WETENSCHAPPELIJK RAPPORT MIRA 2009 DEELSECTOR GLASTUINBOUW

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WETENSCHAPPELIJK RAPPORT MIRA 2009 DEELSECTOR GLASTUINBOUW"

Transcriptie

1 WETENSCHAPPELIJK RAPPORT MIRA 2009 DEELSECTOR GLASTUINBOUW Milieurapport Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Van Benedenlaan Mechelen tel fax website

2 Auteurs Dirk Bergen, Afdeling Monitoring en Studie, Departement Landbouw en Visserij Bert Vander Vennet, Eenheid Landbouw & Maatschappij, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Stijn Overloop, MIRA-team, VMM Experten Dirk Van Gijseghem, Afdeling Monitoring en Studie, Departement Landbouw en Visserij Hilde Wustenberghs, Eenheid Landbouw & Maatschappij, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Ward Baets, Proefcentrum Hoogstraten Raf De Vis, Proefstation voor de Groenteteelt vzw Hans Hoes, VITO Koen Holmstock, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling/Landbouw en Platteland, Departement Landbouw en Visserij Herman Marien, Kilto vzw, Katholieke Hogeschool Kempen Marc Moons, Innovatiesteunpunt, Leuven Jolanda A.M. Mourits, Ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Nederland Adrien Saverwyns, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling)/Landbouw en Voorlichting, Departement Landbouw en Visserij P.Jan Smits, Productschap Tuinbouw, Zoetermeer, Nederland Laatst bijgewerkt: 15 februari

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Lijst van figuren...6 Lijst van tabellen...6 Context...8 Toekomstverkenning milieu en natuur...8 Scenario s...8 Scenarioberekeningen en onderlinge samenhang...8 Samenhang MIRA-NARA...11 Inleiding Beschrijving van de glastuinbouwsector Enkele socio-economische kenmerken van de glastuinbouwsector in Evolutie van enkele socio-economische kenmerken van de glastuinbouwsector Evolutie van het aantal glastuinbouwbedrijven Evolutie van het glastuinbouwareaal Evolutie van het relatieve belang van de subsectoren Evolutie van het relatieve belang van de teelten binnen de subsectoren Te verwachten evolutie algemeen Milieukenmerken van de glastuinbouwsector in Energiegebruik Verdeling energiegebruik over de glastuinbouwsubsectoren Verdeling energiegebruik volgens energiebron Emissies als gevolg van het energiegebruik in Stookinstallaties Ouderdom glasopstand Gebruikte energiebron in functie van de ouderdom van de serres Gebruikte energiebron in functie van de teelt Gebruik assimilatiebelichting Evolutie totale energieverbruik in de glastuinbouw Evolutie gebruik primaire energiedragers in de glastuinbouw Gebruik van enkele energiebesparende technieken Watergebruik Gebruik bestrijdingsmiddelen en druk op het waterleven Investeringsklimaat Onderzoeksklimaat Methode: beschrijving model en aannames Conceptuele beschrijving Basisdata ADSEI Kengetallen energiegebruik van de teelten CO 2 emissie glastuinbouw Validatie gegevens Samenvatting assumpties in het model Verduidelijking over de definitie van de teelten Toelichting bij de assumptietabel Algemene assumpties BBT s Bruto Standaard Saldo WKK LED-verlichting Semi-gesloten kas Restwarmte Biobrandstoffen

4 Elektriciteit Energiegebruik van de verschillende teelten Algemene aannames door MIRA Inhoud van de scenario s en scenariodoelstellingen Definitie van de scenariodoelstellingen Referentiescenario: algemeen kader Assumpties referentiescenario Vervanging van het glasareaal Energiebronnen Potentiële reducties door toepassen van BBT s Europa-scenario: algemeen kader Assumpties Europa-scenario Vervanging van het glasareaal Verschuivingen van teelten binnen de glastuinbouw Energiebronnen Potentiële reducties door het toepassen van BBT s Hernieuwbare energie Visionair scenario: algemeen kader Uitgangspunt Assumpties visionair scenario Concrete uitwerking visionair scenario Geclusterde energievoorziening Niet geclusterde energievoorziening Koppeling van de energiebronnen aan de teelten Resultaten en bespreking Methode Algemene resultaten Areaalverdeling Energieverbruik Energiebronnen Hernieuwbare energie Energie- en CO 2 -efficiëntie Resultaten emissies MIRA-benadering De methode voetafdruk Bespreking emissies Emissies versus emissiedoelstellingen Samenvattende figuren van de emissieresultaten volgens de MIRAbenadering Samenvattende figuren van de emissieresultaten volgens de voetafdruk Conclusies uit de modelresultaten Trajectschets voor een transitie richting visionaire doelstelling Stappenplan Instrumentarium Financiering Regelgeving Andere factoren

5 6 Samenvatting Referenties Begrippen Afkortingen Eenheden

6 Lijst van figuren Figuur a: Stroomschema en samenhang van de scenarioberekeningen Figuur b: Verband tussen MIRA en NARA 2009: socio-economische verkenning, drie scenario s inzake milieu en drie landgebruikscenario s Figuur 1: Evolutie van het aantal glastuinbouwbedrijven Figuur 2: Evolutie van de glastuinbouwoppervlakte Figuur 3: Evolutie van het relatieve belang van de glastuinbouwsubsectoren Figuur 4: Evolutie van het relatieve belang van de belangrijkste glasgroenteteelten Figuur 5: Evolutie van het relatieve belang van de fruitteelten onder glas Figuur 6: Evolutie van het relatieve belang van enkele sierteelten onder glas Figuur 7: Evolutie van de gemiddelde glastuinbouwoppervlakte per bedrijf Figuur 8: Gebruikte energiebron in functie van de ouderdom van de serres (2005) Figuur 9: Evolutie energieverbruik (zonder elektriciteit) volgens CLE-systematiek Figuur 10: Evolutie energieverbruik volgens VITO-systematiek Figuur 11: Relatieve evolutie van het brandstofgebruik voor de verwarming van serres Figuur 12: Het speelveld: conceptuele voorstelling van het model met klemtoon op energie Figuur 13: Schema van de beweging van de teelten Figuur 14: Evolutie van de brandstoffen in de glastuinbouw Figuur 15: Areaalverdeling van de verschillende teelttypes voor de verschillende scenario's Figuur 16: Het energieverbruik in 2006 en in de verschillende scenario's Figuur 17: Overzicht van de gebruikte energiebronnen in MJ Figuur 18: De emissies binnen de verschillende scenario's (MIRA) Figuur 19: Overzicht van de emissies van de glastuinbouw in 2030 volgens de verschillende scenario's (voetafdruk) Figuur 20: De emissies van het Europa-scenario t.o.v. de respectievelijke doelstellingen (MIRA) Figuur 21: De emissies van het Visionair scenario t.o.v. de respectievelijke doelstellingen (MIRA) Figuur 22: Gerealiseerde emissies ten opzichte van de emissiedoelstellingen in het Europa-scenario (voetafdruk) Figuur 23: Gerealiseerde emissies ten opzichte van de emissiedoelstellingen in het Visionair scenario (voetafdruk) Lijst van tabellen Tabel 1: Omzetcijfers (2005) van de verschillende tuinbouwspeculaties Tabel 2: Verdeling van de oppervlakte cultuurgrond in Vlaanderen (2006) Tabel 3: Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas (2006) Tabel 4: Gemiddeld areaal tuinbouw onder glas (2006) Tabel 5: Indeling per grootteklasse van de bedrijven die tuinbouwgewassen telen onder glas (2006) 16 Tabel 6: Verdeling teelten over tuinbouwareaal onder glas (2006) Tabel 7: Gemiddeld areaal voor enkele teelten (2005) Tabel 8: Frequentiedistributie glastuinbouwers en glastuinbouwareaal in functie van de leeftijdscategorie Tabel 9: Bedrijfsopvolging op bedrijven waar de bedrijfsleider ouder is dan 50 jaar Tabel 10: Evolutie van het aantal glastuinbouwbedrijven Tabel 11: Evolutie van de glastuinbouwoppervlakte Tabel 12: Evolutie van het relatieve belang van de glastuinbouwsubsectoren Tabel 13: Evolutie van het relatieve belang van de belangrijkste glasgroenteteelten Tabel 14: Evolutie van het relatieve belang van de fruitteelten onder glas Tabel 15: Evolutie van het relatieve belang van enkele sierteelten onder glas Tabel 16: Evolutie van de glastuinbouwoppervlakte per bedrijf Tabel 17: Totaal energiegebruik (2006) Tabel 18: Aandeel verwarming in energiegebruik glastuinbouw (2005) Tabel 19: Verdeling primair brandstofgebruik (zonder elektriciteit) door de glastuinbouwsubsectoren27 Tabel 20: Relatieve energie-intensiteit per subsector ten aanzien van het primaire brandstofverbruik28 Tabel 21: Verdeling energiegebruik glastuinbouw volgens energiebron (2006) Tabel 22: Verdeling energiegebruik glastuinbouw volgens energiebron (2005) Tabel 23: Emissiefactoren in functie van energiebron Tabel 24: Emissies Vlaamse glastuinbouw (2006)

