Uitwerking bijzondere bijstand inrichtingskosten en herziening beleidsregels Inkomensondersteuning

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerking bijzondere bijstand inrichtingskosten en herziening beleidsregels Inkomensondersteuning"

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitwerking bijzondere bijstand inrichtingskosten en herziening beleidsregels Inkomensondersteuning Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting In dit voorstel werken we het raadsamendement rondom bijzondere bijstand voor inrichtingskosten uit en zorgen we voor een herziening van de beleidsregels Inkomensondersteuning. Hiervoor trekken we de oude beleidsregels Inkomensondersteuning Participatiewet 2016 in en stellen de nieuwe versie vast. Verder stellen we met dit voorstel ook twee raadsbrieven vast om de raad te informeren over de uitwerking van de verordening Klantenparticipatie P-wet, de uitwerking van het amendement rondom bijzondere bijstand voor inrichtingskosten en de Minimaeffectenrapportage (MER) Tot slot zijn naast de beleidsregels Inkomensondersteuning ook twee verordeningen aan een herziening toe. We stellen daarom aan de Raad voor deze hernieuwde verordeningen vast te stellen. Ter besluitvorming door het college 1. De beleidsregels Inkomensondersteuning Participatiewet 2016 in te trekken. 2. De beleidsregels Inkomensondersteuning Participatiewet 2017 vast te stellen. 3. De raadsbrief Terugkoppeling uitwerking verordening Klantenparticipatie P-wet vast te stellen. 4. De raadsbrief Uitwerking inrichtingskosten bijzondere bijstand en Minima-effectenrapportage 2017 vast te stellen. Aan de Raad voor te stellen 1. De verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 in te trekken. 2. De verordening Individuele Inkomenstoeslag 2017 vast te stellen. 3. De verordening klantenparticipatie Participatiewet 2015 in te trekken. 4. De verordening klantenparticipatie Participatiewet 2017 vast te stellen Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Golshid Al Eshaq, 3338 Datum ambtelijk voorstel 30 mei 2017 Registratienummer Steller Golshid Al Eshaq Paraaf akkoord Datum Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 12 juni 2017 Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.4 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder Collegevoorstel uitwerking bijzondere bijstand inrichtingskosten

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling Wij kennen in Nijmegen een ruimhartig minimabeleid waarmee we veel mensen bereiken. Zo laat de Minima-effectenrapportage (MER) 2017 zien dat de diverse vormen van inkomensondersteuning in onze gemeente een positief effect hebben op de bestedingsruimte van onze inwoners. Ten opzichte van 2014 zijn zelfs alle huishoudens erop vooruitgegaan. Ons ruimhartig minimabeleid leidt echter tegelijkertijd tot flinke overschrijdingen. Het is daarom onze taak om kritisch te kijken naar de mogelijkheden om de uitgaven te beperken zonder dat dit ten koste gaat van de effectiviteit van ons minimabeleid. In dit collegevoorstel maken we hier een begin mee (zie 1.1). Met dit voorstel zorgen we verder voor: een herziening van onze beleidsregels Inkomensondersteuning (2.2), de vaststelling van twee raadsbrieven (2.3) en twee verordeningen ter besluitvorming door de raad (2.4). 1.1 Bijzondere bijstand voor inrichtingskosten Vorig jaar hebben we geconstateerd dat we op het gebied van bijzondere bijstand ruime bedragen hanteren voor wooninrichting en duurzame gebruiksgoederen (hierna inrichtingskosten). Op 29 maart 2016 heeft ons college daarom besloten de hoogte van de bijzondere bijstand voor inrichtingskosten, voor het merendeel van de goederen, te verlagen met 25%. De gemeenteraad heeft zijn onvrede geuit op dit besluit met als gevolg dat dit besluit door het college is ingetrokken. De cliëntenraad Participatiewet (hierna cliëntenraad) is door de raad gevraagd een advies (zie bijlage ter inzage advies cliëntenraad ) uit te brengen over het genomen besluit en alternatieve oplossingen aan te dragen. De raad heeft bij de vaststelling van de Stadsbegroting op 2 november 2016 een amendement aangenomen om een besparing van te realiseren én het advies van de Clientenraad Participatiewet op te volgen. Naar aanleiding van het raadsamendement besluiten we op een paar goederen na 25% korting te hanteren op de Nibudprijzen en daarnaast rekening te houden met vrije bestedingsruimte. De wijzigingen nemen we op in de beleidsregels Inkomensondersteuning Verderop in het voorstel lichten we ons besluit toe. 2.2 Herziening beleidsregels Inkomensondersteuning Naast de inhoudelijke wijzigingen van de beleidsregels Inkomensondersteuning op het gebied van inrichtingskosten, zijn deze beleidsregels op enkele onderdelen ook aan een herziening toe. Het gaat met name om kleine aanpassingen, aanscherpingen of verduidelijkingen van onze huidige regelgeving. 2.3 Raadsbrieven: informeren raad We hebben de raad toegezegd ze te informeren over de uitwerking van de verordening Klantenparticipatie P-wet, de uitwerking van het amendement rondom bijzondere bijstand voor inrichtingskosten en de Minima-effectenrapportage Hiervoor stellen we met dit voorstel twee raadsbrieven vast (zie bijlagen). 2.4 Verordeningen: Individuele Inkomenstoeslag en Klantenparticipatie P-wet Tot slot zijn naast de beleidsregels Inkomensondersteuning ook twee verordeningen aan een herziening toe. Het gaat om de verordening Individuele Inkomenstoeslag en de verordening Klantenparticipatie Participatiewet. De raad heeft de bevoegdheid verordeningen vast te stellen. We stellen daarom aan de raad voor de hernieuwde verordeningen vast te stellen. Zie Raadsvoorstel in de bijlage voor verdere toelichting.

3 Collegevoorstel Vervolgvel 2 2 Juridische aspecten Het wettelijk kader wordt gevormd door de Participatiewet. We zijn als college bevoegd om in aanvulling op de Participatiewet lokale regelgeving vast te leggen in de beleidsregels. De raad heeft de bevoegdheid verordeningen vast te stellen. 3 Doelstelling Doelstelling van dit voorstel is de beleidsregels Inkomensondersteuning Participatiewet 2017 vast te stellen. Daarnaast is het doel van dit voorstel om de raadsbrief Terugkoppeling uitwerking Klantenparticipatie P-wet en Uitwerking inrichtingskosten bijzondere bijstand en Minima-effectenrapportage 2017 vast te stellen. 4 Argumenten Hieronder beargumenteren we de wijzigingen die we willen aanbrengen aan de beleidsregels Inkomensondersteuning. Inhoudelijke wijziging beleidsregels: uitwerking bijzondere bijstand voor inrichtingskosten 25% korting op Nibudprijzen Net als het ingetrokken collegebesluit van 26 maart 2016, passen we op een paar uitzonderingen na 25% korting toe op de Nibudprijzen voor inrichtingskosten. De Nibudprijzen voor de producten waar we een uitzondering op maken (televisie, kookplaat en woningstoffering), blijken in de praktijk minimumprijzen. Een korting van 25% op deze producten vinden we om die reden niet verantwoord. De cliëntenraad geeft in haar advies aan dat uitsluitend bij meubelen een korting toegepast kan worden omdat alleen bij meubelen goederen van goede kwaliteit goedkoper nieuw of tweedehands aangeschaft zouden kunnen worden (de Nibudprijs voor een bankstel is bijvoorbeeld 1.080). Bij alle andere goederen, zoals witgoed, zou volgens de cliëntenraad de Nibudprijzen gehanteerd moeten worden in het kader van onder andere duurzaamheid en hygiëne. We hebben echter nogmaals kritisch gekeken naar het doorvoeren van 25% korting op de Nibudprijzen op alle goederen. In de praktijk zien we dat met een korting op de Nibudprijzen voor de overige goederen (op een paar uitzonderingen na die eerder zijn genoemd) nog steeds duurzame, nieuwe en kwalitatief goede producten aangeschaft kunnen worden. Het is hierbij goed om te weten dat de Nibudprijzen slechts richtlijnen zijn voor gemeenten en het Nibud geen waarde (norm) toekent aan de prijzen. Op dit punt wijken we daarom af van het advies van de cliëntenraad. Tot slot zijn we ervan overtuigd dat het doorvoeren van een korting op de Nibudprijzen de noodzakelijke besparing oplevert en tegelijkertijd geen negatief effect zal hebben op de bestedingsruimte van de financieel kwetsbare inwoners in onze stad. We blijven namelijk uitgaan van goederen met kwaliteit tegen reële prijzen. Andere verantwoordingsmethodiek: 15% vrije bestedingsruimte We gaan in lijn met het advies van de cliëntenraad andere richtlijnen toepassen voor de verantwoording van de besteding bijzondere bijstand voor inrichtingskosten. Daar waar eerst 100% van het verstrekte bedrag verantwoord moest worden, geldt voortaan dat 85% van het verstrekte bedrag verantwoord dient te worden. De overige 15% wordt gezien als vrije bestedingsruimte wat men niet hoeft te verantwoorden. Dit gedeelte kan worden ingezet om bijvoorbeeld vervoerskosten voor het vervoeren van de aangeschafte goederen te bekostigen of voor het halen van een computer of fiets.

4 Collegevoorstel Vervolgvel 3 De cliëntenraad geeft namelijk aan dat wanneer een korting wordt doorgevoerd op de Nibudprijzen, creatief budgetteren (zoals tweedehands, goedkopere goederen aanschaffen) gestimuleerd moet worden en er budget beschikbaar gemaakt moet worden voor vervoerskosten. Een ander argument om de verantwoordingsmethodiek te wijzigingen heeft te maken met het feit dat onder andere Vluchtelingenwerk aangeeft dat de lijst met noodzakelijke goederen die de gemeente hanteert niet altijd aansluit op de specifieke vraag en behoefte van de inwoners. Er zou meer bestedingsvrijheid moeten komen zodat van de verstrekte bijzondere bijstand voor inrichtingskosten ook een laptop of een fiets gekocht kan worden als dat lukt binnen het budget. We kiezen voor deze eenduidige verantwoordingsmethode om enerzijds tegemoet te komen aan de adviezen en verzoeken van de cliëntenraad en Vluchtelingenwerk. Anderzijds proberen we uitzet van de (uitvoerings)kosten te voorkomen door voor alle inrichtingskosten, dus zowel losse goederen als complete woningrichting deze verantwoordingsmethodiek toe te passen. Herziening beleidsregels: up to date en meer leesbaar Naast de hierboven genoemde inhoudelijke wijzigingen van de beleidsregels Inkomensondersteuning op het gebied van inrichtingskosten, zijn de beleidsregels eens in de zoveel tijd toe aan een herziening omdat bijvoorbeeld de praktijksituatie verandert of aantoont dat sommige regels niet helder of relevant genoeg meer zijn. We hebben daarom enkele updates doorgevoerd en extra aandacht besteed aan de leesbaarheid en volledigheid van de beleidsregels. Dit hebben we gedaan zodat de beleidsregels niet alleen duidelijke handvatten bieden voor de uitvoerders maar zodat het ook voor inwoners helder is wat hun rechten en plichten zijn. Hiervoor hebben we overbodige bepalingen geschrapt of juist regels aangescherpt en/of toegevoegd. Zo hebben we geclusterd omschreven welke regels van toepassing zijn voor noodzakelijk uitwonende jongeren en is schematisch weergegeven hoe we omgaan met bijzondere bijstand voor medische kosten. In de bijlage Wijzigingen beleidsregels Inkomensondersteuning 2017 zijn de belangrijkste veranderingen in de beleidsregels opgesomd. 5 Financiën De raad is met het aannemen van het amendement rondom bijzondere bijstand voor inrichtingskosten uitgegaan van een besparing van De Stadsbegroting is voor het programma Inkomen en Armoedebestrijding hierop aangepast: deze wordt vanaf 2017 structureel met naar beneden bijgesteld. Met dit voorstel geven we invulling aan de maatregel om de taakstelling van in de praktijk te kunnen realiseren. We verwachten met de wijzigingen op bijzondere bijstand voor inrichtingskosten namelijk een besparing te realiseren van ongeveer ,- op jaarbasis. Omdat de 25% korting op de Nibudprijzen halverwege 2017 ingaat 1, nemen we voor 2017 nog aanvullende maatregelen om de taakstelling ook in 2017 te behalen. Om dit te realiseren zijn we dit jaar begonnen om bij de verstrekking van bijzondere bijstand op een efficiënte manier het recht op en de besteding van bijzondere bijstand meer en met regelmaat te controleren. Dit brengt de uitgaven op het product armoedebestrijding omlaag. Zo zijn we in het voorjaar van dit jaar al begonnen met het slimmer controleren op de inkomens van alle CAZ deelnemers. In de Zomernota 2017 hebben we tot slot aangekondigd dat het tekort vanaf 2019 groter is dan de opgelegde taakstelling van We vinden het daarom van belang om te kijken 1 Dit in verband met de invoeringsdatum van de beleidsregels die plaatsvindt ná vaststelling van dit collegebesluit.

5 Collegevoorstel Vervolgvel 4 op welke manier we ons minimabeleid kunnen moderniseren. Zo willen we onderzoeken of we de tweedehandsmarkt in Nijmegen kunnen benutten. We willen hiervoor in gesprek gaan met bedrijven en instellingen om te kijken of we met inzet van mensen die werkervaring opdoen, goederen kunnen repareren en tweedehands verstrekken. Ons uitgangspunt hierbij is dat we een sociale stad blijven waarbij we mensen met een laag inkomen blijven ondersteunen, zodat ze beschikken over goede noodzakelijke goederen. Maar we tegelijkertijd ook een stad zijn die meegaat met de tijd en verantwoordelijkheid neemt voor solide financiën. Met bovenstaande maatregelen en acties verwachten we de taakstelling te behalen en doen we een aanzet om de uitgaven op langer termijn structureel te beperken. 6 Participatie en Communicatie Voor de herziening van de beleidsregels Inkomensondersteuning is input gevraagd vanuit alle betrokken uitvoerders. Voor wat betreft de inhoudelijke wijzigingen omtrent bijzondere bijstand voor inrichtingskosten hebben we bekeken welke onderdelen uit het advies van de cliëntenraad meegenomen kunnen worden in de uitwerking van het raadsamendement. In paragraaf 4 is toegelicht welke afwegingen we hebben gemaakt. De beleidsregels worden na vaststelling in het gemeenteblad gepubliceerd. 7 Uitvoering en evaluatie De beleidsregels Inkomensondersteuning Participatiewet 2017 zullen 1 augustus 2017 in werking treden. De afdeling Zorg & Inkomen handelt de aanvragen af in het kader van bijzondere bijstand. Het (financiële) effect van de wijzigingen rondom bijzondere bijstand voor inrichtingskosten zal, zoals aan de raad is toegezegd, worden gemonitord en in de komende jaren via de reguliere P&C-cyclus aan de raad worden gerapporteerd. 8 Risico Ten aanzien van het product armoedebestrijding geldt altijd dat we werken met openeinderegelingen. Hierdoor bestaat altijd het risico op onder- of overschrijding van de budgetten. Om die reden monitoren we de kostenontwikkeling voortdurend, zodat we waar mogelijk tijdig kunnen bijsturen. Bijlage(n): Beleidsregels Inkomensondersteuning 2017 Wijzigingen beleidsregels Inkomensondersteuning 2017 Raadsbrief Terugkoppeling uitwerking verordening Klantenparticipatie P-wet Raadsbrief Uitwerking inrichtingskosten bijzondere bijstand en Minima-effectenrapportage 2017 Raadsvoorstel Vaststelling verordening Individuele Inkomenstoeslag en Klantenparticipatie Participatiewet 2017 Ter inzage: Advies cliëntenraad bijzondere bijstand inrichtingskosten

