Onderwijs- en examenregeling (pag. 3 t/m 23) Regels en richtlijnen voor de examens (pag. 25 t/m 32) Bacheloropleiding Geneeskunde

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling (pag. 3 t/m 23) & Regels en richtlijnen voor de examens (pag. 25 t/m 32) Bacheloropleiding Geneeskunde

2 2/33 2

3 3/33 Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Geneeskunde Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en is aangevuld met kwaliteitskenmerken zoals vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. Inhoud 1. Algemene bepalingen 2. Beschrijving van de opleiding 3. Opbouw van de opleiding 4. Onderwijs 5. Tentamens, examen en vervolgopleiding 6. Vooropleiding en toelating 7. Studiebegeleiding en studieadvies 8. Overgangsbepalingen 9. Slotbepalingen Bijlagen 3

4 4/33 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Bacheloropleiding Geneeskunde, hierna te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen het Leids Universitair Medisch Centrum, hierna te noemen: het LUMC. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: doctoraalprogramma: de opleiding voor het doctoraal examen zoals bedoeld in de WHW; ECTS: het European Credit Transfer System; examen: examencommissie: examinator: Leids universitair register opleidingen: niveau: onderwijseenheid: praktische oefening: Pre-University College: propedeuse: toetsing waarbij door de examencommissie wordt vastgesteld of alle tentamens en overige verplichtingen van de tot de propedeuse, het doctoraal- of het artsexamen behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd (krachtens artikel 7.10 van de wet); de examencommissie van de opleiding, ingesteld krachtens artikel 7.12 van de wet; degene die door de examencommissie wordt aangewezen ten behoeve van het afnemen van tentamens, krachtens artikel 7.12 van de wet; het onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur gehouden register 1 van de door de Universiteit Leiden verzorgde opleidingen; het niveau van een onderwijseenheid volgens de abstracte structuur zoals omschreven in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen¹; een onderwijseenheid van de opleiding als bedoeld in artikel 7.3 van de wet. De studielast van elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in gehele studiepunten. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen of een of meerdere beoordelingen verbonden; een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13, tweede lid, onder d van de wet, in één van de volgende vormen: - het maken van een scriptie, - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, of - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden; een onderwijsprogramma van de Universiteit Leiden voor een selecte groep van leerlingen uit de twee hoogste klassen van het VWO; de propedeutische fase van de opleiding, als onderdeel van de opleiding, en genoemd in artikel 7.8 van de wet; 1. Het kaderdocument Leids universitair register opleidingen is te vinden op 4

5 5/33 student: studiegids: studiepunt: tentamen: Voortgangstentamen: voortgangstoets: deeltoets: degene die is ingeschreven aan de Universiteit Leiden voor het volgen van het onderwijs en het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; de digitale gids bevattende specifieke en bindende informatie over de opleiding (te vinden via en op de eenheid waarmee volgens de wet de studielast van een onderwijseenheid wordt uitgedrukt; volgens het ECTS is één studiepunt gelijk aan 28 uren studie; een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een bepaalde onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek (krachtens artikel 7.10 van de wet) door ten minste één daartoe aangewezen examinator; kennistentamen bestaande uit vier deeltoetsen (voortgangstoetsen), gericht op het toetsen van kennis op basisartsniveau. De vier deeltoetsen worden verspreid over een studiejaar afgenomen door vier Nederlandse universitaire Geneeskundeopleidingen en leiden tot 1 beoordeling voor het voortgangstentamen; een van de vier deeltoetsen die samen het voortgangstentamen vormen; een toets die mede het eindcijfer van een studieonderdeel bepaalt; studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en dat eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; werkdag: de wet: cohort: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de erkende feestdagen en academische vakanties; de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). groep studenten die gelijktijdig aan de studie zijn begonnen vanaf het eerste jaar inclusief de studenten die later in deze groep zijn ingestroomd. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Gedragscode ICT en Onderwijs Op het onderwijs van de opleiding zijn de regels zoals vastgelegd in de Gedragscode ICT en Onderwijs 2 van toepassing. 2. De Gedragscode docenten en studenten binnen ICT en onderwijs is vastgesteld door het College van Bestuur op 26 mei 2005 en is te vinden op 5

6 6/33 Hoofdstuk 2 Beschrijving van de opleiding Artikel 2.1 Doel van de opleiding Het doel van de opleiding is studenten voor te bereiden op een Masteropleiding Geneeskunde. De eindtermen van de Masteropleiding zijn neergelegd in het Raamplan 2001 van de artsopleiding. Hierin worden eindtermen geformuleerd in vier gebieden: 1.Medische aspecten 2.Wetenschappelijke aspecten 3.Persoonlijke aspecten 4.Aspecten in relatie tot de maatschappij en het gezondheidszorgsysteem. De heeft op elk van deze gebieden aantoonbare vorderingen gemaakt in kennis, vaardigheden en professioneel gedrag en kan deze onder begeleiding toepassen. Artikel 2.2 (niet van toepassing) Varianten binnen de opleiding Artikel 2.3 Eindkwalificaties Afgestudeerden van de opleiding hebben de volgende eindkwalificaties bereikt: De Bachelor kan geneeskundige kennis en vaardigheden vooral toepassen in oefensituaties. Eindtermen uit het Raamplan 2001 die betrekking hebben op gecompliceerde medische problematiek zijn niet in de eindtermen van de Bacheloropleiding opgenomen. De Bachelor kan professioneel gedrag tonen in situaties waarin hij als student te maken heeft met andere studenten en met begeleiders en waarin hij als leerling-arts contact met patiënten heeft. Artikel 2.4 Inrichting van de opleiding De opleidingsvariant wordt voltijds verzorgd. Artikel 2.5 Studielast De opleiding heeft een studielast van 180 studiepunten. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 studiepunten en is een integraal onderdeel van de opleiding. Artikel 2.6 Uniforme jaarindeling Het cursorisch onderwijs van de opleiding is ingericht volgens de uniforme semesterindeling De uniforme semesterindeling is, inclusief de toelichting hierop, op 14 oktober 2004 vastgesteld door het College van Bestuur. 6

