Baanbeheerplan Amsterdamse Golfclub

Transcriptie

1 Baanbeheerplan Amsterdamse Golfclub 11 mei 2008 Baancommissie Oktober 2014 aanpassing.

2 Inhoud Blz. 1 Algemeen Inleiding Wat is een beheerplan Waarom een beheerplan Baancommissie Algemeen Samenstelling en vergaderingen Taken en verantwoordelijkheden Geldmiddelen 8 2 Baanonderonderhoud Greens Algemeen Werkzaamheden 9/ Wintergreens Jaarprogramma greens Tees Algemeen Werkzaamheden Voorgreens en aprons Algemeen Werkzaamheden Surroundings Algemeen Werkzaamheden Fairway s Algemeen Werkzaamheden Semi rough, rough. natuurlijke rough Algemeen Werkzaamheden Riet, vijvers, sloten en sluisjes Algemeen Sluisjes Bunkers Algemeen Werkzaamheden Bosvakken 16

3 Blz. 3 Overige voorzieningen 3.1 Beregening Algemeen Onderhoud Uitgangspunten Drainage, kolken en putten Paden, Buggy s Onderhoud paden Buggy s Driving Range / Par 3, 6Oefenholes Driving range Oefenholes Baanmeubilair Markeringen van de golfbaan De baan en buiten de baan Markeringen waterhindernis Markeringen afstanden GUR Dropping zone Vaste obstakels 19 4 Machinepark 4.1 Algemeen Jaarlijkse kosten Machine onderhoud Dagelijks onderhoud Groot onderhoud Het machinepark 20 5 Flora en Fauna 20 6 Personeel 21 7 Diversen 7.1 Tuin Draagtassenregime Adviseurs DGB 21

4 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15 Bijlage 16 Bijlage 17 Bijlage 18 Bijlage 19 Bijlage 20 Functiebeschrijving hoofdgreenkeeper Bemestingsprogramma Onderhoudschema Weekplanning Urenregistratie Jaarindeling weekendwerk Diverse werkzaamheden Functiebeschrijving greenkeeper Budget baan 5 jaar planning investeringen Machinepark Taakverdeling AGC baancommissie Winterregels draagtassen Richtlijnen gebruik Buggy s Beleid greenonderhoud Schimmels en meest voorkomende plagen Mycorrhiza Topdrainen Instructie machineonderhoud Flora en Fauna Hoofdgreenkeeper beheert het dossier (met alle tekeningen) inzake informatie over; - Maairegime - Drainage - Bosvakken - Beregening - Oeverriet - Grondmonsters - Watermonsters

5 1 Algemeen 1.1 Inleiding De golfbaan dient er te allen tijde verzorgd en netjes bij te liggen. Hieronder wordt verstaan: homogene greens met voldoende snelheid 100 % grasbezetting (met zo min mogelijk straatgras)op de tee s, fairways, (semi-)rough en (voor)greens gemaaid (zonder plukken achter te laten) in contouren met zand ( op het juiste niveau) gevulde bunkers met strak onderhouden bunkerranden met correct geplaatste tee- markers goed verzorgde waterkanten/waterpartijen (met of zonder riet) een volledig functionerend drainage systeem correct aan gebrachte hindernis markeringen goed onderhouden paden met altijd voldoende schelpen De kwaliteit moet zoveel mogelijk gewaarborgd worden waardoor er een altijd bespeelbare golfbaan klaarligt. Werkwijze Het werken in de baan ( greenkeepers hebben te allen tijde voorrang) wordt zodanig uitgevoerd dat de spelers er weinig of geen hinder van hebben. Bij uitvoering van de werkzaamheden dient er zoveel mogelijk van de werkpaden gebruik te worden gemaakt. Qualifying condities De baan dient zoveel mogelijk qualifying te zijn. Maximaal één tijdelijke green in gebruik tijdens de werkzaamheden is toegestaan om de baan toch qualifying te houden. De local rule plaatsen mag in principe alleen in de periode van 1 november tot en met 30 april. 1.2 Wat is een beheerplan? Een beheerplan is een vastlegging op papier van maatregelen, die nodig is om een golfterrein de beoogde functies te laten vervullen. Tevens wordt er in dit plan de middelen omschreven, die nodig zijn om deze maatregelen uit te voeren. Daar elke golfbaan uniek is bestaat er geen standaard- beheerplan.

6 Het beheerplan vormt de leidraad voor de beheerder (hoofd greenkeeper) en is een informatie voor de gebruikers van de golfbaan. 1.3 Waarom een beheerplan Een beheerplan bevordert: Continuïteit Duurzame functievervulling van het beheerplan wordt gegarandeerd, omdat zowel het reguliere onderhoud als het groot onderhoud zijn gepland en begroot. Eveneens continuïteit bij gewijzigde samenstelling van bestuur en/of baancommissie. Efficiënte besteding van middelen Omdat er volledig inzicht is in de benodigde capaciteit kunnen goed onderbouwde keuzes worden gemaakt. Bovendien kan de uitvoering van de verschillende maatregelen goed op er elkaar worden afgestemd. Communicatie Het bestuur krijgt goed inzicht in het door de baancommissie te verrichten beheer en de daarmee gemoeide kosten, waardoor zij verantwoorde beslissingen kan nemen. Tevens verschaft het de leden informatie omtrent het baanonderhoud. Evaluatie Een beheerplan vormt de basis voor een systematische administratie van onderhoudswerk, die op zijn beurt een evaluatie van het geheel van maatregelen mogelijk maakt. Verantwoordelijkheden De baancommissie, in nauwe samenwerking met de hoofdgreenkeeper, zijn diegenen die de algemene verantwoordelijkheid dragen voor de opzet, het bijhouden en de uitvoering van het beheerplan. De hoofdgreenkeeper is verantwoordelijk voor de uitvoering, terwijl de individuele leden van de baancommissie zich bezig houden met de diverse onderdelen van het opgezette plan. Uitvoering Het plan moet gedetailleerd zijn. De beoogde doelen moeten realistisch en soepel toepasbaar zijn. Het plan moet worden opgezet met de bijdrage van de betrokken hoofdgreenkeeper. 1.4 Baancommissie Algemeen

7 Doelstelling Het onderhouden van de baan op hoog niveau gedurende het hele jaar. Met als uitgangspunt het karakter van de baan te brengen naar het niveau van een mooie parkbaan en deze als zodanig te onderhouden. Strategie Met een eigen greenkeepers team (aangevuld met stagiaires), waar nodig met gebruikmaking van ervaren contractors en adviseurs het beheerplan uitvoeren. Waar mogelijk samenwerking zoeken met andere golfclubs Samenstelling en vergaderingen De baancommissie bestaat uit tenminste 3 leden. Een voorzitter en 2 leden De baancommissie vergadert maandelijks. Wekelijks is er een vast overleg met de hoofdgreenkeeper Taken en verantwoordelijkheden De voorzitter en de 2 leden verdelen de diverse verantwoordelijkheden onderling. Contact met voorzitter van de vereniging Financieel beheer Personeelszaken Machinepark, onderhoudscontracten Eén lid is plaatsvervangend voorzitter Contact wedstrijdcommissie, Handicap- en regelcommissie en gastgroepen Course lay-out, caddy boekje, course rating Birdy bulletin, verslaglegging Baanmaterialen Contact externe adviseurs Baanonderhoud in ruimste zin (v.b. bijlage 12) Zittingsperiode Leden van de baancommissie worden door het bestuur benoemd. Maximum zittingsperiode is 6 jaar. Uitsluitend op verzoek van het bestuur kunnen afgetreden commissieleden nog voor maximaal 6 jaar herbenoemd worden. In uitzonderlijke gevallen kan het bestuur de zittingsperiode van een commissielid op jaarbasis verlengen.. Hoofdgreenkeeper Is belast en verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering van werkzaamheden. Zie taakomschrijving bijlage 1

8 Het opstellen van het bemestingsprogramma ( bijlage 2) in overleg met externe adviseurs. Het maken van een jaarplanning m.b.t. het onderhoud (bijlage 3) Het wekelijks opstellen van een werkplanning voor de greenkeepers (bijlage 4) Registratie van de uren, overuren en vrije dagen (bijlage 5) Jaarplanning van weekend werk (bijlage 6) Registratie van de uren van personeel op contract basis Registratie van diverse afwijkende werkzaamheden (bijlage 7) Greenkeepers Taken; Zie taakomschrijving bijlage Geldmiddelen De baancommissie stelt jaarlijks een begroting en een financieel verslag op, inhoudende onder andere: - jaarbegroting (bijlage 9) - meerjaren (5) investeringsplan ( bijlage 10) Begroting en plan worden besproken met de penningmeester. De definitieve goedkeuring van de jaarbegroting vindt plaats in de Algemene Ledenvergadering. Aankopen kunnen rechtstreeks door de commissie worden gedaan, mits gedekt door de begroting. Voor alle niet voorziene uitgaven wordt de toestemming van de penningmeester gevraagd. 2 Baanonderhoud 2.1 Greens Algemeen Het golfbaan is uitgerust met een 18-holes wedstrijdbaan, 3 oefengreens, een 6 par drie oefenholes en een drivingrange met een totale oppervlakte van ca. 56 hectare (incl. parkeerterrein. De greens vormen het meest intensieve te onderhouden gedeelte van het terrein. De doelstelling is om deze 365 dagen per jaar bespeelbaar te houden. Om dit te verkrijgen moet met de volgende factoren rekening gehouden worden: - een optimale verdeling in de toplaag ( vaste delen, water en lucht) - een goede water doorlaatbaarheid van de toplaag. - een open green: voldoende zonlicht en ventilatie. De greens ( totaal oppervlak 1,2 hectare) zijn/worden ingezaaid met: agrostis enfestuca. Voortschrijdend inzicht hoofdgreengreenkeeper kan deze samenstelling veranderen. Greenoppervlak

9 Het greenoppervlak moet droog, stevig en veerkrachtig zijn De green heeft een dichte, gesloten grasmat Het greenoppervlak moet een hoge putsnelheid toelaten en een bal eerlijk laten rollen De onderlinge snelheid van de verschillende greens moet nagenoeg gelijk zijn De homogeniteit tussen en binnen de greens dient hoog te zijn Het greenoppervlak moet een goed geraakte bal met een medium ijzer geslagen houden Een pitchmark zal bij een goed geslagen bal ontstaan, doch niet erg diep zijn De greens dienen te allen tijde zodanig vlak te zijn dat een geputte balletje niet hobbelt De snelheid van de greens dient 8 feet te zijn gedurende het groeiseizoen gemeten op de stimpmeter onder goede condities Werkzaamheden Hole verzetten Er mogen geen slechte plekken in het gras zitten binnen een straal van 50 cm van de hole De bovenzijde van de cup wordt op 2,5 cm beneden maaiveld geplaatst. De gebruikte hole wordt precies op maaiveldhoogte afgewerkt zodat er geen verlaging of verhoging ontstaat. Daarna wordt met een pitchfork de randen weggewerkt. De hole wordt in het groeiseizoen 3x per week verzet volgens schema. De hole staat minimaal 3 meter van de buitenzijde van de green en 1 meter van een knik in het greenoppervlak Gekozen is voor 6 pinposities. Bij de keuze zijn de volgende principes gehanteerd: Evenwichtige verdeling van de makkelijke en moeilijke posities over zes varianten. De 6 pinposities worden roulerend in de volgorde gebruikt. Op het bord bij de eerste - en tiende tee wordt aangeven welke positie op welke dag wordt gebruikt. Tijdens het winterseizoen wordt hiervan afgeweken en is er een vrije keus in het bepalen van de positie. Sweepen Het verwijderen van dauw. Dit moet op een zo vroeg mogelijk tijdstip worden uitgevoerd en zonodig tweemaal per dag. Maaien Er wordt gewerkt met een roterende maairichting. In het seizoen (maart t/m oktober) wordt er gemaaid op een maaihoogte van 4 tot 4.5 mm. zie beleidsnota bijlage 15 Voor speciale wedstrijden naar 4 mm. i.e.; Amsterdam Cup, Open Jeugdwedstrijd, Clubkampioenschappen stroke - en Matchplay en officiële NGF wedstrijden.

10 In het voor- en naseizoen wordt er op 5 of 6 mm gemaaid. Uitgangspunt is een stimpmeter reading van 8 voet in het groeiseizoen. In het weekend wordt in principe zowel op zaterdag als op zondag gemaaid. Verticuteren/slitten/topbeluchten Vertidrainen; met pennen van 12mm en 8mm en15/ 25 cm diep. Dit 3 maal per jaar in maart,juli en oktober Topbeluchten: ieder 3 weken Topdressen Iedere drie weken 0,3 m3 per green. Inslepen met een borstelmachine die aan het einde van de green gelift kan worden om insleping van straatgras te voorkomen. Doorzaaien Per jaar.2 maal doorzaaien met agrostis 100% en 1 maal met 100% festuca Doorzaaien wordt uitgevoerd met de Vredo. Bemesten Aan de hand van een bemestingsprogramma ( bijlage 2) Extra voeding in de vorm van Zwalvelzuuramoniak (vloeibaar) Voor het opstarten worden snelwerkende vloeibare meststoffen gebruikt met een hoog stikstofgehalte (b.v ), omdat de temperatuur van de grond meestal erg laag is neemt de plant weinig voeding op. Daarom is het van belang dat de eerste 2 voedingen bespuitingen zijn. Tussenposes niet langer dan 2 weken om stress en ziektes te voorkomen. Het gebruik van wetting Agent (een midel om vocht vast te houden of in de wintermaanden juist los te laten)moet standaard in het programma zitten. Het inbrengen van spoorelementen (ijzer, mangaan, zink en koper) moet ieder jaar terugkomen omdat de greens voor bijna uit 90 % zand zijn opgebouwd. Aan het einde van het seizoen de plant afharden met kali bemesting. Door het huidige beleid is het van belang het stikstof gehalte langzaam iets afbouwen. Op tees, voorgreens, surroudings en fairways worden langzaam werkende meststoffen gebruikt. Schimmels en meest voorkomende plagen (bijlage 16). - Fusarium of sneeuwschimmel(heritage) - Dollar spot (Stignum) - Rooddraad - Rondeplekken ziekte - Anthracnose

