waarde archeologie. Op grond van artikel en van het bestemmingsplan Buitengebied Weststellingwerf is het verboden zonder omgevingsvergunning een ondergrondse transportleiding aan te brengen. Deze vergunning kan verleend worden als er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of natuurlijke waarden Uit het Flora en fauna onderzoek, als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat de aanleg niet tot negatieve gevolgen leidt. Voor het tracé deel in Weststellingwerf is geen nabijgelegen Natura 2000 gebied waar de ontwikkeling invloed op heeft. Qua archeologie blijkt uit het archeologisch rapport dat de kans zeer laag wordt ingeschat dat zich binnen het plangebied archeologische vindplaatsen bevinden. Aanbevolen wordt het plan vrij te geven voor wat betreft archeologie. De gemeente stemt hiermee in. b. Toetsing regels inzake artikel 4.1 en 4.3 Wro De gronden waarbinnen de werkzaamheden worden uitgevoerd zijn niet gelegen in een gebied waarvoor de provincie een verordening of het Rijk een algemene maatregel van bestuur hebben opgesteld. De genoemde werkzaamheden behoeven inzake deze regels geen nadere toetsing en hebben hierdoor geen nadelige gevolgen voor de waarden van dit gebied. VOORSCHRIFTEN Wij willen u erop wijzen dat voor het uitvoeren van de werkzaamheden wellicht nog andere vergunningen, ontheffingen of toestemmingen zijn benodigd. Daarnaast kunnen ook bepalingen van privaatrechtelijke aard het nodig maken dat toestemming wordt verkregen van bijvoorbeeld de eigenaar en/of de gebruiker van een aangrenzend perceel. De aanvang en het gereedkomen van de werkzaamheden moet u minstens twee werkdagen van tevoren melden bij de afdeling Omgeving team Toezicht en Handhaving (dhr. G. Wildeboer, telefoon ). De omgevingsvergunning voor de aanlegactiviteiten of uitvoering van werkzaamheden (of kopie) moet op het terrein aanwezig zijn. Er moeten voldoende maatregelen worden genomen ter voorkoming van gevaar, schade of hinder voor de omgeving of gebruikers en in het belang van de openbare veiligheid. Burgemeester en wethouders kunnen een aanlegvergunning intrekken, indien: o o blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; in strijd wordt gehandeld met beperkingen waaronder de vergunning is verleend of met de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden.