Verslag Concept 2.0. Prj 235 Uitwerking certificering 3 e Bijeenkomst van begeleidingscommissie 2 KNA

Transcriptie

1 Burgemeester van Reenensingel 101 Postbus AK Gouda telefoon Verslag Concept 2.0 Prj 235 Uitwerking certificering 3 e Bijeenkomst van begeleidingscommissie 2 KNA Fase 2 uitwerking kwaliteitssysteem Nederlandse archeologie Datum : maandag 30 maart 2015 Plaats : Gouda, SIKB Tijd : tot (incl lunch) Aanwezig Voorzitter: Renée Magendans Schrijver/rapporteur: Ilona Haas (vanaf 10.00u) Arjan Schutte (Econsultancy) NVAO Jos de Moor (EARTH) Kim van Straaten (DIACHRON) VOiA Miranda Maring (Hobéon) Jan Schoneveld (ArCeBu) Laura Kooistra (BIAX) BAP Rob Houkes (De Litholoog) Materiaalspecialisten Erik Peters (gemeente Breda) CGA Daan Raemaekers (Rijksuniversiteit Groningen) Archon Hella Hollander DANS/e-Depot Chris Sueur (De Brug) VOiA Michiel Huisman (Centernet Archeologie) NVvA Sigrid van Roode (gemeente Gelderland) IPO/Vakberaad René Torremans Saxion Hogeschool Robert van Heeringen (Vestigia) project waardering Esther Wieringa (SIKB) Jelle de Boer (SIKB) Walter de Koning (SIKB, vanaf 12.25u) Afwezig Julie van Kerckhove (HBS-VU) HBS-VU Ronald Visser Saxion Hogeschool Jan van Renswoude (HBS-VU) Cees Koot (zelfstandig) Paula Fijma (Greenhouse Advies) NVvA Ilse Schuuring (gemeente Tiel) CGA Agendaleden Seger van den Brenk Periplus Archeomare (Waterbodems) Thomas van den Berg - agendalid namens de RCE 1 Opening & vaststellen van de agenda De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom, we hebben een aantal afmeldingen en laatkomers door het verkeer. Ilse Schuuring, Cees Koot en Jan van Renswoude hebben zich afgemeld. René Torremans vervangt Ronald Visser. De protocollen die nu voorliggen zijn aangepast naar aanleiding van alle ingekomen reacties. De agenda wordt zonder wijzigingen vastgesteld. 2 Bespreken (aangepaste) KNA-protocollen Protocol 4004 Opgraven Landbodems

2 - 2 - Voordat de stukken behandeld worden vraagt Kooistra aandacht voor het doel van de deelprocessen, die zijn nu wel toegevoegd maar nog niet consistent. Dat zou nog moeten gebeuren. (Actie De Boer: er komt 1 document waarin de doelen per hoofdstuk op een rij worden gezet en kunnen worden besproken). Aangepast protocol 4004 Opgraven (De Boer): - opgemerkt wordt dat de termen en definities nog opgesteld moeten worden en ook gestroomlijnd moeten worden. De Boer meldt dat dat op zijn to do lijst staat. Van vele kanten input is binnengekomen. Hij probeert daar chocola van te maken. Het programmabureau zal vervolgens enkele mensen vragen om de lijst nog eens door te nemen (Actie Programmabureau/EW). - De vz vraagt de groep zich uitsluitend te houden aan de laatste aanpassingen in het protocol bij de bespreking tenzij je helemaal niet mee eens bent met wat er staat. Redactionele zaken graag rechtstreeks aan De Boer doorgeven. *Oplegnotitie protocol onder A: - Aanpassingen waarover consensus bestond op zijn verwerkt. Deze wijzigingen zijn niet meer zichtbaar gemaakt. - Aanpassingen waarover in kleine comités is gesproken zijn wel zichtbaar gehouden. Deze staan op de pagina s: a. Rol bevoegd gezag en depothouder: pag. 8, 12, 14, 15, 79, 80, 81 b. Koppeling SO: pag. 8, 13, 85 (incl. protocol PvE, pag. 29) c. Overige zaken: pag. 51, 82, 87 d. Documentatie bij e-depot: pag 14 e. Annotatie bij wijziging Ba in Ma: pag 10, 11 Daarnaast is een aantal (meer algemene) punten uit de vorige conceptversie overgeheveld naar de BRL. - Wat te doen bij overschrijding termijnen? - Status Leidraden als best practices (en niet bindend, anders moeten deze ook certificeerbaar gemaakt worden). - Verantwoordelijkheid voor vondsten/monsters bij ruimtegebrek depots. p. 12, stap 3.3. n.a.v. vraag per mail door Erik Peters: De Boer meldt dat 3.3 nu juist is. Gevraagd wordt hoe het verloopt als een rapport door een van de overheden niet wordt goedgekeurd en door een andere overheid wel? Walter de