11 - Heksenkringen - Regenwormen - Emelten - Engerlingen Mycorrhiza een schimmelwortel (bijlage 17) Grondanalyses Jaarlijks wordt van een 3-tal greens grondanalyses gemaakt. Hole 9, 18 en hole 6 van de par 3 holes Wintergreens Het streven van de baancommissie is om zo weinig mogelijk gebruik te maken van de wintergreens Alleen wanneer de weersomstandigheden (vorst en dooi) daartoe nopen, zal tijdelijk gebruik worden gemaakt van de wintergreens. Medio september wordt er een begin gemaakt met uitmaaien van de wintergeens, langzaam wordt de maaihoogte terug gebracht van 12 mm naar 7 mm Jaarprogramma green Een overzicht van het jaarlijkse algemene onderhoud aan de greens is opgenomen in bijlage Tees Algemeen De tees worden net zo intensief gebruikt als de greens, het onderhoudsschema is echter beduidend minder. De tee moet in breedte vlak zijn en in de lengte 1% oplopen, de volgende aandachtspunten zijn van belang: - een dichtbegroeide en goed doorwortelde zode is belangrijk. - voldoende zonlicht, ventilatie en afwatering. - viltopbouw onder controle houden. - regelmatig tee- herstel is noodzakelijk, wekelijks opvullen van divots. - onkruidvrij. Alle tees zijn voorzien van sprinklers. Teemarkers De kleur van de teemarkers is duidelijk zichtbaar

12 De teemarkers staan bij voorkeur 4 m en maximaal 6 m uit elkaar. Waar mogelijk zijn er 3 breedte posities die van achter naar voren verschoven worden. De lijn door de teemarkers staat haaks op de slagrichting naar midden van de green op een par-3. De lijn door de teemarkers staat haaks op de slagrichting naar het eerste knikpunt op een par-4 / par-5. De teemarkers worden zo vaak verzet als de bespeling het noodzakelijk maakt. Meetpunten De meetpunten zijn duidelijk zichtbaar aangegeven met een 0,30 x 0,30 m stoeptegel in de kleur van het meetpunt. Backtee: wit Medal tee: geel Backtee: blauw Medal tee: rood Super forward tee: oranje De tegels worden op kleur gehouden en regelmatig afgestoken. Teeborden De teeborden zijn geplaatst aan de overzijde van de aankomstzijde De teeborden zijn zo geplaatst dat ze niet hinderlijk zijn tijdens afslagen De teeborden geven de lengte van de hole aan vanaf iedere afslag De teeborden geven een accurate weergave van de hole met de daarbij behorende hazards en out of bounds Ballenwassers De ballenwassers dienen continu water te bevatten. De ballenwassers worden pas geleegd wanneer nachtvorst dreigt. Elke ballenwasser moet voorzien van een handdoek Werkzaamheden - Maaien Het maaien(10 mm hoogte) gebeurt afhankelijk van het groeiseizoen 2 tot 3 maal per week. Het gras wordt opgevangen en afgevoerd naar een centrale plek. De tees worden rechthoekig uitgemaaid in de richting van de fairway. De tee banking en het niet uitgemaaide deel worden op semi rough hoogte gemaaid. - Verticuteren

