Pedagogisch Beleidsplan Kinderdagverblijf t Speelbos

Transcriptie

1 Pedagogisch Beleidsplan Kinderdagverblijf t Speelbos Algemene informatie Het kinderdagverblijf is bedoeld voor kinderen van medewerkers van Cello, Vivent en Rosmalen en omgeving. De openingstijden zijn van uur. We hebben een flexibele kinderopvang. Aan de hand van uw werkrooster kunt u zelf het aantal uren bepalen. De tijden waarop een kind wordt opgehaald en gebracht, dienen van tevoren schriftelijk te worden opgegeven aan de leiding van het kinderdagverblijf. Dit is noodzakelijk voor een goede planning. De ouders zijn niet verplicht om iedere week dezelfde uren en/ of dagen af te nemen. Eventueel is het mogelijk om een dag van tevoren te bellen of er nog plaats is. Alle medewerkers zijn heel flexibel en kunnen vaak, indien nodig direct worden ingezet. Bij calamiteiten maken we gebruik van de middelen die Vivent en Cello ter beschikking hebben. Zoals bij brand zal er direct contact opgenomen worden met de receptie van Maria-Oord. Zij kunnen nagaan waar er eventueel brand is uitgebroken Na overleg zal men al of niet de brandweer waarschuwen. Indien nodig kunnen we de medische dienst inschakelen van Cello. Ook kunnen we een beroep doen op gediplomeerde medewerksters van Cello. Als er iets met één van de kinderen gebeurd zal er direct contact worden opgenomen met de desbetreffende ouder/ verzorger.

2 Stamgroepen Alle kinderen maken deel uit van een eigen groep (stamgroep). De kinderen zitten zoveel als mogelijk is in een vaste groep. Stamgroep is de basisgroep waartoe een kind behoort, waar het door vaste medewerkers wordt begeleid. Kinderen vanaf 6 weken tot 4 jaar kunnen er, in een verticale groep, 5 dagen per week gebruik van maken. We werken met 8 vaste leidsters en enkele reservemedewerkers. Het aantal leidsters bij een gemengde groep wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde leeftijd van de kinderen. Ons dagverblijf heeft 2 groepen: de rode en de blauwe groep. Alle kinderen die komen, zijn ingedeeld in één van die twee groepen. Lijst is aanwezig op het kinderdagverblijf. Het aantal kinderen per groep is 16. Er kunnen in totaal 32 kinderen geplaatst worden per uur. Bij 12 kinderen zijn er minimaal 2 leidsters aanwezig, bij 16 kinderen 3 leidsters die allemaal zijn opgeleid conform de cao kinderopvang. Daarnaast worden we bijgestaan door stagiaires die de opleiding SPW 3 volgen aan het ROC. Deze stagiaires staan boventallig op de groepen. Om verschillende redenen kan het nodig zijn om de groepen samen te voegen. Denk bijvoorbeeld aan de invulling van het 4-ogen/oren principe in combinatie met bedrijfsmatige overwegingen, zoals aan het begin en/of einde van de dag wanneer er minder kinderen aanwezig zijn. Het dagprogramma op de groepen van het kinderdagverblijf is min of meer gelijk. Daardoor is de werkwijze op een samengevoegde groep voor de kinderen herkenbaar. De medewerkers van beide groepen zijn bekende en vertrouwde personen voor de kinderen. De medewerkers werken op bepaalde dagen op een vaste groep. Doordat wij een flexibele opvang hebben kan het incidenteel voorkomen dat een kind in overleg met de ouders in de andere groep geplaatst wordt. Dit om ratio-kind-leidster na te leven.