Koning geeft aan dat het bevoegd gezag bepaalt ten aanzien van de inhoud. De invloed van de depothouder gaat over selectie - deselectie. Twee jaar geleden zijn hiervoor in de KNA generieke richtlijnen opgesteld. Indien de richtlijnen niet werken zou dat op de lijst aanbevelingen aan het CCvD geplaatst moeten worden. Dit moet opnieuw onder de aandacht van het CCvD en met name de depothouders worden gebracht, omdat het in de praktijk niet altijd soepel verloopt (Actie Programmabureau/EW) p. 14 Controle en p.13 Processtap 4.4 toevoegen dat rapport aangeleverd wordt bij de RCE en BG en die laatste moet eerst goedkeuren. Wieringa doet navraag of rapporten eigenlijk nog naar de RCE gestuurd moeten worden (Actie Programmabureau/EW) p. 14: Bij de voetnoot meldt Laura dat de achterban van het BAP graag 1 e-depot wil. p. 14: Bij deelproces 5 stap 5.5 met betrekking tot acceptatiebewijzen e-depot toetsingscriteria moet gecheckt worden bij Depotbeheer of criteria daar goed staan. (Actie Jelle). Bij 5.5 ontbreken de criteria, moeten worden toegevoegd en de criteria bij stap 5.2 moeten gecontroleerd (aldus Hollander). p. 81: goedkeuring door depotbeheerder klopt niet, dat is alleen het bevoegd gezag, die goedkeurt. Gaat er derhalve eruit.

3 - 3 - *Oplegnotitie protocol Opgraven onder B: p. 8 deelproces 1 stap 1.3: er staat nu indien vereist. De VOiA ziet daar graag staan: indien vereist in het PvE. p. 13 deelproces 4 stap 4.4: indien specialistische rapporten zijn opgesteld? Staat dat er niet een beetje vreemd? De Boer geeft aan dat het er correct staat. *Oplegnotitie protocol Opgraven onder C overig: p. 51: tekst aanleveren was niet nodig cf mail Cees Koot staat het er al goed maar punt vervalt (mail Kees) *Oplegnotitie protocol Opgraven onder B: p. 14: Deelproces 5 gaat het om aanleveren of overdragen? Overdragen is ook verwisselen van eigenaar. Bij het moment van vinden is de Depothouder al eigenaar. Komt terug in de definitielijst. De Boer zal een definitie maken en eindcontrole van de tekst op basis daarvan doen. De SIKB jurist wordt hierbij betrokken. *Oplegnotitie protocol Opgraven onder C: p. 81: goedkeuring rapport alleen door bevoegd gezag en niet door depothouder. p. 82: Eisen voor het beschrijven van structuren zijn in bovenstaande tekst al aangepast, dus er is hier geen tekst meer voor nodig. p. 87: Aan tweede kopje moet ook monsters worden toegevoegd. Net als in de eerste zin van deze alinea. Dat moet bij alle ontwerpteksten gebeuren in zoverre van toepassing (actie Kooistra). *Oplegnotitie protocol Opgraven onder D: p. 14: in definitielijst opnemen wat overdragen betekent voor eigenaarschap en verantwoordelijke voor het betreffende materiaal. Een jurist van de SIKB zal nagaan wat hierin de beste oplossing is. *Oplegnotitie protocol Opgraven onder E: p. 10: Bij 2.4 heeft Saxion een pleidooi gehouden om de Bachelor terug te zetten, omdat het een vernieuwing is ten opzichte van de huidige KNA, (in vorige bijeenkomst besloten) bij de handeling. Het is meer een kwestie van competenties dan van opleiding. Er is geen draagvlak om de wijziging te herroepen in de commissie. De NVvA en BAP onthouden zich van een stem hierin, omdat deze discussie breder gevoerd zou moeten worden en het buiten hun werkzaamheden voor deze commissie valt en zij daarom de implicaties onvoldoende kunnen inschatten. Wel zou het als aandachtspunt aan de CCvD gemeld kunnen worden, zodat het in een later stadium in een andere context met de beroepsgroep besproken kan worden. (Actie Programmabureau/EW) Protocol 4010 Depotbeheer NVAO wil melden niet tevreden te zijn over de wijze waarop de subcommissie Eisen aan actoren bijeengekomen is. Dit omdat een aantal mensen die zich wel hadden aangemeld niet de gelegenheid hebben gekregen om op korte termijn aanwezigheid van een vertegenwoordiger te kunnen regelen. Hoewel het resultaat van de subcommissie ook door de NVAO gedragen wordt, willen ze dit toch melden. De SIKB geeft aan dat de organisatie van de subcommissie inderdaad beter had gekund en