6 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 28 juni 2017 / 61/2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Vaststelling verordening Individuele Inkomenstoeslag en Klantenparticipatie Participatiewet 2017 Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder J. Zoetelief Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 12 juni 2017 Samenvatting Met dit voorstel leggen we uw raad voor de geüpdate en verbeterde versies vast te stellen van de volgende twee verordeningen: Klantenparticipatie Participatiewet en Individuele Inkomenstoeslag. Voorstel om te besluiten 1. De verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 in te trekken. 2. De verordening Individuele Inkomenstoeslag 2017 vast te stellen. 3. De verordening Klantenparticipatie Participatiewet 2015 in te trekken. 4. De verordening Klantenparticipatie Participatiewet 2017 vast te stellen. Opgesteld door, telefoonnummer, Golshid Al Eshaq, 3338, g.al.eshaq@nijmegen.nl Rvs verordening IIT en Klantenparticipatie Pwet 2017

7 Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Met dit voorstel leggen we uw raad voor de geüpdate en verbeterde versies vast te stellen van de volgende twee verordeningen: Klantenparticipatie Participatiewet en Individuele Inkomenstoeslag (hierna IIT). Net zoals onze beleidsregels, die door ons college worden vastgesteld, zijn namelijk ook onze verordeningen eens in de zoveel tijd toe aan een herziening. Dit omdat bijvoorbeeld de praktijksituatie verandert of aantoont dat sommige regels niet helder of relevant genoeg meer zijn. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Participatiewet. Uw raad is bevoegd om verordeningen vast te stellen. In de beleidsregels Inkomensondersteuning heeft ons college nadere regelgeving vastgesteld rondom de IIT. 1.2 Relatie met programma De Participatiewet valt onder het programma Inkomen en Armoedebestrijding. 2 Doelstelling Het doel van dit voorstel is het vaststellen van de verordeningen. 3 Argumenten Vaststellen verordening Klantenparticipatie Participatiewet 2017 De wijze waarop wij belanghebbenden betrekken bij de uitvoering van de Participatiewet staat omschreven in de verordening Klantenparticipatie Participatiewet. Uw raad heeft in 2015 middels een amendement Een eigen stem in een sociale stad, ook voor uitkeringsgerechtigden destijds de verordening opnieuw vastgesteld en daarmee beoogd enkele wijzigingen door te voeren. Middels de brief Terugkoppeling uitwerking verordening Klantenparticipatie P-wet hebben we uw raad geïnformeerd over de uitwerking hiervan. We willen van deze gelegenheid gebruik maken om enkele tekstuele fouten in deze verordening te herstellen én de samenstelling van organisaties in de cliëntenraad, zoals die in de bijlage bij de verordening is genoemd, aan te passen. Er nemen namelijk twee organisaties niet meer deel aan de cliëntenraad: de dekenaat en diaconie en de ANBO. We stellen daarom voor de dekenaat en diaconie uit de bijlage te schrappen en de organisatie ANBO te vervangen door de FIBON. Vaststellen verordening Individuele Inkomenstoeslag 2017 De IIT is bedoeld om mensen met een langdurig laag inkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering financieel tegemoet te komen. In de verordening staan de richtlijnen van de IIT beschreven. De verordening IIT dient op enkele onderdelen geüpdate en aangepast te worden. Dit betreffen kleine technische wijzigingen die de regeling meer recht doet in de praktijk. Rvs verordening IIT en Klantenparticipatie Pwet 2017

8 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 4 Risico s Dit voorstel kent geen risico s. 5 Financiën Dit voorstel heeft geen financiële consequenties. 6 Participatie en Communicatie Voor de herziening van de verordening Individuele Inkomenstoeslag is input gevraagd vanuit alle betrokken uitvoerders. Zowel de herziening van de verordening Individuele Inkomenstoeslag als de verordening Klantenparticipatie Participatiewet zijn besproken met de Cliëntenraad Participatiewet. De verordeningen worden in het gemeenteblad gepubliceerd. 7 Uitvoering en evaluatie De afdeling Inkomensondersteuning handelt in de praktijk de aanvragen af in het kader van de IIT. Wat betreft de verordening Klantenparticipatie Participatiewet blijven we de voortgang en de ontwikkelingen van klantenparticipatie volgen en verbeteren daar waar nodig. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Bijlage(n): Bijlage(n): Verordening Klantenparticipatie Participatiewet 2017 Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2017 Rvs verordening IIT en Klantenparticipatie Pwet 2017

9 Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan: de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum 12 juni 2017 Ons kenmerk MO10/ Contactpersoon Golshid Al Eshaq Onderwerp Update: inrichtingskosten bijzondere bijstand en Minima-effecten rapportage 2017 Datum uw brief Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de raad, Op 2 november 2016 heeft uw raad bij de vaststelling van de Stadsbegroting een amendement aangenomen over de bijzondere bijstand voor wooninrichting en duurzame gebruiksgoederen (hierna inrichtingskosten). De uitwerking van dit amendement vindt grotendeels plaats door het doorvoeren van wijzigingen in onze beleidsregels Inkomensondersteuning. Het vaststellen van de beleidsregels is de verantwoordelijkheid van ons college, maar omdat in dit geval uw raad zich in 2016 meerdere malen heeft uitgesproken over dit onderwerp, willen we u middels deze brief informeren over de stand van zaken. Met deze brief sturen we ook de Minima-effecten rapportage (MER) 2017 mee. Hierin staat de invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens beschreven. Deze rapportage laten we eens in de twee á drie jaar voor Nijmegen maken door het NIBUD om een beeld te krijgen van de situatie in onze gemeente. Inrichtingskosten bijzondere bijstand Wij kennen in Nijmegen een ruimhartig minimabeleid waarmee we veel mensen bereiken. Ons ruimhartig minimabeleid leidt echter tegelijkertijd tot flinke overschrijdingen. Het is daarom onze taak om kritisch te kijken naar de mogelijkheden om de uitgaven te beperken zonder dat dit ten koste gaat van de effectiviteit van ons minimabeleid. Besluiten inrichtingskosten in 2016 op een rijtje Vorig jaar heeft ons college geconstateerd dat we op het gebied van bijzondere bijstand onnodig ruime bedragen hanteren voor wooninrichting en duurzame gebruiksgoederen. Op 29 maart 2016 is daarom besloten de hoogte van de bijzondere bijstand voor inrichtingskosten, voor het merendeel van de goederen, te verlagen met 25%. Uw raad heeft zijn onvrede geuit op dit besluit met als gevolg dat dit besluit door ons college is ingetrokken. De cliëntenraad Participatiewet (hierna cliëntenraad) is vervolgens door uw raad gevraagd een advies uit te brengen over het genomen besluit en alternatieve oplossingen aan te dragen. Uiteindelijk heeft uw raad bij de vaststelling van de Stadsbegroting op 2 november 2016 een amendement Raadsbrief bijzondere bijstand

10 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 1 aangenomen om een besparing van te realiseren én het advies van de Clientenraad Participatiewet op te volgen. Uitwerking raadsamendement Naar aanleiding van het raadsamendement hebben wij nogmaals kritisch gekeken naar het advies van de cliëntenraad en de opgelegde taakstelling van Op basis hiervan heeft ons college op 13 juni jl. besloten om net als vorig jaar op een paar goederen na (de televisie, kookplaat en woningstoffering) 25% korting toe te passen op de Nibudprijzen. In de praktijk zien we namelijk dat met een korting op de Nibudprijzen (op de eerder genoemde uitzonderingen na) nog steeds duurzame, nieuwe en kwalitatief goede producten aangeschaft kunnen worden. Het is hierbij goed om te weten dat de Nibudprijzen slechts richtlijnen zijn voor gemeenten en het Nibud geen waarde (norm) toekent aan de prijzen. Op dit punt wijken we daarom af van het advies van de cliëntenraad, die ervan uitgaat dat alleen een korting op de meubelen wenselijk is. In lijn met het advies van de cliëntenraad gaan we wel andere richtlijnen toepassen voor de verantwoording van de besteding bijzondere bijstand voor inrichtingskosten. Daar waar eerst 100% van het verstrekte bedrag verantwoord moest worden, geldt voortaan dat 85% van het verstrekte bedrag verantwoord dient te worden. De overige 15% wordt gezien als vrije bestedingsruimte wat men niet hoeft te verantwoorden. Dit gedeelte kan worden ingezet om bijvoorbeeld vervoerskosten voor het vervoeren van de aangeschafte goederen te bekostigen of voor het halen van een computer of fiets. Voor een uitgebreide toelichting op de uitwerking van het amendement verwijzen we u door naar het collegebesluit Wijzigingen beleidsregels Inkomensondersteuning 2017 ( ). Financiële gevolgen Door het aangenomen amendement is in de Stadsbegroting de begroting voor het programma Inkomen en Armoedebestrijding vanaf 2017 structureel met naar beneden bijgesteld. Zoals we in de zomernota 2017 hebben aangekondigd, geven we met dit besluit invulling aan de maatregel om de taakstelling van in de praktijk te kunnen realiseren. Omdat de 25% korting op de Nibudprijzen halverwege 2017 ingaat, nemen we voor 2017 nog aanvullende maatregelen om de taakstelling ook in 2017 te behalen. Om dit te realiseren zijn we dit jaar begonnen om bij de verstrekking van bijzondere bijstand op een efficiënte manier het recht op en de besteding van bijzondere bijstand meer en met regelmaat te controleren. Ook dit brengt de uitgaven op het product armoedebestrijding omlaag. De toekomst: modernisering minimabeleid In de Zomernota 2017 hebben we verder aangekondigd dat het tekort vanaf 2019 groter is dan de opgelegde taakstelling van We vinden het daarom van belang om te kijken op welke manier we ons minimabeleid kunnen moderniseren. Zo willen we onderzoeken of we de tweedehandsmarkt in Nijmegen beter kunnen benutten. We willen hiervoor in gesprek gaan met bedrijven en instellingen om te kijken of we met inzet van mensen die werkervaring opdoen, goederen kunnen repareren en tweedehands verstrekken. Ons uitgangspunt hierbij is dat we een sociale stad blijven waarbij we mensen met een laag inkomen blijven ondersteunen, zodat ze beschikken over goede noodzakelijke goederen en gestimuleerd worden zoveel mogelijk te participeren. En we tegelijkertijd ook een stad zijn die meegaat met de tijd en verantwoordelijkheid neemt voor solide financiën. Raadsbrief bijzondere bijstand

11 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 2 Het (financiële) effect van de wijzigingen rondom bijzondere bijstand voor inrichtingskosten zal, zoals aan uw raad is toegezegd, worden gemonitord. We zullen in de komende tijd uw raad op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Minima-effectenrapportage 2017 In de bijlage is de MER 2017 toegevoegd. In de MER 2017 is voor zeven verschillende huishoudtypes, op drie verschillende inkomensniveaus, de koopkracht inzichtelijk gemaakt. Dit wordt gedaan aan de hand van begrotingen. De uitgavenkant bestaat uit het basispakket (noodzakelijke uitgaven) en het restpakket (vrije besteding zoals sociale participatie). Belangrijkste conclusies De MER 2017 laat zien dat de diverse vormen van inkomensondersteuning in onze gemeente een positief effect hebben op de bestedingsruimte van onze inwoners. Op enkele huishoudens na houdt namelijk het merendeel van de onderzochte huishoudens, nadat zij de uitgaven uit het basispakket én het restpakket hebben gedaan, bestedingsruimte over. Vergeleken met de MER 2014 zijn alle huishoudens er sinds 2014 op vooruitgegaan. Met name voor huishoudens met kinderen is er een flinke vooruitgang te zien. In de MER wordt verder bij de berekening van de bestedingsruimte aan de inkomstenkant geen rekening gehouden met het recht op bijzondere bijstand voor bijvoorbeeld inrichtingskosten terwijl bij de uitgavenkant wel rekening wordt gehouden met reserveringsuitgaven voor inventaris. In de praktijk zouden daardoor de onderzochte huishouden meer bestedingsruimte over kunnen houden dan nu is weergegeven in de MER. Voor huishoudtypes die noodzakelijke uitgaven moeten doen maar daar geen bestedingsruimte voor hebben is dus in onze gemeente nog altijd de mogelijkheid om beroep te doen op bijzondere bijstand. Het NIBUD meldt tot slot het belang van betaalbare huurwoningen voor mensen met lage inkomens. Ons college onderschrijft dit en heeft met de woningcorporaties en huurdersorganisaties prestatieafspraken over voldoende betaalbare en beschikbare woningen voor mensen die recht hebben op een sociale huurwoning. De uitkomsten van de MER 2017, waarin effecten van verschillende huurprijzen zijn doorgerekend, zijn waardevol en gebruiken we bij het maken van nieuwe afspraken over de omvang en samenstelling van de sociale huurwoningvoorraad. We hopen u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Bijlage: Minima-effectenrapportage Raadsbrief bijzondere bijstand

12 Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan: de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum 12 juni 2017 Ons kenmerk MO10/ Contactpersoon Golshid Al Eshaq Onderwerp Terugkoppeling uitwerking Verordening Klantenparticipatie Datum uw brief Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de raad, Eind 2015 hebben we uw raad middels de brief Uitwerking klantenparticipatie P-wet 2015 toegezegd u te informeren over hoe de uitvoering van de Verordening Klantenparticipatie Participatiewet 2015 in de praktijk is verlopen. Middels deze brief komen we deze toezegging na. Aanleiding Op 23 september 2015 heeft uw raad het amendement Een eigen stem in een sociale stad, ook voor uitkeringsgerechtigden aangenomen. Hiermee is tegelijkertijd de verordening Klantenparticipatie Participatiewet 2015 vastgesteld. De grootste verandering die hiermee gepaard ging is de vervanging van het Klantgroepenoverleg (KGO) door de cliëntenraad Participatiewet. De verordening stelt dat de cliëntenraad zowel uit leden moet bestaan die vanuit een organisatie de belangen van verschillende cliënten vertegenwoordigden (de vroegere KGO-leden) als ten minste zeven persoonlijke leden die feitelijk belanghebbende zijn. Daarnaast heeft uw raad de motie Geef de uitkeringsgerechtigden hun stem aangenomen. Daarmee heeft u beoogd de inzet van de klantenpanels in de praktijk meer invulling te geven dan voorheen. Clientenraad Participatiewet In 2016 zijn acht persoonlijke leden die feitelijk belanghebbende zijn van ons inkomen- en armoedebeleid gestart bij de cliëntenraad Participatiewet. Samen met de zeven reeds bestaande leden die vanuit een organisatie de belangen van cliënten vertegenwoordigen, geven zij ons college gevraagd en ongevraagd advies over beleid en uitvoering in het kader van de Participatiewet en aanverwante regelingen. Deze nieuwe cliëntenraad heeft aangegeven in de algemene lijn tevreden te zijn over de gang van zaken. De leden van het voormalige KGO zijn blij met de omvorming van het KGO naar een cliëntenraad. De komst van de cliëntleden heeft geleid tot nieuwe initiatieven en nieuwe energie. Raadsbrief clientparticipatie