13 Vertidrian met pennen van 12 mm dik en 25 cm diep 3 maal per jaar; maart, juli en oktober. - Teeherstel Minimaal 1x per week, met en mengsel van festuca (bar festuca) /lolium perenne (barstadion) - Bemesten Zie bemestingsprogramma bijlage 2 - Beluchten Met planet-air om de 2 weken uitvoeren - Verplaatsen tee-markers Na iedere maaibeurt 2 tot 3 maal per week. 2 maal per jaar door zaaien met festuca (bar festuca) /lolium perenne 10 gram per m2 2.3 Voorgreens en aprons Algemeen De foregreen vormt de overgang van de fairway naar de green. De apron ligt rondom de green. De apron ( 4 banen van totaal 8 meter breed) en foregreen worden op dezelfde mannier onderhouden als de green uitgezonderd het maaien ( 10 mm hoogte), de maaifrequentie is 2 à 3 maal per week. Grasmat De voorgreen is ferm De voorgreen geeft een lange bal de kans de green op te rollen of te stuiteren De voorgreen geeft de speler de optie om de bal hoog of laag de green op te pitchen/chippen De voorgreen geeft de speler een eerlijke kans de bal met een putter naar de hole te slaan Werkzaamheden De voorgreen wordt qua bemesting ( zie onderhoudschema) en bezanding onderhouden als greenoppervlak met inachtneming van de bestaande grondslag. De voorgreen wordt minder intensief en hoger gemaaid dan de greens De maaihoogte is 10 mm Indien blijkt dat er slijtage optreedt door looproutes dan dient de voorgreen met touw afgezet te worden voor gebruikers van buggy s en trolley s. de lijn wordt periodiek verplaatst. Beluchten en verticuteren; net zo vaak als de green Doorzaaien met festuca /lolium perenne 2 tot 3 keer per jaar, 10 gram per m2

14 Bezanden met fairway zand mµ 180/220, 0,5 m3 per voorgreen en apron 5 tot 6 maal per jaar Er dient regelmatig bemest te worden naar inzicht hoofdgreenkeeper en rapportage stri. 2.4 Surroundings ( run-offs) Algemeen De surrounding vormt de overgang van de apron naar de rough,en ligt rondom de green. Meestal 7,5 meter of drie maaibanen breed Werkzaamheden Er wordt op een hoogte gemaaid van 10 mm. De surroundings worden 2 keer per jaar bezand mµ 180/220. Bemesten 2 keer per jaar met de zelfde meststof als de fairways. In het hoogseizoen 2 maal per week maaien 2.5 Fairway s Algemeen Het gebied van fairway beslaat het grootste oppervlak van het gemaaide gedeelte van de baan. De maaihoogte is 14 tot 19 mm. De grassoorten zijn: roodzwenkgras, veldbeemd, engelsraaigras en straatgras. De grasmat dient dicht, uniform en firm te zijn, zodat de bal goed kan uitrollen en bovenop de grasmat blijft liggen. De vorm ( lay-out) van de fairway ligt vast volgens het in overleg met de baanarchitect ontwikkelde maairegime. Dit geldt ook voor surroundings, voorgreens, semi- rough en rough Werkzaamheden - Maaien In het groeiseizoen 2 tot 3 maal in de week. Het maaisel wordt niet opgevangen. Elke maaibeurt wordt een andere richting gemaaid ter voorkoming van sprietvorming. Er zijn 3 verschillende richtingen. - Onkruidbestrijding 1 maal per jaar met Primstar samen met Jepolinex. Afwisseling is noodzakelijk om resistentie te voorkomen - Verticuteren 2 keer per jaar 18 hole s.

15 - Beluchten Eén keer per jaar vertidrainen (zelf uitvoeren) - Topdrainen Per jaar 2 hectare. Totaal te behandelen 22 hectare waarvan 14 hectare fairway. Principe van topdrainen. Zie bijlage 18 - Ijscopennen prikken gelijktijdig met het topdrainen, wordt er een zandlaag van 1 cm op de toplaag aangebracht. De oppervlakte wordt met conische pennen bewerkt en het zand wordt er vervolgens ingeborsteld. Er is 100 m3 zand per hectare nodig met een korrelgrote van 180/220 - Bemesten Zie bemestingsschema Bijlage 2 - Beregenen Bij droogte minimaal beregenen. Dit houdt in maximaal 1 á 2 maal per week in droge periodes. Dit vermijding van het lui worden van het gras en vorming van straatgras. - Divots vullen Worden minimaal 2 maal per jaar gevuld met mengsel fairway sterk. Afhangende van noodzaak meerdere keren vullen. Doorzaaien: Fescue 10 gram per m2 (bar platinum) 2.6 Semi-rough, rough en natuurlijke rough Algemeen Semi-rough is een overgang zone van fairway naar rough. De breedte is twee maaibanen langs de fairway van 5 meter breed. De maaifrequentie is tijdens het groeiseizoen één tot twee keer per week en wel op een hoogte van 44 mm. Bemesting en onkruidbestrijding geschieden op dezelfde wijze als op fairway. De rough, 76 mm hoog, wordt 1 keer per week gemaaid. Zonodig wordt een keer per jaar het onkruid bestreden. De natuurlijke rough wordt in principe vroeg in het najaar éénmaal gemaaid of geklepeld. Vorm De semi-rough ligt rond de gehele fairway en de strook rondom de green De vorm van de semi-rough is, voor zover mogelijk, gelijk aan de vorm van de fairway