7 Tabel 25: Relatieve bijdrage energiebronnen aan de glastuinbouwemissies (2006) Tabel 26: Stookinstallaties in functie van de energiebron (2005) Tabel 27: Ouderdom glasopstand (2005) Tabel 28: Gebruikte energiebron in functie van de ouderdom van de serres (2005) Tabel 29: Evolutie energieverbruik (zonder elektriciteit) volgens CLE-systematiek Tabel 30: Evolutie energieverbruik volgens VITO-systematiek Tabel 31: Relatieve evolutie van het brandstofgebruik voor de verwarming van serres Tabel 32: Dakbedekking in de glastuinbouw (2005) Tabel 33: Energieschermgebruik in functie van de ouderdom van de serre Tabel 34: Energieschermgebruik in functie van de teelt Tabel 35: Waterverbruik in de Vlaamse landbouw in 2005 Aandeel glastuinbouw Tabel 36: Watergebruik Vlaamse glastuinbouw in Tabel 37: Gebruik bestrijdingsmiddelen Vlaamse glastuinbouw in Tabel 38: Gebruik bestrijdingsmiddelen Vlaamse glastuinbouw in 2005 als druk op het waterleven.. 41 Tabel 39: Indieningen bij VLIF voor WKK-installaties van 2000 t.e.m Tabel 40: Indieningen bij VLIF voor alternatieve energieproductie van 2000 t.e.m Tabel 41: Indieningen bij VLIF voor energiebesparing van 2000 t.e.m Tabel 42: Indieningen bij VLIF voor emissiereductie van 2000 t.e.m Tabel 43: Indieningen bij VLIF voor wateropvang en zuivering van 2000 t.e.m Tabel 44: Overzicht van de assumpties in het model Tabel 45: Energiekengetallen van de verschillende teelten Tabel 46: Emissiekengetallen van de verschillende energiebronnen Tabel 47: In de scenario s te incorporeren milieudoelstellingen en daaraan gekoppelde emissies Tabel 48: Splitsing van de energie-intensieve teelten en de ouderdom (in m²) Tabel 49: Verdeling van de energiebronnen in oppervlakte en energiegebruik Tabel 50: Verdeling energiebronnen in oppervlakte en energiegebruik Tabel 51: Energie-inhoud en CO 2 -emissies van hernieuwbare energiebronnen Tabel 52: Verdeling van de technologieën over de verschillende teelten Tabel 53: De emissies per teelt in het referentiescenario volgens de MIRA-methode Tabel 54: De rechtstreekse en onrechtstreekse emissies per teelt in het referentiescenario Tabel 55: Energiegebruik en emissies van de Vlaamse glastuinbouw in 2030 in het Europa-scenario volgens de MIRA-methodologie Tabel 56: Energiegebruik en emissies van de Vlaamse glastuinbouw in 2030 in het Europa-scenario, inclusief de indirecte emissies Tabel 57: Overzicht van de emissies van de Vlaamse glastuinbouw in het visionaire scenario volgens de MIRA-methode Tabel 58: Overzicht van de rechtstreekse en onrechtstreekse emissies van de Vlaamse glastuinbouw in het visionaire scenario (voetafdruk)

8 Context Toekomstverkenning milieu en natuur Het Milieurapport (MIRA) 2009 en het Natuurrapport (NARA) 2009 verkennen gezamenlijk de toekomst van het leefmilieu en de natuur in Vlaanderen. Het doel is beleidsmakers en het geïnteresseerde publiek inzicht te geven in te verwachten evoluties van het leefmilieu en van de natuur in Vlaanderen bij bepaalde beleidskeuzen en binnen een gegeven socio-economische context. De toekomstverkenningen in beide rapporten baseren zich op dezelfde socio-economische prognose, milieubeleidsscenario s, klimaatscenario s en landgebruikscenario s. Verder onder deze titel wordt een overzicht gegeven van het studiewerk dat de publicatie Milieuverkenning 2030 onderbouwt. Daartoe zijn 15 afzonderlijke wetenschappelijke rapporten opgesteld. Een wetenschappelijk rapport MIRA 2009 beschrijft uitgebreid de methoden, de scenario s en de resultaten van de toekomstverkenning. Het rapport onderbouwt het scenariorapport Milieuverkenning 2030 en is beschikbaar op Scenario s werden samengesteld in overleg met een expertengroep. Het hele rapport is kritisch nagelezen door dezelfde expertengroep. Scenario s MIRA 2009 maakt een toekomstverkenning van het milieu in Vlaanderen voor de periode aan de hand van drie milieubeleidsscenario s: een referentiescenario, waarbij het beleid ongewijzigd wordt verdergezet; een Europa-scenario, waarbij bijkomende maatregelen worden genomen om Europese milieudoelstellingen voor de periode te halen; een visionair scenario, waarbij verregaande maatregelen worden genomen om klimaatverandering sterk af te remmen en met het oog op een duurzame toekomst. Elk scenario bestaat uit een pakket beleidsmaatregelen waarvan het gezamenlijk effect wordt berekend. De milieuscenario s worden uitgetekend binnen éénzelfde socio-economische omgeving. De gebruikte socio-economische omgeving is op zijn beurt het resultaat van een toekomstverkenning naar verwachte demografische, sociologische en economische ontwikkelingen, opgesteld door het Federaal Planbureau. Daarnaast zijn ook klimaatscenario s tot 2100 ontwikkeld voor Vlaanderen, afgeleid uit internationale klimaatscenario s. Het basisjaar voor de scenarioberekeningen is Het voornaamste zichtjaar is Voor de berekeningen van de invloed van klimaat wordt 2100 als zichtjaar gehanteerd. De berekeningen inzake oppervlaktewater focussen op 2015 en 2027, aansluitend op de Europese Kaderrichtlijn water. De berekeningen gebeuren standaard gebiedsdekkend op niveau Vlaanderen, tenzij de beschikbare gegevens en/of modellen dit niet toelaten of anders vermeld. Scenarioberekeningen en onderlinge samenhang De milieuscenario s zijn uitgewerkt voor de grote economische sectoren en leiden tot uitkomsten op niveau van emissies en energiegebruik. 1. Couder J., Verbruggen A., Maene S. (2009) Huishoudens en Handel & diensten. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, 2. Lodewijks P., Brouwers J., Van Hooste H., Meynaerts E. (2009) Energie- en klimaatscenario s voor de sectoren Energie en Industrie. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, 8

9 3. Overloop S., Gavilan J., Carels K., Van Gijseghem D., Hens M., Bossuyt M., Helming J. (2009) Landbouw. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009 & NARA 2009, VMM, INBO.R , Bergen D., Vander Vennet B., Overloop S. (2009) Deelsector glastuinbouw. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, 5. De Vlieger I., Pelkmans L., Schrooten L., Vankerkom J., Vanderschaeghe M., Grispen R., Borremans D., Vanherle K., Delhaye E., Breemersch T., De Geest C. (2009) Transport, referentie- en Europa-scenario. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, 6. Van Zeebroeck B., Delhaye E., De Geest C. (2009) Transport, visionair scenario. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, De resulterende emissies en energiegebruiken volgens drie milieuscenario s worden geaggregeerd in de kernset milieudata MIRA 2009, beschikbaar op De milieukwaliteit resulterend uit deze emissies wordt voor twee milieuscenario s verder gemodelleerd in de verkenningen luchtkwaliteit. 7. Deutsch F., Fierens F., Veldeman N., Janssen S., Torfs R., Buekers J., Trimpeneers E., Bossuyt M. (2009) Zwevend stof. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, 8. Van Avermaet P., Celis D., Fierens F., Deutsch F., Janssen L., Veldeman N., Viaene P., Wuyts K., Staelens J., De Schrijver A., Verheyen K., Vancraeynest L., Overloop S. (2009) Verzuring. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, 9. Deutsch F., Fierens F., Veldeman N., Janssen S., Torfs R., Buekers J., Trimpeneers E., Vancraeynest L. (2009) Fotochemische luchtverontreiniging. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, Daarnaast zijn toekomstverkenningen opgemaakt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater gebaseerd op de scenario s ontwikkeld in het stroomgebiedbeheerplan voor Schelde en Maas. 10. Peeters B., D Heygere T., Huysmans T., Ronse Y., Dieltjens I. (2009) Kwaliteit oppervlaktewater. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, Verkenningen voor het landgebruik voor 2 milieuscenario s x 3 landgebruik-scenario s zijn opgemaakt in: 11. Gobin A., Uljee I., Van Esch L., Engelen G., de Kok J., van der Kwast H., Hens M., Van Daele T., Peymen J., Van Reeth W., Overloop S., Maes F. (2009) Landgebruik in Vlaanderen. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, NARA 2009, VMM, INBO.R , Verkenning voor geluidshinder door verkeer, op basis van de verkenningen voor de sector transport is opgesteld voor twee milieuscenario s in: 12. Botteldoorn D., Dekoninck L., Van Renterghem T., Geentjes G., Lauriks W. Bossuyt M., (2009) Lawaai. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, Verkenning van klimaatverandering en waterhuishouding in Vlaanderen op basis van internationale studies en lopende nationale studies is opgesteld in: 13. Willems P., Deckers P., De Maeyer Ph., De Sutter R., Vanneuville W., Brouwers J., ²Peeters B. (2009) Klimaatverandering en waterhuishouding. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, NARA 2009, VMM, INBO, Overwegingen bij de complexiteit van toekomstverkenningen zijn opgesteld in: 14. Keune H., Morrens B., Loots I. (2009) Hoe omgaan met de complexiteit van milieuvraagstukken? Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, Tot slot behandelt één studie de transitie naar een duurzame samenleving: 15. De Jonge W., Paredis E., Lavrijsen J., Vander Putten E. (2009) Vlaanderen en de transitie naar een koolstofarme economie. Wetenschappelijk rapport, MIRA 2009, VMM, De onderlinge samenhang van voornoemde rapporten wordt geïllustreerd in figuur a. 9

