INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011"

Transcriptie

1 JAARSTUKKEN

2 2

3 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN JAARVERSLAG Inleiding Verslaggeving Ontwikkelingen in het begrotingsjaar Exploitatieresultaat Incidentele baten en lasten Onttrekkingen aan de voorzieningen Waterschapsbelastingen Weerstandsvermogen Risicoparagraaf Financiering Verbonden partijen Bedrijfsvoering EMU-saldo Topinkomens Bestemming van het voordeling exploitatieresultaat PROGRAMMAVERANTWOORDING Inleiding Programma Waterkeringen Programma Watersysteem/waterketen Programma Wegen Programma Middelen, Communicatie en regelgeving Dekkings- en financieringsmiddelen 101 JAARREKENING 3 Exploitatierekening naar programma s Recapitulatie programmakosten Begrotingsrechtmatigheid TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS Watersysteem Zuivering Wegen REKENING NAAR KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN Algemeen BALANS Balans Toelichting op de balans CONTROLEVERKLARING BESLUIT TOT VASTSTELLING EN GOEDKEURING 130 3

4 BIJLAGEN 1 Staat van immateriële vaste activa 2 Staat van materiële vaste activa 3 Staat van financiële vaste activa 4 Staat van reserves en voorzieningen inclusief toelichting 5 Staat van vaste schulden 6 Berekening van het rente- omslagpercentage 7 Staat van personeelslasten 8 Staat van personele sterkte 9 Mutaties ten laste van post onvoorzien 10 Liquiditeitspositie en renterisico 11 Overzicht afgesloten en doorlopende kredieten 12 Toelichting investeringen per programma/beleidsproduct 13 Verdeelsleutels primaire beheerproducten naar de taken 14 Overzicht exploitatiekosten per beleidsveld 15 Overzicht investeringen per beleidsveld 4

5 JAARVERSLAG 5

6 JAARVERSLAG 1.1 Inleiding Hierbij worden de jaarstukken 2011 van Waterschap Rivierenland ter vaststelling aangeboden. De begroting 2011 is vastgesteld op 26 november Waterschap Rivierenland is een organisatie die tot taak heeft zorg te dragen voor het regionale watersysteem in het rivierengebied (zorg voor een goede waterkwaliteit en waterkwantiteit en bescherming tegen rivierwater) en voor de regionale wegen buiten de bebouwde kom in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het waterschap voert deze taken uit met aandacht voor kwaliteit. De missie van het waterschap sluit daarop aan: Waterschap Rivierenland zorgt voor veilige dijken en een evenwichtig watersysteem. Het waterschap is daarbij in staat om realistische doelen te stellen en om deze in samenwerking met klanten en andere overheden tot uitvoering te brengen op een wijze die past binnen de gestelde randvoorwaarden (waaronder kwaliteit, kosten, duurzaamheid, efficiëntie, effectiviteit etc.) Verslaggeving Presentatie De jaarrekening 2011 is opgesteld conform de regels die gelden volgens het Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW). Leeswijzer De jaarverslaggeving bestaat uit vier onderdelen, te weten: Jaarverslag Het jaarverslag bestaat enerzijds uit een aantal verplichte paragrafen (Hoofdstuk 1), en uit de programmaverantwoording (Hoofdstuk 2). De verplichte paragrafen bevatten onder meer een toelichting op ontwikkelingen in 2011 en op het exploitatieresultaat Tevens geven de paragrafen inzicht in incidentele baten en lasten, de inzet van reserves en voorzieningen en de waterschapsbelastingen. Tot slot wordt ingegaan op het weerstandsvermogen, risico s, financiering, bedrijfsvoering en doelmatigheid. De programmaverantwoording bevat de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting en de financiële verantwoording. Jaarrekening Dit deel bestaat uit een overzicht van de exploitatierekening naar programma s inclusief rechtmatigheidsanalyse (Hoofdstuk 3), de toelichting op de kostendragers (wettelijke taken) (Hoofdstuk 4), de rekening naar kosten- en opbrengstensoorten (Hoofdstuk 5) en de balans met toelichting (Hoofdstuk 6). Controleverklaring In hoofdstuk 7 is de controleverklaring opgenomen met daarin het oordeel dat de jaarstukken een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van de financiële positie per 31 december 2011, de baten en lasten over 2011 en dat in overeenstemming met de rechtmatigheidsgrondslagen is gehandeld. 6

7 Besluit tot vaststelling en goedkeuring In hoofdstuk 8 is het besluit tot vaststelling en goedkeuring van de jaarrekening 2011 opgenomen. Bijlagen In dit deel is een aantal bijlagen opgenomen waarmee de cijfers uit deze jaarrekening nader zijn onderbouwd. 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar Inleiding Met ingang van 2011 wordt waterschap Rivierenland geconfronteerd met de effecten van het Bestuursakkoord water, de verlaging van het dividend van de NWB, verwachte hogere inflatie, renteen loonkostenontwikkeling. Ter compensatie van deze kostenverhogende zaken zijn er in het kader van de voorjaarsnota 2011 een aantal maatregelen genomen, waaronder een bezuinigingstaakstelling en een fasering van investeringen. Op basis van deze afspraken bleek het mogelijk om de lastenstijging in meerjarenperspectief beperkt te houden. Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen. Bestuursakkoord water Met het ondertekenen van het Bestuursakkoord water zijn de waterschappen de nodige verplichtingen aangegaan. Met ingang van 2011 dragen de waterschappen bij aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). In de periode 2011 t/m 2013 gaat het om een bedrag van in totaal 81 miljoen per jaar (aandeel WSRL 4,4 miljoen). Als gevolg van het Bestuursakkoord water worden deze bijdragen verhoogd tot 131 miljoen in 2014 (aandeel WSRL 7,2 miljoen) en vanaf miljoen per jaar (aandeel WSRL 9,9 miljoen). Daarnaast heeft per 1 januari 2011 de overdracht van de bestrijding van de muskus- en beverratten voor een bedrag van 19 miljoen van provincies naar waterschappen plaatsgevonden (aandeel WSRL 2,1 miljoen). Bij de behandeling van de voorjaarsnota 2011 is besloten de bijdrage van waterschap Rivierenland aan het HWBP te activeren. Daarbij is wel aangegeven dat een heroverweging van het al dan niet in exploitatie nemen van de HWBP bijdrage plaats zal vinden in het kader van de aangekondigde belastingstelselherziening ter oplossing van de zogenaamde weeffout. De voorbereidingen voor de belastingstelselherziening lopen en de herziening is voorzien met ingang van Dividend NWB Waterschap Rivierenland is aandeelhouder van de NWB. Tot en met 2010 ontvingen de aandeelhouders jaarlijks een dividenduitkering van 40 miljoen (WSRL 3 miljoen). Naar aanleiding van de economische crisis is het toezicht op de banken verscherpt. Het zogenaamde Basels Comité van Bankentoezichthouders heeft onlangs nieuwe, lees strengere, vermogens- en liquiditeitseisen gesteld. De invoering van deze nieuwe eisen is voorzien in Om in 2018 te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen heeft de NWB het dividendbeleid aangepast. In 2011 is een dividenduitkering ontvangen van 1,7 miljoen. In de voorjaarsnota 2011 is rekening gehouden dat in de meerjarenperiode ( ) geen dividend door de NWB wordt uitgekeerd. Bezuinigingstaakstelling Teneinde de kostenontwikkeling te beperken heeft het CDH de ambtelijke organisatie in 2011 opdracht gegeven tot een bezuinigingstaakstelling. Deze bezuinigingsronde heeft geleid tot een structurele verlaging van de netto kosten met 2,4 miljoen. Fasering van investeringen In 2011 is besloten om maatregelen met betrekking tot Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en Kaderrichtlijn Water (KWR) te faseren van 2015 naar Dit heeft geleid tot een verlaging van het investeringsniveau. 7

8 In de tweede plaats betreft het de doelstelling om alle primaire keringen die in 2006 niet voldeden, in 2015 wel aan de norm te laten voldoen. Voor wat betreft de projecten in het kader van Ruimte voor Rivier en HWBP 2 wordt de doelstelling vertaald in '2015 veilig' (voldoen aan veiligheidsnorm). Dit betekent dat de uitvoering van bepaalde onderdelen (afbouw, schadeafwikkeling en eindafrekening) doorschuiven naar In 2015 voldoen we voor 80% aan de veiligheidsnorm en in 2017 is alles afgerond. Overige ontwikkelingen Overdracht Muskusrattenbestrijding provincies Noord- en Zuid-Holland Op 1 juli 2011 is de muskusrattenbestrijding in Nederland bij wet een taak geworden voor de waterschappen. Hierop vooruitlopend hebben de waterschappen in Noord- en Zuid-Holland onderhandelingen gestart om te komen tot samenwerking in de muskusrattenbestrijding. PricewaterhouseCoopers (PwC) heeft op basis van een businesscase een aantal aanbevelingen gedaan. PwC ziet voordelen op het terrein van kennisontwikkeling en innovatie en geeft aan dat een groter samenwerkingsverband een meerwaarde heeft ten opzichte van de situatie dat ieder waterschap het zelf gaat doen. Deze meerwaarde zou met name moeten leiden tot een efficiëntere bestrijding. Naar aanleiding hiervan zijn in 2011 afspraken tussen de deelnemende waterschappen gemaakt om te komen tot samenwerking. Dit heeft ertoe geleid dat, na definitieve besluitvorming hierover, per 1 januari 2012 een nieuw samenwerkingsverband aangegaan wordt tussen de waterschappen Rivierenland, Rijn & IJssel, Veluwe, Vallei & Eem en Hollandse Delta, waarbij waterschap Rivierenland de bestrijding uitvoert. Deelname laboratorium aan gemeenschappelijke regeling AQUON Op 1 juli 2011 is de laboratoriumorganisatie van waterschap Rivierenland toegetreden tot AQUON, een samenwerkingsverband waarvan nog acht andere waterschappen deel uitmaken. Deze samenwerking is geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling op grond waarvan waterschap Rivierenland binnen het bestuur van AQUON zeggenschap heeft over de koers en de prestaties van AQUON. De aanleiding hiervoor was gelegen in de problemen die ons laboratorium kende die in belangrijke mate werden ingegeven door de beperkte schaalgrootte van deze organisatie-eenheid. De besluitvorming over de toetreding heeft plaatsgevonden op basis van een business case waarin ondermeer de voor- en nadelen en de kosten en baten in het geval van toetreding inzichtelijk is gemaakt. Deze keuze is afgezet tegen mogelijke alternatieve scenario s waaronder het wegzetten van het laboratoriumwerk in de markt of het toch zelfstandig door blijven gaan. In de afweging van alle scenario s bleek de toetreding tot AQUON de beste oplossing. Deelakkoord Natuur In 2011 is het deelakkoord Natuur gesloten tussen staatssecretaris Bleker en IPO. Dit akkoord behelst naast decentralisatie van taken van Rijk naar provincies, een omvangrijke bezuinigingsoperatie. Om deze reden zijn de provincies gestart met het proces om de EHS (Ecologische Hoofdstructuur) te herijken, lees verkleinen. In 2012 zullen waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland de huidige waterovereenkomst actualiseren op basis van het deelakkoord Natuur. Hetzelfde geldt voor de 2 e Bestuursovereenkomst die is afgesloten met de provincie Noord-Brabant. 1.4 Exploitatieresultaat 2011 Inleiding Het exploitatieresultaat 2011 ad voordelig wordt beïnvloed door mutaties op reserves (mutaties op de balans) en door mutaties op de exploitatie van incidentele en structurele aard. In onderstaand overzicht is het exploitatieresultaat weergegeven voor en na de invloed van reserves, daarnaast zijn de belangrijkste afwijkingen toegelicht. 8

9 Omschrijving Rekening Begroting Rekening Exploitatieresultaat Bij toevoegingen aan reserves: - bestemmingsreserve decentrale huisvesting Subtotaal Af onttrekkingen aan reserves: - algemene reserve zuiveringsheffing egalisatiereserve watersysteemheffing egalisatiereserve zuiveringsheffing egalisatiereserve wegenheffing bestemmingsreserve vervroegde afschrijving waterkeringen bestemmingsreserve duurzame inrichting waterketen 67 - bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen 31 - bestemmingsreserve brug Heuleslag bestemmingsreserve reconstructie de Nieuwe Geer bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium bestemmingsreserve decentrale huisvesting Subtotaal Resultaat na mutaties reserves (bedragen x 1.000) Toelichting mutaties reserves Algemene reserve zuiveringsheffing Op 19 juni 2009 heeft het algemeen bestuur besloten tot kredietverlening voor de uitbreiding van de rwzi Geldermalsen. Hierbij is tevens besloten de buitengebruikstelling en vervroegde afschrijving van het huidige beluchtingscircuit ten laste van de algemene reserve Zuiveringsheffing te brengen voor een bedrag van Egalisatiereserves Watersysteemheffing, Zuiveringsheffing en Wegenheffing De mutaties in de egalisatiereserves betreffen de begrote onttrekkingen 2011 van in totaal Bestemmingsreserve vervroegde afschrijving investeringen waterkeringen Deze bestemmingsreserve is in 2005 gevormd in verband met het vervallen in dat jaar van zowel de rijksbijdrage Deltawet Grote Rivieren als de onderhoudsbijdrage van de provincie. De reserve wordt ingezet ter gedeeltelijke dekking van de afschrijving van investeringen van waterkeringszorg. In 2011 is een bedrag van onttrokken. Bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd. Ter facilitering van het proces van samenwerking in de waterketen is een budget van beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitvoering van feitenonderzoeken en businesscases gedurende 3 jaren. In 2011 is ten laste van deze reserve gebracht. Bestemmingsreserve brug Heulenslag Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd. De uit te voeren werkzaamheden aan de brug Heulenslag waren in 2010 vertraagd in verband met het omleggen van kabels en leidingen door nutsbedrijven en door vertraging in de procedure voor het vestigen van een zakelijk recht. De werkzaamheden zijn in 2011 uitgevoerd. Het saldo van de bestemmingsreserve is onttrokken in De bestemmingsreserve kan worden opgeheven. 9

10 Bestemmingsreserve reconstructie De Nieuwe Geer Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd. Als gevolg van de vroeg invallende vorst in november 2010 zijn de asfalteringswerkzaamheden aan De Nieuwe Geer in 2010 niet afgerond. Deze werkzaamheden zijn in 2011 uitgevoerd. Het saldo van de bestemmingsreserve is onttrokken in De bestemmingsreserve kan worden opgeheven. Bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium Deze bestemmingsreserve is bij de besluitvorming inzake de resultaatbestemming 2010 gevormd. Het betreft de transitiekosten die gemoeid zijn met de overgang van het Laboratorium naar AQUON (projectkosten, bijdragen aan de sociale frictiekosten, huisvestingsfrictiekosten en resterende boekwaarde activa) inclusief de aanvullende kosten voor 2011 in verband met de latere ingangsdatum , een en ander conform de opgestelde business case becijfert op In 2011 wordt een bedrag van ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Aanvullende frictiekosten Het algemeen bestuur van AQUON heeft in december 2011 een besluit genomen over de omvang, de toekenning en de afrekening van de frictiekosten zoals die zijn ontstaan ten behoeve van de oprichting van AQUON. De kosten vallen hoger uit dan eerder geraamd. Deze hogere kosten zijn in hoofdzaak ontstaan doordat er meer tijdelijk personeel noodzakelijk is in de opstartfase van de nieuwe organisatie en daardoor de transisitiekosten hoger uitvallen ( ). Daarnaast vallen de kosten van het afgesloten sociaal plan hoger uit dan waarmee eerder was gerekend ( ). Omdat AQUON meer roerende activa vanuit ons voormalige laboratorium tegen boekwaarde overneemt dan aanvankelijk gedacht vallen de extra afschrijvingen circa lager uit dan eerder geraamd. De extra kosten ad zijn op voorstel van het CDH in 2011 verantwoord en gedekt binnen het programma MCR. Bestemmingsreserve decentrale huisvesting Deze reserve is gevormd uit de verkoopopbrengst van panden die in het kader van het project decentrale huisvesting worden afgestoten. Deze middelen worden gebruikt ter gedeeltelijke dekking van de kapitaallasten van investeringen van aan te passen nieuwe decentrale locaties. Per saldo wordt in 2011 een bedrag van onttrokken. Belangrijke afwijkingen tov begroting (toelichting exploitatieresultaat op hoofdlijnen) Het exploitatieresultaat wordt op hoofdlijnen veroorzaakt door de volgende afwijkingen. Rentekosten Voordeel rentelasten veroorzaakt door een lagere financieringsbehoefte vanwege lagere realisatie investeringen in 2010 en een lager rentepercentage in rekening courant. Afschrijvingskosten Een voordeel in verband met het niet realiseren van investeringen in 2010, waardoor de afschrijvingslast in 2011 afneemt (589 V). Op de verkoop van de roerende zaken is een boekverlies gerealiseerd (78 N). Overige gebruiks- en verbruiksgoederen Diverse voordelen op het gebied van tractie, technologische, automatiseringsapparatuur en software. Chemicaliën zuivering Extra chemicaliën om ontwateringsgraad op peil te houden en te voldoen aan de fosfaateis. Beheer en onderhoud Voordelige aanbestedingsresultaten maaionderhoud, groenvoorziening en beplanting en lagere uitgaven voor verwijderen plaagsoorten en afvoer en verwijderen van afval. 515 V 511 V 345 V 317 N 960 V 10

11 Bouw en verwerving transportsstelsel Lagere kosten voor het verwijderen van de buiten gebruik gestelde asbestcement persleiding Woudrichem a.g.v. minder complexiteit, meevallende aanbesteding en minder externe begeleiding. Wegreconstructie Doorschuiven uitvoering wegreconstructie rotonde Bazeldijk van 2011 naar Daarnaast is de aanleg P&R voorziening Gelkenes gunstig aanbesteed. Kosten hoogwater Hogere uitgaven vanwege de hoogwaterperiode in januari Compostering Lagere composteringskosten a.g.v. minder slibaanbod en betere ontwatering. Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) Hogere opbrengsten vervolgingskosten bij BSR leidt tot een lagere bijdrage. Muskusratten bestrijding Lagere bijdrage waterschap Rivierenland aan de gemeenschappelijke regeling muskusrattenbestrijding in de provincie Gelderland als gevolg van voordelig exploitatieresultaat. Advieskosten Organisatiebreed voordeel op advieskosten door meer advisering in eigen beheer. Laboratorium Hogere frictiekosten in verband met de overgang naar AQUON. Voorziening pensioen voormalig bestuur Aanvulling op deze voorziening als gevolg van beoordeling benodigde omvang op basis van actuariële berekeningen. Dividend NWB In verband met een lager resultaat en de strengere eisen waaraan de NWB in het kader van Europese afspraken (Basel III) moet voldoen is de dividenduitkering over 2010 lager dan in afgelopen jaren. Opbrengst verkoop gebouwen en gronden De opbrengst van verkopen van overtollige gebouwen en gronden wordt niet opgenomen in de begroting. Leges Lagere opbrengsten leges door een combinatie van minder vergunningaanvragen, meer adviesaanvragen van gemeenten en RWS i.h.k.v. samenloop en samenhang zonder legesopbrengst en een kleinere omvang van de vergunning werken. Opbrengst diensten van derden Ontvangen bijdrage voor de uitvoering van schaderegeling Maaswerken, bij resultaatbestemming toe te voegen aan hiervoor te vormen bestemmingsreserve (297 V) en hogere subsidieopbrengst eigen uren waterkeringsprojecten (448V). Afwikkeling provinciale subsidies aanleg fietspaden voorgaande jaren In verband met afwikkeling provinciale subsidies aanleg fietspaden van voorgaande jaren aanvullend een bijdrage ontvangen. Opbrengst dwangsommen Hogere opbrengst door opgelegde bestuursdwang en dwangsommen n.a.v. overtredingen. Bijdragen van derden Hogere bijdrage gemeenten voor beheer gemeentelijke wegen door waterschappen (132 V) en extra subsidie aanleg De Nieuwe Geer (75 V). Kwijtschelding Hogere kosten voor kwijtschelding in verband met afwikkeling voorgaande jaren (190 N) en door toename aantal verzoeken in 2011 (171 N). Waterschapsbelastingen Hogere opbrengst waterschapsbelastingen 2011 ( V) inclusief opbrengst 285 V V 445 N 566 V 526 V 170 V 311 V 300 N N N 610 V 223 N 745 V 472 V 338 V 204 V 361 N V 11

12 voorgaande jaren ( 829 V). Vrijval voorzieningen 413 V In verband met de beëindiging van de samenwerkingsvorm in 2011 is het saldo van de voorziening Flexibele inzet muskusrattenbestrijding verdeeld en ten gunste van de deelnemers gebracht. Aanvullende dotatie voorzieningen wegreconstructie en baggeren wegsloten N Aanvullende dotatie voorzieningen wegreconstructie en baggeren wegsloten. In 2011 zijn bovengenoemde voorzieningen gevormd om fluctuaties in de hoogte van de exploitatielasten in begroting en jaarrekening te voorkomen. In de eerste jaren zijn de onttrekkingen aan de voorziening hoger dan de dotatie. In tegenstelling tot hetgeen is aangegeven bij de vorming van de voorzieningen mag het saldo van een voorziening per definitie niet negatief zijn. Op grond daarvan is in 2011 een aanvullende dotatie ten laste van de exploitatie gebracht. De hogere dotatie in 2011 wordt in meerjarenperspectief gecompenseerd door een lagere jaarlijkse dotatie. Onvoorzien 925 V Diversen 449 V Resultaat V (bedragen x 1.000) Exploitatieresultaat per taak Het voordelig exploitatieresultaat van is als volgt over de taken verdeeld: Watersysteem positief; Zuivering positief; Wegen positief. Totaal positief. 1.5 Incidentele baten en lasten Deze paragraaf bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Lasten: Afschrijvingskosten Op de verkoop van de roerende zaken is een boekverlies gerealiseerd. Wegreconstructie Doorschuiven uitvoering wegreconstructie rotonde Bazeldijk van 2011 naar Daarnaast is de aanleg P&R voorziening Gelkenes gunstig aanbesteed. Kosten hoogwater Hogere uitgaven vanwege de hoogwaterperiode in januari Bouw en verwerving transportstelsel Lagere kosten voor het verwijderen van de buiten gebruik gestelde asbestcement persleiding Woudrichem a.g.v. minder complexiteit, meevallende aanbesteding en minder externe begeleiding. Beheer en onderhoud Voordelige aanbestedingsresultaten maaionderhoud, groenvoorziening en beplanting en lagere uitgaven voor verwijderen plaagsoorten en afvoer en verwijderen van afval. Muskusratten bestrijding Lagere bijdrage waterschap Rivierenland aan de gemeenschappelijke regeling muskusrattenbestrijding in de provincie Gelderland als gevolg van voordelig exploitatieresultaat. Compostering Lagere composteringskosten als gevolg van minder slibaanbod en betere 78 N V 445 N 285 V 100 V 170 V 230 V 12

13 ontwatering. Laboratorium Hogere frictiekosten in verband met de overgang naar AQUON. Voorziening pensioen voormalig bestuur Aanvulling op deze voorziening als gevolg van beoordeling benodigde omvang op basis van actuariële berekeningen. Aanvullende dotatie voorzieningen wegreconstructie en baggeren wegsloten Aanvullende dotatie voorzieningen wegreconstructie en baggeren wegsloten. In 2011 zijn bovengenoemde voorzieningen gevormd om fluctuaties in de hoogte van de exploitatielasten in begroting en jaarrekening te voorkomen. In de eerste jaren zijn de onttrekkingen aan de voorziening hoger dan de dotatie. In tegenstelling tot hetgeen is aangegeven bij de vorming van de voorzieningen mag het saldo van een voorziening per definitie niet negatief zijn. Op grond daarvan is in 2011 een aanvullende dotatie ten laste van de exploitatie gebracht. De hogere dotatie in 2011 wordt in meerjarenperspectief gecompenseerd door een lagere jaarlijkse dotatie. Totaal incidentele lasten Baten: Opbrengst verkoop gebouwen en gronden De opbrengst van verkopen van overtollige gebouwen en gronden. Leges Lagere opbrengsten leges door een combinatie van minder vergunningaanvragen, meer adviesaanvragen van gemeenten en rws i.h.k.v. samenloop en samenhang zonder legesopbrengst en een kleinere omvang van de vergunningwerken. Opbrengst dwangsommen Hogere opbrengst door opgelegde bestuursdwang en dwangsommen n.a.v. overtredingen. Opbrengst diensten van derden Ontvangen bijdrage voor de uitvoering van schaderegeling Maaswerken, bij resultaatbestemming toe te voegen aan hiervoor te vormen bestemmingsreserve (297 V) en een hogere subsidieopbrengst eigen uren waterkeringsprojecten (448 V). Bijdragen van derden Extra subsidie aanleg De Nieuwe Geer (75 V). Afwikkeling provinciale subsidies aanleg fietspaden voorgaande jaren In verband met afwikkeling provinciale subsidies aanleg fietspaden van voorgaande jaren aanvullend een bijdrage ontvangen. Kwijtschelding Hogere kosten voor kwijtschelding in verband met afwikkeling voorgaande jaren (190 N). Waterschapsbelastingen Hogere opbrengst waterschapsbelastingen 2011 ( V) inclusief opbrengst voorgaande jaren ( 829 V). Vrijval voorzieningen In verband met de beëindiging van de samenwerkingsvorm in 2011 is het saldo van de voorziening Flexibele inzet muskusrattenbestrijding verdeeld en ten gunste van de deelnemers gebracht. Totaal incidentele baten (bedragen x 1.000) 300 N N N N 610 V 223 N 238 V 745 V 75 V 472 V 190 N V 413 V V 13

14 1.6 Onttrekkingen aan de voorzieningen Op basis van de verslaggevingsvoorschriften worden uitgaven ten laste van een voorziening, voor zover deze wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd, rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en derhalve niet in de exploitatie verantwoord. De volgende uitgaven zijn in 2011 ten laste van voorzieningen gebracht: Voorziening regeling personeel Uitgaven ter dekking van wachtgeld van voormalig personeel. Voorziening pensioen voormalig bestuurders 450 Uitgaven ter dekking van pensioenaanspraken van voormalig bestuurders. Voorziening onderhoud primaire waterkering 175 Uitgaven ter dekking van grote onderhoudswerkzaamheden aan de waterkering De Kromme Nol. Voorziening baggeren Uitgaven ter dekking van de baggerkosten. Voorziening kleilagenproblematiek Betuweroute 111 Uitgaven ter dekking van onderhoud aan de watergangen langs de Betuweroute. Voorziening opritten Zwijnskade 88 Uitgaven ter dekking herstel opritten. Voorziening flexibel personeel muskusrattenbestrijding 625 Uitgaven ter dekking van de inzet van tijdelijk personeel muskusrattenbestrijding en opheffing voorziening i.v.m. beëindiging huidige bestrijdingsorganisatie. Voorziening beheer muskusrattenbestrijding Noord Brabant 30 Uitgaven ter dekking van verschillen in salaris en arbeidsvoorwaarden van overgenomen muskusrattenvangers van de provincie Noord Brabant Voorziening onderhoud wegreconstructies Uitgaven ter dekking van de kosten voor wegreconstructies Voorziening onderhoud kunstwerken wegen 444 Uitgaven ter dekking van de kosten voor groot onderhoud aan kunstwerken wegen Voorziening baggeren wegsloten 826 Uitgaven ter dekking van de kosten voor het baggeren van de wegsloten. Totaal uitgaven ten laste van Voorzieningen (bedragen x 1.000) 1.7 Waterschapsbelastingen De belastingopbrengst 2011 is ruim 2,9 miljoen hoger uitgekomen dan de begrote belastingopbrengst. Per saldo bedraagt het verschil 2,0% voordelig. De belangrijkste verschillen op belastingcategorie zijn onderstaand toegelicht. Tevens is ter kennisname een overzicht opgenomen naar belastingsoort. Tot slot is er een toelichting opgenomen met betrekking tot kwijtschelding, oninbaar, dwanginvordering en belastingopbrengst voorgaande jaren. Waterschapsbelastingen 2011 Rekening Begroting Rekening Verschil Belastingcategorie Ingezetenen Gebouwd Ongebouwd Natuur Zuiveringsheffing Verontreinigingsheffing Totaal (Bedragen x 1.000) 14

15 Het voordeel bij de waterschapsbelastingen wordt veroorzaakt door: Een voordeel bij de categorie ingezetenen omdat de groei van het aantal woningen in ons beheersgebied hoger is geweest dan begroot. Het voordeel op de categorie gebouwd wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de WOZ waarde minder sterk is gedaald dan in de begroting werd verondersteld. Overig 523 V V 33 V Overzicht naar belastingsoorten Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil Belastingheffing Zuiveringsheffing Zuiveringsheffing woonruimten Zuiveringsheffing bedrijven Totaal Verontreinigingsheffing Lozers oppervlaktewater woningen Lozers oppervlaktewater bedrijven Totaal Watersysteemheffing Ingezetenen Gebouwd binnendijks Gebouwd buitendijks Ongebouwd binnendijks ex wegen Ongebouwd binnendijks wegen Ongebouwd buitendijks ex wegen Ongebouwd buitendijks wegen Natuurterreinen binnendijks Natuurterreinen buitendijks Totaal Wegenheffing Ingezetenen Eigenaren gebouwd Eigenaren ongebouwd Natuurterreinen Totaal Totaal belastingopbrengsten (Bedragen x 1.000) Kwijtschelding, oninbaar, dwanginvordering en resultaat voorgaande belastingjaren Rekening Begroting Rekening Verschil Kwijtschelding (alle aanslagen) Oninbaar (alle aanslagen) Dwanginvordering Resultaat voorgaande belastingjaren Totaal (Bedragen x 1.000) 15

16 Het resultaat bij deze posten wordt veroorzaakt door: Een nadeel bij de post kwijtschelding als gevolg van het honoreren van kwijtscheldingsverzoeken die betrekking hadden op belastingjaren voor Meer kwijtscheldingverzoeken in Voordeel afrekening naheffingsaanslagen bedrijven 2008 t/m Voordeel afrekening ingezetenenheffing en omslagen gebouwd en ongebouwd voorgaande jaren. Overig 190 N 171 N 215 V 614 V 52 V 1.8 Weerstandsvermogen Algemeen De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de organisatie in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om onverwachte financiële tegenvallers (risico s) op te vangen. Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement en een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Daarnaast geeft het een maat voor de financiële gezondheid van de organisatie. Inzicht in het weerstandsvermogen van waterschap Rivierenland is dus belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. Weerstandvermogen kan in formulevorm als volgt worden weergegeven: (Ratio) Weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (Rest) Risico's Teneinde een goede inschatting te kunnen maken van het gewenste niveau van de algemene reserve wordt met ingang van 2011 jaarlijks een risico inventarisatie uitgevoerd door Marsh. Begin 2012 is voor de tweede maal de risico inventarisatie opgesteld teneinde: - inzicht te verkrijgen in de belangrijkste risico's nu en in de komende jaren; - inzicht te verkrijgen in de omvang van deze risico's nu en in de komende jaren; - inzicht te verkrijgen in de financiële middelen om deze risico's op te vangen nu en in de komende jaren. Met behulp van deze risico-inventarisatie is de totale omvang van het risico m.b.v. een (statistisch) simulatiemodel in beeld gebracht. De conclusies van het rapport van Marsh van maart 2012 zijn als volgt: - met een betrouwbaarheidsniveau van 90% is de te verwachten schadelast a.g.v. de geïdentificeerde risico s in ,8 miljoen dalend naar 3,2 miljoen in Dit betekent dat de schadelast gemiddeld 9 van de 10 jaar gelijk of minder is dan dit bedrag; - de beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves van de taken. De omvang hiervan bedraagt per in totaal 13,0 miljoen. - het weerstandsvermogen (weerstandscapaciteit/geïdentificeerde risico's) bedraagt per ,4. Dit betekent dat het totaal van de risico s 3,4 keer is op te vangen door de hoogte van de algemene reserves. Het totale weerstandsvermogen neemt met ingang van 2013 toe van 3,4 naar 4,1 en blijft in de jaren daarna constant. Deze resultaten zijn vervolgens getoetst aan een beoordelingsmodel dat is ontwikkeld door de Technische Universiteit Twente. Hiermee kan aan de hoogte van het weerstandsvermogen een oordeel worden gegeven. Het weerstandsvermogen van het waterschap van 3,4 is als 'uitstekend' te beoordelen. Op basis van het vastgestelde beleid dient de omvang van het weerstandsvermogen (algemene reserves) minimaal voldoende (1 tot 1,4x de risico omvang) en maximaal ruim voldoende (1,4 x tot 2 x de risico omvang) te zijn. Op basis van de uitkomst van de risico inventarisatie is het mogelijk de 16

17 algemene reserves af te romen tot het niveau van 2 x de risico omvang. Voorstellen voor afroming zullen in het kader van de voorjaarsnota 2012 aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. 1.9 Risicoparagraaf De risicoparagraaf gaat in op risico s die op dit moment concreet spelen. Project Ketelweg In het kader van het dijkversterkingproject Ketelweg is de dijk verlegd in het gedeelte Papendrecht- Oost en is de weg afgebouwd in het gedeelte Papendrecht-centrum. Hier heeft eerder de dijkversterking plaatsgevonden. Voor het project is destijds een krediet beschikbaar gesteld van bruto Hiervan is bruto een bedrag van aan kosten betaald, zodat aan bruto restantkrediet beschikbaar is. Genoemde bedragen zijn ontleend aan de voorlopige eindafrekening. Voorlopig omdat er nog 2 zaken spelen. 1. De aannemer heeft een claim ingediend voor een bedrag van ca. 1,2 miljoen (= incl. btw) i.v.m. kosten als gevolg van stagnatie en daarmee samenhangend inefficiëntie van de uitvoering. Bovenop deze claim komt een circa aan kosten voor juridische ondersteuning van en nader uitzoekwerk bij adviesbureaus voor het waterschap. Binnen dit complexe project hebben we te maken met een groot aantal betalende partijen (waterschap, Rijkswaterstaat, gemeente Papendrecht, Eneco, KPN, Oasen en UPC). Zomer 2011 is tussen de 3 grootste partijen (waterschap, Eneco en gemeente Papendrecht) de afspraak gemaakt dat elke partij voor 1/3 deel van de door de arbitragecommissie toegekende claim (maximaal 1,2 miljoen) aan de lat staat. Worst case betalen we als waterschap 1,2 miljoen aan de aannemer plus aan advies en ondersteuning. Daar tegen over ontvangen we worst case totaal maximaal terug van de gemeente Papendrecht en Eneco. Rijkswaterstaat stelt zich momenteel op het standpunt dat zij als subsidiënt in deze geen partij is en niets zal bijdragen. De 1 e arbitragezaak heeft plaatsgevonden op 29 maart jongstleden. De eiser is gevraagd nog aanvullende stukken in te dienen. Afhankelijk van wat de commissie daar van vindt kan er mogelijk een 2 e zitting plaatsvinden. Meer duidelijkheid hierover wordt pas na de zomer verwacht. 2. Overleg inzake de voorlopige eindafrekening van het project heeft plaatsgevonden. Het blijkt dat destijds op een groot aantal facturen de BTW verkeerd vermeld stond. Dit is inmiddels gecorrigeerd door KPMG en verwerkt in de eindafrekening. Het waterschap loopt vanwege naheffing door de belastingdienst een financieel risico. De inschatting heeft een range van als de belastingdienst van mening is dat er geen opzet in het spel is tot als sprake is van bewuste nalatigheid. In ieder geval komen hier bovenop aan juridische kosten e.d. Resumerend ligt het risico tussen de en In de loop van 2012 zal hier duidelijkheid over zijn. Slibverwerking Noord-Brabant Waterschap Rivierenland is voor 2,1% aandeelhouder in N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). SNB verwerkt zuiveringslib in een slibverbrandingsinstallatie (SVI). SNB heeft in 1997 een zogenaamde VAMIL lease en in 1999 een Cross Border Lease (CBL) afgesloten waarvoor de oorspronkelijke aandeelhouders garant staan. Voor Waterschap Rivierenland geldt dit alleen voor de VAMIL lease en niet voor de CBL, omdat onze rechtsvoorganger zich van deelname in de CBL heeft uitgesloten. De garantiestelling van de VAMIL Lease is in juli 2011 komen te vervallen (zie hieronder). Daarnaast hebben de oorspronkelijke aandeelhouders waaronder Waterschap Rivierenland de aandeelhouders die na 1 januari 2009 aandeelhouder zijn geworden gevrijwaard van enige aansprakelijkheid inzake alle fiscale en financiële transacties die SNB in het verleden is aangegaan. De belangrijkste risico s die worden onderkend ten aanzien van deze deelneming zijn: 17

18 Switch Transaction In 2007 is een Switch Transaction aangegaan om als doel het kredietrisico op drie leasedepots van SNB te verlagen. Deze transactie bestaat uit de volledige afdekking van het kredietrisico op deze depots waarbij gelijktijdig een kredietrisico op een portfolio van circa 115 bedrijven is overgenomen met een totale omvang van 270 miljoen. Als gevolg van de kredietcrisis hebben de depotbanken allemaal staatsteun ontvangen. Binnen de portfolio zijn zes faillissementen opgetreden waardoor de ingebouwde faillissementsbuffer is afgenomen met circa 63%. Het risico op de gehele Switch Transaction wordt periodiek beoordeeld door een onafhankelijke bank. Hiervoor maakt de bank gebruik van een algemeen aanvaardbare beoordelingsmethode. Op basis van deze beoordeling wordt eind 2011 evenals eind 2010 de resterende buffer als toereikend beschouwd om alle toekomstige verliezen door faillissementen te kunnen opvangen. De voorziening voor de Switch Transaction is ten opzichte van eind 2010 per 31 december 2011 met 1,7 miljoen toegenomen tot 7,3 miljoen. Deze toename bestaat uit de in de voorziening gestorte ontvangen premies minus de beheerskosten. Naast deze fundamentele risicobeoordeling beziet SNB het risico ook nog vanuit een aantal andere perspectieven. Het risico van Switch Transaction wordt ook beoordeeld op basis een erkende statische analysemethode. Deze analyse laat zien dat ten opzichte van 2010 het risico van de transactie met ongeveer de helft is afgenomen in Daarnaast heeft Standard & Poor s (S&P) in 2011 de kredietrating van alle drie Portfolio Credit Defaults Swaps (PCDSs) verhoogd. Dit geeft aan dat de portfolio momenteel een kwalitatief goede samenstelling heeft en dat de transactie als stabiel wordt gezien door S&P. Op basis van deze beoordelingen en rekening houdend met de huidige economische ontwikkelingen is sprake van een stabilisering van het risico waarbij SNB een positieve toekomst verwachting heeft mits de Eurozone blijft bestaan. Voorzichtigheidshalve is met de portfoliomanager afgesproken dat met behoud van de buffer wordt gezocht naar mogelijkheden om met nieuwe substituties het risico in de portfolio nog verder terug te brengen. De mogelijkheden hiervoor hangen echter sterk af van de marktreacties op de politieke en economische ontwikkelingen in VAMIL lease De VAMIL lease die in 1997 is afgesloten betreft een sale and leaseback transactie. Eind 2009 is vastgesteld dat de VAMIL lease bij beëindiging en een eventuele teruglevering van de SVI aan SNB zal leiden tot een betaling van overdrachtsbelasting. De contractuele bepalingen in de leaseovereenkomsten die dit hadden moet voorkomen zijn niet langer houdbaar op basis van een nieuw standpunt van de staatssecretaris van Financiën. Een oplossing hiervoor is gevonden doordat in 2011 de oorspronkelijke aandeelhouders van SNB gezamenlijk de lease hebben overgenomen. Bezwaren aanslagen watersysteemheffing (natuur en wegen) Aanslagen natuur (watersysteemheffing) Tegen de opgelegde aanslagen inzake de watersysteemheffing voor natuur (ongebouwd onroerende zaken) zijn bij Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) veel bezwaren ingediend. De bezwaren inzake natuur hebben betrekking op de vraag wanneer een (deel van een) perceel wordt bestempeld als natuur en wanneer als ongebouwd. Om de discussie over natuur te beëindigen zijn de Unie van Waterschappen en de waterschappen met de natuurterreinbeheerders in overleg gegaan over de verdere aanpak van de problematiek. De Unie en het Bosschap (als vertegenwoordiger van de grote natuurterreinbeheerders) zullen de rechtbanken in een beperkt aantal gevallen een oordeel vragen over de uitleg van het begrip natuurterrein uit de Waterschapswet. De uitspraken in die procedures zullen richtinggevend zijn bij de afhandeling van de vele bezwaarschriften, zoals die ook bij BSR liggen. De Unie heeft in overleg met de waterschappen en het Bosschap een vijftal zaken geselecteerd die als landelijk voorbeeld zullen dienen en heeft de rechtsvragen geformuleerd die voorliggen. Tot die tijd is de rechtbanken gevraagd reeds lopende beroepsprocedures aan te houden, waarmee overigens beide partijen (zowel het 18