13 Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 1 De cliëntenraad heeft reeds in 2016 op een aantal belangrijke thema s advies gegeven. Zo heeft het advies van de cliëntenraad op het besluit rondom de korting op bijzondere bijstand op inrichtingskosten geleid tot veranderingen in het beleid. Digitaal klantenpanel Inkomen We zijn in 2016 ook gestart met de digitale klantenpanel Inkomen. Dit biedt ons de mogelijkheid om verschillende vraagstukken rondom ons inkomen- en armoedebeleid digitaal voor te leggen middels online enquêtes. Mensen kunnen hiermee op een laagdrempelige manier hun ervaring, wensen en behoeften over onze dienstverlening kenbaar maken. We geven mensen de mogelijkheid lid te worden van dit klantenpanel om zo altijd op de hoogte te blijven van nieuwe vragenlijsten. Tot nu toe hebben ongeveer 400 mensen zich hiervoor aangemeld. Daarnaast houden we ook de optie open voor mensen die geen lid willen zijn van het klantenpanel en alleen op specifieke vraagstukken input willen leveren. We bekijken verder per vraagstuk of er aanvullend op de digitale enquêtes ook een offline verdiepingsgesprek met de klantenpanelleden wenselijk is. In 2016 hebben we via het digitaal klantenpanel Inkomen al twee vraagstukken voorgelegd. Zo hebben we de Meedoen in Nijmegen regeling geëvalueerd en input gevraagd voor een vervolgregeling. Deze input hebben we verwerkt bij het vormgeven van de Meedoen-regeling. Verder hebben we gepeild of er belangstelling is om mee te doen met experimenten met de Participatiewet (in navolging van de aangenomen moties Experimenteer met vertrouwen, en op basis van de Algemene Maatregel van Bestuur die het ministerie van SZW hiervoor heeft opgesteld). Het digitale klantenpanel blijkt een snelle en laagdrempelig manier te zijn om van veel mensen input te krijgen over ons huidige of nog in te voeren beleid en dienstverlening. We zien dit dan ook als een mooie aanvulling op de input en adviezen die we ontvangen van de cliëntenraad. We hopen u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls mr. drs. A.H. van Hout Raadsbrief clientparticipatie

14 Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen 2017 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

15

16 Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen 2017 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

17

18 Voorwoord Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is een onafhankelijke stichting. Het Nibud heeft tot doel particuliere huishoudens inzicht te laten verkrijgen in hun inkomsten en uitgaven, en vaardigheid aan te leren om planmatig met geld om te gaan. Het Nibud probeert dit doel te bereiken door rechtstreeks voorlichting te geven, zowel via de massamedia als via eigen brochures over diverse budgetonderwerpen, zoals kostgeld en alimentatie. Daarnaast wil het Nibud hetzelfde doel bereiken via professionals die zich bezighouden met vormen van financiële advisering en voorlichting. Dit zijn professionals uit zowel de maatschappelijke hulp- en dienstverlening als het financieel bedrijfsleven, en sectoren van het onderwijs. Het Nibud ondersteunt deze groepen met eigen publicaties (Budgethandboek, Prijzengids, Rekenprogramma s) en door deskundigheidsbevordering in de vorm van opleidingen en trainingen. Bij dit alles gaat het Nibud uit van een standaardmethode van begroten. Dit resulteert in een reeks voorbeeldbegrotingen met referentiecijfers die zijn gebaseerd op empirisch wetenschappelijk onderzoek. Het Nibud stelt de keuzevrijheid en de eigen verantwoordelijkheid van de huishoudens voorop. Het Nibud geeft gemeenten meer inzicht in het effect van hun minimabeleid. Door middel van een minima-effectrapportage (MER) helpt het Nibud gemeenten het geld bestemd voor minimabeleid, optimaal te besteden. Deze rapportage is uitgevoerd door het Nibud, in opdracht van de gemeente Nijmegen. Met dit onderzoek wil de gemeente Nijmegen zicht krijgen hoe het minimabeleid er op dit moment voor staat. Utrecht, april / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

19 - 6 - / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

20 Inhoud Voorwoord Inleiding Centrale vraag Kern minima-effectrapportage Leeswijzer Onderzoeksmethode: begrotingen Inleiding Basispakket & restpakket Uitgavensoorten Inkomsten Minimabeleid Landelijke regelingen Lokaal minimabeleid Resultaten Huishoudsamenstelling Vóór invulling van het restpakket Na invulling van het restpakket Inkomensniveau Vóór invulling van het restpakket Na invulling van het restpakket Individuele inkomenstoeslag Vergelijking met Conclusies en aanbevelingen Algemeen Regelingen Bijstandsregeling voor computer en printer Aandachtspunten Bijlage 1: Lokale regelingen minimabeleid Kwijtscheldingsbeleid Collectieve (aanvullende) zorgverzekering Individuele inkomenstoeslag Meedoen-regeling / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

21 Kinderfonds Bijzondere bijstand voor computer en printer Kinderopvang en peuterspeelzaal Voordelig openbaar vervoer voor ouderen Individuele bijzondere bijstand Huishoudens met een zorgvraag Bijlage 2: Begrotingen Bijzondere bijstand computer Bijlage 3: Verantwoording uitgaven Bijlage 4: Resultaten bij een hogere huur / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

22 1. Inleiding 1.1 Centrale vraag Iedere gemeente beschikt over mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens. Dat kan bijvoorbeeld door het kwijtschelden van gemeentelijke heffingen en/ of door bijzondere bijstand. Het is echter niet direct zichtbaar wat in de praktijk de effecten van die maatregelen zijn op het budget van verschillende groepen huishoudens. De centrale vraag van dit onderzoek luidt: Wat is het effect van landelijke en lokale inkomensondersteunende regelingen op de financiële positie van huishoudens met een laag inkomen in de gemeente Nijmegen? Bekeken wordt welke groepen huishoudens in de gemeente goed profiteren van de verschillende inkomensondersteunende maatregelen en welke groepen minder goed. Ook maakt deze rapportage een eventuele armoedeval inzichtelijk. Het doel van een minima-effectrapportage is inzicht te geven in de koopkracht van de armste groepen in de gemeente en in de effecten van landelijke en gemeentelijke maatregelen daarop. De resultaten van de effectrapportage kunnen als basis dienen voor de verdere ontwikkeling van het minimabeleid van de gemeente Nijmegen. 1.2 Kern minima-effectrapportage In deze minima-effectrapportage wordt voor een aantal huishoudtypen de koopkracht inzichtelijk gemaakt. In overleg met de gemeente Nijmegen is een keuze gemaakt voor de volgende zeven voorbeeldsituaties: a. Alleenstaande onder de AOW-gerechtigde leeftijd; b. Alleenstaande oudere (AOW-gerechtigd); c. Eenoudergezin met drie kinderen (3, 10 en 14 jaar); d. Paar met twee kinderen (10 en 14 jaar); e. Paar met twee kinderen (10 en 14 jaar) met een zorgvraag; f. Alleenstaande oudere (AOW-gerechtigd) met zorgvraag; g. Paar (AOW- gerechtigd) met zorgvraag. De rapportage laat zien welke effecten de landelijke en gemeentelijke maatregelen hebben op de koopkracht van de huishoudtypen bij verschillende inkomensniveaus. Voor elk van de zeven huishoudens worden berekeningen gemaakt bij de volgende inkomens: / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

23 netto minimum inkomen (norm Participatiewet of AOW); 110 procent van het netto minimum inkomen; 120 procent van het netto minimum inkomen; Onder netto minimum inkomen verstaan we het toepasselijk minimum inkomen voor een specifiek type huishouden. Voor een alleenstaande onder de AOW-leeftijd is dit gelijk aan 70 procent van het wettelijk minimumloon. Voor een alleenstaande vanaf de AOW-leeftijd is dit gelijk aan de hoogte van de AOW. Bij 110 en 120 procent van het netto minimum inkomen vermenigvuldigen we de toepasselijke bijstandsnorm met respectievelijk 1,1 en 1,2. Het kan vóórkomen dat een huishouden met een inkomen op 110 procent van het minimum hiervan minder overhoudt dan een huishouden op 100 procent van het minimum, omdat de eerste groep huishoudens buiten de regelingen voor financiële ondersteuning valt. Dit rapport maakt dit effect, de armoedeval, inzichtelijk. Bij huishoudens boven de AOW-leeftijd wordt officieel niet gesproken van een armoedeval, omdat zij gewoonlijk niet uitstromen van een uitkering naar betaald werk. Toch kan er bij hen ook sprake zijn van een geringere bestedingsmogelijkheid bij een hoger inkomen. Voor het gemak wordt dit ook als armoedeval aangemerkt. De huur vormt in de meeste huishoudens de hoogste uitgave op de begroting. De huurprijzen in dit onderzoek zijn vastgesteld in overleg met de gemeente. Deze huren zijn 480 euro voor een eenpersoonshuishouden en 492 euro voor meerpersoonshuishoudens. In beide gevallen gaat het om drie kamer appartementen. In bijlage 4 tonen we de resultaten bij een huur van 600 euro. 1.3 Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 gaat in op de onderzoeksmethode. Hoofdstuk 3 geeft de onderzoeksresultaten weer. In hoofdstuk 4 staan de conclusies en aanbevelingen. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 een vergelijking gemaakt met de minimaeffectrapportage Nijmegen van In de bijlagen wordt meer informatie gegeven over bronnen van de referentiecijfers en de inkomensopbouw / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

24 2. Onderzoeksmethode: begrotingen 2.1 Inleiding Om het effect van inkomensondersteunende regelingen op de financiële positie van huishoudens te berekenen, maakt het Nibud gebruik van begrotingen. Uit deze begrotingen zijn de inkomsten en uitgaven van de huishoudens af te lezen. De begrotingen in deze rapportage zijn gemaakt voor zeven huishoudtypen op drie verschillende inkomensniveaus. Hierbij gaan we ervan uit dat huishoudens in een huurwoning leven. De begrotingen zijn voor groepen van huishoudens. De bedragen in de begrotingen zijn gemiddelden; in werkelijkheid zal de financiële situatie van de individuele huishoudens er anders uitzien. De begroting laat dus niet zien in hoeverre een individueel huishouden een sluitende begroting heeft. Wel wordt duidelijk in hoeverre een groep huishoudens een sluitende begroting heeft. Bij het opstellen van de begrotingen wordt geen rekening gehouden met schulden, omdat daarover niets algemeens te zeggen valt. Schulden komen echter vaak voor onder mensen met lage inkomens. Alle begrotingen zijn maandbegrotingen, waarbij de inkomsten en uitgaven zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. In de praktijk kunnen er flinke verschillen zijn tussen de maanden van het jaar. Vakantiegeld wordt bijvoor beeld jaarlijks uitgekeerd, maar wordt in deze rapportage uitgedrukt in een maandelijks bedrag. Het inkomen is in iedere begroting een vast gegeven. De uitgavenkant vullen we in volgens de methode van het basispakket en het restpakket. 2.2 Basispakket & restpakket Het basispakket: alle uitgaven die als noodzakelijk kunnen worden beschouwd. Het restpakket: het bedrag dat overblijft nadat alle uitgaven uit het basispakket zijn gedaan is bestemd voor de meer vrije bestedingen. De uitgaven in het restpakket worden in twee delen gesplitst: de uitgaven voor sociale participatie en de overige uitgaven / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

25 In bijlage 3 staan de uitgangspunten en de samenstelling van het basis- en het restpakket beschreven. Het basispakket en het restpakket zijn op bepaalde punten verschillend voor de diverse huishoudtypen. Een alleenstaande staat immers voor andere kosten dan bijvoorbeeld een gezin met kinderen. Sociale participatie wordt door velen als noodzakelijk beschouwd en is in veel gemeenten op de een of andere manier onderdeel van het minimabeleid. De kosten van het restpakket nemen toe, naarmate het inkomen stijgt. In de eer ste plaats komt dit door hogere reiskosten. Iemand met een inkomen (net) boven het sociaal minimum zal een laagbetaalde baan hebben en kosten voor woon-werkverkeer maken. Soms worden deze kosten door de werkgever vergoed, maar in deze rapportage wordt daar niet van uitgegaan. Naast de uitgaven zoals gespecificeerd in het pakket aan sociale participatie kunnen nog allerlei overige uitgaven als voorbeeld in het restpakket worden opgenomen. In dit onderzoek zijn dat: de kosten voor woon-werkverkeer; zakgeld voor de kinderen; de kosten voor een huisdier. Naast de noodzakelijke uitgaven van de pakketten zijn er in individuele gevallen moeilijk of niet-vermijdbare uitgaven. Dit zijn uitgaven die voor een bepaald persoon onontkoombaar zijn. Bijvoorbeeld wanneer iemand een speciaal dieet moet volgen. Voor dit soort uitgaven is individuele bijzondere bijstand mogelijk. Individuele bijzondere bijstand is het vangnet door dergelijke kostenposten, maar is niet in de begrotingen opgenomen, omdat dit afhankelijk is van de persoonlijke situatie / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

26 2.3 Uitgavensoorten Het Nibud onderscheidt voor het basispakket drie soorten uitgaven naar betaalfrequentie: VASTE LASTEN Dit zijn periodiek terugkerende uitgaven, waarbij het bedrag veelal elke periode hetzelfde is. Vaak is er een contract afgesloten voor deze uitgaven. RESERVERINGSUITGAVEN Dit zijn uitgaven die niet iedere maand terugkomen. De bedragen voor de verschillende reserveringsuitgaven zou een huishouden in principe maandelijks opzij moeten zetten om deze onregelmatige uitgaven direct te kunnen betalen. HUISHOUDELIJKE UITGAVEN Dit zijn regelmatig terugkerende uitgaven, waarvan het bedrag per keer (per aankoopbeurt) verschilt. De kaders hieronder geven weer welke uitgavenposten onder elk van de categorieën (vaste lasten, reserveringsuitgaven, huishoudelijke uitgaven) vallen. Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit Water Gemeentelijke heffingen Waterschapsheffingen Telefoon, televisie, internet Verzekeringen Zorgverzekering: basis Zorgverzekering: aanvullend Overige verzekeringen Onderwijs Kinderopvang Bankkosten Vervoer Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Eigen risico Eigen bijdragen, zelfzorgmedicijnen Huishoudelijke uitgaven Voeding Was- en schoonmaakmiddelen Persoonlijke verzorging Huishoudelijke dienstverlening / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

27 In deze rapportage wordt gerekend met minimale bedragen die huishoudens nodig hebben om deze uitgaven te kunnen betalen. Voor de uitgaven is waar mogelijk uitgegaan van lokale tarieven die gelden in Nijmegen. Voorbeelden hiervan zijn de tarieven voor lokale lasten, de premie van de collectieve zorgverzekering en de kosten van de peuterspeelzaal. 2.4 Inkomsten In deze rapportage worden op drie inkomensniveaus begrotingen opgesteld voor de betreffende voorbeeldhuishoudens: het minimuminkomen (bijstand/aow -uitkering), 110 procent en 120 procent van het netto minimuminkomen. Met bijstandsniveau wordt in deze rapportage bedoeld de norm op grond van de Participatiewet, artikel 5 lid 1 sub c. Uitgangspunt in deze rapportage is het totaal besteedbaar maandinkomen. Dat inkomen bestaat uit alle inkomsten van het huishouden, zoals netto salarissen, uitkeringen, kortingen op de belasting, huurtoeslag, vakantiegeld, kinderbijslag en kindgebonden budget. In de begrotingen is geen rekening gehouden met eigen vermogen of eventuele inkomsten daaruit. In de rapportage wordt verondersteld dat de huishoudens maximaal gebruik maken van alle regelingen die op hen van toepassing zijn. 2.5 Minimabeleid De begrotingen bevatten de effecten van een aantal ondersteuningsmaatregelen. Deze kunnen verdeeld worden in landelijke regelingen en lokale regelingen Landelijke regelingen Bij het opstellen van de begrotingen worden de landelijke heffingskortingen (algemene heffingskorting, arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting en de [alleenstaande] ouderenkorting), landelijke toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget) en de kinderbijslag in de berekeningen opgenomen. Voor de huishoudens met extra zorgkosten wordt ook gekeken naar mogelijke belastingaftrek voor specifieke zorgkosten / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