10 Figuur a: Stroomschema en samenhang van de scenarioberekeningen 10

11 Samenhang MIRA-NARA Op de twee milieubeleidscenario s referentie en Europa uit MIRA 2009 worden drie landgebruikscenario s geënt in de natuurverkenning NARA 2009: een scenario referentie, waarbij het beleid uit de periode ongewijzigd wordt verdergezet; een scenario scheiden, waarbij de open ruimte verdeeld wordt tussen de gebruiksvormen ervan; een scenario verweven, waarbij de zorg voor natuur integraal deel uitmaakt van alle landgebruikvormen. De milieu- en de landgebruikscenario s worden uitgetekend binnen éénzelfde socio-economische omgeving. Voor de resulterende scenario s (Figuur b) worden de verwachte ontwikkelingen op emissies, brongebruik, milieutoestand en gevolgen voor gezondheid doorgerekend door middel van rekenkundige modellen. Figuur b: Verband tussen MIRA en NARA 2009: socio-economische verkenning, drie scenario s inzake milieu en drie landgebruikscenario s Landgebruik Referentie (RR) Milieu en klimaat Referentie (R) Landgebruik Scheiden (RS) Socio-economische prognose Landgebruik Verweven (RV) Landgebruik Referentie (ER) Milieu en klimaat Europa (E) Landgebruik Scheiden (ES) Landgebruik Verweven (EV) 11

12 Inleiding De milieutoekomstverkenning kreeg een eerste volwaardige uitwerking in Vlaanderen met het scenariorapport MIRA-S Een tweede editie hiervan, MIRA-S 2009, is nu in ontwikkeling, als wetenschappelijke onderbouwing van het nieuwe Milieubeleidsplan (MINA-plan 4). Zoals decretaal vastgelegd moet het MIRA-S rapport een beschrijving geven van de verwachte ontwikkelingen van het milieu bij ongewijzigd beleid en bij gewijzigd beleid volgens een aantal relevant geachte scenario s. Drie beleidsscenario s moeten worden ontwikkeld: het referentie- of BAU-scenario (Business As Usual) zonder nieuw beleid, het Europa-scenario (met bijkomende maatregelen om de Europese doelstellingen te halen) en het zogenaamde visionaire scenario (met drastische/visionaire/transitiemaatregelen nodig om langetermijndoelstellingen te halen). Dergelijke scenario-oefening gebeurt traditiegetrouw voor alle relevante maatschappelijke clusters, zoals huishoudens, industrie, energie, transport, handel en diensten, en landbouw. Binnen de landbouwsector wordt ditmaal een bijkomende scenario-oefening uitgevoerd voor de glastuinbouw. Dat is nuttig omdat de glastuinbouw binnen deze sector een grote verbruiker is van energie en water. Bij energie moet daarbij rekening gehouden worden met de daarbij horende emissie van broeikasgassen en andere polluenten. Ondanks de eerder vooropgestelde doelstellingen om tot een duurzamere glastuinbouw te komen (nota goedgekeurd door de Vlaamse regering in 2003, Vlaams Klimaatplan ) blijft de glastuinbouw het energiegebruik binnen de landbouwsector domineren. 12

13 1 Beschrijving van de glastuinbouwsector 1.1 Enkele socio-economische kenmerken van de glastuinbouwsector in 2006 De tuinbouwsector in Vlaanderen was in 2005 goed voor bijna 1,45 miljard euro, wat 32 % vertegenwoordigde van de eindproductiewaarde van de totale omzet in de primaire land- en tuinbouwsector (4,49 miljard euro). In 2006 was het aandeel nog een ietsje hoger, met bijna 33 %. Op basis van de voorlopige cijfers vertegenwoordigde de tuinbouw 1,53 miljard euro, tegenover een totale eindproductiewaarde van 4,68 miljard euro voor de hele land- en tuinbouwsector. Goed 1/3 e van de arbeidskrachten in de primaire land- en tuinbouwsector werken in de tuinbouwsector. Binnen de tuinbouwsector wordt de primaire productiewaarde van de glastuinbouw geraamd op 650 miljoen euro, dus ongeveer 45 % van de productiewaarde van de tuinbouwsector en bijna 15 % van de primaire productiewaarde van de Vlaamse land- en tuinbouwsector in zijn geheel. De productiewaardecijfers verder worden gesplitst over de subsectoren (Tabel 1). Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat de productiewaardecijfers voor de glastuinbouw met de nodige voorzichtigheid moeten worden gehanteerd. Gezien de structuur van de bedrijven (onder glas en buitenteelt) is de opdeling met betrekking tot de productiewaarde immers niet altijd eenduidig te maken. Tabel 1: Omzetcijfers (2005) van de verschillende tuinbouwspeculaties Productiewaarde Relatief belang Relatief belang (miljoen euro) productiewaarde productiewaarde glastuinbouwsubsectoren per subsector Groenteteelt ,0 waarvan onder glas 33 51,3 57,7 Fruitteel ,0 waarvan onder glas 9 14,0 26,3 Sierteel ,0 waarvan onder glas 22 34,6 43,8 Totaal tuinbouw ,0 waarvan onder glas ,0 45,2 Bron: Vlaamse Overheid en provincie West-Vlaanderen (2007) Aan de groenteelt onder glas (tomaat, sla, komkommer, paprika ) wordt een waarde van 334 miljoen euro toegekend, aan de fruitteelt onder glas (aardbeien, druiven, bessen ) 91 miljoen euro, en het saldo van 225 miljoen euro kan dan in rekening worden gebracht van de sierteelt onder glas (azalea, kamerplanten, potplanten ). Voor de drie subsectoren bedraagt het relatieve aandeel in de productiewaarde daardoor 51,4 % (glasgroenten), 14,0 % (fruitteelt onder glas) en 34,6 % (sierteelt onder glas). Binnen de groenteteelt vertegenwoordigt de glasgroenteteelt 57,8 % van de productiewaarde van 578 miljoen euro. Binnen de fruitteelt vertegenwoordigt de fruitteelt onder glas 26,4 % van de productiewaarde van 345 miljoen euro. Binnen de sierteelt vertegenwoordigt de sierteelt onder glas 43,9 % van de productiewaarde van 513 miljoen euro. In 2006 was in België is 99,4 % van het areaal glasgroente, 94,9 % van het areaal fruitteelt onder glas en 95,6 % van het areaal sierteeltbedrijven in Vlaanderen gelegen (AMS/Rapportering). In 2006 bedroeg de totale oppervlakte cultuurgrond in Vlaanderen ha. Als onderdeel daarvan bedroeg het tuinbouwareaal ha (8,04 %), het tuinbouwareaal onder glas ha (0,35 %). Het tuinbouwareaal onder glas vertegenwoordigt 4,29 % van het tuinbouwareaal. 13