19 waterschap als de bezwaarde) moeten instemmen. Inmiddels vindt de selectie van de zaken en de formulering van de rechtsvraag plaats. Gezien deze ontwikkeling heeft de Unie de waterschappen en belastingkantoren gevraagd eveneens de liggende bezwaarschriften aan te houden, totdat het in de voorbeeldprocedures tot een uitspraak is gekomen. Het gevolg is dat BSR de bezwaren natuur over de jaren 2009 tot en met 2011 zal moeten beoordelen met inachtneming van de komende uitspraken van de rechtbanken. BSR schat het bedrag dat gemoeid is met een uiteindelijke honorering van de bezwaren tegen de aanslagen natuur globaal op tot per jaar. In het meest ongunstige scenario zou daardoor in totaal een bedrag van maximaal per jaar aan belastingen misgelopen kunnen worden. Daarbij komt dat een noodzakelijke honorering van bezwaren éénmalig zal leiden tot herconversiekosten voor het herstellen van de foute vaststelling van de opgelegde aanslagen. Dit zal leiden tot een ambtshalve wijziging van de aanslagen natuur en wegen. BSR schat de kosten van de herconversie op Gerechtelijke procedures en schadeclaims Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening lopen een aantal gerechtelijke procedures en schadeclaims die ertoe kunnen leiden dat het waterschap aansprakelijk wordt geacht en tot betaling van deze financiële claims over zal moeten gaan. Gerechtelijke procedures, aantal: Aantal 21 (Bij Rechtbank, Raad van State, Raad van Arbitrage en Centrale Raad van Beroep) Schadeclaims, aantal:aantal 46 (Onrechtmatige daad, niet nakomen overeenkomst, nadeelcompensatie en gebouwschade) Vrijwaringen Het bestuur van het waterschap heeft een vrijwaring afgeven voor twee stichtingen en één NV en voor de bestuursleden van deze stichtingen en de NV voor aanspraken door derden. Aan deze vrijwaringen zijn voorwaarden verbonden. De partijen waarvoor vrijwaringen zijn afgegeven zijn: - Stichting Slibservice Rivierenland; - Slibverwerking Noord Brabant NV Financiering Inleiding Het treasurybeleid van Waterschap Rivierenland is vastgelegd in het Financieringsstatuut. Het statuut beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken waarbij de risico s zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte per ultimo 2011 is bepaald door de aanwezige geldmiddelen af te zetten tegen de aanwezige boekwaarde van de activa. 19

20 Financieringsbehoefte per Boekwaarde activa (Im)materieel Financieel Beschikbare financiële middelen Saldo vaste geldleningen Eigen vermogen (incl. resultaat) Voorzieningen Financieringstekort (bedragen x 1.000) Per saldo wordt van de vaste activa gefinancierd met vlottende schulden. Per ultimo 2011 bedroeg het saldo in rekening courant bij de Nederlandse Waterschapsbank nadelig. Aangezien de rente op kort geld ( 1 jaar) lager is dan de rente op lang geld (> 1 jaar), is het beleid er op gericht om maximaal gebruik te maken van de ruimte die de kasgeldlimiet biedt. Dit betekent dat de financieringsbehoefte met lang geld wordt afgedekt op het moment dat er sprake is van een structureel financieringstekort dat groter is dan de kasgeldlimiet van Mandaat en transacties 2011 Financiering 2011 Het Algemeen Bestuur heeft het college van dijkgraaf en heemraden op basis van artikel 9 van het Financieringstatuut van Waterschap Rivierenland bij de vaststelling van de begroting 2011 gemachtigd tot het aangaan van lange of korte financieringsmiddelen binnen de kaders van de Wet Fido voor een bedrag van maximaal 74 miljoen onder de volgende voorwaarden: - de rekening courantlimiet bij de NWB bedraagt 49 miljoen; - het aangaan van langlopende geldleningen gebeurt tegen een rentepercentage van maximaal 5,00% en een looptijd van maximaal 25 jaar. Ter afdekking van de financieringsbehoefte 2011 is, binnen het hiervoor door het algemeen bestuur verleende mandaat, een basisrentelening van 20 miljoen aangegaan bij de NWB met een looptijd van 25 jaar tegen een rentepercentage van 3,90% en een kredietopslag van 0,00% voor de duur van 2 jaar. Meerjarige financieringsbehoefte ( ) In maart 2011 is op basis van de geactualiseerde investeringsplanning een prognose gemaakt van het verloop van de financieringsbehoefte voor de komende 5 jaar. Gezien de omvang van de financieringsbehoefte in de komende jaren en op basis van de verwachting dat de rente vanaf maart 2011 verder zou stijgen is besloten het gedeelte van de meerjarige financieringbehoefte dat betrekking heeft op de herfinanciering van bestaande leningen in de periode af te dekken. Hiervoor heeft het algemeen bestuur een aanvullend mandaat verleend van 114 miljoen, tegen een rentepercentage van maximaal 4,50% en een looptijd tot en met 30 jaar. De meerjarige financieringsbehoefte ( ) is vervolgens, binnen het mandaat, voor het volledige bedrag afgedekt door middel van basisrenteleningen met uitgestelde storting voor de jaren Externe toetsing door de toezichthouder De provincie Gelderland is ingevolge de Wet Fido aangewezen als toezichthouder. Zij toetst of het waterschap voldoet aan de normen zoals gesteld in deze wet. Hierbij zijn twee wettelijke normen te onderscheiden, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. 20

21 Kasgeldlimiet De wettelijke kasgeldlimiet bepaalt hoeveel maximaal met kort geld gefinancierd mag worden. De norm is uitgedrukt in een percentage van het kostentotaal van de begroting (voor waterschappen 23%). De kasgeldlimiet voor Waterschap Rivierenland bedroeg in ,2 miljoen. Gedurende geheel 2011 heeft Waterschap Rivierenland voldaan aan de eisen van de kasgeldlimiet. Renterisiconorm Deze norm beoogt dat een zodanige opbouw van de leningenportefeuille tot stand komt dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering in voldoende mate beperkt is. De renterisiconorm bedraagt 30% van het kostentotaal van de begroting en bedraagt voor ,2 miljoen. De omvang van de herfinanciering van de bestaande leningenportefeuille als gevolg van reguliere aflossingen bedroeg 16,6 miljoen. Waterschap Rivierenland voldoet daarmee ruim aan de norm. In bijlage 10 is een overzicht opgenomen van de stand van zaken m.b.t. liquiditeitspositie en het renterisico op vaste schuld Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en (andere) rechtspersonen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor het waterschap. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer het waterschap middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het waterschap. Het betreft de volgende verbonden partijen: Gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) Slibverwerking Noord Brabant (SNB) Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009 Stichting Slibservice Rivierengebied (SSR) Midden-Betuwe slibverwerking Nazorg Bodem Holding BV Waterschapsbank (NWB) Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen Cross Border Lease (CBL) ZHEW Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 Gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) BSR is een gemeenschappelijke regeling op het gebied van belastingen van AVRI (Afvalverwijdering Rivierengebied), Waterschap Rivierenland en de gemeentes Tiel, Culemborg, Lingewaal, Maasdriel, Geldermalsen, Neerijnen en West Maas en Waal. Voor burgers, bedrijven en instanties heeft de samenwerking als voordeel dat ze één aanslagbiljet ontvangen en met één organisatie te maken hebben. BSR zorgt voor de onroerende-zaakbelasting, roerende-zaakbelasting, forensenbelasting, rioolrecht, hondenbelasting, afvalstoffenheffing, verontreinigingsheffing, zuiveringsheffing, wegenheffingen ingezetenen, gebouwd en ongebouwd, watersysteemheffingen gebouwd, ingezetenen, natuurterreinen en ongebouwd. Ook bepaalt BSR de WOZ-waarde van panden voor hierboven genoemde gemeenten. 21

22 Slibverwerking Noord Brabant N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) verwerkt zuiveringsslib voor haar aandeelhouders en voor externe klanten. De aandeelhouders van SNB zijn Waterschap AA en Maas, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel, Waterschap Regge en Dinkel, Waterschap Scheldestromen en Waterschap Rivierenland. De slibverbrandingsinstallatie van SNB op industrieterrein Moerdijk verwerkt jaarlijks circa ton slibkoek in vier parallelle verbrandingslijnen. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 2,1% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009 De deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009, zijnde de hoogheemraadschappen van Delfland, van Rijnland, van Schieland en de Krimpenerwaard, Waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland hebben een gezamenlijk aandeel van 13% in het aandelenkapitaal van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) met een vertegenwoordigde waarde van totaal HVC verwerkt zuiveringsslib voor de deelnemers aan de slibverwerking, die het zuiveringsslib rechtstreeks aan HVC ter verwerking aanbieden. Waterschap Rivierenland heeft op basis van de overnameovereenkomst tussen HVC en de deelnemers van de slibverwerking een risico van maximaal 7% in de verplichtingen van de GR Slibverwerking Stichting Slibservice Rivierengebied De stichting Slibservice Rivierengebied is een rechtspersoon en daarmee een zelfstandige organisatie. Vanaf het voorjaar 2009 heeft het waterschap zeggenschap in het bestuur van deze stichting gekregen. Stichting Slibservice Rivierengebied houdt zich bezig met de afzet van gecomposteerd zuiveringsslib. Waterschap Rivierenland levert compost aan deze stichting. Midden-Betuwe slibverwerking (GMB) GMB is een besloten vennootschap van een middelgroot familiebedrijf op het (raak)vlak van land en water en in de waterketen. Met betrekking tot de composteringsinstallatie in Tiel is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen waterschap Rivierenland en de GMB ter verwerking van het door waterschap Rivierenland aan te bieden zuiveringsslib. Nazorg Bodem Holding BV De Nazorg Bodem Holding BV verricht werkzaamheden ten behoeve van een verantwoord (na)zorgbeheer van verontreinigde bedrijfsterreinen waarin verontreinigde grond is verwerkt, van gesloten stortlocaties en van diepe plassen met bijhorende oevers. De Nazorg Bodem Holding BV is een zelfstandige rechtspersoon en maakt geen deel uit van een grotere organisatie. De aandeelhouders zijn een aantal gemeenten uit de regio Arnhem/Nijmegen en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland beschikt over aandelen met een vertegenwoordigde waarde van Waterschapsbank De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) is meer dan 50 jaar geleden opgericht met de opdracht zorg te dragen voor een goede financiële dienstverlening aan de overheidssector. Sindsdien financiert de bank de waterschappen, gemeenten en provincies. Zij verstrekt voorts langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Eveneens financiert de NWB overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. Voor waterschappen is de NWB huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Sleutelwoorden bij de activiteiten van de NWB zijn maatschappelijke relevantie en duurzaamheid. Alle aandelen van de NWB zijn in handen van overheden. De NWB financiert haar activiteiten op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Zij maakt daarbij gebruik van financiële instrumenten als obligaties, medium term notes en commercial paper. De bank heeft een zeer sterke vermogenspositie en AAA ratings van Moody's en Standard & Poor s. De NWB moet uiterlijk 2018 voldoen aan de regels van Basel III. Dit heeft effect op het jaarlijks uit te keren dividend. Waterschap Rivierenland bezit 6,8% van het totale aandelenkapitaal. 22

23 Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis Het Waterschapshuis is een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen en is gevestigd in Amersfoort. Het Waterschapshuis gaat de informatie- en bedrijfsprocessen van de deelnemende waterschappen ondersteunen en verbeteren met als doel de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering te bevorderen. Het Waterschapshuis functioneert daarbij als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale voor de waterschappen. Aan de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis nemen alle waterschappen in Nederland deel. Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen Park Lingezegen is een nieuw landschapspark tussen Arnhem-Zuid, Elst, Bemmel en Nijmegen- Noord. Het park wordt gezamenlijk ontwikkeld en aangelegd door gemeenten Overbetuwe, Lingewaard en Arnhem, provincie Gelderland, Staatsbosbeheer en Waterschap Rivierenland. Volgens de huidige planning zal het park in 2014 gerealiseerd zijn. Voor de realisatie van het park en de coördinatie van het beheer hebben partijen een gemeenschappelijke regeling getroffen. Cross Border Lease ZHEW Ten behoeve van de Cross Border Lease (CBL) van het voormalig zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden heeft WSRL met de andere betrokken waterschappen (waterschap Hollandse Delta en hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard) een zogenaamde CBL overeenkomst gesloten. Omdat ervoor gekozen is de oorspronkelijke CBL in stand te houden, hebben partijen onderling afspraken gemaakt over de samenwerking en deze afspraken vastgelegd in de genoemde overeenkomst. De verdeling van de aansprakelijkheid is gebaseerd op de omvang van de sublease-verplichtingen (in totaal ) en bedraagt voor WSRL 13,2% ( ). Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard Per 4 januari 2011 is het openbaar lichaam Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard (PHTB) opgericht. Deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling zijn de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, de provincie Gelderland en Waterschap Rivierenland. Het openbaar lichaam krijgt als taak om binnen de voorwaarden van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst, uitvoering te geven aan de plannen voor herstructurering van met name de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. Waterschap Rivierenland neemt aan de gemeenschappelijke regeling deel als niet risicodragende partner en participeert hierin met een bijdrage van bestemd voor de realisatie van natuurvriendelijke oevers in de Bommelerwaard. De uitvoeringsorganisatie initieert en coördineert de herstructureringswerkzaamheden. De uitvoeringsorganisatie zal hierbij een zeker risico lopen, aangezien zij gronden verwerft en investeringen doet in de openbare ruimte, en vervolgens de gronden weer moet uitgeven. De partijen zullen, met uitzondering van het waterschap, risicodragend participeren in de uitvoeringsorganisatie. Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 Vanaf 1 juli 2011 bestaat er een gemeenschappelijke regeling tussen negen waterschappen (waaronder Waterschap Rivierenland) op het gebied van laboratoriumactiviteiten. Deelnemers beogen hiermee te komen tot schaalvergroting welke leidt tot vergroting van efficiency, vermindering van de kwetsbaarheid, benutting van de mogelijkheden tot continue kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering en versterking van de innovatiekracht. De Gemeenschappelijke regeling Laboratorium tussen Waterschap Rivierenland en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is met ingang van 1 juli 2011 beëindigd. 23

24 1.12 Bedrijfsvoering Inleiding Onder bedrijfsvoering wordt verstaan het geheel van interne organisatieonderdelen en processen die ondersteunend zijn ten behoeve van de primaire processen van de waterschappen (artikel 4.21 Waterschapsbesluit). Hieronder vallen zaken als de algemene aansturing van de organisatie, personeel & organisatie, kwaliteit-, arbo- & milieuzorg, ondersteuning van de cyclus van beleidsvoorbereiding tot en met beleidsverantwoording, controlling, financieel beleid & beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle), informatisering, communicatietechnologie & automatisering, geografische informatievoorziening en facilitaire dienstverlening (waaronder inkoop en huisvesting). Deze ondersteunende processen worden als essentieel gezien voor een goed verloop van de primaire processen. Daarnaast zijn de ondersteunende processen, en derhalve de bedrijfsvoering, essentieel ten behoeve van de waarborging van de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleidsuitvoering. Het college van dijkgraaf en heemraden en de directieraad zijn primair verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het waterschap. Doel De bedrijfsvoeringparagraaf heeft in dit kader tot doel om inzicht te geven in: tijdelijke en actuele onderwerpen van ondersteunende processen/afdelingen die een ontwikkeling doormaken op bedrijfsvoeringgebied. Hierbij wordt ook ingespeeld op de informatiebehoefte van het algemeen bestuur. de plannen van de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid als bedoeld in artikel 109a van de Waterschapswet. Algemene aansturing van de organisatie (centraal management) De algemene aansturing van de organisatie heeft betrekking op het op centraal niveau leiding geven aan het ambtelijke apparaat evenals de ondersteuning daarvan. Leidende begrippen zijn strategie, programmasturing en bedrijfsvoering. Strategieversterking In 2010 en 2011 zijn initiatieven genomen om de strategie van Operational Excellence intern goed op de kaart te zetten. Het gaat daarbij om de betekenis die deze strategie heeft voor de interne bedrijfsvoering en het ontwikkelen van een gemeenschappelijk referentiekader. Vervolgens zijn per afdeling verbetervoorstellen opgesteld om verschillende bedrijfsprocessen meer te vormen op de leest van Operational Excellence door de kwaliteit en/of efficiency te verhogen. Deze verbetervoorstellen zijn in 2011 en ook nog deels in 2012 ten uitvoer gebracht. De resultaten worden in 2012 geëvalueerd. Waar nodig worden verdere verbeteringen geïnitieerd. Bestuursakkoord Water In reactie op het kabinetsvoornemen tot bezuinigingen op de Rijksbegroting voor waterbeheer hebben de gezamenlijke waterschappen in het najaar van 2010, met de zogenaamde Actie Storm, concrete voorstellen gedaan tot bezuinigingen. Dit heeft in het voorjaar van 2011 geleid tot de afsluiting van het Bestuursakkoord Water tussen de betrokken partijen (ministerie van Infrastructuur en Milieu, IPO, UvW, VNG en Vewin). In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over het verminderen van de Rijksbijdrage voor muskusrattenbestrijding en de aanleg en verbetering van primaire waterkeringen (in totaal 100 miljoen in de jaren , oplopend tot 150 miljoen in 2014 en tot structureel 200 miljoen vanaf 2015). Door verdere doelmatigheidsmaatregelen, onder meer samenwerking in de waterketen, zullen de waterschappen trachten deze lastenverzwaring op te vangen. Daarbij zijn onder andere de volgende afspraken gemaakt: Minder bestuurlijke drukte door toepassing van het tweelagenmodel op de waterbeheertaak (één kadersteller en één uitvoerende overheid); 24

25 Beheer en onderhoud integraal bij de waterschappen, samenwerking op het gebied van belastingheffing met gemeenten, wegbeheer agenderen voor de toekomst; Verdergaande samenwerking in de afvalwaterketen; Het slim combineren van werkzaamheden, onder andere door de instelling van een Informatiehuis Water, samenwerking bij inkoop en aanbesteding en de gezamenlijke inrichting van een meetnet; Een eventuele overdracht van het wegbeheer wordt meegenomen bij de evaluatie van de Wet Herverdeling wegenbeheer in 2013; Indirecte verkiezingen en kleinere overheidsbesturen voor waterschappen in de bestuursperiode vanaf 2014; Doelmatigheidswinst door opschaling van waterschappen of door meer samenwerking tussen waterschappen. Samenwerking met andere waterschappen Door Waterschap Rivierenland is het laatste genoemde punt van het Bestuursakkoord Water uitgewerkt in strategische samenwerking met Waterschap Hollandse Delta. Na een korte aanloopperiode en een goed overleg tussen beide besturen, zijn voor een tiental onderwerpen afspraken gemaakt over de verdere samenwerking tussen beide waterschappen. Deze afspraken moeten nog nader worden uitgewerkt en hebben in 2011 al aanleiding gegeven tot daadwerkelijke operationalisering van de samenwerking, met de vorming van één integrale afdeling Handhaving als inspirerend voorbeeld. Ook noemenswaardig in deze is de formele toetreding van het laboratorium van Waterschap Rivierenland tot Aquon op 01 juli Binnen Aquon zijn de laboratoriumwerkzaamheden voor negen waterschappen ondergebracht hetgeen heeft of nog zal leiden tot efficiency, kwaliteitsborging en verminderde kwetsbaarheid van de individuele organisaties. Per 1 juli 2011 is als gevolg van een wetswijziging de muskus- en beverratbestrijding in Nederland overgegaan van de provincies naar de waterschappen. Voor ons waterschap betekent dit dat we vanaf 2012 de muskus- en beverratbestrijding uitvoeren voor de waterschappen Rijn en IJssel, Veluwe, Vallei en Eem en Hollandse Delta. De voorbereidingen hiervoor met name ten aanzien van personele gevolgen van deze overgang hebben in 2011 veel aandacht gevraagd. Besturing, beheersing en verantwoording In lijn met de gekozen strategie van Operational Excellence zijn in 2011 activiteiten ondernomen om de besturing en verantwoording van de organisatie te verbeteren. De samenhang tussen verschillende lopende activiteiten op het gebied van programmasturing, procesoptimalisatie en de realisatie van projecten is versterkt en wordt in 2012 verder uitgebouwd door de volgende activiteiten: een optimalisatie van de informatievoorziening over onze werkzaamheden; het gaat om informatie die nodig is voor projectrealisatie en om informatie met betrekking tot reguliere werkzaamheden; het implementeren van onderhoudbeheerssystemen (voor groene en technische objecten); de bedrijfsprocessen worden in de komende jaren aan een optimaliseringslag onderworpen, mede gebaseerd op leanmanagement. Personeel & organisatie Doelstellingen zijn: 1. Het uitvoeren van activiteiten die er enerzijds op zijn gericht dat de personeelsformatie qua omvang en kwaliteit uitvoering kan geven aan de organisatiedoelstellingen en er anderzijds voor zorgen dat het waterschap de rechten en plichten van zowel de werkgever als de werknemer bewaakt. 2. Het inrichten en instandhouden van een doelmatige en functionele organisatie die op zijn taak berekend is. 25

26 Deze generieke doelstellingen worden bereikt door: Een voortdurende evaluatie van het werving- en selectieproces en het reguliere functioneringsmanagement met als doel te beoordelen of de juiste man/vrouw op de juiste plek in de organisatie zijn/haar werkzaamheden verricht; Het realiseren van voldoende afstemming tussen enerzijds de organisatiebehoeften en doelen en anderzijds de behoeften en doelen van onze (individuele) medewerkers; Het bevorderen en borgen van de arbeidsmotivatie; Het bevorderen van de gezondheid en vitaliteit van organisatie en medewerkers; Het bevorderen van een resultaatgerichte cultuur. Deze activiteiten vinden plaats vanuit twee belangrijke ankerpunten waarvoor de organisatie heeft gekozen: De besturingsfilosofie: Integraal management. De strategie: Operational Excellence. Personeel Het beschikken over voldoende, goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers, die kwalitatief en kwantitatief goede producten leveren, tegen verantwoorde kosten, is een basisvoorwaarde voor het realiseren van onze organisatiedoelstellingen. Hiertoe richt de personele functie zich op het ondersteunen van de processen ten aanzien van instroom, doorstroom en uitstroom van personeel. Op het gebied van het personeelsbeleid is de afgelopen jaren al veel bereikt. In ondermeer het kader van meer met minder is per 01 januari 2012 de met het bestuur overeengekomen streefformatie bereikt. De functiebeschrijvingen zijn eerder al op een andere manier vastgelegd waarbij een koppeling is gemaakt met de doelstellingen van onze organisatie om resultaat- en klantgericht te werken. De functiebeschrijvingen zijn globaal van opzet en zijn daarom duurzaam in gebruik en bieden meer flexibiliteit bij organisatieveranderingen. Daarnaast biedt deze manier van beschrijven en de opbouw in functiefamilies medewerkers en management beter inzicht in de loopbaan- en mobiliteitsmogelijkheden. Ook de toepassing van competentiemanagement is van belang geweest, waarbij de voor de organisatie van belang geachte competenties bij leiding en medewerkers verder zijn ontwikkeld. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het (blijven) ontwikkelen van leiding en medewerkers constant onder de aandacht is. Ontwikkelingen in onze omgeving De kredietcrisis, wereldwijde economische ontwikkelingen, de recessie en operatie Storm, maar ook de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en werkzekerheid maken dat aan de personele functie nieuwe en andere eisen gesteld worden. Binnen tien jaar zal 20% van ons personeelsbestand als gevolg van pensionering onze organisatie verlaten. Daarmee komen onze doelstellingen behoorlijk onder druk te staan. Dit vereist een andere aanpak. Onder het motto het middel om bij te blijven is vooruit te zien zal het onderwerp strategische personeelsplanning prioriteit krijgen. Een andere kant van deze ontwikkelingen is dat we sterk aandacht moeten houden voor de thema s duurzaamheid, diversiteit en integriteit, waarbij en waarbinnen heldere waarden en principes ons richting geven in complexe tijden waarbij regels en procedures steeds minder houdbaar blijken en wederzijdse afhankelijkheid en onderling vertrouwen belangrijker worden. Externe arbeidsmarkt Ons waterschap is vooral een uitvoerende organisatie waarin zowel technisch (middelbaar en hoog) opgeleide medewerkers nodig zijn, maar ook creatieve en innovatieve medewerkers een belangrijke rol spelen. Voor het waterschap is het essentieel dat wij een goede toegang hebben tot de arbeidsmarkt en daarop ook een goede positie innemen. Ondanks de recessie zal de komende jaren het aanbod van vooral (technisch) middelbaar en hogere opgeleiden niet opwegen tegen de feitelijke behoefte aan gekwalificeerd personeel. Wij zullen de komende jaren een stevige inspanning moeten leveren ten aanzien van de externe arbeidsmarkt. Investeren in de ontwikkeling van medewerkers staat daarbij om 26

27 meerdere redenen centraal. Dit gaat zowel om de huidige medewerkers die we willen behouden en die goed inzetbaar moeten blijven als om nieuwe medewerkers. In samenwerking met andere waterschappen zullen we verder werken aan een doelmatige arbeidsmarktcommunicatie, zullen we trainerschap blijven omarmen en bevorderen, zullen we onze open verbindingen met de diverse opleidingsinstituten zichtbaar onderhouden en waar wenselijk zelfs verder uitbreiden, intensiveren en borgen. Interne arbeidsmarkt Een belangrijk uitgangspunt voor de manier waarop wij naar de interne arbeidsmarkt kijken is dat werkzekerheid en flexibiliteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Werkzekerheid houdt dan in dat functievervulling inhoudelijk een meer tijdelijk karakter zal krijgen dan in het verleden en individuele mobiliteit en inzetbaarheid bepalen in hoeverre deze veranderende functie-invulling ook kan leiden tot deze beoogde werkzekerheid. Er is dus een wederzijdse verantwoordelijkheid bij werkgever en werknemer. Als werkgever hebben wij er belang bij dat medewerkers goed inzetbaar zijn en blijven. Ondermeer leeftijdbeleid draagt hieraan bij en heeft betrekking op alle medewerkers. Door de combinatie van werk en privé te faciliteren kunnen medewerkers beschikbaar blijven. Individueel Keuzebudget Als resterend actiepunt van de CAO is per 1 januari 2012 het Individueel Keuze Budget (IKB) ingevoerd. Met de invoering van het IKB is een grote stap gezet naar verdere mogelijkheden voor meer individuele keuzes ten aanzien van de wijze van beloning en ook flexibiliteit hierin. De verdere digitalisering van de HRM processen zal in 2012 leiden tot het digitaal beschikbaar stellen van de salarisstrook, het digitaal indienen van reiskostendeclaraties en digitalisering van de verslaglegging in het kader van functioneringsmanagement. Zelf doen of uitbesteden Het uitbesteden van werkzaamheden heeft betrekking op het inhuren van personele capaciteit t.b.v. het invullen van tijdelijke vacatures, het opvangen van pieken in de werkzaamheden, het vervangen van zieken, het aanvullen van expertise alsmede adviezen en directievoering bij de uitvoering van projecten. In 2011 is nader onderzocht hoe deze kosten optimaal kunnen worden beheerst. Dit heeft geleid tot een (budgettair voordelige) uitbreiding van de streefformatie en een beperking van de kosten voor het uitbesteden van werkzaamheden. Kwaliteit-, arbo- & milieuzorg Het gaat hierbij om het voldoen aan de wettelijke eisen c.q. vergunningvoorschriften op het gebied van ARBO- en interne milieuzorg en het zorgdragen voor een adequaat kwaliteitszorgsysteem. Arbo en milieuzorg Het klimaatakkoord tussen de Unie van Waterschappen en het Rijk geeft klimaatambities voor de waterschappen in de komende jaren. De DIK-organisatie (Duurzaamheid, Innovatie, Klimaat) van Waterschap Rivierenland heeft in 2011 het klimaatactieprogramma opgesteld. Het bevat concrete acties die door het waterschap worden uitgevoerd om aan de doelen van het klimaatakkoord te voldoen. Het klimaatakkoord wordt door het waterschap gezien als milieuregelgeving (het behalen van de doelen is vrijwillig maar niet vrijblijvend). Het heeft in dat kader raakvlakken met het KAM-beleid van het waterschap. In 2011 zijn voor alle thema s van het klimaatakkoord bij Waterschap Rivierenland acties worden uitgevoerd. In 2012 zal nog meer intern gecommuniceerd worden over de inhoud van het klimaatakkoord en de bijbehorende lopende projecten. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement kent een aantal aandachtsvelden en richt zich op de beginselen van de Code Goed Openbaar Bestuur. In dat kader is klantgerichtheid een item. Om onze klantgerichtheid te vergroten is een servicegarantie ingevoerd. De servicegarantie is vanaf januari 2011 extern gecommuniceerd (informatie op de website en een brochure). Zo kunnen klanten van het waterschap 27

28 zich informeren over wat zij op het gebied van dienstverlening van het waterschap mogen verwachten. In 2011 zijn enkele elementen van de servicegarantie, zoals de verzending van een ontvangstbevestiging steekproefsgewijs gecontroleerd. In 2011 is gestart met het beter op elkaar afstemmen van het KAM-beleid met Waterschap Hollandse Delta. Voor het kwaliteitsmanagement is het INK-managementmodel leidend. Ondersteuning van de cyclus van beleidsvoorbereiding tot en met beleidsverantwoording Het gaat hier om de coördinatie en de financiële inbreng bij het opstellen van de meerjarenraming, werkplannen, begroting en begrotingswijzingen (inclusief de daarbij behorende stukken), alsmede van de op de begroting gebaseerde budgetten en de samenstelling van de gestructureerde managements en bestuursrapportages, waaronder de beleidstoelichting en analyse bij de jaarrekening. Doelen hierbij zijn het realiseren van inzicht in de kosten- en tariefsontwikkeling voor de lange termijn alsmede het scheppen van het budgettaire kader voor de bedrijfsvoering en het voldoen aan de informatiebehoefte van management en bestuur t.a.v. de realisatie van de doelstellingen, ten einde bijsturingen mogelijk te maken. Programmasturing Sinds 2009 kent Waterschap Rivierenland een programmabegroting. Het doel van programmasturing is meer samenhang te bereiken in de doelstellingen van het waterschap (antwoord op de vraag Wat willen we bereiken? ), de maatregelen (antwoord op de vraag Wat gaat we daarvoor doen? ) en de kosten. Programmasturing wordt meer verankerd in de organisatie om daarmee de mogelijkheden voor sturing en verantwoording te verbeteren. Daarvoor zijn vanaf 2011 de volgende activiteiten ondernomen: - de programmadoelstellingen zullen worden uitgewerkt door middel van een zogenaamd referentiekader; in het referentiekader is opgenomen welke interne en externe normen aan een bepaalde doelstelling zijn verbonden; - programmasturing wordt gekoppeld aan proces- en projectmanagement: door (alle) procesmatige als projectmatige activiteiten van het waterschap te koppelen aan programmadoelstellingen wordt meer samenhang gebracht in de sturing en verantwoording. Het is daardoor beter mogelijk prioriteiten te stellen; - programmasturing zal worden geëvalueerd, zodat bestuurlijke wensen kunnen worden meegenomen bij de doorontwikkeling van programmasturing; - de interne organisatie van programmasturing zal worden verbeterd; - de bovenstaande verbeteringen worden doorgevoerd aan de hand van een visiedocument, dat daartoe zal worden opgesteld en dat aan het Algemeen Bestuur zal worden voorgelegd. Deze activiteiten zijn in 2011 begonnen en worden in de komende jaren voortgezet, gericht op invoering in de nieuwe bestuursperiode en parallel aan de (eventuele) ontwikkeling van een nieuw Waterbeheerprogramma. Meten is weten Het project meten is weten moet leiden tot een verbetering op het gebied van beheersbaarheid en bestuurbaarheid van de activiteiten van WSRL. De informatievoorziening moet transparant, up to date en betrouwbaar zijn, zodat het (bij)sturen op operationeel niveau tot op programmaniveau makkelijker wordt en verantwoording kan worden afgelegd over de gerealiseerde resultaten. In de huidige fase van Meten is Weten (loopt door in 2012) wordt de focus gelegd op de reguliere werkzaamheden (bedrijfsprocessen / projecten met prestatie-indicatoren), gekoppeld aan de (programma)doelstellingen. Op doelstellingenniveau zijn (strategische) kritieke prestatie-indicatoren (KPI s) benoemd. Dit project moet een meet- en rapportage-instrumentarium opleveren dat breed ingezet kan worden om, op verschillende niveaus, onze activiteiten/ resultaten te meten, af te zetten tegen de planning om (indien noodzakelijk) tijdig bij te kunnen sturen. 28

29 Professionaliseren projectmanagement Bij Waterschap Rivierenland wordt veel projectmatig gewerkt. Om de projectmatige werkwijze te ondersteunen is onder andere een eigen projectmanagementmethodiek ontwikkeld. Deze methode ondersteunt de projectleider met het inrichten en managen van een project in een voortdurend veranderende omgeving, met de betrokkenheid van alle belanghebbende partijen. Medio 2010 is het project Professionaliseren projectmanagement gestart met het doel om het gebruik van de projectmanagementsystematiek te evalueren en de sturing en beheersing van projecten te verbeteren. Dat wordt niet alleen bereikt met een herziene projectmanagementmethodiek, maar ook begrippen als urgentiebesef, bekendheid, kennis, draagvlak en cultuur spelen hierbij een rol. Door het management zijn de volgende effecten benoemd die met projectmanagement bereikt moeten worden: 1. 90% v/d projecten wordt afgerond binnen geplande tijd, geld en kwaliteit 2. projecten voldoen aan de eisen van rechtmatigheid (financieel) 3. het verloop van projecten is transparant en er wordt verantwoording over afgelegd. In 2011 is dit project afgerond. Er is o.a. een vernieuwd handboek projectmanagement opgeleverd met allerlei hulpmiddelen om de methodiek eenvoudig toe te passen. De bijbehorende trainingen voor projectmedewerkers en opdrachtgevers lopen door tot het eerste kwartaal Realisatie van projecten In 2011 was het verbeteren van de realisatie van projecten een belangrijk organisatiebreed speerpunt zijn. Het project realisatie van projecten is najaar 2010 gestart naar aanleiding van tegenvallende realisatiepercentages in de periode Dit project heeft enerzijds tot doel het verhogen van het realisatiepercentage en anderzijds te komen tot een meer realistische planning van alle voorgenomen projecten. Ten einde dit te realiseren zijn een aantal oplossingsrichtingen uitgewerkt en geïmplementeerd: - Het verbeteren van de sturing van projecten: het professionaliseren van het projectmanagement (reeds genoemd) en de projecten onderdeel te gaan laten uitmaken van de programmasturing (reeds genoemd); - Het meer in balans brengen van het ontwikkelen van beleid en plannen in relatie tot de uitvoering daarvan; - Het vergroten van de uitvoeringscapaciteit door onder andere herprioritering van formatie; - Het meer realistisch plannen van alle projecten; - Het mogelijk herzien van een aantal uitgangspunten ten aanzien grondverwerving ten behoeve van het realiseren van de wateropgave; Deze bovenstaande oplossingsrichtingen hebben in 2011 geleid tot een realisatiepercentage van 99% van de Voorjaarsnota Het doel van 90% is hiermee ruim behaald. Financieel beleid & beheer Doelstelling is het zo doelmatig mogelijk sturen en beheersen van de organisatieprocessen ten behoeve van de te bereiken organisatiedoelstellingen en het beheersen van financiële risico s evenals het beschikken over betrouwbare informatie t.b.v. in- en externe verantwoording. Financiering Op de kapitaalmarkt worden de voor waterschappen gebruikelijke producten (rentevaste leningen met looptijden langer dan 10 jaar) bijna niet meer aangeboden. Dit wordt veroorzaakt door de economische crisis. Het waterschap heeft in 2011 de mogelijkheden onderzocht om alternatieve financierings- en rentemanagementvormen in te zetten waarmee de weg naar de kapitaalmarkt wordt open gehouden en de rentelasten worden beperkt. Dit heeft geleid tot afdekking van een gedeelte van de meerjarige financieringsbehoefte met behulp van zogenaamde basisrenteleningen die in de periode 2012 t/m 2015 worden verstrekt. In verband met 29

30 de relatief korte leningenportefeuille, de behoefte aan een evenwichtige vervalkalender en het spreiden van risico s zijn de basisrenteleningen aangegaan voor lange periodes (26 resp. 30 jaar). De basisrenteleningen hebben een kredietopslag van twee jaar. Digitaliseren facturenstroom WSRL heeft in 2009 een intentieverklaring met het Ministerie van Economische Zaken getekend om facturen voor het waterschap elektronisch te ontvangen en te verwerken. Het waterschap zou daarbij gebruik maken van Digipoort. Dit is het platform waarop facturen voor overheden digitaal door leveranciers kunnen worden aangeboden en door overheden kunnen worden afgenomen. De ontwikkeling van Digipoort als brievenbus voor e-facturen is evenwel flink achter gebleven bij de door het ministerie aangegeven verwachting. Zo ver zelfs, dat WSRL heeft besloten voorlopig af te zien van een koppeling met Digipoort. Wel worden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten gehouden. Als er technische een goede oplossing is, en er voldoende volume qua facturen is, wil WSRL graag aansluiten. Naast het spoor Digipoort heeft WSRL ook flink ingezet op het herkennen, scannen en coderen van facturen ( slim scannen ). In 2011 is gestart met de implementatie van een pakket dat ons in staat stelt om papier te scannen waarbij de gegevens automatisch worden herkend en in de administratie worden opgenomen. Daarnaast is het met dezelfde applicatie ook mogelijk PDF-facturen die WSRL via de mail ontvangt, op dezelfde manier geautomatiseerd te verwerken. Doordat de leverancier nog niet aan alle eisen kon voldoen, is de applicatie in 2011 niet in gebruikgenomen. De ingebruikname staat nu gepland voor het 2e kwartaal van Horizontaal toezicht Horizontaal Toezicht is de nieuwe controlestrategie van de Belastingdienst. Met horizontaal toezicht wil de Belastingdienst de samenwerking met waterschappen (en andere overheden) centraal stellen. Dat betekent afstemming vooraf waar nodig, in plaats van controles en correcties achteraf. Het nieuwe beleid gaat uit van begrip, transparantie en wederzijds vertrouwen tussen Belastingdienst en belastingplichtige, en omvat meer dan alleen het voldoen aan wet- en regelgeving. De belastingplichtige moet in staat zijn om te laten zien dat de organisatie controle heeft over haar fiscale processen en relevante fiscale risico s. In ruil daarvoor verschuift de aanpak van de Belastingdienst van repressief (met belastingcontroles over oude jaren) naar preventief, in een gezamenlijke poging om in de actualiteit om te gaan met relevante fiscale risico s. De Belastingdienst verbindt zich daarbij zo spoedig mogelijk een standpunt in te nemen over voorgelegde relevante fiscale aangelegenheden. De belastingaangifte van het waterschap is bij adequaat horizontaal toezicht voor de Belastingdienst aanvaardbaar en procedures van bezwaar en beroep kunnen dan in beginsel achterwege blijven. Hetzelfde geldt in beginsel ook voor het boekenonderzoek achteraf. Toepassing van horizontaal toezicht wordt vastgelegd door middel van een convenant met de Belastingsdienst en wordt geëffectueerd door het gebruik van een zogenaamd Tax Control Framework (TCF). In 2011 zijn de eerste mogelijkheden voor horizontaal toezicht door de Belastingdienst onderzocht. In 2012 krijgt dit een nader vervolg. Informatiebeleid en automatisering Van belang hierbij is de ontwikkeling, het onderhoud en de implementatie van het informatiebeleidsplan evenals automatisering(beleid)plannen van het waterschap c.q. systemen en programma s. Doel is het ondersteunen bij het realiseren van de organisatiedoelstellingen van het waterschap middels informatietechnologie (hard- en software). 30