4 - 4 - betreurt het gevoel van de NVAO. Gelukkig is het resultaat wel gedragen door alle partijen. p. 4: 1.1 bullits worden samengevoegd, waarbij gelet wordt op de definitieverschillen van de verschillende genoemde aspecten. p. 4: bij de alinea onder punt 4. verzoekt Hollander om het e-depot ook een rol toe te kennen in het goed verlopen van de deelprocessen. Volgens De Boer is in de kwaliteitsketen het e-depot een onderaannemer van de depothouders, waarmee het e-depot zelf formeel geen onderdeel is van de onderzoeksketen. Dit is in het verleden altijd op deze manier gehanteerd. Daarom zou hier een wijziging niet passend zijn in het kader van het certificeerbaar maken van de KNA. De voorzitter stelt voor om de hele vraag over de rol van het e-depot te bewaren voor de algehele wijziging van de KNA (aanbeveling CCvD: integrale herbezinning functie en rol e-depot in gehele systeem, eventueel breder te trekken naar rol Archis). Op dit moment is het aan de provincies en andere depothouders om het beheer van digitale documentatie te organiseren. In de praktijk houden de provincies zich eerder bezig met inhoudelijke eisen dan met de digitale mogelijkheden en richtlijnen daarvoor. Wat betreft deze alinea: opname van e-depot hier impliceert e-depot als zelfstandig instituut die eigen eisen kan stellen aan de digitale documentatie. Omdat de rol niet unaniem gedragen wordt in de commissie op dit moment, wordt de tekst nu niet aangepast. Indien er geen juridische gevolgen bestaan (wel of geen zelfstandige rol) om het e-depot hier toe te voegen, na onderzoek door de SIKB (actie De Boer, Wieringa, De Koning), wordt de toevoeging in dit stadium van ontwikkeling alsnog gedaan. De rol van het e-depot is niet slechts faciliterend en betreft de hele keten, aldus Hollander en Peters. Mede hierdoor kunnen de gevolgen voor aanpassing van de tekst nu niet overzien worden. p. 8: Deelproces 1 is een grote toevoeging op basis van het verzoek om een deelproces in te bouwen, waarbij de depothouders kunnen reageren voordat het onderzoeksproces van start gaat. Een dergelijke taak stond al in Protocol PvE. Voor de certificering is het noodzakelijk om dit deelproces ook hier toe te voegen. De overdracht van het vondstmateriaal heeft in dit stadium nog niet plaatsgevonden, dus beheer door de depothouder is onder beperkte omstandigheden mogelijk. Hiertoe moet iets opgenomen worden over een vorm van een bruikleenovereenkomst, waardoor ook anderen weten hoe met beheer om te gaan. Het IPO vindt het vooral van belang dat ze zicht hebben op waar het materiaal zich bevindt, waardoor 1.6 is toegevoegd. De VOiA en het CGA willen wel voorkomen dat een extra handtekening nodig is van de depothouder. De SIKB stelt voor, in verband met de conflicterende belangen, om 1.6 te schrappen en later voor te leggen aan het CCvD. De RCE heeft ten aanzien van de rol van de Depothouder ook wat bemerkingen. Hierover moet buiten dit kader nog een apart overleg volgen. p. 8: Bij 1.3 moet iets toegevoegd worden over wie aanwezig moet zijn bij het overleg, waarbij PS04 als richtlijn dient, dus geen inhoudelijke wijziging. p. 8: De SIKB, DANS, gemeenten, provincies besteden nog aandacht aan de tekst zoals deze nu voorligt van deelproces 1 (actie Wieringa, Hollander, Peters, Van Roode). p. 9, 2.1: Welke eisen, KNA-protollen? Of ook depoteisen? De Boer zal hiernaar kijken (actie De Boer). p. 11: Bij 4.1 moet toegevoegd worden dat het om analoge documentatie gaat. p. 12: De genoemde termijn van 8 weken (zie p. 8) is langer dan de termijn van 6 weken, die wettelijk is vastgelegd. De wettelijke termijn wordt gehanteerd, dus de tekst wordt aangepast op 6 weken. De verschrijdingstermijnen worden uitgezocht bij de BRL. p. 14: Sueur stelt voor aan de vier coördinaten het opnemen van een contour van het plangebied toe te voegen, in overeenstemming van de nieuwe bouwstenen. Dit wordt overgenomen. p. 15: tekst zal verder gespecificeerd worden ten behoeve van certificering. p. 15: de landelijke normen betreffen de certificeringseisen, zoals de pakbon. De tekst zal duidelijker worden gemaakt. Peters vraagt zich af of dit ook de eisen van het