3 We hanteren de volgende uitgangspunten bij het samenvoegen van groepen. 1 We volgen altijd de beroepskracht-kind-ratio 2 Elk kind maakt gebruik van de twee stamgroepsruimtes. 3 Bij het samenvoegen is van elke stamgroep een vaste pedagogisch medewerker aanwezig 4 Het betreft het op bepaalde dagen structureel samenvoegen van groepen waarvan van tevoren duidelijk is dat beide groepen zo weinig kinderen hebben dat samenvoegen mogelijk is. Bijvoorbeeld op woensdagen of in de vakantieperiode. Wennen in een bepaalde stamgroep. We bieden de ouders de gelegenheid om het kind eerst te laten komen wennen op ons kinderdagverblijf. Dit kan variëren van 1 uur tot een dagdeel. Sommige kinderen hebben enige tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving van het kinderdagverblijf. Maar ook voor u als ouder is het misschien even wennen. Wennen is altijd in het belang van het kind. Mocht blijken dat het kind niet kan wennen in één van de stamgroepen, dan zal het in overleg met de ouders op de andere groep worden geplaatst. Broertjes en zusjes proberen we zoveel als mogelijk is in een aparte groep te laten spelen. Maar als de ouders erop staan dat ze bij elkaar moeten, dan respecteren we dat besluit. Om goed te kunnen wennen is het verstandig dat het kind regelmatig naar het kinderdagverblijf komt. Tijdens het wennen is het belangrijk dat u beschikbaar bent om, indien nodig, naar het kinderdagverblijf te komen. Ook kunt u altijd bellen om te informeren hoe het gaat.

4 Vierogenprincipe Sinds juli 2013 hebben we een vierogenprincipe. Dit betekent dat een leidster nooit alleen staat met de kinderen. Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in ons kinderdagverblijf te vergroten. Dit houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Op ons kinderdagverblijf wordt met minimaal 2 personen geopend en afgesloten. De speelzalen zijn met elkaar verbonden d.m.v. een tussendeur, een gezamenlijke keuken en toiletruimte. Dit bevordert de samenwerking en het met elkaar meekijken tijdens de werkzaamheden van iedere medewerker. Beide groepen hebben veel ramen, waardoor medewerkers vanzelfsprekend bij collega s naar binnen kijken. Een medewerker mag niet alleen met de kinderen gaan wandelen. Ook dienen zij een telefoon mee te nemen. Iedere medewerker is in het bezit van een geldige Verklaring omtrent het gedrag.( VOG) De VOG toont aan dat een medewerker geen strafbare feiten heeft gepleegd waardoor men niet met kinderen mag werken. Regelmatig wordt door de Dienst Justis gecontroleerd of er strafbare feiten worden gepleegd door de medewerkers van het kinderdagverblijf. Blijkt er in het verleden een strafbaar feit te zijn gepleegd, dan gaat er via de gemeente en GGD een signaal uit naar de eigenaar van het kinderdagverblijf. Het algemeen pedagogisch beleid van kinderdagverblijf t Speelbos. Dit beleidsplan geeft inzicht in wat t Speelbos onder goede pedagogische kwaliteit verstaat. Tevens wordt ingegaan op de pedagogische doelstelling en uitgangspunten die t Speelbos hanteert en wat t Speelbos in het werk met de kinderen wil bereiken. Daarnaast wordt beschreven hoe t Speelbos wil werken aan de 4 competenties die genoemd worden in de Wet Kinderopvang ( nl. de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van waarden en normen). Dit beleid vormt de basis waar vanuit gewerkt wordt door iedereen die met de aan t Speelbos toevertrouwde kinderen werkzaam is.