28 2.5.2 Lokaal minimabeleid Naast de landelijke inkomensondersteunende maatregelen heeft de gemeente Nijmegen voor huishoudens met een laag inkomen ook een lokaal minimabeleid. Een uitgebreide beschrijving van de lokale regelingen die zijn meegenomen in de berekeningen staat in bijlage / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

29 3. Resultaten Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het onderzoek. Eerst komen de verschillen tussen de huishoudtypen in de gemeente Nijmegen aan bod. Vervolgens worden de verschillende inkomensniveaus met elkaar vergeleken. Een en ander wordt schematisch weergegeven in tabel 1. Deze tabel geeft een overzicht van de bestedingsruimte die de onderzochte huishoudtypen hebben, nadat zij de uitgaven uit het basispakket en het restpakket hebben gedaan. In de laatste twee kolommen wordt het saldo weergegeven van huishoudens die in aanmerking komen voor de individuele inkomenstoeslag. Een negatief saldo op de maandbegroting is in rood weergegeven. Indien een hoger inkomen leidt tot minder bestedingsruimte (de zogenoemde armoedeval) dan is dit bij het betreffende inkomensniveau aangegeven met een rood pijltje. 3.1 Huishoudsamenstelling Vóór invulling van het restpakket Uit de tweede kolom ( saldo na basispakket ) blijkt dat alle onderzochte huishoudens voldoende inkomsten hebben om de noodzakelijke uitgaven uit het basispakket te bekostigen Na invulling van het restpakket Wanneer ook naar de bestedingen in het restpakket wordt gekeken, krijgt een aantal huishoudens met tekorten op hun maandbegroting te maken: De alleenstaande onder de AOW-gerechtigde leeftijd kan op bijstandsniveau het restpakket niet bekostigen. Het paar met kinderen, zowel met als zonder zorgvraag, kan op bijstandsniveau en op 110 procent van de norm het restpakket niet bekostigen / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

30 Tabel 1. Overzicht saldo inkomsten min uitgaven / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

31 a. Alleenstaande In Nijmegen komt een alleenstaande met een bijstandsuitkering na invulling van het restpakket vrijwel precies rond; op 110 procent van de norm komt dit tekort uit op 11 euro per maand. Alleenstaanden kunnen hun kosten niet delen met anderen en hebben dus niet de schaalvoordelen waar (eenouder)gezinnen wel van profiteren. Nadat alle noodzakelijke uitgaven uit het basispakket zijn bekostigd, houden zij te weinig inkomen over voor sociale participatie. Bij een inkomen van 120 procent van de bijstandsnorm is het inkomen hoog genoeg om alle uitgaven in het restpakket te kunnen betalen; de alleenstaande houdt dan 69 euro per maand over. b. Alleenstaande oudere Alleenstaanden vanaf de AOW-leeftijd hebben voldoende bestedingsruimte om alle uitgaven te betalen. Zij houden, na invulling van het restpakket, 185 euro over om vrij te besteden als zij alleen een AOW-uitkering hebben. Het maandelijkse AOW-bedrag is hoger dan de bijstand waardoor deze huishoudens meer ruimte om te besteden hebben. c. Eenoudergezin met drie kinderen (3, 10 en 14 jaar) Het eenoudergezin met drie kinderen heeft voldoende inkomsten om naast de uitgaven uit het basispakket, de uitgaven uit het restpakket te kunnen bekostigen. Nadat alle uitgaven uit het basispakket en restpakket zijn betaald, houdt dit huishouden op bijstandsniveau 98 euro per maand over om vrij te besteden. d. Paar met twee kinderen (10 en 14 jaar) Het paar met twee kinderen heeft van alle onderzochte huishoudtypen de minste bestedingsruimte. Dit huishouden kan op bijstandsniveau en op 110 procent het restpakket niet volledig bekostigen. Op bijstandsniveau is er een maandelijks tekort van 37 euro. De hogere bijstandsnorm voor een paar weegt niet op tegen de kosten van een extra volwassene. Hier bovenop komen de kosten voor de twee kinderen. Kinderbijslag en kindgebonden budget zijn niet voldoende om die kosten op te kunnen vangen. Deze combinatie maakt dit huishoudtype financieel kwetsbaar / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

32 e Paar met 2 kinderen (10 en 14 jaar) en extra zorgvraag Het verschil met het huishouden d. zijn de extra zorgkosten. Veel van deze kosten worden op een of andere manier vergoed, maar niet volledig. We gaan er van uit dat dit huishouden extra vervoerskosten heeft ten opzichte van huishouden d. Hierdoor heeft dit huishouden iets minder bestedingsruimte dan huishouden d. f Alleenstaande oudere met extra zorgkosten De alleenstaande oudere met een zorgvraag heeft na invulling van het restpakket niet met een tekort op de begroting te maken. Vergeleken met de alleenstaande oudere zonder zorgkosten (huishouden b) houdt dit huishouden tot een inkomen van 110 procent van het toepasselijk minimum, maandelijks ca. 45 euro per maand minder over. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de vergoeding van de maaltijdvoorziening niet volledig de extra kosten dekt en door de extra vervoerskosten. Alle overige medisch gerelateerde extra kosten worden op een of andere manier vergoed. g Ouder paar met extra zorgkosten Ook het oudere paar met extra zorgkosten kan op elk inkomensniveau zowel het basispakket als het restpakket bekostigen. De AOW ligt hoger dan de bijstandsnorm. Bovendien worden veel kosten die samenhangen met de extra zorgkosten, op een of andere manier vergoed / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

33 3.2 Inkomensniveau Voor elk huishoudtype zijn verschillende inkomensniveaus doorgerekend. Naast het minimum inkomen zijn inkomens op 110 en 120 procent van het netto minimum inkomen gespecificeerd. Soms leidt een hoger inkomen tot een beperktere bestedingsmogelijkheid. Dit komt doordat landelijke en gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen, zoals huurtoeslag en kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, er niet op voorhand toe leiden dat een huishouden meer te besteden heeft bij een hoger inkomen. In dat geval is sprake van een armoedeval. Deze situatie ontstaat vaak wanneer huishoudens vanuit een uitkering uitstromen naar betaald werk. Op dat moment nemen de kosten door werk toe en komen rechten op diverse inkomensondersteunende regelingen (gedeeltelijk) te vervallen Vóór invulling van het restpakket Na invulling van het basispakket (en vóór invulling van het restpakket) hebben alle onderzochte huishoudens meer bestedingsruimte naarmate hun inkomen toeneemt Na invulling van het restpakket Na invulling van het restpakket worden een aantal armoedevallen zichtbaar. Vijf van de zeven huishoudens met een inkomen van 110 procent hebben minder te besteden dan huishoudens op bijstandsniveau. Het gaat hierbij om: - De drie alleenstaanden (onder de AOW-leeftijd, boven de AOW-leeftijd, en met een extra zorgvraag) - De alleenstaande ouder met drie kinderen - Het oudere paar met een zorgvraag Voor paren met kinderen is er op dat niveau geen armoedeval zichtbaar. Toch is de vooruitgang daar zeer gering. Op het inkomensniveau van 110 procent hebben de paren met kinderen 8 euro per maand meer te besteden dan op bijstandsniveau. De armoedevallen kennen een aantal oorzaken. - Voor de AOW-gerechtigde huishoudens gaan we bij 100 procent uit van een volledige AOW-uitkering, terwijl op 110 procent gerekend wordt op basis van de bijstandsnorm voor AOW-gerechtigden. Deze laatste norm (die lager ligt dan de AOW) bepaalt immers of er recht is op gemeentelijke vergoedingen. Na invulling van het basispakket leidt dit nog niet tot een armoedeval, hoewel de / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

34 bestedingsruimte niet evenredig toeneemt. Na invulling van het restpakket ontstaat wel een armoedeval, omdat de extra kosten voor vervoer toenemen. - Bij een inkomen van 110 procent vervalt de kwijtschelding van gemeentelijke en waterschapsheffingen geheel of gedeeltelijk Individuele inkomenstoeslag Huishoudens die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering hebben, kunnen in aanmerking komen voor de individuele inkomenstoeslag (IIT). In de gemeente Nijmegen geldt dit voor huishoudens met een inkomen tot en met 110 procent van de geldende bijstandsnorm. In tabel 1 staan in de laatste twee kolommen de saldi van de inkomsten min de uitgaven uitgewerkt waarbij ook rekening is gehouden met de IIT. De individuele inkomenstoeslag zorgt er voor dat alleenstaanden onder de AOW-leeftijd met een inkomen op 110 procent nu wel zowel het basispakket als restpakket kan bekostigen. Ook bij de paren met twee kinderen verdwijnen drie van de vier tekorten als rekening wordt gehouden met de individuele inkomenstoeslag. Alleen voor het paar met twee kinderen op bijstandsniveau blijft er een tekort van 5 euro per maand, wanneer er sprake is van zorgkosten. De IIT leidt niet tot een extra armoedeval op 120 procent. Huishoudens op 120 procent blijven meer te besteden houden dan huishoudens op 110 procent met IIT. Het verschil is echter duidelijk kleiner dan ten opzichte van huishoudens met 110 procent zonder IIT / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

35 4. Vergelijking met 2014 De gemeente Nijmegen heeft ook in 2014 een Minima-effectrapportage laten uitvoeren. We kunnen beide Rapportages goed vergelijken, omdat toen zes van de zeven huishoudtypes op dezelfde manier zijn onderzocht. De saldi van 2014 en 2017 zijn schematisch weergegeven in tabel 2. We beperken ons hier tot de huishoudens zonder individuele inkomenstoeslag. Alle huishoudens zijn er sinds 2014 op vooruitgegaan. Vooral voor de huishoudens met kinderen is de vooruitgang fors. In een aantal gevallen zijn huishoudens in 2017 ruim 200 euro beter af in koopkracht dan in Dit geldt zowel voor de alleenstaande ouder als voor het paar met kinderen. Dit komt door verhogingen van landelijke regelingen als verhoging van het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag. Er zijn de afgelopen jaren veel veranderingen geweest in de zorgkosten. Zo zijn landelijke tegemoetkomingen in het kader van de Wtcg en de compensatie voor het eigen risico afgeschaft. De categoriale regeling voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen die Nijmegen in 2014 had, mocht door veranderd rijksbeleid niet voortgezet worden. Daarvoor in de plaats werd de toegang tot de Collectieve Aanvullende verzekering verruimd. Deze bevat nu tevens vergoedingen voor de eigen bijdragen Wmo. Daardoor zien we ook vooruitgangen bij de huishoudens met zorgkosten. De vooruitgang is bij alle onderzochte huishoudtypen op het inkomensniveau van 110 procent kleiner dan op 100 procent en 120 procent. Belangrijkste oorzaak hiervan is de stijging van de gemeentelijke heffingen. Deze wordt op het inkomensniveau van 100 procent kwijtgescholden en op het inkomensniveau van 110 procent maar in geringe mate / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

36 Tabel 2. Vergelijking saldi 2017 en / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

37 5. Conclusies en aanbevelingen Dit hoofdstuk beschrijft, naar aanleiding van de resultaten in het vorige hoofdstuk, de conclusies. Daarnaast worden er verschillende adviezen gegeven voor de aanpassing van regelingen in het kader van minimabeleid van de gemeente Nijmegen. 5.1 Algemeen De pakketten waarop de basisbedragen zijn gebaseerd zijn sober maar voldoende. De inhoud en de prijzen worden jaarlijks zorgvuldig aangepast door het Nibud 1 en zijn ook gevalideerd door panels van consumenten 2. Dit wil echter niet zeggen dat ieder huishouden hieraan voldoende heeft of dat ieder huishouden rond kan komen. Uit Nibud-onderzoek (2015) 3 blijkt dat van alle Nederlandse huishoudens 17 procent (zeer) moeilijk kan rondkomen. Van de huishoudens met een laag inkomen komt een groter deel moeilijk rond. Zo blijkt dat onder de huishoudens met een netto huishoudinkomen van maximaal euro per maand 42 procent (zeer) moeilijk rondkomt. Van alle huishoudens tot een inkomen van euro komt 35 procent (zeer) moeilijk rond. Om rond te kunnen komen van een minimum inkomen is een goed financieel beheer van het huishouden noodzakelijk. Men reserveert om zo nodig grote uitgaven te kunnen doen voor de vervanging van inventaris. We gaan ervan uit dat het huishouden niet leent, zodat er niet nog extra kosten van rente en aflossing bijkomen. Veel huishoudens die van een minimum inkomen moeten rondkomen, voeren een goed financieel beheer, maar een deel ook niet. Voor deze huishoudens is het aan te bevelen cursussen of begeleiding te organiseren. Het Nibud, en ook andere (lokale) organisaties, hebben hiervoor een uitgebreid aanbod. In de berekeningen is ervan uitgegaan dat alle aanspraken op landelijke en lokale regelingen zijn aangevraagd. Dat is echter niet voor ieder huishouden een vanzelfsprekendheid 4. De gemeente kan het gebruik van lokale regelingen stimuleren door hieraan publiciteit te geven en de toegang tot deze regelingen te vereenvoudigen. 1 Zie Nibud Budgethandboek en Prijzengids, jaarlijkse uitgaven. 2 Hoff, S. et. al. (2009). Genoeg om van te leven, Focusgroepen in discussie over de minimale kosten van levensonderhoud. Den Haag: SCP/Nibud. Te downloaden op de websites van het Nibud of SCP. 3 Schors, A. van der, Werf, M.M.B. van der, & Schonewille, G. (2015). Geldzaken in de praktijk Utrecht: Nibud. 4 Zie bijvoorbeeld Tempelman, C., Houkes, A. Prins, J. (2011). Niet-gebruik inkomensondersteunende maatregelen, Amsterdam: SEO. Te downloaden op / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

38 Om het niet-gebruik te verminderen, kan de gemeente Nijmegen ook het sociale wijkteam inzetten. De wijkteams bestaan uit professionals met een verschillende achtergrond en expertise. In hun gesprekken met inwoners blijken wijkteams veel te maken te hebben met financiële problemen van burgers. Om de kwaliteit van de hulpverlening te waarborgen tijdens keukentafelgesprekken, is het wenselijk dat de professionals binnen het sociale wijkteam op de hoogte zijn van alle inkomensondersteunende maatregelen die de gemeente Nijmegen te bieden heeft. Daarbij is het belangrijk dat de sociale wijkteams huishoudens bekend maken met de regelingen en ook aangeven hoe huishoudens regelingen kunnen aanvragen. Daarnaast kan het sociale wijkteam ook een signalerende functie hebben met betrekking tot de schuldensituatie van een huishouden. Hoe eerder financiële problemen kunnen worden aangepakt, hoe beter. Wij gaan er in dit onderzoek niet van uit dat huishoudens schulden hebben (die afgelost moeten worden). In die praktijk kunnen die echter wel aanwezig zijn. 5.2 Regelingen De diverse vormen van inkomensondersteuning in de gemeente Nijmegen hebben een positief effect op de bestedingsruimte van de inwoners. Uit hoofdstuk 4 blijkt dat de bestedingsruimte voor de onderzochte huishoudens in de gemeente Nijmegen sinds 2014 is toegenomen. Voor een deel is dit toe te schrijven aan het inkomensbeleid van de Rijksoverheid, maar voor een deel ook aan verruimde regelingen van de gemeente Nijmegen. Kwijtschelding Om voor kwijtschelding van gemeentelijke heffingen in aanmerking te komen hanteert de gemeente een kwijtscheldingsnorm van 100 procent. De kwijtschelding wordt gezamenlijk uitgevoerd met het waterschap Rivierenland. Door de samenwerking wordt voorkomen dat huishoudens eventuele betaalcapaciteit twee keer moeten inzetten: een keer voor de gemeente en een keer voor het waterschap. Vanaf 2012 kunnen gemeenten bij de berekening van de kwijtschelding ook rekening houden met de kosten van kinderopvang. Hierdoor hebben huishoudens die gebruik maken van formele kinderopvang bij een inkomen (net) boven de bijstandsnorm mogelijk recht op kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, terwijl zij hier zonder die regeling, gezien hun inkomen, geen recht op hebben. In de gemeente Nijmegen is deze voorziening niet ingevoerd. Omdat de gemeente Nijmegen de eigen bijdrage kinderopvang via de bijzondere bijstand vergoedt, hebben de onderzochte huishoudens / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