7 7/33 Artikel 2.7 Voertaal Met inachtneming van de Gedragscode voertaal 4 is de voertaal binnen de opleiding Nederlands met uitzondering van de tweedejaars blokken Immunology, General Pathology, Infectious Diseases, Molecular and Cellular aspects of Diseases waarin tijdens alle grootschalige onderwijsactiviteiten de voertaal Engels is en de student op basis van vrijwilligheid Engels- of Nederlandstalig werkgroeponderwijs volgt. Artikel 2.8 Examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. het propedeutisch examen b. het Bachelorexamen Alvorens het Bachelorexamen afgelegd kan worden, dient het propedeutisch examen met goed gevolg te zijn afgelegd. Artikel 2.9 Kwaliteit De opleiding voldoet aan de kwaliteitseisen die op nationaal en internationaal niveau aan opleidingen worden gesteld. Ook voldoet de opleiding aan de kwaliteitsstandaarden voor het onderwijs die zijn vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. Regels en Richtlijnen Klinisch Onderwijs Op al het klinisch onderwijs (onderwijs met patiëntcontacten, resp. patiëntgebonden vaardigheden) zijn de Regels en Richtlijnen Klinisch Onderwijs, vastgesteld door de Raad van Bestuur LUMC van toepassing. Deze Regels en Richtlijnen zijn te vinden via 4. De Gedragscode voertaal is op 11 juli 2002 vastgesteld door het College van Bestuur en is te vinden op 7

8 8/33 Hoofdstuk 3 Opbouw van de opleiding Artikel 3.1 Keuzevrijheid De opleiding omvat verplichte onderwijseenheden met een totale studielast van 160 studiepunten Naast de verplichte onderwijseenheden kiest de student in het tweede en derde jaar van de opleiding onderwijseenheden op universitair en postpropedeutisch niveau met een totale studielast van 16 studiepunten, waarvan ten minste 8 studiepunten binnen het keuzeaanbod van de eigen opleiding De keuze van de onderwijseenheden door de student behoeft de goedkeuring van de examencommissie Naast de aan deze universiteit gedoceerde onderwijseenheden komen voor de vrije keuze onder goedkeuring van de examencommissie onderwijseenheden verzorgd door een andere Nederlandse of een buitenlandse universiteit in aanmerking. Artikel 3.2 (niet van toepassing) Afstudeerrichtingen Artikel 3.3 (niet van toepassing) Major-minorvariant Artikel 3.4 (niet van toepassing) Afstudeerrichtingen binnen de major 8

9 9/33 Hoofdstuk 4 Onderwijsprogramma Artikel 4.1 Propedeuse De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma van de propedeuse zijn benoemd in bijlage 1. Per onderwijseenheid is de studielast (in studiepunten) vermeld In de studiegids worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderwijseenheden van het onderwijsprogramma van de propedeuse nader omschreven. Artikel 4.2 Verplichte onderwijseenheden in het tweede en derde jaar De verplichte onderwijseenheden in het tweede en het derde jaar van het programma zijn benoemd in bijlage 2 en 3. Per onderwijseenheid is de studielast (in studiepunten) vermeld In de studiegids worden de inhoud en de onderwijsvorm van de verplichte onderwijseenheden in het tweede en het derde jaar van het programma nader omschreven Van de keuzeblokken moeten er twee (8 ECTS punten) gekozen worden uit het vaste aanbod van keuzeblokken van het LUMC. De andere 2 keuzeblokken (8 ECTS punten) mogen vrij ingevuld worden op universitair en postpropedeutisch niveau. Voor alle keuzeonderwijs moet goedkeuring door de examencommissie worden verleend. Artikel 4.3 Praktische oefeningen In de bijlage is vermeld welke onderwijseenheden een praktische oefening omvatten volgens de in de studiegids gegeven specificatie van aard en omvang van de werkzaamheden van de student. Artikel 4.4 Deelname aan een onderwijseenheid Deelname aan een onderwijseenheid vindt plaats in de volgorde van inschrijving, met dien verstande dat voor de bij de opleiding ingeschreven studenten plaatsing gegarandeerd is bij de onderwijseenheden die behoren tot het verplichte deel van hun monodisciplinaire opleiding. Voor het keuzeonderwijs kan tevens gebruik worden gemaakt van loting. 9

