Seminar: Bosinventarisatie als onderdeel van een NFMS Locatie: NIMOS Datum: 10 maart 2016 Tijd: 9.00u u

Transcriptie

1 Seminar: Bosinventarisatie als onderdeel van een NFMS Locatie: NIMOS Datum: 10 maart 2016 Tijd: 9.00u u Participanten lijst No. Instantie/Organisatie/Bedrijf Naam adres Telefoon# 1 ROGB/Bosbeheer Tajib, Kaminie katmientje@yahoo.com NIMOS Bogor, D. dbogor@nimos.org ACT Kemper, R. RKEMPER@AMAZONTEAM.ORG Min van RO Anches, Rouel a @outlook.ocm SBB Svensson, Sara reddofficer.sbb@gmail.com SBB Sewdien, Artie artiesewdien@gmail.com Greenheart Ooms, Ariane arianeooms@greenheartgroup.com Greenheart Hilgerinck, Roy RoyHilgerinck@greenheartgroup.com AdeKUS Landburg, Gwen g.landburg@uvs.edu SBB Jagessar, Romeo sbbsur@sr.net SBB Matai, R. sbbsur@sr.net CI Misiekaba, Eunike emisiekaba@conservation.org NIMOS-REDD+ Mahabier, Santusha 14 ACT Hoffman, Bruce b.hoffman@act-suriname.org TBI-Suriname Van Kanten, R. ptl_tropenbossuriname@yahoo.com SBB Crabbe, Sarah sarah_crabbe@yahoo.com UNDP/SBB Van Laake, P. patrick@vanlaake.net RGB/ Bosbeheer Krak, F. ferlainokrak@gmail.com BBS/AdeKUS Traag, D. dorothy.traag@uvs.edu BBS/AdeKUS Grant, A. grant.angela30@yahoo.com SBB Somopawiro, Rene renesomo@hotmail.com

2 22 ETimber Rasdan, Jerry CELOS/NARENA Atmopawiro, V SBB Sanches, Morena NIMOS Ramdin, Madhvi 26 SBB Sanches, Charlene SBB Miranda, Priscilla

3 Introductie- P. Miranda In de introductie wordt aangegeven welke de verschillende REDD+ fasen zijn en hoe de National Forest Monitoring System (NFMS) 1 /National Forest Inventory(NFI) 2 hier binnen past. Aangegeven zijn de mijlpalen die in 2016 behaald moeten worden, waaronder het schrijven van een NFI proposal in het vierde kwartaal. Doelstellingen van dit seminar: Begrip creëren over hoe bosinventarisatie past binnen een NFMS. Duidelijkheid krijgen over de status van de verschillende stakeholders: wat wordt er nu uitgevoerd in dit kader en door wie? Presentatie 1: NFI in the NFMS - P. van Laake Aangegeven wordt dat: Een NFMS moet een Measuring-Reporting-Verification functie hebben. Dit houdt onder andere in dat er metingen moeten geschieden in het veld, dus er een NFI gehouden zal moeten worden. Het is belangrijk om duidelijke doelstellingen vast te leggen betreft de informatie die verkregen wil worden uit een NFI, vanwege de hoge kosten die verbonden zijn aan de uitvoering hiervan. Er zal goed overwogen moeten worden welke de geschikste sampling design (systematisch/gestratificeerd), plot design en plot grootte is voor Suriname. Er zal gewerkt moeten worden bij het opzetten van een NFI met de IPCC guidelines die onder andere aangeven dat een NFI compleet, accuraat, transparant, reproduceerbaar en technisch verantwoord/betrouwbaar moet zijn. Ook moet bekeken worden welke parameters minimaal moeten worden opgenomen volgens de IPCC. Ook bestaat er VCS die bekeken kan worden, die hebben ook verschillende standaarden. Suriname zal moeten werken om te rapporteren op het Tier 2 niveau (national data), omdat Tier 1(default values) veels te globaal is. Tier 3 gaat nog niet lukken omdat het complex modelling vereist (o.a. Allometrische vergelijkingen die gecalibreerd zijn voor Suriname) en veel ingewikkelder is dan Tier 2. Informatie management is heel belangrijk en rekening zal gehouden moeten worden met o.a de volgende aspecten: dat al de verschillende stakeholders kunnen beschikken over de verkregen data, er een gecentraliseerde database server is en back ups gemaakt worden, statistische tools beschikbaar zijn, en de betrouwbaarheid en foutenmarge ook worden gerapporteerd. Ook moet bekeken worden hoe de data van de concessie meegnomen wordt en welke informatie we hieruit kunnen halen. 1 NFMS: nationaal bos monitoringssysteem 2 NFI: nationale bosinventarisatie