39 geen kosten aan kinderopvang. Daardoor is er ook geen noodzaak tot extra kwijtschelding als gevolg van kinderopvangkosten. Collectieve aanvullende zorgverzekering De gemeente biedt inwoners met een inkomen tot en met 130 procent van de geldende bijstandsnorm een collectieve aanvullende zorgverzekering aan. Deelnemers zijn met deze verzekering uitgebreider verzekerd dan huishoudens met een gemiddelde verzekering. Zo worden het eigen risico en de eigen bijdrage Wmo vergoed via de collectieve aanvullende zorgverzekering. Door deze uitgebreide verzekering zal het beroep op de bijzondere bijstand lager zijn, wat gunstig uitpakt voor de (uitvoerings)kosten van de gemeente. Ook deelnemers aan de collectieve verzekering zijn beter af: zij krijgen een uitgebreid pakket aan medische kosten vergoed via een voordelige zorgverzekering. Het Nibud adviseert de gemeente de collectieve zorgverzekering actief te promoten bij huishoudens die te maken hebben met hoge zorgkosten, zodat alle rechthebbenden van dit dekkingsvoordeel gebruik kunnen maken. De inkomensgrens voor de collectieve aanvullende zorgverzekering ligt in Nijmegen relatief hoog. Huishoudens met een inkomen (vlak) boven de gehanteerde inkomensgrens zullen er wellicht voor kiezen om een goedkopere, minder uitgebreide verzekering af te sluiten. Gezien het inkomen hebben deze huishoudens in principe voldoende middelen om bijvoorbeeld het eigen risico en een Wmo-bijdrage zelf te kunnen betalen. Bij stapeling van eigen betalingen en bijdragen kan men echter slechter af zijn. Steeds vaker ontvangen belangengroeperingen signalen dat huishoudens zorg mijden, zodat zij hun eigen risico niet hoeven aan te spreken. Dit is een onwenselijke situatie. Het is daarom positief dat de gemeente Nijmegen pakketten aanbiedt, waarbij het eigen risico wordt vergoed. Deze pakketten zijn weliswaar duurder, maar huishoudens die het volledig eigen risico moeten aanspreken, zijn onder aan de streep vaak goedkoper uit. Aangezien de gemeente Nijmegen zowel pakketten met als zonder afgekocht eigen risico aanbiedt, ontstaat een soort zelfregulerend systeem, waarbij juist de huishoudens die veel zorg (denken) nodig (te) hebben, zullen kiezen voor een pakket met afgekocht eigen risico / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

40 Kinderfonds en Meedoenregeling Via de Stichting Leergeld verstrekt de gemeente Nijmegen een bijdrage in de kosten van school, de kosten voor deelname aan sportieve activiteiten en de kosten van sociaal-culturele activiteiten door kinderen op het basis- of het voortgezet onderwijs. Het is positief dat kinderen op het voortgezet onderwijs voor de schoolkosten een hogere bijdrage ontvangen dan kinderen die naar de basisschool gaan. Uit onderzoek bij andere gemeenten blijkt dat gezinnen met oudere kinderen namelijk met grotere tekorten op de begroting te maken hebben dan gezinnen met jongere kinderen, Dit komt omdat de kosten van oudere kinderen hoger liggen. Al met al is het Kinderfonds voor gezinnen met kinderen een welkome bijdrage. Niettemin hebben paren met kinderen na invulling van het restpakket bij de laagste inkomensgroepen nog steeds met tekorten op de begroting te maken. Daarnaast kent de gemeente Nijmegen de Meedoen-regeling. Hiermee kunnen volwassenen voor een bedrag tot 150 euro meedoen aan activiteiten in het kader van sociale participatie. Voor de alleenstaande op bijstandsniveau betekent dit net het verschil om zowel basis- als restpakket te kunnen bekostigen. Bijstandsregeling voor computer en printer Inwoners van de gemeente Nijmegen van wie het kind voor het eerst naar groep 6 van de basisschool gaat, kunnen bijzondere bijstand voor een computer krijgen. Dit wanneer er geen computer in het huishouden aanwezig is, of wanneer de computer ouder dan vijf jaar is. Deze regeling draagt positief bij aan de begroting van huishoudens met (oudere) kinderen. Omdat juist deze huishoudens financieel zeer kwetsbaar zijn, adviseert het Nibud deze regeling in stand te houden. Kinderopvang In dit onderzoek wordt ervan uitgegaan dat de alleenstaande ouder met jonge kinderen met een inkomen boven bijstandsniveau gebruik moeten maken van de kinderopvang. De gemeente Nijmegen vergoedt de eigen bijdrage voor de kinderopvang via de individuele bijstand. Boven een inkomensgrens van 120 procent geldt dat de eigen bijdrage 30 procent is. De hier onderzochte huishoudens hebben dus geen eigen bijdrage voor de kinderopvang. Alleenstaande ouders met een bijstandsuitkering en kinderen tussen de 2 en 4 jaar oud zullen geen gebruik maken van de reguliere kinderopvang (kinderdagverblijf). Zij zullen gebruik maken van de peuterarrangement/peutergroep. Dat is een ontwikkelingsgericht / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

41 aanbod voor kinderen van 2 tot 4 jaar. De tarieven van het peuterarrangement/de peutergroep zijn inkomensafhankelijk; huishoudens met een laag inkomen betalen niet het volle tarief. Dit is een gunstige regeling. Ook gunstig is dat het tarief voor kinderen met een VVE-indicatie lager ligt. Het Nibud adviseert om dit in stand te houden. Daarnaast is de eigen bijdrage voor het peuterarrangement/de peutergroep in de sociaal zwakkere wijken in de gemeente Nijmegen zeer laag. Individuele inkomenstoeslag In de gemeente Nijmegen kunnen huishoudens (onder de AOW-leeftijd) met een laag inkomen in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag. De inkomensgrens ligt op 110 procent van de geldende bijstandsnorm. De tegemoetkoming heeft een gunstig effect op de bestedingsruimte van huishoudens die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen. Voor dit soort huishoudens wordt het steeds lastiger om te reserveren voor grote aankopen. Bij de hoogte van de individuele inkomenstoeslag houdt de gemeente Nijmegen rekening met de gezinssamenstelling: paren krijgen een hoger bedrag dan alleenstaande ouders en alleenstaande ouders krijgen weer een hogere toeslag dan alleenstaanden. Er wordt echter geen onderscheid gemaakt tussen paren met en zonder kinderen. Ook het aantal kinderen heeft geen invloed op de hoogte van de inkomenstoeslag. In sommige gemeenten is zelfs de leeftijd van kinderen bepalend voor het te verkrijgen bedrag. Het Nibud beoordeelt het als positief wanneer een gemeente bij het vaststellen van de hoogte van de inkomenstoeslag rekening houdt met de verschillen in kosten die verschillende huishoudtypen hebben. Het is een mogelijkheid om paren met kinderen een hoger bedrag toe te kennen dan paren zonder kinderen. De gemeente zou zelfs nog een stap verder kunnen gaan door paren met oudere kinderen een nog hoger bedrag te verstrekken. 5.3 Aandachtspunten Paren met kinderen Paren met (oudere) kinderen hebben in de gemeente Nijmegen op bijstandsniveau en op 110 procent daarvan, te maken met tekorten als zij naast het basispakket ook het restpakket willen bekostigen / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

42 Dat paren met kinderen tekorten te maken hebben, ziet het Nibud ook bij andere gemeenten. De belangrijkste oorzaak van dit tekort ligt in het feit dat echtparen de kosten voor twee volwassenen moeten dragen. Ter vergelijking, een eenoudergezin ontvangt 70 procent van de norm voor een echtpaar plus de alleenstaande ouderkop vanuit het kindgebonden budget, wat samen ongeveer neerkomt op 90 procent van de norm. De extra inkomsten voor echtparen (van ongeveer 10 procent) ten opzichte van het eenoudergezin wegen vaak niet op tegen de kosten voor een extra volwassene aan bijvoorbeeld voeding, kleding en de zorgverzekering. Bovengenoemde factoren vinden hun oorsprong in het Rijksbeleid. Gemeenten kunnen via het eigen beleid trachten de gevolgen hiervan te repareren. De gemeente Nijmegen heeft hierin al een aantal goede beleidskeuzes gemaakt, zoals de uitgebreide collectieve aanvullende zorgverzekering, het Kinderfonds en de bijstand voor de computers. Het Nibud adviseert daarom de ondersteuning voor deze doelgroep voort te zetten en het bestaan van inkomensondersteunende regelingen actief naar buiten te brengen. Ook verstrekkingen vanuit de individuele bijzondere bijstand (niet in dit onderzoek meegenomen) kunnen dergelijke gezinnen helpen om hun tekorten te beperken. In dit laatste geval kunnen alleen noodzakelijke bijzondere kosten vergoed worden, maar het is zeker de moeite waard om dit extra onder de aandacht te brengen. Alleenstaanden onder de AOW-gerechtigde leeftijd Alleenstaanden onder de AOW-gerechtigde leeftijd met een inkomen tot en met 110 procent van de bijstandsnorm komen in de gemeente Nijmegen net rond of hebben te maken met een klein tekort als zij naast het basispakket ook het restpakket willen bekostigen. Ten opzichte van bijvoorbeeld alleenstaande ouderen hebben zij een lager inkomen (bijstand t.o.v. AOW) maar zij maken vaak vergelijkbare kosten. Dit tekort verdwijnt voor alleenstaanden die een individuele inkomenstoeslag ontvangen. Het kleine tekort doet zich voor na invulling van het basispakket. Het zijn dus de kosten aan sociale participatie die het tekort veroorzaken. De gemeente Nijmegen geeft via de Meedoen-regeling aan volwassenen een vergoeding voor sport- en culturele activiteiten aan volwassenen / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

43 Huishoudens met zorgkosten Voor huishoudens met extra zorgkosten kent de gemeente Nijmegen diverse voorzieningen, die gunstig uitpakken voor de betreffende huishoudens. Zo is de huishoudelijke hulp een maatwerkvoorziening. Hiervoor moet de eigen bijdrage Wmo worden betaald, maar deze eigen bijdrage wordt vervolgens via de uitgebreide collectieve aanvullende zorgverzekering vergoed. Persoonsalarmering valt ook onder deze verzekering. Voor aangepaste vervoerskosten kent Nijmegen een regeling die de kosten in natura vergoedt voor mensen met een laag inkomen. Extra waskosten kunnen via de bijzondere bijstand vergoed worden. Voor de maaltijdvoorziening geeft de gemeente Nijmegen een bijdrage in de kosten. Deze bijdrage is gebaseerd op het verschil tussen de kosten van de goedkoopste variant van de maaltijdvoorziening en de standaardbedragen voor een warme maaltijd die zelf bereid wordt. Omdat de goedkoopste voorziening niet de volledige voedingsbehoefte dekt, heeft een oudere die gebruik maakt van de maaltijdvoorziening iets hogere kosten aan voeding dan een zelf kokende oudere. Te overwegen is om de vergoeding op te trekken tot het verschil met de iets uitgebreidere optie (warme maaltijd met soep of toetje). Armoedevallen De gemeente Nijmegen laat alleen armoedevallen zien tussen 100 procent en 110 procent. Deze armoedevallen zijn relatief klein, en worden vooral veroorzaakt door het feit dat werken vaak extra kosten met zich meebrengt. Het Nibud adviseert ruimhartig te zijn met individuele ondersteuning voor huishoudens net boven het minimum om de kosten die met werk samenhangen op te kunnen vangen. De gemeente Nijmegen heeft een aantal goed ondersteunende regelingen waar men nog relatief lang recht op houdt, ook bij hogere inkomens. We hebben het niet expliciet uitgerekend, maar dit kan er toe leiden tot armoedevallen ontstaan op hogere inkomensniveaus dan 120 procent. Zeker omdat ook veel landelijke regelingen (zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget) sterk afbouwen vanaf deze niveaus / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

44 Bijlage 1: Lokale regelingen minimabeleid Kwijtscheldingsbeleid In de gemeente Nijmegen kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de afvalstoffenheffing, de waterzuiveringsheffing en de hondenbelasting voor de eerste hond. De gemeente toetst bij het vaststellen van de kwijtschelding aan 100 procent van de norm op grond van de Participatiewet. Dat wil zeggen dat, afhankelijk van het vermogen, huishoudens met een inkomen op bijstandsniveau in principe de hierboven genoemde heffingen niet hoeven te betalen. Bij een inkomen hierboven wordt de betalingscapaciteit berekend door het inkomen te verminderen met het norminkomen. Er vindt een correctie plaats voor de eigen uitgaven aan huur en voor nominale ziektekostenpremies. Vanaf 2012 kunnen gemeenten bij de berekening van de kwijtschelding ook rekening houden met de kosten van kinderopvang. De gemeente Nijmegen maakt van deze mogelijkheid geen gebruik, maar verstrekt bijzondere bijstand voor de eigen bijdrage van de kinderopvang. Van de betalingscapaciteit dient 80 procent te worden aangewend voor de betaling van de gemeentelijke heffingen. Inwoners van de gemeente Nijmegen vallen onder het waterschap Rivierenland. Bij het waterschap Rivierenland is kwijtschelding mogelijk voor de zuiveringsheffing en de watersysteemheffing. Bij de berekening van de kwijtschelding hanteert het waterschap, net zoals de gemeente, de norm van maximaal 100 procent van de bijstandsnorm. De kwijtschelding voor de gemeentelijke heffingen en de waterschapsbelasting wordt gezamenlijk berekend door BSR. Huishoudens die in het voorafgaande jaar kwijtschelding hebben gekregen, worden geautomatiseerd getoetst en hoeven dus niet zelf om kwijtschelding te vragen. Huishoudens die volledige kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen krijgen, kunnen ook een tegemoetkoming krijgen voor het gebruik van de groene zakken. Deze tegemoetkomingen bedragen 14,75 euro per jaar voor eenpersoonshuishoudens en 30,55 per jaar voor meerpersoonshuishoudens. Collectieve (aanvullende) zorgverzekering Het verzekeren tegen ziektekosten is voor iedereen wettelijk verplicht. De gemeente Nijmegen biedt inwoners met een laag inkomen een collectieve zorgverzekering aan / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