10 10/33 Hoofdstuk 5 Tentamens, examen en vervolgopleiding Artikel 5.1 Tentamengelegenheid Ten minste 2 maal per studiejaar wordt de gelegenheid geboden tot het afleggen van het tentamen verbonden aan elk van de onderwijseenheden. Dit geldt niet voor de keuzevakken in jaar twee en drie. De toetsen of deeltoetsen die bestaan uit individuele opdrachten of werkstukken, anders dan de op één tijdstip aan een geheel cohort voorgelegde toetsen, worden slechts éénmaal afgenomen. Een student die door aantoonbare overmacht niet in de gelegenheid is geweest een dergelijke deeltoets af te leggen waarvoor geen herkansingsmogelijkheid bestaat, wordt in de gelegenheid gesteld op een ander tijdstip binnen het studiejaar alsnog de deeltoets af te leggen. Voor de herkansing van een deeltoets kan de blokof lijncoördinator een alternatieve toets of opdracht aanbieden Indien een onderwijseenheid een praktische oefening omvat, dan staat deelneming aan een tentamen als bedoeld in uitsluitend open voor degene die met goed gevolg aan de praktische oefening heeft deelgenomen, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie om anders te besluiten Conform artikel 7.13, tweede lid sub h van de wet zijn in de elektronische studiegids de tentamendata opgenomen Elk studiejaar kent een voortgangstentamen. Dit tentamen bestaat uit vier voortgangstoetsen. Het missen van een toets levert een onvoldoende (O) voor deze toets. De kwalificatie van het voortgangstentamen wordt berekend uit de afzonderlijke kwalificaties van de 4 voortgangstoetsen. Met de kwalificatie van een voortgangstoets wordt steeds bedoeld de kwalificatie op het jaarniveau van de voortgangstoets waarin de student zich bevindt. Het jaarniveau waarop men het voortgangstentamen aflegt, loopt jaarlijks op. In het eerste studiejaar geldt de eerste voortgangstoets als een proeftoets die niet wordt meegerekend. De beoordeling van het voortgangstentamen is gebaseerd op de combinatie van de vier voortgangstoetsen zoals weergegeven in de bijlage Beoordeling Voortgangstentamen. Ten behoeve van het behalen van een propedeuse of Bachelor, kan op verzoek een onvoldoende voortgangstentamen van een bepaald studiejaar worden omgezet in een V indien de eerste voortgangstoets van het daaropvolgende studiejaar op het niveau van het voorgaande studiejaar samen met de reeds afgelegde voortgangstoetsen van het voorafgaande jaar samen tot een voldoende voortgangstentamen van dat jaar leidt. Indien in een bepaald studiejaar het voortgangstentamen met O wordt beoordeeld, geldt het voortgangstentamen van het daaropvolgende studiejaar als herkansing. Indien dan de kwalificatie V of G wordt behaald, wordt het Voortgangstentamen van het voorafgaande jaar alsnog met V gekwalificeerd. De Examencommissie kan ten behoeve van een cum laude beoordeling bepalen dat een vanwege buitenlands verblijf voor studieactiviteiten gemist voortgangstentamen op jaarniveau 2 tot en met 5 alsnog met G wordt gekwalificeerd. Na een studieonderbreking van langere tijd of een verblijf in het buitenland voor studieactiviteiten, wordt door de Examencommissie bepaald op welk niveau de eerstvolgende voortgangstoets dient te worden beoordeeld. Artikel 5.2 Verplichte volgorde Aan de tentamens van de volgende onderwijseenheden kan eerst worden deelgenomen nadat aan de tentamens van de daarbij vermelde onderwijseenheden met goed gevolg is deelgenomen: Voor toelating tot de onderwijsonderdelen van jaar 2 geldt de voorwaarde dat in het eerste jaar 40 ECTS punten zijn behaald. Indien de propedeuse nog niet is behaald stelt de examencommissie per student een studieplan op waarin wordt vastgelegd welke vakken van het tweede studiejaar gevolgd mogen worden. Voor toelating tot alle onderwijsonderdelen van jaar 3, geldt de voorwaarde dat de propedeuse moet zijn behaald. Voor toelating tot het lijnonderwijs KVA in jaar 3 geldt dat het lijnonderwijs KVA in jaar 2 met voldoende resultaat moet zijn gevolgd. 10

11 11/ Met inachtneming van het in gestelde kan aan de tentamens van onderwijseenheden uit het tweede of het derde jaar worden deelgenomen voordat het propedeutisch examen is behaald. Artikel 5.3 Vorm van de tentamens 1. Op Blackboard wordt uiterlijk twee maanden voor aanvang van een onderwijsonderdeel vermeld of een tentamen schriftelijk, mondeling of met behulp van een vaardigheidstest wordt afgenomen en hoe het tentamen is samengesteld. Het tentamen kan op twee manieren zijn samengesteld: a. een centraal afgenomen schriftelijk tentamen, al dan niet voorafgegaan door één of meer deeltoetsen; b. een aantal deeltoetsen die samen tot de eindbeoordeling leiden. Indien één deeltoets voorafgaat aan een centraal afgenomen schriftelijk tentamen, levert deze niet meer dan 25% van het totaal aantal te behalen punten op. Indien meer deeltoetsen voorafgaan, leveren deze samen niet meer dan 25% van het totaal aantal te behalen punten op. Deeltoetsen die behoren bij een centraal afgenomen schriftelijk tentamen kunnen niet worden herkanst. Indien alleen deeltoetsen tot de eindbeoordeling leiden, leveren deze, in een verhouding die door de blokcoördinator wordt bepaald, gezamenlijk het totaal aantal te behalen punten op. Deeltoetsen die niet een centraal afgenomen schriftelijk tentamen begeleiden, kunnen afzonderlijk worden herkanst In bijzondere gevallen kan op verzoek van de student de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd op Blackboard is vastgelegd Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen De tentaminering vindt plaats in het Nederlands of, met inachtneming van de Gedragscode voertaal 4, in een andere taal Er vindt een individuele beoordeling plaats in geval van presentaties, onderzoek, verslagen of andere onderwijsprestaties die in groepsverband worden verricht. Artikel 5.4 Mondelinge tentamens Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 5.5 Fraude, regels examencommissie Conform artikel 7.12, vierde lid, van de wet heeft de examencommissie in de Regels en richtlijnen voor de examens, het Protocol Fraude, de maatregelen vastgelegd die worden genomen in geval van fraude, waaronder begrepen het plegen van plagiaat Conform artikel 7.12, vierde lid, van de wet stelt de examencommissie regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen. Zij draagt er zorg voor dat het recht van de student om beroep in te stellen tegen 11

12 12/33 beslissingen van de examencommissie of de examinatoren is gewaarborgd; daartoe stelt zij ten minste regels vast met betrekking tot de verstrekking van kopieën van beoordeeld schriftelijk werk; de waarborging van de rechtszekerheid bij mondeling afgenomen tentamens, bij voorbeeld door deze te registreren of door een tweede examinator te laten bijwonen. Artikel 5.6 Oordeel De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen het oordeel vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit Binnen vijftien werkdagen na de dag waarop dit is afgenomen stelt de examinator het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen tentamen vast en verschaft de administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk bewijsstuk van het oordeel aan de student Wanneer niet aan de in vermelde termijn van vijftien werkdagen kan worden voldaan, dan wordt de student hiervan op de hoogte gesteld binnen deze termijn. Tevens wordt de dan geldende procedure aan de student mede gedeeld Op de schriftelijke of digitale verklaring van het oordeel over een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht bedoeld in artikel 5.8 en op de bezwaarprocedure Op diens verzoek wordt de student een schriftelijk bewijsstuk van het oordeel toegestuurd. Artikel 5.7 Geldigheidsduur Het propedeutisch examen heeft een onbeperkte geldigheidsduur De geldigheid van de met goed gevolg afgelegde tentamens van het propedeutisch examen c.q. vrijstelling daarvan vervalt na drie studiejaren, tenzij de Examencommissie beslist dat er een langere geldigheid is. De geldigheid van de beoordeling van de bij een tentamen behorende deeltoets of deeltoetsen vervalt samen met die van het tentamen De geldigheid van de met goed gevolg afgelegde tentamens van het tweede en derde studiejaar c.q. vrijstelling daarvan vervalt na 4 studiejaren vanaf het moment van het behalen van het propedeutisch examen, tenzij de Examencommissie beslist dat er een langere geldigheid is. De geldigheid van de beoordeling van de bij een tentamen behorende deeltoets of deeltoetsen vervalt samen met die van het tentamen Lid 2 en 3 gelden niet voor het Voortgangstentamen. De geldigheid van een met goed gevolg afgelegd voortgangstentamen vervalt per 1 september van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin het tentamen is behaald tenzij het onderdeel is van een behaald examen of de Examencommissie beslist dat er een langere geldigheid is. Reeds in juni 2006 behaalde voortgangstentamens zijn 6 jaar geldig. Artikel 5.8 Inzagerecht en nabespreking Gedurende ten minste dertig dagen direct na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft de student recht op inzage in zijn/haar beoordeeld werk Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan kennis worden genomen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 12