5 Algemene doelstelling De aan de zorgen van het kinderdagverblijf toevertrouwde kinderen veiligheid en geborgenheid bieden in een voor hen vertrouwde omgeving De kinderen de mogelijkheid bieden met andere kinderen in contact te komen om spelenderwijs van elkaar te leren en ervaringen op te doen Pedagogische doelstelling 1 persoonlijke competentie We gaan er vanuit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich te ontwikkelen en dat op zijn eigen manier op basis van aanleg en temperament. - Pedagogisch doel is dat de kinderen zich ontwikkelen tot evenwichtige mensen die hun eigen talenten onderkennen en benutten. Wij willen de kinderen ondersteunen, gelegenheid en ruimte geven om met hun mogelijkheden te experimenteren passend bij hun ontwikkelingsfase, tempo en temperament. Tevens leren we de kinderen om voor zichzelf op te komen en respect ontwikkelen voor zichzelf en anderen. Dit is een eerste stap om positief in de maatschappij te kunnen staan en zelfstandig en sociaalvaardig te zijn. Door te stimuleren is de leiding actief betrokken bij de ontwikkeling van de kinderen. Door regelmatig onderling overleg proberen we steeds zo goed mogelijk stil te staan bij hoe we de kinderen positief kunnen benaderen. Door het spel leren de kinderen rekening te houden met elkaar. Daarnaast worden de kinderen op het gebied van flexibiliteit en creativiteit gestimuleerd: daardoor leren zij zich aan te passen aan de veranderde omstandigheden en zodoende hierin weerbaar te worden. Groepsleiding beïnvloedt gedrag van kinderen op een positieve, respectvolle manier: het ongewenste gedrag wordt afgekeurd maar niet het kind. Deze wijze draagt bij tot het creëren van een positief zelfbeeld van kinderen. Kinderen worden uitgedaagd vooral eerst iets zelf te proberen. Er wordt niet direct ingegrepen maar we laten kinderen in eerste instantie ervaren wat ze zelf al kunnen en wat (nog) niet. We willen kinderen leren ieder op zijn eigen niveau zelf in te kunnen schatten wat verantwoorde risico s zijn. Ook door uitdagend spelmateriaal en het pedagogisch handelen van de groepsleiding willen wij de zelfstandigheid van kinderen stimuleren. Een belangrijke voorwaarden hiervoor is een sfeer van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen.de groepsleiding draagt zorg voor het creëren van zo n klimaat.

6 2 Geborgenheid We proberen een warme gezellige sfeer te creëren waar de kinderen zich thuis zullen voelen. Ieder kind heeft op zijn tijd een knuffel of een aai over z n bol nodig. Veel ouders vinden het moeilijk afscheid te nemen van hun kind, vooral als het verdriet heeft. Het is daarom voor zowel de ouder als het kind wenselijk, dit afscheid niet te lang te laten duren. Het verdriet van de kinderen is meestal heel snel over. Ze zien de andere kinderen spelen, zijn daardoor al snel afgeleid en gaan zelf meedoen. Is dit niet het geval, dan worden de ouders hierover geïnformeerd. Uiteraard is het voor ouders altijd mogelijk zelf telefonisch contact op te nemen. 3 Kinderen begeleiden in een klimaat van (emotionele) veiligheid De basis van al het handelen van groepsleiding is het bieden van een gevoel van veiligheid aan het kind. Veiligheid draagt niet alleen bij tot het individuele welbevinden van kinderen maar geldt ook als basis voor andere ontwikkelingen. Kinderen worden zoveel mogelijk op vaste groepen ingedeeld. ( stamgroepen ) De groepsleiding is dan voor het kind bekend. Een vertrouwensrelatie met groepsleiding is hierin onmisbaar. Persoonlijk contact met (betrouwbare en bekende) groepsleiding, een tot op zekere hoogte voorspelbaar dagritme, de inrichting van de ruimte en de aanwezigheid van bekende groepsgenoten dragen bij tot het verkrijgen van een veilig gevoel. Kinderen en ouders moeten zich welkom voelen op ons kinderdagverblijf.