31 Uitwijkmogelijkheid Het voornemen om in 2011 een uitwijkomgeving te realiseren in het pand van de RWZI Nijmegen is niet gerealiseerd. Met een uitwijklocatie wordt de beschikbaarheid van onze systemen en de beveiliging van onze data verhoogd en daarmee de continuïteit van de bedrijfsvoering gegarandeerd. Dit is het gevolg van een hernieuwde discussie over de geografische geschiktheid van deze locatie in een calamiteitensituatie. Op dit moment wordt onderzocht of er een geschiktere locatie in het westen van het land is. Netwerkomgeving Om de werking, performance en het gebruiksgemak van onze systemen te verbeteren en de flexibiliteit van de omgeving te verhogen is 2011 een start gemaakt met de voorbereidingen om de Citrix terminal omgeving te vervangen door een VMware View virtuele desktop omgeving. De vervanging staat gepland voor Performance De performance van de ICT-infrastructuur leidt in toenemende mate tot stagnatie van het uitvoeren van de werkzaamheden omdat een aantal applicaties slechter is gaan werken. In 2011 is een project gestart om de infrastructuur en applicaties gestructureerd te onderzoeken en te verbeteren. Dit project zal doorlopen naar Huisvesting Alle activiteiten die zijn gericht op het aanbieden van een goed verzorgde werkplek aan de bestuurders en medewerkers in de (centrale en decentrale) huisvesting van het waterschap In 2011 is het laboratoriumpand eerst verhuurd en daarna verkocht aan AQUON, instituut voor wateronderzoek en advies. Facilitaire dienstverlening De facilitaire dienstverlening ondersteunt het primaire proces door het leveren van producten, diensten en adviezen op het terrein van huisvesting en inventaris, inkoop, logistiek, consumptieve voorzieningen, receptie, wagenparkbeheer, documentaire informatievoorziening (post en archief), automatisering en telefonie. Inkoop In 2011 zijn 895 aanbestedingen uitgevoerd met een totale omvang van Er zijn 40 Europese en/of Nationaal openbare aanbestedingen gestart en er zijn er 35 gegund. Het aantal leveranciers is teruggebracht. Voor de zuidelijke waterschappen van Nederland is één gezamenlijke aanbestedingskalender opgesteld. Deze aanbestedingskalender is bedoeld om inzicht te krijgen welke aanbestedingen er op stapel staan en welke gezamenlijk aanbesteed kunnen worden. In 2011 is de samenwerking met Waterschap Hollandse Delta nog niet geheel van de grond gekomen. In 2012 wordt hier een krachtiger impuls aan gegeven. Documentaire informatievoorziening In 2011 is een begin gemaakt met de professionalisering van de documentaire informatievoorziening. Op basis van verschillende scans zal in 2012 een samenhangende (project)aanpak van deze professionalisering worden uitgevoerd. Rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid De Waterschapswet geeft het algemeen bestuur de mogelijkheid op grond van de artikelen 108, 109 en 109a richting te geven aan de beleids- en verantwoordingsfunctie. Een belangrijk aspect daarvan is het waarborgen van de rechtmatigheid, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de beleidsuitvoering. In deze paragraaf wordt gerapporteerd over de voortgang van de onderzoeken naar rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. 31

32 Onderzoeken rechtmatigheid Zowel het waterschap als de accountant besteedt (meer) aandacht aan financiële rechtmatigheid in het kader van het rechtmatigheidsoordeel dat de accountant afgeeft bij de jaarrekening. Dit houdt in dat de controleverklaring van de accountant bij de jaarrekening wordt uitgebreid met een expliciet oordeel over de rechtmatigheid van de totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties. De wijze waarop het waterschap omgaat met rechtmatigheid is weergegeven in de Controleverordening Waterschap Rivierenland Op basis van de opgedane ervaringen op het gebied van rechtmatigheidsonderzoeken is het rechtmatigheidsbewustzijn bij de medewerkers van het waterschap groter geworden en voldoen de processen inmiddels aan de daaraan te stellen rechtmatigheidseisen. Dit heeft tot gevolg dat de jaarlijkse controlefrequentie is verlaagd voor die rechtmatigheidsprocessen waarbij is geconstateerd dat de rechtmatigheid voldoende is geborgd. Blijvend de focus houden op rechtmatig handelen, leidt er inmiddels toe dat dit steeds meer een vanzelfsprekende manier van werken wordt. Daarbij wordt ook onderzocht of de regelgeving nog steeds op voldoende wijze past bij een efficiënte en slagvaardige manier van werken. Op basis van het auditjaarplan 2011 zijn 12 rechtmatigheidsonderzoeken gepland waarvan er inmiddels 10 zijn afgerond. Een tweetal onderzoeken wordt volgens schema in 2012 afgerond. Daarnaast zijn op verzoek nog twee extra onderzoeken uitgevoerd. Het algemeen bestuur wordt via de Bestuurlijke samenvatting rechtmatigheidsonderzoek financiële processen 2011 geïnformeerd over de bestuurlijk relevante bevindingen met de hierbij voorgestelde en uitgevoerde verbetermaatregelen. Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Op grond van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid waterschap Rivierenland 2010 wordt het algemeen bestuur zowel vooraf als achteraf geïnformeerd over de voorgenomen en de uitgevoerde onderzoeken. Het algemeen bestuur kan zich vervolgens een oordeel vormen over de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de beleidsuitvoering. Het algemeen bestuur stelt op basis van een onderzoeksplan vast welke doelmatigheids- en doeltreffendeheidsonderzoeken worden uitgevoerd. Voor jaar 2011 is uiteindelijk gekozen om de besluitvorming en communicatie m.b.t. de kunstwerken in het watersysteem te onderzoeken. Dit onderzoek is medio oktober 2011 gestart en wordt in het eerste kwartaal van 2012 afgerond. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur het onderzoeksrapport ter kennisneming aan. In Control Onder in control wordt verstaan dat wij onze organisatiedoelen op een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige wijze bereiken. In 2010 is een start gemaakt met het traject In Control. De gewenste mate van control is bepaald en er is een nulmeting gedaan om te kijken waar we nu staan. Het verschil bepaald de inspanningen om de gewenste situatie te bereiken. De werkzaamheden om zover te komen zijn 2011 grotendeels opgenomen in al lopende verbetertrajecten, zoals het bepalen van prestatieindicatoren en het sturen hierop en het bepalen van de risico s en deze vervolgens managen conform het inmiddels vastgestelde risicomanagementbeleid. In 2012 worden verdere stappen gezet met als uiteindelijk doel om in 2013 een (eerste) oordeel te geven over de mate waarin waterschap Rivierenland in control is en resulterend in een zgn. In Control-statement EMU-saldo Het EMU saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, medeoverheden en sociale fondsen). In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het BBP mag zijn. Daarnaast is in het Groei- en Stabiliteitspact afgesproken dat op lange termijn naar een tekort dicht bij 0% of een overschot moet worden gestreefd. Als een land een structureel EMU-tekort van meer dan een ½ % BBP heeft, moet het structurele EMUtekort jaarlijks met een ½ % BBP verbeterd worden. 32

33 Bij overschrijding van het Nederlandse overheidstekort kunnen maatregelen volgen in de vorm van o.a. plafonnering van het investeringsvolume. Referentiewaarde waterschappen De referentiewaarde is een individueel richtbedrag dat min of meer aangeeft dat als het EMU-tekort van een overheid groter wordt dan dit bedrag, er een meer dan evenredige, negatieve bijdrage wordt geleverd aan het totale tekort van een sector. Voor alle waterschappen samen is de referentiewaarde bepaald op 308 miljoen. Het aandeel van Waterschap Rivierenland bedraagt 6,1%, ofwel 18,8 miljoen. Uit onderstaand schema blijkt een EMU-tekort van 8,6 miljoen, ruimschoots binnen de referentiewaarde. Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening EMU/exploitatiesaldo (zonder onttrekking aan egalisatiereserve) Invloed investeringen (zie staat van vaste activa): -/- bruto investeringsuitgaven investeringssubsidies verkoop materiële en immateriële activa afschrijvingen Invloed voorzieningen (zie staat van reserves en voorzieningen): + toevoeging aan voorzieningen t.l.v. exploitatie /- onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie /- betalingen rechtstreeks uit voorzieningen evt. externe vermeerderingen van voorzieningen Invloed reserves -/- betalingen rechtstreeks uit reserves evt. externe vermeerderingen van reserves Deelnemingen en aandelen -/- boekwinst boekverlies EMU SALDO (bedragen x 1.000) 1.14 Topinkomens Met de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) streeft het kabinet na dat rekenschap kan worden afgelegd over de gebruikte publieke middelen. Het kabinet verwacht bovendien dat van openbaarmaking een remmende werking uitgaat op de salarisontwikkeling. In het geval een organisatie een of meerdere functionarissen in dienst heeft (gehad) waarvan in 2011 de totale beloning hoger was dan (de zogenaamde Balkenende norm), dan moet deze organisatie de gegevens van de betreffende functionaris(sen) (functienaam, dienstverband, beloning 2011 én beloning 2010) in het jaarverslag opnemen. De organisatie moet deze informatie ook melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In 2011 zijn er bij Waterschap Rivierenland geen betalingen gedaan die uitkwamen boven de Balkenendenorm Bestemming van het voordelig exploitatieresultaat 2011 Het voordelig exploitatieresultaat is als onverdeeld saldo opgenomen op de balans per 31 december Het voorstel voor de bestemming van het resultaat is opgenomen in de adviesnota bij de aanbieding van deze jaarrekening. 33

34 2 PROGRAMMAVERANTWOORDING 2.1 Inleiding Algemeen Met de invoering van de gewijzigde Waterschapswet zijn enkele veranderingen doorgevoerd op financieel organisatorisch terrein met als doel het versterken van de positie van het Algemeen Bestuur en de daarmee samenhangende herijking van bevoegdheden van Algemeen en Dagelijks Bestuur. Op grond van de gewijzigde Waterschapswet en comptabiliteitsvoorschriften dient een programma de volgende informatie te bevatten: inhoud van het programma; de doelstellingen, in het bijzonder de beoogde effecten; de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te bereiken; de netto kosten. De inhoud van de programma s heeft met name een beleidsmatig karakter. Het betreft hier de beleidsdoelstellingen en beoogde effecten op het hoogste niveau. In de begroting zijn de volgende programma s opgenomen: Waterkeringen Watersystemen en waterketen Wegen Middelen, communicatie en regelgeving De inhoud van de programma s Waterkeringen en Watersystemen en waterketen sluiten aan bij het Waterbeheerplan De inhoud van het programma Wegen sluit aan bij het Beheerplan Wegen In het programma Middelen communicatie en regelgeving wordt vooral aandacht geschonken aan aspecten van bedrijfsvoering met een externe werking (zoals klantgerichtheid). Daarnaast is met betrekking tot de interne bedrijfsvoeringaspecten separaat een bedrijfsvoeringparagraaf opgenomen (Hoofdstuk 1.13). In verband met het gestelde in de Waterschapswet dat alle kosten van het waterschap zijn ondergebracht in de programma s zijn de kosten van de bedrijfsvoering opgenomen in het programma Middelen, communicatie en regelgeving. Post dekkings- en financieringsmiddelen In de begroting van waterschap Rivierenland zijn een aantal posten opgenomen die vooral bedoeld zijn voor de financiering van het waterschap. Deze posten zijn opgenomen onder de post dekkings- en financieringsmiddelen. Het betreft de volgende posten: Onvoorzien: dit is een raming ter dekking van onvoorziene lasten; Rente over het eigen vermogen van de egalisatie- en algemene reserves; Belastingopbrengsten; Opbrengst kwijtschelding en oninbaar; Dividend en overige algemene opbrengsten; Saldo ten gunste/laste van de egalisatiereserves. Programmaverantwoording De programmaverantwoording bevat de verantwoording over de realisatie van het programmaplan uit de begroting. Het biedt per programma inzicht in: - de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; - de wijze waarop is getracht het beoogde effect te bereiken (realisatie van de maatregelen); - de gerealiseerde netto kosten in relatie tot de daarvoor in de begroting opgenomen bedragen; 34

35 - een analyse van de belangrijkste afwijkingen tussen de realisatie in de jaarverslaggeving en de plannen in de begroting. Het Algemeen Bestuur heeft aangegeven zich meer te willen richten op strategische beleidskeuzes. In het kader van programmasturing betekent dit dat het accent in de beleids- en verantwoordingsdocumenten meer gelegd wordt op de doelstellingen en minder op de maatregelen. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de realisatie van de concrete activiteiten binnen deze programma s en het effect hiervan op de te behalen doelstellingen. Ter beoordeling van een doelstelling/maatregel worden de volgende beoordelingscategorieën gehanteerd: Groen: De doelstelling is behaald. Mogelijk is er van jaar tot jaar nog wel beheer nodig om de doelstelling blijvend te behalen. Of realisatie van de doelstelling (met een meerjarige termijn) ligt op schema. Wanneer tussentijdse doelstellingen zijn geformuleerd, dan zijn deze behaald. Oranje: De realisering van de doelstelling ligt niet op schema. Er is een extra (financiële) inspanning nodig van het waterschap om de doelstelling tijdig te realiseren. Wanneer de doelstelling niet op schema ligt vanwege achterblijvende inspanningen van een andere partij, dan wordt met deze status de verwachting uitgedrukt dat de andere partij alsnog zal meewerken aan het tijdig realiseren van de doelstelling. Rood: De doelstelling is niet behaald. Of de realisering van de doelstelling ligt niet op schema en het is niet mogelijk/wenselijk om de inspanning te verhogen, zodat de doelstelling alsnog wordt behaald. Wanneer de doelstelling niet op schema ligt vanwege achterblijvende inspanningen van een andere partij, dan wordt met deze status de verwachting uitgedrukt dat de andere partij niet zal meewerken aan het tijdig realiseren van de doelstelling. Grijs: Het is (nog) niet mogelijk om de doelstelling te beoordelen, bijvoorbeeld omdat er nog niet voor de eerste keer een meting heeft plaatsgevonden om te beoordelen of de doelstelling wordt behaald Daarnaast is aan ieder programma een analyse toegevoegd die het verschil verklaart tussen de Begroting 2011 en de realisatie. 35

36 2.2 Programma Waterkeringen Beoogd effect Veiligheid tegen overstromingen Inhoud programma Water en waterveiligheid staan landelijk en regionaal hoog op de bestuurlijke agenda's. Waterschap Rivierenland geeft hieraan invulling zoals vermeld in het waterbeheerplan, volgens de volgende 2 pijlers: 1 Voorkomen van overstromingen Drogere en hetere zomers met zachtere en nattere winters maken dat de rivierafvoeren grilliger worden. Rivierafvoeren nemen in de winter toe, en in de zomer af en de zeespiegel stijgt. Om overstromingen te voorkomen is als taak gesteld dat de primaire waterkeringen in 2015 op orde zijn. Voor de projecten van Ruimte voor de Rivier en van HWBP2 is deze doelstelling vertaald in '2015 veilig'. Op dit moment zijn alle projecten in bewerking/uitvoering. In 2015 voldoen we voor 80% aan de normen en in 2017 is alles afgerond. Met betrekking tot het toetsen van de primaire keringen is in het bestuursakkoord Water aangegeven dat het streven is om de frequentie van de toetsing terug te brengen naar eenmaal per 12 jaar en om het toetsproces een continu karakter te geven. Dit streven wordt nader uitgewerkt. Als een dijkvak wordt afgekeurd moet een maatregel worden uitgevoerd. Deze maatregelen worden opgenomen in dit programma. De 3 e toetsing van de primaire keringen is in 2010 door het AB vastgesteld. De resultaten liggen inmiddels bij het rijk. De start van de 4 e toetsronde is voorlopig uitgesteld. In verband hiermee is de 3 e toetsronde verlengd. Met het uitvoeren van goed beheer en onderhoud blijven de waterkeringen op orde. Belangrijk daarbij is dat we beheerinstrumenten inzetten. De gegevens van de waterkeringen worden eenduidig vastgelegd in de legger en het beheerregister en dienen up to date te zijn en te blijven. Met het toetsen van de waterkeringen worden vele additionele gegevens verzameld en vastgelegd in de daarvoor beschikbare systemen. 2 Beperken van gevolgen Het waterschap brengt de waterveiligheid door middel van het wateradvies in de streek- en structuurplannen nadrukkelijk in beeld en zit bij voorkeur al vanaf het prille begin van planontwikkeling aan tafel om zo de waterveiligheid te borgen. Het aanleggen en onderhouden van compartimenteringdijken kan in geval van een dijkdoorbraak de schade beperken. Het waterschap heeft in de studies hierover een nadrukkelijke rol. Het nieuwe denken in veiligheid van overschrijdingskans naar overstromingskans en van overstromingskans naar overstromingsrisico (= overstromingskans x gevolgen) is eveneens een onderdeel van deze pijler. In het project VNK (Veiligheid Nederland in Kaart) wordt hieraan verder invulling gegeven. De lijn voor ander beleid is weergegeven in de rapporten van de commissie Veerman en het Nationaal Waterplan. Op basis van het overstromingsrisico en de overstromingskansen zullen door het Rijk nieuwe veiligheidsnormen worden vastgesteld. Dit zal opgepakt worden in de verschillende deelprogramma s van het Deltaprogramma waar Waterschap Rivierenland aan deelneemt. Ook de nadere uitwerking van het principe van meerlaagse veiligheid (1. preventie, 2. ruimtelijke ordening, 3. rampenbestrijding) krijgt hierin een plek. 36

37 Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten Primaire waterkeringen op orde brengen op basis van de huidige normen binnen V2 de gestelde tijd (uiterlijk 2015) en binnen het budget. Normering en toetsing van alle regionale waterkeringen; V1, V2 Na het afronden van de maatregelen discussie medio 2010 de normen voor de regionale waterkeringen vaststellen. In 2010 starten met de voorbereiding van de te nemen uitvoeringsmaatregelen in het watersysteem. Na de gedetailleerde toetsing van de regionale waterkeringen kan in 2012 voor de kaden welke niet voldoen aan de norm een verbeterprogramma inclusief planning opgesteld worden. Bij het ontwerpen van waterkeringen rekening houden met toekomstige ontwikkelingen en onzekerheden (robuust ontwerpen) conform de notitie "Ontwerpuitgangspunten V3, V4, V5, V6 Primaire Waterkeringen". Daarnaast wordt rekening gehouden met toekomstige dijkverbetering door vaststellen en beschermen van een profiel van vrije ruimte. Het doen van onderzoek naar de bijdrage van compartimenteringdijken aan de V11 veiligheid van het beheersgebied. Het voorkomen van nieuwe (permanente) belemmeringen in de buitendijkse V7 gebieden ("nee-tenzij-benadering"). Afronden van de derde ronde toetsing voor de primaire waterkeringen (2011). V1 Het op orde brengen van de gegevens met betrekking tot de waterkeringen. V1, V8 Voortzetten van de lijn om op een zo humaan mogelijke wijze muskusratten te vangen met behulp van innovatieve methoden; het geheel uitroeien van beverrattenpopulatie. V10 Programmadoelstellingen Oordeel Doelstellingen Thema: Voorkomen van overstromingen V1 Toetsen van waterkeringen. Primaire waterkeringen zijn elke zes jaar getoetst volgens een landelijke systematiek. De staat van de regionale waterkeringen is vastgelegd en getoetst conform de Leidraad Toetsing Regionale Waterkeringen. Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? Primaire waterkeringen De derde toetsing is eind 2010 door WSRL afgerond, en is eind 2011 landelijk gerapporteerd. Wat resteert, is de verlengde derde toetsing van die keringen waarvoor nog geen oordeel kon worden gegeven, het inzichtelijk maken van de verbetermaatregelen, en het opstellen van een lijst van relevante trajecten voor het HWBP3. De vierde toetsing wordt landelijk uitgesteld totdat er duidelijkheid bestaat over de actualisering van de normering en een bijbehorend Toets- en Ontwerpinstrumentarium. Uiterlijk 2017 wordt gestart met de vierde toetsing. Regionale waterkeringen De boezemkades worden in 2012 getoetst, conform de waterverordening. Het voorbereidende grondonderzoek wordt uitgevoerd. Van de overige regionale keringen die door de provincie zijn aangewezen ( handhaven huidige situatie ) moet een handhavingdossier worden opgesteld, de termijn hiervoor is nog niet door de provincie vastgesteld. 37

38 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? V2 V3 Verbeteren van waterkeringen. Alle primaire keringen die in 2006 niet voldeden aan de norm, zijn in 2015 op orde. Alle vóór 2012 getoetste regionale waterkeringen welke niet voldoen aan de norm, zijn in 2012 in een verbeterprogramma opgenomen. Algemeen Ruimte voor de Rivier HWBP2 Overig Regionale waterkeringen Robuust ontwerpen van waterkeringen. Bij aanleg en verbetering van De normering van voorlandkeringen in Zuid- Holland en Utrecht is gestart. Zuid-Holland en Gelderland zijn gezamenlijk gestart met de normering van de keringen langs de Linge als kering langs regionale rivier. Primaire waterkeringen De opleveringsdatum 2015 voor de dijkprojecten is gebaseerd op parallelschakeling van vele sporen en korte doorlooptijden. Voor de meeste projecten is de doelstelling voor de einddatum vertaald in '2015 veilig' (voldoen aan veiligheidsnorm). Dit betekent dat de uitvoering van bepaalde onderdelen (afbouw, schadeafwikkeling en eindafrekening) doorschuift naar 2016/2017. Dit heeft geleid tot aanpassing in de voorjaarsnota Naar inschatting zal voor circa 20% van de dijklengte de einddatum '2015 veilig' niet gehaald worden. Dit kan worden veroorzaakt door vertraging in planprocedures, of door vertraging in de uitvoering (bijvoorbeeld door benodigde tijd voor het laten zetten van grondlichamen). Dit programma koerst onverminderd op einddatum 2015, voor het bereiken van het gewenste veiligheidsniveau. In sommige projecten staat de planning onder druk. Voor de HWBP-projecten wordt de rapportageverplichting zwaarder door aanwijzing als groot project. Daarnaast heeft de staatssecretaris aangegeven dat het HWBP-programma loopt tot Het doel hiervan is o.a. om het voor de waterschappen mogelijk te maken intensiever te zoeken naar innovatieve oplossingen, betere marktwerking en andere contractvormen. De verbetering van de Hoge Boezemkade Overwaard was tijdig afgerond, maar na het hoogwater is gebleken dat er scheuren en erosie zijn ontstaan. Dit leidt tot nader onderzoek en maatregelen. Regionale waterkeringen Verbeterprogramma wordt na toetsing en studie naar systeemmaatregelen opgesteld. Voor die kades waar alleen kadeversterking aan de orde is (Vijfheerenlanden) zal eerder gestart worden met het verbeterprogramma. In de afzonderlijke dijkverbeteringplannen zullen de ontwerpuitgangspunten en de financiële consequenties van robuustheid worden 38

39 Oordeel Doelstellingen waterkeringen wordt rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen. V4 Ervaring opdoen in het toepassen van innovatieve uitvoeringstechnieken die voldoen aan de eisen. De beschikbare ruimte, aanwezigheid van andere functies (bijvoorbeeld wonen) en geotechnische omstandigheden (opdrijven vanwege aanwezigheid veen in de ondergrond) pleiten voor het toepassen van nieuwe innovatieve technieken in de dijkverbetering. Indien mogelijk zullen we dit toepassen. V5 Veilig stellen profiel van vrije ruimte (pvvr) Waterkerende functie van de waterkering in stand houden en toekomstige dijkverbeteringen mogelijk maken. Profiel van vrije ruimte vastleggen in de legger. V6 V7 V8 V9 V10 Bevorderen dat kern- en beschermingszones planologisch worden vastgesteld. De primaire functie van waterkeringen is planologisch vastgelegd. Handhaven ruimte voor de rivier. Huidige ruimte voor de rivier handhaven en ruimte reserveren voor toekomstige rivierverruimende maatregelen. Beheren en onderhouden waterkeringen. Het beheer en onderhoud van de waterkeringen is erop gericht te voldoen aan de gestelde normen, in een maatschappelijke context en waarbij wordt gewerkt volgens de beschreven processen. Bestrijden van hoogwatercalamiteiten. Het waterschap is voorbereid op de risico's die hoogwater met zich meebrengt. Bestrijden van muskus- en beverratten. Het voorkomen van schade aan primaire en regionale waterkeringen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? aangegeven. Deze kosten zijn beperkt. De innovatieve technieken als Dijkdeuvels en Mixed in Place zijn nog niet ver genoeg ontwikkeld om op grote schaal toegepast te kunnen worden. In 2011 zijn geen aanvullende initiatieven ondernomen. In de voorjaarsnota van 2012 zal de doelstelling aangepast worden. Het toepassen van het pvvr bij de beoordeling van plannen en vergunningen op en nabij de waterkering is regulier werk. De nieuwe kennis over piping leidt tot het aanpassen van de uitgangspunten van het profiel van vrije ruimte van de primaire keringen. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de planning. Het opnemen van het profiel van vrije ruimte in de legger van de regionale keringen ligt wel op schema. Conform, regulier werk. Conform, regulier werk. Planning onderhoudsconcepten is bijgesteld i.v.m. prioritering calamiteitenbestrijding hoogwater (januari) en de opschaling in verband met de droogte (mei medio juli). Conform planning. In januari 2011 was het waterschap opgeschaald tot fase 1 wegens een hoogwater op Maas en Rijn. Vanaf mei tot medio juli was het waterschap opgeschaald tot fase 1 wegens watertekort. Het bestrijden van de beverrat en muskusrat ondervindt enige vertraging vanwege de 3 e strenge winter op rij waardoor de beschikbare speurtijd sterk is verminderd. Daarnaast heeft de 39

40 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? en oevers van watergangen door muskusratten en beverratten. Gestreefd wordt naar een verdere daling van muskusratten tot een bedrijfsmatig beheersbaar niveau; de beverrat mag in de planperiode niet hoogwater golf in januari gezorgd voor extra instroom waardoor de populatie is toegenomen. Op dit moment wordt niet voorzien dat dit op termijn zal leiden tot een negatief effect op het behalen van de gestelde doelen (0.15 v/km in 2015) terugkeren in het beheergebied. Thema: Beperken van gevolgen van overstromingen V11 Uitvoeren van studies naar compartimentering. De gevolgen van overstromingen worden zoveel mogelijk beperkt. De gebiedsstudie dijkring 43 is eind 2010 afgerond, dit zal nader uitgewerkt worden in het regioproces van het Deltaprogramma Rivieren dat in 2012 start. Over de internationale grensstudie wordt een technische conferentie georganiseerd. De planning wordt daarmee naar achteren bijgesteld. V12 Opstellen risico- en locatiekeuzekaarten. In beeld brengen van risico's met betrekking tot de waterveiligheid. Het onderzoek naar nut en noodzaak van het beheren van regionale keringen die niet door de provincies zijn aangewezen is uitgesteld van 2011 naar Dit heeft verder geen gevolgen voor de waterveiligheid. De EU-ROR verloopt volgens planning, deze gegevens zullen gebruikt worden voor de overstromingsrisico(zonerings)kaarten. 40

41 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 Toelichting V1. Toetsen van waterkeringen a. Toetsen van primaire waterkeringen (zesjaarlijks) x x x x x - 3 e toetsronde oplevering september 2010 afgerond 2011 vervolg De rapportage van de 3 e toetsronde is in 2010 afgerond. De 3 e toetsronde wordt verlengd voor de dijkvakken met geen oordeel, en voor de afgekeurde dijkvakken wordt beoordeeld wat het effect van de RvdR maatregelen is. - 4 e toetsronde oplevering eind 2016 Pva opstellen onderzoek voorbereid en b. Toetsen van genormeerde regionale waterkeringen conform de leidraad Toetsen regionale waterkeringen - Zuid-Holland en Utrecht (normen) 50% afgerond - Gelderland en Noord-Brabant (handhaven bestaande situatie) Provincie Gelderland dient nog een norm toe te kennen aan de Lingedijken c. Op hoogte toetsen van niet op de provinciale verordeningen staande, maar wel door het waterschap aangewezen regionale waterkeringen in % cumulatief. d. Actualiseren en professioneel beheren van alle kerngegevens van primaire en regionale waterkeringen Data op orde, vervolg actueel houden uitvoeren uitvoeren uitvoeren uitvoeren Uitvoering 4 e toetsronde staat ter discussie in het Bestuursakkoord Water met Vuur. Start uitgesteld. 100% afgerond +pva verbeter maatrege len Uitvoeren en 100% afgerond 2012 Start toetsing 2012 Onderzoe k normerin g Lingedijk en afgerond Boezemkades dijkring 16: grondonderzoek is gestart. Toetsing is eind 2012 gereed. Oorspronkelijke planning was medio Deze kleine vertraging is akkoord betrokken provincies. Van de keringen met handhaven huidige situatie zal in plaats van een toetsing een handhavingdossier moeten worden opgesteld. De termijn en het format hiervoor is nog niet door de provincie vastgesteld. Provincie Gelderland is samen met provincie Zuid- Holland gestart met het normeren van de Lingedijken als kering langs regionale rivier. 25% 100% % Start eind 2012, geen toetsing maar vastleggen huidig profiel. Data op orde, vervolg actueel houden x % Meeste data komt op orde in implementatietraject Iris. Bepaalde data zullen tijdens het traject Profiel van vrije Ruimte verder opgewerkt moeten worden voordat deze in IRIS kunnen worden beheerd. Daarna zal in de reguliere beheerfase data verder worden verbeterd om te voldoen aan kwaliteitseisen 41

42 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie e. Voor alle waterkeringen zijn leggers vastgesteld, %km van de waterkeringlegger vastgesteld. Zomerkades in 2011 uitvoeren. V2. Verbeteren van waterkeringen a. De getoetste primaire waterkeringen (3 e toetsronde) welke niet voldoen aan de norm, opnemen in het verbeterprogramma primaire keringen. b. De getoetste regionale waterkeringen welke niet voldoen aan de norm, opnemen in het verbeterprogramma regionale waterkeringen. Toelichting en standaardiseringsnormen. 100% % In totaliteit km (=100%) waterkering (559 km primair, 342 km regionaal, 147 km zomerkaden). Primair: Sliedrecht (6,6 km), Zederik (10,1 km) en Nijmegen (1,9 km) in 2011 zijn afgerond en worden vastgesteld in februari 2012; Diefdijk (25 km) vervaardigen na afronding uitvoering dijkversterking (2015), vaststellen in Regionaal: Noorder Lingedijk (12 km), Arkelse dijk (4 km) en Oude Zuiderlingedijk (7 km) oppakken nadat de provincies Zuid-Holland en Gelderland de norm hebben bepaald. De verwachting is dat dit in de loop van 2012 plaatsvindt. De planning is om in 2012 te starten met het maken van deze leggers, zodat deze in 2013 kunnen worden vastgesteld. Zomerkaden: de benodigde AHN komt later dan verwacht (2012). Om deze reden is het vervaardigen van de leggers verplaatst van 2011 naar Streven is om deze leggers in 2012 in de vaststellingsprocedure te hebben. Uitstel van deze maatregel is begin 2011 besproken in programmateam waterkeringen. Pva verbeterm aatregelen Program ma vaststelle n i.o.m. Rijk c. De maatregelen uitvoeren die ervoor zorgen dat de primaire waterkeringen in 2015 op orde zijn. x x x X x 2015 Deltawet Grote Rivieren Baanhoek (dijkring 16) Voorb. en uitvoering Uitvoerin g en afronding % De in de formele rapportage afgekeurde dijkvakken zijn in het verbeterprogramma opgenomen. Eind 2011 is de groslijst van het HWBP3 gevuld. Het is de verwachting dat de landelijke discussie leidt tot het verlengen van de termijn voor het aandragen van projecten voor het HWBP3 tot % De voorbereiding van verbetering van de laagste kades in de Vijfheerenlanden (no regret maatregel) aan de hand van eerste toetsresultaten start eind Medio 2013 zal het plan van aanpak voor het verbeterprogramma opgesteld zijn. Hierin worden de kades van de Alblasserwaard meegenomen % Provincie heeft de toets goedgekeurd. Er is gesproken met de gemeente, uitkomst positief, pompen mogen worden aangebracht. Ook gesproken met de belangenvereniging, zij geven vooralsnog aan mee te willen werken. Voorbereiding 42

43 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Deltaplan Grote Rivieren Wegafbouw Hardinxveld - Giessendam Oost Kadeverbetering in de Alblasserwaard Verbetering Hoge Boezemkade Overwaard d. De volgende planstudies / voorbereiding en uitvoering van dijkverbeteringen zijn gepland: PKB-Ruimtelijke maatregel Munnikenland PKB dijkversterkinglocaties Nederrijn Betuwe (dijkring 43) o Rijswijk Opheusden (ROP) o Arnhem Malburgen (AMA) Voorb. en uitvoering Voorb. en uitvoering Voorb en uitv. Voorb Dvb-plan voorb.uitv. Toelichting aanbrengen pompen en onderhoud aan de kruin (lichte verhoging ivm minimale aanleg destijds) in 2012, uitvoering Afronding bouwkundige schade uitvoering Afronding 2013 Uitv 40% Uitvoering is augustus 2011 gestart einde uitvoering verwacht oktober 2012, financiële afwikkeling begin 2013 uitvoering Afronding 2013 Uitv 90% De uitvoering was in december 2011 gereed. Begin 2012 zijn na hoogwater scheuren in de kruin en erosie aan het buitentalud ontstaan. Begin 2012 zullen de oorzaken worden achterhaald, en daarna maatregelen uitgevoerd. Verwachting is dat dit eind 2013 gereed is. uitv. Uitv. Uitv. Uitv en afr. voorb uitv. uitv. uitv. Uitv Afr Ontwerp bestemmi ngsplan in procedur e, Selectiefa se aanbeste ding afgerond 2015 ROP: Projectpla n nagenoeg gereed. Gemeente heeft het ontwerp bestemmingsplan na het aannemen van een amendement ter inzage gelegd. De vaststelling van de bestemming is vanwege de uitwerking van het amendement uitgesteld naar maart De grondverwerving (DLG i.o.v. PDR) verloopt moeizaam. De uitvoeringsperiode zal langer duren doordat de nieuwe dijk een tijd moet kunnen zetten voordat de oude waterkering afgegraven kan worden, hierdoor wordt het veiligheidsniveau later gerealiseerd. ROP: Het Concept-Ontwerp-Rijksinpassingsplan heeft met de bijbehorende dijkverbeteringsplannen zes weken ter inzage gelegen. De zienswijzen die hierop zijn ingediend, worden in het voorjaar van 2012 beantwoord. Zonodig wordt het Ontwerp-RIP hierop aangepast. Vooralsnog wordt de SNIP3 beslissing nog niet genomen. Conform planning wordt heden al gewerkt aan de voorziene optimalisatieslag om te komen tot het ontwerp-rip in voorjaar Op korte termijn hopen we met de PDR afspraken te maken om alsnog de SNIP3 beslissing van de STAS te verkrijgen. 43

44 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Toelichting Gezien bovenstaande problematiek komt de einddatum in de planning onder druk te staan Lek Betuwe (dijkring 43) Dvb-plan voorb.uitv. voorb uitv. uitv. uitv. Uitv Afr. AMA: Vergunni ngen verleend, SNIP3 gereed en goedkeuri ng GS gereed 2015 Projectpla n gereed AMA: Voor het traject Arnhem Malburgen zijn de vergunningen verleend, is het SNIP3 besluit gereed en heeft GS zijn goedkeuring aan de plannen gegeven. In 2012 hopen we de uitvoering te starten en af te ronden. Het Concept-Ontwerp-Rijksinpassingsplan heeft met de bijbehorende dijkverbeteringsplannen zes weken ter inzage gelegen. De zienswijzen die hierop zijn ingediend, worden in het voorjaar van 2012 beantwoord. Zonodig wordt het Ontwerp-RIP hierop aangepast. Vooralsnog wordt de SNIP3 beslissing nog niet genomen. Conform planning wordt heden al gewerkt aan de voorziene optimalisatieslag om te komen tot het ontwerp-rip in voorjaar Op korte termijn hopen we met de PDR afspraken te maken om alsnog de SNIP3 beslissing van de Stas te verkrijgen. Gezien bovenstaande problematiek komt de einddatum in de planning onder druk te staan Lek-Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (dijkring 16) o Hagestein Fort Everdingen (HAF) o Lekdijk Vianen o Schoonhovenseveer Langerak (SLA) Dvb-plan voorb.uitv voorb uitv. uitv. uitv. Uitv Afr Projectpla n gereed De Staatssecretaris heeft ingestemd met de scopewijziging hierdoor valt het project uiteen in drie delen: Stuw-fort Everdingen; Hiervoor wordt de RIP procedure doorlopen. Vianen: Voor dit project wordt een afzonderlijk projectplan opgesteld. Veersedijk en Langerak: Langerak wordf diepgaand getoetst om nodige versterking te bepalen. Uitkomsten eind 2012 bekend. Daarna besluit over verdere aanpak. 44

45 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Steurgat / Bergse Maas (dijkring 24) Dvb-plan voorb.uitv voorb uitv. uitv. uitv. Uitv Afr Concept Projectpla n gereed SNIP 3 besluit genomen Toelichting Inmiddels is door de Stas het SNIP 3 besluit genomen waardoor gestart kan worden met de uitvoering. De komende periode ligt de nadruk op een aantal optimalisaties in het projectplan waarna het RO-spoor doorlopen kan worden. Mede wordt een Plan van Aanpak opgesteld voor de uitvoeringsfase Dijkverbetering rond fort Steurgat (dijkring 23) alleen de voorbereiding door Waterschap HWBP versterkingslocaties Nieuw-Lekkerland Groot Ammers (dijkring 16) Dvb-plan voorb.uitv Dvb-plan voorb.uitv voorb uitv. voorb uitv. uitv. uitv. Uitv Afr. uitv. uitv. Uitv Afr Conform de afspraken met RWS is alleen de voorbereiding door WSRL uitgevoerd. Projectvoorbereiding is afgerond en opgeleverd. Uitvoering door RWS (in combinatie met Noordwaard). VKA ligt ter toetsing bij HWBP. Start gemaakt met contractst ukken (D&C contract) Het concept voorkeursalternatief met sloop en herbouw van circa 50 woningen heeft bij het HWBP geleid tot aanvullende vragen en (kosten)afwegingen. Hierdoor is de instemming van het HWBP vertraagd. Begin 2012 wordt een positieve instemming op het concept VKA verwacht. Hierdoor is wel een vertraging van enkele maanden ontstaan. Intussen is wel een aanvang gemaakt met het opstellen van een D&C (Design & Construct) voor de uitvoering. Hierbij krijgt de opdrachtnemer de mogelijkheid om op een aantal onderdelen het plan verder te uit te werken. Inmiddels ziet het er naar uit dat de rivierbeheerder RWS Zuid-Holland instemt met een rivierwaartse versterking in enkele vakken. De verwachting is dat het CDH in 2012 het projectplan voor dijkversterking kan vaststellen. 45