4 Carbon flux bepaling kan op twee manieren bepaald worden namelijk volgens de gain-loss method (IPCC default) en de stock change method ( inventory approach). Suriname moet bepalen de beste manier is om deze te doen. Vragen en opmerkingen: Gwendolyn Landburg (AdeKUS): waarvoor staat VCS en hoe staat het hiermee? Patrick: VCS staat voor Verified Carbon Standard- Global Benchmark for Carbon, en heeft IPCC based methods betreft het opzetten van projecten en carbon inventory methods. Website: -hierop zijn een heleboel voorbeelden en documentatie te vinden Gwendolyn Landburg (AdeKUS): Kan de rapportage naar de UNFCCC geschieden per sites of moet er direct voor het heel land gerapporteerd worden? Patrick: UNFCCC heeft precies vastgelegd hoe er gerapporteerd mag worden.; je hoeft niet te wachten totdat er in het heel land inventarisaties plaats hebben gevonden. Je moet wel eerst een duidelijk plan hebben en aangegeven moet zijn wat de doelen op lang termijn zullen zijn. Dan mag er wel alvast vor delen gerapporteerd worden voor een deel van het land (zie ook BUR Brazilie). Mevrouw Tajib (Ministerie ROGB): Moeten de emissies heel specifiek en accuraat worden aangegeven? Patrick: Begin met wat je hebt en wat je kunt, en het vaststellen van een visie en strategie voor de toekomst. Liever met minder data rapporteren dan helemaal niet rapporteren. Donovan Bogor (NIMOS): Welk algoritme past het best bij Suriname? Welke stappen moeten genomen worden binnen het REDD-MRV context? Suriname zal dit moeten plannen, te beginnen bij het uitzetten van de NFMS roadmap. Rudi van Kanten (Tropenbos International): Ik wil meegeven dat in het CMS er lokaal opgestelde allometrische vergelijkingen te vinden voor ondergrondse biomassa zijn. Sarah Crabbe (SBB)- deze gebruiken we nu al Presentatie 2: Bosinventarisatie als onderdeel van een NFMS: planning S. Crabbe Doel van de presentatie: doornemen van de planning voor 2016 en nagaan wat de activiteiten zijn die stakeholders uitvoeren in het context van NFMS/NFI Aangeven is tijdens deze presentatie: De verschillende activiteiten die o.a. uitgevoerd zullen moeten worden: Activiteit 1: schattingen maken voor de FRL/FREL op basis van de beschikbare data Activiteit 2: planning van de NFI Activiteit 3: first submission FRL/FREL REDD- activiteiten die meegenomen zullen worden in het eerste Reference level report: Hoogstwaarschijnlijk Deforestation and degradation by logging