7 4 Verantwoordelijkheid Het deel uitmaken van een groep zorgt ervoor dat elke groepsdeelnemer verantwoordelijkheid draagt. Een kind zal zien dat zijn gedrag bepaalde reacties bij andere zal uitlokken. Wij willen kinderen hierin inzicht geven en hen leren bewust om te gaan met deze consequenties zodat duidelijk wordt wat de gevolgen van zijn eigen handelen zijn. Het gaat hier niet alleen om het vergroten van het sociale bewust zijn. We leren kinderen ook zich verantwoordelijk te voelen voor bijvoorbeeld spelmateriaal, milieu of de natuur. Op deze wijze leert een jong kind al op zijn eigen niveau verantwoordelijkheid te dragen. We willen dat een kind betrokken is bij het groepsgebeuren in het bijzonder en de maatschappij in het algemeen. 5 Sociale competentie Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht. Toch heeft ook de groep een belangrijke functie. Sociale vaardigheden zijn bij uitstek te oefenen in situaties waarbij er sprake is van meer personen. Het kennismaken met, het respecteren van anderen en het opkomen voor eigen belang zien wij als toegevoegde waarde van het samenzijn in een groep. Net als het in elkaar leren verplaatsen en het oplossen en voorkomen van conflicten. In de groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door elkaar te helpen, speelgoed samen opruimen en het vieren van feestelijke gebeurtenissen. Broertjes en zusjes worden zo mogelijk ieder in een aparte groep ingedeeld. De achterliggende gedachte hiervan is, het stimuleren van een eigen ontwikkeling. 6 Normen en waarden Normen en waarden achten we belangrijk. Het eigen maken van normen en waarden maakt onderdeel uit van de morele ontwikkeling. Binnen (en buiten)de groep doen zich op dit gebied veel leermomenten voor (bijv. reacties bij conflicten, pijn en verdriet of een maatschappelijke gebeurtenis). Door de reactie van de groepsleiding op dit soort situaties ervaren kinderen grenzen van goed en niet goed. Het eigen gedrag van groepsleiding heeft hierbij dus een belangrijke voorbeeldfunctie. Met kinderen wordt zo jong mogelijk afgesproken hoe er in de groep met elkaar wordt omgegaan.

8 7 Hygiëne en veiligheid Door de organisatie zijn risico-inventarisaties uitgevoerd ten aanzien van veiligheid en gezondheid. Alle ruimtes zijn hier in meegenomen. Deze inventarisaties worden jaarlijks doorgenomen. Uitgangspunt van de organisatie is voor het kind een zo veilig mogelijke omgeving te zijn. Hygiëne is zeer belangrijk in het kinderdagverblijf. Een goede lichamelijke conditie. Hygiëne en gezondheid ( waarbij lichamelijke beweging en een gezond voedingspatroon onmisbaar zijn) is noodzakelijk om kinderen op andere gebieden te kunnen stimuleren. Dit betekent niet dat vet of zoetigheid of het zich vies maken verbannen worden. Dit betekent wel dat wij kinderen duidelijk willen maken wat onder een gezond voedingspatroon verstaan wordt en waarom hygiëne en lichamelijke beweging belangrijk is. Jonge kinderen komen in aanraking met ziekteverwekkers waartegen zij nog geen weerstand hebben opgebouwd. Via andere kinderen komen zij vaker en op jongere leeftijd in contact met allerlei ziekteverwekkers. Door hygiënemaatregelen zoals neus snuiten, handen wassen en schoonmaken proberen we de overdracht van ziekteverwekkers tegen te gaan. Gezondheidsvoorschriften Kinderen die het kinderdagverblijf bezoeken dienen bijvoorkeur te zijn gevaccineerd tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (dktp). Bijzonderheden omtrent de gezondheid van een kind dienen ter kennis te worden gebracht aan de leiding van het kinderdagverblijf. In geval van ziekte of vermoeden van mogelijke besmetting, bepaalt de leiding of een kind mag komen of niet. We werken vanuit de voorschriften van de G.G.D.