46 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Merwededijk Werkendam (dijkring 24) Dvb-plan voorb.uitv Diefdijk (oude programma Rivierdijkversterking) (dijkring 16) Dvb-plan voorb.uitv voorb uitv. voorb uitv. uitv. uitv. Uitv Afr uitv. uitv. Uitv Afr. Ontwerp- Projectpla n vastgeste ld en vergunnin gaanvrag en ingediend 2015 Definitief ontwerp / bestek voor deel 1 is gereed en aanbeste ding is gestart; Toelichting Op 13 december 2011 zijn het Ontwerp-Projectplan en het bijbehorende inrichtingsplan vastgesteld door het CDH. Verder zijn in december diverse aanvragen voor vergunning c.q. ontheffing ten behoeve van dijkversterking ingediend bij de bevoegde gezaggen. In het voorjaar 2012 zal het Ontwerp-Projectplan samen met de ontwerp-besluiten ter inzage worden gelegd. Tot slot zal in 2012 de aanbesteding worden voorbereid. Minnelijke grondverwerving is gestart. Uit de engineering van de damwandconstructies van deel 1 is gebleken dat verankering noodzakelijk is. Dit was niet voorzien en heeft meer tijd gekost. Ook zullen de kosten hierdoor hoger worden echter de omvang is op dit moment nog niet in te schatten doordat de engineering voor deel II nog moet worden uitgevoerd. Het is ook mogelijk dat optimalisaties in deel II van het plan nog kansen bieden om de kosten te verlagen. In de loop van dit voorjaar wordt de eerste doorrekening van kosten verwacht. Door bovenstaande vertraging is uitvoering van Deel I uitgesteld waardoor het projectresultaat achter is gebleven. V3. Robuust ontwerpen van waterkeringen Beleid is inmiddels vastgesteld en wordt toegepast. Een deel van de kosten voor het robuust ontwerpen van waterkeringen wordt niet door het rijk gesubsidieerd In de afzonderlijke dijkverbeteringsplannen zullen de ontwerpuitgangspunten en de financiële consequenties van robuustheid worden aangegeven. Deze kosten zijn beperkt. V4. Ervaring opdoen in het toepassen van innovatieve uitvoeringstechnieken die voldoen aan de eisen a. Middels een praktijkproef aantonen dat de afgerond 2010 nieuwe technieken Mixed in place en Expanded columns toepasbaar zijn bij dijkverbetering. V5. Veilig stellen profiel van vrije ruimte 46

47 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie a. Gedetailleerd(er) profiel van vrije ruimte 2013 opnemen in de legger. Primaire keringen 0 % 75 % 100 % 2013 % km primaire kering waarbij profiel van vrije ruimte in legger is vastgelegd. Regionale keringen % km regionale kering waarbij profiel van vrije ruimte in legger is vastgelegd. V6. Bevorderen dat kern- en beschermingszones planologisch worden vastgesteld Geen maatregel 80 % 100 % 0 % Toelichting V7. Handhaven ruimte voor de rivier Beleid is inmiddels vastgesteld en wordt toegepast Continu Regulier werk V8. Beheren en onderhouden waterkeringen a. Alle primaire waterkeringen die binnen ons beheergebied van belang zijn voor de veiligheid, zijn in beheer bij Waterschap Rivierenland Betreft hier de voorhavendijken van het Amsterdam Rijnkanaal bij Rijswijk en Tiel. overleg en formalisere n in beheer en onderhou d bij ws % Continu Uitgangspunten voor het profiel van vrije ruimte zijn opgesteld. De berekening van de profielen is uitbesteed. De planning is aangepast (vaststelling in AB in 2013) om de nieuwe inzichten mbt piping mee te nemen bij het vaststellen van het profiel van vrije ruimte. In 2012 zal gestart worden met het verwerken van de berekeningsresultaten in de legger. Pvvr is momenteel alleen van toepassing bij genormeerde boezemkades. Van al deze kades (zijnde 69%) is de legger, incl pvvr vastgesteld. Voor realisatie mbt leggers overige keringen, zie V1e. Regulier werk. Het Rijk is voornemens de verplichting voor gemeenten om dit in bestemmingsplannen op te nemen in de AMvB Ruimte vast te leggen % Overdracht Voorhavendijken langs het Amsterdam- Rijnkanaal bij Rijswijk en Tiel (circa 2,4 km) zijn formeel 26 november 2010 overgedragen. De administratieve afhandeling volgt. RWS moet alle stukken nog aanleveren. Ihkv Storm en Doelmatig Waterbeheer is in overleg met RWS Utrecht besloten de coupure Diefdijk (A2) niet over te nemen. Er wordt een gezamenlijke reactie met RWS Oost-Nederland en RWS Zuid- Holland voorbereid waarom de verbindende waterkeringen van WSRL niet in aanmerking komen voor overdracht. De formele overdracht van het beheer van de voorhavendijken Kromme Nol en Wilhelminasluis ihkv Brokx Nat is nog niet afgrond. Verantwoordelijkheden mbt beheer en onderhoud Maasdijk Mook/Molenhoek moeten nader uitgewerkt worden met betreffende beheerders en waterschap 47

48 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie b. Voor alle onderdelen van de waterkeringen wordt het onderhoud gestructureerd vastgelegd in onderhoudsbeleid, onderhoudsplannen en onderhoudsconcepten. In onderzoek is of dit in de toekomst ondersteund kan worden met een onderhoudbesturingssysteem c. Inventariseren van alle relevante LNC-waarden in de kern- en beschermingszone van de waterkering en deze opnemen in een beheerregister. V9. Bestrijden van hoogwatercalamiteiten a. Calamiteitenorganisatie opleiden en oefenen voor het bestrijden van hoogwater bij primaire en regionale waterkeringen. 100 % % Toelichting Peel en Maasvallei. In verband met het hoogwater in januari en de droogteperiode van mei-juli en de prioriteit voor bestrijdingsplannen zijn werkzaamheden aan maatregel V8b verder doorgeschoven. De 50% doelstelling staat nu voor % 100 % % Pilots voor dijkring 42 en 16 voor LNC waarden rond primaire kering zijn afgerond. Conclusie is dat een verdere uitrol niet mogelijk is. Landelijk komt in 2013 een landsdekkend kaartensysteem Calamiteite norganisati e opgeleid en heeft geoefend opleiden en oefenen opleiden en oefenen opleiden en oefenen opleiden en oefenen beleid en program ma 95% Dijkwachtorganisatie is ingevuld, opgeleid en geoefend. Het is nodig door te oefenen met de informatiestroom in de praktijk. Oefenen met het bestrijdingsplan regionale keringen is uitgesteld naar b. Voor alle dijkringen (met uitzondering van dijkringen 37, 39 en 40; deze zijn te klein) en stelsels van regionale waterkeringen worden overstromingsscenario's opgesteld op basis van de actuele maatgevende omstandigheden c. Actualiseren van de calamiteitenbestrijdingsplannen (CBP) met betrekking tot de primaire en regionale keringen d. Actualiseren en implementeren van de kunstwerkprotocollen voor alle waterkerende kunstwerken e. Het maatgevende faalmechanisme per dijkring bepalen V10. Bestrijden van muskus- en beverratten a. Verdere vergroting van de efficiëntie en de effectiviteit van de muskusrattenbestrijding Opmerking: Verlaging van de vangsten bij gelijkblijvende inzet. Bij bereiken van 0,15 v/km (na 75% 100% % Voor de dijkringen zijn overstromingsscenario s beschikbaar. Uit de normeringsstudie van de Lingedijken komen overstromingsscenario s beschikbaar van deze regionale keringen. 100% revisie % In 2011 zijn de 4 calamiteitenbestrijdingsplannen ingediend bij CZS ter verdere besluitvorming. 50% 50% 50% 75% 100% % De sluitingsprotocollen zijn op papier grotendeels gereed. In 2011 is gestart met het bouwen van een database voor centraal en digitaal beheer van alle gegevens uit de protocollen. Daarbij vindt structurele actualisering en aanvulling van ontbrekende gegevens plaats. Bij veldoefeningen in de komende jaren worden deze gecontroleerd. Vandaar de eindrealisatie in 2011 van 85%. 100% x 2011 Deze doelstelling is in 2010 al behaald. 0,3 v/km 0,25 v/km 0,2 v/km 0,15 v/km 0,15 v/km % 0,35 v/km Door de 3 e winter op rij waarin benutting van de speurtijd suboptimaal was en door de hoog watergolf in januari waardoor de instroom vanuit Duitsland in die periode erg hoog was, is de populatie 48

49 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie ) kan de inzet structureel met 10% worden verlaagd. b. Realisering van overdracht van muskus- en beverrattenbestrijding van provincies naar het waterschap Opmerking:Traject is afhankelijk van invoering waterwet en samenwerking waterschappen Zuid Holland V11. Uitvoeren van studies naar compartimentering a. Uitvoeren studies naar compartimenteringsdijken Grensgebied met Arbeitsgruppe Dit betreft een internationaal project waarbij ons waterschap geen trekker is. Zuid- Hollands deel beheersge bied Zuid- Hollands deel beheersg ebied 2011 Overdrac ht afgerond Toelichting toegenomen. Daardoor zijn de vangsten per kilometer in 2011 hoger uitgekomen dan verwacht. De wettelijke overdracht heeft per plaats gevonden waardoor de muskus- en beverratbestrijding een wettelijke taak van de waterschappen is geworden. De samenwerking met de waterschappen: Veluwe, Rijn en IJssel Vallei en Eem, Hollandse Delta in een nieuwe samenwerkingsorganisatie is op 1 januari 2012 formeel van start gegaan. Het personele harmoniseringstraject zal waarschijnlijk in maart 2012 zijn afgerond waarna de bestrijders, die nu werkzaam zijn bij HDSR (Vallei en Eem) en Hollandse Delta, bij WSRL in dienst zullen treden. De bestrijders van de waterschappen Veluwe en Rijn en IJssel zijn al in dienst bij WSRL. Uitvoeren afronding 2012 Op bestuurlijk niveau hechtte zowel Nederland als Duitsland onvoldoende belang aan de geplande Hochwasserkonferenz. In het verlengde hiervan is besloten te kiezen voor een technische konferenz waarbij vanuit DG-I&M de bereidheid werd uitgesproken om op het niveau van de DG deel te nemen. Inmiddels is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de komende periode aan de Duitse collegae voor commentaar voorgelegd. Thans wordt nagegaan op welke wijze de technische konferenz moet worden vormgegeven en het reeds verrichtte werk verder kan worden verzilverd. Amsterdam Rijnkanaal dijkring 43 (provincie Gelderland is trekker) Afronding 2011 Nadere uitwerkin g Gebiedspilot dijkring 43 is afgerond, eind 2011 is het landelijke syntheserapport verschenen van de gebiedspilots. Het vraagstuk zal nader uitgewerkt worden in het regioproces van het Deltaprogramma Rivieren. Op 14 juni 2011 heeft het CDH een voorlopig positief standpunt ingenomen inzake compartimentering langs het A dam Rijnkanaal en steunt een meer diepgaande analyse naar deze optie. Overige waterkeringen (Rijndijk Kesteren - Afronding 2011 Voor de regionale keringen die niet als zodanig zijn 49

50 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Lienden, Meidijk in de Bommelerwaard) V12. Opstellen risico- en lokatiekeuzekaarten a. Vertaling en uitwerking van de risicokaarten (aansluiten bij de richtlijn overstromingsrisico's = ROR) naar lokatiekeuzekaarten als handvat in de ruimtelijke ordening. Deze lokatiekeuzekaarten geven de risico's van overstromingen van de primaire waterkeringen weer. x x x 2012 Participati e in het ROR traject Toelichting aangewezen door de provincie, doordat zij onvoldoende effect hebben als compartimenteringskering, zal onderzocht worden door het waterschap of er nut en noodzaak is deze keringen in beheer te houden. De planning hiervoor is aangepast naar Dit uitstel heeft verder geen gevolgen voor de waterveiligheid. Leidend voor de lokatiekeuzekaarten zijn de overstromingsrisicokaarten die in het kader van de EU-ROR worden opgesteld. WSRL is hier geen trekker van, de risicokaarten komen in 2012 of 2013 beschikbaar. De lokatiekeuzekaarten zelf zullen worden ontwikkeld binnen het kader van het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering. 50

51 Kostenontwikkeling en analyse programma Waterkeringen ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves N Per saldo V Analyse op hoofdlijnen: Kosten en opbrengsten Hogere kosten in verband met hoogwaterperiode januari N Lagere kosten beheer en onderhoud primaire en regionale waterkeringen n.a.v. aanbestedingsresultaten en doorgevoerde besparingen. 402 V Hogere kapitaallasten als gevolg van actualisering investeringsplanning. 203 N Lagere kosten muskus- en beverratbestrijding in verband met hogere bijdrage vanuit LCCM, diverse kostenvoordelen en afwikkeling voorziening.i.v.m. opheffen huidige bestrijdingsorganisatie. 488 V Meer gedeclareerde uren inzake dijkversterkingprojecten. 448 V Lagere doorbelasting van personeelskosten als gevolg van een lagere urenrealisatie voor legger en beheerregisters en onderhoud waterkeringen. 447 V Per saldo diverse voor- en nadelen. 118 V Inzet bestemmingsreserves Totaal kosten en opbrengsten Lagere onttrekking bestemmingsreserve vervroegde afschrijving waterkering vanwege lagere investeringen in ( x 1.000) Totaal resultaat programma Waterkeringen V 64 N ( x 1.000) INVESTERING Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Bruto V Subsidies/bijdragen N Netto V Voor een toelichting op de verschillen wordt verwezen naar bijlage 12 Toelichting investeringen per beleidsproduct per programma. V 51

52 2.3 Programma Watersystemen en waterketen Beoogd effect Schoon en voldoende grond- en oppervlaktewater Inhoud programma Het gaat bij het programma watersysteem en waterketen om de volgende thema s: voldoende en schoon water in het landelijk gebied voldoende en schoon water in het stedelijk gebied voldoende en schoon water in waardevolle en beschermde gebieden inrichten en beheren afvalwaterketen vaarwegen, recreatief medegebruik en cultuurhistorie duurzaamheid, innovatie en klimaat Watersysteem Dit programmadeel omvat het beleid, de planvorming en de uitvoering op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit. Voor beide zijn er Europese, landelijke en provinciale programma s waaraan het waterschap uitvoering geeft. De bekendste zijn het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Deltaprogramma Zoetwater. De uitvoering door het waterschap valt te verdelen in aanpak van wateroverlast, watertekort en de zorg voor schoner/ecologisch gezonder water. Daarnaast is er de zorg voor gebieden en wateren met een bijzondere status, zoals (verdroogde) natuur, oppervlaktewater voor drinkwater, zwemwater en vaarwater. Ook omvat het programma de zorg voor het stedelijk water en de regulering van het gebruik van grondwater. a. NBW en KRW Het waterschap pakt het uitvoeren van de NBW- en KRW-doelstellingen integraal op. Het waterschap heeft er voor gekozen de NBW maatregelen (wateroverlast) vooral in lijnvormige elementen te nemen, te weten de verbreding van watergangen en het eenzijdig voorzien van deze verbrede watergangen van natuurvriendelijke oevers. Hiermee wordt bereikt dat de NBW-maatregelen ook bijdragen aan de KRW-doelen. Ongeveer 60% van de natuurvriendelijke oevers in het kader van NBW maatregelen worden aangelegd in KRW-oppervlaktewaterlichamen. In het waterbeheerplan zijn maatregelen opgenomen om de doelstellingen behorende bij NBW in 2015 te halen. Daarnaast zijn in het waterbeheerplan ook voor de KRW een aantal maatregelen gepland voor De belangrijkste zijn de aanleg van natuurvriendelijke oevers (=overlap tussen NBW en KRW), vismigratie en het baggerprogramma. De meeste NBW en KRW maatregelen lopen volgens planning. Denk bijvoorbeeld aan hydraulische maatregelen tegen wateroverlast en het baggerprogramma. De aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van zowel NBW als KRW, blijft echter achter bij de planning. Belangrijkste reden daarvoor is de achterblijvende grondverwerving. Daarom is de uitvoering van de aanleg van natuurvriendelijke oevers getemporiseerd naar 2018 en daarmee de realisatie van de doelstellingen voor KRW en NBW verschoven van 2015 naar Deze fasering is reeds bestuurlijk overeengekomen met de inliggende provincies.het waterschap zal voor het KRW-deel via Rijn-West verantwoording afleggen aan het rijk en Europa. Voor de NBW wordt daarnaast gewerkt aan nieuwe wateroverlaststudies (normeringstudies) waardoor eind 2013 voor het grootste deel van het gebied bekend is wat de resterende opgave voor de NBW is. Watertekort Door de bevolkingsgroei gebruiken steeds meer burgers zoet water. Tegelijkertijd kan door klimaatverandering het aanbod van zoet water afnemen. Het deelprogramma Zoetwater uit het Deltaprogramma neemt het beleid onder de loep en brengt problemen en mogelijke oplossingen in 52

53 kaart. Waterschap Rivierenland trekt sinds 2011 de zoetwaterregio rivierengebied (Waterschap Rivierenland, 4 provincies, RWS, stakeholders). Hierin wordt gekeken naar de opgaven waar het rivierengebied op termijn voor staat en naar mogelijke strategieën. b. Wateren en gebieden met bijzondere status De aanpak van gebieden en wateren met een bijzondere status heeft een gebiedsgericht karakter. In de periode ligt het accent op de aanpak van (verdroogde) natuurgebieden en zwemwater. Bij zwemwater is het streven om een aanvaardbare zwemwaterkwaliteit te bereiken in Bij de (verdroogde) natuurgebieden en wateren met een bijzondere status, ligt de prioriteit bij Natura-2000 gebieden (de zogenaamde sense-of-urgency gebieden) en de Top-lijstgebieden. Daarnaast worden maatregelen getroffen in gebieden en wateren met een bijzondere status, indien deze tevens bijdragen aan de NBW- en/of KRW-doelen. In Gelderland valt de aanpak van gebieden met een bijzondere status onder de waterovereenkomst tussen Waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland. In Noord- Brabant vindt de aanpak van Natura-2000, Top-lijst en wateren met een bijzondere status plaats in het kader van de 2e bestuursovereenkomst Revitalisering Wijde Biesbosch. In verband met bezuinigingen bij het Rijk op de EHS en ILG zullen echter naar verwachting niet alle maatregelen van de 2 genoemde overeenkomsten worden uitgevoerd. Ook problemen met grondverwerving zijn hier debet aan. Eind 2011 is het deelakkoord Natuur gesloten tussen Staatssecretaris Bleker en IPO. In 2012 zullen waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland de huidige waterovereenkomst actualiseren op basis van het deelakkoord Natuur. Hetzelfde geldt voor de 2 e Bestuursovereenkomst die is afgesloten met de provincie Noord-Brabant. c. Vaarwegen, recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Binnen het programma Watersystemen en waterketen vinden gecoördineerd de activiteiten plaats in het kader van de taak vaarwegenbeheer en ten behoeve van recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Vanzelfsprekend is er bij de activiteiten van andere programma s ook aandacht voor recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Over het vaarwegbeheer is in het bestuursakkoord Water opgenomen dat in 2012 een besluit wordt genomen over het toebedelen van het vaarwegbeheer. Momenteel voert Waterschap Rivierenland hierover gesprekken met provincie Zuid Holland en de provincie Gelderland Deze gesprekken moeten voor 22 december 2012 (de waterwet) leiden tot vastgelegde afspraken over de rolverdeling voor vaarwegbeheer. d. Grondwaterbeleid Met de inwerkingtreding van de waterwet in 2010 is het grondwaterbeheer voor een groot deel bij het waterschap komen te liggen. De hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot grondwater staan in het waterbeheerplan. In het voorjaar van 2011 is daarnaast de beleidsnota Grondwater door het AB vastgesteld. Deze nota bevat een nadere uitwerking van de grondwatertaken bij het waterschap. Evaluatie van het beleid zal plaatsvinden in De regelgeving voor grondwater is opgenomen in Keur en beleidsregels. Hierbij is rekening gehouden met het beleid van de 4 inliggende provincies, met behoud van het uitgangspunt van eenheid van beleid binnen het waterschapsgebied. Waterketen De waterketen kent drie onderdelen, te weten de bereiding en distributie van drinkwater, de inzameling en transport van afvalwater en de zuivering van het afvalwater. De drinkwaterbedrijven zorgen voor de bereiding en distributie van drinkwater. De gemeenten dragen de zorg voor de inzameling en transport van afvalwater. De zorgplicht voor het zuiveren van het stedelijk afvalwater is opgedragen aan de waterschappen. In dit programma komen aan bod: uitvoering van het rioleringsbeleid, samenwerking in de waterketen, emissies rwzi's en innovaties. a. Uitvoering rioleringsbeleid. Ter verbetering van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater hebben de gemeenten een - landelijk geldende - inspanningverplichting om de vuiluitstoot van riooloverstorten met 50% te reduceren. Voor de uitvoering van de maatregelen (ook wel de "basisinspanning" genoemd) gelden termijnen die provinciaal vastgesteld zijn. In Zuid Holland, Utrecht en Noord-Brabant moest de basisinspanning voor 53

54 2005 zijn gehaald en in Gelderland vóór Wanneer duurzame maatregelen (afkoppelen) worden uitgevoerd, is uitstel verleend tot Bij gemeenten die nu nog steeds niet voldoen, vindt handhaving plaats. Gemeenten betrekken ons waterschap bij de opstelling van het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) en de overige (technische) rioleringsplannen, zoals basisrioleringsplannen, afkoppelplannen en de te verlenen Watervergunningen. Gemeenten kunnen bij ons waterschap subsidie aanvragen voor de uitvoering van (afkoppel)projecten. b. Samenwerking in de waterketen. Waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven zien de waterketen (drinkwater, riolering en zuivering) als een samenhangend geheel met veel verbanden. Meer samenwerking tussen de partners in de afvalwaterketen kan leiden tot verbetering van de doelmatigheid, duurzaamheid, transparantie en dienstverlening voor onze gezamenlijke klanten. Samenwerking is noodzakelijk om via synergie op de juiste wijze om te kunnen gaan met nieuwe externe ontwikkelingen, zoals klimaatsverandering, nieuwe wet- en regelgeving en mogelijke innovaties in het afvalwaterbeheer. Waterschap Rivierenland ziet het nut en het belang van samenwerking in de afvalwaterketen en gaat nog meer initiatieven op dit gebied ontplooien. Ook het Rijk ziet de voordelen van samenwerking in de waterketen. Dit is kracht bijgezet door het afsluiten van een "Bestuursakkoord waterketen" in juli De Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Gemeenten (VNG) hebben in maart 2010 een gezamenlijke verklaring ondertekend waarin zij verdergaande samenwerking nastreven. In 2010 is door het Algemeen Bestuur een strategienota over samenwerking in de waterketen vastgesteld. In het Bestuursakkoord Water (2011) zijn afspraken over doelmatigheidsverbetering en samenwerking opnieuw vastgelegd. Waterschap Rivierenland gaat in samenspraak met gemeenten daadwerkelijk uitvoering geven aan de inhoud van het bestuursakkoord. VNG en de Unie van Waterschappen hebben in het Bestuursakkoord waterketen de volgende fasering afgesproken: Fase 1. UvW en VNG werken samen aan informeren van hun leden en het verzamelen van de best practices. Fase 2: vaststellen van de bestuurlijke of hoog ambtelijke trekkers om het regionale uitwerkingsproces op te starten en te stimuleren. Fase 3: De ambities in de regio zijn duidelijk en vóór 31 dec 2011 zijn bindende afspraken gemaakt over de juridische vormgeving van de samenwerkingfase 4: Organisatorische invulling: vóór 31 dec 2012 is de juridische vormgeving (Sluiten van gemeenschappelijke regeling, coöperatie of alternatief) gerealiseerd en er wordt in meer dan 75% van de zuiveringskringen effectief en doelmatig samengewerkt. Fase 1 en 2 zijn afgerond. Nadat in het beheersgebied van het waterschap de bestuurlijke trekkers benoemd, zijn gemeenten en het waterschap samen aan de slag gegaan met feitenonderzoeken. Dit zijn onderzoeken naar inhoudelijke mogelijkheden tot samenwerking. De feitenonderzoeken zullen nog vertaald worden in businesscases, die op hun beurt weer richting geven aan de wijze waarop de samenwerking juridisch/organisatorisch moeten worden ingericht. Er in zijn in 2011 regionaal al wel afspraken gemaakt over samenwerking, maar het was nog te vroeg om de juridische vormgeving te duiden. c. Emissies rwzi's. Bij de realisatie van de prestaties op de zuiveringsinstallaties is het uitgangspunt te voldoen aan de wettelijke eisen. Er wordt ten aanzien van de zuiveringstaak geen hoger ambitieniveau gesteld. Dit houdt o.a. in dat voldaan moet worden aan de gestelde lozingseisen, het bereiken van het vereiste gebiedsrendement voor fosfaat- en stikstofverwijdering voor lozingen op rijkswateren. Dit met in achtneming van de benodigde maatregelen om aan de KRW doelstellingen te voldoen. Naast de investeringen die benodigd zijn om deze prestaties te realiseren zullen ook investeringsprojecten en onderhoud- c.q. vervangingsinvesteringen worden uitgevoerd om de huidige prestaties op peil te kunnen houden. 54

55 d. Innovaties. Waterschap Rivierenland wil op een innovatieve wijze haar taak uitvoeren. Invulling wordt hieraan gegeven met de uitvoering van de projecten ipa (procesautomatisering en bediening op afstand van de zuiveringstechnische werken met centrale gegevensontsluiting), energiebewust zuiveren, onderzoek verdergaande zuiveringstechnieken en pilots op het gebied van innovaties in de afvalwaterketen. De branche zuiveringsbeheer heeft met de ondertekening van de Meerjarenafspraak Energie (MJA 3) op zich genomen om de energie efficiency in de periode 2005 t/m 2020 met 30 % te verbeteren. Hiertoe zullen energiebesparingsmaatregelen genomen worden die zich binnen 10 jaar kunnen terugverdienen. Conform het afgesloten klimaatakkoord tussen de UvW en het Rijk zal de hoeveelheid zelf opgewekte energie in de periode t/m 2020 opgevoerd moeten gaan worden naar 40 % van het verbruik. Duurzaamheid, innovatie, klimaat (DIK). Waterschap Rivierenland streeft er naar om bij te dragen aan het beperken van de klimaatverandering. Binnen het programma Watersystemen en waterketen worden alle plannen en initiatieven die in dat kader bestaan gebundeld en versterkt. Voortvloeiend uit de missie werkt het waterschap voortvarend aan een duurzaam waterbeheer. Het waterschap werkt volledig met natuurstroom en in de bedrijfvoering geldt structureel het principe van duurzaam inkopen. Dit betekent dat we bij het aanschaffen van bijvoorbeeld bedrijfskleding en papier, kiezen voor de producten met de meest gunstige effecten als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook houdt het waterschap zich aan regels ten behoeve van onkruidbestrijding (het zogeheten zilvercertificaat). In de komende jaren wordt gewerkt aan een verdere verduurzaming van de taakuitvoering en de bedrijfsvoering. Meer nog dan in de afgelopen jaren wordt bij innovaties gekeken naar de te verwachte kosten- en bedrijfsvoordelen. We hebben aandacht voor innovatieve technieken (zoals t.a.v. procesautomatisering bij ipa en de innovatieve dijkverbetering) die belangrijk zijn voor de uitvoering van grote kostbare projecten en programma s. Maar we kijken ook naar andere manieren van werken. Er moet immers met minder mensen meer werk worden gedaan. Ook gaan we meer dan voorheen aandacht besteden aan de samenwerking met anderen, zoals de waterschappen. Belangrijk is dat er niet te veel hetzelfde wordt gedaan maar iedereen kansrijke accenten kiest. Het geheel maakt de som der delen. Dit past o.a. bij de aanpak van de Energiefabriek en samenwerking in de waterketen. Concreet betekent die samenwerking ook dat we tijd stoppen in duidelijkere programmering en afstemming van initiatieven in de waterwereld Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten Het Waterbeheerplan, waarin de doelen en maatregelen worden beschreven voor de beleidsvelden waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen, W1 t/m 20 definitief vaststellen en daaraan uitvoering geven. Peilbeheer: een optimale grond- en oppervlaktewaterstand en voldoende aan- en W1, 8 afvoer van water, zodat de in de bestemmingsplannen vastgelegde functies (landbouw, natuur, bebouwing) zo goed mogelijk worden gefaciliteerd. Het ontwikkelen van een visserijbeleid, dat is gericht op een duurzaam visbeheer. W5, 6, 11 Uitvoering geven aan het maatregelenprogramma van het Waterbeheerplan ter W2, 3, 9 beperking van wateroverlast bij extreme omstandigheden. Daarnaast wordt een beleid ontwikkeld voor extreem watertekort en wordt in het dagelijks peilbeheer meer ingespeeld op weersverwachtingen. Uitvoeren van nieuwe normenstudies voor wateroverlast (vanaf 2011) in verband met nieuwe klimaatscenario s en veranderd grondgebruik. W2, 9 Ontwikkelen regelgeving en beleid voor (vergunningverlening en handhaving van) W7 kleine grondwateronttrekkingen. Inzetten op een vroegtijdige inbreng van het waterschap bij alle vormen van ruimtelijke planning, onder andere door uitbouw van de samenwerking met gemeenten. W2, 8, 9, 12 55

56 Inlopen van de achterstand in baggeractiviteiten, het wegwerken van nietverspreidbare baggerspecie en het op orde houden van die gebieden die dat nu al W1 t/m 12 zijn. Actieve inzet om waardevolle watergerelateerde cultuurhistorische elementen te W21 behouden en waar mogelijk te versterken. Daar waar mogelijk het beheer aan derden overdragen. Stimuleren van recreatief medegebruik, daar waar mogelijk en passend. W22 Aanpassen van de werkprotocollen voor flora en fauna naar aanleiding van een W5, 6, 11 evaluatie. Tevens ontwikkelen van nieuw beleid voor de bestrijding van invasieve exoten. Het actief zoveel mogelijk beperken van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij het beheer van waterschapseigendommen en tevens W4, 5, 6, 10, 11, 13 andere partijen aansporen het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verder te beperken. Inzet op grondverwerving op vrijwillige basis. Onteigening vindt slechts bij hoge W2, 8, 9, uitzondering plaats. Toepassen van het kostenveroorzakingsbeginsel bij de aanleg van nieuw stedelijk gebied en bedrijventerreinen; daarbij geldt tevens het beginsel van niet-afwentelen (dus waterberging realiseren binnen de grenzen van de stedelijke uitbreiding of het bedrijventerrein). Het ontplooien van initiatieven voor samenwerking in de afvalwaterketen, onder meer met de gemeenten door middel van het uitvoeren van optimalisatiestudies. Het overnemen van het beheer en onderhoud van eindrioolgemalen waar transparantie en doelmatigheid kunnen worden verbeterd. Het afstoten van gemalen wanneer deze bij de riolering behoren. Wijzigen of aanvullen van afvalwaterakkoorden met de gemeenten en het lokaal aanpassen van de capaciteit van gemalen en persleidingen, waar dat nodig is om aan de afnameverplichting te kunnen voldoen. 12 W8, 9 W16, 20 W16, 20 W16, 20 Het nemen van initiatieven voor het toepassen van innovatieve methodes, bijvoorbeeld door het zoeken van samenwerking met marktpartijen, W16, 20, 24 netwerkpartners en andere waterschappen. Het bereiken van 2% energie-efficiency per jaar voor het zuiveringsbeheer. W18, 19, 20 Onderzoeken of het gebruik van natuurstroom, hetgeen thans reeds plaatsvindt voor alle installaties en gebouwen van het waterschap, een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partijen. Uiteraard vindt een kosten-batenanalyse plaats. W25 Het doen van onderzoek naar de optimale schaalgrootte van zuiveringsinstallaties en het transportstelsel wanneer zich kansen voordoen tot opschaling. W18, 19, 20 56

57 Programma-doelstellingen Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? Thema: Voldoende en schoon water in landelijk gebied W1 Zorgen voor voldoende water in landelijk gebied. In het watersysteem in het landelijk gebied is voldoende water beschikbaar om de verschillende landgebruikvormen zo goed mogelijk te faciliteren W2 W3 W4 W5 Beperken van schade door wateroverlast in landelijk gebied Het watersysteem in het landelijk gebied voldoet in 2015 aan de basisnormen voor wateroverlast. Bij extreme weersomstandigheden wordt de schade door wateroverlast zoveel mogelijk beperkt Beperken van schade door watertekort in landelijk gebied De kans op schade door watertekort bij extreme weersomstandigheden wordt zoveel mogelijk beperkt Zorgen voor een goede chemische waterkwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied Het oppervlaktewater heeft in 2015 een goede chemische toestand: het gehalte aan prioritaire stoffen voldoet aan de Europese norm. De chemische waterkwaliteit mag niet verslechteren t.o.v. de toestand in 2000 ( stand still ). Zorgen voor een goede ecologische kwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied Voor alle overige wateren streven we naar het bereiken van een biologisch gezond watersysteem in De bijbehorende normen zijn (voorlopig) Stowa klasse 3 en de normen voor de overige relevante verontreinigende stoffen (Besluit kwaliteitseisen en monitoring water). De meeste maatregelen lopen op schema, met uitzondering van een kleine achterstand bij renovatie/automatisering van stuwen en gemalen. In de voorjaarsnota 2011 is de planning geactualiseerd. De aanleg van natuurvriendelijke oevers loopt achter op schema. Daarom zijn de maatregelen in de voorjaarsnota 2011 getemporiseerd en verschuift de langetermijn doelstelling voor NBW naar Op grond van deze gefaseerde doelstelling zou het oordeel groen zijn (op schema). Conform planning. Conform planning. Sommige maatregelen hebben vertraging opgelopen (verbreding watergangen en de aanleg van natuurvriendelijke oevers, aanleg vispassages). Betreffende maatregelen zijn gekoppeld aan NBW en KRW, zodat ook hier temporisering van maatregelen aan de orde is. Dit is reeds verwerkt in de voorjaarsnota Op grond van van deze gefaseerde doelstelling zou het oordeel groen zijn (op schema). 57

58 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? W6 W7 Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in waterlichamen (KRW) In 2027 hebben alle waterlichamen een goede ecologische waterkwaliteit. Dit betekent dat de kwaliteit voldoet aan de normen van de kwaliteitsklasse GEP (Goed Ecologisch Potentieel) en aan de normen voor de overige relevante verontreinigende stoffen. Zorgen voor een duurzaam gebruik van grondwater Het onttrekken van grondwater zodanig reguleren dat er sprake is van een duurzaam gebruik van grondwater en negatieve effecten van onttrekkingen zoveel mogelijk worden beperkt. Sommige maatregelen hebben vertraging opgelopen (verbreding watergangen en de aanleg van natuurvriendelijke oevers, aanleg vispassages). Daarom worden de KRW maatregelen die waren gepland tot en met 2015 getemporiseerd tot Einddoel van de KRW blijft ongewijzigd in Dit is reeds verwerkt in de voorjaarsnota Op grond van deze gefaseerde doelstelling zou het oordeel groen zijn (op schema). Conform planning. Thema: Voldoende en schoon water in stedelijk gebied W8 Zorgen voor voldoende water in stedelijk gebied In het watersysteem in het stedelijk gebied is voldoende water beschikbaar om de stad zo goed mogelijk te faciliteren. Conform planning. W9 W10 Beperken schade door wateroverlast en watertekort in stedelijk gebied In het watersysteem in het stedelijk gebied is voldoende water beschikbaar om de stad zo goed mogelijk te faciliteren. Zorgen voor een goede chemische waterkwaliteit van het stedelijk gebied Het oppervlaktewater in het stedelijk gebied heeft in 2015 een goede chemische waterkwaliteit. Het gehalte aan prioritaire stoffen voldoet aan de Europese norm. De chemische waterkwaliteit mag niet verslechteren t.o.v. de toestand in 2000 ( stand still ). Conform planning. Conform planning. 58

59 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? W11 Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in stedelijk water Voor alle stedelijke wateren, voor zover geen oppervlaktewaterlichaam, streeft het waterschap naar het bereiken van een biologisch gezond watersysteem in De hierbij behorende normen zijn (voorlopig) Stowa klasse 3 en MTR (maximaal toelaatbaar risico). Conform planning. Thema: Voldoende schoon water in waardevolle en beschermde gebieden W12 Zorgen voor voldoende schoon water voor natte natuur Het realiseren van de voor natuur benodigde watercondities zodat de bijzondere natte natuurwaarden in natuurgebieden (waternatuur of natte landnatuur) wordt hersteld, ontwikkeld of behouden W13 W14 Zorgen voor veilig en gezond zwemwater In 2015 voldoen alle zwemwateren tenminste aan de kwaliteitsklasse aanvaardbaar. Zorgen voor schoon oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding De kwaliteit van het uitgemalen water van de Bommelerwaard is zodanig dat het geen nadelige invloed heeft op het halen van de drinkwaternormen in de Afgedamde Maas. Thema: Inrichten en beheren van de afvalwaterketen Door de landelijke en provinciale bezuinigingen (grondaankoopstops, subsidiepauzes) zullen niet alle maatregelen van de waterovereenkomst met de provincie Gelderland worden uitgevoerd. Ook problemen met grondverwerving zijn hier debet aan. Ook in Brabant is de verwachting dat in verband met bezuinigingen bij het Rijk/provincie op de EHS en ILG niet alle maatregelen van de 2e bestuursovereenkomst worden uitgevoerd. Eind 2011 is het deelakkoord Natuur gesloten tussen Staatssecretaris Bleker en IPO. In 2012 zullen waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland de huidige waterovereenkomst actualiseren op basis van het deelakkoord Natuur. Hetzelfde geldt voor de 2 e Bestuursovereenkomst die is afgesloten met de provincie Noord-Brabant. Conform planning. Conform planning. 59

60 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? W15 W16 W17 W18 W19 Opstellen en uitvoeren rioleringsbeleid. Door het opstellen en uitvoeren van het rioleringsbeleid kunnen we invloed uitoefenen op het rioleringsbeheer van de gemeente Samenwerken in de afvalwaterketen Door samenwerking verbeteren van de doelmatigheid, duurzaamheid, transparantie en dienstverlening voor onze gezamenlijke klanten. Het nemen van initiatieven voor het toepassen van innovatieve methodes, bijvoorbeeld door het zoeken van samenwerking met marktpartijen, netwerkpartners en andere waterschappen. Zorgen voor inzameling en transport van afvalwater Beheersen van de hoeveelheid en samenstelling van het aangevoerde afvalwater en het nakomen van afspraken met de gemeente over de hoeveelheid te transporteren afvalwater Zorgen voor zuivering van afvalwater Rwzi s zodanig ontwerpen, bouwen en beheren dat onder normale omstandigheden emissies uit rwzi s voldoen aan de lozingseisen. Zorgen voor ontwatering, verwerking en afzet van zuiveringsslib Zuiveringsslib tegen de laagst maatschappelijke kosten ontwateren en afvoeren naar een bestemming voor eindverwerking van het product. Er is op onderdelen sprake van een beperkte achterstand. Als gevolg van het Bestuursakkoord Water 2011 is er bij de gemeenten voldoende bereidheid om met samenwerking in de waterketen aan de slag te gaan. Het opstellen van Optimalisatiestudies (OAS) is een van de concrete acties daarin. Ondanks bereidheid van gemeenten tot samenwerking blijft de realisatie van deze maatregelen achter. Voor het opstellen van een Optimalisatiestudie is het beschikbaar zijn van actuele gegevens noodzakelijk, hetgeen in een aantal gevallen meer tijd vergt. Ook de vaststelling van een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan is een belangrijke randvoorwaarde. Het opstellen van Afvalwaterakkoorden is vervolgens afhankelijk van de resultaten van de Optimalisatiestudie. Zie voor toelichting W16. Er is op onderdelen sprake van een beperkte achterstand. Het zuiveringsslib is het afgelopen jaar goed en doelmatig verwerkt. De vervangingsinvestering bij rwzi Nijmegen loopt achter op schema. 60

61 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? W20 Werken aan doelmatigheid bij inrichten en beheren van de afvalwaterketen Tegen de laagst maatschappelijke kosten de afvalwaterketen inrichten en beheren. Conform planning. Thema: Vaarwegen, recreatief medegebruik en cultuurhistorie W21 Behouden van landschap, Conform planning. natuur en cultuurhistorie Landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden behouden en versterken. W22 Meewerken aan recreatief Conform planning. medegebruik Mogelijk maken van extensieve recreatie, zoals wandelen, fietsen en kanoën op, in en langs de zich daartoe lenende waterkeringen, watergangen en andere waterschapseigendommen. W23 Beheren van vaarwegen Het zodanig beheren van vaarwegen dat de scheepvaart onder de gestelde voorwaarden (van bijvoorbeeld afmetingen van schepen, diepgang en vaarsnelheid) kan plaatsvinden zonder dat er overlast of schade optreedt. Conform planning. Thema: Duurzaamheid, innovatie en klimaat W24 Innovatie van de taakuitvoering en bedrijfsvoering Nieuwe initiatieven nemen die tot vernieuwing (innovatie) leiden onder andere door netwerken en door samenwerking met marktpartijen en andere waterschappen. Innovatie past in de gedachte van people, planet, profit en past bij de vernieuwing en taakuitoefening en de bedrijfsvoering in zijn geheel. Conform planning. 61