14 Voor alle duidelijkheid moet worden aangegeven dat het tuinbouwareaal onder glas dat hier bedoeld wordt gelijk is aan het areaal teelten in serres of hoge beschermingsinstallaties samengesteld uit glas of plastiek, zacht of hard, verwarmd of niet verwarmd, onder dewelke men kan rechtstaan. Het aandeel glas bedraagt nagenoeg 94 %. In deze scenariostudie wordt de term tuinbouw onder glas in veralgemenende zin gebruikt. Verdere areaalgegevens bevinden zich in Tabel 2. Daaruit valt onder meer op te maken dat het tuinbouwareaal onder glas in 2006 verder onderverdeeld kan worden in ha groenteteelt (51,16 %), 290 ha fruitteelt (13,44 %) en 683 ha sierteelt (31,65 %). 3,75 % van het areaal onder glas wordt in beslag genomen door andere (zaaigoed, plantgoed ). Tabel 2: Verdeling van de oppervlakte cultuurgrond in Vlaanderen (2006) Totale oppervlakte cultuurgrond ha 10 % Tuinbouwareaal ha 8,04 % 10 % Groenteteelt ha 4,53 % 56,31 % Fruitteelt ha 2,52 % 31,39 % Sierteelt ha 0,93 % 11,54 % Andere 387 ha 0,06 % 0,77 % Tuinbouwareaal onder glas ha 0,35 % 4,29 % 10 % Groenteteelt onder glas ha 0,18 % 2,20 % 51,16 % Fruitteelt onder glas 290 ha 0,05 % 0,58 % 13,44 % Sierteelt onder glas 683 ha 0,11 % 1,36 % 31,65 % Andere onder glas 81 ha 0,01 % 0,16 % 3,75 % Bron: AMS/Rapportering en FOD Economie/Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie In 2006 waren er in Vlaanderen bedrijven met tuinbouw onder glas. De verdeling over de subsectoren wordt gegeven in Tabel 3. Het gemiddelde areaal tuinbouw onder glas bedraagt in 2006 amper 0,62 ha (Tabel 4). De cijfers per subsector geven wel duidelijke verschillen weer. Zo is het gemiddelde areaal groenteteelt onder glas meer dan dubbel zo groot als het gemiddelde areaal fruitteelt onder glas. Deze cijfers verhullen wel de grote verschillen tussen grote moderne bedrijven en de kleine oppervlakten onder glas zoals men deze her en der kan terugvinden in het Vlaamse landschap. Tabel 3: Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas (2006) Aantal bedrijven met tuinbouw onder glas % Aantal bedrijven met groenteteelt onder glas ,74 % Aantal bedrijven met fruitteelt onder glas ,91 % Aantal bedrijven met sierteelt onder glas ,35 % Bron: AMS/Rapportering en FOD Economie/Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Tabel 4: Gemiddeld areaal tuinbouw onder glas (2006) Gemiddeld areaal tuinbouw onder glas 0,62 ha Gemiddeld areaal groenteteelt onder glas Gemiddeld areaal fruitteelt onder glas Gemiddeld areaal sierteelt onder glas 0,79 ha 0,36 ha 0,52 ha 14

15 Bron: AMS/Rapportering en FOD Economie/Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Deze verschillen worden wel aangetoond in Tabel 5, aan de hand van de indeling per grootteklasse van de bedrijven die tuinbouwgewassen telen onder glas. Daarbij zijn zeker de gegevens per subsector relevant. Bij de groenteteelt onder glas beschikt 41,90 % van de bedrijven over minder dan 0,5 ha onder glas en vertegenwoordigt dit slechts 10,50 % van het areaal. 2,30 % van de bedrijven hebben meer dan 3 ha onder glas en bezitten 12,70 % van het areaal. Bij de fruitteelt onder glas heeft maar liefst 74,70 % van de bedrijven een oppervlakte die kleiner is dan 0,5 ha. Zij halen daarmee wel 31,40 % van het areaal. Bij de sierteelt onder glas beschikt 65,90 % van de telers over minder dan 0,5 ha. Zij vertegenwoordigen bijna een kwart van het areaal (24,00 %). In deze subsector valt op dat 1,10 % van de bedrijven over meer dan 3 ha onder glas beschikken, waarmee zij meer dan 10 % (10,20 %) van het areaal innemen. 15

16 Tabel 5: Indeling per grootteklasse van de bedrijven die tuinbouwgewassen telen onder glas (2006) Indeling per grootteklasse van de bedrijven die tuinbouwgewassen telen onder glas Aantal ha tuinbouw per bedrijf % bedrijven % areaal < 0,5 55,70% 17,10% 0,5 tot 1 24,60% 27,40% 1 tot 1,5 10,30% 19,20% 1,5 tot 2 4,00% 11,00% 2 tot 2,5 2,70% 9,30% 2,5 tot 3 1,20% 5,20% 3 1,50% 10,70% 100% 100% Indeling per grootteklasse van de bedrijven die groenten telen onder glas Aantal ha groenten per bedrijf % bedrijven % areaal < 0,5 41,90% 10,50% 0,5 tot 1 30,10% 27,00% 1 tot 1,5 14,80% 21,80% 1,5 tot 2 5,40% 11,70% 2 tot 2,5 3,60% 1% 2,5 tot 3 1,90% 6,30% 3 2,30% 12,70% 100% 100% Indeling per grootteklasse van de bedrijven die fruit telen onder glas Aantal ha fruit per bedrijf % bedrijven % areaal < 0,5 74,70% 31,40% 0,5 tot 1 16,70% 31,90% 1 tot 1,5 4,80% 15,30% 1,5 tot 2 1,90% 8,70% 2 tot 2,5 1,00% 5,70% 2,5 tot 3 0,50% 3,60% 3 0,40% 3,40% 100% 100% Indeling per grootteklasse van de bedrijven met sierteelt onder glas Aantal ha sierteelt per bedrijf % bedrijven % areaal < 0,5 65,90% 24,00% 0,5 tot 1 19,50% 25,50% 1 tot 1,5 7,30% 16,50% 1,5 tot 2 3,30% 10,70% 2 tot 2,5 2,20% 9,20% 2,5 tot 3 0,80% 3,80% 3 1,10% 10,20% 100% 100% Bron: AMS/Rapportering en FOD Economie/Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie In Tabel 6 wordt per subsector de verdeling weergegeven van het tuinbouwareaal onder glas voor het jaar

17 Bij de groenteteelt onder glas valt het aandeel tomaten op: 47 %. Kropsla vertegenwoordigt 23 % van het areaal. De meer energievergende teelten tomaten, komkommers en paprika vertegenwoordigen samen bijna 60 %, sla en veldsla 27 %. Bij de fruitteelt onder glas zijn aardbeien dominant aanwezig: 87 % van het areaal. Bij de sierteelt onder glas blijven azalea s het belangrijkst in oppervlakte met 27 % van het areaal. Potplanten inclusief azalea s zijn goed voor 44 % van de oppervlakte. Perk- en potplanten staan in voor 22 %. Bij snijbloemen zijn rozen erg belangrijk. Tabel 6: Verdeling teelten over tuinbouwareaal onder glas (2006) Groenteteelt onder glas 100 % Tomaten 47 % Kropsla 23 % Paprika 8 % Komkommers 4 % Veldsla 4 % Andere 14 % Fruitteelt onder glas 100 % Aardbeien 87 % Bessen 6 % Druiven 4 % Andere 3 % Sierteelt onder glas 100 % Azalea's 27 % Perk- en balkonplanten 22 % Potplanten 17 % Boomkwekerijplanten 13 % Snijbloemen 11 % Andere 10 % Bron: AMS/Rapportering en FOD Economie/Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 94 % van het areaal van de vruchtgroenten en van het areaal van de aardbeien onder glas worden geteeld op substraat. Dit geldt eveneens voor 60 % van de snijbloemen. Voor de andere teelten is het aandeel geteeld op substraat in de totale productie ten hoogste 10 %. 93 % van het sla-areaal wordt geteeld op grond. Dit geldt eveneens voor 80 % van de groenten in teeltafwisseling net als voor 51 % van de andere gewassen, 35 % van fruit, 29 % van snijbloemen, 16 % van andere bol- en knolgewassen en 12 % van het azalea-areaal. In 87 % van de serres is er geen belichting. Dit komt overeen met 90 % van het areaal. Qua grootte orde is dit te vergelijken met Van Lierde D. en Carels K. (2000). In de serres met belichting gebeurt dit voor 47 % met assimilatie en voor 53 % van de gevallen volgens fotoperiode. Assimilatie wordt volgens de enquête voornamelijk bij sierteelt gebruikt. 38 % van het areaal met assimilatie bevat snijbloemen, 22 % kasplanten, 14 % andere bloemen en 8 % azalea. 82 % van het areaal waar belichting volgens fotoperiode van te pas komt wordt geteeld met aardbeien. 17