13 13/ Op verzoek van de student vindt een nabespreking plaats. Deze mogelijkheid wordt tegelijkertijd met de uitslag van het tentamen bekend gemaakt De examencommissie heeft de bevoegdheid te bepalen of de nabespreking collectief dan wel individueel plaatsvindt De nabespreking geschiedt op een door de examencommissie te bepalen plaats en tijdstip Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest voor de nabespreking bedoeld in 5.8.5, dan wordt hem/haar een andere gelegenheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 5.9 Vrijstelling van tentamens en/of praktische oefeningen De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens of van deelneming aan praktische oefeningen, indien de student: een qua inhoud en niveau overeenkomstige onderwijseenheid van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid, dan wel aantoont door werk- of beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken met betrekking tot de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel met goed gevolg het Pre-University College heeft voltooid; de examencommissie bepaalt in dit geval voor welke onderwijseenheid of welke onderwijseenheden vrijstelling wordt verleend. Artikel 5.10 Examen De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast wanneer de student de bewijzen overlegt van door hem/haar behaalde tentamens. De student dient hiertoe een aanvraag in te dienen bij de examencommissie Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen om te beoordelen of de student voldoet aan de eindtermen van de opleiding. De propedeuse kan 2 maal per studiejaar worden afgelegd, het bachelorexamen kan 11 maal per studiejaar worden afgelegd. Artikel 5.11 Graadverlening Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd wordt de graad Bachelor verleend met de toevoeging «Science» De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend Aan het diploma wordt een supplement toegevoegd dat voldoet aan de richtlijnen van de wet en aan de richtlijnen zoals vastgelegd in het kaderdocument Leids universitair register opleidingen. Artikel 5.12 Vervolgopleiding Degene aan wie de graad Bachelor is verleend op grond van een examen binnen de afstudeerrichting Geneeskunde heeft voldaan aan de toelatingseis van de Masteropleiding Geneeskunde Indien een Masteropleiding niet aansluit op de opleiding, dan kunnen er eisen worden gesteld aan de toelating. Deze eisen zijn vermeld in de Onderwijs- en examenregeling van de Masteropleiding. 13

14 14/33 Hoofdstuk 6 Vooropleiding en toelating tot de opleiding Paragraaf 6.1 Rechtstreekse toegang Artikel 6.1 Rechtstreekse toegang Voor de bepalingen omtrent de rechtstreekse toegang tot de opleiding wordt verwezen naar de artikelen 7.24 en 7.25 van de wet. Paragraaf 6.2 Niet-rechtstreekse toelating Artikel 6.2 Vervangende eisen deficiënties Deficiënties in de vooropleiding in de hierna genoemde vakken worden weggenomen door het afleggen van desbetreffende toetsen op het niveau van het vereiste VWO-eindexamenprofiel: Vak toets Natuurkunde 1 landelijke toets Scheikunde 1 landelijke toets Wiskunde B1 landelijke toets Biologie 1+2 landelijke toets De examencommissie bepaalt de wijze waarop de toetsen worden afgenomen. Artikel 6.3 Nederlandse taal Bezitters van een buiten Nederland afgegeven diploma kunnen voldoen aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg afleggen van het examen niveau NT II 2 van de cursus Nederlands als tweede taal De examencommissie kan in bijzondere gevallen vrijstelling verlenen van het onder bedoelde examen. Artikel 6.4 Gelijkwaardige vooropleiding Degene die niet in het bezit is van een VWO-diploma maar niettemin krachtens de wet kan worden ingeschreven, kan een toets worden opgelegd in de vakken, genoemd in artikel 6.2 op het niveau van het VWO-eindexamen in het profiel dat directe toelating geeft. Artikel 6.5 Colloquium Doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Vak Engels Nederlands wiskunde b1 natuurkunde 1 scheikunde 1 biologie 1+2 niveau TOEFL-niveau vwo vwo vwo vwo vwo 14

15 15/33 15

16 16/33 Hoofdstuk 7 Studiebegeleiding en studieadvies Artikel 7.1 Studievoortgangadministratie De opleiding registreert de individuele studieresultaten van de studenten De opleiding verschaft elke student op verzoek ten minste 1 keer per jaar een schriftelijk overzicht van de door hem/haar behaalde studieresultaten. Zij verschaft elke student tevens toegang tot een (elektronisch) overzicht van de door hem behaalde studieresultaten De student dient bij het optreden van studievertraging ten opzichte van de nominale studievoortgang, contact op te nemen met de studieadviseur. Er wordt in overleg een studieplan opgesteld dat de student in staat stelt verdere studieachterstand te voorkomen en opgetreden achterstand zo spoedig mogelijk in te halen. Artikel 7.2 Introductie en begeleiding De opleiding draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding De opleiding biedt de student de mogelijkheid minimaal één maal per jaar met een tutor, een mentor of de studieadviseur de studievoortgang te bespreken. Artikel 7.3 Studieadvies eerste jaar In het jaar van zijn of haar eerste inschrijving krijgt elke student schriftelijk advies over de voortzetting van zijn of haar opleiding. Voor informatie over het aantal malen dat en de tijdstippen waarop dit gebeurt, alsmede voor de consequenties die daaraan worden of kunnen worden verbonden, wordt verwezen naar het Studentenstatuut als bedoeld in art van de wet zoals dat geldt in het betrokken studiejaar en naar het tweede lid van dit artikel Het eerste advies wordt uitgebracht uiterlijk 31 januari. Het tweede advies wordt uitgebracht na 1 juni. Het derde advies wordt uitgebracht vóór 1 september. Het derde advies is positief als op dat moment de propedeuse is afgerond. Het advies is bindend negatief en afwijzend indien de student minder dan 40 ECTS punten heeft behaald, de inschrijving voor de opleiding wordt dan beëindigd. In andere gevallen wordt het bindend studieadvies uitgesteld tot het einde van het tweede jaar. Indien de student op dat moment de propedeuse heeft afgerond dan is dat positief; zo niet, dan is het bindend negatief en afwijzend en wordt de inschrijving voor de opleiding beëindigd De studieadviezen worden uitgebracht onder verantwoordelijkheid van de examencommissie van de opleiding Een bindend negatief advies geldt uitsluitend voor de opleiding waarvoor de student ingeschreven staat Desgevraagd krijgt de student een mondelinge toelichting op het advies en informatie over de voortzetting van zijn/haar studie binnen of buiten het LUMC en over eventuele andere opleidingsmogelijkheden. 16