62 Oordeel Doelstellingen Toelichting oordeel en voorstel bijsturing? W25 Het verminderen van alle vormen van niet-duurzaam energieverbruik Verminderen van het energieverbruik en daarnaast onderzoeken of het gebruik van natuurstroom, hetgeen thans reeds plaatsvindt voor alle installaties en gebouwen van het waterschap, een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partijen. Uiteraard vindt een kosten-batenanalyse plaats. Conform planning. 62

63 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 W1. Zorgen voor voldoende water in landelijk gebied a. Herzien en vaststellen van peilbesluiten en streefpeilbesluiten Eerste ronde actualisering (17 peilbesluiten) vaststelling: o Bloemers o Citters o Groesbeek-Ooijpolder o Nederbetuwe o Overbetuwe o De Vijfheerenlanden o Buitenpolders 3 stuks X X X stuks X X X 1 stuk X Continu Toelichting 3 stuks Het opstellen van de peilbesluiten loopt conform planning. Tweede ronde actualisering (13 peilbesluiten) vaststelling: De uitvoering van de peilbesluiten volgt in de regel op de vaststelling ervan. b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma (Continue activiteit met 15-jarige cyclus (Gelderland, Zuid-Holland, Utrecht) of met 12- jarige cyclus (Noord-Brabant) 1 stuk 2 stuks Na 2015 Continu Gebieden: Nederbetuwe-Noord 2, Nederbetuwe-West 2, Voorvliet, Land v.d. Zes Molens, Groot Arkel-Lutjeswaard, Gorinchem oostelijk van de Linge, Werkensepolder en Zandsteeg, Oostwaard Over-Betuwe-Oost 1, Over-Betuwe-Oost 2, De Hom 2, Stuwvak Hollanderbroeksestraat-Muskushouw, Papendrecht, Schelluinse Vliet Gemaal Quarles van Ufford 1, Aalsdijk & Buren, De Laar 1, Gemaal De Baanbreker 1, Achthoven Lakerveld en Lexmond, Nieuwland, Leerbroek en Rietveld, Kedichem Achterdijk en Oosterwijk, Goudriaan, Molenaarsgraaf en Giessen X X % 70% Alle geplande gebieden zijn in gebaggerd. Dit najaar is gestart met de gebieden die voor de winter staan gepland. Vanwege de gunstige weersomstandigheden dit najaar liggen de 63

64 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Oudenbenedenkerk, Alblas, Boezemvliet Brandwijk, Boezemvliet Sliedrecht, Boezemvliet Peilmolen, Achterwaterschap Het Rijswijksche Veld, Broekse Sluis 2, Gemaal De Baanbreker 4, Gemaal van Dam van Brakel, Liesveld en Gelkenes, X 2013 Sliedrecht en Wijngaarden Neder Betuwe Noord 1, Vennengebied, Nederbetuwe-West 1, De Neust, Broekse Sluis 1, Gemaal Bern, Stuwvak Muskushouw stuw Aftakking, Noordeloos, X 2014 Groote Waard, Over- en Nederslingeland, Achterwaterschap Hollandsch Duitsch gemaal 1, Gemaal Bloemers 3, Heerewaarden, Gemaal Alem, Gemaal De Baanbreker 3, Gemaal HC de X 2015 Jongh 1, Langerak, Streefkerk, Alblas, De Vaart, Achterwaterschap c. Renovatie en/of automatisering van 557 stuwen en 37 gemalen d. Uitvoeren schouw en diepteschouw in het gehele gebied (gekoppeld aan baggeractiviteit) Continue activiteit met 15-jarige cyclus (Gelderland, Zuid-Holland, Utrecht) of met 12- jarige cyclus (Noord-Brabant) 35 st. 7 st 35 st 6 st 35 st 6 st 35 st 8 st 35 st. 10 st. Na Continu 30 st 5 st Toelichting werkzaamheden voor op de planning. De start van het eerste deel van het Achterwaterschap stond gepland voor najaar Vanwege de noodzakelijke vergraving van de vaste bodem en het daarbij behorende stabiliteitsonderzoek kades, is dit project vertraagd naar start zomer Door faillissement aannemer en het stoppen van stuwenleverancier is de doelstelling voor 2011 niet volledig gehaald. Daarnaast is de voorbereiding van gemalen iets vertraagd, maar dit wordt in 2012 ingehaald. Gebieden: Over Betuwe Zuidwest 2, Pijpekast & Wadenoijen, Stuwvak Rijksweg - Hollanderbroeksestraat, Stuwvak Stuw Aftakking - Krooshek Kuijkgemaal, Zuidzijde Hofwegen en Ruybroek, Nieuw-Lekkerland, Bleskensgraaf Noordzijde, Bleskensgraaf Zuidzijde, Oud-Alblas Noordzijde, Alblasserdam Grote Nes-Kortland-Souburg, Boezemvliet Vuilendam, Graafstroom, Boezemvliet Molenaarsgraaf, Graafstroom, Achterwaterschap, Oudendijk Nederbetuwe-Noord 2, Nederbetuwe-West 2, Voorvliet, Land v.d. Zes Molens, Groot

65 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 Toelichting Arkel-Lutjeswaard, Gorinchem oostelijk van de Linge, Werkensepolder en Zandsteeg, Oostwaard x % De diepteschouw is uitgevoerd. Over-Betuwe-Oost 1, Over-Betuwe-Oost 2, De Hom 2, Stuwvak Hollanderbroeksestraat-Muskushouw, x 2012 Papendrecht, Schelluinse Vliet Gemaal Quarles van Ufford 1, Aalsdijk & Buren, De Laar 1, Gemaal De Baanbreker 1, Achthoven Lakerveld en Lexmond, Nieuwland, Leerbroek en Rietveld, Kedichem Achterdijk en Oosterwijk, Goudriaan, Molenaarsgraaf en Giessen Oudenbenedenkerk, Alblas, Boezemvliet Brandwijk, Boezemvliet Sliedrecht, Boezemvliet Peilmolen Het Rijswijksche Veld, Broekse Sluis 2, Gemaal De Baanbreker 4, Gemaal van Dam van Brakel, Liesveld en Gelkenes, Sliedrecht en Wijngaarden Neder Betuwe Noord 1, Vennengebied, Nederbetuwe-West 1, De Neust, Broekse Sluis 1, Gemaal Bern, Stuwvak Muskushouw stuw Aftakking, Noordeloos, Groote Waard, Over- en Nederslingeland, Achterwaterschap x e. Inmeten waterlichamen & kunstwerken 1. 23% 24% 23% % Verloopt conform planning. x x f. Opnemen baggerprofielen in legger/beheerregister 1 30% 10% 10% 10% 10% W2. Beperken van schade door wateroverlast a. Verbreden watergangen / aanleg natuurvriendelijke oevers (168 km) Planvorming/Grondverwerving Uitvoering 45 km 5 km 55 km 40 km 48 km 70 km 20 km 48 km 0 km 5 km 2015 Continu % 13 km 12,7 km De profielmodule in IRIS is nog niet beschikbaar, zodat de gegevens niet kunnen worden opgenomen in legger/beheerregister. De data zijn wel verzameld en zullen in een later stadium, wanneer genoemde module wel beschikbaar is, alsnog worden opgenomen in de legger/beheerregister. Ten opzichte van de begroting 2011 is er sprake van een forse achterstand. In het voorjaar 2011 zijn de NBW maatregelen echter getemporiseerd tot en met Vanaf de begroting 2012 wordt dus met een nieuwe planning gewerkt. Voortgang grondverwerving is 1 1 Toegevoegd bij de Voorjaarsnota

66 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie b. Vlakvormige waterbergingsprojecten (32 ha) Planvorming/grondverwerving Uitvoering c. Projectgewijze maatregelen (afhankelijk van derden). d. Nemen van hydraulische maatregelen (vanaf 2007) 71 duikers vervangen/vergroten 11 stuwen (ver)plaatsen 8 gemalen aanpassen e. Afspraken met natuurbeheerders over vasthouden van water Toelichting bepalend voor wat uitgevoerd wordt. Ten opzichte van de begroting 2011 is er sprake van 13 ha 13 ha 6 ha 0 ha 0 ha 1 ha een forse achterstand. In het voorjaar 2011 zijn de 26 ha 6 ha 0 ha ha NBW maatregelen getemporiseerd tot en met Vanaf de begroting 2012 wordt dus met een nieuwe planning gewerkt. Wat aan planvorming en grondverwerving is afgerond wordt als de op te pakken hoeveelheid groot genoeg is, opgepakt en uitgevoerd door bijvoorbeeld mee te liften met bestekken nvo s. x x x x x 2015 x Dergelijke initiatieven hebben zich nog niet aangediend. De meerwaarde van deze maatregel wordt onderzocht in de 2 e fase normering NBW. 2 st 0 st 1 st 4 st 0 st 1 st 3 st 4 st 3 st 1 st 4 st 1 st 1 st 3 st 2 st ,5 Er is sprake van een kleine achterstand. Door verlenging van de uitvoeringstermijn van NBW tot en met 2018 loopt dit onderdeel vanaf 2012 weer op schema. Momenteel is de aanpassing van gemaal De Laar in uitvoering en is De Nieuwe Horn gegund. x x x Een notitie over peilbeheer in natuurgebieden is afgerond. In de 2 e fase normering NBW wordt deze maatregel geëvalueerd. f. Extra baggeren bij knelpunten. x x x x x Continu 100% Zowel dit voorjaar als najaar zijn de knelpunten g. Uitvoeren nieuwe normenstudie, gebaseerd op de dan geldende klimaatscenario s (in deelgebieden). W3. Beperken van schade door watertekort in landelijk gebied a. Studie naar watertekort (gereed 2009). Zie voor vervolg W2g. W4. Zorgen voor een goede chemische waterkwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied a. Rijk aanspreken op het nemen van bronmaatregelen; chemische kwaliteit blijven monitoren W5. Zorgen voor een goede ecologische gebaggerd De pilotstudie wateroverlast heeft vertraging opgelopen; afronding in november nieuwe studies zijn eind 2011 gestart en worden in 2012 afgerond. 0 1 In het kader van het Deltaprogramma Zoetwater wordt de waterbehoefte en de mogelijkheden voor zelfvoorzienendheid samen met de streek in beeld gebracht. Een eerste rapportage is in 2011 verschenen, het onderzoekstraject wordt in 2013 afgerond. Zodoende kunnen de bevindingen vanuit de zoetwaterregio Rivierengebied tijdig worden aangeleverd tbv de nationale Deltabeslissing in Continu x Meten van de chemische kwaliteit maakt onderdeel uit van het monitoringsprogramma dat jaarlijks wordt uitgevoerd. 66

67 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie waterkwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied W2a. Verbreden watergangen / aanleg verwijzing 2015 natuurvriendelijke oevers (42 km in overige wateren) W6a. Natuurvriendelijk onderhoud conform Nota verwijzing Continu gedifferentieerd maaien van watergangen W6b. Aanleg vispassages (ca. 60 stuks, waarvan verwijzing 2027 enkele in overige wateren) 2 W6c. Opstellen beleidsnota visstandbeheer verwijzing 2009 W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma verwijzing Continu Toelichting W6e. Baggeren t.b.v. het oplossen van verwijzing Continu waterkwaliteitsknelpunten W6. Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in waterlichamen (KRW) W2a. Verbreden watergangen / aanleg natuurvriendelijke oevers (126 km in waterlichamen) verwijzing 2015 a. Natuurvriendelijk onderhoud conform Nota gedifferentieerd maaien van watergangen. x x x x x Continu x Project loopt nog en zal medio januari 2012 worden afgerond. Daarna volgt implementatie en uitvoering. b. Aanleg vispassages (ca. 60 stuks) Drie passages worden begin 2012 afgerond. c. Opstellen beleidsnota visstandbeheer Beleidsnota visstandbeheer is begin 2010 vastgesteld in het AB. d. Verrichten van onderzoek naar ontwikkeling visstand x 2013 W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma verwijzing 2015 e. Baggeren t.b.v. het oplossen van waterkwaliteitsknelpunten (5km) f. Verbeteren effluentkwaliteit (stand der techniek) (voor 3 rwzi s vind er nog onderzoek plaats naar mogelijke centralisatie) Valburg Dodewaard Wijk en Aalburg * Dussen * Veldonder zoek en analyses Veldonder zoek en analyses Onderzoe krapport x x x x % Dit betreft een praktijkonderzoek naar eutrofiëring vanuit de bodem en slib naar het oppervlaktewater, waardoor de te nemen KRW maatregel kwaliteitsbaggeren kan worden ingevuld Naar aanleiding van een uitgevoerde centralisatiestudie is besloten om de rwzi s Wijk en Aalburg, Dussen en Eethen in de toekomst aan te sluiten op de rwzi Sleeuwijk. Realisatie hiervan is voorzien in 2016/2017. Dit is een afwijking op de KRW planning die wordt meegenomen in de verantwoording naar Brussel. 2 In de Voorjaarsnota 2010 zijn het aantal vispassages voor 2015 aangepast tov het WBP. 67

68 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 Toelichting Eethen * x g. Pilots diffuse bronnen 3 x x x x x Continu 4 prj 9 projecten zijn momenteel in uitvoering. Hiervan zijn er conform planning eind 2011 vier afgerond. Het betreft drie KRW-innovatieprojecten en een emissieonderzoek in de glastuinbouw in de B waard. In 2012 worden ook vier projecten afgerond en in 2013 één. h. Onderzoek naar ecologisch peilbeheer en pilot x Er is sprake van kleine vertraging. Afronding onderzoek in februari Afhankelijk van onderzoek wordt in 2012 beoogd een pilot te starten. W7. Zorgen voor een duurzaam gebruik van grondwater a. Evaluatie en eventuele bijstelling regelgeving x x 2013 Grondwaterbeleidsplan is in het voorjaar 2011 vastgesteld door het AB. W8. Zorgen voor voldoende water in stedelijk gebied W1d. Uitvoeren schouw en diepteschouw in het gehele gebied W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma (deels gekoppeld aan afspraken overname stedelijk water) verwijzing Continu verwijzing Continu a. Overname stedelijk water x x x x x 2021 x b. Uitvoeren stedelijke waterplannen 2015 aanleg waterberging (119 ha*) 3,5 ha 7,5 ha 15 ha 25 ha 35 ha hydraulische maatregelen (295 stuks) 30 st 30 st 30 st 30 st 30 st waterkwaliteitsmaatregelen (174 stuks) 10 st 10 st 15 st 15 st 30 st * Van 2 gemeenten zijn eind 2010 de waterbergingsmaatregelen bekend. Deze maatregelen zijn nog niet in de 119 ha opgenomen. W1e. Inmeten waterlichamen & kunstwerken 1. Verwijzing ,1 ha 47 st 28 st W1f. Opnemen baggerprofielen in legger/beheerregister 1 Verwijzing Continu 2019 W9. Beperken schade door wateroverlast en watertekort in stedelijk gebied W8b. Stimuleren uitvoeren stedelijke waterplannen verwijzing 2015 a. Samen met gemeenten (36) nieuwe waterplannen ontwikkelen W10. Zorgen voor een goede chemische water In 2011 is samen met de gemeenten een grote stap gezet in de aanleg van waterberging in stedelijk gebied. In 2011 is in 8 gemeenten een deel van de benodigde waterberging aangelegd. Met name in Culemborg (ca. 8,5 ha) is de aanleg van waterberging eerder uitgevoerd dan gepland. Ook de uitvoering van de andere maatregelen uit de stedelijk waterplannen ligt voor op de planning. 3 Deze maatregel is in de voorjaarsnota 2010 ontstaan door een samenvoeging van vier kleinere projecten 68

69 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Toelichting kwaliteit van het stedelijk gebied W4 Rijk aanspreken op het nemen van verwijzing Continu bronmaatregelen; chemische waterkwaliteit blijven monitoren W11. Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in stedelijk water W8b. Stimuleren uitvoeren stedelijke verwijzing waterplannen 2015 W9a Samen met gemeenten nieuwe verwijzing waterplannen ontwikkelen 2018 W6a. Gedifferentieerd maaien van stedelijk verwijzing water(oevers) Continu W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma verwijzing Continu W12. Zorgen voor voldoende schoon water voor natte natuur a. Bijdragen aan het opstellen van in totaal 12 N2000 beheerplannen Landelijke discussie over stikstofdepositie zorgt voor vertraging bij het opstellen van N2000 beheerplannen. b. Uitvoeren van inrichtingsmaatregelen in de kreekrestanten in Brabant (hectare) 13 ha 50 ha 50 ha In de voorjaarsnotitie 2011 is de doelstelling getemporiseerd. c. Uitvoeren van onderzoek en enkele maatregelen in het gebied Boezems Kinderdijk Krediet is in november 2011 beschikbaar gesteld en onderzoek is gestart. Onderzoek x x x Maatregelen x x x 2017 d. Uitvoeren van integraal gebiedsgericht project Munnikenland e. Uitvoeren van optimalisatie- en onderzoeksmaatregelen in Pompveld en Kornsche Boezem f. Planvorming en uitvoeren maatregelen in Zouweboezem (vervolg op beheerplan N2000) g. Opstarten integraal gebiedsgericht proces voor Nieuwe Zuider-Lingedijk en Diefdijk-zuid Planvorming Uitvoering h. Maatregelen uitvoeren in Overasseltse en x x x 2013 x Project heeft vertraging opgelopen als gevolg van nog niet goedkeuren van de gemeente van het bestemmingsplan. x x Project hangt op grondverwerving en besluitvorming door GS van Noord-Brabant. DLG is trekker van de grondverwerving. x x x x 2017 Planvorming van no-regret maatregelen is gereed; opstellen GGOR is gepland voor x x x x x x x Uitvoering loopt vertraging op door bezwaren tegen Hatertse vennen x x x boskap. i. Natuurbelangen afwegen in GGOR- verwijzing Continu 69

70 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie peilbesluiten (zie W1a). j. Maatregelen uitvoeren in 17 Gelderse waterparels, mits provincie blijft meefinancieren k. Beheer aanpassen in waterparels (ca 16) en SED-wateren (ca 25) die in eigendom zijn van het waterschap l. Opstellen plan voor de inrichting van evz s Linge (traject Geldermalsen-A.R.-kanaal) en Diefdijk. m. Ecologische inrichting van evz in het zoekgebied behorend bij de evz s Heumen- Horssen, Nieuwe Graaf en Diefdijk n. Ecologische inrichting van evz s Bergharen- Maas, Capreton, Linge en Overbetuwe; de inrichting is afhankelijk van provinciale medefinanciering o. Uitvoering afspraken uit bestuursovereenkomst Brabant - inrichten van EVZ 5 (km) p. Herinrichting van historische kaden en historische hoofdwatergangen in het Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie en Rivierengebied op cultuurhistorisch verantwoorde wijze (21 ha) W13. Zorgen voor veilig en gezond zwemwater a. Periodiek actualiseren van zwemwaterprofielen b. Maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren in de zwemwateren 6 De Wiel, Rijkerwoerdse Plassen Walburgen 1 plan EVZ Linge Toelichting Dankzij goede samenwerking met Staatsbosbeheer is de uitvoering versneld en zijn 5 projecten inmiddels afgerond Plan EVZ Linge is gereed. 7 ha 7 ha 7 ha 7 ha n.n.b ha Grondaankoop verloopt moeizaam. In 2011 is daardoor slechts 3 ha ingericht. Wel is in ha grond verworven (7 ha Heumen-Horssen, 8 ha Nieuwe Graaf). Deze nieuw verworven gronden zullen in 2012/2013 worden ingericht. 5,5 ha 2 ha ,5 ha 7,7 km 2 km 2,3 km ,5 km Looptijd project is verlengd tot Deelproject Zevenbanse Boezem is najaar 2011 uitgevoerd. 5 ha 5 ha 5 ha 4 ha ha Grondverwerving loopt pas sinds kort. Op de inmiddels verworven percelen wordt nu inrichting voorbereid. Deze inrichting wordt altijd gecombineerd met andere opgaven zoals NBW en KRW. Er is in 2011 discussie geweest met de provincie over de doelstellingen van het project. Inmiddels is er groen licht voor de uitvoering van 2 deelgebieden. x x x x x Continu Vanaf 2012 Actualisatie van huidige en eventueel nieuwe zwemwaterprofielen vindt plaats vanaf x Overleg met de diverse locatiebeheerders vindt plaats. x x x x x Bestuursovereenkomst met provincie Gelderland loopt vooralsnog tot Conform bestuursovereenkomst Noord-Brabant 6 De uitwerking en uitvoering van maatregelen zijn afhankelijk van lokatiebeheerders 70

71 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 Toelichting c. Onderzoek doen naar oorzaken blauwalg problematiek in de: 6 6 De voorbereiding van de onderzoeken vindt plaats in Het vervolgtraject zal in 2012 worden uitgevoerd. De Wiel, Lammetjeswiel, x Put van Ottoland, X 2012 recreatieplas bij Smoutjesvliet, Rietput Heukelum, d. Maatregelen nemen ter bestrijding van blauwalg in Wylerbergmeer 6 x Gezamenlijk met provincie Gelderland en de locatiebeheerder is geconcludeerd om vooralsnog geen maatregelen te treffen omdat blauwalg afgelopen jaren geen probleem is geweest. e. Monitoren waterkwaliteit van zwemplassen en x x x x x Continu x Continu proces. deze indelen in klassen W14. Zorgen voor schoon oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding W6g. Ondersteuning pilots terugdringen emissie verwijzing landbouw (zie W6g) W 15. Uitvoeren rioleringsbeleid a. Beperking emissies riooloverstorten Gerealiseerde basisinspanning (cum,) 93% 95% 97% 99% 100% 93% b. Toetsing rioleringsplannen (stuks) Gemeentelijke Rioleringsplannen (GRP) Overige technische rioleringsplannen (o.a. BRP) c. Subsidies afkoppelen Aantal subsidieprojecten Afgekoppelde hoeveelheid verhard oppervlak (ha) W16. Samenwerken in de afvalwaterketen a. Gezamenlijk opstellen van plannen en bestuurlijke overeenkomsten ter bevordering van samenwerking Optimalisatiestudies (OAS) Afvalwaterakkoorden b. Gezamenlijk beheer en onderhoud Pilot Nieuw-Lekkerland (rioolgemalen) Pilot Geldermalsen (IBA s) x x x Continu Continu 4 stuks 51 stuks % c. Gezamenlijk meten en modelleren van de keten en gegevensuitwisseling aantal gemeenten dat deelneemt Continu 22 gem 20 prj 13 ha 3 prj 5 prj Er is sprake van een kleine achterstand. De afhankelijkheid van gemeenten speelt hier een rol. Voor het opstellen van optimalisatiestudies zijn actuele gegevens noodzakelijk hetgeen in een aantal gevallen meer tijd vergt dan gedacht. Ondanks de opgelopen vertraging tonen de gemeenten zich bereidwillig om deel te nemen. De module AfvalWaterAkkoorden om afspraken vast te leggen is vastgesteld door het CDH. 71

72 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie (cumulatief) Aantal deelprojecten grondwatermeetnet gem (cumulatief) d. Continueren en stimuleren van innovaties binnen de afvalwaterketen (projecten) Toelichting x x x x x Continu x De kansen voor nieuwe sanitatieprojecten in ons beheergebied zijn afgenomen wegens onvoldoende belangstelling van derden. W17. Zorgen voor inzameling en transport van afvalwater W16a. Afspraken met gemeenten over vermindering instroom van schoon hemelwater en rioolvreemd water (afvalwaterakkoord). a. Aanpassing capaciteit van gemalen en persleidingen waar nodig. Verwijzing Continu Continu Dit item wordt bij elke OAS studie meegenomen Continu 1 Gemaal Buren is opgeleverd. Daarnaast zijn eind gemalen in uitvoering die begin 2012 worden opgeleverd. W18. Zorgen voor zuivering van afvalwater a. Capaciteitsuitbreiding zuiveringsinstallaties i.v.m. toenemend afvalwateraanbod en/of scherpere lozingseisen Geldermalsen Arnhem-zuid Dodewaard (zie KRW) Valburg (deels KRW) Zetten Eck en Wiel Lienden (afkoppelen Lingemeer) Dussen/Wijk en Aalburg/Eethen of centrale HAB (deels KRW) Sleeuwijk Overasselt/Bergharen Aalst (of centrale HAB) b. Vervangingsinvesteringen om huidige prestaties op peil te houden Zaltbommel ipa 25% 25% 25% 15% c. Installatiebeheerplannen jaarlijks bijstellen (locatiespecifieke operationele plannen met technologische stuurwaardes tbv doelmatige bedrijfsvoering en het voldoen aan de lozingseisen) d. Verminderen van het aantal overschrijdingen van de waterwet (doel is nul overschrijdingen) x x x x x x x x x x x x x x x x x x x % % % Continu 100 % - Geldermalsen is afgerond. - Lienden stond gepland voor Inzake benodigde ontlasting van de rwzi Lienden is echter onduidelijkheid i.v.m. optredende wisselende belasting. Naar oorzaak wordt nader onderzoek uitgevoerd. Bij te nemen maatregelen gericht op realisatie in 2013 en 2014 zal ook de optie van centralisatie worden bekeken. - De voorbereiding van de realisatie van de doseerinstallaties bij de rwzi s Bergharen en Overasselt zijn gestart. De planning is dat de realisatie in februari 2012 wordt afgerond. ipa: Procesautomatisering ligt voor op schema, renovatie van elektrotechnische installaties ligt op schema. 72

73 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie Modernisering van de procesinformatisering (ipa) (W18b) Verwijzing 2014 Gebruik eventualiteitenplannen bij processtoringen x x x x x continu Evaluatie van processtoringen x x x x x continu W6f. Verbeteren effluentkwaliteit (5 rwzi s; verwijzing 2014 onderzoek naar mogelijke centralisatie van 3 rwzi s) W19. Zorgen voor ontwatering, verwerking en afzet van zuiveringsslib a. Centralisatie van ontwateringinstallaties door uitbreiding van capaciteit en benutting van restcapaciteit Schelluinen x x 2012 b. Vervangingsinvesteringen om huidige prestatie op peil te houden Leerdam Nijmegen x W20. Werken aan doelmatigheid bij inrichten en beheren van de afvalwaterketen a. Nieuwe criteria formuleren voor het vaststellen van optimale schaalgrootte en mate van centralisatie b. Uitvoeren van diverse energiebesparende maatregelen die volgen uit het energieefficiëntieplan Maatregelen volgen uit energie-efficiencyplan dat is opgesteld in kader van MJA3 (2009). Ambitie is 30% efficiencyverbetering in 2020 (tov 2005) W21. Behouden van landschap, natuur en cultuurhistorie Maatregelen in dit kader worden integraal meegenomen bij de voorbereiding van maatregelen binnen het programma watersystemen Continue Continue Toelichting 10 % Voorbereidingskrediet is verstrekt. De voorbereiding is vertraagd i.v.m. de studie naar de haalbaarheid van een slibgistingsinstallatie voor het westelijk deel van het beheergebied. Na de positieve besluitvorming hierover is gestart met de werkzaamheden voor het verkrijgen van de benodigde omgevingsvergunning % Project is afgevoerd. De uitvoering is per 1 augustus gestart. Het project zal daardoor pas in 2012 zijn afronding krijgen. x x x x x Continu 75 % Diverse energiebesparende maatregelen uit het Energie Efficiency plan zijn gerealiseerd. In 2011 zijn de geplande maatregelen bij de rwzi s Gendt, Bergaren en Overasselt gerealiseerd. Voor de nog uit te voeren maatregelen in 2011 bij de rwzi s Culemborg en Arnhem-Zuid is krediet verkregen en wordt begin 2012 uitgevoerd. x x x x x Continu Continu 73

74 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 W22. Meewerken aan recreatief medegebruik Stimuleren van recreatief medegebruik, daar waar mogelijk en passend x x x x x Continu Continu Toelichting W23. Beheren van vaarwegen Verdieping Linge en Korne waar nodig en voor zover de betreffende provincies dit financieel dekken. Korne ca m3 Linge 7 - ntb W24. Innovatie van de taakuitvoering en bedrijfsvoering a. Oppakken van een aantal grote, aansprekende projecten (ca. 10 ) die leiden tot een verbetering van de huidige of toekomstige taakuitvoering; gericht op duurzaamheid en uitvoering van het klimaatakkoord van de UvW, waarbij periodiek nieuwe accenten kunnen worden gelegd. x - ntb x - ntb x - ntb x - ntb x Continu Continu Het baggeren van de Korne is in 2010 afgerond. Met de provincies wordt momenteel overleg gevoerd over het overdragen van het vaarwegbeheer. Waterschap Rivierenland is momenteel in gesprek (ambtelijk en bestuurlijk) met de provincie Gelderland over het baggeren van de Linge. In toenemende mate zoeken we aansluiting bij afspraken in het kader van de landelijke Meerjarenafspraak energie-efficiency, klimaatakkoord en samenwerking in de waterketen. Alle activiteiten binnen dit thema zijn intussen ondergebracht in het KAP (Klimaat Aktie Plan), en wordt gerapporteerd via de KAM-systematiek. Verbeteren van de energie-efficiënte bij zuiveringsbeheer met 2% per jaar (W20b) Duurzame energie zelf opgewekt uit slibvergisting in % van het totale elektriciteitsverbruik van WSRL verwijzing 17% ntb ntb ntb ntb continu 17% b. Initiatieven nemen waarbij anders / effectiever wordt gewerkt of innovatie in de bedrijfsvoering wordt bevorderd (ca. 5) W16d. Continueren en stimuleren van innovaties binnen de afvalwaterketen (projecten) x x x x 2014 Continu verwijzing Continu Continu De kansen voor nieuwe sanitatieprojecten in ons beheergebied zijn afgenomen wegens onvoldoende medewerking van derden. 7 Realisatie is afhankelijk van financiële dekking door provincies 74

75 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 W25. Het verminderen van alle vormen van niet-duurzaam energieverbruik Onderzoeken of het gebruik van natuurstroom een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partijen. Inkoop groene stroom % van totaal 1 samenwerkingsproject blauwe stroom aanbesteden 1 samenwerkingsproject blauwe stroom realiseren % x 100% x 100% 100% 100% Continu % nvt Toelichting In 2011 wordt continu 100% groene stroom ingekocht. RWS heeft initiatieven voor waterkracht naar hoger niveau getild. Wij verleggen de aandacht meer naar zelfopwekking op de zuiveringen nu ook de minister daar met de SDE+-regeling openingen voor biedt. 75

76 Kostenontwikkeling en analyse subprogramma Watersysteem ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V Analyse op hoofdlijnen: Kosten en opbrengsten Lagere kosten product onderhoud waterlopen voornamelijk a.g.v. aanbestedingsvoordelen bij inhuur personeel van derden (125), onderhoud door derden (340) en stortkosten (118). Lagere analysekosten laboratorium door een lager ilowpuntentarief als gevolg van de fusie met AQUON per V 260 V Kwantiteitsgemalen: lagere kosten voornamelijk door niet uitvoeren van een 179 V aantal voorgenomen activiteiten op het terrein van automatisering a.g.v. onderbezetting (o.a. implementatie onderdelenbeheer, leren en bijsturen van onderhoudsprogramma en de integratie van werkvergunningen). Verder zijn de voorbereidingskosten van de data migratie voor het nieuwe OBS meegevallen en zijn door de late oplevering van de SCX hoofdpost (besturingssysteem watersystemen) minder kosten voor het beheercontract en de licenties gemaakt. Kwantiteitsgemalen: hoger energiegebruik (diesel) door meer draaiuren a.g.v. 147 N hoogwaterperiode begin 2011 (79). Daarnaast stijging energieprijzen (68). Kwantiteitsgemalen: Hogere kosten telecommunicatie door verdergaande automatisering van het peilbeheer van stuwen en gemalen. 145 N Hogere rentebaten a.g.v. hogere stand van voorzieningen en reserves V Afkoopsom gemeente Tiel voor achterstallig onderhoud in overdracht stedelijk water: te waterlating punt watergangen (57 V) en achterstallig onderhoud kunstwerken (30 V). 87 V Lagere kapitaallasten als gevolg van achtergebleven realisatie. 334 V Hogere doorbelasting van personeelskosten als gevolg van een hogere urenrealisatie voor onderhoud en bediening kunstwerken kwantiteitsgemalen. 575 N Per saldo diverse voor- en nadelen. 149 V Totaal resultaat programma Watersysteem 836 V ( x 1.000) INVESTERING Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Bruto V Subsidies/bijdragen V Netto V Voor een toelichting op de verschillen wordt verwezen naar bijlage 12 Toelichting investeringen per beleidsproduct per programma. 76

77 Kostenontwikkeling en analyse subprogramma Waterketen ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V Analyse op hoofdlijnen: Kosten en opbrengsten Lagere kapitaallasten van investeringen als gevolg van de achtergebleven 261 V realisatie. Lagere doorbelasting van personeelskosten als gevolg van een lagere 110 V urenrealisatie voor producten waterketen. Lagere composteringskosten door o.a. minder slibaanbod en een betere 549 V ontwatering. Lagere kosten voor het verwijderen van de buitengebruik gestelde asbest-cement 285 V persleiding Woudrichem a.g.v. minder complexiteit, meevallende aanbesteding en minder externe begeleidingskosten Lagere vergoeding aan de Hoogheemraadschappen Schieland/Krimpenerwaard 91 V en De Stichtse Rijnlanden voor het transporteren van afvalwater van de gemeente Schoonhoven naar onze rwzi Gelkenes vanwege herberekening vergoedingstarief. Lagere slibverbrandingskosten door lager verbrandingstarief van HVC en een 84 V gunstige afrekening over voorgaand jaar. Lagere kosten hard- en machinesoftware door onder andere enerzijds een 82 V temporisering van voorgenomen activiteiten en anderzijds door een verminderde behoefte aan reservedelen en software voor de technische automatisering als gevolg van de versnelde uitrol van ipa. Voordelig resultaat op gas voornamelijk door gunstige afrekening over 2010 bij 70 V de zuivering Tiel. In 2011 zijn meer bijdragen van derden (o.a. onderhoud IBA s) ontvangen dan was begroot. 65 V Lagere kosten door incidenteel minder ontwateringssessies. 65 V Er is meer ijzerchloride en polymeer gebruikt om de prestaties voor 317 N ontwateringsgraad van het slib en fosfaatverwijdering bij de rwzi s te halen. Daarnaast zijn de chemicaliënprijzen fors verhoogd. Dit mede als gevolg van de gestegen prijzen van olie welke o.a. als grondstof dient voor het polymeer. Hogere slibtransportkosten (met name naar rwzi Nijmegen) als gevolg van uitval 151 N en buitengebruikstelling ontwateringspersen op diverse rwzi's. Hogere kosten voor telecommunicatie. Alle rioolgemalen/zuiveringen zijn voorzien van ADSL breedbandverbindingen als gevolg van upgrading van de automatisering. 134 N Per saldo diverse voor- en nadelen. 113 V Totaal resultaat programma Waterketen V ( x 1.000) 77

78 ( x 1.000) INVESTERING Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Bruto V Subsidies/bijdragen V Netto V Voor een toelichting op de verschillen wordt verwezen naar bijlage 12 Toelichting investeringen per beleidsproduct per programma. Totaaloverzicht exploitatie programma Watersystemen en Waterketen ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V Totaaloverzicht investeringen programma Watersystemen en Waterketen ( x 1.000) INVESTERING Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Bruto V Subsidies/bijdragen V Netto V Voor een toelichting op de verschillen wordt verwezen naar bijlage 12 Toelichting investeringen per beleidsproduct per programma. 78

79 2.4 Programma Wegen Beoogd effect Veilige wegen voor een goede bereikbaarheid. Inhoud programma De onderstaande thema s zijn in dit programma vertaald naar doelstellingen. De thema s worden tevens opgenomen in het beheerplan wegen. De thema s zijn: het streven naar een goede berijdbaarheid/weginrichting/comfort verbeteren verkeersveiligheid stimuleren langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) het bereiken van samenhang tussen ruimte, economie en verkeer en vervoer verbeteren toegankelijkheid openbaar vervoer en overstap op openbaar vervoer meewerken aan innovatie zorg voor natuur en landschap Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten Inspelen op toekomstige ontwikkelingen en te nemen maatregelen ten behoeve van verkeersveiligheid Reduceren van het aantal ernstige slachtoffers met name door: o Verbeteren kwaliteit en veiligheid schoolgaande fietsroutes o Uitvoeren van een provinciaal fietspadenplan o Regionale samenwerking op het gebied van educatie en netwerkanalyse D3, D4, D9 D3, D4, D5 Programmadoelstellingen Oordeel Doelstellingen D1 D2 Het handhaven van het huidige kwaliteitsniveau van de wegen De toestand over de kwaliteit van de wegen vastleggen voor het bepalen van onderhoudsmaatregelen Het handhaven van het huidige kwaliteitsniveau van de kunstwerken. De toestand over de kwaliteit van de kunstwerken vastleggen voor het bepalen van onderhoudsmaatregelen Thema verbeteren verkeersveiligheid D3 Het waterschap streeft naar een optimale verkeersveiligheid en een verkeersveilig gedrag. Aan de landelijke doelstellingen als vastgelegd in de Nota Mobiliteit tot reductie van het aantal doden en Loopt op schema, geen bijsturing nodig Loopt op schema, geen bijsturing nodig Loopt op schema, geen bijsturing nodig 79

80 Oordeel D4 Doelstellingen ziekenhuisgewonden zal het waterschap naar evenredigheid zijn bijdrage leveren. Verbeteren veiligheid schoolroutes In 2007 en 2008 is er een onderzoek gedaan naar de fietsroutes van scholieren in het middelbaar voortgezet onderwijs. Uit het onderzoek zijn 12 verbetervoorstellen gedaan. Deze zullen de komende jaren worden aangepakt. Thema Stimuleren langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) D5 Stimuleren van langzaam verkeer Langzaam verkeer heeft positieve effecten op de kwaliteit van de leefomgeving, de bereikbaarheid van voorzieningen en de gezondheid van mensen. Enkele RO procedures in relatie tot grondverwerving en de onduidelijkheid hoe en wat meegenomen kan worden met de verbreding van de A27 zorgt vanwege de bezuinigingen voor vertraging met daarbij de vraag wat is nog wel financieel haalbaar. Loopt op schema, geen bijsturing nodig. Vanwege bezuinigingen bij provincie is minder geld beschikbaar voor fietspaden. Hierdoor herprioritering van de fietspaden dit heeft voor een aantal fietspaden tot enige vertraging geleid. Thema Het bereiken van samenhang tussen ruimte, economie en verkeer en vervoer D6 Gebruik van de wegen overeenkomstig de categorisering Gebruik van de wegen overeenkomstig de categorisering, passend binnen de regionale en subregionale routenetwerken. Loopt op schema, geen bijsturing nodig. D7 Goede bereikbaarheid Een afdoende bereikbaarheid van alle bestemmingen binnen het beheergebied op basis van de aanwezige infrastructuur. Loopt op schema, geen bijsturing nodig. Thema Verbeteren toegankelijkheid openbaar vervoer en overstap op openbaar vervoer D8 Streeft naar verbeteren toegankelijkheid en minimaal kwaliteitsniveau In het kader van de wet Gelijke Behandeling Gehandicapten en Chronische Zieken de knooppunthaltes en haltes gelegen bij voorzieningen inrichten conform de toegankelijkheidseisen. Alle overige haltes voorzien van een verharding en waar nodig aanbrengen van abri s en/of fietsstallingen. Loopt op schema, geen bijsturing nodig. Thema Meewerken aan innovatie D9 Aandacht hebben voor innovatie Technische innovatie op het gebied van mobiliteit en verkeersveiligheid. Thema Zorg voor natuur en landschap D10 Behoud en bevordering van Duurzaamheid, Milieu, Aanzien en Leefbaarheid (Landschap, Natuur en Cultuurhistorie) Toepassen van zogenoemd functioneel Loopt op schema, geen bijsturing nodig. Kon eind 2010 niet meer tijdig meegenomen worden in de maaibestekken, vandaar in ha ipv 60 ha ecologisch beheert. 80