5 Mogelijks ook SFM Afhankelijk van de strategie kunnen ook andere REDD+ actitiveiten meegenomen worden Vraag Rudi van Kanten (Tropenbos International): Moet shifting cultivation niet buiten beschouwing worden gelaten bij forest degradation? Het kan voor problemen zorgen bij de inheemsen. Madhawi Ramdin (REDD-project coordinator): shifting kunnen we overbrengen naar de categorie permanente landbouw, dan ondersteun je zo ook het REDD proces. Patrick (Consultant NFMS road map): shifting cultivation is inwezen geen degradation. Je moet proberen de biomassen te behouden binnen de kostgrondjes, door bijvoorbeeld bomen te laten staan. S. Crabbe (SBB): shifting cultivation zullen we niet meenemen in het eerste FRL report, dus we zullen hierover nog verdere discussies houden met de stakeholders. De mogelijkheid om het als enhancement van carbon stocks mee te nemen zal overwogen worden Activiteit 1 geeft aan dat er schattingen gemaakt zullen worden op basis van existing data. Waarom als de IPCC al een default value aangeeft? De proxys voor de hoeveelheid biomassa (AGB) zullen gemaakt worden op basis van existing data zijn van eminent belang, aangezien de schatting van de IPCC heel algemeen is en mogelijks verschilt van onze eigen reeds gemaakte schattingen (carbon project, pilot NFI, schattingen in het rapport towards a carbon balance for Suriname ). In het kader hiervan zal in de komende maanden alle beschikbare inventarisatie data worden verzameld. Met deze data zullen de schattingen gemaakt worden. Al deze data zal dan opgeslagen worden in de NFMS databank. In de toekomst kan uw organisatie dus benaderd worden om deze informatie beschikbaar te stellen indien mogelijk. Opmerking Gwendolyn Landburg (AdeKUS): binnen mijn Phd studie heb ik ook inventarisatie data. Deze zou ook meegenomen kunnen worden. Vervolg ppt: Ook zullen er proxy estimates gemaakt worden voor de houtkap op basis van bestaande data, dit hoort ook tot activity 1. Momenteel worden er een aantal studies gedaan waaronder het bepalen van de recovery rate. Aan de hand hiervan zouden we dus kunnen bepalen hoeveel biomassa er verdwijnt en hoeveel er achterblijft in het bos. Opmerking Meneer Matai (SBB): Dat was een studie om het vel rendement te bepalen, waar er ongeveer 25 bomen zijn gemeten. Gebleken is dat ongeveer 40-50% achterblijft in het bos. In een MSc studie van de Universiteit van Hamburg is er ook voor 30 bomen het velrendement bepaald. Deze studie zal verder worden uitgebreid tot 200 bomen. Een andere PhD studie van dhr. T. Schoenfeld van de Universiteit van Hamburg heeft i.s.m. de SBB ook het zagerij rendement bepaald en vond een verlies van ca. 40%. Een studie in de jaren 90 heeft aangetoond dat wanneer er verzaagd wordt met kettingzagen er 50% verlies is. Momenteel is er een BSc.- student J. Landburg die verder onderzoek hiernaar verricht. R. Hilgerinck (Greenheart): Nemen we methaangas van dood hout dat achterblijft in het bos? Een recente studie heeft aangegeven dat dit niet verwaarloosbaar is. S. Crabbe (SBB): Dit zal wellicht nog niet worden meegenomen bij het eerste FRL/FREL, maar kan bij latere onderzoeken

6 meegenomen. Ariane Ooms (Greenheart): Greenheart heeft ook een heleboel onderzoeken verricht. Zo zijn er dendrometers geplaatst in Tibiti, en zijn er groeiringen onderzoeken uitgevoerd, beide i.s.m. de Universiteit van Hamburg. Gwendolyn Landburg (NZCS): Ze heeft in 62 logging gaps ronde plots opgezet om regeneratie te meten. D. Traag (BBS): Het is ook van belang om andere parameters mee te nemen. Zo hebben ze binnen het UTSN-project macrofungi gesampled. Ook epifyten mogen niet vergeten worden. R. Matai (SBB): We moeten de kleine houtwaren niet vergeten meenemen. Presentatie 3: Overzicht activiteiten Amazon Conservation Funds B. Hoffman (ACT) gaf een kort overzicht van de werkzaamheden waarmee ACT bezig is. Zo is er de overeenkomst die ACT heeft met Digital Globe die hoge resolutie satellietbeelden levert voor heel Suriname. Deze beelden worden gebruikt als basiskaarten voor de gebieden rondom de dorpen. Zo presenteerde hij een multi-temporale reeks van kostgrondjes. ACT werkt met een Indigenous Park Guard (IPG)-programma, die metingen uitvoeren in het bos. Zo hebben ze twee Sampling Units opgenomen binnen het pilot NFI project binnen het UTSN project. Binnen dit project waren ook boomkenners van SBB en Celos betrokken, en zijn er studenten getrained in het uitvoeren van veldmetingen. In de toekomst kunnen de IPG s een actieve rol spelen in de NFI. B. Hoffman heeft ook een aantal Permanente Sample Plots aangelegd waarbij er vnl. werd gefocust op het gebruik van het bos en bosbijproducten. Mevr. Tajib- zijn de verlaten kostgrondjes momenteel secundair bos geworden? B. Hoffman- mogelijk wel, het hangt ervan af wat er precies is gebeurd. R. Kemper (ACT- HQ) gaf een presentatie over een applicatie in Open Data Kit die hij heeft ontwikkeld. Met deze applicatie kunnen de IPG s onmiddellijk data vastleggen in de tablet die vervolgens via internet naar de server kan worden gestuurd. Een van de voordelen van ODK is dat het mogelijk is dit in Trio te ontwerpen. R. van Kanten (TBI)- Wat nemen we op als jullie op als jullie bvb. bijen zien? B. Hoffman- de locatie van de bijennesten. Of bvb. Voorkomens van mieren als een mogelijke bedreiging voor de kostgrondjes. M. Ramdin (PMU- REDD+)- heeft TBI ook ervaring hiermee?