17 17/33 Artikel 7.4 Topsport Aan studenten die topsport bedrijven wordt de gelegenheid geboden hun studie zoveel als redelijkerwijs mogelijk is aan de eisen van hun sportieve bezigheden aan te passen. Om vast te stellen wie tot deze categorie behoren, hanteert de opleiding de richtlijnen van het College van Bestuur. Artikel 7.5 Duurzame functiestoornis Aan studenten met een handicap of met een chronische ziekte wordt de gelegenheid geboden hun studie, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, aan de beperkingen die de functiestoornis met zich meebrengt aan te passen. 17

18 18/33 Hoofdstuk 8 Overgangsbepalingen Artikel 8.1 Einddatum doctoraal Studenten die vóór 1 september 2007 een aanvang met de studie hebben gemaakt kunnen het doctoraalprogramma volgen tot 1 september Het doctoraal examen kan door deze studenten worden afgelegd tot uiterlijk 1 september Indien onderwijseenheden van het doctoraalprogramma niet meer worden aangeboden, dan zal de examencommissie onderwijseenheden aanwijzen die in de plaats komen van die onderwijseenheden. Zo nodig worden onderwijseenheden aangewezen die door een andere instelling worden aangeboden Het eerste lid van dit artikel is ook van toepassing voor: studenten die in het studiejaar zijn ingestroomd en die op grond van hun vooropleiding/ervaring een vaststaand verkort doctoraalprogramma van ten hoogste 3 jaar volgen; studenten die in het studiejaar zijn ingestroomd en op grond van hun vooropleiding/ervaring een vaststaand verkort doctoraalprogramma van ten hoogste 2 jaar volgen; studenten die in het studiejaar zijn ingestroomd en op grond van hun vooropleiding/ervaring een vaststaand verkort doctoraalprogramma van ten hoogste 1 jaar volgen. Artikel 8.2 Overstap van doctoraalprogramma naar Bacheloropleiding Studenten die zich voorbereiden op het doctoraal examen kunnen in door de examencommissie te bepalen gevallen en onder door de examencommissie vast te stellen voorwaarden overstappen naar de Bacheloropleiding. Deze voorwaarden worden gesteld met het doel de gestelde eindtermen en het beoogde civiele effect van het Bachelordiploma te waarborgen. Daarbij zal worden getracht studievertraging zoveel mogelijk te beperken. Artikel 8.3 Overstap van Bacheloropleiding naar doctoraalprogramma Studenten die als gevolg van vrijstellingen naast eerstejaars vakken ook vakken uit het doctoraalprogramma mogen volgen, kunnen in door de examencommissie te bepalen gevallen en onder door de examencommissie vast te stellen voorwaarden overstappen naar het doctoraalprogramma. 18

19 19/33 Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Artikel 9.1 Wijziging Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan bij afzonderlijk besluit vastgesteld, gehoord het Opleidingsbestuur en de Opleidingscommissie, in overleg met de Studentenraad, met inachtneming van het gestelde in artikel 9.38 onderdeel b. van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek Wijzigingen in deze regeling die van toepassing zijn voor een bepaald studiejaar moeten voor de aanvang van dat studiejaar zijn vastgesteld en op de daarvoor bepaalde wijze zijn gepubliceerd. Hiervan kan uitsluitend worden afgeweken als een snellere invoering van een wijziging strikt noodzakelijk is en als daarbij de belangen van de studenten redelijkerwijs niet worden geschaad Een wijziging kan niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige beslissing welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 9.2 Bekendmaking De opleiding draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling en van de regels en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. Artikel 9.3 Inwerkingtreding Vastgesteld op 29 juni 2007 door de Decaan, lid van de Raad van Bestuur van het LUMC Deze regeling treedt in werking op 1 september 2007 en geldt tot 1 september 2008, onder gelijktijdige intrekking van voorgaande regelingen. 19

20 20/33 Bijlagen Bijlage 1 Onderwijseenheden van het onderwijsprogramma van de propedeuse inclusief studielast jaar 1 vakcode cursus weken (ECTS) praktijk GB1010 Arts en Patiënt 2,5 4 p + w GB1020 Mens tot Molecuul 3 5 p + w GB1030 Functionele Morfologie 3 4 p + w GB1040 Morfologie van de Mens 3 5 p + w GB1050 Zenuwstelsel 4 5 p + w GB1060 Psychosociale Ontwikkeling 3 4 w GB1070 Volksgezondheid 3 4 p + w GB1080 Sturing en Regeling 3 4 p + w GB1090 Hart en Bloedsomloop 3 4 p + w GB1100 Ademhaling 3 4 p + w GB1110 Nieren 3 4 p + w GB1120 Maag, Darm, Lever 3 4 p + w GB1130 Zorgstage 3 4 p GB1140 Lijn Wetenschappelijke n.v.t. 3 p Vorming GB1881 Voortgangstentamen niv 1 n.v.t. 2 geen Totaal 60 (p = practicum w = werkgroep) 20