81 Oordeel Doelstellingen groen voor de vergroting van de verkeersveiligheid. Het vergroten van het areaal ecologisch bermbeheer. Thema Bestuurlijke organisatie wegbeheer (n.a.v. commissievergadering juni 2010 als doelstelling aan het programma Wegen toegevoegd) D11 De eventuele overdracht van het wegbeheer waterschapswegen in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. 1. Overdracht op basis van doelmatigheid; 2. Overdracht van de wegentaak in het gehele gebied in 1 keer; In de bestuurlijke overleggen in de provincies Utrecht en Zuid-Holland wordt de overdracht van de wegentaak op de bestuurlijke agenda s gezet. Daarnaast is er vanuit wegbeherende waterschappen een gezamenlijk visiedocument vastgesteld (Unie van Waterschappen). Hierin is besloten om in 2013 bij de evaluatie van de Wet Herverdeling Wegen de positionering van de wegentaak mee te nemen. Ingestoken wordt op een overdracht op basis van doelmatigheid (kosteneffectief). Loopt op schema, geen bijsturing nodig. 81

82 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie D1Het handhaven van het vastgestelde kwaliteitsniveau van de wegen A Om de 5 jaar evalueren en actualiseren van de doelstellingen uit het specifieke onderhoudsbeleid Elke 5 1 verhardingen. Resultaat is een vastgesteld jaar document (1) in 2010, 2015 etc. B Opstellen en vaststellen gladheidbestrijdingsplan en dit om de 5 jaar evalueren en actualiseren. Resultaat is een vastgesteld document (1), eerste rapport is in 2010 beschikbaar. D2 Het handhaven van het vastgestelde kwaliteitsniveau van de kunstwerken. A Om de 5 jaar evalueren en actualiseren van de doelstellingen specifiek onderhoudsbeleid kunstwerken. Resultaat is een vastgesteld document (1) in 2012, 2017 etc. D3 Verkeersveiligheid A Opstellen en vaststellen Verkeersveiligheidsplan. Resultaat is een vastgesteld document (1). Jaarlijks vindt monitoring plaats en hierover wordt jaarlijks gerapporteerd. 1 1 Elke 5 jaar Elke 5 jaar Toelichting Conform Conform Conform Conform B Rotondes op provinciale wegen en waterschapswegen Bazeldijk (wsrl) planvoor bereiding uitvoeren afronden 2013 Aanpassen rotonde Schelluinen in provinciale weg (provincie ZH voert uit waterschap draagt uitvoeren afronden 2011 financieel bij). D4 Verbeteren veiligheid schoolroutes Verbeteren veiligheid schoolgaande routes Totaal 12 knelpunten aanpakken afgerond in ) Bazeldijk 3 plateaus aanleggen In 2010 afgerond 2) Haarweg Vlietkade kleur kruisingsvlak In 2010 aanpassen afgerond 3) Haarweg Mollenburgseweg plateau aanpassen In 2010 (afgerond in 2009) afgerond Planvb 90 % uitvoering 80% Conform Conform, financiële afrekening zal in 2012 plaatsvinden 4) Parallelweg Zandkade markering oversteek uitvoeren afronden 80% De uitvoering buiten dijkverbetering HGO is begin Afgerond Afgerond Afgerond 82

83 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie aanpassen (in 2009), herinrichting 2010 en 2011 is gekoppeld aan dijkversterking. 5) Abbekesdoel (inrichting in reconstructie in 2011) planvoor bereiding 6) Damseweg (in provinciaal fietspadenplan F ) voorberei ding 7) Haarweg / Hoogbloklandseweg (afhankelijk van uitbreiding Gorinchem Noord vermoedelijk in of na 2012) 8) Haarweg (afhankelijk van uitbreiding Gorinchem Noord vermoedelijk in of na 2012) 9) Vlietskade (in provinciaal fietspadenplan F ) 10) Parallelweg Vlietskade (in provinciaal fietspadenplan F ) 11) Achterdijk (in provinciaal fietspaden plan dat door provincie ZH in 2010 wordt opgepakt) 12) Bazelbrug / Bazeldijk (zie D3-H rotonde op provinciale wegen en waterschapswegen 2011) D5 Stimuleren van langzaam verkeer A Heeft fietsstromen in kaart gebracht Voorbere iding en uitvoeren Voorbere iding en uitvoeren uitvoeren afronden Planvb 100% Uitvoeren afronden 35% uitvoeren afronden planvoorbereiding planvoorbereiding planvoorbereiding planvoorbereiding planvoorbereiding uitvoeren afronden uitvoeren afronden uitvoeren afronden uitvoeren afronden 0% uitvoeren afronden 0% Toelichting augustus 2011 gestart en deze maatregel is daarin meegenomen. Oplevering dijkverbetering oktober Op 8 augustus 2011 zijn de nutsbedrijven begonnen met het verleggen van hun kabels en leidingen. Een deel van de werkzaamheden (asfalt verwijderen) pakt aannemer nuts namens waterschap op. Begin 2012 als 1 e fase K&L verlegging gereed is, wordt de weg verhoogd en gereconstrueerd. Op dit moment loopt RO procedure en opstellen definitief ontwerp. Grondverwerving loopt. Afhankelijk van vrijwillige grondverwerving of onteigening kan gestart worden met bestek en uitvoering eind 2012 RO procedure loopt maar blijft afhankelijk van planning bouwrijp maken van het terrein en de ontwikkeling verbreding A27. Complex project en door de bezuinigingen stagneert ontwikkeling rondom A27. Kans groot dat maatregel grote vertraging oploopt. RO procedure loopt maar blijft afhankelijk van planning bouwrijp maken van het terrein en de ontwikkeling verbreding A27. Complex project en door de bezuinigingen stagneert ontwikkeling rondom A27. Kans groot dat maatregel grote vertraging oploopt. 80% Conform planning uitvoeren in 2011 en Tracé is geknipt in twee trajecten vanwege mogelijke onteigeningsprocedure. Voorbereiding traject 1 is gereed. Traject 2 alleen nog RO en onteigening volt in Uitvoering afhankelijk van onteigening in 2012 of % Conform planning uitvoeren in 2011 en % Plan v 80% Conform Voorbereiding heeft enig een maand vertraging opgelopen vanwege moeizame opstart van de nutsbedrijven. Uitvoering blijft 2012 en afronding

84 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie 2011 Toelichting Utilitaire fietsroutes % van het totaal aantal km in kaart te brengen 100% % Conform utilitaire fietsroutes. recreatieve fiets- en wandelroutes 100 % % van het totaal aantal km in kaart te brengen gereed recreatieve wandel- en fietsroutes % Conform B Plan voor eigen routenetwerk voor langzaam verkeer afronden opstellen plan van aanpak 2013 C Legt planmatig ontbrekende schakels aan maatregelen opstellen uitwerken en uitvoeren uitwerken en uitvoeren D Legt fietspaden aan uit het provinciaal fietspaden plan ) F277 Vlietkade - Gorkum - Arkel (uitvoering 2011) uitvoeren uitvoeren afronden 50% 2) F346 Damseweg (uitvoering 2011) 3) F433 Zijlkade Nieuwland (uitvoering 2011 en 2012) 4) F432-2 Ottoland - Groot Ammers (opstart voor ontwerp 2009 uitvoering 2011) 5) F258 Oud Alblas - Nieuw Lekkerland (opstart voor ontwerp 2009 uitvoering 2011) 2015 uitvoeren afronden 0% uitvoeren planvoor bereiding uitvoeren en afronden Plan voorberei ding en uitvoeren 80% afronden 30 % uitvoeren uitvoeren afronden 10 % 6) F430 Hollandse waterlinie (Diefdijk) (wordt meegenomen in dvb Diefdijk uitvoering ). uitvoeren uitvoeren uitvoeren afronden Plan v 90% Conform planning uitvoeren in 2011 en Tracé is geknipt in twee trajecten vanwege onteigeningsprocedure. Traject 1 is aanbesteed. Onteigening traject twee wordt opgestart. Kan consequentie hebben voor planning voor traject 2. Bestemmingsplan is nu vastgesteld, AB heeft onteigeningsvoorstel goedgekeurd. In voorjaar 2012 zal onteigeningsprocedure worden opgestart. Planning loopt vertraging met 1 jaar. Conform. Scoop Is in overleg met gemeente en provincie uitgebreid. Traject loopt nu door binnen de bebouwde kom. Zit echter niet in deze planning. Heroverweging alternatieven door gemeente heeft geresulteerd in 3 maanden vertraging. Heroverweging heeft niet geleid tot andere tracé keuze. Project is weer opgepakt planning zal worden getoetst of 2013 nog haalbaar is. Vanwege bezuinigingen op fietspadenplan is project tijdelijk in Hold gezet. Provincie heeft samen met regio een herprioritering gedaan. Dit fietspad is op de lijst blijven staan moet echter nog formeel besluit van provincie komen wordt verwacht medio april 2012 Loopt mee met dijkversterkingplanning. Ontsluiting van Weverwijk blijft ongewijzigd en de Diefdijk wordt wat inrichting hierop aangepast. Nader onderzoek gestart alternatieve maatregelen voor fiets en vrachtverkeer. 84

85 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie ) Fietspad Tiendweg Nieuw-Lekkerland Streefkerk uitvoeren afronden 100% D6 Gebruik van de wegen overeenkomstig de categorisering A Heeft omvang en routekeuze van goederenvervoer en personenauto s in kaart gebracht. Het resultaat is een rapport opleveren (1) B Heeft plan voor routekeuze van goederenvervoer, personenauto s en evaluatie 15 tons beleid. Informeren regio over huidig 15-tons beleid (2009) Inventariseren knelpunten (2010). Plan van aanpak beschikbaar in 2011 (1). D7 Afdoende bereikbaarheid A Deze doelstelling wordt going concern opgepakt, is geen specifieke maatregel aan gekoppeld. B In bestuurlijke overleggen de eventuele overdracht van de wegentaak van waterschap Rivierenland bespreken en de kansen op een dergelijke vergaande samenwerking inventariseren en benoemen. D8 Streeft naar verbeteren toegankelijkheid en minimaal kwaliteitsniveau A Heeft OV-haltes in kaart gebracht. Resultaat is dat nu (2010) een kaart beschikbaar is. B Heeft plan voor parkeervoorzieningen bij OV-haltes. Resultaat is dat eind 2010 een rapport beschikbaar is. C Heeft plan om OV-toegankelijkheid aan te pakken. Resultaat is dat nu (2010) een rapport beschikbaar is. D Haltes voorzien van verharding (in totaal 211 haltes in beheer afgerond in 2015). D9 Aandacht hebben voor innovatie A Digitaliseren van de verkeersveiligheidinspectie. Resultaat is dat o.a. middels ict ondersteuning deze werkwijze vanaf eind 2010 wordt toegepast. rapport opleveren % Toelichting Fietspad is opgeleverd financiële afronding begin 2012 Afgerond in samenspraak met de regio en wordt in de regio verspreidt (bestuurlijk). Conform Continu Conform Volgens planning in 2010 afgerond Volgens planning in 2010 afgerond Volgens planning in 2010 afgerond 40 % 55 % 70 % 85 % 100 % % Volgens planning in 2010 afgerond Afgerond Afgerond Afgerond 100% Conform 100% van de opgegeven 40% wordt in 2011 gerealiseerd 85

86 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisa tie D10 Behoud en bevordering van Duurzaamheid, Milieu, Aanzien en Leefbaarheid A Uitvoering van ecologisch bermbeheer op de daartoe Evaluatie geschikte bermen. In 2009 wordt op 35 hectare en n.a.v. ecologisch bermbeheer toegepast en het streven is in hiervan 60 ha 60 ha 60 ha 60 ha 2011 totaal 60 hectare ecologisch bermbeheer toe te mogelijk Continu 35 ha passen. In 2015 evalueren of en hoe areaal verder uit een te breiden (maximaal haalbare 175 hectare). mutatie D11 De eventuele overdracht van het wegbeheer waterschapswegen in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. A In bestuurlijke overleggen de eventuele overdracht van de wegentaak van waterschap Rivierenland bespreken en de kansen op een dergelijke vergaande samenwerking inventariseren en benoemen. Uitgangspunten daarbij zijn: 1. Overdracht op basis van doelmatigheid; 2. Overdracht van de wegentaak in het hele gebied in 1 keer; Agendapunt in bestuurlijke overleggen Agendapunt in bestuurlijke overleggen Evaluatie Wet Herverde -ling Wegen Toelichting PM PM Continu gebeurt Conform De bestuurlijke besluitvorming was eind 2010 niet tijdig afgerond waardoor de toename van 25 hectare naar een totaal van 60 hectare niet meer in de maaibestekken 2011 kon worden opgenomen. In 2011 is er daarom 35 hectare wegberm ecologisch beheerd en dit zal in hectare zijn. Volgorde van de stappen: 1. Planvoorbereiding = Plan opstellen inclusief ruimtelijke ordeningsaspecten, grondverwerving en kabels en leidingen doorlopen 2. Uitvoeren = besteksvoorbereiding en werk buiten realiseren en opleveren (= gereed) 3. Afronden = eindproducten onderhoudsperiode, financiële afronding, overdracht naar beheerorganisatie 86

87 Kostenontwikkeling en analyse programma Wegen ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten N Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V Analyse op hoofdlijnen Kosten en opbrengsten Kosten wegreconstructie rotonde Bazeldijk 2 e fase schuiven door naar V De kosten voor aanleg van de P&R voorziening Gelkenes zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van een voordelige aanbesteding. 85 V Kosten Heulenslag en aanleg Nieuwe Geer in 2011 uitgevoerd i.p.v N Kosten worden gedekt uit bestemmingsreserves. Extra kosten voor strooizout en gladheidbestrijding in verband met strenge 110 N winterperiode. Aanbestedings-/ en besteksvoordelen maaionderhoud wegen, onderhoud 338 V wegbeplanting en onderhoud wegsloten. Stormschade wegbeplanting (bomen) gebied Vijfheerenlanden. 239 N Op grond van het nog vast te stellen beheerplan kunstwerken was een hoger 81 V onderhoudsbedrag voorzien. Aanvullende dotatie voorzieningen wegreconstructie en baggeren N wegsloten. In 2011 zijn bovengenoemde voorzieningen gevormd om fluctuaties in de hoogte van de exploitatielasten in begroting en jaarrekening te voorkomen. In de eerste jaren zijn de onttrekkingen aan de voorziening hoger dan de dotatie. In tegenstelling tot hetgeen is aangegeven bij de vorming van de voorzieningen mag het saldo van een voorziening per definitie niet negatief zijn. Op grond daarvan is in 2011 een aanvullende dotatie ten laste van de exploitatie gebracht. De hogere dotatie in 2011 wordt in meerjarenperspectief gecompenseerd door een lagere jaarlijkse dotatie. Correctie groeipercentage inzake bijdrage van gemeenten in het beheer 132 V gemeentelijke wegen door waterschap Rivierenland Afwikkeling provinciale subsidies aanleg fietspaden voorgaande jaren 472 V Hogere doorbelasting van personeelskosten als gevolg van een geringe 50 N toename van de urenrealisatie voor producten wegen. Lagere subsidies dan voorzien voor aanleg rotonde Bazeldijk en rotonde 128 N Zijderveld. Ontvangen subsidie in verband met aanleg Nieuwe Geer. 75 V Bijdrage provincie Utrecht in verband met overdracht provinciale weg. 45 V Diverse kosten en opbrengsten. 114 V Totaal kosten en opbrengsten 544 V Inzet bestemmingsreserves Inzet bestemmingsreserves brug Heulenslag en reconstructie Nieuwe Geer. 460 V Totaal resultaat programma Wegen V ( x 1.000) 87

88 2.5 Programma Middelen, communicatie en regelgeving Beoogd effect Optimale dienstverlening aan klanten en partners met het oog op informeren, samenwerken en naleven van regelgeving. Inhoud programma Het programma Middelen, communicatie en regelgeving is gericht op een optimale dienstverlening aan onze klanten door een professionele bedrijfsvoering. Het begrip 'klant' omvat meerdere groepen van belanghebbenden zoals: dienstenafnemers, partners, overheden/opdrachtgevers, de maatschappij of derden. Waar de overige drie programma s zijn gericht op het uitvoeren van de primaire taken van het waterschap, is het programma Middelen, communicatie en regelgeving in de eerste plaats gericht op de organisatie van Waterschap Rivierenland en op de relatie met burgers, bedrijven, belangenorganisaties en overheden in het maatschappelijke veld. Het programma kent een aantal pijlers of thema s: Externe oriëntatie en communicatie Regelgeving, vergunningverlening en handhaving Calamiteitenzorg Organisatie en bedrijfsvoering Externe oriëntatie en communicatie Het waterschap is een functionele overheid met een aantal specifieke maatschappelijke taken. Verschillende ontwikkelingen vragen om een intensieve samenwerking met andere (overheids)organisaties. Zo heeft de invoering van de Waterwet geleid tot deregulering en meer samenwerking tussen bijvoorbeeld gemeenten en waterschap. De gedeeltelijke overdracht van grondwaterbeheer vraagt om goede samenwerking met de provincies. Het bestuursakkoord vraagt om intensieve samenwerking in de waterketen en om een andere positionering van het waterschap op het gebied van waterkeringen en veiligheid. Het streven naar meer efficiëntie en toenemende automatisering vraagt om meer samenwerking tussen de waterschappen. Deze ontwikkelingen samen hebben geleid tot een investering van het waterschap in externe oriëntatie en samenwerking met overheden en andere organisaties. Ook de samenleving vraagt erom de blik meer naar buiten te richten. Het waterschap profileert zich steeds meer. Belangrijker nog is de rechtstreekse communicatie met burgers, bedrijven en andere betrokkenen. Voor een goede dienstverlening aan onze belanghebbenden is een servicegarantie ontwikkeld. Hierin zijn kwaliteitsnormen opgenomen met betrekking tot de tijdigheid en begrijpelijkheid van onze communicatie. Zo mogen belanghebbenden die het waterschap schrijven binnen drie dagen een inhoudelijke reactie of een ontvangstbevestiging verwachten. Dat geldt ook voor de behandeling van bezwaren, klachten en meldingen. Bij bezwaren wordt ingezet op mediation. Klachten en meldingen worden zoveel mogelijk op een vlotte wijze en naar tevredenheid afgewikkeld. Elektronische dienstverlening is een bijzonder aandachtspunt. Er is een Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP) die een leidraad vormt voor de waterschappen om de digitale dienstverlening verder te ontwikkelen. De doelstellingen zijn van de NUP- doelstellingen afgeleid. De ontwikkelingen op het gebied van elektronische dienstverlening gaan in fors tempo door. Waterschap Rivierenland is één van de koplopers in de waterschapswereld. Het waterschap heeft het voornemen om in deze ontwikkelingen een voortrekkersrol te blijven spelen. Digitalisering biedt overigens niet alleen een grotere dienstverlening aan burgers en bedrijven, maar kan ook leiden een efficiëntere bedrijfsvoering (bijvoorbeeld doordat elektronische formulieren op internet eenvoudiger kunnen worden verwerkt). Er is gewerkt aan enkele bouwstenen van het NUP 88

89 zoals het verhogen van de toegankelijkheid van de website (webrichtlijnen), aansluiting aan de basisregistraties en e-herkenning en het verkennen van het gebruik van open source software. Daarnaast is gewerkt aan het online ontsluiten van geo-data van Waterschap Rivierenland op gebruiksvriendelijke interactieve webkaarten, en aan een nieuwe generatie e-formulieren. Regelgeving, vergunningverlening en handhaving Regelgeving In de afgelopen jaren is een slag gemaakt in het beperken van de administratieve lasten van burgers en bedrijven. Met name het invoeren van meer algemene regels en raamvergunningen heeft geleid tot minder administratieve lasten. Waterschap Rivierenland werkt toe naar een optimale dienstverlening door regelgeving te beperken, door procedures te vereenvoudigen en door regels in een begrijpelijke taal te formuleren. Bij de herziening van regelgeving wordt steeds consequent getoetst of nieuwe regelgeving leidt tot minder administratieve lasten en of de regelgeving begrijpelijk is. Vergunningverlening (individueel) Regelgeving heeft een algemeen karakter met als doel de taakuitvoering van het waterschap en daarmee het algemeen belang te beschermen. In veel gevallen kan ook tegemoet worden gekomen aan individuele wensen van klanten door vergunningverlening. Wanneer aan specifieke voorwaarden wordt voldaan, kan dan toch een bepaald werk worden gerealiseerd of een bepaalde activiteit worden uitgevoerd. Om de klant optimaal ten dienste te zijn wordt de vergunningverlening zoveel mogelijk vereenvoudigd, bijvoorbeeld door meer zaken onder te brengen in algemene regels en raamvergunningen, zodat een melding volstaat. Het waterschap heeft hierin de afgelopen jaren grote stappen vooruit gezet en is inmiddels een voorbeeld voor andere waterschappen. Daarnaast zal worden gewerkt aan betere afstemming van het vergunningenbeleid met andere waterschappen, met behoud van gebiedseigen beleid waar dat wenselijk is. De integrale vergunningverlening in het kader van de Waterwet vraagt goede samenwerking met andere waterbeheerders en gemeenten; Handhaving Kenmerkend voor regelgeving is dat deze moet worden gehandhaafd. Handhaving is een noodzakelijk aspect van regelgeving. Een verbod- of gebodsregel die niet hoeft te worden gehandhaafd, kan beter direct worden afgeschaft. Handhaving is hiermee dienstverlenend aan de klant, omdat deze bijdraagt aan een optimale taakuitvoering door het waterschap. Of meer concreet: handhaving draagt er bijvoorbeeld aan bij dat het beschermingsniveau van de dijk op peil blijft. Ook bij handhaving wordt gestreefd naar een optimaal klantgerichte benadering door in het algemeen eerst een waarschuwing te geven, voordat een sanctie wordt opgelegd. Een uitzondering hierop zijn overtredingen met een zwaarder karakter. Naast handhaving wordt de klant ook beschermd door toezicht op werken, waarvoor een vergunning is verleend of die vallen onder de meldingsplicht. Er zijn specifieke kwaliteitscriteria, die op initiatief van het ministerie van VROM zijn ontwikkeld voor de Regionale Uitvoeringsdiensten met een handhavende taak. Calamiteitenzorg Calamiteitenzorg richt zich op de interne organisatie, maar ook op samenwerking met andere overheden in de veiligheidsregio s. De klanten van Waterschap Rivierenland hebben er belang bij dat ten tijde van calamiteiten op een adequate wijze wordt gehandeld. De calamiteitenzorg houdt zich om die reden bezig met preparatie, het voorbereid zijn op een eventuele calamiteit, het waarnemen van de bestrijding en nazorg. Samenwerking met de netwerkpartners is hierbij onontbeerlijk. Organisatie en bedrijfsvoering Waterschap Rivierenland is een strategische samenwerking op basis van een door beide AB s vastgestelde visie, aangegaan. Dit heeft geleid tot een integratie van de beide afdelingen Handhaving en samenwerking in andere vormen op velerlei onderwerpen. Voor het overige wordt verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf 89

90 Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten In de navolgende tabel is een samenvatting van het bestuursakkoord opgenomen, voor zover dat zich richt op het programma Middelen, communicatie en regelgeving. Het krachtig streven naar een klantgerichte en professionele organisatie, door middel van organisatieontwikkeling. Een interne communicatiestrategie kan bijdragen aan de bewustwording van (de effecten van) gedrag van medewerkers op het klantgerichte en professionele imago van het waterschap. Daarnaast kunnen medewerkers d.m.v. een interne communicatiestrategie te weten komen wat klantgericht en professioneel gedrag inhoudt. Het ontwikkelen en inzetten van een externe communicatiestrategie, gericht op de informatie- en participatiebehoefte van de verschillende doelgroepen. Tevens het tweejaarlijks uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek. Het beperken van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers door het terugdringen van regels, het werken met algemene regels zodat een melding kan volstaan, samenwerking met provincies en gemeenten in één loket, een verdere uitbreiding van digitale dienstverlening en door regelgeving zoveel mogelijk in begrijpelijke taal te communiceren. Bij de handhaving wordt meer nadruk gelegd op communicatie en verinnerlijking van regels. Professioneel handelen in de voorbereiding op, tijdens en na afloop van calamiteiten door samen te werken met de vijf Veiligheidsregio s in ons beheergebied en door met regelmaat multidisciplinair te oefenen. Het doelgericht inzetten op internationale samenwerking, gericht op verbetering van de veiligheid, een juiste waterkwantiteit en een goede waterkwaliteit, wanneer om deskundigheid wordt gevraagd, bij voorkeur daar waar duurzame contacten mogelijk zijn. C2, 5 C1, 2, 3 C3, 5, 7 C1, 8 C9 C4, 6 In het Bestuursakkoord zijn enkele doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de bestuurlijke samenwerking met andere organisaties, lastenontwikkeling en subsidieverwerving. Voor deze bestuurlijke doelstellingen is in het bijzonder aandacht binnen het programma Middelen, communicatie en regelgeving. Om verschillende redenen zijn ze hierna niet apart genoemd als programmadoelstelling. Doelstellingen van het bestuursakkoord die betrekking hebben op de lastenontwikkeling worden gerealiseerd door een afweging ten aanzien van alle programmadoelstellingen. Het overleg hierover vindt jaarlijks plaats bij de voorbereiding van de begroting (en voorjaarsnota). Doelstellingen op het gebied van subsidieverwerving worden gerealiseerd in de bedrijfsvoering. Voor samenwerking met andere overheden zijn geen specifieke programmadoelstellingen geformuleerd, maar geïncorporeerd in de doelstellingen van de programma s. Programma-doelstellingen Doelstellingen Thema: Externe oriëntatie en communicatie C1 Verdere verbetering van de externe communicatie over het werk van Waterschap Rivierenland. Communicatie-inzet zo goed mogelijk laten aansluiten op de communicatiebehoeften van externe klanten. Communicatiebehoefte van het waterschap aanbieden in de door Toelichting Communiceren geschiedt steeds vaker doelgroepgericht. Op de website is een indeling per doelgroep gemaakt. Het pers- en mediabeleid is gereed en implementatie ervan is in gang gezet en het corporate communicatiebeleid is in vergevorderd stadium. Hierin wordt ook rekening gehouden met doelgroepbenadering. Corporate beleid wordt afgestemd met bestuur en directie en 90

91 C2 C3 C4 Doelstellingen externe klanten gewenste vorm, zodat doelgroepen open staan voor deze communicatie-inzet, waarbij aandacht is voor welke belangen van de doelgroepen daarmee worden behartigd. Meer klantgerichtheid Een verbetering van de klantgerichtheid wordt nagestreefd door een dienstverlening die aansluit bij de behoeften van klanten. Meer elektronische dienstverlening De elektronische dienstverlening wordt uitgebreid op een wijze die aansluit bij de behoefte van klanten en in de lijn met landelijk beleid. Internationale samenwerking Waterschap Rivierenland is gericht op internationale samenwerking, gericht op verbetering van de veiligheid, een juiste waterkwantiteit en een goede waterkwaliteit, wanneer om deskundigheid wordt gevraagd, bij voorkeur daar waar duurzame contacten mogelijk zijn. Thema: Regelgeving, vergunningverlening en handhaving C5 Minder en toegankelijkere regels De administratieve lasten voor burgers en bedrijven worden verminderd door het verminderen van regels en door het vereenvoudigen van procedures. C6 Europabewust De bewustwording van Europa is dermate groot dat in de activiteiten van Waterschap Rivierenland als vanzelfsprekend rekening wordt gehouden met het kader van Europese regelgeving, beleid, mogelijkheden tot samenwerking en subsidies. Toelichting wordt vast item in alle externe communicatie. De missie is aangepast en de kernwaarden worden geïmplementeerd De servicegarantie, heeft per externe werking. Vanaf die datum zijn er duidelijke afspraken met de klant over allerlei praktische zaken, zoals beantwoorden van mails, brieven, telefoongesprekken en wat diens meer zij. De uitrol loopt in de pas met de landelijke ontwikkelingen. Steeds meer toepassingen worden in gebruik genomen. Een voorbeeld is dat onze organisatie via sites van andere overheden ontsloten is. Onze website voldoet inmiddels aan alle richtlijnen en heeft het keurmerk maximaal drempelvrij : hier is in 2011 aan gewerkt. Waterschap Rivierenland heeft haar kennis en ervaring inzetten daar waar gevraagd. Een lopend project is de inzet in Senegal voor de rivier de Senegal. Aandeel meldingen ten opzichte van vergunningen is gestegen naar ruim de helft. Met het oog op verdergaande deregulering zijn bij de herziening van het vergunningenbeleid dit jaar 5 nieuwe algemene regels vastgesteld; deze treden in 2012 in werking. Ook is een begin gemaakt met de afstemming van het vergunningenbeleid met waterschap Hollandse Delta. Samen met Waterschap Hollandse Delta is een training verzorgd voor beide organisaties in het kader van Europabewust. Er is aandacht voor de wet- en regelgeving. Bij WSRL is de kennis over aanbesteden en de Kaderrichtlijn Water is (voldoende) gecentraliseerd. De kennis van Europese subsidies is niet gecentraliseerd. Uit intern onderzoek blijkt dat niet structureel aan subsidieverwerving wordt gedaan. Onduidelijk is of en waar subsidiekansen mogelijk niet worden benut. Subsidiebewustzijn binnen het waterschap zou vergroot moeten worden om beschikbare kansen te benutten (de mogelijkheden tot het verkrijgen van externe subsidies, inclusief die van Europese instellingen). C7 Klantgerichte vergunningverlening De doorlooptijden van vergunningaanvragen en 91

92 Doelstellingen De klantgerichtheid van vergunningverlening wordt vergroot door meer efficiency, persoonlijke (veld)begeleiding en integrale vergunningverlening en door het aanbieden van een één-loket-service met gemeenten en provincies. C8 Klantgerichte handhaving Bij handhaving wordt meer nadruk gelegd op communicatie en verinnerlijking van regels en op resultaatgerichte handhaving. Thema: Calamiteitenzorg C9 Slagvaardig optreden bij calamiteiten De calamiteitenorganisatie moet in haar geheel slagvaardig kunnen optreden om calamiteiten goed te bestrijden. Dit geldt voor de teams op kantoor, de liaisons bij netwerkpartners en de mensen in het veld. Toelichting meldingen zijn fors verkort door de nieuwe werkwijze op basis van lean management. Het landelijke, elektronische Omgevingsloket Online voor het onderdeel watervergunningen is meerdere malen uitgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu; de livegang is nu gepland op 1 april Aansluiting is voorbereid. Er wordt met enige regelmaat geoefend om goed voorbereid te zijn op calamiteuze situaties. De oefenfrequentie is geïntensiveerd. 92

93 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisatie 2011 C1 Meer en betere samenwerking met andere overheden en met belangenorganisaties Continu Toelichting a.implementeren van het beleid voor corporate communicatie x 2011 (daarna regulier) b. Implementeren van het persbeleid x 2011 (daarna regulier) C2 Meer klantgerichtheid a. Extern communiceren over de servicegarantie en monitoren dat het waterschap hieraan daadwerkelijk voldoet x 2011 (daarna regulier) 5 Beleid is in voorbereiding, 2 sessies over missie, visie 0 en kernwaarden, 1 sessie door Bestuur. OR, Delen zijn vastgesteld en ingevoerd. % 100% Persbeleid is gereed, uitvoering beleid in gang gezet met mediatraining Bestuur en directie, implementatie mediavolgsysteem. 100% Er is extern gecommuniceerd dmv een brochure en op de website. b. Uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek In kader van VJN 2011(taakstelling bezuiniging) is er (te behalen score). geen budget meer geraamd voor een KTO. c. Minimumscore KTO, doelgroep indieners klacht. Er wordt geen KTO meer gehouden. 93

94 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisatie d. Meer geschillenbemiddeling: burgers en bedrijven zijn in de eerste plaats overlegpartners; bij bezwaren vindt in alle gevallen een afweging plaats of een minnelijke oplossing (als alternatief van formele procedures) mogelijk is. - Implementatie plan van aanpak - Evaluatie - Score KTO (doelgroep bezwaarmakers) - Percentage opgelost via bemiddeling (dit wordt gemeten door het percentage van de bezwaarschriften dat ingetrokken wordt). x 50 x gereed > 80 Toelichting De implementatie van het plan van aanpak mediation is afgerond. In februari heeft een groep van 12 medewerkers de tweedaagse training toepassen mediationvaardigheden gevolgd. In september is er een derde trainingsdag geweest. Vanaf 1 februari 2011 is de andere aanpak bij het afhandelen van bezwaar ingevoerd en wordt bezwaarden eerst gebeld en bekeken of via overleg tot een oplossing kan worden gekomen. De ervaringen van de andere aanpak voor de ingediende bezwaren zijn zeer positief. Vanaf 1 februari 2011 tot en met 31 december 2011 zijn 101 bezwaarschriften ingediend. Van de bezwaarschriften die geschikt zijn voor mediation is 80% door overleg opgelost. In 3 % van de gevallen heeft overleg niet tot een oplossing geleid en is het bezwaar alsnog voorgelegd aan de bezwarencommissie. Bij 17% van de bezwaren loopt het overleg nog. De inschatting hierbij is dat meer dan de helft hiervan ook tot een oplossing zal leiden. Omdat een groot deel van de bezwaren zijn ingetrokken, hebben 13 van de 24 geplande zittingen van de bezwarencommissie geen doorgang hoeven vinden. Dit heeft geleid tot een besparing op de kosten van de bezwarencommissie van ruim ten opzichte van vorig jaar. Daarbij wordt nog opgemerkt dat de commissie in 2011 nog een groot aantal adviezen (10) heeft gegeven over bezwaren die in 2010 zijn ingediend. Belangrijk is ook dat de tevredenheid over de afhandeling van het bezwaar is gestegen. Na afronding van de mediation is aan bezwaarden een vragenlijst toegezonden, waarin ook is gevraagd een rapportcijfer te geven over de tevredenheid van de afhandeling van het bezwaar en de tevredenheid over het waterschap. Bijna 20 % van de bezwaarden heeft de vragenlijst van het klanttevredenheidsonderzoek teruggezonden. De tevredenheid over de afhandeling van het bezwaar scoort met een 7,5 heel goed. De tevredenheid bij de bezwaarmakers over het waterschap scoort gemiddeld een 7. Bij het KTO in 2010 waren de bezwaarmakers het minst tevreden over het waterschap (score 5,2). 94

95 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisatie 2011 C3 Meer elektronische dienstverlening a. Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP): (score volgens dashboard NUP) Toelichting 80% 90% 95% 100% 2014 De website voldoet inmiddels aan alle richtlijnen: hier is in 2011 aan gewerkt, maar de toetsing is pas 25 januari 2012 uitgevoerd, in verband met het uitrollen van een nieuwe versie van het contentmanagementsysteem dat we afnemen via het Waterschapshuis. * aansluiting bij Basisregistraties: *aansluiting op herkenning: * aan het principe pas toe of leg uit inzake open source software is gewerkt. b. Overheidsmonitor (score volgens dashboard Overheidsmonitor). c. Burger Service Code (score volgens dashboard BSC). d. Werkzaamheden/projecten ontsluiten via digitaal en interactief kaartmateriaal (geoweb). e. De producten- en dienstencatalogus digitaal toegankelijk: Volgsysteem t.b.v. klant Watertoets C4 Internationale samenwerking Evalueren van samenwerking Senegal-Mauritanië- Mali C5 Minder en toegankelijkere regels a. Actualisatie van vergunningenbeleid gericht op administratieve lastenvermindering, begrijpelijker taalgebruik en actuele reguleringsvragen 80% 85% 90% 90% 90% Continu Deze cijfers zijn niet meer relevant omdat de overheidsmonitor niet meer bestaat. Hiervoor komt geen vervangend dashboard. Het meten van de voortgang van e-dienstverlening wordt nu gedaan ikv NUP/i-NUP. b. gaat dus op in punt a. 80% 85% 90% 90% 90% Continu De BSC bestaat als het ware slapend. Veel onderdelen van de (voormalige BSC) komen terug in het NUP/ i-nup. 75% 100% 2012 Separaat project iwa wordt verwerkt in geoweb. Legger is inmiddels ontsloten, waterkwantiteitsgegevens volgen. 100% 75% 100% Volgsysteem gereed, watertoets op schema. X 2012 In 2012 wordt geëvalueerd of wij nog verder willen met dit project X X X X X Jaarlijks Gereed Een herziene set algemene regels en beleidsregels is vastgesteld en is per 1 januari 2012 in werking getreden. Met het oog op verdergaande deregulering zijn 5 nieuwe algemene regels opgenomen. 95

96 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisatie b. Afstemmen regelgeving met andere waterschappen met oog op klantgerichtheid en aansluiting Omgevingsloket Online (OLO) water - implementatie modelkeur, algemene regels en beleidsregels van Unie van Waterschappen - afstemmen vergunningenbeleid met omliggende waterschappen c. Percentage meldingen o.b.v algemene regels en raamvergunningen t.o.v. watervergunningen C6 Europabewust a. Implementeren van het plan van aanpak Europa bewust X X X X X X Conform planning Toelichting Bij de herziening van het vergunningenbeleid zijn de Uniemodellen als uitgangspunt gehanteerd (zie C5a). WSRL draagt daarnaast actief bij aan actualisatie van de Uniemodellen (keur, algemene regels, beleidsregels en legger). Met omliggende waterschappen is regionaal overleg om de samenwerking te versterken. Er is een begin gemaakt met harmonisatie van het vergunningenbeleid met waterschap Hollandse Delta. 50% 55% 60% 60% 60% Continu 56% Vanaf 2012 zullen meldingen voor kabels en leidingen worden afgedaan op basis van algemene regels in plaats van raamvergunningen. 100% 2011 Gereed Samen met Waterschap Hollandse Delta is een training verzorgd voor beide organisatie in het kader van Europabewust. Er is aandacht voor de wet- en regelgeving. b. Uitvoeren van Europees beleid met gebruikmaking van stimuleringsmaatregelen - Implementatie subsidiebeleid (incl. handleiding 100% 2011 C7 Klantgerichte vergunningverlening a. Snelle vergunningverlening: percentage vergunningaanvragen en meldingen afgehandeld binnen de wettelijke termijn: - Meldingen (<2 wk) - Vergunningen standaard procedure (<8 wk) - Vergunningen uitgebreide procedure (<6 mnd) b. Efficiënte vergunningverlening: gemiddeld aantal afgehandelde aanvragen watervergunningen en meldingen per jaar/fte. c. Integrale vergunningverlening: - interne afstemming van processen en standaardisatie - externe afstemming met gemeenten, provincies, rijkswaterstaat (jaarlijks overleg) Inmiddels is een subsidiebeleid in het AB aan de orde geweest, is het proces om subsidies onderdeel te laten zijn van bestuurlijke besluitvorming opgestart, en wordt er gewerkt aan het centraliseren van de subsidiegegevens (subsidieregister).. >90% >95% 100% 100% 100% Continu 98% Nieuwe werkwijze op basis van lean management heeft geleid tot betere procesbeheersing en kortere doorlooptijden. Vergunningaanvragen zijn afgedaan in gemiddeld 4 weken en meldingen in 4 dagen Continu 138 Nieuwe werkwijze op basis van lean management heeft geleid tot efficiencyverbetering. Productie omvat naast vergunningen en meldingen ook steeds meer adviezen aan andere overheden in het kader van samenloop en samenhang van vergunningen. Alle vergunningen en meldingen zijn geïntegreerd in X 2011 Gereed de lean werkwijze. Met medeoverheden zijn werkafspraken gemaakt. X X X X X Jaarlijks Gereed 96