5 - 5 - PvE betreft. Daar zal naar worden gekeken (actie De Boer). p. 18: Eisen, in plaats van aanbeveling, aan depots wordt een zware wijziging geacht, maar is nodig voor certificering. In een voetnoot wordt aangegeven dat van aanbeveling naar eis wordt overgegaan (actie De Boer; stelt in tekstvoorstel ook termijn voor) en dat een beredeneerde afwijking mogelijk moet zijn, omdat de genoemde eisen verouderd zijn. De specificaties wat die eisen exact zouden moeten zijn, worden herzien als gevolg van voortschrijdend inzicht. Deze worden voor de nieuwe KNA nader onderzocht en voorgesteld ter bespreking aan de CCvD. Bij dit onderzoek worden ook de gemeentelijke depots betrokken. De Boer zal de tekst zo aanpassen dat eisen kan blijven staan, maar dat het wel mogelijk blijft deze genoemde verouderde eisen los te laten. p. 20: er lijkt geen overeenstemming te bestaan met protocol Opgraven, omdat de aanlevering door de gravende partij gedaan wordt, terwijl de goedkeuring door de depotbeheerder gebeurt. Doorzending naar e-depot gebeurt niet door depotbeheerder. Dat moet hier in deelproces 4.4 aangepast worden, zodat aanlevering door gravende partij aan e-depot kan, waarna e-depot de depothouder de mogelijkheid geeft om een goedkeuring te geven (middels depotbeheerder). Een koppeling met Archis is ook wenselijk. De overdracht is de laatste stap, waarvoor aandacht moet zijn (actie De Boer). p. 20: bij voorkeur in 2 e alinea en rest van de zin wordt geschrapt. p. 20: de bullits onder Producten voldoen niet. Hiertoe is een tekst aangeleverd door een subcommissie, maar dat is nog niet verwerkt. Hierin moet in ieder geval komen te staan dat het om projectdocumentatie gaat. p. 20: voetnoot kan verwijderd worden, omdat in de toekomst altijd alles verandert en dit geen bijzondere toevoeging betreft. Hetzelfde geldt voor p. 14, voetnoot laatste zin verwijderen. p. 20: in tabel bij voorkeur wordt geschrapt. p. 20: de commissie wil een opname van een lijst (bij tabel Formaat) aan het protocol, waarbij nieuwe eisen kunnen worden toegevoegd voor formaten, maar waarbij er geen oudere formaten afgehaald kunnen worden. De reden hiervoor is dat het e-depot niet zomaar op eigen gelegenheid veranderingen zou moeten kunnen doorvoeren, die voor de praktijk gevolgen hebben. Protocol 4003 IVO-Overig en Proefsleuven Het CCvD zal vanmiddag nader spreken over de rol en functie van het project Waarderen in de huidige KNA en de benodigde aanpassingen ten behoeve van certificering in relatie tot dit project. Een deel van de commissie, onder andere NVAO, CGA en VOiA, verzoekt om dit protocol nu niet te bespreken en het besluit van het CCvD af te wachten. De aanpassingen zijn mogelijk te ingrijpend om in dit verband nu te bespreken en de commissie wil het traject bij het CCvD niet verstoren. De aanpassingen als gevolg van het project Waarderen betreffen voor dit protocol vooral pagina 36 en volgende, dus het protocol wordt nu tot pagina 36 besproken. Indien tijdens de bespreking blijkt dat voorgestelde aanpassingen in het kader van het certificeerbaar maken, toch lijken te raken aan het project Waarderen, wordt de passage overgeslagen en de volgende bijeenkomst behandeld. Huisman merkt op dat veel van de wijzigingen die nu voorgesteld zijn, grote veranderingen betreffen voor de processtappen tot het selectiebesluit, met name aanpassingen die scherper zijn geformuleerd. De Boer geeft aan dat er geen grote inhoudelijke wijzigingen zijn gedaan, maar dat algemene zaken wel certificeerbaar zijn gemaakt. Cees Koot heeft per opmerkingen aangedragen die door Wieringa zullen worden genoemd. p. 2: Bepalen onderzoeksmethode met 5 pagina s doorlopende tekst wordt een aparte specificatie. Iedereen is het daarmee eens. p. 2: Rode tekst, eerste paragraaf: en/of komt in plaats van of, omdat het een, het