18 Per teelttype is het gemiddelde areaal van een serre het grootst voor vruchtgroenten. Dit gemiddelde areaal is meer dan tweemaal groter dan het gemiddelde areaal sla onder glas. Per teelttype is het gemiddelde areaal van een serre het kleinst voor fruit (druiven e.a.). Dit areaal is gemiddeld zevenmaal kleiner dan het areaal vruchtgroenten (Tabel 7). Tabel 7: Gemiddeld areaal voor enkele teelten (2005) Teel Gemiddeld areaal Gemiddeld areaal per serre (m²) per bedrijf (m²) Vruchtgroenten Sl Groenten in teeltafwisseling Aardbeien Kasplanten Azalea Snijbloeme Andere bol-, knolgewassen Fruit (druiven e.a.) Andere gewassen Bron: Gavilan J. en Holmstock K. (2007) Aangezien sommige producenten meerdere serres per bedrijf hebben, is logischerwijze het gemiddelde areaal per bedrijf per teeltgroep groter. Dit gemiddelde areaal is het grootst voor vruchtgroenten met m², gevolgd door azalea met m². Het kleinst is dit opnieuw voor fruit met m². Tabel 8 geeft de frequentiedistributie voor glastuinbouwers en glastuinbouwareaal in functie van de leeftijdscategorie. Deze geeft aan dat de jongere bedrijfsleiders duidelijk meer mee zijn met de trend naar schaalvergroting. In de leeftijdscategorie jaar bevindt zich 36,89 % van de glastuinbouwers met 36,21 % van het areaal. Glastuinbouwers in de lagere leeftijdscategorie hebben relatief meer areaal, namelijk 31,69 % areaal voor 18,11 % van de glastuinbouwers. Deze is de hogere leeftijdscategorie hebben relatief minder oppervlakte ter beschikking: 26,88 % van het areaal voor 37,33 % van de glastuinbouwers. Tabel 8: Frequentiedistributie glastuinbouwers en glastuinbouwareaal in functie van de leeftijdscategorie Percentage glastuinbouwers Percentage glastuinbouwareaal < 30 jaar 3,44 4, jaar 18,11 31, jaar 36,89 36, jaar 37,33 26,88 > 65 jaar 4,22 0,72 Bron: Gavilan J. en Holmstock K. (2007) Vanuit socio-economisch standpunt is de bedrijfsopvolging eveneens een interessant gegeven. Zij geeft een indicatie over het voortbestaan van de huidige bedrijven en ook van de sector en van de schaalvergroting en/of herstructurering die zou kunnen verwacht worden. Tabel 9 laat een eerder verontrustend beeld zien, met meer dan 55 % van de bedrijfleiders boven de 50 jaar die geen opvolger hebben en meer dan 25 % die daar nog geen zicht op hebben. Deze informatie is dus rechtstreeks van invloed op bijna 27 % van het glastuinbouwareaal. 18

19 Tabel 9: Bedrijfsopvolging op bedrijven waar de bedrijfsleider ouder is dan 50 jaar Kennis opvolger Areaal Ja 18,16 % 21,03 % Neen 56,10 % 40,97 % Weet nog niet 25,75 % 38,00 % Bron: Gavilan J. en Holmstock K. (2007) 1.2 Evolutie van enkele socio-economische kenmerken van de glastuinbouwsector Evolutie van het aantal glastuinbouwbedrijven Over het beschouwde tijdvak (8 jaar) is het aantal glastuinbouwbedrijven relatief sterk gedaald, met 22,79 %. Dat komt neer op een gemiddelde daling met 3,65 % per jaar. In geval deze zelfde trend zich zou doorzetten naar 2030, zouden nog bedrijven overblijven. In 1990 was nog sprake van bedrijven. Meer informatie: Tabel 10 en Figuur 1. Tabel 10: Evolutie van het aantal glastuinbouwbedrijven Aantal bedrijven Groenteteelt onder glas Fruitteelt onder glas Sierteelt onder glas Totaal Bron: NIS en AMS Figuur 1: Evolutie van het aantal glastuinbouwbedrijven Evolutie aantal glastuinbouwbedrijven Aantal glastuinbouwbedrijven Jaar Groenteteelt onder glas Fruitteelt onder glas Sierteelt onder glas Totaal 19

20 Bron: NIS en AMS Evolutie van het glastuinbouwareaal Over het zelfde beschouwde tijdvak is het areaal glastuinbouw ongeveer constant gebleven. Voor de scenariostudie naar 2030 wordt het areaal ook constant verondersteld. In 1990 was het glastuinbouwareaal kleiner, met ha. De verhoging van de glastuinbouwoppervlakte en het aantal bedrijven in de jaren 90 is zeker maar niet uitsluitend gerelateerd aan de ontwikkeling van de aardbeienteelt onder glas. Meer informatie: Tabel 11 en Figuur 2. Tabel 11: Evolutie van de glastuinbouwoppervlakte Oppervlakte (ha) Groenteteelt onder glas Fruitteelt onder glas Sierteelt onder glas Totaal Bron: NIS en AMS Samen met "andere teelten" (81 ha) wordt het totaal voor 2006: Figuur 2: Evolutie van de glastuinbouwoppervlakte Evolutie glastuinbouwoppervlakte Oppervlakte (ha) Jaar Groenteteelt onder glas Fruitteelt onder glas Sierteelt onder glas Totaal Bron: NIS en AMS 20

21 1.2.3 Evolutie van het relatieve belang van de subsectoren De verhouding tussen de subsectoren in de glastuinbouw is over de periode niet spectaculair gewijzigd. De glasgroenteteelt bleef relatief constant over de beschouwde periode (ietsje gestegen). De fruitteelt onder glas is relatief belangrijker geworden (+3 %). De sierteelt onder glas werd relatief minder belangrijk (-3 %). Meer informatie: Tabel 12 en Figuur 3. Tabel 12: Evolutie van het relatieve belang van de glastuinbouwsubsectoren Relatieve oppervlakte Groenteteelt onder glas 52,74 52,63 52,83 52,40 54,23 52,35 51,77 53,15 Fruitteelt onder glas 11,23 10,88 11,00 11,35 12,31 12,30 12,95 13,96 Sierteelt onder glas 36,03 36,48 36,17 36,24 33,46 35,35 35,28 32,88 Totaal Bron: NIS en AMS Figuur 3: Evolutie van het relatieve belang van de glastuinbouwsubsectoren Relatief belang subsectoren glastuinbouw (in % van de oppervlakte) Relatief belang Jaar Groenteteelt onder glas Fruitteelt onder glas Sierteelt onder glas Totaal Bron: NIS en AMS Evolutie van het relatieve belang van de teelten binnen de subsectoren Glasgroenteteelt Binnen de glastuinbouw zijn over de beschouwde periode wel jaarlijkse fluctuaties waar te nemen, maar zeker geen drastische ontwikkelingen. Sla en paprika hebben wel aan relatief belang gewonnen. Tomaten handhaven zich redelijk goed als belangrijkste glasgroente. De globale cijfers voor tomaten verhullen hier echter de continue stijging van de tomaten substraat ten nadele van de tomaten grond. 21

22 Het beschouwen van een langere periode bijvoorbeeld vanaf 1990 verschaft geen voor deze oefening relevante bijkomende informatie. Meer informatie: Tabel 13 en Figuur 4. Tabel 13: Evolutie van het relatieve belang van de belangrijkste glasgroenteteelten Hectare 1999 in % 2000 in % 2001 in % 2002 in % 2003 in % 2004 in % 2005 in % 2006 in % Totaal waarvan: Tomaten Sla Paprika Komkommers Veldsla Andere Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Figuur 4: Evolutie van het relatieve belang van de belangrijkste glasgroenteteelten Relatief belang belangrijkste glasgroenteteelten Relatief aandeel Andere Veldsla Komkommers Paprika Sla Tomaten Jaar Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Fruitteelt onder glas Binnen de fruitteelt onder glas wordt over de beschouwde periode het grote relatieve belang van de aardbeienteelt alleen maar duidelijker. De druiventeelt onder glas lijkt wat aan relatief belang te verliezen, ten voordele van de andere fruitsoorten (bessen ). Meer informatie: Tabel 14 en Figuur 5. Tabel 14: Evolutie van het relatieve belang van de fruitteelten onder glas Hectare 1999 in % 2000 in % 2001 in % 2002 in % 2003 in % 2004 in % 2005 in % 2006 in % Totaal waarvan Aardbeien Druive Andere fruitsoorten Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 22

23 Figuur 5: Evolutie van het relatieve belang van de fruitteelten onder glas Relatief belang fruitteelten onder glas Relatief aandeel Andere fruitsoorten Druiven Aardbeien Jaar Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Sierteelt onder glas Voor de sierteelten onder glas is slechts een partieel beeld geschetst. Dit beeld laat over de beschouwde periode eveneens fluctuaties zien van jaar tot jaar, maar geeft geen duidelijke trends aan, ook al omdat bepaalde categorieën een verzameling zijn van een hele reeks plantensoorten. Andere databronnen geven dan weer aan dat boomkwekerijproducten over de laatste jaren eerder in de lift zitten, terwijl kamerplanten aan relatief belang zouden verliezen. Meer informatie: Tabel 15 en Figuur 6. Tabel 15: Evolutie van het relatieve belang van enkele sierteelten onder glas Hectare 1999 in % 2000 in % 2001 in % 2002 in % 2003 in % 2004 in % 2005 in % Totaal waarvan: Azalea's Snijbloemen Bollen en knollen Potchrysanten Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 23

24 Figuur 6: Evolutie van het relatieve belang van enkele sierteelten onder glas Relatief belang enkele sierteelten onder glas 6 5 Relatief aandeel Potchrysanten Bollen en knollen Snijbloemen Azalea's Jaar Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Te verwachten evolutie algemeen Zoals in de landbouwsector in het algemeen wordt ook in de glastuinbouw meer schaalvergroting verwacht. Schaalvergroting is in de meeste gevallen een must voor de borging van de rendabiliteit. Deze verwachting concretiseert zich over de jaren ook in een duidelijke trend naar verhoging van de gemiddelde glastuinbouwoppervlakte per bedrijf. Deze is gevisualiseerd in Tabel 16 en Figuur 7). Tabel 16: Evolutie van de glastuinbouwoppervlakte per bedrijf Aantal bedrijven met glastuinbouw Glastuinbouwoppervlakte Gemmiddelde oppervlakte 0,45 0,47 0,48 0,50 0,48 0,53 0,54 0,59 per glastuinbouwbedrijf* Bron: NIS en AMS * zonder "andere teelten" 24