97 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisatie d. Digitale vergunningverlening - aansluiten op landelijke internetvoorziening voor vergunningaanvragen Omgevingsloket Online (OLO) - meldingsformulieren op website als e-formulieren - pilot mobiele vergunningverlening e. Voorlichting en begeleiding bij vergunningverlening: - evaluatie veldbegeleiding f. Percentage bezwaren tegen verleende en geweigerde watervergunningen beperken en klantgericht afhandelen door o.a. mediation percentage bezwaren totaal percentage bezwaren (deels) gegrond percentage bezwaren ingetrokken g. Samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten ( ) m.b.t. bovenwettelijk voorzieningenniveau Wabo/Waterwet Uitvoeren samenwerkingsovereenkomsten Evaluatie h. Score klanttevredenheid over vergunningverlening via antwoordkaarten (gemiddeld cijfer gelijk aan of hoger). C8 Klantgerichte handhaving a. Aantal bestuursrechterlijke zaken (m.u.v. handhaven vaarwegen percentage van het totale aantal controles). b. Aantal strafrechterlijke zaken uitgezonderd vaarwegen (percentage van het totale aantal controles) c. Kwaliteitscriteria Vrom score (in 2011 nulmeting) Verbeteringen vanuit Bewijs van Goede dienst conform verbeterplan X X X <3% <2% >1% Gereed Nvt Gereed X 2011 Gereed <3% <2% >1% <3% <2% >1% <3% <2% >1% <3% <2% >1% Continu Continu Continu Toelichting OLO water is meerdere malen uitgesteld door Ministerie van I&M; livegang is nu gepland op 1 april 2012; aansluiting is voorbereid. Meldingsformulier wordt geïntegreerd in OLO water, dus hoeft niet op eigen website. Mobiele vergunningverlening en balieservice zijn onderzocht en hebben geen toegevoegde waarde voor lean werkwijze. Veldbegeleiding voorziet in behoefte aan afstemming op kruispunt van vergunningverlening, handhaving en beheer&onderhoud. Mediation blijkt een succesvol instrument; het heeft geleid tot intrekken van veel bezwaren. 2,8% 0,7% 1,3% Gereed Advisering over Wabo vergunningaanvragen indirecte lozingen verloopt goed. Handhaving indirecte lozingen wordt wisselend opgepakt door gemeenten. x x x Continu Continu 7,8 De antwoordkaart voor klanttevredenheidmeting wordt meegezonden met besluiten en is tevens digitaal in te vullen op de website. 8% 7% 7% 7% 7% Continu In 2011 is bij 5 % bestuursrechterlijk opgetreden 1,5% 1.5% 1,5% 1,5% 1,5% Continu In 2011 is in 1% van de controles strafrechterlijk opgetreden 90% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Continu Er is in 2011 een verbeterplan Bewijs van goede dienst opgeleverd. Uitvoering hiervan binnen 2 jaar. In 2012 wordt de nulmeting bij WSHD uitgevoerd en zal een gecombineerd verbeterplan ter hand worden genomen. 97

98 Doelstellingen Maatregelen Planning Gereed Realisatie d. Ter vermindering van het aantal overtredingen worden meer preventieve voorlichtende activiteiten voor belangenorganisaties verricht. x 2011 (Continu) Toelichting In 2011 zijn de volgende acties hiervoor uitgevoerd : - Alle bronneerders zijn (preventief) schriftelijk benaderd over de vigerende wet-regelgeving. - Er zijn diverse agrarische bijeenkomsten bijgewoond door handhavers (LTO: GTB en Veehouderij) - Er zijn divers persberichten geweest waarbij aanstaande handhavingsancties nader zijn toegelicht ( vaarwegen, bespuitingen, industrie lozingen) C9 Slagvaardig optreden bij calamiteiten a. Verbeteren en aanvullen van calamiteitenplannen en deze afstemmen met de netwerkpartners. b. Borgen van het belang van het waterschap in de vijf Veiligheidsregio s in ons beheergebied, door o.a.: - inbreng planvorming om de vier jaar - overleggen - opleidingen en oefeningen x x Continu De calamiteitenplannen zullen begin 2012 worden vastgesteld. Continu Conform planning x x x x x x x x x x x x 2011 Continu Continu De verplichte plannen van de Veiligheidsregio s zijn opgesteld in samenwerking met ons waterschap, waardoor de watergerelateerde risico s voor het voetlicht komen. Het intensievere oefenprogramma per 2011 is uitgevoerd. 98

99 Kostenontwikkeling en analyse programma Middelen, Communicatie en Regelgeving ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten N Opbrengsten N Te dekken kosten N Inzet best. reserves V Per saldo N Analyse op hoofdlijnen: Kosten en opbrengsten Lagere kapitaallasten van investeringen als gevolg van de achtergebleven realisatie in 2010 en Het budget voor studiekosten is in de begroting 2011 centraal geraamd op het programma middelen. De uitgaven tijdens het jaar zijn verantwoord op de betreffende programma s. Betreft verschuiving van begroot budget voor kosten vervanging langdurig zieken. Dit budget is in de loop van het jaar overgeheveld naar de afdelingen waar langdurig zieken zijn vervangen (merendeel dmv externe inhuur). Tegenover deze besparing staat derhalve een stijging van inhuur van derden. Organisatiebreed extra inhuur in verband met langdurig zieken, inzet externen voor opvang werkzaamheden ontstaan door vacatures die (nog) niet waren opgevuld, bijvoorbeeld voor overbrugging van oud naar nieuwe medeweker, herbezinning permanente invulling of inhuur vanwege externe detachering eigen personeel, incidenteel). Deze kosten zijn gedekt door aanwending van aanwezige vacaturebudgetten. Lagere onderhoudskosten voor kantoor Blomboogerd doordat alleen contractverplichtingen in 2011 uitgevoerd zijn en niet het structureel planmatig onderhoud, dat slechts eens per 5 jaar voorkomt. Lagere bijdrage BSR door realisatie (door BSR) van hogere opbrengsten voor vervolgingskosten. Deze hogere opbrengsten vloeien met name naar WSRL toe. Door de overgang per 1 juli 2011 naar AQUON is de realisatie van diverse kostenposten van het voormalige WSRL laboratorium onder de begroting gebleven (begroting was gebaseerd op geheel 2011). Dit betreft: kapitaallasten 140 V, salariskosten 934 V, gebruiks- en verbruikskosten 233 V, technische apparatuur en toepassingssoftware 156 V, schoonmaakkosten 30 V, energiekosten 57 V. Daarnaast hebben meer uitbestedingen van analyses plaatsgevonden 133 N als gevolg uitbesteding door werkvoorraad a.g.v. vorstperiode begin 2011, beleidskeuze om uit te besteden werk onder te brengen bij fusiepartners (duurder dan marktpartij) en het niet adequaat functioneren van een eigen machine. Organisatiebreed lagere advieskosten door meer advisering in eigen beheer. Betreft voornamelijk structurele gevolgen welke reeds zijn verwerkt in de begroting 2012 en voorjaarsnota Eénmalig niet begrote meevaller met betrekking tot mobiele telefonie (aanbestedingsvoordeel). In 2011 is aan AQUON aan frictiekosten betaald. Deze kosten worden gedekt uit de bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium waarvoor in ,2 miljoen gedoteerd is. Eind 2011 heeft AQUON een verzoek ingediend tot het beschikbaar stellen van aanvullende frictiekosten voor de periode ad Op 7 februari 2012 heeft het CDH ingestemd hiermee ingestemd. Deze extra kosten zijn in 2011 binnen het programma MCR gedekt. 150 V 739 V 324 V 304 N 117 V 526 V V 174 V 197 V 562 N 99

100 Een dotatie aan de voorziening pensioen voormalig bestuur naar aanleiding van de in 2011 opgestelde actuariële berekeningen. Opbrengst verkopen overtollige percelen grond. Opbrengst verkoop buiten gebruik gesteld tractiematerieel (tractor, veegboot, kraan e.d.). Als gevolg van de fusie met AQUON per 1 juli 2011 is ook de gerealiseerde opbrengst van het laboratorium circa 50% lager dan begroot. Dit betreft lagere opbrengst omzet (N) en vervallen vergoeding medegebruik door WSRL (50 N). Anderzijds huuropbrengst gebouw 2 e halfjaar 2011 (190 V), opbrengst medegebruik en opbrengst voorraden glaswerk en chemicaliën (91 V). Hogere inkomsten door opgelegde bestuursdwang (en dwangsommen n.a.v. overtredingen. Betreft bijdrage voor uitvoering schaderegeling Maaswerken. WSRL verzorgt de loketfunctie voor de schadeclaims in ons beheergebied. Voorgesteld wordt deze bijdrage bij resultaatbestemming van de jaarrekening 2011 aan een speciaal daarvoor ingestelde bestemmingsreserve toe te voegen. Opbrengst van dienstverlening vanaf juli 2011 aan Aquon (HR, facilitair, automatisering). Per saldo diverse voor- en nadelen. Totaal kosten en opbrengsten Inzet bestemmingsreserves Bijdrage uit de bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium (aanloopkosten AQUON). ( x 1.000) Totaal resultaat programma Middelen, Communicatie en Regelgeving N 354 V 132 V N 327 V 293 V 141 V 58 N V 263 V N ( x 1.000) INVESTERING Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Bruto V Subsidies/bijdragen V Netto V Voor een toelichting op de verschillen wordt verwezen naar bijlage 12 Toelichting investeringen per beleidsproduct per programma. 100

101 2.6 Dekkings- en financieringsmiddelen In de begroting van waterschap Rivierenland zijn een aantal posten opgenomen die vooral bedoeld zijn voor de financiering van het waterschap. Het betreft de volgende posten: Onvoorzien: dit is een raming ter dekking van onvoorziene lasten; Rente over het eigen vermogen van de egalisatie- en algemene reserves; Belastingopbrengsten; Opbrengst kwijtschelding en oninbaar; Dividend en overige algemene opbrengsten; Saldo ten gunste/laste van de egalisatiereserves. ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet eg. reserves Per saldo V Het voordeel bij de post dekkings en financieringsmiddelen wordt veroorzaakt door: Dividend Nederlandse Waterschapsbank N.V. In verband met een lager resultaat en de strengere eisen waaraan de NWB in het kader van Europese afspraken (Basel III) moet voldoen is de dividenduitkering lager dan in de afgelopen jaren. Een voordeel bij opbrengsten uit heffing waterschapsbelastingen, met name bij de categorie gebouwd voor 2011 en vorige jaren. Nadeel bij de post kwijtschelding met name a.g.v. honorering kwijtscheldingsverzoeken voorgaande belastingjaren en meer kwijtscheldingsaanvragen in Inzet post onvoorzien. Overig N V 361 N 925 V 50 V 101

102 3 EXPLOITATIEREKENING NAAR PROGRAMMA S 3.1 Recapitulatie programmakosten PROGRAMMA EXPLOITATIE Rekening Begroting Rekening Verschil V/N Waterkering Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves N Per saldo V Watersysteem/waterketen Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V Wegen Kosten N Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V Middelen, communicatie & regelgeving Kosten N Opbrengsten N Te dekken kosten N Inzet best. reserves V Per saldo N Dekkingsmiddelen Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet eg. reserves Per saldo V Totaal Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Inzet eg. reserves Per saldo V (bedragen x 1.000) 102

103 3.2 Begrotingsrechtmatigheid De nieuwe gewijzigde Waterschapswet legt een extra accent op rechtmatigheid en de controle ervan. Met ingang van de jaarrekening 2009 controleert de accountant bij de controle van de jaarrekening zowel de rechtmatigheid als de getrouwheid van de financiële beheershandelingen. Bij de rechtmatigheidcontrole gaat het onder meer om de vraag of de financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten, lasten en balansposten die in de jaarrekening zijn opgenomen, tot stand gekomen zijn binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en de hierin opgenomen programma s. Op grond hiervan dient er in de jaarrekening een analyse plaats te vinden met betrekking tot de rechtmatigheid van eventuele overschrijdingen op de lasten van de programma s (begrotingsrechtmatigheid). De analyses dienen te worden ingedeeld in de categorieën zoals opgenomen in de Kadernota rechtmatigheid zoals vastgesteld door het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten. Deze kadernota is conform de toelichting op het Waterschapsbesluit ook van toepassing op de waterschappen. Rechtmatigheid en programma s Bij rechtmatigheid wordt een duidelijk onderscheid gemaakt in kosten en baten. De rechtmatigheid van het begrotingscriterium wordt specifiek getoetst op de kosten en niet op de baten. De vraag bij rechtmatigheid is derhalve of de kosten per programma binnen de begrote kosten zijn gebleven, onafhankelijk van het feit of een mogelijke kostenoverschrijding wordt gedekt door hogere baten. Uit de recapitulatie van de programmakosten (zie paragraaf 3.1 uit de jaarrekening 2011) blijkt dat er sprake is van een overschrijding van de programmakosten voor de programma s Wegen en het programma Middelen, communicatie en regelgeving. Onder het regime van de comptabiliteitsvoorschriften was het gebruikelijk dat de nodige begrotingsoverschrijdingen met het vaststellen van de jaarrekening werden geautoriseerd. Tot op heden is bij waterschap Rivierenland deze lijn gehanteerd en worden geen formele begrotingswijzigingen gedurende het jaar ter besluitvorming aangeboden aan het Algemeen Bestuur. Op basis van het begrotingscriterium is autorisatie van de hogere kosten door het Algemeen Bestuur gewenst. In de aanbiedingsbrief wordt daarom expliciet aan het Algemeen Bestuur autorisatie van de kostenoverschrijdingen gevraagd voor: Programma Wegen Programma Middelen, communicatie en regelgeving Onderstaand worden de overschrijdingen toegelicht. Kostenontwikkeling en analyse programma Wegen ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten N Toelichting kostenoverschrijding: De overschrijding op het programma wegen wordt volledig veroorzaakt door de aanvullende dotatie aan de voorziening reconstructie wegen en de voorziening baggeren wegsloten totaal 1,2 miljoen. In 2011 zijn bovengenoemde voorzieningen gevormd om fluctuaties in de hoogte van de exploitatielasten in begroting en jaarrekening te voorkomen. In N 103

104 de eerste jaren zijn de onttrekkingen aan de voorziening hoger dan de dotatie. In tegenstelling tot hetgeen is aangegeven bij de vorming van de voorzieningen mag het saldo van een voorziening per definitie niet negatief zijn. Op grond daarvan is in 2011 een aanvullende dotatie ten laste van de exploitatie gebracht. De hogere dotatie in 2011 wordt in meerjarenperspectief gecompenseerd door een lagere jaarlijkse dotatie. Deze kostenoverschrijding past binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleid inzake reserves en voorzieningen. Autorisatie voor de overschrijding op het programma wordt gevraagd bij de vaststelling van de jaarrekening door het Algemeen Bestuur. Het door de dotatie aan de voorzieningen ontstane nadeel wordt binnen het programma gedeeltelijk gecompenseerd door diverse kostenvoordelen. Voor de volledige toelichting op de kostenontwikkeling wordt verwezen naar hoofdstuk 2.4 van de jaarrekening. Kostenontwikkeling en analyse programma Middelen, communicatie en regelgeving ( x 1.000) EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kosten N Toelichting kostenoverschrijding: De overschrijding op het programma Middelen, communicatie en regelgeving wordt volledig veroorzaakt door de dotatie aan de voorziening pensioen voormalig bestuur van 3,2 miljoen. Periodiek worden de aanspraken van voormalig personeel en bestuur op het waterschap geactualiseerd. De voorziening pensioen voormalig bestuur dekt de financiële pensioenrechten van de voormalig bestuursleden. In 2011 heeft Waterschap Rivierenland ter bepaling van de benodigde omvang van de voorziening voor de verschillende voormalige bestuursleden actuariële berekeningen laten maken. Op basis hiervan is een aanvullende dotatie benodigd van 3,2 miljoen. Deze kostenoverschrijding past binnen het door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleid inzake reserves en voorzieningen. Autorisatie voor de overschrijding op het programma wordt gevraagd bij de vaststelling van de jaarrekening door het Algemeen Bestuur N Het door de dotatie aan de voorziening pensioen ontstane nadeel wordt binnen het programma gedeeltelijk gecompenseerd door diverse kostenvoordelen. Voor de volledige toelichting op de kostenontwikkeling wordt verwezen naar hoofdstuk 2.5 van de jaarrekening. 104

105 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS In dit hoofdstuk wordt het resultaat per taak nader toegelicht. 4.1 Watersysteem Rekening 2010 Begroting 2011 Realisatie 2011 Verschil V/N Netto kosten V Onvoorzien V Kwijtschelding en oninbaar N Dividenden en overige algemene N opbrengsten Belastingopbrengsten V Resultaat voor mut. reserves V Toevoegingen en onttrekkingen V aan reserves Saldo V (bedragen * 1.000,-) Gerealiseerde netto kosten Het resultaat op de netto kosten wordt met name veroorzaakt door: Hogere directe kosten in verband met een hoogwaterperiode in januari Lagere kapitaallasten als gevolg van achtergebleven realisatie. Lagere kosten beheer en onderhoud primaire en regionale waterkeringen n.a.v. aanbestedingsresultaten en doorgevoerde besparingen. Lagere kosten muskus- en beverratbestrijding in verband met hogere bijdrage vanuit LCCM, diverse kostenvoordelen en afwikkeling voorziening ivm opheffen huidige bestrijdingsorganisatie. Meer gedeclareerde uren inzake dijkversterkingsprojecten. Lagere kosten onderhoud waterlopen voornamelijk a.g.v. aanbestedingsvoordelen bij inhuur personeel van derden (125 V), onderhoud door derden (340 V) en stortkosten (118 V) Kwantiteitsgemalen: lagere kosten voornamelijk door niet uitvoeren van een aantal voorgenomen activiteiten op het terrein van automatisering a.g.v. onderbezetting (o.a. implementatie onderdelenbeheer, leren en bijsturen van onderhoudsprogramma en de integratie van werkvergunningen). Verder zijn de voorbereidingskosten van de data migratie voor het nieuwe OBS meegevallen en zijn door de late oplevering van de SCX hoofdpost (besturingssysteem watersystemen) minder kosten voor het beheercontract en de licenties gemaakt. Kwantiteitsgemalen: hoger energiegebruik (diesel) door meer draaiuren a.g.v. hoogwaterperiode begin 2011 (79 N). Daarnaast stijging energieprijzen (68 N). Afkoopsom gemeente Tiel voor achterstallig onderhoud in overdracht stedelijk water (57 V) en bijdrage aanleg tewaterlaat plaatsen (30 V). Lagere analysekosten laboratorium door een lager ilowpuntentarief als gevolg van de fusie met AQUON per Lagere legesopbrengsten door een combinatie van minder vergunningaanvragen, meer adviesaanvragen van gemeenten en rijkswaterstaat i.h.k.v. samenloop en samenhang zonder legesopbrengst en een kleinere omvang van de vergunning werken (bouwsom en verhard oppervlak). Hogere inkomsten door opgelegde dwangsommen n.a.v. overtredingen. Lagere bijdrage aan BSR vanwege positief rekeningresultaat bij BSR vnl a.g.v hogere opbrengsten voor vervolgingskosten. Opbrengst verkopen overtollige percelen grond. 445 N 129 V 402 V 488 V 448 V 583 V 179 V 147 N 87 V 290 V 193 N 290 V 289 V 166 V 105

106 Nadelig saldo exploitatie laboratorium over het 1 e haljaar 2011 (fusie met AQUON per 1 juli 2011). Voornamelijk is dit het gevolg van meer uitbesteed werk en achtergebleven afzet. Effect personeelskosten a.g.v. hogere sociale lasten, verdeling studiekosten en vervanging zieken, effecten urenverdeling en doorbelasting ondersteunende producten. Dotatie aan voorziening pensioen voormalig bestuur naar aanleiding van geactualiseerde berekeningen. Aandeel frictiekosten AQUON. Hogere rentebaten a.g.v. hogere stand van voorzieningen en reserves Lagere kosten externe communicatie. Onvoorzien Het resultaat op Onvoorzien wordt veroorzaakt door: In de begroting wordt de post onvoorzien verdeeld over de afzonderlijke taken. Gedurende het jaar worden op deze post geen uitgaven gerealiseerd. Kwijtschelding en oninbaar Het resultaat op kwijtschelding en oninbaar wordt veroorzaakt door: Toename kwijtschelding ingezetenen over het jaar 2011 (140 N) en het alsnog honoreren van kwijtscheldingsverzoeken uit voorgaande jaren (68 N). Toename post oninbaar bij belastingjaren voor Dividend en overige opbrengsten Het resultaat op dividend en overige opbrengsten wordt veroorzaakt door: De dividenduitkering over 2010 van de NWB is nagenoeg gehalveerd omdat de NWB een lagere winst heeft gerealiseerd en op termijn waarschijnlijk zal moeten voldoen aan de voorschriften van Basel III (verhoging eigen vermogen). Belastingopbrengsten Het resultaat op belastingopbrengsten wordt veroorzaakt door: Belastingheffing Voordelig resultaat bij eigenaren gebouwd omdat de werkelijke WOZ waarde minder is gedaald dan bij de begroting werd aangenomen. Voordelig resultaat bij ingezetenen vanwege een grotere groei van het aantal woningen dan de begrote 0,5% in Nadelig resultaat bij eigenaren ongebouwd vanwege afname hectares. Belastingheffing voorgaande jaren: Voordelige afrekeningen met name ingezetenen en omslagen gebouwd over voorgaande jaren. 170 N 721 V N 421 N 146 V 86 V 453 V 208 N 123 N 657 N V 446 V 81 N 614 V Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Het resultaat op toevoegingen en onttrekkingen aan reserves wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Inzet bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium (aanloopkosten Aquon). 197 V Hogere onttrekking aan bestemmingsreserve vervroegde afschrijving waterkering. 67 N 106

107 4.2 Zuivering Rekening 2010 Begroting 2011 Realisatie 2011 Verschil V/N Netto kosten V Onvoorzien V Kwijtschelding en oninbaar Dividenden en overige algemene N opbrengsten Belastingopbrengsten V Resultaat voor mut. reserves V Toevoegingen en onttrekkingen V aan reserves Saldo V (bedragen * 1.000,-) Gerealiseerde netto kosten Het resultaat op de netto kosten wordt met name veroorzaakt door: Lagere kapitaallasten van investeringen als gevolg van de achtergebleven realisatie. Effect personeelskosten a.g.v. hogere sociale lasten, verdeling studiekosten en vervanging zieken, effecten urenverdeling en doorbelasting ondersteunende producten. Nadelig saldo exploitatie laboratorium over het 1 e haljaar 2011 (fusie met AQUON per 1 juli 2011). Voornamelijk is dit het gevolg van meer uitbesteed werk en lagere afzet. Er is meer ijzerchloride en polymeer gebruikt om de prestaties voor de ontwateringsgraad van het slib en fosfaatverwijdering bij de rwzi s te halen. Daarnaast zijn de prijzen voor chemicaliën fors verhoogd. Dit mede als gevolg van de gestegen prijzen van olie welke o.a. als grondstof dient voor het polymeer. Hogere slibtransportkosten (met name naar rwzi Nijmegen) als gevolg van uitval en buitengebruikstelling ontwateringspersen op diverse rwzi's. Hogere kosten voor telecommunicatie. Alle rioolgemalen/zuiveringen zijn voorzien van ADSL breedbandverbindingen als gevolg van upgrading van de automatisering. Aandeel frictiekosten AQUON Lagere composteringskosten e.d. door onder andere minder slibaanbod en een betere ontwatering. Lagere kosten voor het verwijderen van de buiten gebruik gestelde asbest-cement persleiding Woudrichem a.g.v. minder complexiteit, meevallende aanbesteding en minder externe begeleidingskosten Met name door een gunstige gasafrekening over 2010 bij de zuivering Tiel zijn de totale kosten van gas bij de zuiveringen voor 2011 onder het budget gebleven. Lagere slibverbrandingskosten door lager verbrandingstarief van HVC en een gunstige afrekening over voorgaand jaar. Lagere kosten hard- en machinesoftware door onder andere enerzijds een temporisering van voorgenomen activiteiten en anderzijds door een verminderde behoefte aan reservedelen en software voor de technische automatisering als gevolg van de versnelde uitrol van ipa. In 2011 zijn meer bijdragen van derden (o.a. onderhoud IBA s) ontvangen dan was begroot. Lagere kosten door incidenteel minder ontwateringssessies. Lagere vergoeding aan de Hoogheemraadschappen Schieland/Krimpenerwaard en De Stichtse Rijnlanden voor het transporteren van afvalwater van de gemeente Schoonhoven naar onze rwzi Gelkenes vanwege herberekening vergoedingstarief. Dotatie aan voorziening pensioen voormalig bestuur naar aanleiding van geactualiseerde berekeningen. Opbrengst verkopen overtollige percelen grond. 253 V 578 V 50 N 317 N 151 N 134 N 123 N 549 V 285 V 70 V 84 V 82 V 65 V 65 V 91 V N 166 V 107

108 Lagere bijdrage aan BSR, omdat BSR voornamelijk hogere opbrengsten voor vervolgingskosten heeft gerealiseerd. Inkomsten uit opgelegde dwangsommen i.v.m. overtredingen. 205 V 87 V Onvoorzien Het resultaat op Onvoorzien wordt veroorzaakt door: In de begroting wordt de post onvoorzien verdeeld over de afzonderlijke taken. Gedurende het jaar worden op deze post geen uitgaven gerealiseerd. 435 V Kwijtschelding en oninbaar Het resultaat op kwijtschelding en oninbaar wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Meer verleende kwijtschelding over belastingjaren voor Minder oninbaar geleden bij de zuiveringsheffing met name bij de voorgaande belastingjaren. 147 N 147 V Dividenden en overige algemene opbrengsten Het resultaat op dividenden en overige algemene opbrengsten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: De dividenduitkering over 2010 is nagenoeg gehalveerd omdat de NWB een lagere 598 N winst heeft gerealiseerd en zal moeten voldoen aan de voorschriften van Basel III (verhoging van eigen vermogen). Vanaf 2012 is er helemaal geen opbrengst geraamd. Rente eigen financiering is hoger door een hogere stand van de reserves per V als gevolg van de verwerking van het resultaat van Belastingopbrengsten Het resultaat op belastingopbrengsten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Hogere opbrengst zuiveringsheffing woningen omdat de groei van het aantal woningen groter is geweest dan de 0,5% waarmee in de begroting 2011 rekening is gehouden. Lagere opbrengst zuiveringsheffing bedrijven vanwege economische ontwikkelingen. Voordelige afrekeningen zuiveringsheffing bedrijven in voorgaande jaren. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves De hogere onttrekking aan de reserves houdt in hoofdzaak verband met: De onttrekking aan de reserve frictiekosten laboratorium/aquon ter dekking van de betreffende kosten in V 180 N 157 V 58 V 108

109 4.3 Wegen Rekening 2010 Begroting 2011 Realisatie 2011 Verschil V/N Netto kosten V Onvoorzien V Kwijtschelding en oninbaar N Dividenden en overige algemene V opbrengsten Te dekken uit V belastingopbrengsten Resultaat voor mut. reserves V Toevoegingen en onttrekkingen V aan reserves Saldo V (bedragen * 1.000,-) Gerealiseerde netto kosten Het resultaat op de netto kosten worden met name veroorzaakt door: Kosten wegreconstructie rotonde Bazeldijk 2e fase schuiven door naar De kosten voor aanleg van de P&R voorziening Gelkenes is naar beneden bijgesteld als gevolg van een voordelige aanbesteding. Kosten Heulenslag en aanleg De Nieuwe Geer in 2011 uitgevoerd i.p.v Bedragen worden gedekt vanuit bestemmingsreserves. Extra kosten voor strooizout en gladheidbestrijding in verband met strenge winterperiode. Aanbestedings/ en -besteksvoordelen maaionderhoud wegen, onderhoud wegbeplanting en onderhoud wegsloten. Stormschade wegbeplanting (bomen) gebied Vijfheerenlanden. Op grond van het nog vast te stellen beheerplan kunstwerken was een hoger onderhoudsbedrag voorzien. Correctie groeipercentage inzake bijdrage van gemeenten in het beheer gemeentelijke wegen door waterschappen Afwikkeling provinciale subsidies aanleg fietspaden voorgaande jaren. Lagere subsidies dan voorzien voor rotonde Bazeldijk en rotonde Zijderveld. Ontvangen subsidie in verband met aanleg Nieuwe Geer. Bijdrage provincie Utrecht in verband met overdracht provinciale weg. Aanvullende dotatie voorzieningen wegreconstructie en baggeren wegsloten. In 2011 zijn bovengenoemde voorzieningen gevormd om fluctuaties in de hoogte van de exploitatielasten in begroting en jaarrekening te voorkomen. In de eerste jaren zijn de onttrekkingen aan de voorziening hoger dan de dotatie. In tegenstelling tot hetgeen is aangegeven bij de vorming van de voorzieningen mag het saldo van een voorziening per definitie niet negatief zijn. Op grond daarvan is in 2011 een aanvullende dotatie ten laste van de exploitatie gebracht. De hogere dotatie in 2011 wordt in meerjarenperspectief gecompenseerd door een lagere jaarlijkse dotatie. Toevoeging voorziening pensioen voormalig bestuurders. Effect personeelskosten a.g.v. hogere sociale lasten verdeling studiekosten en vervanging zieken, effecten urenverdeling en doorbelasting ondersteunende producten. Lagere bijdrage BSR doordat de door BSR ontvangen vervolgingskosten hoger zijn dan begroot. Diverse kosten en opbrengsten V 85 V 460 N 110 N 338 V 239 N 81 V 132 V 472 V 128 N 75 V 45 V N 193 N 67 V 33 V 79 V Onvoorzien Het resultaat op Onvoorzien wordt veroorzaakt door: In de begroting wordt de post onvoorzien verdeeld over de afzonderlijke taken. Gedurende het jaar worden op deze post geen uitgaven gerealiseerd. 37 V 109

110 Kwijtschelding en oninbaar Het resultaat op kwijtschelding en oninbaar wordt veroorzaakt door: Met name verleende kwijtschelding over belastingjaren voor Dividenden en overige algemene opbrengsten Het resultaat op dividenden en overige algemene opbrengsten wordt veroorzaakt door: Rente eigen financiering is hoger door een hogere stand van de reserves per 1 januari Lagere dividenduitkering NWB door lagere winstrealisatie en het op termijn moeten voldoen aan de voorschriften van Basel III. Belastingopbrengsten Het resultaat op belastingopbrengsten wordt veroorzaakt door: Belastingheffing Voordelig resultaat bij met name wegenheffing eigenaren gebouwd omdat de werkelijke WOZ waarde hoger ligt dan bij de begroting werd aangenomen. Voordelig resultaat bij ingezetenen vanwege een groei van het aantal woningen. In de begroting 2011 was slechts met een groei van 0,50 % rekening gehouden. Belastingheffing voorgaande jaren: Voordelige afrekeningen ingezetenenheffing en omslagen gebouwd en ongebouwd voorgaande jaren. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Het resultaat op toevoegingen en onttrekkingen aan reserves wordt veroorzaakt door Inzet bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium (aanloopkosten Aquon). Inzet bestemmingsreserves brug Heulenslag en reconstructie Nieuwe Geer. 7 N 80 V 76 N 234 V 77 V 68 V 8 V 460 V 110

111 5 REKENING NAAR KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de kosten- en opbrengstencategorieën, gerubriceerd in overeenstemming met de regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen. Ter vergelijking zijn tevens de cijfers van de jaarrekening 2010 en de begroting 2011 opgenomen. Omschrijving Rekening 2010 Begroting 2011 Rekening 2011 Verschil V/N Kostensoortgroepen Kapitaallasten V Personeelslasten V Goederen en diensten van derden V Bijdragen aan derden N Toevoegingen voorzieningen /onvoorzien N Totaal kosten V Opbrengstensoortgroepen Financiële baten N Personeelsbaten V Goederen en diensten aan derden V Bijdragen van derden V Opbrengst aanmaningen, kwijtschelding, oninbaar waterschapsbelasting N Onttrekkingen aan voorzieningen V Geactiveerde kosten N Totaal opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet algemene/bestemmingsreserves V Gedekt door heffing waterschapsbelastingen V Exploitatieresultaat V Toevoeging/onttrekking egalisatiereserve Exploitatieresultaat te bestemmen V (bedragen x 1.000) 111

112 6 Balans 6.1 Balans A C T I V A Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Debiteuren Overlopende activa Liquide middelen 5 29 Totaal vlottende activa Totaal activa P A S S I V A Eigen vermogen Algemene reserves Egalisatiereserves Bestemmingsreserves Resultaat Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Schulden aan leveranciers Schulden aan kredietinstellingen Aflossingsverpl. langlopende leningen Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden & overlopende passiva Totaal passiva (bedragen * 1.000,-) 112

113 6.2 Toelichting op de balans (bedragen x 1.000) Waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen Immateriële en materiële vaste activa De beleidsnota Waardering, activering & afschrijving van activa is 24 april 2009 vastgesteld door het Algemeen Bestuur. De algemene regel in de verslaggevingvoorschriften luidt dat alle uitgaven voor zaken, die langer dan een jaar ten dienste staan van het waterschap, worden geactiveerd. Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd. Activa worden gewaardeerd op basis van de historische kostprijs zijnde de aanschafwaarde c.q. de verkrijgingprijs, verminderd met subsidies/bijdragen van derden en met de gecumuleerde afschrijvingen. Naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden in het boekjaar ten laste van de exploitatie gebracht. Voorraden en deelnemingen worden tegen marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. In principe worden investeringsbedragen lager dan niet geactiveerd. Uitgaven ten behoeve van gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Waterschap Rivierenland besteedt de directievoering en uitvoering van projecten uit aan derden. Eigen bijdragen komen in principe niet voor en op grond daarvan vindt activering niet plaats. Ook de geringe inzet van uren van eigen personeel in verband met de aankoop van een investeringsgoed of het toekennen van bijdragen aan derden worden niet geactiveerd maar rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. Ook de eigen uren inzake de planvoorbereiding van projecten worden niet geactiveerd. De eigen uren van planvoorbereiding van afzonderlijke projecten zullen in het algemeen het grensbedrag van niet overschrijden op grond waarvan activering van planvoorbereiding niet plaatsvindt. Daar waar deze grens wel wordt overschreden zal activering van de eigen uren inzake planvoorbereiding wel plaatsvinden. Indien in de toekomst bij de directievoering en/of uitvoering van nieuwbouwprojecten wel sprake is van een omvangrijke bijdrage van eigen personeel, zal deze eigen bijdrage wel worden geactiveerd. De grens van een omvangrijke eigen bijdrage wordt gelegd bij een interne doorbelasting van meer dan In 2011 heeft waterschap Rivierenland de eigen personeelskosten ten behoeve van de grondverwerving van projecten en voor het ipa project geactiveerd. De algemene waarderingsregel is dat activa worden gewaardeerd tegen vervaardigings- of verkrijgingsprijs. In deze vervaardigingsprijs wordt de rente opgenomen over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend (artikel 66 lid 3 BBVW). Waterschap Rivierenland beschouwt bij meerjarige projecten de jaarlijkse investeringsuitgaven als afgerond op jaareinde, activeert deze investeringsuitgaven en start in het daarop volgende jaar met de afschrijving ervan. Dit in tegenstelling tot waterschappen die als uitgangspunt hanteren dat pas wordt geactiveerd en afgeschreven na afronding van het project. Deze waterschappen zullen bij jaaroverstijgende projecten bouwrente toerekenen aan de investering en over het hogere bedrag na gereedmelding afschrijven. Waterschap Rivierenland activeert jaarlijks alle investeringsuitgaven en berekent daar rente over. De berekende rente wordt ten laste van de exploitatie gebracht. 113

114 De rente wordt berekend in het boekjaar waarin de uitgaven op de investering zijn gedaan. Hierbij wordt het uitgangspunt gehanteerd dat de investering gemiddeld halverwege het jaar plaatsvindt. Er wordt derhalve een half jaar rente berekend over hetgeen in dat jaar is geïnvesteerd. In de vervolgjaren wordt de rente berekend over de boekwaarde per begin van het jaar. Onderhoud is erop gericht een activum in goede staat te houden en ervoor te zorgen dat dit gedurende zijn gebruiksduur goed blijft functioneren. De kosten van dit onderhoud worden in de exploitatierekening verantwoord. Indien de onderhoudswerkzaamheden ertoe leiden dat de verwachte levensduur van een activum wordt verlengd met minimaal één jaar (dat wil zeggen het activum kan langer functioneren dan waarvan bij aankoop of vervaardiging vanuit werd gegaan), is er sprake van levensduurverlengend onderhoud. De uitgaven van dit levensduurverlengend onderhoud worden als investeringen beschouwd en kunnen worden geactiveerd. Het vernieuwen (renoveren) of aanpassen van waterkeringen, waterlopen, kunstwerken, transportgemalen en zuiveringsinstallaties wordt aangemerkt als investeringen en als zodanig geactiveerd. De uitgaven die betrekking hebben op onder meer vervanging van pompen, schuiven, roosters, filters en aanpassing van automatisering worden in beginsel aangemerkt als onderhoudskosten en ten laste van de exploitatie gebracht, tenzij aangetoond kan worden dat deze uitgaven leiden tot verlenging van de levensduur van het gehele activum. In dat geval worden de uitgaven beschouwd als investeringen en als zodanig geactiveerd. In het geval van periodiek groot onderhoud worden de kosten voor primaire waterkeringen door de vorming van een voorziening over een aantal jaren gespreid. Het product van de taak wegen verdient hierbij extra toelichting. Alle kosten met betrekking tot het onderhouden en verleggen van wegen wordt conform de huidige gedragslijn ten laste van de exploitatie gebracht. Alleen het uitbreiden van het bestaande wegennet wordt gezien als een investering en als zodanig geactiveerd. Alle baggeruitgaven, zowel voor verspreidbare als niet-verspreidbare specie, worden ten laste van de exploitatie gebracht. Uitzondering op deze regel zijn uitgaven voor baggerwerkzaamheden om het in de legger vastgelegde profiel voor de eerste maal te bereiken. De uitgaven voor deze activiteiten worden gelijk gesteld aan de aanleg en verwerving van waterlopen en als zodanig geactiveerd. Het vervallen van het klasseonderscheid en het besluit van het algemeen bestuur alle baggeruitgaven ten laste van de exploitatie te brengen, heeft financiële consequenties. Voor deze effecten wordt verwezen naar de genoemde notitie. Wel wordt expliciet aangegeven dat de in het verleden, conform oud beleid op de balans opgenomen baggerwerkzaamheden geactiveerd blijven en afgeschreven worden. De richtlijnen geven aan dat wanneer de werkzaamheden voor saneringsbaggeren alleen bestaan uit het wegnemen van de invloed van vervuilde waterbodems met als doel de waterkwaliteit te verbeteren de uitgaven als immaterieel actief moeten worden aangemerkt. De met het saneringsdeel samenhangende uitgaven zouden derhalve geactiveerd moeten worden, maar omdat deze uitgaven goeddeels gedekt worden door de rijksbijdrage, resteert per saldo geen boekwaarde. Er wordt dan ook geen actief gevormd. Indien er tegenover de uitgaven voor saneringsspecie echter geen (rijks)bijdrage staat, worden deze uitgaven geheel geactiveerd als immaterieel actief en conform het beleid in vijf jaar afgeschreven. Uitzondering op deze regel zijn uitgaven voor baggerwerkzaamheden om het in de legger vastgelegde profiel voor de eerste maal te bereiken. De uitgaven voor deze activiteiten worden gelijk gesteld aan de aanleg en verwerving van waterlopen en als zodanig geactiveerd en afgeschreven (20 jaar). 114