21 21/33 Bijlage 2 Verplichte onderwijseenheden in het tweede en derde jaar - inclusief studielast jaar (nog nader vast te stellen) vakcode cursus weken (ECTS) praktijk GB2010 Practicum Snijzaal lijn 0 nnb GB2020 Immunology 3 4 nnb GB2030 General Pathology 6 8 nnb GB2040 Infectious Diseases 3 4 nnb GB2050 Molecular and Cellular Aspects 3 4 nnb of Disease GB2060 Nieuwvorming 3 4 nnb GB2070 Pathofysiologie 3 4 nnb GB2080 Psychopathologie 3 4 nnb GB2090 Houding en Beweging 3 4 nnb GB2100 Trauma 3 4 nnb GB2110 Wetenschappelijke Vorming 3 4 nnb GB2120 Keuzevak nnb GB2130 Keuzevak nnb GB2140 Lijn KVA lijn 3 nnb GB2150 Lijn MPO lijn 3 nnb GB2881 Voortgangstentamen niv 2 n.v.t. 2 geen Totaal 60 jaar (nog nader vast te stellen) vakcode cursus weken (ECTS) praktijk GB3010 Inleiding Klinische 3 4 nnb Geneeskunde GB3020 Buik 6 7 nnb GB3030 Borst 6 7 nnb GB3040 Nefrologie en Urologie 3 4 nnb GB3050 Endocriene Stoornissen 3 4 nnb GB3060 Oncologie 3 4 nnb GB3070 Psychiatrische Stoornissen 3 4 nnb GB3080 Bewegingsapparaat 3 4 nnb GB3090 Zintuigen en Zenuwstelsel 3 4 nnb GB3100 Keuzevak nnb GB3110 Keuzevak nnb GB3120 Lijn KVA lijn 3 nnb GB3130 Vroege Praktijk Contacten lijn 2 nnb GB3140 Lijn MPO lijn 3 nnb GB3881 Voortgangstentamen niv 3 n.v.t. 2 geen Totaal 60 21

22 22/33 Bijlage 3 bij OER Geneeskunde Beoordeling Voortgangstoets Combinatietabel voortgangstentamen jaar 1 Comb.nr. sept/okt dec mrt mei/juni uitslag 1 * O O O O 2 * O O V O 3 * O O G V 4 * O V O O 5 * O V V V 6 * O V G V 7 * O G O O 8 * O G V V 9 * O G G V 10 * V O O O 11 * V O V V 12 * V O G V 13 * V V O V 14 * V V V V 15 * V V G G 16 * V G O V 17 * V G V V 18 * V G G G 19 * G O O O 20 * G O V V 21 * G O G V 22 * G V O V 23 * G V V V 24 * G V G G 25 * G G O V 26 * G G V G 27 * G G G G Combinatietabel voortgangstentamen jaar 2, 3 Comb.nr. sept/okt dec mrt mei/juni uitslag 1 O O O O O 2 O O O V O 3 O O O G O 4 O O V O O 5 O O V V V 6 O O V G V 7 O O G O O 8 O O G V V 9 O O G G V 10 O V O O O 11 O V O V O 12 O V O G O 13 O V V O O 14 O V V V V 15 O V V G V 22

23 23/33 16 O V G O O 17 O V G V V 18 O V G G G 19 O G O O O 20 O G O V O 21 O G O G V 22 O G V O O 23 O G V V V 24 O G V G V 25 O G G O V 26 O G G V V 27 O G G G G 28 V O O O O 29 V O O V O 30 V O O G O 31 V O V O O 32 V O V V V 33 V O V G V 34 V O G O O 35 V O G V V 36 V O G G G 37 V V O O O 38 V V O V V 39 V V O G V 40 V V V O V 41 V V V V V 42 V V V G G 43 V V G O V 44 V V G V V 45 V V G G G 46 V G O O O 47 V G O V V 48 V G O G V 49 V G V O V 50 V G V V V 51 V G V G V 52 V G G O V 53 V G G V G 54 V G G G G 55 G O O O O 56 G O O V O 57 G O O G V 58 G O V O O 59 G O V V V 60 G O V G V 61 G O G O O 62 G O G V V 63 G O G G G 64 G V O O O 65 G V O V V 66 G V O G V 67 G V V O V 68 G V V V V 69 G V V G G 23

24 24/33 70 G V G O V 71 G V G V G 72 G V G G G 73 G G O O O 74 G G O V V 75 G G O G V 76 G G V O V 77 G G V V V 78 G G V G G 79 G G G O V 80 G G G V G 81 G G G G G 24

25 25/33 25

26 26/33 Regels en Richtlijnen voor de examens van de Ongedeelde Opleiding Geneeskunde en van de Bacheloropleiding Geneeskunde Studiejaar Inhoudsopgave: A Samenstelling Excamencommissie B Taak Examencommissie C Examinatoren Artikel 1. De tijdstippen waarop de tentamens kunnen worden afgelegd Artikel 2. De orde tijdens het afnemen van een schriftelijk tentamen Artikel 3. De cijfers Artikel 4. Vrijstellingen van tentamens en examens Artikel 5. Uitslag van de examens en tentamens Artikel 6. Beroepsrecht Artikel 7. Het diploma Artikel 8. Normen Artikel 9. Cum laude Artikel 10. Bijzondere gevallen Artikel 11. Wijziging Artikel 12. Bekendmaking Artikel 13. Inwerkingtreding Artikel 14. Termijnen Artikel 15. Geschillen 26