45 Deelnemers kunnen kiezen voor zorgverzekeraar CZ en VGZ. Daarnaast kan men kiezen tussen een minder uitgebreide en een meer uitgebreide variant. In de uitgebreide variant is tevens het verplichte eigen risico meeverzekerd. Om voor deelname aan de collectieve zorgverkering in aanmerking te komen, hanteert de gemeente Nijmegen een inkomensgrens van 130 procent van de toepasselijke bijstandsnorm. De vermogensgrens zoals genoemd in de Participatiewet is niet van toepassing. In de begrotingen rekenen we met de gemiddelde premie van de uitgebreide varianten van beide verzekeraars. De kosten van de zorgverzekering zijn opgenomen onder de posten zorgverzekering basis en zorgverzekering aanvullend. Dit is voor de onderzochte huishoudens met een zorgvraag sowieso de goedkoopste oplossing, omdat we ervan uitgaan dat zij het volledige eigen risico verbruiken. Ook voor de huishoudens zonder zorgvraag gaan we uit van de uitgebreide variant, omdat de extra dekking (o.a. vergoeding van het eigen risico) sterk opweegt tegen het verschil in premie (tussen de 4 en 7 euro per maand). Individuele inkomenstoeslag De individuele inkomenstoeslag in de gemeente Nijmegen is bedoeld voor huishoudens tussen de 21 jaar en de AOW-gerechtigde leeftijd, die gedurende een periode van drie jaar over een inkomen beschikken dat niet hoger is dan 110 procent van de geldende bijstandsnorm. Voorwaarden om voor de individuele inkomenstoeslag in aanmerking te komen, is dat er geen zicht op inkomensverbetering is. Daarbij wordt rekening gehouden met de eigen krachten en bekwaamheden en met de eigen inspanningen om het inkomen te verbeteren. De hoogte van de individuele inkomenstoeslag bedraagt 345 euro voor alleenstaanden, 435 euro voor alleenstaande ouders en 485 euro voor (echt)paren. Bij de resultaten van deze rapportage wordt een vergelijking gemaakt tussen huishoudens die in aanmerking komen voor de individuele inkomenstoeslag en huishoudens die hier geen recht op hebben. Meedoen-regeling Elke volwassene met een inkomen tot 110 procent van de bijstandsnorm kan voor 150 euro per jaar bij een aantal specifieke organisaties meedoen aan een of meerdere activiteiten / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

46 Kinderfonds De gemeente Nijmegen kent een regeling ter bevordering van deel name aan sociaalculturele, recreatieve en sportieve activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Deze regeling wordt uitgevoerd door de Stichting Leergeld. De inkomensgrens om voor de bijdrage in aanmerking te komen is 120 procent van de geldende bijstandsnorm voor huishoudens met één kind en 130 procent voor huishoudens met twee of meer kinderen. Via het Kinderfonds kan men een aanvraag indienen voor de maatschappelijke participatie van het kind. Het gaat hierbij om de volgende vergoedingen: - Een bijdrage voor schoolkosten, met een maximum van 50 euro per jaar voor een kind op het basisonderwijs, en 100 euro voor een kind op het voortgezet onderwijs. - Een bijdrage voor kleding of contributie voor sportieve activiteiten, met een maximum van 225 euro per jaar. - Een bijdrage voor deelname aan culturele activiteiten met een maximum van 225 euro per jaar. Huishoudens met kinderen kunnen in één jaar van alle drie vergoedingen gebruik maken. De bijdrage voor school is in de begrotingen verrekend met de post schoolkosten ; de andere vergoedingen zijn verrekend in de post vergoeding restpakket. Bijzondere bijstand voor computer en printer Inwoners van de gemeente Nijmegen met kinderen die voor het eerst naar groep 6 van het basisonderwijs gaan, kunnen bijzondere bijstand om niet krijgen voor een computer met een printer. Dit geldt ook voor de vervanging van een computer van vijf jaar of ouder. De kosten van het gebruik van de computer worden niet vergoed. Om voor de regeling in aanmerking te komen geldt een inkomensgrens van 120 procent van de geldende bijstandsnorm en de vermogensgrens zoals genoemd in de Participatiewet. In de begroting van het huishouden met oudere kinderen wordt de vergoeding voor een computer verrekend met de post inventaris. Het bedrag voor de computer en de printer wordt eerst gedeeld door vijf (jaar) en vervolgens door twaalf (maanden). We gaan uit van één computer en één printer voor het betreffende huishouden / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

47 Kinderopvang en peuterspeelzaal Op grond van de Wet kinderopvang kunnen ouders van kinderen tot twaalf jaar een tegemoetkoming toegekend krijgen voor de kosten van kinderopvang. Vervolgens resteert een eigen bijdrage voor deze kosten. Voor huishoudens op bijstandsniveau die een re-integratietraject volgen vergoedt de gemeente Nijmegen deze eigen bijdrage. Een alleenstaande ouder met een (bijstands)uitkering hoeft geen gebruik van de kinderopvang te maken, tenzij deze ouder een re-integratietraject volgt. In het eerste geval is er geen reden voor kinderopvang, in het tweede geval worden deze kosten door de gemeente vergoed. Daarom zijn in de begrotingen op 100 procent geen kosten voor kinderopvang opgenomen. Wel rekenen we een bedrag voor de peuterspeelzaal. Alle peuterspeelzaalorganisaties hanteren een eigen bijdrage die afhankelijk is van het inkomen. Voor de laagste inkomens bedraagt dit 0,43 euro per uur. Bij een inkomen boven bijstandsniveau gaan we ervan uit dat de alleenstaande ouder enkele dagen per week werkt en gebruik maakt van de kinderopvang. Bij 110 procent van het minimum inkomen wordt gerekend met 20 uur kinderopvang per week, bij een inkomen op 120 en 130 procent wordt uitgegaan van 30 uur kinderopvang. De eigen bijdrage in de kosten van de kinderopvang wordt in de gemeente Nijmegen niet vergoed uit de bijzondere bijstand. De kosten voor kinderopvang en de peuterspeelzaal zijn in de begrotingen opgenomen onder de post schoolkosten/kinderopvang. De kinderopvangtoeslag die de betreffende huishoudens ontvangen is in de begrotingen opgenomen bij de inkomsten. Voordelig openbaar vervoer voor ouderen AOW-gerechtigden kunnen voor 10 euro per jaar een busabonnement voor gratis reizen krijgen in het stadsvervoer en in het streekvervoer in de directe omgeving van Nijmegen. In de begrotingen zijn we er van uitgegaan, dat hierdoor de helft van de OV - kosten vervallen voor de alleenstaande AOW-er zonder zorgkosten. Individuele bijzondere bijstand De gemeente Nijmegen verstrekt voor bijzondere en noodzakelijke kosten individuele bijzondere bijstand. Het draagkrachtloos inkomen wordt als volgt vastgesteld: / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

48 - Draagkracht gezinnen met kinderen Voor alleenstaande ouders en gezinnen met één ten laste komend kind wordt het draagkrachtloos inkomen gesteld op de inkomensgrens van 110%. Voor alleenstaande ouders en gezinnen met twee of meer ten laste komende kinderen wordt het draagkrachtloos inkomen gesteld op 120% van de toepasselijke inkomensgrens. - Draagkracht verlagende kosten voor gezinnen met kinderen. Voor zover belanghebbenden met kinderen, kosten voor peuterarrangementen/peutergroepen en/of kinderopvang hebben, die voor eigen rekening komen, worden deze kosten bij de draagkrachtberekening in mindering gebracht. - Draagkracht ouderen Bij personen die de pensioengerechtigde leeftijd of ouder hebben bereikt, met een inkomen naast de AOW, wordt het draagkrachtloos inkomen gesteld op de inkomensgrens van 120%. - Van het inkomen boven de inkomensgrens van 120%, wordt 30% van het meerdere als draagkracht beschouwd. - Bij het vaststellen van het inkomen wordt de pensioenvrijlating ex artikel 33 lid 5 Participatiewet meegeteld. - De 120%-draagkrachtregel geldt niet bij een aanvraag woonkostentoeslag. - Voordat het inkomen dat meer bedraagt dan de bijstandsnorm als draagkracht in aanmerking genomen wordt, wordt er een forfaitair bedrag voor kleinere medisc he kosten voor een alleenstaande en een bedrag voor gehuwden in mindering gebracht. - Draagkracht chronisch zieken en gehandicapten Bij chronisch zieken en gehandicapten wordt het draagkrachtloos inkomen gesteld op de inkomensgrens van 120%. Van het inkomen boven de inkomensgrens van 120% wordt 30% van het meerdere als draagkracht beschouwd. De 120%-draagkrachtregel geldt niet bij een aanvraag woonkostentoeslag. Tot de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten behoren in ieder geval de volgende personen: Belanghebbenden van 18 jaar of ouder die een voorziening ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben Belanghebbenden die een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO-, WIA- (WGA- en IVA), Wajong- of WAZ-uitkering) ontvangen / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

49 Belanghebbenden die kunnen aantonen chronisch ziek of gehandicapt te zijn. De individuele bijzondere bijstand wordt in dit onderzoek niet meegenomen omdat deze sterk afhankelijk is van de persoonlijke situatie. Hiervan uitgezonderd zijn de bijstand voor een computer of printer (zie boven) en de huishoudtypen met een zorgvraag. Bij deze huishoudtypen gaan we uit van een aantal veronderstellingen (zie de volgende paragraaf). Indien voor een of meer van deze voorzieningen individuele bijzondere bijstand kan worden aangevraagd, wordt dit meegenomen in de begroting. Overige verstrekkingen vanuit de individuele bijzondere bijstand worden, net als bij de andere huishoudtypen, niet meegenomen / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

50 Huishoudens met een zorgvraag In dit onderzoek worden ook een aantal huishoudens met een zorgvraag onderzocht: een alleenstaande vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd, een echtpaar vanaf de AOW-leeftijd en paar met twee kinderen. Hieronder wordt eerst dieper ingegaan op de regelingen van de gemeente Nijmegen voor huishoudens met een zorgvraag. Daarna wordt het profiel van deze huishoudtypen nader omschreven en wordt bekeken wat het effect hiervan is op de maandbegroting van deze huishoudens. Collectieve zorgverzekering Zoals in paragraaf staat beschreven, kent de gemeente Nijmegen een uitgebreide zorgverzekering waar huishoudens met extra zorgkosten veel profijt van kunnen hebben. Uitgangspunten huishoudens met zorgvraag Om de begrotingen voor huishoudens met een zorgvraag op te stellen, hebben we zogenoemde zorgprofielen opgesteld. Vervolgens bepalen we wat voor deze huishoudens de extra kosten zijn, en welke vergoedingen daar tegenover staan. De profielen zijn opgesteld door het Nibud, in samenspraak met Ieder(In) en met de gemeente Nijmegen. De profielen zijn gelijk aan degene die in de MER Nijmegen 2014 zijn gebruikt. Het zorgprofiel voor het huishouden vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd ziet er als volgt uit: Maakt gebruik van een maaltijdvoorziening (vijf maaltijden per week). Deze zorgt voor meerkosten ten opzichte van de situatie waarin de oudere zelf de warme maaltijd bereidt. 3 uur huishoudelijke verzorging per week 14 uur persoonlijke verzorging per week 4 uur verpleging per week Personenalarmering, om medische redenen Gebruik belbus/collectief vervoer / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

51 Voor het paar met kinderen geldt het volgende zorgprofiel: 2 uur huishoudelijke verzorging per week 12 uur persoonlijke verzorging per week 4 uur verpleging per week Personenalarmering Extra kosten voor wassen van kleding Extra kosten voor een dieet Gebruik belbus / collectief vervoer Gezien het bovenstaande, zal de begroting van de huishoudens met een zorgvraag op diverse punten afwijken van de standaardbegrotingen: De huishoudelijke verzorging is in de gemeente Nijmegen een maatwerkvoorziening. Voor de maatwerkvoorziening geldt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage via het CAK. De eigen bijdrage is afhankelijk van het bijdrageplichtige inkomen, leeftijd en huwelijkse staat. De minimale eigen bijdrage bedraagt 17,50 euro per vier weken (19 euro per maand). De groep gehuwden/samenwonenden onder de pensioengerechtigde leeftijd vormt hierbij een uitzondering, voor deze groep is het minimale bedrag vanaf 2017 nul euro. De additionele kosten bedragen 12,5 procent van het inkomen boven een bepaald drempelinkomen. Voor alleenstaanden onder de AOW-gerechtigde leeftijd liggen het landelijke drempelbedrag op euro per jaar, voor een meerpersoonshuishouden is dit euro. Alleenstaande AOW-gerechtigden hebben een drempelbedrag van euro per jaar. De gemeente Nijmegen hanteert minimaal het drempelinkomen van de zorgtoeslag ( euro) Binnen de collectieve zorgverzekering wordt de eigen bijdrage Wmo vergoed. Dit betekent dat voor de huishoudens met een zorgvraag, die in aanmerking komen voor de collectieve zorgverzekering, er geen kosten zijn voor de huishoudelijke verzorging. Ook de persoonlijke verzorging valt onder de Wmo, waarvan de eigen bijdrage wordt vergoed via de collectieve zorgverzekering. Er komen in de begroting geen extra kosten meer bij / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

52 De verpleging zit in het basispakket van de zorgverzekering. Ook hiervoor komen er dus geen extra kosten bij. De maaltijdvoorziening zorgt voor meerkosten ten opzichte van de situatie waarin de warme maaltijd zelf wordt bereid. Voor deze meerkosten wordt alleen in incidentele gevallen bijzondere bijstand verstrekt, maar dat wordt niet meegenomen in deze rapportage. Huishoudens die gebruik (moeten) maken van de maaltijdvoorziening betalen de meerkosten hiervan dus zelf. De kosten van een warme maaltijd inclusief soep of toetje, bedragen 5,85 euro. Hier worden de kosten voor een zelf bereide maaltijd weer vanaf gehaald, waarmee de meerkosten uitkomen op 3,65 euro per maaltijd voor alleenstaanden en 7,70 euro voor paren. De meerkosten zijn voor paren meer dan twee keer zo hoog dan voor alleenstaanden, omdat zelf koken schaalvoordelen oplevert. Zelf koken is per persoon ongeveer 10 procent voordeliger. Voor vijf maaltijden per week zijn de extra voedingskosten 79 euro respectievelijk 167 euro per maand. We gaan er in deze rapportage van uit dat huishoudens met een inkomen tot en met 120 procent van de geldende bijstandsnorm bijzondere bijstand krijgen. De vergoeding die de gemeente Nijmegen hiervoor ter beschikking stelt bedraagt 2,90 per maaltijd. De resterende kosten zijn in de begrotingen van de huishoudens met zorgvraag opgenomen onder de post voeding. Voor het gezin met zorgkosten rekenen we geen extra kosten. We gaan ervan uit dat andere gezinsleden de maaltijd kunnen verzorgen. De kosten voor de personenalarmering worden in de gemeente Nijmegen vergoed via de collectieve zorgverzekering. Deze kosten drukken dus niet op de begroting van huishoudens met een zorgvraag. Voor de extra waskosten gaan we uit van twee keer per week extra wassen, wat neerkomt op 8,25 euro per maand. Voor deze kosten geeft de gemeente Nijmegen bijzondere bijstand. Het huishouden met een zorgvraag maakt gebruik van aanvullend vervoer. Huishoudens krijgen van de gemeente Nijmegen een vergoeding in natura (een OV-pas of bijzonder vervoer pas) of een persoonsgebonden budget als het regionale vervoer niet toereikend is, waarmee ze met korting kunnen reizen. We gaan er van uit dat dit toereikend is voor de vervoersbehoefte van de huishoudens met zorgkosten en ze dus volledig met korting kunnen reizen. Met de korting betalen reizigers een opstaptarief van 0,89 euro en verder 0,15 per / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