115 De onderhoudskosten voor het verwijderen van verontreinigde baggerspecie binnen saneringsprojecten worden ten laste van de exploitatie gebracht conform het beleid bij onderhoudsbagger. De gedragslijn ten aanzien van de activering is een voortzetting van het bestaande beleid. De aanduiding van het actief als immaterieel leidt echter tot een wijziging. Nu geldt voor de geactiveerde uitgaven voor waterbodemsaneringsprojecten namelijk een afschrijvingstermijn van 20 jaar, maar dit zal 5 jaar worden. Wel wordt expliciet aangegeven dat de in het verleden, conform oud beleid op de balans opgenomen saneringswerkzaamheden geactiveerd blijven en afgeschreven worden. Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling worden geactiveerd. Dit is duidelijk het geval bij uitgaven voor een voorbereidingsonderzoek of een ontwikkelingsproject die tot een concrete investering zal leiden. Het nieuwe beleid betekent ook dat de uitgaven voor planvorming als immaterieel actief worden aangemerkt indien zij voldoende aan de eisen ex artikel 63 BBVW. In de praktijk zijn dit investeringen in onder andere eigen plannen, beheer- en onderhoudsplannen. Overigens geldt ook hier de ondergrens van voordat tot activering overgegaan wordt en dat bijdragen van eigen personeel altijd ten laste van de exploitatie wordt gebracht. De kosten van het sluiten van geldleningen en (dis)agio worden in het boekjaar ten laste van de exploitatie gebracht. Dit is conform huidig beleid. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de lineaire afschrijvingsmethode. Er wordt afgeschreven met inachtneming van de verwachte gebruiksduur en de restwaarde indien deze redelijkerwijs verwacht mag worden. De eerste afschrijving vindt plaats in het jaar volgend op het boekjaar waarin het vaste activum is opgeleverd of in eigendom is verkregen. Indien een investering over meerdere boekjaren loopt, wordt de investering op het einde van het ieder boekjaar als opgeleverd beschouwd op het niveau van de op dat moment gemaakte kosten. De eerste afschrijving vindt dan plaats in het daarop volgende jaar. Over de volgende jaren vindt volledige afschrijving plaats. Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld, wordt afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling, indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde (artikel 68 lid 3 BBVW). Deze afwaardering wordt als inhaalafschrijving ten laste van de exploitatierekening gebracht. Bij verkoop van een actief wordt de boekwinst of het boekverlies ten gunste of ten laste van de exploitatierekening gebracht. Op grond wordt, voor zover niet behorend bij een project, niet afgeschreven. De vastgestelde afschrijvingstermijnen zijn: Omschrijving Afschrijvingstermijn in jaren Plannen 5 Herziening IWGR plan 4 Bijdrage in Plannen van derden stedelijk waterbeheer 20 Beheersinstrumenten waterkeringen 5 Aanleg, verwerving en onderhoud primaire waterkeringen (kleidijken) 50 Aanleg, verwerving en onderhoud primaire waterkeringen (veendijken) 30 Onderhoud regionale waterkeringen 20 Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding 5 Peilbesluiten en waterakkoorden 10 Legger en beheersregister 5 Aanleg en verwerving waterlopen

116 Omschrijving Afschrijvingstermijn in jaren Bouw, verwerving en onderhoud kunstwerken passieve waterbeheersing 20 Kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater 10 Baggerprogramma 5 Verwijdering en verwerking van (niet)verspreidbare baggerspecie 20 Saneringsprogramma s 5 Saneren van waterbodems 20 Modernisering gemalen: bouwkundig 30 Modernisering gemalen: mechanisch/elektrisch 20 Onderhoud kunstwerken actieve waterbeheersing: bouwkundig 30 Onderhoud kunstwerken actieve waterbeheersing: mechanisch/elektrisch 20 Bediening kunstwerken actieve waterbeheersing 20 Monitoring waterkwantiteit en waterkwaliteit 10 Bouw en verwerving transportstelsels en zuiveringsinstallaties t/m Bouw en verwerving transportstelsels en zuiveringsinstallaties bouwkundig 35 Bouw en verwerving transportstelsels en zuiveringsinstallaties elektromechanisch 15 IBA-inrichtingen 5 Bouw en verwerving slibverwerkingsinstallaties 30 Afzet slib/restproducten (specifiek deelname Slibverbranding Noord-Brabant) 25 Reconstructie wegen 15 of 20 Bouw en verwerving kunstwerken wegenbeheer 20 Wegenverkeersregeling 20 Aanleg, verwerving, onderhoud en baggeren vaarwegen en havens 20 Rioleringsplannen 5 Subsidie lozingen 20 Stimulering aanpak diffuse emissies 5 Belastingheffing 5 Bestuur 4 Externe communicatie 5 Ondersteuning 5 Tractie: vervoermiddelen en werktuigen algemeen 8 Tractie: werkplaatsen (bouwkundig) 30 Tractie: aanpassing terreinen werkplaatsen 10 Financiële vaste activa Voor de financiële vaste activa gelden de volgende waarderingsgrondslagen: - aandelen Nederlandse Waterschapsbank N.V. zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Van deze aandelen zijn geen koersen bekend; - aandelen Nazorg Bodem Holding zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Ook van deze aandelen is geen actuele koers bekend; - obligaties zijn gewaardeerd tegen de koerswaarde per ultimo 2003; - aandelen in een tweetal slibverwerkingsbedrijven zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Debiteuren Voor wat betreft debiteuren worden zonodig individuele voorzieningen getroffen. In 2011 was dit niet nodig. Langlopende verplichtingen De langlopende verplichtingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Overige activa en passiva De waardering van de overige activa en passiva geschiedt tegen nominale waarde. 116

117 Algemene reserves De algemene reserves fungeren als een algemeen weerstandsvermogen en hebben geen specifieke bestemming. Zij dienen dan ook vooral om eventuele toekomstige tegenvallers van algemene aard, meestal bijzondere omstandigheden, op te vangen. Bestemmingsreserves In tegenstelling tot de algemene reserves hebben de bestemmingsreserves wel een specifieke bestemming. De bestemmingsreserves kunnen worden onderscheiden in: - Egalisatiereserves; - Overige bestemmingsreserves. Egalisatiereserves Egalisatiereserves zijn reserves die zijn ontwikkeld ten behoeve van de tariefegalisatie in de planperiode c.q. de meerjarenraming. Per taak kent het waterschap egalisatiereserves. Bij de tariefegalisaties worden een drietal uitgangspunten gehanteerd: 1. De opbrengst waterschapslasten is aan het eind van de planperiode in principe gelijk aan het kostenniveau. 2. Er is sprake van een gelijkmatige tariefontwikkeling. 3. Het niveau van de egalisatiereserve is aan het eind van de planperiode in principe nihil. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd wegens: - Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; - Op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; - Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Resultaatbepaling Ten aanzien van de resultaatbepaling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - de jaarrekening is opgesteld volgens het stelsel van lasten en baten; - lasten zijn toegerekend aan de periode waarin ze thuishoren; - baten zijn opgenomen voor zover ze zijn gerealiseerd; - verliezen worden als last genomen op het moment dat ze voorzienbaar zijn; - onttrekkingen aan de egalisatiereserve vinden plaats overeenkomstig het begrote nadelig resultaat. 117

118 A C T I V A (Bedragen x 1.000) VASTE ACTIVA 1-2. Immateriële en materiële vaste activa Investeringen waterschap: Boekwaarde per 1 januari bij: Vermeerderingen af: Subsidies en bijdragen van derden af: Verkopen af: Bijdragen van reserves/voorzieningen af: Afschrijvingen Saldo Boekwaarde per 31 december (volgens bijlage 1 en 2) Leaseverplichtingen kantoormachines Stand 1 januari Af: verminderingen Boekwaarde per 31 december Boekwaarde per 31 december Toelichting vermeerderingen investeringen o nieuwbouw laboratorium o diverse bagger- en saneringprojecten o diverse bemalingsinstallaties e.a o diverse zuiveringsinstallaties e.a o nieuwbouw WSRL o diverse dijkversterkingswerken o waterplannen e.a o decentrale huisvesting/groot-ammers o Waterlandstichtingprojecten o Aanleg, verbetering en onderhoud watersystemen o Wegen o Diverse projectbureau Ruimte voor de Rivier o Diverse kleine uitgaven projecten Totaal vermeerdering investeringen Toelichting verminderingen investeringen o diverse bijdragen in de waterkeringen o diverse bijdragen in watergangen, gemalen e.a o diverse bijdragen in wegen o diverse overig In 2011 is het laboratorium verkocht aan Aquon voor Overige verkopen 30. Toelichting vermindering reserves en voorzieningen Zie bijlage 4 Toelichting vermindering als gevolg van afschrijvingen Zie bijlagen 1 en 2 118

119 3. Financiële vaste activa (zie ook bijlage 3) o aandelen NWB o aandelen DRSH 0 11 o deelneming slibverwerking Noord-Brabant o aandelen Nazorg Bodem Holding BV o obligaties o deelneming maatschap SSR o verstrekte geldleningen aan ambtenaren Boekwaarde per 31 december Aandelen DRSH De aandelen DRSH zijn in 2011 verkocht voor Deelneming slibverwerking Noord-Brabant Er heeft een terugstorting van agioreserve plaatsgevonden van Verstrekte geldleningen aan ambtenaren o per 31 december was het saldo van verstrekte geldleningen (zie bijlage 3) o nieuwe leningen 40 o onder de post overlopende activa zijn opgenomen de te ontvangen aflossingen Boekwaarde per 31 december VLOTTENDE ACTIVA 4. Debiteuren o debiteuren algemeen o debiteuren BSR o debiteuren heffingen WVO 0 0 o debiteuren BSR o debiteuren ingezetenenomslag 0 0 o debiteuren AVRI Totaal per 31 december Debiteuren algemeen Dit bedrag is als volgt opgebouwd: o Belastingdienst o LCCM o Diverse gemeenten o Diverse ministeries o Diverse provincies o Diverse waterschappen o BSR o Aquon o Overige debiteuren Totaal per 31 december Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening (begin maart) stond van de genoemde overige debiteuren per 31 december 2011 nog een bedrag van open. Er zijn nog vorderingen van voor 1 januari 2011 voor een bedrag van Per 31 december 2011 was een bedrag van direct opeisbaar en een bedrag van niet direct opeisbaar. Van de debiteuren algemeen ad heeft een bedrag van betrekking op vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen. Het waterschap loopt voor financieel risico ten aanzien van openstaande vorderingen. 119

120 5. Overlopende activa o vooruitbetaalde rente en aflossing o aflossingsverplichting hypotheken en auto financiering o vooruitbetaalde bedragen o nog door te storten debiteurenontvangsten BSR o subsidie meerjarenprogramma provincie 403 Gelderland o te decl. subsidie dijkversterking/ruimte voor de rivier o overig nog te ontvangen inkomsten c.q. vooruitbetaald Totaal per 31 december Provincie Gelderland subsidie meerjarenprogramma: : Stand 1 januari 0 Bedrag uit overig nog te ontvangen inkomsten c.q.vooruitbetaald 2010 Van overlopende passiva Overboeking t.g.v projecten Toevoeging rente over voorschot 0 Ontvangsten van provincie Gelderland (voorschot) -684 Saldo 31 december Het Uitvoeringsprogramma Waterschap Rivierenland (uitvoeringsprogramma) geeft uitvoering aan de doelstellingen die zijn opgenomen in de Bestuursovereenkomst ILG tussen het Rijk en onze provincie, het daaraan gekoppelde Provinciaal Meerjarenprogramma Gelderland (PMJP) en het Waterhuishoudingsplan van onze provincie in relatie tot de ambities van het Waterbeheersplan van het Waterschap Rivierenland. Te decl. subsidie dijkversterking/ruimte voor de rivier/hwbp: Te declareren kosten i.v.m. dijkversterking: Stand 1 januari Van overlopende passiva Toevoeging Onttrekking Eindstand 31 december Merwededijk Werkendam: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking -127 Eindstand 31 december Steurgat Bergsche Maas DR 24: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking Eindstand 31 december

121 Lek/Bet/TCW DR43: Stand 1 januari Toevoeging Eindstand 31 december Lek/Bet/TCW DR16: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking -309 Eindstand 31 december Neder Rijn/Bet/TCW DR43: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking 0-15 Eindstand 31 december Dijkvak Groot Nieuw-Lekkerland: Stand 1 januari Toevoeging Eindstand 31 december Diefdijk: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking Eindstand 31 december Dijkverlegging Lent: Stand 1 januari 37 0 Toevoeging 9 37 Eindstand 31 december Praktijkproef Inside: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking Eindstand 31 december Totaal per 31 december Het Programmabureau HWBP stelt budgetten ter beschikking op basis van de fasering waarin een project zich bevindt. In de Handreiking subsidiabele kosten verbetering primaire waterkeringen (2007) is opgenomen dat voor de voorbereiding van maatregelen voor verbetering een forfaitaire bijdrage wordt gegeven van 15% van de geraamde realisatiekosten, of zoveel minder als wordt aangevraagd. Inmiddels zijn deze afspraken herzien en is de afspraak dat de werkelijke kosten worden vergoed met een maximum van 15%. Deze wordt na afronding van de planvoorbereiding afgerekend. Tevens is in de Handreiking uitgewerkt de 100% vergoeding voor de realisatie. De vergoeding wordt d.m.v. een voorschot in rekening gebracht en wordt het jaar daarop nacalculatorisch verrekend met het voorschot van het jaar daarop. Tbv de projecten Ruimte voor de rivier zijn er voor de planstudie bestuursovereenkomsten afgesloten waarin is 121

122 opgenomen dat WSRL een voorschot ontvangt op basis van het plan van aanpak waarin 50% van deze planstudie voorgefinancierd wordt. Voor de realisatiefase wordt er jaarlijks op basis van een liquiditeitsbegroting een voorschot aangevraagd bij Ruimte voor de Rivier. De werkelijke kosten worden nacalculatorisch verrekend met het voorschot van het jaar daarop Liquide middelen o Postbank 0 0 o ING-bank o Nederlandse Waterschapsbank o Overige banken 0 4 o Kas 1 2 Totaal per 31 december

123 P A S S I V A (Bedragen x 1.000) Eigen vermogen Algemene Reserves (totaal) Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar o.b.v. begrotingsbesluiten: o Onttrekking aan algemene reserves Totaal per 31 december Egalisatiereserves (totaal) Saldo 1 januari Mutaties boekjaar o.b.v. begrotingsbesluiten: o Toevoeging aan egalisatiereserves (resultaat 2010) o Onttrekking aan egalisatiereserves Totaal per 31 december Bestemmingsreserves (totaal) Saldo per 1 januari Mutaties boekjaar o.b.v. begrotingsbesluiten: o Toevoeging aan bestemmingsreserves (resultaat 2010) o Onttrekking aan bestemmingreserves Totaal per 31 december Voor een gedetailleerde toelichting van de reserves wordt verwezen naar bijlage 4. Resultaat Exploitatieresultaat Het resultaat over 2011 bedraagt voordelig. Voor een analyse hiervan wordt verwezen naar met name de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 van deze jaarstukken. Van het resultaat over 2010 ad voordelig is toegevoegd aan de egalisatiereserves en aan de bestemmingsreserves. 8. Voorzieningen Saldo per 1 januari Mutaties: o uitgaven o dotaties t.l.v. exploitatie Saldo per 31 december Het waterschap heeft voorzieningen gevormd voor in de toekomst verwachte kosten. Voor een gedetailleerde toelichting per voorziening wordt verwezen naar bijlage Langlopende schulden o leningen NWB, ABP, gemeenten o waarborgsommen o Waterlandstichting 0 0 Totaal per 31 december Leningen NWB, ABP, gemeenten Stand per 1 januari o Nieuw afgesloten leningen o aflossingen Saldo ultimo jaar (zie bijlage 5) in de post aflossingsverplichting langlopende leningen zijn de te betalen reguliere aflossingen opgenomen Schuld per 31 december De rentelast voor deze leningen is een bedrag van

124 Kortlopende schulden & overlopende passiva Schulden aan leveranciers Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening (half maart) stond van de genoemde crediteuren per 31 december 2011 nog een bedrag van ca open. Aan de belastingdienst en de pensioenfondsen is per 31 december nog een bedrag te betalen van Schulden aan kredietinstellingen Rekening-courant Nederlandse Waterschapsbank NV, Rekening-courant ABN-AMRO-bank Schuld in rekening-courant per 31 december Aflossingsverplichting langlopende leningen Betreft de te betalen reguliere aflossing in het volgende begrotingsjaar. 13. Overlopende passiva o Provincie Gelderland subs. Mjr-programma o Nog te betalen energiekosten o projecten Senegal & Habit@ o te betalen rente o te betalen salarissen incl. vakantiegelden & sociale lasten o te verrekenen bijdragen muskusrattenbestrijding o kortlopende lease verplichtingen o vooruitontvangen bedragen ivm dijkversterking o overige (vnl. nog te ontvangen facturen) Totaal per 31 december Provincie Gelderland sub mjr-programma: : Stand 1 januari Toevoeging voorschot Naar overlopende activa Toevoeging rente over voorschot 0 2 Saldo 31 december Vooruitontvangen bedragen i.v.m. dijkversterking: Munnikenland: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking Saldo 31 december Uitvoering Lekdijk DR 43 Stand 1 januari 0 0 Toevoeging Onttrekking Saldo 31 december Uitvoering Lekdijk DR16 Stand 1 januari 0 0 Toevoeging 595 Onttrekking Saldo 31 december 2 0 Uitvoering NederRijn DR 43: Stand 1 januari Onttrekking Saldo 31 december

125 Uitvoering Steurgat DR24 Stand 1 januari 0 0 Toevoeging Onttrekking Saldo 31 december Pipingmaatregelen DR43: Stand 1 januari Toevoeging Onttrekking Saldo 31 december Te declareren subsidiebedragen i.v.m. dijkversterkingen: Stand 1 januari Naar overlopende activa -431 Toevoeging Onttrekking Saldo 31 december Totaal vooruitontvangen bedragen ivm dijkversterking per 31 december Niet uit de balans blijkende verplichtingen In deze balans zijn de volgende verplichtingen niet opgenomen o o o Meerjarige leasecontracten voor: Omschrijving Bedrag per jaar Looptijd Lease-auto s jaar Facilitaire installaties van 0 5 jaar Ten behoeve van de aangegane Cross Border Lease van het voormalig Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, zijn garanties afgegeven voor alle uit de transactie voortvloeiende verplichtingen. Bij het afsluiten van het Cross Border Lease-contract zijn sub-leaseverplichtingen aangegaan voor een totaalbedrag van , die volledig zijn gedekt met deposito s. Waterschap Verdeling aansprakelijkheid Subs-leaseverplichtingen Hollandse Delta 84,0 % Rivierenland 13,2 % Schieland-Krimpenerwaard 2,8 % ,0 % Het waterschap kan in de jaren 2018, 2021 en 2022 de koopoptie uitoefenen. N.V. Slibverwerking Noord-Brabant: In 2011 heeft waterschap Rivierenland de bestaande sale and leaseback transactie van N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) overgenomen samen met drie andere aandeelhouders van SNB. Hierbij heeft Waterschap Rivierenland voor 2,7% als lessor het juridisch eigendom verkregen van de slibverbrandingsinstallatie van SNB exclusief terreinen middels de verkrijging van een opstalrecht. Met betrekking tot deze sale and leaseback transactie bestaan er contractuele onvoorwaardelijke en voorwaardelijke rechten. De totale contante waarde van de onvoorwaardelijke rechten bedraagt circa 64,3 miljoen (stand per ). Deze worden volledig gecompenseerd door verplichtingen van dezelfde omvang. De voorwaardelijke rechten bedragen maximaal circa (2,7% van 64,3 miljoen) Deze voorwaardelijke rechten doen zich alleen voor indien de sale and leaseback transactie voortijdig wordt beëindigd. 125

126 o Met de Nederlandse Waterschapsbank N.V. is op 23 maart 2011 een overeenkomst aangegaan voor diverse onderhandse leningen voor een totaalbedrag van Bedrag Looptijd Ingangsdatum Rente tot % Daarna % +kredietopslag jr ,110 4,020 +kredietopslag jr ,173 4,043 +kredietopslag jr ,237 4,067 +kredietopslag jr ,278 4,078 +kredietopslag jr ,363 4,093 +kredietopslag jr ,320 4,090 +kredietopslag jr ,292 4,082 +kredietopslag jr ,460 4,180 +kredietopslag 126

127 7 CONTROLEVERKLARING 127

128 128

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2010

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2010 JAARSTUKKEN 2010 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2010 1 JAARVERSLAG 5 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2010 9 1.5 Incidentele baten en

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012 JAARSTUKKEN 2012 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012 1 JAARVERSLAG 5 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2012 9 1.5 Incidentele baten

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013 JAARSTUKKEN 2013 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013 1 JAARVERSLAG 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het verslagjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2013 9 1.5 Incidentele baten en

Nadere informatie

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Inhoudsopgave 1. INLEIDING 4 2. BEGRIPPENKADER 4 3. RESERVES 5 3.1 ALGEMENE RESERVES 5 3.2 BESTEMMINGSRESERVES

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014 JAARSTUKKEN 2014 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014 1 JAARVERSLAG 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het verslagjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2014 9 1.5 Incidentele baten en

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : T.J. Boersma AB VERGADERING D.D. : 25 juni 2013 NUMMER : WM/MFI/NKu/7725 OPSTELLER : N. Kuper, 0522-276740 FUNCTIE : Afdelingshoofd Financiën VERGADERING MT

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : T.J. Boersma AB VERGADERING D.D. : 24 juni 2014 NUMMER : WM/MFI/NKu/8247 OPSTELLER : N. Kuper, 0522-276740 FUNCTIE : Afdelingshoofd Financiën VERGADERING MT

Nadere informatie

2e wijziging programmabegroting

2e wijziging programmabegroting 2e wijziging programmabegroting 2014 Datum : 4 augustus 2014 Versie : 1.0 Datum: 4 augustus 2014 Versie: 1.0 Registratienummer: 2014021298 Inhoudsopgave 1 Inhoud wijziging programmabegroting... 3 2 Begrotingswijziging

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei 2013. het college van Dijkgraaf en Heemraden,

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei 2013. het college van Dijkgraaf en Heemraden, VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 28 mei 2013 SMO / Financiën STUKDATUM NAAM STELLER 16 april 2013 B.C. Donker ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 6b Jaarverslag en jaarrekening 2012 PROGRAMMA Bedrijfsvoering

Nadere informatie

1 NOTA VAN AANBIEDING

1 NOTA VAN AANBIEDING Begroting 2012 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Missie en kernwaarden 5 1.3 Verslaggeving 6 1.4 Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar 7 1.5 Uitgangspunten 9 1.6 Incidentele

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Onderwerp: Jaarstukken 2014 Portefeuillehouder: B. de Jong Vertrouwelijk: nee Vergaderdatum: 8 juli 2015 Afdeling: MO Medewerker: A Peek Dossiernummer: 927419 versie 7 Behandeld in Datum

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken 23 februari 2016 VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vergadering : 1 maart 2016 Agendapunt : Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009 JAARSTUKKEN 2009 1 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009 JAARVERSLAG 1.1 Inleiding 6 1.2 Leeswijzer 6 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2009 9 1.5 Incidentele baten en lasten

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Vergadering : 15 maart 2016 Agendapunt : 4. Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen 2017 t/m 2023 Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Informatie bij : H.W.C.

Nadere informatie

Bijlage 13 Verbonden partijen

Bijlage 13 Verbonden partijen Bijlage 13 Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en (andere) rechtspersonen. Deze verbonden partijen

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Vergadering : 4 juli 2017 Agendapunt : 7. Bijlagen : Tariefbepaling waterschapsbelasting Onderwerp : Duurzaam financieel beleid Informatie

Nadere informatie

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen) Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen) 2 januari 2014 2 Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren TARIEVENNOTA 2017 1. Inleiding Het Beleidsjaarplan 2017 naar programma s sluit met een totaal aan lasten van 74.797.100. Aan baten is een bedrag geraamd van 15.344.400. Het saldo bedraagt derhalve 59.452.700.

Nadere informatie

TARIEVENNOTA november 2018

TARIEVENNOTA november 2018 TARIEVENNOTA 2019 7 november 2018 INHOUD 1 Inleiding...4 2 Algemeen...4 2.1 Tarief Watersysteem...5 2.2 Tarief Zuiveren... 6 2.3 Tarief verontreinigingsheffing... 7 2.4 Toelichting op de Tarievennota

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Vergadering : 14 maart 2017 Agendapunt : 10. Bijlagen : Bestuursrapportage 2016-3 Onderwerp : Bestuursrapportage 2016-3 Informatie bij

Nadere informatie

HoogheemTaadschap van Delfland

HoogheemTaadschap van Delfland HoogheemTaadschap van Delfland Beleidsveld: Aard voorstel: Ondersteunend organisatie Besluitvormend Vergaderdatum: Agendapunt: Kenmerk VV: Aantal bijlagen: 4 juni 2009 B.02 749936 4 Aan de verenigde vergadering

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: 860110. Voorstel

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: 860110. Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.3 Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: 860110 ONTWERP In D&H: 30 september 2014 Steller: A Peek In Cie: BMZ 29 oktober 2014 Telefoonnummer: 6013 SKK

Nadere informatie

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013 DATUM VERGADERING 27 juľ1i 2013 BDLAGE(N) 2 AGENDAPUNTNUMMER ļ DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013 commissie 0 Water (10 juni 2013) 0 WWV (11 juni 2013) 0 MBH (12 juni 2013) AAN DE VERENIGDE VERGADERING

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

1 e wijziging Begroting 2013

1 e wijziging Begroting 2013 1 e wijziging Begroting 2013 na toetreding van de gemeente Delft Regionale Belasting Groep Begroting 2013, 1 e wijziging na toetreding gemeente Delft - Regionale Belasting Groep pagina 1 van 12 Inhoudsopgave

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 628 6 november 2017 Beleidsregels reserves en voorzieningen 2018 1. Inleiding Binnen de

Nadere informatie

Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1

Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2011 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 5 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig

Nadere informatie

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control Grip op Financiën 13 januari 2015 Sector Control Opbouw presentatie Inzicht in ontwikkeling leningenportefeuille en rente Normenkader van de gemeente Eindhoven Beheersmaatregelen Huidige leningenportefeuille

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C. VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 26 mei 2011 SMO / Financiën STUKDATUM NAAM STELLER 21 april 2011 B.C. Donker ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 6 Jaarrekening 2010 en beleidsjaarverslag 2010 PROGRAMMA

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Delfland

Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Jaarrekening 2007 Beleidsveld: Aard voorstel: Ondersteunend organisatie Besluitvormend Vergaderdatum: Agendapunt: Kenmerk VV: Aantal bijlagen: 24 april 2008 B.21 686284 2

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Advies Jaarverslag 2013 Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert April 2014 1

Nadere informatie

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010. Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010. A. Hiemstra (Algemene Waterschapspartij) Jaarrekening 1. Vraag: In 2009 is het aantal ingevulde fte s 314, in de begroting van

Nadere informatie

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018 HAVENSCHAP MOERDIJK Concept Begroting 2018 Behoort bij het besluit van het Bestuur d.d. 5 april 2017. Mij bekend De secretaris, Inhoudsopgave INLEIDING 3 PROGRAMMA FINANCIERING 4 PARAGRAFEN 5 EXPLOITATIEOVERZICHT

Nadere informatie

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015 JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV Datum: 24 juni 2013 Noordendijk 250 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARREKENING ROM- D HOLDING NV 2012 - BLADZIJDE 2 BALANS PER 31 DECEMBER

Nadere informatie

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Den Haag 28 juni 2012 Inleiding Dit document bevat jaarcijfers van Avalex over het boekjaar 2011. Het bevat een balans

Nadere informatie

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) 15.53542 Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen 9 december 2015 Datum behandeling D&H 17 november 2015 Commissie Water & Wegen Portefeuillehouder J.D. Kramer

Nadere informatie

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011.

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011. A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 25 april 2012 Agendapunt: 6.0 Onderwerp : Jaarrapportage 2011 KORTE SAMENVATTING: Bijgaand treft u de Jaarrapportage over het jaar 2011 aan. Het ontwerp

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING PARAGRAAF 3 FINANCIERING In deze paragraaf beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s voor de jaren 2019 tot en met

Nadere informatie

Memo. Ter informatie onderstaande tabel. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. AB-leden. 10 mei 2016 CC/RG16.014

Memo. Ter informatie onderstaande tabel. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. AB-leden. 10 mei 2016 CC/RG16.014 Aan AB-leden Onderwerp Beantwoording technische vragen over Nota Financieel Beleid AGV 2016 In de vergadering van de commissie van advies en bijstand op 20 april 2016 is een aantal technische vragen gesteld

Nadere informatie

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen Bijlage 2 Bijlage EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen 1. Aanleiding Gegeven de huidige situatie van de overheidsfinanciën en het EMU-tekort van Nederland krijgt het EMU-saldo van de waterschappen

Nadere informatie

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Risicomanagement Risicomanagement is het proces waarbij de organisatie continue en systematisch doorlopen wordt op risico s, met als doel de gevolgen ervan

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel Nota Reserves en Voorzieningen 2004 Gemeente Ferwerderadiel Inhoudsopgave Blz. 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen. Onderscheid reserves en voorzieningen 4.

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen

Nota Reserves en. Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 2016 Inhoudsopgave 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen 3. Onderscheid reserves en voorzieningen 4. Rentetoerekening 5. Reserves

Nadere informatie

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen. 4 Financiering Het doel van deze paragraaf is om de raad beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's

Nadere informatie

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV

JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV JAARREKENING 2012 ROM-D CAPITAL BV Datum: 24 juni 2013 Noordendijk 250 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARREKENING ROM- D CAPITAL BV 2012 - BLADZIJDE 2 BALANS PER 31 DECEMBER

Nadere informatie

PROGRAMMABEGROTING

PROGRAMMABEGROTING PROGRAMMABEGROTING 2016-2019 Paragraaf 4 : Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiderdorp uiteengezet voor de jaren 2016-2019. De uiteenzetting

Nadere informatie

Paragraaf Financiering

Paragraaf Financiering Paragraaf Financiering De Financieringsparagraaf is samen met het treasurystatuut bij de invoering van de wet Fido, per 1 januari 2001 verplicht gesteld. Het doel is om de raad op deze wijze beter te informeren

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

B1303722. 28 november 2013 7. Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap 2-2013

B1303722. 28 november 2013 7. Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap 2-2013 Datum: Agendapunt nr: 28 november 2013 7. B1303722 Aan de Verenigde Vergadering Burap 2-2013 Aard voorstel Besluitvormend voorstel met investerinq Aantal Bijlagen 2 Voorstel behandeld door Datum Verenigde

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep (RBG) heeft op 10 januari 2013 het ontwerp van de l e

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep (RBG) heeft op 10 januari 2013 het ontwerp van de l e «/ REGIONALE BELASTING GROEP Geme 17 JAN 212 Aan de gemeenteraad van Delft Postbus 78 26 ME Delft Doc./bijlage Productm Onderwerp: Verzoek kenbaar maken zienswijze l e wijziging begroting 213 Datum: 15

Nadere informatie

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen Vergadering algemeen bestuur van 31 oktober 2012 Agendapunt 3c Behandelend ambtenaar: M. Snoek Beleidsveldbeheerder: A. van Mieghem Portefeuillehouder: Th. Schots Zaaknr. : 12.ZK08677/12.B0327 Kenmerk

Nadere informatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2016 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2016 1 2. Beleidsbegroting 2016 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

Financiële begroting 2016

Financiële begroting 2016 Financiële begroting 2016 113 114 Voor een overzicht van de baten en lasten per programma wordt verwezen naar het overzicht opgenomen onder Begroting van Baten en Lasten in het begin van deze begroting.

Nadere informatie

Bijlage 13 Verbonden partijen

Bijlage 13 Verbonden partijen Bijlage 13 Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en (andere) rechtspersonen. Deze verbonden partijen

Nadere informatie

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE BEGROTING 2013 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2013 1 2. Beleidsbegroting 2013 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting 2013

Nadere informatie

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006 Aan de leden van de verenigde vergadering Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006 Onderwerp: Begroting 2007 Meerjarenraming 2007-2011 Agendapunt: 12 Hierbij bieden wij u aan de beleidsbegroting

Nadere informatie

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder Voorstel Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E] waterschap@veluwe.nl [I] www.veluwe.nl Aan Portefeuillehouder algemeen bestuur 22 april 2009 V. Doorn

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT 09I003223 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT De dagelijks besturen van - Het waterschap Brabantse Delta, zetelende te Breda - Het waterschap Aa en Maas, zetelende te s-hertogenbosch

Nadere informatie

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING 2010. Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 30-6-2011

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING 2010. Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 30-6-2011 agendapunt B.01 927470 Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING 2010 Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 30-6-2011 1. De jaarrekening 2010 vast te stellen. 2. Het tekort van 18.240.832 van de taak watersysteembeheer

Nadere informatie

(pagina 3) (pagina 6)

(pagina 3) (pagina 6) JAARREKENING 2014 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Verordening 212 Het algemeen bestuur van de ISD Bollenstreek besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor

Nadere informatie

V.V: 27 juni 2018 Datum 17 mei 2018 Agendapuntnr. Bijlagen 3 Kenmerk Onderwerp concept jaarverslag 2017

V.V: 27 juni 2018 Datum 17 mei 2018 Agendapuntnr. Bijlagen 3 Kenmerk Onderwerp concept jaarverslag 2017 Aan de leden van de verenigde vergadering V.V: 27 juni 2018 Datum 17 mei 2018 Agendapuntnr. Bijlagen 3 Kenmerk 2018.04389 Onderwerp concept jaarverslag 2017 1. Inleiding Hierbij bieden wij u het jaarverslag

Nadere informatie

Voorstel aan algemeen bestuur

Voorstel aan algemeen bestuur Voorstel aan algemeen bestuur Van: Werkgroep Financiële zaken D.d.: 17 februari 2011 Betreft: Uitgangspunten, Meerjarenraming(en) en Begroting(en) 1. Voorstel De algemeen besturen wordt gevraagd in te

Nadere informatie

GR-taken: Aanvullende diensten:

GR-taken: Aanvullende diensten: JAARREKENING 2018 GGD Hollands Noorden Wat was de opdracht (welke inhoudelijke en financiële kaders waren er?) Inhoudelijk kader De GGD levert diensten, zoals deze zijn vastgesteld in de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

1 NOTA VAN AANBIEDING

1 NOTA VAN AANBIEDING Begroting 2013 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 7 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar 8 1.4 Uitgangspunten 12 1.5 Incidentele baten en lasten 13

Nadere informatie

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Tariefbepaling waterschapsbelasting Tariefbepaling waterschapsbelasting Aanleiding In de bestuurlijke commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken op 18 april 2017 is het voorstel Duurzaam financieel beleid aan de orde geweest. Gevraagd is

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV Datum: 10 april 2018 Spuiboulevard 298 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARSTUKKEN ROM-D HOLDING NV 2016 - BLADZIJDE 2 INHOUDSOPGAVE 1.

Nadere informatie

Ontwerp Begroting Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking 2009

Ontwerp Begroting Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking 2009 Ontwerp Begroting 2013 Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking 2009 Rotterdam, versiedatum: 16 augustus 2012 Pagina 1 INHOUDSOPGAVE BEGROTING 2013 Toelichting Toelichting van het bestuur 3 Begroting

Nadere informatie

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen JAARREKENING 2012 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort

Nadere informatie

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten

Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten PS2007RGW09 BIJLAGE3 Nota van toelichting bij de delegatiedocumenten Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging

Nadere informatie

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk Begroting 2015 2018 Openbaar lichaam Ferm Werk Opgesteld door het Dagelijks Bestuur te Woerden d.d. 22 mei 2014 Vast te stellen door het Algemeen Bestuur d.d. 3 juli 2014 Inhoudsopgave BERICHT VAN HET

Nadere informatie

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering Paragraaf 4: Financiering Geldstroombeheer van de gemeente Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid

Nadere informatie

: Nieuw belastingstelsel

: Nieuw belastingstelsel A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 7 september 2011 Agendapunt: 7 Onderwerp : Nieuw belastingstelsel KORTE SAMENVATTING: In het Bestuursakkoord Water is overeengekomen dat de waterschappen

Nadere informatie

Regio Noordoost Brabant

Regio Noordoost Brabant Jaarrekening 2016 Regio NOB Jaarrekening 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA RAPPORT Algemene gegevens 3 Jaarverslag 5 JAARREKENING Balans per 31 december 2016 6 Staat van baten en lasten over 2016 8 Grondslagen

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Jaarrekening 1 Balans per 31 december 2014 2 Staat van baten en lasten over 2014 3 Waarderingsgrondslagen 4 Toelichting op de Balans per 31 december 2014 5 Toelichting op

Nadere informatie

Jaarverslag 2016: BIJLAGE VERBONDEN PARTIJEN

Jaarverslag 2016: BIJLAGE VERBONDEN PARTIJEN Jaarverslag 2016: BIJLAGE VERBONDEN PARTIJEN Inhoudsopgave Uitvoeringsinformatie verbonden partijen... 3 1 Stichting Beheer Registergoederen Schieland... 3 2 Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB)... 5

Nadere informatie

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Danny Ederveen Peggy van Gemert RA/AA Mei 2014 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering BEGROTING 2014 Paragraaf Financiering Ambtelijke programmamanager Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Inleiding In de BBV 2004 (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten) is een paragraaf financiering

Nadere informatie

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief 2012-2017 Datum 13 oktober 2011 Opgemaakt door Werkgroep Financiën Afdeling Staf en Financiële en Economische Zaken Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Uitgangspunten

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen RMH

Nota Reserves en Voorzieningen RMH Nota Reserves en Voorzieningen RMH 1. Inleiding De reserves en voorzieningen vormen een belangrijk onderdeel van de vermogenspositie van de Regio Midden Holland (RMH). Zowel vanuit bestuurlijk als bedrijfseconomisch

Nadere informatie

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Algemeen Op 18 april 2012 zijn de programmabegroting 2013 en de jaarstukken 2011 ontvangen van GGD Hollands Noorden (GGD).

Nadere informatie

Ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun voorzitter

Ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun voorzitter 09I003226 OVEREENKOMST VOOR GEMENE REKENING 1. Het waterschap Brabantse Delta, zetelende te Breda 2. Het waterschap Aa en Maas, zetelende te s-hertogenbosch 3. Het waterschap De Dommel, zetelende te Boxtel

Nadere informatie

Nota. Reserves en voorzieningen. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Nota. Reserves en voorzieningen. Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland Nota Reserves en voorzieningen Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland 2015 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding... 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Leeswijzer... 3 Hoofdstuk 2 Begripsbepalingen... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2

Nadere informatie

Programmabegroting 2015: BIJLAGE VERBONDEN PARTIJEN

Programmabegroting 2015: BIJLAGE VERBONDEN PARTIJEN Programmabegroting 2015: BIJLAGE VERBONDEN PARTIJEN Inhoudsopgave Uitvoeringsinformatie verbonden partijen... 3 1 Stichting Beheer Registergoederen Schieland... 3 2 Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB)...

Nadere informatie

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase

Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Samenvatting Concept besluit De businesscase Gezamenlijk bestuursvoorstel Overdracht muskusrattenbestrijding Versie 1 Samenvatting Op 17 mei 2011 heeft de Eerste Kamer het voorstel tot wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet (Spoedwet) aangenomen.

Nadere informatie

1e wijziging programmabegroting

1e wijziging programmabegroting 1e wijziging programmabegroting 2015 Datum : 2 april 2015 Versie : 1.0 Datum: 2 april 2015 Versie: 2.0 Registratienummer: 2014036914 Inhoudsopgave 1 Inhoud wijziging programmabegroting... 3 2 Begrotingswijziging

Nadere informatie

Geen overschrijding Ja, zie risicoparagraaf

Geen overschrijding Ja, zie risicoparagraaf JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja/nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019 Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. Voorzitter Secretaris INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD/SAMENVATTENDE INLEIDING... 3 2.

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag OVERZICHT JAARVERSLAG 2013 Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2013 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

Voorstel begrotingswijziging maart 2017 Voorstel begrotingswijziging maart 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Soorten begrotingswijzigingen... 4 Samenvatting begrotingswijzigingen... 4 Indeling programmabegroting... 6 Programma 1: Heffen... 7 Programma

Nadere informatie

1. Inleiding en richtlijnen

1. Inleiding en richtlijnen NOTITIE RENTE 2017 1. Inleiding en richtlijnen 1.1 Inleiding Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB) voor de lagere overheden

Nadere informatie

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr. Financieringsmemo juni 2015 nr. Aan: Treasurycommissie Van: Arjan van de Wetering Datum: 15 juni 2015 Onderwerp: Herfinanciering leningen Afschrift aan: vul in Probleemstelling: Eind juni moeten een vaste

Nadere informatie

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee Voorstel voor algemeen bestuur Vergaderdatum 2 januari 2014 Onderwerp Programmabegroting 2014-2017 Agendapunt 20 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder Opsteller/indiener Fusieopdracht 8 (financiële producten)

Nadere informatie

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering VASTSTELLING NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN DELFLAND 2016

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering VASTSTELLING NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN DELFLAND 2016 agendapunt H.06 1158247 Aan Verenigde Vergadering VASTSTELLING NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN DELFLAND 2016 Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 19-11-2015 Vast te stellen de Nota reserves en voorzieningen

Nadere informatie

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Programma 11 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Burgemeester W.J.F.M. van Beek Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Product 11.01 Beleggingen en Treasury

Nadere informatie