25 Figuur 7: Evolutie van de gemiddelde glastuinbouwoppervlakte per bedrijf Evolutie gemiddelde glastuinbouwoppervlakte 0,70 Gemmiddelde oppervlakte per bedrijf 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0, Jaar Gemmiddelde oppervlakte Bron: NIS en AMS De schaalvergroting zou redelijk analoog verlopen in de verschillende subsectoren (groente - fruitsierteelt). Het is moeilijk om te voorspellen of de huidige trend kan aanhouden. Deze zou in 2030 resulteren in een reductie tot op 31,58 % (minder dan 1 op 3 bedrijven blijft over) ten opzichte van 1999, en in een reductie tot op 40,97 % (minder dan 1 op 2 blijft over) ten opzichte van De dure energie zou het proces op kortere termijn kunnen versnellen. Een versnelde koude sanering is denkbaar. Naast schaalvergroting moet ook gedacht worden aan verdere specialisatie, dus aan minder teelten (slechts 1 teelt?) per bedrijf, maar op een grotere oppervlakte. Meer specialisatie zal ook betekenen dat eerst gekozen wordt voor een bepaalde teelt en dat het bedrijf daar specifiek naar wordt ingericht. Dat is bij een aantal bedrijven uiteraard ook nu al het geval. Op basis van de trend , berekend op basis van het dalende aantal bedrijfsleiders en het constant blijvende areaal onder glas, zou het NIS gemiddelde bedrijfsareaal tegen 2030 evolueren naar 1,50 ha. Dat is een stuk groter dan het gemiddelde areaal uit 2006 (0,62 ha). Het is echter nog steeds lager dan wat voor de glasgroenteteelt uit rendabiliteitstudies wordt aangegeven als een minimum: naar 2,50 ha en meer. Voor fruitteelt onder glas (vooral aardbeien) zou een gemiddelde van 1 ha wel kunnen. Deze teelt is voor verschillende aspecten immers een heel stuk managementintensiever dan de glasgroenteteelt. Vanuit het perspectief van vandaag is het omwille van de energieproblematiek zeker denkbaar dat een versnelde koude sanering kan leiden tot een hoger gemiddeld bedrijfsareaal tegen Een globaal gemiddelde (over de subsectoren heen) van minimum 2 ha lijkt daarom nog acceptabel. Dat zou neerkomen op glastuinbouwbedrijven in Tussen subsectoren worden tegen 2030 geen echt spectaculaire verschuivingen verwacht, maar wordt door een aantal experts op basis van de recente ontwikkelingen toch gedacht in de richting van duidelijk meer glasgroente, van iets meer fruitteelt onder glas (aardbeien), en van een verdere vermindering van het relatieve belang (in areaal) van de sierteelt onder glas. Op basis van de expertenbevraging en los van de aannames die in de verschillende scenario s kunnen worden gedaan, lijkt volgende procentuele verdeling daarom verdedigbaar: 25

26 groenteteelt onder glas: 51,16 % 57 % ha - fruitteelt onder glas: 13,44 % 14 % 300 ha - sierteelt onder glas 31,65 % 25 % 540 ha - andere onder glas: 3,75 % 4 % 88 ha (saldo) ha Binnen de subsectoren worden door de experts geen grote veranderingen in het vooruitzicht gesteld met betrekking tot het relatieve belang van de teelten. Daarmee wordt zeker ook bedoeld dat het moeilijk is om over zo een periode veranderingen te voorspellen, omdat deze afhankelijk zijn van diverse factoren: ontwikkeling van de globale vraag, van de consumentenpreferenties, van de energieprijzen, van de technologische ontwikkelingen Het is in die zin ook niet evident om een bepaalde trend uit het verleden zomaar door te trekken. Tenslotte wordt zo een voorspelling ook als minder relevant ingeschat in het kader van een emissiescenario-oefening. Zo wordt bijvoorbeeld voor de sierteelt ook de vraag niet beantwoord of de azaleateelt in dezelfde mate zal kunnen standhouden. Ter vergelijking wordt kort ingegaan op de kengetallen voor de Nederlandse glastuinbouw. In 2006 bedroeg het glasareaal ha, waarvan ha verwarmde teelt. De glasgroenteteelt nam ha voor zijn rekening of 43,8 %. De sierteelt onder glas was goed voor ha of 55,7 %. De fruitteelt onder glas was erg beperkt met slechts 49 ha. In 2006 waren er in Nederland glastuinbouwbedrijven. De gemiddelde glasareaal per bedrijf bedroeg derhalve 1,29 ha. Over de periode van 1980 tot nu is het aantal glastuinbouwbedrijven in Nederland gestaag en stevig gedaald: (1980), (1985), (1990), (1995), (2000) en (2005). Het glasareaal daarentegen is geleidelijk gestegen: ha (1980), ha (1990) en ha (2000). Over de laatste (bijna) 30 jaar heeft zich in Nederland een belangrijke schaalvergroting voorgedaan, van een gemiddelde van 0,56 ha/bedrijf in 1980, over 0,60 ha/bedrijf in 1985, 0,68 ha/bedrijf in 1990, 0,78 ha/bedrijf in 1995, 0,95 ha/bedrijf in 2000, en 1,23 ha/bedrijf in Milieukenmerken van de glastuinbouwsector in Energiegebruik Het totale energieverbruik van de Vlaamse glastuinbouw in 2006 wordt gevonden in de MIRA-T 2007 Kernset milieudata voor dat jaar. Het bedraagt TJ, wat neerkomt op 63,70 % van het totale energiegebruik in de landbouw (Tabel 17). De cijfers uit MIRA-T 2007 Kernset milieudata zijn gebaseerd op de VITO Energiebalans Vlaanderen, de officiële databron, en worden als referentie genomen voor de gevraagde scenariostudies in het kader van MIRA-S Glastuinbouw. Tabel 17: Totaal energiegebruik (2006) Totaal energiegebruik Vlaamse landbouw TJ 10 % (in TJ) Totaal energiegebruik glastuinbouw TJ 63,70 % (in TJ) Bron: VITO Energiebalans Vlaanderen 2006 De VITO-Energiebalans -cijfers liggen wel beduidend hoger dan de door Lenders S. et al. (2008) op basis van het landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) bekomen cijfers voor In deze studie werd TJ energiegebruik berekend voor de landbouw in zijn geheel en TJ voor de glastuinbouw. Opvallend is ook dat de glastuinbouw in deze studie een nagenoeg gelijk percentage voor zijn rekening neemt van het globale verbruik (61,14 %). 26

27 Het verschil zit in de methodologie: top-down in het geval van de VITO Energiebalans en bottomup in het geval van Lenders S. et al. Het LMN (Landbouwmonitoringsnetwerk) vertrekt vanuit een steekproef van een beperkt aantal bedrijven en een permanente registratie per bedrijf. Dit wordt dan geëxtrapoleerd naar alle bedrijven in Vlaanderen. Dit is een bottom-up methode om tot een totaal energiegebruik voor de landbouw te komen. De cijfers uit de VITO Energiebalans Vlaanderen komen tot stand door enerzijds op literatuur gebaseerde kengetallen te vermenigvuldigen met de activiteiten (oppervlakte, aantal dieren). Dit is te aanzien als een activiteitsgebaseerde methode, waar de kengetallen het gemiddelde verbruik per eenheid weergeven, over alle soorten bedrijven heen. De sectorindeling is gebaseerd op homogene activiteiten: bv. alle rundvee samen, alle varkens samen. Anderzijds wordt het aardgasverbruik van de landbouw, volledig toegekend aan de deelsector glastuinbouw. Het elektriciteitsverbruik in de glastuinbouw is het verschil van het totaal voor de landbouw, gerapporteerd door de netbeheerder, en het elektriciteitsverbruik van de overige deelsectoren, berekend op basis van kengetallen. Tabel 18 onderstreept het bijzonder grote belang van verwarming in het energiegebruik van de Vlaamse glastuinbouw. Tabel 18: Aandeel verwarming in energiegebruik glastuinbouw (2005) Aandeel verwarming in energiegebruik glastuinbouw (in TJ) Verwarming TJ 94,43 % Andere 860 TJ 5,57 % Bron: Lenders S. et al. (2008) Verdeling energiegebruik over de glastuinbouwsubsectoren Het betreft hier het primaire brandstofgebruik (zonder elektriciteit) voor de verwarming van serres. Recente gegevens zijn hierover niet beschikbaar. Uit Maertens A. en Van Lierde D. (2002) kan over de periode wel een gemiddelde worden afgeleid. Het naar voren schuiven van zo een gemiddelde is verdedigbaar omdat kan worden vastgesteld dat de onderlinge verhouding van het primaire brandstofgebruik tussen de subsectoren niet drastisch wijzigt over de beschouwde jaren. Het absolute verbruik wijzigt wel (daalt namelijk over de jaren ) (Tabel 19). Tabel 19: Verdeling primair brandstofgebruik (zonder elektriciteit) door de glastuinbouwsubsectoren Aandeel primair brandstofgebruik (zonder elektriciteit) Glasgroenteteelt 66,35 Sierteelt onder glas 30,37 Fruit- en overige 3,28 teelten onder glas Totaal 10 Bron: Maertens A. en Van Lierde D. (2002) Uit deze informatie blijkt de dominante rol van de glasgroenteteelt in het primaire brandstofgebruik. De fruitteelt onder glas vertegenwoordigt samen met de overige teelten minder dan 4 % van het primaire brandstofgebruik (zonder elektriciteit) voor de verwarming van serres. In combinatie met de arealen die de subsectoren voor hun rekening nemen, kan voor het primaire brandstofgebruik ook de relatieve energie-intensiteit per subsector worden gevisualiseerd (Tabel 20). 27