53 kilometer. We gaan uit van 2 x 2 ritten per week van 5 kilometer. Deze extra kosten van 28 euro per maand gelden voor de alleenstaande oudere, en voor het paar met kinderen. Voor het paar met zorgkosten gaan we er van uit dat ze samen reizen, waardoor nog eens 50% korting mogelijk is. Verder gaan we ervan uit dat er geen gebruik wordt gemaakt van de fiets; deze kosten zijn daarom uit de begroting gehaald. De extra vervoerskosten zijn opgenomen onder de post vervoer. De kosten voor een woningaanpassing (drempels weg, verhoogde WC), die vanuit de Wmo wordt toegekend, worden doorgegeven aan het CAK voor de inning van de eigen bijdrage. Het CAK berekent aan de hand van het inkomen en vermogen wat dan de eigen bijdrage wordt en de periode waarover men moet betalen. Omdat huishoudens met een zorgvraag de eigen bijdrage al betaald hebben voor de huishoudelijke of de persoonlijke verzorging, komen er hier geen extra kosten meer bij. De bovenstaande kosten en bijbehorende vergoedingen hebben betrekking op de zorgprofielen die als uitgangspunt voor deze minima-effectrapportage zijn gekozen. Uiteraard zal het zorgprofiel per individu verschillend zijn en daarmee zullen er dus ook verschillende kosten zijn. In de gehanteerde zorgprofielen wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een eigen bijdrage voor huishoudelijke verzorging. Echter, ook dagbesteding en persoonlijke begeleiding vallen onder de Wmo en ook hiervoor is een eigen bijdrage verschuldigd. Dit is niet in de begrotingen meegenomen, omdat de gekozen zorgprofielen hier niet om vragen / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

54 Bijlage 2: Begrotingen In onderstaande tabellen zijn de begrotingen van de verschillende huishoudtypen opgenomen. Voor alle huishoudens wordt op een rij gezet hoe het budget er bij de verschillende inkomensniveaus uit ziet. De inkomensondersteunende regelingen van de gemeente Nijmegen zijn als volgt in de begrotingen verwerkt: Kwijtschelding van heffingen In de begrotingen is de kwijtschelding van de gemeentelijke- en waterschapsheffingen verwerkt bij de heffingsbedragen. Dit wordt aangegeven met achter het resterende bedrag. Collectieve zorgverzekering De gemeente Nijmegen biedt inwoners de mogelijkheid zich te verzekeren via een collectieve ziektekostenverzekering. Huishoudens kunnen gebruik maken van een collectieve zorgverzekering bij zorgverzekeraars CZ of VGZ. Bij de uitgavenposten zorgverzekering hebben we het maandelijkse bedrag van de collectieve zorgverzekering gebruikt. Dit is aangegeven met achter de betreffende bedragen. Kinderfonds De vergoedingen vanuit het Kinderfonds zijn ondergebracht bij verschillende posten ( vergoeding restpakket en onderwijs ) en worden aangegeven met. Bijzondere bijstand computer De vergoeding voor een computer is verrekend met de post inventaris. Dit wordt aangegeven met / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

55 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

56 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

57 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

58 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

59 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

60 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

61 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

62 Bijlage 3: Verantwoording uitgaven Het Nibud gebruikt diverse bronnen voor de referentiecijfers. Hieronder volgt een korte verantwoording van keuzes en bronnen uitgesplitst naar het basis- en het restpakket. 1. Basispakket Huur Er wordt gerekend met een huur van 480 euro voor eenpersoonshuishoudens en 496 euro voor meerpersoonshuishoudens. Energie Dit is 90 procent van de prijs van gemiddeld gebruik naar huishoudtype met een opslag voor huishoudens van de AOW-gerechtigde leeftijd (gasverbruik). Daarbij hanteert het Nibud de prijs van het gemiddelde verbruik. Lokale lasten Dit zijn de gemeentelijke- en waterschapsheffingen verminderd met de eventuele kwijtschelding. De inwoners van Nijmegen betalen naast deze heffingen een bijdrage per groene afvalzak. Deze bedraagt 62 cent voor een kleine zak, en 93 cent voor een grote zak. We gaan er van uit dat een alleenstaande per week een kleine zak nodig heeft, een paar zonder kinderen een grote zak per week, en de huishoudens met kinderen twee zakken per week. Telefoon, televisie en internet Deze bedragen zijn gebaseerd op het bellen met een mobiele telefoon met een simonly abonnement voor 100 tot 150 belminuten per maand, een basisabonnement voor internet en een basis digitaal televisie abonnement. We gaan er van uit dat iedereen in het huishouden van 12 jaar en ouder een eigen mobiele telefoon heeft. Zorgverzekeringen Dit betreft de collectieve aanvullende verzekering die men via de gemeente Nijmegen af kan sluiten. Overige verzekeringen Dit betreft een aansprakelijkheidsverzekering, een inboedelverzekering en voor volwassenen in huishoudens onder de AOW-gerechtigde leeftijd een uitvaartverzekering / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

63 Onderwijs Dit zijn gemiddelde bedragen aan schoolkosten. Deze verschillen per schooltype. Ze zijn afkomstig van Nibud-onderzoek (basisschool) en de Schoolkostenmonitor (middelbare school). Kinderopvang Dit zijn de kosten exclusief de landelijke vergoeding die wordt gegeven. De kinderopvangtoeslag staat benoemd bij de inkomsten. Contributies en abonnementen Hieronder vallen de bankkosten. De kosten aan kranten en/of tijdschriften en de kosten aan (sport-)verenigingen vallen onder het restpakket (zie volgende paragraaf). Vervoer Voor ieder lid van het huishouden zijn dit de kosten van een fiets, een OV-chipkaart en enkele zones. Kleding en schoenen Deze bedragen zijn gebaseerd op het Nibud-basispakket voor kleding. Inventaris en onderhoud Bedragen zijn gebaseerd op het Nibud-basispakket voor inventaris en onderhoud. Niet-vergoede ziektekosten In het basispakket zitten kosten die elk huishouden heeft. De kosten betreffen de huisapotheek met pleisters, aspirines e.d. plus het bedrag dat een huishouden maximaal kwijt kan zijn aan het eigen risico van de zorgverzekering. Voeding De bedragen zijn gebaseerd op de aanbevolen hoeveelheden voor een gezonde voeding volgens het Voedingscentrum. De prijzen van deze voedingspakketten zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Was- en schoonmaakartikelen Dit is een bedrag per huishouden en een bedrag per persoon op basis van Nibud - onderzoek. Persoonlijke verzorging Uitgegaan is van een bedrag per persoon op basis van Nibud-onderzoek / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

64 Diversen Dit is een bedrag per huishouden en een bedrag per persoon voor diverse uitgaven. Denk hierbij aan de kosten voor postzegels en de kosten van een identiteitsbewijs. 2. Restpakket Het bedrag dat overblijft nadat alle uitgaven uit het basispakket zijn gedaan, is bestemd voor vrije bestedingen. Alle vrije bestedingen vormen samen het restpakket. Pakket voor sociale participatie Als voorbeeld heeft het Nibud in samenwerking met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een pakket aan uitgaven voor sociale participatie opgesteld. De uitgavenposten waar rekening mee is gehouden staan hieronder weergegeven evenals de richtbedragen voor deze uitgavenposten. Uitgaven aan sociale participatie, bedrag per maand Contributies en abonnementen per kind 4 tot 12 jaar 11,00 per persoon vanaf 12 jaar 16,50 per huishouden 2,00 Bezoek ontvangen per persoon 8,50 per huishouden 11,00 Op bezoek gaan per persoon 5,50 Vakantie/uitgaan per persoon 16,50 per huishouden 22,50 Vervoer per persoon 9,00 per huishouden 4,50 Bron: Hoff et al, SCP/Nibud, 2009, berekeningen Nibud, Overig restpakket Naast de uitgaven zoals gespecificeerd in het pakket aan sociale participatie kunnen nog allerlei overige uitgaven als voorbeeld in het restpakket worden opgenomen. In dit onderzoek zijn dat de kosten voor woon-werkverkeer (gebaseerd op een tweesterrenabonnement), zakgeld voor de kinderen (bedragen zijn gebaseerd op regulier onderzoek van het Nibud) en de kosten voor een huisdier (incl. hondenbelasting) / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

65 Bijlage 4: Resultaten bij een hogere huur De resultaten in hoofdstuk 3 zijn berekend op basis van huren, die met vaste percentages ge-indexeerd zijn ten opzichte van eerdere Minima-Effectrapportages. De huur is echter een belangrijke factor of huishoudens kunnen rondkomen. Om dit effect te laten zien, hebben we de berekeningen ook gedaan met een huur van 600 euro. De resultaten daarvan staan in onderstaande tabel. De hogere huur vertaalt zich niet één-op-één in een lager saldo. Ten eerste betekent de hogere huur ook een hoger bedrag aan huurtoeslag. Bij deze hoogte van de huur wordt echter niet meer het volledige extra bedrag door de huurtoeslag vergoedt, maar slechts 65%. Ten tweede wordt de huur meegenomen bij het bepalen van de kwijtschelding voor heffingen van de gemeente en die van het waterschap. De hogere huur leidt daarmee tot een grotere kwijtschelding. Dit speelt vooral voor de huishoudens op 110 procent van het bijstandsniveau. Te zien is dat nu een aantal huishoudens niet meer het basis- en het restpakket kunnen bekostigen. Dit speelt met name bij de huishoudens met kinderen, ook voor degene die gebruik maken van de individuele inkomenstoeslag. Het is daarom van belang om mensen met een laag inkomen in betaalbare woningen te plaatsen. Hierover zou de gemeente afspraken kunnen maken met de woningcorporaties in Nijmegen. Een voorbeeld uit een andere gemeente is het woonlastenfonds, bedoeld voor inwoners die drie jaar of langer moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau en die recht hebben op huurtoeslag met kwaliteitskorting. Het woonlastenfonds compenseert in de betreffende gemeente de kwaliteitskorting van de huurtoeslag. Een dergelijke regeling wordt door het Rijk overigens alleen goedgekeurd als het gaat om maatwerk. Dit betekent dat altijd een individuele toetsing moet plaatsvinden, waarbij beoordeeld moet worden of het huishouden de toeslag echt nodig heeft. Het nadeel van een dergelijke werkwijze is dat deze zeer arbeidsintensief is / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

66 / CONCEPT II Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen 2017

Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen 2017 Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen 2017 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Nijmegen

Nadere informatie

Benoeming leden cliëntenraad Participatiewet

Benoeming leden cliëntenraad Participatiewet Openbaar Onderwerp Benoeming leden cliëntenraad Participatiewet Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Wij benoemen conform artikel 2.4 van het Besluit

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2013 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2013 De invloed

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2015. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2015. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2015 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2015 Effecten

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2017

Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2017 Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2017 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Enschede

Nadere informatie

Uitwerking klantenparticipatie P-wet 2015

Uitwerking klantenparticipatie P-wet 2015 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitwerking klantenparticipatie P-wet 2015 Programma Inkomen & armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 23 september 2015 heeft de raad

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen.

Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet. Met bijgevoegde brief beantwoorden wij deze vragen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de D66-fractie over de experimenten Participatiewet Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting

Nadere informatie

Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort

Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Eerste resultaten quick-wins terugdringen bijstandstekort Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Tijdens de kamerronde

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Ede 2016

Minima-effectrapportage gemeente Ede 2016 Minima-effectrapportage gemeente Ede 2016 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Ede 2016 De invloed

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010 De invloed van

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Hilversum 2012. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Hilversum 2012. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Hilversum 2012 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Hilversum 2012 De invloed

Nadere informatie

EEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen

EEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen EEffecten minimabeleid Nibud Corinne van Gaalen Wat is het Nibud? Voorlichting Consumenten Professionals Onderzoek Opleiding Consumenten Professionals Nibud en onderzoek Minimum voorbeeldbegrotingen Onderzoek

Nadere informatie

Reactiebrief advies KGO ondersteuning chronisch zieken

Reactiebrief advies KGO ondersteuning chronisch zieken Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactiebrief advies KGO ondersteuning chronisch zieken Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 4 februari 2014

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Venlo. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Venlo. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Venlo De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Venlo 2009 De invloed van gemeentelijke

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen Minima-effectrapportage en besluit besteding middelen

Onderwerp Vaststellen Minima-effectrapportage en besluit besteding middelen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststellen Minima-effectrapportage en besluit besteding middelen Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer BW-01119 Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting

Nadere informatie

Minima-effectrapportage Gemeente Maastricht. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage Gemeente Maastricht. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage Gemeente Maastricht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage Gemeente Maastricht De invloed van gemeentelijke

Nadere informatie

Vragen ex artikel 39 van D66 over kinderen in huishoudens met een laag inkomen

Vragen ex artikel 39 van D66 over kinderen in huishoudens met een laag inkomen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vragen ex artikel 39 van D66 over kinderen in huishoudens met een laag inkomen Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting De fractie

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013

Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013 Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam-

Nadere informatie

Effectrapportage sancties

Effectrapportage sancties Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Effectrapportage sancties Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting We hebben de raad toegezegd informatie te verstrekken over

Nadere informatie

Stofzuiger 190,- 143,- 35,- Wasmachine 370,- 277,- 219,- Garderobekast 2 deurs 150,- 113,- 70,-

Stofzuiger 190,- 143,- 35,- Wasmachine 370,- 277,- 219,- Garderobekast 2 deurs 150,- 113,- 70,- Aan: de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 26 april 2016 Ons kenmerk MO10/

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Gouda 2015

Minima-effectrapportage gemeente Gouda 2015 Minima-effectrapportage gemeente Gouda 2015 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens. Minima-effectrapportage gemeente Gouda 2015

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk 17-10-2012) Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk 17-10-2012) Collegevoorstel Openbaar Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Uitvoering motie 'Goedkopere energie voor lage inkomens' Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061, Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer N.v.t. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Minima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud

Minima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud Minima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn 2016 Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud Wat doet het Nibud? Onderzoek Voorlichting Consumenten Professionals Opleidingen Consumenten Professionals Minima-effectrapportage

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2017

Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2017 Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2017 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar

Nadere informatie

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Roosendaal. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Roosendaal. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Roosendaal Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting 2 / Minima-effectrapportage gemeente Roosendaal Minima-effectrapportage gemeente

Nadere informatie

Vaststelling Jaarverslag Bureau Sociaal Raadslieden

Vaststelling Jaarverslag Bureau Sociaal Raadslieden Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststelling Jaarverslag 2015-2016 Bureau Sociaal Raadslieden Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Bureau Sociaal Raadslieden

Nadere informatie

Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs

Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wijziging statuten Alliantie voortgezet onderwijs Programma Onderwijs BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting De stichting Alliantie Voortgezet

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Deurne De invloed van gemeentelijke ondersteuning op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen

Minima-effectrapportage gemeente Deurne De invloed van gemeentelijke ondersteuning op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen Minima-effectrapportage gemeente Deurne 2016 De invloed van gemeentelijke ondersteuning op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen Minima-effectrapportage gemeente Deurne 2016 De invloed

Nadere informatie

Minima-effectrapportage Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland

Minima-effectrapportage Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland Minima-effectrapportage Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage Regionale Sociale

Nadere informatie

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Drimmelen

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Drimmelen Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Drimmelen Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting 2 / Minima-effectrapportage gemeente Drimmelen Inhoud 1. INLEIDING... 5 1.1 Centrale

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen D66 art. 39 RvO over vervanging bij ziekte Wmo

Beantwoording schriftelijke vragen D66 art. 39 RvO over vervanging bij ziekte Wmo Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen D66 art. 39 RvO over vervanging bij ziekte Wmo Programma Zorg & Welzijn Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 29 juni 2016 heeft

Nadere informatie

Brief BUIG oktober 2015

Brief BUIG oktober 2015 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Brief BUIG oktober 2015 Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Het voorlopige BUIG-budget voor 2016 is bekend gemaakt, net als

Nadere informatie

Minima-effectrapportage Sociale Dienst Veluwerand 2015

Minima-effectrapportage Sociale Dienst Veluwerand 2015 Minima-effectrapportage Sociale Dienst Veluwerand 2015 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens. Minima-effectrapportage Sociale Dienst

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente X. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente X. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente X De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente X De invloed van gemeentelijke maatregelen

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2018

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2018 Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2018 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens 11 mei 2018 Minima-effectrapportage gemeente

Nadere informatie

Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen

Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen 2017 Het Nibud stelt elk jaar begrotingen op voor huishoudens met een minimum inkomen. We gaan uit van een inkomen op het niveau van het sociaal minimum. Dit is de bijstandsuitkering.