6 - 6 - ander niet uitsluit. p. 8: nederzettingen in eerste blok is te beperkend. Dit wordt meegegeven aan CCvD. Verder wordt ook aangegeven dat vindplaatsen uit verschillende perioden tegelijk gevonden kunnen worden en dat onderzoeksmethoden hierop moeten worden kunnen aangepast. p. 11: toevoeging aan lijstje 2 moet zijn KNA- en Senior KNA-Archeoloog (zie p. 20). p. 13: Saxion geeft aan dat hier hetzelfde bezwaar geldt dat als actor een Bachelorarcheoloog moet volstaan. Dit is opgenomen op het lijstje aanbevelingen voor het CCvD. p. 13: Van Straaten vindt dat de controle op bureauonderzoek moet plaatsvinden volgens de eisen van de KNA, terwijl de formulering van 1.1 hier niet op duidt. De Boer geeft aan dat dit te maken heeft met het voor certificering niet verplicht gestelde PvE, waardoor hier de eisen voor de input aan de voorkant geregeld moeten worden. Er moet een uitgangspunt zijn. Aan het CCvD wordt gemeld dat deze processtap problematisch (bijv. bureaucratisch) is voor onder ander VOiA met het verzoek hiernaar te kijken voor ontwikkeling KNA 4.1. p. 13: indien vereist door wie of wat moet toegevoegd worden. Geldt ook voor andere delen van de tekst. De Boer stelt een tekst voor (actie De Boer). p. 13: nader specificeren wat met de komma bedoeld wordt in kolom actor. Is dit en of of? De Boer zal dit specificeren. p. 14: Hollander stelt voor om 3.5 te verplaatsen naar deelproces 4, wat logischer is in de procesgang. Dat geldt ook voor hetzelfde geval in andere protocollen. Wel in deze stap moet blijven staan aanleveren aan bevoegd gezag. p. 14: IVO-p kent geen evaluatierapport, dus dit moet hier eruit of vervangen worden. Bijvoorbeeld door PvE bij IVO-p. p. 14: opmerkingen van bevoegd gezag moeten worden toegevoegd aan het definitieve rapport na aanlevering conceptrapport, naar analogie Protocol Opgraven. Deze stap wordt hier toegevoegd. p. 19: opmerking van De Boer wordt overgenomen: daartoe geselecteerde wordt geschrapt. p. 19: wat gebeurt er met de boorstaten, wanneer er geen vondsten zijn? Gemeentelijke depots willen deze wel opslaan en provinciale depots niet. In de tekst moet worden opgenomen dat de boorstaten moeten worden gedeponeerd en waar en hoe (actie De Boer, Sueur en Van Roode, Peters, Hollander formuleren een tekst). p. 20: toevoeging van of senior prospector bij actor in eerste processtap Controle. p. 22: Het opgestelde selectieadvies moet bij 3.5 ook voorgelegd worden aan de bevoegde overheid. p. 23: is deze processtap ook voor archiveren? Zo ja, dan is het vreemd dat er niets over in de processtappen staat. Het wordt hier geschrapt in de titel, maar wel met de toevoeging dat dit elders terugkomt. Alle opmerkingen van de VOiA met betrekking tot processtap 4.4 zijn doorgevoerd voor protocollen IVO en Opgraven. De VOiA-leden hebben verzocht om een leeswijzer bij de nieuwe versie van de KNA, maar daar lijkt geen draagvlak voor in de commissie. De opmerkingen van Koot worden zoveel als mogelijk doorgevoerd. Indien dat niet mogelijk is, komen deze de volgende keer op tafel. De lijst van aanbevelingen wordt toegezonden aan het CCvD bij de stukken die de commissies aanleveren aan het CCvD. De lijst bevat zowel wensen en aanbevelingen voor een volgende versie van de KNA of voor deze fase. Dat is aan het CCvD in een apart besluitvormingstraject. De conceptlijst is voorgelegd aan de commissie per e- mail met het verzoek om opmerkingen voor 2 april aan te leveren. p. 24: toevoeging selectieadvies is een gevolg van het project Waarderen. Een deel van de commissie wil deze frase graag schrappen, want het is onderdeel van het standaardrapport. Dit punt blijft staan voor nadere overweging.