Inleiding. Doelstelling

Inleiding. Doelstelling 25 Inleiding Marleen Van Steertegem, MIRA-team, VMM Myriam Dumortier, NARA, INBO Doelstelling De samenleving wordt complexer, en verandert steeds sneller. Het beleid kan zich niet uitsluitend baseren op

Nadere informatie

Resultaten in de glastuinbouwenquête Karakteristieken en energiegebruik

Resultaten in de glastuinbouwenquête Karakteristieken en energiegebruik Resultaten in de glastuinbouwenquête 2006. Karakteristieken en energiegebruik Juni 2007 José Gavilán (AM&S) Koen Holmstock (ADLO) VLAAMSE OVERHEID Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring

Nadere informatie

MIRA 2009 WETENSCHAPPELIJK RAPPORT

MIRA 2009 WETENSCHAPPELIJK RAPPORT MIRA 2009 WETENSCHAPPELIJK RAPPORT Energie- en Klimaatscenario s voor de sectoren Energie en Industrie Milieurapport Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Van Benedenlaan 34 2800 Mechelen tel. 015 45 14

Nadere informatie

Situatieschets van de glastuinbouw in Vlaanderen. Marleen Mertens

Situatieschets van de glastuinbouw in Vlaanderen. Marleen Mertens Situatieschets van de glastuinbouw in Vlaanderen Marleen Mertens Glastuinbouw: belangrijke deelsector in Vlaamse landbouw Areaal tuinbouw: 8,2 % landbouwareaal glastuinbouw: 0,3 % van het landbouwareaal

Nadere informatie

Advies betreffende impact van de bevolkingsgroei op ruimtegebruik op basis van de natuurverkenning 2030

Advies betreffende impact van de bevolkingsgroei op ruimtegebruik op basis van de natuurverkenning 2030 Advies betreffende impact van de bevolkingsgroei op ruimtegebruik op basis van de natuurverkenning 2030 Nummer: INBO.A.2011.24 Datum advisering: 7 maart 2011 Auteur: Johan Peymen (johan.peymen@inbo.be)

Nadere informatie

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN Praktisch De tuinbouwsector neemt slecht 8% van de totale landbouwoppervlakte in Vlaanderen in beslag, maar is verantwoordelijk voor bijna één derde van

Nadere informatie

TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009

TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009 TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009 Wetenschappelijk rapport Sectoren Huishoudens en Handel & Diensten Milieurapport Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Van Benedenlaan 34 2800 Mechelen tel. 015 45 14 61 fax

Nadere informatie

TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009

TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009 TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009 Wetenschappelijk rapport Sectoren Huishoudens en Handel & Diensten Milieurapport Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Van Benedenlaan 34 2800 Mechelen tel. 015 45 14 61 fax

Nadere informatie

Inleiding. Doelstelling

Inleiding. Doelstelling 19 Inleiding Myriam Dumortier, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Marleen Van Steertegem, Vlaamse Milieumaatschappij - Milieurapport Doelstelling De samenleving wordt complexer, en verandert steeds

Nadere informatie

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN Els Bernaerts, Els Demuynck VLAANDEREN UW VARKENS ANDEEL S GESTEGEN STIJGING RUNDVEE TABEL BASIS INBOUWWAARDE BELANG KOSTEN DRIJVENFAK GROENTEN AGRARISCHE MILJARD ERINGSKAART MELK MILJOEN LANDBOUWBEDRIJVEN

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 ANNEX 4 MACRO-ECONOMISCHE ONDERBOUWING VAN HET BAU-SCENARIO Auteur: J. Duerinck INHOUD 1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 1.1 Analyse trendmatige evoluties toegevoegde waarde 2 1.2 Methode voor

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Transport: referentie- en Europascenario

Transport: referentie- en Europascenario : referentie- en Europascenario Wetenschappelijk rapport TOEKOMSTVERKENNING MIRA 2009 Milieurapport Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Van Benedenlaan 34 2800 Mechelen tel. 015 45 14 61 fax 015 43 32

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ v.u. Jules Van Liefferinge depotnr. D/2015/3241/316 www.vlaanderen.be/landbouw DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ PRODUCTIEWAARDE, MILJOEN EURO, 2014 overige 167 223 325 512 602 1.460 844 712 355 179 102

Nadere informatie

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

Natuurverkenning 2030

Natuurverkenning 2030 Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van

Nadere informatie

Wetenschappelijk rapport MIRA 2009 Transport: visionair scenario

Wetenschappelijk rapport MIRA 2009 Transport: visionair scenario Milieurapport Vlaanderen Vlaamse Milieumaatschappij Van Benedenlaan 34 2800 Mechelen tel. 015 45 14 61 fax 015 43 32 80 e-mail mira@vmm.be website www.milieurapport.be Auteurs Eef Delhaye, Bruno Van Zeebroeck,

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Belemmeringen 5. Administratieve taken 6. Meer informatie 1.

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 14 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 14 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie 1. Blik op de conjunctuurindex 2. Landbouw per deelsector 3. Tuinbouw

Nadere informatie

Land- en tuinbouw in provincie Antwerpen - Ontwikkelingskansen glastuinbouw

Land- en tuinbouw in provincie Antwerpen - Ontwikkelingskansen glastuinbouw Land- en tuinbouw in provincie Antwerpen - Ontwikkelingskansen glastuinbouw Koen Eyskens 1-16/06/2017 Antwerpse land- en tuinbouw, een divers maar sterk merk! Enkele cijfers (2015): 3600 bedrijven 15%

Nadere informatie

Bepaling van het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw

Bepaling van het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw Bepaling van het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw Annemie Maertens, Dirk Van Lierde Centrum voor Landbouweconomie (CLE) Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA

Nadere informatie

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 juni Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de eerste WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De bedoeling

Nadere informatie

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Onderbenutting toeslagrechten: campagne Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

1 Beleidsscenario s. Hoofdlijnen

1 Beleidsscenario s. Hoofdlijnen milieuverkenning 2030 31 1 Beleidsscenario s Saskia Opdebeeck, Fre Maes, Stijn Overloop, Johan Brouwers, mira-team, vmm Hoofdlijnen De Milieuverkenning 2030 is een toekomstverkenning aan de hand van drie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013 FOCUS 214 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 213 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2017 INHOUD 1. Index stijgt lichtjes 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Meer informatie 1. INDEX STIJGT

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Productierekening 2005

Productierekening 2005 Productierekening 2005 December 2006 Els Demuynck Els Bernaerts Jonathan Platteau Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel De productierekening

Nadere informatie

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 2014 INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW RESULTATEN 2014 VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op innovatie 2. Innovatie bij Vlaamse land-

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOOR DE WOONSECTOR IN 2001 EN 2002, SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR Synthesedocument Uitgevoerd op verzoek van het BIM, de Administratie

Nadere informatie

Tuinbouw & energie. Merksplas 29 mei 2010.