9 Ziek Kinderen die koorts hebben (38 ) mogen het kinderdagverblijf niet bezoeken. Wordt het kind ziek in het kinderdagverblijf, dan wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met de ouders, zodat zij hun kind kunnen ophalen. Wij geven zonder overleg met de ouders geen medicijnen. Bij bepaalde ziekten houden we ons aan de voorschriften van de G.G.D. Besmettelijke ziekten moeten door de ouders gemeld worden bij de leiding Voeding Kinderen die in de vroege ochtend nog niet ontbeten hebben, kunnen tot 8.00 uur hun zelf meegebrachte voeding en melk nuttigen. Om de regelmaat in het voedingspatroon niet te verstoren, krijgen baby s hun fles op tijden die door hun ouders zijn aangegeven. Het kinderdagverblijf zorgt voor fruit, limonade en een koekje. Tussen de middag bruin brood met smeerworst of smeerkaas, zoet beleg en melk. Voor kinderen tot 1 jaar kan men een groentehapje meegeven. Dit moet voorzien zijn van de naam. Ouders dienen zelf voor alternatieven te zorgen als er voedingsmiddelen worden verstrekt, die door de kinderen niet verdragen worden. We proberen zoveel mogelijk samen te eten. De rust en een goede sfeer tijdens de gezamenlijke maaltijd vinden we heel belangrijk. Het is daarom wenselijk dat we tijdens de maaltijd van uur niet worden gestoord. (Ook niet telefonisch) Zindelijk worden De leiding houdt zich aan regelmatige tijden voor verschoning en toiletgebruik. Natuurlijk wordt een kind eerder verschoond als dit nodig is. De oudere kinderen kunnen altijd naar het toilet. Ook kinderen die nog niet zindelijk zijn worden gestimuleerd van het toilet gebruik te maken. Ze worden hiertoe niet gedwongen, maar moeten dit echt zelf willen. Bij het zindelijk worden gebeurt er nog wel eens een ongelukje, daarom vragen wij u om extra kleding mee te brengen.

10 Slapen De ouders geven zelf aan wanneer en hoe hun kind moet slapen, met name wel of geen buikligging. Dit wordt in een gebruikers overeenkomst vastgelegd. De kinderen slapen in slaapzakken, welke de ouders zelf dienen mee te brengen, eventueel met hun eigen knuffel en een pyjama. Dit alles dient te zijn voorzien van naam. Het beddengoed wordt na ieder kind verschoond. Voor de baby s passen we het slaapritme aan aan de wensen van de ouders. Kleding Ieder kind dient een verschoning bij zich te hebben. Zorg dat u altijd een aantal luiers in voorraad hebt. Voor ieder kind is er een mandje om de kleding in te bewaren. De kleding moet dan wel voorzien zijn van een naam. Ook de jassen en tassen dienen voorzien te zijn van naam.

11 Dagschema Het pedagogisch-beleidsplan bevat een dagschema waarbinnen het pedagogischdoel dient te worden verwezenlijkt. Dit schema dient ter ondersteuning van de rust in de groep en geeft duidelijk houvast voor ouders, leidsters en kinderen. Afhankelijk van de leeftijd van het kind maken wij hier gebruik van. Voor baby s is deze indeling individueel en kan niet van een echt gezamenlijk schema gesproken worden. Voor de oudere kinderen is er wel een gezamenlijk dagschema Vrij spelen Daarna gezamenlijk opruimen Tijdens het gezamenlijk eten en drinken van een koekje, appels en limonade wordt er veel gezongen, worden verhaaltjes verteld of versjes geleerd Alle kinderen worden verschoond of gaan naar het toilet Als het weer het toelaat wordt er buiten gespeeld of gewandeld. Bij regenachtig weer worden er binnenactiviteiten gedaan. Bijvoorbeeld: tekenen, knutselen,vrij spel en kringspelletjes Allemaal handen wassen en samen eten Alle kinderen worden verschoond of gaan naar het toilet Kinderen die moeten slapen worden naar bed gebracht. *) Aan kinderen die niet slapen, wordt een rustige activiteit aangeboden of vrij spel Yoghurt, koekje en limonade Vrij spel of een activiteit *) Baby s slapen volgens hun eigen ritme.

12 Jaarlijks controleert de GGD het kinderdagverblijf op de volgende aspecten: Reglement oudercommissie Informatie voor ouders Diploma s en verklaring omtrent gedrag van het personeel Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Ruimten ( slaap en speel) Opvang leidster kind ratio Pedagogisch beleid Klachtenregeling Deze rapporten liggen ter inzage op het kinderdagverblijf.