7 - 7 - p. 26: Bureauonderzoek kan geïntegreerd zijn in PvE. p. 28: wat is het waarderingsadvies? Dit komt voort uit het rapport Waarderen, dus dit komt later terug (ook p. 30). Dat geldt ook voor de Bouwstenen. p. 31: Begrenzingen onderzoeksgebied ook op p. 29 bij Verspreidingskaart. p. 31: wat zijn gedocumenteerde gegevens bij Deelrapport onderzoek? Volgt uit overleg met definitiecommissie. p. 32: laatste zin eerste alinea vervangen door: De gekozen geofysische methode wordt bepaald door de geofysisch specialist en hangt af van de vraag en de ondergrond. p. 33: Begrenzingen onderzoeksgebied toevoegen. p. 35: boorstaten moeten voldoen aan ASB. Dit wordt toegevoegd. p. 35: In hoeverre moeten grote bijlagen toegevoegd worden aan de analoge standaardrapportage? De Boer: dat zou met een cd-rom of verwijzen naar een URL kunnen, maar het moet voorkomen worden dat je constant verwijst naar de bijlage. De commissie geeft de voorkeur aan het opnemen van een URL (van een e-depot). Hierbij moet ook aandacht zijn voor de privacywetgeving. Daarnaast moet duidelijk worden wat als bijlage moet worden opgenomen. Moet het PvE en het PvA ook als bijlage worden toegevoegd? En dagrapporten? De commissie is niet unaniem. Kooistra geeft aan dat het voor een onderzoek niet wenselijk is om documentatie te scheiden. De Boer geeft aan dat het in de toekomst geen probleem meer is, omdat dan alles tezamen wordt opgeslagen en raadpleegbaar is. Op een ander moment zal hierop worden teruggekomen. p. 35: Verwijderen rij Selectieadvies? Dit aspect schuift door met instemming van de commissie tot na de CCvD-vergadering over het project Waarderen (actie Van Straten, De Boer). De tekst vanaf pagina 36 wordt nog niet behandeld. Protocol 4006 Specialistisch onderzoek p. 7: bij controlestap is alleen senior KNA-specialist opgenomen, maar senior KNAarcheoloog niet, omdat hij in deze processtap nog geen rol heeft. Wel heeft deze actor in een latere processtap een controlerende rol. CGA en VOiA vinden dat deze actor wel hier een rol moet hebben, omdat deze actor verantwoordelijk is voor het gehele onderzoek. Er moet dus een wijzigingsmoment of controlestap kunnen zijn voor deze actor. Daar is de hele commissie het mee eens. Dit voorstel wordt overgenomen: een controlemoment voor een senior KNA-archeoloog op een conceptversie. Gevolgen zijn dat de senior KNA-archeoloog een feitelijke rol krijgt in het protocol SO, maar in hoeverre dit integraal deel uitmaakt van het proces moet nader bekeken worden (actie tekstvoorstel De Boer): de controlestap integreren in de huidige tekst van het opstellen van het PvA, bij 1.3. p. 9: opmerking JdB; de specialisten merken op dat er een specificatie (OS) ontbreekt voor het uitwerken van vondsten en monsters in evaluatiefase en uitwerken van vondsten en monsters in uitwerkfase. Kooistra merkt op dat die opmerking eigenlijk niet juist is, want SP03 gaat over het uitwerken van vondsten en monsters in evaluatiefase en SP02 gaat over uitwerken van vondsten en monsters in uitwerkingsfase. Door deze specificaties op te nemen in de lijst op pp. 16 van het Protocol Opgraven: SP03 een regel boven OS12 en SP02 een regel boven OS15, zou dit ondervangen zijn. SP01 