Tuinbouw & energie. Merksplas 29 mei 2010. Merksplas 29 mei 2010. Veiling Hoogstraten: Coöperatie van 300 actieve leden Productomzet 2009 : 120 milj./ zakencijfer 150 milj. Aardbeien, tomaten, paprika, komkommer. Dienstverlening in verkoop, marktklaar

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

De Vlaamse glastuinbouw en zijn concurrenten

De Vlaamse glastuinbouw en zijn concurrenten 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse glastuinbouw en zijn concurrenten Hadewych Georges Dirk Van Lierde Ann Verspecht DK UK NL BE 35 210 30 25 20 180 150 120 DE 15 90 10 60 5 30 0 ES FR IT

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Co-innovatie in de glastuinbouw KIVI NIRIA jaarcongres 2010 Ir. P. Jan Smits 6 oktober 2010 Inhoud Introductie Kengetallen en energietransitie Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten Monitoring 2008 Rapportering definitieve resultaten februari 2010 Voorwoord Zoals afgesproken tijdens de Auditcommissie van 29 september 2009 heeft het Verificatiebureau een aanvullend rapport voor de

Nadere informatie

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem

Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem Mogelijke innovaties tot energiebesparing in de Vlaamse glastuinbouw Evert Eriksson 23 oktober, PCS Destelbergen Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt, Kruishoutem Overzicht 1. Situatie glastuinbouw

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

MIRA 2012 Landbouw. Eco-efficiëntie van de landbouw

MIRA 2012 Landbouw.   Eco-efficiëntie van de landbouw MIRA 212 Landbouw Eco-efficiëntie van de landbouw DP index (=1) 11 1 9 8 7 6 5 4 productiewaarde* energiegebruik emissie broeikasgassen emissie fijn stof (PM 2,5 ) P-belasting oppervlaktewater verzurende

Nadere informatie

voetafdrukrekeningen, herbe rekend

voetafdrukrekeningen, herbe rekend De Belgische voetafdrukrekeningen, herbe rekend 2 april 2009 Lies Janssen Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie De ecologische voetafdruk van België + Luxemburg Tot 2007 publiceerde Global

Nadere informatie

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Externe notitie Petten, 8 juli 2013 Afdeling Policy Studies ECN-N--13-028 Van Cees Volkers Wouter Wetzels Onderwerp Nieuwste inzichten Nederlands gasverbruik Inleiding ECN Policy Studies voert regelmatig

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Inleiding

Samenvatting. 1 Inleiding Samenvatting 1 Inleiding Door te consumeren verbruiken mensen energie. Er wordt niet alleen direct energie verbruikt in de vorm van aardgas, elektriciteit of benzine, maar er wordt ook indirect energie

Nadere informatie

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 17/11/2014 Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 Kadering» VITO actualiseert jaarlijks, in opdracht van LNE, CO 2 -inventaris gemeenten» Taken voorzien in actualisatie

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Phytofar standpunt: risico-evaluatie van neonicotinoïden gebruikt in België

Phytofar standpunt: risico-evaluatie van neonicotinoïden gebruikt in België Phytofar standpunt: risico-evaluatie van neonicotinoïden gebruikt in België (standpunt gebaseerd op UGent-studie in opdracht van Phytofar) Brussel, 08 mei 2013 In België maakt men gebruik van de PRIBEL-indicator

Nadere informatie

Fysieke energiestroom rekeningen

Fysieke energiestroom rekeningen Wetenschappelijk Comité van het INR 26 september 2017 Fysieke energiestroom rekeningen 2014-2015 Vincent Vandernoot Federaal Planbureau Inleiding Wat? Energie-aanbod en -gebruik binnen de economie en stromen

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX OPNIEUW DALEND 1. Index opnieuw dalend Na drie opwaartse rondes daalt de conjunctuurindex van de Vlaamse

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 18-08-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 22-08-2018 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige

Nadere informatie

Werkgroep Landbouw (2 e deel: glastuinbouw) 20 september 2007

Werkgroep Landbouw (2 e deel: glastuinbouw) 20 september 2007 Werkgroep Landbouw (2 e deel: glastuinbouw) 20 september 2007 Doelstelling: 75 % van het energiegebruik in de glastuinbouw op basis van aardgas en andere duurzame energiebronnen in 2012 Energie enquête

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. Index opnieuw dalend 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Programma Kas als Energiebron Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Inhoud Kenmerken glastuinbouw Introductie Programma Kas als Energiebron

Nadere informatie

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Graag informeren wij u over de uitkomsten van onze Carbon Footprint en de derde CO 2 Emissie-inventarisatie, dit alles over 2014. Hierin zijn de hoeveelheden

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Rondetafel Klimaat, 20/06/2016 Departement Landbouw en Visserij Inhoud (1) Waar wil Europa naartoe? (2) Waar staat Vlaanderen? Landbouw en visserij?

Nadere informatie

Inagro en de Provincie West-Vlaanderen bouwen nieuwe onderzoeksserre op het dak van de Reo Veiling

Inagro en de Provincie West-Vlaanderen bouwen nieuwe onderzoeksserre op het dak van de Reo Veiling Inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Beitem T 051 27 32 00 F 051 24 00 20 E info@inagro.be PERSBERICHT Inagro en de Provincie West-Vlaanderen bouwen nieuwe onderzoeksserre op het dak van de Reo Veiling De Provincie

Nadere informatie

Belgisch areaal aardappelen 2015

Belgisch areaal aardappelen 2015 02.4 Belgisch areaal aardappelen 2015 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP) Samenvatting In 2015 werden iets minder aardappelen uitgeplant. De daling was echter beperkt en het totale areaal blijft

Nadere informatie

CO2-reductiedoelstellingen

CO2-reductiedoelstellingen CO2-reductiedoelstellingen Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 20-02-2017 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem,

Nadere informatie

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, 2012-2016 Indicator 16 januari 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX STABIEL 1. Index stabiel De conjunctuurindex van de Vlaamse land- en tuinbouw blijft nagenoeg gelijk op 79.

Nadere informatie

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 20 januari 2016 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Europees

Nadere informatie

Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België

Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa Workshop 13 september 2012 Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België Lies Janssen Federaal Planbureau Milieurekeningen:

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2015 INHOUD 1. Blik op de productierekening 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto toegevoegde waarde 5. Meer informatie 6. Overzicht

Nadere informatie

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas,

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016 Indicator 16 January 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Ruimte voor landbouw op Grond van de toekomst

Ruimte voor landbouw op Grond van de toekomst Ruimte voor landbouw op Grond van de toekomst Jos Van Orshoven, Hubert Gulinck en Kirsten Bomans, K.U.Leuven i.s.m. Xavier Gellynck, Guido Van Huylenbroeck, Valérie Vandermeulen, Kathleen Bervoets (U.Gent),

Nadere informatie

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014 Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Investeringen 5. Belemmeringen 6. Meer informatie 1. VLAAMSE

Nadere informatie

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn

Nadere informatie

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Rapport JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN www.vlaanderen.be Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Auteur Veerle Vermeyen

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2014 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2011-2013 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

LARA LANDBOUWRAPPORT Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij

LARA LANDBOUWRAPPORT Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij LARA LANDBOUWRAPPORT 2014 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij VIRA VISSERIJRAPPORT 2014 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij WELKOM Kristof Van Laere Sierteler LARA 2014 Dirk

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS INNOVATIE IN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW Resultaten 2017 van het LMN INHOUD 1. Blik op innovatie 2. Innovatie bij Vlaamse landen tuinbouwbedrijven 3. Kenmerken van innoverende bedrijven 4. Besluit

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest

Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest Hieronder volgt een presentatie van structuurkenmerken van bedrijfstypen, die producten kunnen leveren die voor de Streekwinkels interessant kunnen zijn.

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2017 INHOUD 1. Index klimt verder uit dal 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie

Nadere informatie

Rol van de groentespeciaalzaak

Rol van de groentespeciaalzaak Rol van de groentespeciaalzaak Analyse van de huishoudelijke aankoop van groenten en fruit bij de groentespeciaalzaak PT 2010-20 Maart 2010 - Anne Marie Borgdorff Productschap Tuinbouw, Markt & Innovatie

Nadere informatie

Energiemanagement actieplan 2017

Energiemanagement actieplan 2017 Energiemanagement actieplan 2017 Energie Management Actieplan 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Reductiedoelstellingen 4 2.1 Bedrijfsdoelstelling 4 2.2 Scope 1 4 2.3 Scope 2 4 3. Plan van Aanpak 5 3.1

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 17 maart 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

opmaak van een visie voor de vestiging van glastuinbouw in de macrozone glastuinbouwgebied Roeselare WINVORM 11 oktober 2011

opmaak van een visie voor de vestiging van glastuinbouw in de macrozone glastuinbouwgebied Roeselare WINVORM 11 oktober 2011 opmaak van een visie voor de vestiging van glastuinbouw in de macrozone glastuinbouwgebied Roeselare WINVORM 11 oktober 2011 provincie west-vlaanderen - dienst economie/reo veiling inhoud situering en

Nadere informatie

Eindrapport 650-project Duurzame glastuinbouwclusters. Oktober 2011 September Context

Eindrapport 650-project Duurzame glastuinbouwclusters. Oktober 2011 September Context Eindrapport 650-project Duurzame glastuinbouwclusters. Oktober 2011 September 2014 1. Context De provincie Antwerpen is goed voor 40% van alle glastuinbouw in Vlaanderen en huisvest meer dan 50% van alle

Nadere informatie

Economische impactmodules voor het EUROS model

Economische impactmodules voor het EUROS model ECONOTEC CONSULTANTS (Contracten CG/67/28a & CG/E1/28B) Economische impactmodules voor het EUROS model Synthese Eindrapport K. Marien, J. Duerinck, R. Torfs, F. Altdorfer Studie in opdracht van de Federale

Nadere informatie