16 De semi-rough voorkomt dat een iets fout geslagen bal zwaar bestraft wordt door het doorrollen in golfrough of hindernis Een bal in de semi-rough moet zeer snel te vinden zijn De semi-rough straft de speler met een moeilijker te controleren volgende slag Werkzaamheden De maaihoogte van de semi-rough bedraagt 44 mm De semi-rough wordt zodanig gemaaid dat er bij het maaien geen grasresten blijven liggen. indien grasresten dan vegen of slepen Balbedekkende onkruiden zoals bijvoorbeeld klaver worden bestreden. 2.7 Riet, vijvers, sloten en sluisjes Algemeen Op die plaatsen waar riet hinder geeft voor het spel moet het worden geklepeld (kort gemaaid). Dit gebeurt 3 tot 5 keer per jaar, afhankelijk van de groei. Klepelen is noodzakelijk bij 15 cm. Uiteindelijk zal het riet verdwijnen en komt er gras voor in de plaats. Daar waar riet gewenst is, is dit conform het schema/plan zoals uitgewerkt met de flora - en fauna commissie. Het overige riet wordt ieder jaar voor één derde geklepeld. Onderhoud van vijvers en sloten is op ad-hoc basis. Baggerwerk wordt door derden uitgevoerd zoveel mogelijk in de zomer maanden. Of bij vorst. Het ballenrapen uit de vijvers mag alleen buiten het broedseizoen Sluisjes Zomerstand; Sluis dames tee 5 2,5 plank Sluis heren tee 7 - stand 13. stand 10 in de zomer van onderaf gemeten Sluis begin fairway hole 10-2 planken in de zomer Sluis naast heren tee 16-1 deel boven in de sluis Sluis begin fairway 16-2 planken Winterstand; Sluis tee 5-1,5 plank winter 2 planken Sluis heren tee 7 - stand 10 stand 16 in de winter van onderaf gemeten Sluis begin fairway hole 10 geen planken Sluis naast heren tee 16 2 deel boven in de sluis Sluis begin fairway 16-2 planken

17 2.8 Bunkers Algemeen De bunkers zijn een kwetsbaar deel van de baan. Door de wijze waarop spelers met de bunkers omgaan ( met name het uitstappen aan de hoge kant) is van tijd tot tijd een grote opknap beurt van bunkers noodzakelijk Werkzaamheden Per bunker is tenminste één bunkerhark aanwezig, de harken liggen in de bunker op een zodanige plaats dat deze het spel zo min mogelijk belemmeren. De bunkers worden 1 tot 2 keer per week machinaal geharkt. De bunkerranden worden met de hand geharkt. Het opvullen van de bunker, bij voorkeur vroeg in het voorjaar, alleen daar waar nodig. De bunkerranden worden éénmaal per seizoen gestoken Bunkers dienen vrij te worden gehouden van gras proppen, blad en onkruid. Iedere 2-3 weken bunkerranden maaien met een Flymo en de randen met een bosmaaier. 2.9 Bosvakken Onderhoud zichtlijnen; Zichtlijnen dienen te allen tijde vrij te zijn van opslag en/of iedere andere vorm van begroeiing. Onderhoud voor licht,lucht en wind voor de green; De greens hebben licht en luchtcirculatie nodig ter voorkoming van ziektes en plagen. Wanneer het bos rond de green te dicht wordt moeten er windgangen uitgezaagd worden (altijd in overleg met de baanarchitect). Ook bomen die te dicht rond te green staan en daardoor zonlicht tegen houden moeten worden gesnoeid of verwijderd. Stobben/frezen; In de wintermaanden worden de bosvakken opgeknapt. Alle stobben die het spel kunnen beïnvloeden of die het maaien van de bosvakken kunnen bemoeilijken moet worden gefreesd. Elk jaar moet een derde van het totaal van de bosvakken op onderhoud worden aangepakt. Dit wordt op tekening bijgehouden. In het groeiseizoen dienen bosvakken laag gemaaid te zijn op maximaal rough hoogte. Ook in de bosvakken dient men zijn bal te kunnen vinden.ook kunnen daar schapen geplaatst worden. Regelmatig moeten de bosvakken die in het spel zijn worden gemaaid d.m.v. een bosmaaier of andere machine. 3 Overige voorzieningen