Nadere informatie

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Moerdijk. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Moerdijk. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Moerdijk Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Inhoud 1. INLEIDING... 4 1.1 Centrale vraag... 4 1.2 Kern minima-effectrapportage...

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk ) Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad (uiterlijk ) Collegevoorstel Openbaar Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Niet doorgaan verruimen vermogensnormen kwijtschelding gemeentelijke belastingen Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer N.v.t. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Zienswijze kaderbrief MGR

Zienswijze kaderbrief MGR Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Zienswijze kaderbrief MGR 2017-2018 Programma Economie & Werk / Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief / H. Bruls / B. van Hees Samenvatting De

Nadere informatie

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist 2 Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Sociaal Raadslieden Zeist Bergweg 1 3701 JJ Zeist T 030-6923857 M sora.zeist@planet.nl I www.sociaalraadsliedenzeist.nl 3 4 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp

Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp Openbaar Onderwerp Brief m.b.t. leegstand en krimp over basisscholen in de Gildekamp Programma Onderwijs BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Tijdens de kamerronde van 7 juni 2017

Nadere informatie

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Etten-Leur

Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Etten-Leur Rapportages Nibud ten behoeve Onderzoek Armoedebeleid gemeente Etten-Leur Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting 2 / Minima-effectrapportage gemeente Etten-Leur Inhoud 1. INLEIDING... 6 1.1

Nadere informatie

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verdeelmodel BUIG Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Met bijgevoegde brief informeren wij de raad over de stand van zaken

Nadere informatie

Openbaar. Ondergrondse restafvalcontainer op de afvalpas. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad.

Openbaar. Ondergrondse restafvalcontainer op de afvalpas. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Openbaar Onderwerp Ondergrondse restafvalcontainer op de afvalpas Programma Openbare Ruimte BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting In Nijmegen staat een 80-tal ondergrondse containers

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Veenendaal 2014

Minima-effectrapportage gemeente Veenendaal 2014 Minima-effectrapportage gemeente Veenendaal 2014 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Veenendaal

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2016

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2016 Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2016 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2016

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Tiel 2015

Minima-effectrapportage gemeente Tiel 2015 Minima-effectrapportage gemeente Tiel 2015 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens. Minima-effectrapportage Gemeente Tiel / 0 Minima-effectrapportage

Nadere informatie

Openbaar. Experimenten Participatiewet. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Experimenten Participatiewet. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Experimenten Participatiewet Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting De raad heeft twee moties aangenomen, om te experimenteren

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Apeldoorn 2016

Minima-effectrapportage gemeente Apeldoorn 2016 Minima-effectrapportage gemeente Apeldoorn 2016 De invloed van landelijke en gemeentelijke ondersteuning op de financiële positie van inwoners met een laag inkomen Minima-effectrapportage gemeente Apeldoorn

Nadere informatie

Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs

Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Statutenwijziging Alliantie voortgezet onderwijs Programma Onderwijs Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting De stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs Nijmegen

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Ede 2014

Minima-effectrapportage gemeente Ede 2014 Minima-effectrapportage gemeente Ede 2014 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Ede 2014 De invloed

Nadere informatie

1. Deel te nemen aan de stichting Legal Valley 2. De brief aan de raad als reactie op de ingediende wensen en bedenkingen vast te stellen

1. Deel te nemen aan de stichting Legal Valley 2. De brief aan de raad als reactie op de ingediende wensen en bedenkingen vast te stellen Openbaar Onderwerp Definitieve deelneming stichting Legal Valley Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Op 1 november 2016 hebben wij besloten om deel te nemen

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2013. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2013. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2013 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Wassenaar 2013 De invloed

Nadere informatie

Reactie vragen Cliëntenraad inzake CAZ

Reactie vragen Cliëntenraad inzake CAZ Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactie vragen Cliëntenraad inzake CAZ Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Op 18 augustus 2017 heeft de Cliëntenraad

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Rigtergroep

Raadsinformatiebrief Rigtergroep Embargo tot 5 september 2017, 17:45 uur Onderwerp Raadsinformatiebrief Rigtergroep Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 10 juli jl. is de gemeenteraad geïnformeerd

Nadere informatie

Beantwoording toezegging inzake aantal WOZ bezwaren en de toekenning daarvan

Beantwoording toezegging inzake aantal WOZ bezwaren en de toekenning daarvan Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording toezegging inzake aantal WOZ bezwaren en de toekenning daarvan Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Tijdens

Nadere informatie

Openbaar. Brief aan Kamer over BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Inkomen & Armoedebestrijding

Openbaar. Brief aan Kamer over BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Inkomen & Armoedebestrijding Openbaar Onderwerp Brief aan Kamer over BUIG Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Het voorstel is om een brief te schrijven aan de Tweede Kamer, om Kamerleden

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Voorschoten 2013. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Voorschoten 2013. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Voorschoten 2013 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Voorschoten 2013 De

Nadere informatie

Mantelzorgwaardering. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp. Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / BW-nummer. Portefeuillehouder B.

Mantelzorgwaardering. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp. Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / BW-nummer. Portefeuillehouder B. Openbaar Onderwerp Mantelzorgwaardering Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting In de Wmo 2015 is vastgelegd dat gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

BBV-richtlijnen grondexploitaties; 10 jaars termijn

BBV-richtlijnen grondexploitaties; 10 jaars termijn Collegevoorstel Openbaar Onderwerp BBV-richtlijnen grondexploitaties; 10 jaars termijn Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In de notitie grondexploitaties 2016 van

Nadere informatie

Nibud minimum-voorbeeldbegrotingen 2015 / 1

Nibud minimum-voorbeeldbegrotingen 2015 / 1 Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen 2015 Het Nibud stelt elk jaar begrotingen op voor huishoudens met een minimum inkomen. We gaan uit van een inkomen op het niveau van het sociaal minimum. Dit is de uitkering

Nadere informatie

Openbaar. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad. Gemeenteraad Conform advies Aanhouden.

Openbaar. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad. Gemeenteraad Conform advies Aanhouden. Collegevoorstel Openbaar Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting In het onlangs gesloten zijn onder meer verschuivingen van de lokale

Nadere informatie

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage

Nadere informatie

Raadsbrief social return en verdringing

Raadsbrief social return en verdringing Collegevoorstel Openbaar Onderwerp en verdringing Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 10 februari j.l. heeft de raad de motie Houd social return on investment ook echt

Nadere informatie

Beantwoording vragen kamerronde beleidskader Wmo & Jeugd 2015

Beantwoording vragen kamerronde beleidskader Wmo & Jeugd 2015 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording vragen kamerronde beleidskader Wmo & Jeugd 2015 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Tijdens de kamerrondebespreking

Nadere informatie

Openbaar. Reactie advies JMG en KGO Maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten. Alleen ter besluitvorming door het College

Openbaar. Reactie advies JMG en KGO Maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten. Alleen ter besluitvorming door het College Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactie advies JMG en KGO Maatwerkvoorziening chronisch zieken en gehandicapten Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting

Nadere informatie

Beantwoording vragen SP boetes bijstand

Beantwoording vragen SP boetes bijstand Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording vragen SP boetes bijstand Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting De SP heeft een aantal vragen gesteld

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Openbaar. Frictiekosten Museum het Valkhof en stichting LUX. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad.

Openbaar. Frictiekosten Museum het Valkhof en stichting LUX. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Openbaar Onderwerp Frictiekosten Museum het Valkhof en stichting LUX Programma / Programmanummer Cultuur / 1071 Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting De afgelopen jaren zijn er verschillende generieke

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeenten Tilburg en Goirle 2011

Minima-effectrapportage gemeenten Tilburg en Goirle 2011 Minima-effectrapportage gemeenten Tilburg en Goirle 2011 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeenten Tilburg en Goirle

Nadere informatie

Openbaar. Nadere regels Meedoen-regeling 2016

Openbaar. Nadere regels Meedoen-regeling 2016 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Nadere regels Meedoen-regeling 2016 Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In dit collegevoorstel stellen we ten behoeve

Nadere informatie

Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden

Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactie op de brief van Vérian omtrent verlenging contracten Hulp bij het Huishouden Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Op 24

Nadere informatie

Minima-effectrapportage Gemeente Waalwijk. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage Gemeente Waalwijk. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage Gemeente Waalwijk De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage Gemeente Waalwijk De invloed van gemeentelijke

Nadere informatie

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken.

2. De van het rijk ontvangen bonus begeleid werken over 2011 ter hoogte van aan Breed verstrekken. Openbaar Onderwerp Subsidie Breed 2014 Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Het SW-bedrijf Breed voert de Wsw uit voor de gemeente Nijmegen

Nadere informatie

Openbaar. Ontwerp Talent Centraal Nijmegen

Openbaar. Ontwerp Talent Centraal Nijmegen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Ontwerp Talent Centraal Nijmegen Programma Grondbeleid; Sport & Accommodaties Portefeuillehouder B. Velthuis; R. Helmer-Englebert Samenvatting Na het succesvol afronden

Nadere informatie

X Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Directie Dar NV. BW-nummer

X Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Directie Dar NV. BW-nummer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Directie Dar NV Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 9610 BW-nummer Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting In onze brief aan de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

Motie Wat betekent dat voor U?II. In de notitie bij dit voorstel zijn die gevolgen, toegespitst op woonlasten voor woningen, uitgewerkt.

Motie Wat betekent dat voor U?II. In de notitie bij dit voorstel zijn die gevolgen, toegespitst op woonlasten voor woningen, uitgewerkt. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Motie Wat betekent dat voor U?II Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Op 14 mei 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Programma Economie & Werk Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Het ministerie

Nadere informatie

Halfjaarbrief Inkomen

Halfjaarbrief Inkomen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Halfjaarbrief Inkomen Programma Inkomen & Armoedebestrijding BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting In deze brief informeren we de raad over de bijstandsontwikkeling

Nadere informatie

Aan de leden van de raad, raadscommissies, het college, genodigden en belangstellenden

Aan de leden van de raad, raadscommissies, het college, genodigden en belangstellenden Concept agenda Aan de leden van de raad, raadscommissies, het college, genodigden en belangstellenden Namens het Presidium nodig ik u uit voor de beeldvormende avond die wordt georganiseerd op: 30 september

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Den Haag 2015

Minima-effectrapportage gemeente Den Haag 2015 Minima-effectrapportage gemeente Den Haag 2015 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens. Minima-effectrapportage gemeente Den Haag

Nadere informatie

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Programma Dienstverlening & Burgerzaken Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Om de kwaliteit van de basisregistratie te verbeteren

Nadere informatie

Openbaar. Subsidieverlening aan Stichting De Bastei t.b.v. NME taken. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad

Openbaar. Subsidieverlening aan Stichting De Bastei t.b.v. NME taken. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Openbaar Onderwerp Subsidieverlening aan Stichting De Bastei t.b.v. NME taken Programma / Programmanummer Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Het Milieu Educatie

Nadere informatie

Onderwerp Vaststelling verordening Individuele Inkomenstoeslag en Klantenparticipatie Participatiewet 2017

Onderwerp Vaststelling verordening Individuele Inkomenstoeslag en Klantenparticipatie Participatiewet 2017 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 28 juni 2017 / 61/2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Vaststelling verordening Individuele Inkomenstoeslag en Klantenparticipatie

Nadere informatie

Ter besluitvorming door het college 1. De raadsinformatiebrief over 'Stand van zaken Meldpunt geen stage' vast te stellen.

Ter besluitvorming door het college 1. De raadsinformatiebrief over 'Stand van zaken Meldpunt geen stage' vast te stellen. Openbaar Onderwerp geen stage Programma BW-nummer Onderwijs Portefeuillehouder R.D. Helmer-Englebert Samenvatting In mei van dit jaar hebben wij de gemeenteraad Nijmegen via een raadsinformatiebrief een

Nadere informatie

Embargo tot 5 maart Ontmanteling waterkunstwerk Waalkade. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad

Embargo tot 5 maart Ontmanteling waterkunstwerk Waalkade. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Collegevoorstel Embargo tot 5 maart 2015 Onderwerp Ontmanteling waterkunstwerk Waalkade Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In 2009

Nadere informatie

Geachte leden van de Raad,

Geachte leden van de Raad, POSTADRES Postbus 20 7500 AA Enschede BEZOEKADRES Langestraat 24 Aan de Gemeenteraad TELEFOON DATUM ONS KENMERK BEHANDELD DOOR 15 december 2015 1500125409 J.E.M. Bannenberg UW BRIEF VAN UW KENMERK DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Openbaar Onderwerp Rijk van Nijmegen 2025 Programma Economie & Werk BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls / T. Tankir Samenvatting De Rabobank Rijk van Nijmegen heeft in 2015 het initiatief genomen

Nadere informatie

Minima-effectrapportage Sociale Dienst Drechtsteden 2016

Minima-effectrapportage Sociale Dienst Drechtsteden 2016 Minima-effectrapportage Sociale Dienst Drechtsteden 2016 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage Sociale

Nadere informatie

1. De brief aan de raad over versnelling sociale woningbouw vast te stellen.

1. De brief aan de raad over versnelling sociale woningbouw vast te stellen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Versnelling (tijdelijke) sociale woningbouw Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Het onderzoek naar de kansen voor versnelde tijdelijke

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wensen en bedenkingen bilaterale prestatieovereenkomsten woningcorporaties Programma / Programmanummer Wonen / 1021 BW-nummer Portefeuillehouder J. van der Meer Samenvatting

Nadere informatie

Openbaar. Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststellen Onderzoeksopzet Workfast Programma Economie & Werk Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Op 4 maart 2015 heeft de gemeenteraad de motie Onderzoek naar

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Heerhugowaard 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Vragen adviescie LHBT-beleid over identiteitswijziging Transgenders

Vragen adviescie LHBT-beleid over identiteitswijziging Transgenders Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vragen adviescie LHBT-beleid over identiteitswijziging Transgenders Programma Zorg & Welzijn Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting De adviescommissie LHBT-beleid

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Stichting Huis van de Nijmeegse Geschiedenis

Samenwerkingsovereenkomst Stichting Huis van de Nijmeegse Geschiedenis Openbaar Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst Stichting Huis van de Nijmeegse Geschiedenis Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting In het

Nadere informatie

Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen

Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vragen Groen Links over gratis draadloos internet in binnenstad Nijmegen Programma / Programmanummer Economie / 9510 BW-nummer Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM Een onderzoek naar de effecten van gemeentelijke inkomensondersteuning op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

Antwoordbrief schriftelijke vragen Ondergrondse afvalcontainers in Nijmegen Centrum

Antwoordbrief schriftelijke vragen Ondergrondse afvalcontainers in Nijmegen Centrum Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Antwoordbrief schriftelijke vragen Ondergrondse afvalcontainers in Nijmegen Centrum Programma Openbare Ruimte BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting

Nadere informatie