27 27/33 De Regels en Richtlijnen vormen een aanvulling op en een verdere uitwerking van de Onderwijsen Examenregeling. Zij maken formeel geen onderdeel uit van de OER en worden door de examencommissie vastgesteld. Zij zijn van toepassing op het Propedeutisch examen, het Doctoraalexamen en het Artsexamen en met ingang van studiejaar op de Bachelor Geneeskunde en met ingang van studiejaar de Master Geneeskunde. a. Samenstelling examencommissie a.1. Ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en de coördinatie van de tentamens is een examencommissie ingesteld. De Raad van Bestuur LUMC benoemt de leden van de examencommissie uit de leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs zijn belast. a.2. De commissie bestaat uit leden en is onderverdeeld in subcommissies, voor respectievelijk het Propedeuse-examen, het Doctoraalexamen, het Artsexamen en met ingang van studiejaar de en met ingang van studiejaar de Master Geneeskunde. Elk van deze subcommissies bestaat uit drie leden. a.3. Het ambtelijk secretariaat van de examencommissie en de subcommissies wordt verzorgd door een medewerker van het Directoraat Onderwijs en Opleidingen. b. Taak examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor: b.1. de inhoud van de examens en tentamens van de opleiding; b.2. de organisatie van de examens en tentamens van de opleiding, waaronder de aanwijzing van examinatoren voor de afzonderlijke examens en tentamens; b.3. het vaststellen van de regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen; b.4. het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen met betrekking tot de beoordeling van degene, die een tentamen of examen aflegt; de examencommissie heeft deze taak gemandateerd aan de ToetsBeoordelingsCommissie Geneeskunde (de TBC); b.5. het vaststellen of is voldaan aan de voorwaarden voor de toelating tot de verschillende examens; b.6. het verlenen van vrijstellingen van tentamens of van onderwijsonderdelen; b.7. het treffen van bijzondere tentamenregelingen voor individuele studenten in geval van overmacht of bijzondere studieomstandigheden; b.8. het vaststellen van de uitslag van de tentamens en examens; De beoordeling voor de invulling van de vrije ruimte in het zesde jaar is door de examencommissie gemandateerd aan het Uitvoerend Orgaan Klinische Fase. c. Examinatoren De examencommissie benoemt voor elke onderwijseenheid examinatoren ten behoeve van het afnemen van de tentamens. Als examinator worden aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast, alsmede deskundigen van buiten de instelling. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. Artikel 1. De tijdstippen waarop de tentamens kunnen worden afgelegd 1.1 Schriftelijke tentamens in het eerste, tweede, derde en de eerste helft van het vierde jaar worden afgenomen op de data die vóór de aanvang van elk studiejaar door of namens de examencommissie worden vastgesteld. Wijzigingen in deze data gedurende het studiejaar behoeven de goedkeuring van de examencommissie, tenzij het verschil tussen een nieuwe datum en de oorspronkelijk vastgestelde datum minder dan drie werkdagen bedraagt. 27

28 28/33 Wijzigingen worden uiterlijk 10 werkdagen voordat de betreffende tentamens worden afgenomen, gepubliceerd. 1.2 Mondelinge tentamens worden op een door de examinator te bepalen tijdstip afgenomen. Artikel 2. De orde tijdens het afnemen van een schriftelijk tentamen 2.1 Studenten die zich tijdig en deugdelijk hebben aangemeld voor een tentamen of toets kunnen deelnemen aan dit tentamen en worden toegelaten tot de tentamenruimte. 2.2 De student is verplicht zich op verzoek van of vanwege de examinator te legitimeren met zijn geldige collegekaart. 2.3 De student die later dan een half uur na aanvang van een tentamen verschijnt is automatisch van deelname aan dat tentamen uitgesloten. Degene die met de leiding bij het afnemen van het tentamen is belast, is bevoegd een student die te laat komt de toegang tot het tentamen te weigeren. 2.4 De student is verplicht tot ten minste een half uur na aanvang van het tentamen in de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen te blijven. 2.5 Aanwijzingen van of vanwege de examinator, die vóór de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens dat tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, moeten door de student worden opgevolgd. 2.6 De student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens lid 2.1. tot en met 2.5. kan door of namens de examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het tentamen. De examinator maakt hiervan een proces-verbaal op dat binnen twee werkdagen aan de voorzitter van de examencommissie verstuurd wordt. 2.7 a. Ingeval van fraude door een student kan de examinator of diens vervanger de betreffende student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen. De examinator of diens vervanger maakt van de fraude een proces-verbaal op dat binnen twee werkdagen aan de voorzitter van de examencommissie verstuurd wordt. b. Bovendien kan een frauderende student door de examencommissie, gedurende een door deze commissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar, het recht worden ontnomen één of meer tentamens of examens van de opleiding af te leggen. 2.8 Plagiaat Wanneer de examinator/docent n.a.v. plagiaat de examencommissie vraagt een ordemaatregel uit te spreken, stelt de examinator aan de examencommissie het betreffende werkstuk, de paper, scriptie of onderzoeksopdracht ter beschikking; In geval van verdenking van plagiaat kan de examencommissie de examinator/docent, de student en anderen horen; De ordemaatregelen die de examencommissie kan uitspreken zijn: het ongeldig verklaren van het werkstuk, de paper, scriptie of onderzoeksopdracht; het uitsluiten van het deelnemen aan het schrijven van een werkstuk, paper, scriptie of onderzoeksopdracht ten aanzien waarvan plagiaat is geconstateerd voor de duur van ten hoogste één jaar, waarbij geldt dat in de periode van uitsluiting een werkstuk, paper, scriptie of onderzoeksopdracht, zoals ten aanzien waarvan plagiaat is geconstateerd, dat met goed gevolg is afgerond aan een andere faculteit of andere instelling van hoger onderwijs op generlei wijze kan worden ingebracht in het curriculum; en/of het uitsluiten van het deelnemen aan één of meer tentamens van de opleiding voor de duur van ten hoogste één jaar, en/of het uitsluiten van het deelnemen aan onderwijs, tentamens en examens van de andere door het LUMC verzorgde opleiding voor de duur van ten hoogste één jaar. Vakken die in de periode van uitsluiting aan een andere faculteit of een andere instelling van hoger onderwijs zijn gevolgd of behaald kunnen op generlei wijze worden ingebracht in het curriculum. 2.9 De uitsluiting, bedoeld in lid 2.6 en 2.7.a, is van kracht gedurende de dag waarop het tentamen wordt afgenomen. 28