18 3.1 Beregening Algemeen Het beregenen van de greens dient zo vroeg mogelijk in de ochtend te worden uitgevoerd i.v.m. mogelijke ziektes. Vroeg in de morgen kunnen de greens dan eerst worden gesweept om het overtollige water te verwijderen om daarmee de periode van nat gras zo kort mogelijk te houden. 3 greenkeepers moeten volledig op de hoogte zijn van het gebruik en bediening van het computersysteem. Er moeten altijd een een tee, green en fairway sproeier op voorraad zijn. Vervanging van kapotte sproeiers is een taak van de greenkeepers Onderhoud Om het systeem goed te laten functioneren zijn de volgende onderhoudswerkzaamheden van belang: Ledigen van het systeem om het kapotvriezen van de leidingen te voorkomen. Ook pomp bij de Houtrak uit het water. Opstarten van de beregening voeren wij zelf uit. De filters van de aanvoerpomp bij de Houtrak wekelijks controleren en zonodig schoonmaken. Fairway, tee en green sprinklers dienen te allen tijde vrij van gras te zijn. Controleren leidingen, sproeiers op functioneren en lekkages ( van maart tot november) Uitgangspunten Zo min mogelijk beregenen. Afhankelijk van weer en vochtigheid. Stimuleren grassoorten die weinig water nodig hebben (festuca en agrostis) en ter bestrijding van poa anua. Hoeveelheid water laag houden uit natuuroogpunt en financiën Watermonsters Elk jaar moeten er monsters getrokken worden om kwaliteit van het water te controleren. 3.2 Drainage, kolken en putten Doordat er veel ijzer in de grond zit slibben de drains van het drainagesysteem snel dicht. Een adequaat onderhoud is een absolute noodzaak ook i.v.m. de slecht waterdoorlatende toplaag. Ieder jaar moeten alle drains van tenminste 9 holes worden doorgespoten. Dit wordt op tekening bijgehouden. Het volledige drainagesysteem moet te allen tijde volledig en goed functioneren, breuken direct herstellen en daar waar noodzakelijk nieuwe stukken drains aanleggen. Kapotte drain buizen dienen te worden vervangen. Kolken en putten dienen te allen tijde vrij van blad en gras zijn. Tijdens het groei seizoen moeten de kolken en putten regelmatig worden vrij gestoken. Tijdens het najaar is controle op aanwezig blad een must. 3.3 Paden, buggy s (handicarts)

19 3.3.1 Onderhoud Paden te allen tijde onkruid vrij houden Kuilen in paden direct opvullen met voldoende schelpen grit. Dit geldt ook voor weg gespoelde stukken De paden om de 2 weken slepen met sleepnet om alle oneffenheden weg te werken Twee maal per jaar een nieuw laagje schelpengrit van 3 mm aanbrengen Paden zijn er voor de greenkeepers en buggy gebruikers. Zij dienen er zoveel mogelijk gebruik van te maken Buggy s. Voor gebruik in de baan zie bijlage 14 Buggy s worden alleen toegestaan wanneer de hoofdgreenkeeper het verantwoord vindt. Afweging wordt altijd met de baancommissie gemaakt. 3.4 Driving Range / oefenholes Driving range De driving range wordt één maal per week gemaaid op een hoogte van 44 mm. Zonodig éénmaal per jaar bemesten De netten laten zakken bij storm Het ballen rapen is een taak voor de pro s Éénmaal per jaar spuiten tegen onkruid Een keer in de 3 jaar wordt de drainage doorgespoten De green van de drivingrange ondergaan exact dezelfde behandeling als de greens van de 18 holes baan De 6 holes par 3 oefenholes Het onderhoud is identiek aan dat van de 18 holes baan. Dit geldt zowel voor de greens als ook voor de gehele omgeving waarin de 6 holes gelegen zijn. 3.5 Baanmeubilair Baanmeubilair valt onder obstakels, deze zijn zo geplaatst dat de speler er geen hinder van ondervindt. Het baanmeubilair bestaat uit: schuilhutten banken ballenwassers sponsorborden harken vuilnisbakken Teemarkers Wegwijzers drinkkranen 150 meter - en 100 meter palen