en SP02 staan al in het Protocol Opgraven 4.0 (p. 16), en daar is bij de bespreking toen niemand over gevallen (SP01 staat al in KNA 3.3; SP03 lijkt vergeten). Dit zou wel een toevoeging van de bestaande KNA betekenen, wat niet de taak is voor deze commissie, omdat de specialist hier een nieuwe rol krijgt. Dit wordt dus op de aanbevelingslijst van het CCVD geplaatst. p. 9: voorstel tot selectieadvies als vervanging voor huidige tekst bij 3.3. p. 10: er is geen actor opgenomen bij 4.2. Dat blijft gehandhaafd. p. 10: eerste controlestap moet zijn door senior KNA-specialist. p. 14: rij Termijn wordt geschrapt.

8 - 8 - Protocol 4002 Bureauonderzoek Het protocol is te groot om nog geheel te behandelen voor de resterende tijd voor de bijeenkomst. Dit protocol schuift door naar de volgende bijeenkomst. Wel werden de eerste pagina s doorgenomen. p. 3: Kooistra merkt op dat er factoren zijn die ontbreken in het bureauonderzoek om te bepalen wat de mate van conservering is ten behoeve van de waardering. Voorbeelden van de factoren zijn grondwaterstand, zuurgraad van de bodem etc. De commissie geeft aan dat dat een te groot detailonderzoek is om nu te wijzigen. Het wordt meegenomen als aandachtspunt voor het CCvD. p. 4: De toevoegingen komen voort uit het rapport van het project Waarderen, waarvan hierboven is besloten hierop pas door te spreken na besluitvorming van het CCvD van de status van dit project voor de huidige taak van de commissie. Bovendien ontstaat hierbij een inconsistentie met het net vastgestelde protocol IVO, die nader bekeken zou moeten worden. Vanaf deze pagina wordt het protocol dan ook niet behandeld. Opgemerkt wordt dat, wanneer het CCvD besluit dat het project Waarderen in deze tekst verwerkt moet worden, 1 volgende bijeenkomst waarschijnlijk niet voldoende zal zijn om de aanzienlijke veranderingen als gevolg hiervan inhoudelijk te bespreken. Protocol 4001 Programma van Eisen Ook dit protocol raakt aan het project Waarderen. Omdat dit project eerst in het CCvD besproken moet worden en vanwege de tijd wordt besloten ook dit protocol door te schuiven naar de volgende bijeenkomst. PM Protocol 4007 Archeologische Begeleiding toelichting i.v.m. AMvB Omgevingswet Niet besproken. 3 Verslag Zonder wijzigingen wordt het verslag van vastgesteld. 4 Vaststellen vierde bijeenkomst op 16 april Deze bijeenkomst zal doorgang vinden en plaatsvinden in Amersfoort. De taak voor deze commissie, het certificeerbaar maken van de KNA, moet dan afgerond zijn, waardoor de voorzitter verzoekt aan alle commissieleden om de agenda zo in te richten dat de commissie op 16 april ook na 12.30u kan doorgaan totdat het werk af is. Er wordt gecontroleerd of de reservering van de ruimte verlengd kan worden (actie Haas). De Boer maakt een conceptversie van de omschrijving van het hoofdstuk Doel van elk protocol en dit zal in een apart agendapunt besproken worden (actie De Boer; agenda Wieringa). 5 Rondvraag & afsluiting Van Straaten vraagt zich af hoe de reacties van de achterban verwerkt kunnen worden na de laatste bijeenkomst. De voorzitter geeft aan dat dit via zal moeten. In de laatste bijeenkomst zullen hier nadere afspraken over worden

9 - 9 - gemaakt.