7 R. van Kanten (TBI)- enigszins, bij zo een systeem is het van belang dat de software goed werkt. Een papieren backup is toch nog noodzakelijk Mevr. Tajib- zijn IPG s formele jachtopzieners? B. Hoffman- op termijn zou het heel mooi zijn als de IPG s nationaal worden erkend? Presentatie 4: Overzicht PhD G. Landburg: The effect of logging systems on anuran diversity, vegetation composition, forest structure & ecosystem services In totaal zijn 18 plotjes van 1 hectare elk opgezet, in het Tibiti/Kabo gebied. Deze data mag gebruikt worden. Ze wil ook graag haar bijdrage leveren bij het ontwerpen van de NFI-design en statistische verwerking van de data. In haar onderzoek wordt ook gekeken naar de volgende punten: Recovery van het bos: in hoeverre is de vegetatie compositie en de biodiversiteit (kikkers) hersteld na 30 jaar? Rotation cycle: Wat het het effect van een rotation cycle van 30 jaar ipv de huidige jaar? Vergelijking tussen de Pre- en Post harvest assessment (uitgevoerd in het gebied van Greenheart) Recovery van de ecosysteemdiensten Production function: Hoeveel houtvolume en economische waarde blijft achter in het bos na de oogst? Regulation function: hierbij word gekeken naar de opslag vann koolstof, emissie en de recovery. Cultural function: diversiteit van de vegetatie en kikkers Overzicht PhD onderzoek V. Kent (CELOS) Dit onderzoek focust onder andere op de beschrijving van bostypes voor Suriname. Er worden nl. Een aantal indelingen gebruikt op dit moment, maar er is nog geen formele nationale bostypologie. Het belang van de relatie van de nationale typologie en de internationale context werd ook benadrukt. Vandaar uit kan ze zeker een bijdrage leveren aan de NFMS. De volgende stap is deze bostypes afbakenen met behulp van Radar remote sensing. Dit kan een bijdrage leveren aan het Land Monitoring System. Tevens begeleidt ze twee studenten: 1. Een student die met Hoge Resolutie beelden small scale goudmijnbouw bestudeerd 2. Een andere student dit met AVHR-beelden de temporele en ruimtelijke verspreiding van bewolking opvolgt. Overzicht werkzaamheden TBI-R. van Kanten Momenteel zijn ze actief bezig met P3DM in het Boven Suriname gebied, waarbij o.a. Ecosysteemdiensten in kaart worden gebracht. Hij benadrukt het belang van vertrouwen.

8 Ook is er een samenwerking van van Hall Larenstein instituut, waarbij men met concrete community carbon accounting van start gaat gaan. Het is van belang rekening te houden met de gevoeligheid van de data, en deze niet zo maar te delen met het grote publiek. Hoe doet ACT dit? B. Hoffman- dit moet nog verder wordt uitgewerkt. Het is natuurlijk van groot belang dat dit in nationale dialoog verder wordt besproken. Het beslissingsrecht van de gemeenschappen is hierbij centraal. Overzicht werkzaamheden Nationaal Herbarium Suriname- D. Traag Het BBS focust onder andere op sociaal-economisch gebruik van het bos. Wanneer we samenwerken met BBS is het altijd van belang dat er referentiemateriaal wordt verzameld. Hierbij moet er dus een vergunning voor de verzameling worden verkrijgen met een ondersteunende brief van de gemeenschappen. Indien dit niet het geval is kan de informatie niet worden gedeeld. (en kan het BBS niet deelnemen in bvb een publicatie). Het is belangrijk om voorzichtig om te gaan met lokale kennis wanneer we deze verzamelen. M. Ramdin (PMU-REDD+): er zijn gesprekken lopende tussen Min RGB en Nimos, waarbij het nationaal coordinatie aspect van groot belang is.