20 In het winterseizoen wordt al het baanmeubilair gecontroleerd, schoongemaakt en eventueel geschilderd. 3.6 Markeringen van de golfbaan De baancommissie moet zorgen voor de juiste markeringen van de golfbaan, in overleg met de regelcommissie. De baan en buiten de baan De grenzen van waterhindernissen Grond in bewerking Afstanden Obstakels, en bouwsels die een wezenlijk onderdeel van de baan vormen Van tijd tot tijd maar vooral in het winterseizoen zullen greens beschermd worden tegen beschadigingen veroorzaakt doordat buggies/trolleys te dicht op de green geplaatst worden. De hoofdgreen keeper beslist wanneer -en of- er witte lijnen of touwen gespannen worden ter bescherming. De voorkeur gaat uit naar touw dat gespannen wordt tussen dunne donkergroene paaltjes De baan en buiten de baan De markering voor de out of bounds bestaat uit witte palen. De palen zijn vaste obstakels De out of bounds-begrenzing moet zich steeds zo ver mogelijk weg van de hole bevinden Markeringen waterhindernis De markering voor een waterhindernis zijn gele of rode paaltjes maar kunnen ook punaises zijn (geel of rood gekleurd) De paaltjes (of punaises) staan bij voorkeur op het gemaaide gedeelte van de baan. Bij steile taluds de paaltjes plaatsen waar het talud begint Binnen 2 stoklengten dient er een goede dropmogelijkheid te zijn. De markering moet zo zijn aangebracht dat nergens een misverstand over kan bestaan, een rechte lijn tussen de paaltjes mag het water niet kruisen De paaltjes en punaises zijn een los obstakel en moeten dus gemakkelijk te verplaatsen zijn Markeringen afstanden De verschillende meetpunten zijn: Het meetpunt op de tee: tot midden green 150 en 100 meter palen: aan één zijde ( soms twee) van de fairway, afstand tot midden green Afstanden vermeld op de sprinklers zijn tot midden green G.U.R. G.U.R. wordt aangegeven met blauwe palen en/of witte lijnen Dropping zone Een droppingzone wordt gecreëerd in overleg met de regelcommissie. De droppingzone wordt aangegeven met een mededeling op een bord.

21 3.6.6 Vaste obstakels Vaste obstakels zijn meestal vanzelfsprekend en behoeven daarom niet gemarkeerd te worden. 4. Machinepark 4.1 Algemeen Het streven is erop gericht om een efficiënt en modern machinepark in stand te houden, waardoor kostenbesparend en efficiënt gewerkt kan worden. 4.2 Jaarlijkse kosten Binnen de begroting wordt een bedrag voor onderhoud machines gebudgetteerd. (zie bijlage 9) 4.3 Machine onderhoud In principe wordt het klein en dagelijks onderhoud van de baanmachines uitgevoerd in eigen beheer Dagelijks onderhoud Het dagelijkse onderhoud van de machines bestaat uit het schoonmaken van de machines conform de instructies van de leveranciers (bijlage 19) Groot onderhoud De winterbeurt is alleen van toepassing op de 6 maaiers. Voor de andere machines is er geen groot onderhoud van toepassing. De baancommissie zou kunnen beslissen om onderhoudscontracten af te sluiten met gerenommeerde bedrijven en eventueel groot onderhoud daarop af te stemmen Het machine park Zie bijlage 11 5 Flora en Fauna Er is regelmatig overleg met de commissie Flora en Fauna over beheer van: Rietstand Visstand Beheer vijvers (waterniveau van de vijvers) Groen voorziening Speciale voorzieningen voor vogels

22 Het totaal van de ecologische omstandigheden Een gedetailleerde rol/functie van de commissie voor de AGC; bijlage 20 6 Personeel De Amsterdamse Golf Club heeft greenkeepers in vaste dienst, op contract basis en maakt gebruik van stagiaires. Het huidige bestand is als volgt: - 1 Hoofdgreenkeeper - 5 Greenkeepers - 2 Greenkeepers op contract basis - 1 Stagiaire De CAO van de Nederlandse Vereniging van Golfexploitanten is van toepassing. 7 Diversen 7.1 Onderhoud van de tuin rond het clubhuis is ondergebracht bij een professionele hovenier. Gedurende 10 maanden van het jaar is er maandelijks onderhoud 7.2 Draagtassen regiem (bijlage 13) 7.3 Adviseurs; Op dit moment wordt er op ad-hoc basis (geen contractuele verplichtingen) gebruik gemaakt van externe adviseurs. Hierin kunnen wijzigingen plaatsvinden.dat zijn: - Onze baanarchitect Gerard Jol - STRI - De Grontmij