29 29/ Het is studenten verboden tijdens het tentamen mobiele telefoons of andere elektronische informatiedragers bij zich te hebben De examinandus mag uitsluitend een potlood, gum, pen en collegekaart op tafel hebben liggen, tenzij de examencommissie heeft toegestaan dat tijdens het tentamen (verklarende woorden)boeken, syllabi, aantekeningen, e.d. geraadpleegd mogen worden. In dat geval stelt de examinator de aan het tentamen deelnemende studenten hiervan ruimschoots voor aanvang van het tentamen op de hoogte Bij alle blokken en lijnen wordt vanaf september 2006 gebruik gemaakt van de surveillantenpool. Het Directoraat Onderwijs en Opleidingen zorgt voor de organisatie. Artikel 3. De cijfers Er worden hele cijfers gegeven van 1 tot en met 10, of een beoordeling onvoldoende/voldoende/ruim voldoende/goed/uitstekend/uitmuntend Indien het cijfer tot stand komt middels afronding, geldt dat afronding naar beneden plaatsvindt, indien de eerste decimaal een 4 is of lager en naar boven indien de eerste decimaal een 5 is of hoger 3.2. Een voldoende cijfer is 6 of hoger. 3.3 Afronding naar hele cijfers vindt plaats naar beneden, indien de eerste decimaal een 4 is of lager; naar boven indien de eerste decimaal een 5 is of hoger. 3.4 De beoordeling van de practica wordt bij de vaststelling van het cijfer voor het tentamen verdisconteerd, voor zover niet anders in deze regeling is bepaald. 3.5 Bij een onvoldoende eindcijfer voor een tentamen dat uit meer dan één onderdeel bestaat moet(en) het (de) onvoldoende onderde(e)l(en) worden overgedaan. 3.6 Het hoogst behaalde cijfer is van kracht. 3.7 Het is niet toegestaan een tentamen opnieuw af te leggen als daarvoor reeds een voldoende cijfer is verkregen. Artikel 4. Vrijstellingen van tentamens en examens 4.1 De examencommissie kan op grond van elders behaalde studieresultaten vrijstellingen verlenen van studieonderdelen zoals vermeld in bijlage 1 van de Onderwijs- en Examenregeling van de Opleiding Geneeskunde. Daarbij geldt de regel dat een vrijstelling het aantal studiepunten oplevert dat correspondeert met het onderdeel waarvoor de vrijstelling wordt verleend. 4.2 Een verzoek om vrijstelling van een tentamen respectievelijk examen wordt door de student, met redenen omkleed, zo spoedig mogelijk doch ten minste 3 maanden vóór het tentamen/examen schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de examencommissie. Artikel 5. Uitslag van de examens en tentamens 5.1 Op basis van de uitslag van de tentamens registreert de studentenadministratie van het Directoraat Onderwijs en Opleidingen voor elke student het behaalde aantal ECTS-punten dat voor de verschillende onderwijseenheden in de bijlage bij de Onderwijs- en Examenregeling is vastgesteld. 5.2 De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast. Artikel 6. Beroepsrecht Tegen besluiten van een examinator kan door de betreffende student in eerste instantie bezwaar worden aangetekend bij de voorzitter van de examencommissie. Tegen besluiten van de examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens (Artikel 7.60 e.v. van de WHW). Een beroep kan niet alleen worden aangetekend als besluiten c.q. behandelingen worden geacht in strijd te zijn met de wet, of de Onderwijs- en Examenregeling, maar ook als er strijdigheid met redelijkheid of billijkheid wordt aangevoerd. Het beroep moet worden ingesteld binnen 30 kalenderdagen na de officiële bekendmaking van het besluit. 29

30 30/33 Artikel 7. Het diploma 7.1 Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie aan de betreffende student een diploma uitgereikt. Het diploma wordt ondertekend door ten minste twee leden. De uitreiking geschiedt in het openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders heeft bepaald. 7.2 Op het diploma van het met goed gevolg afgelegde examen wordt aan de voorzijde vermeld welke opleiding zoals vermeld in het register het betreft. Op de keerzijde van het diploma dan wel op een van het diploma deel uitmakende bijlage, worden de tot het examen behorende onderdelen vermeld. 7.3 Er worden diploma s uitgereikt voor: het Propedeutisch examen het Doctoraal examen (op verzoek) het Artsexamen het vrij Doctoraal examen met ingang van studiejaar de (eerste uitreiking in ) met ingang van studiejaar de Master Geneeskunde (eerste uitreiking in De studentenadministratie van het Directoraat Onderwijs en Opleidingen registreert welke diploma s aan een student zijn uitgereikt. Over geregistreerde gegevens - met uitzondering van geanonimiseerde gegevens - wordt aan anderen dan de student, de examencommissie, de studieadviseur, de studentendecaan en het College van Beroep voor de Examens geen mededeling gedaan. Met toestemming van de geëxamineerde kan van het bepaalde in de vorige volzin worden afgeweken. 7.5 Degene die één of meer tentamens met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen diploma als hiervoor bedoeld kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door of namens de examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 8. Normen 8.1. De verlening van vrijstellingen is geregeld in artikel 4 van deze regeling Het Propedeutisch examen Voor het Propedeutisch examen zijn geslaagd degenen die voor alle onderwijsonderdelen van het eerste jaar, zoals vermeld in een bijlage van de Onderwijs- en Examenregeling Opleiding Geneeskunde het daarbij behorende aantal studiepunten hebben behaald Voor de studenten, die vóór met het propedeuse programma zijn gestart geldt dat compensatie van het blokonderwijs van maximaal twee vijven door twee zevens is toegestaan Het Doctoraalexamen Voor studenten die vóór 2000/2001 met het doctoraalprogramma zijn gestart, geldt dat zij zijn geslaagd voor het Doctoraalexamen als zij hebben behaald: - de Propedeuse; - de onderwijsonderdelen van het tweede, derde en vierde studiejaar, al dan niet met toepassing van de compensatieregeling; - de Wetenschapsstage; - daarnaast onderwijsonderdelen van de opleiding Geneeskunde met een omvang van ten minste 8 ECTS-punten onder goedkeuring van de examencommissie; - Voor deze groep studenten geldt dat compensatie van maximaal vijf vijven door vijf zevens of hoger is toegestaan. Deze compensatieregeling kan alleen worden toegepast op blokken met een gelijk aantal weken. Per studiejaar mogen niet meer dan twee vijven worden gecompenseerd Voor studenten die tussen 2000/2001 en 2006/2007 met het doctoraalprogramma zijn gestart geldt dat zij zijn geslaagd voor het Doctoraalexamen, als zij hebben behaald: - de Propedeuse 30