Handboek Epidemiologie Sportblessures

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handboek Epidemiologie Sportblessures"

Transcriptie

1 Handboek Epidemiologie Sportblessures Versie 4.0 H. Valkenberg W. Schoots M. van Nunen W. Ormel I. Vriend Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus AD Amsterdam Mei 2009

2 2 Handboek Epidemiologie Sportblessures Intern rapport: 456 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. Consument en Veiligheid aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn

3 3 Handboek Epidemiologie Sportblessures Voorwoord Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS, Directie Sport) heeft Consument en Veiligheid gevraagd om een handboek op te stellen waarin de meest relevante informatie en afspraken met betrekking tot het registreren, analyseren, weergeven en interpreteren van beschikbare informatie over sportblessures worden vastgelegd. Betrouwbare basisinformatie is essentieel voor het monitoren van sportblessures en daarmee een belangrijke randvoorwaarde voor de beoordeling van de effectiviteit van programma s en richtlijnen. Dit wordt ook benadrukt in het RGO-rapport Advies Onderzoek Sportgezondheidszorg: Sport en Bewegen (2001). Dergelijke gegevens vormen de basis voor het stellen en evalueren van beleidsdoelen, het prioriteren van aandachtsgebieden en het bepalen van de inhoud van interventies, en ook voor het evalueren van (voorgenomen) interventies. Om de kennis en ervaring met betrekking tot de monitoring van sportblessures in Nederland af te stemmen, is eind 2004 op verzoek van het ministerie van VWS het platform Monitoren Sportblessures opgericht. In dit platform hebben experts op het gebied van de epidemiologie van sportblessures zitting namens hun organisatie. Leden zijn het NIVEL, NOC*NSF, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Vrije Universiteit Amsterdam (EMGO-Instituut), Universiteit Maastricht, TNO Kwaliteit van Leven, SCP, VSG, Consument en Veiligheid en het ministerie van VWS (Directie Sport); agendaleden zijn ZonMw en het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het Handboek Epidemiologie Sportblessures is bedoeld als praktisch hulpmiddel voor iedereen die zich actief bezig houdt met de epidemiologie van sportblessures en moet hulp bieden bij het maken van keuzes bij analyses en het opzetten van onderzoek/registraties. De actuele versie die voor u ligt, is opgesteld in nauw overleg met de betrokken experts van het Platform Monitoren Sportblessures. Wij zijn deze mensen dan ook zeer dankbaar voor hun bijdrage; zonder hen had het Handboek niet de waarde gehad die het nu heeft. Het Handboek is echter nooit af: we zullen het periodiek actualiseren en elementen toevoegen die afstemming vereisen. Rob Bijlmer Directeur

4

5 5 Handboek Epidemiologie Sportblessures Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Doel Leeswijzer 9 2 Definities Definitie van letsel/blessure Definitie van sport Theoretische definitie sport Operationele definitie sport Definities van deelgebieden sport Definitie van een sportblessure Theoretische definitie sportblessure Operationele definitie sportblessure Relevante determinanten van sportblessures Medisch behandelde blessures /niet-medisch behandelde blessures Plotseling ontstane blessures / geleidelijk ontstane blessures Blessures met tijdelijke gevolgen / chronische blessures Gevolgen sportblessures Sportverzuim, een sportgerelateerd probleem Arbeidsverzuim of schoolverzuim Kosten van een blessure Dodelijke sportongevallen en plotse dood door sport 18 3 Classificaties Variabelen Minimale set variabelen Zeer wenselijke variabelen Overige variabelen Classificaties Ontstaanswijze Leeftijd en geslacht geblesseerde Dag van de week/datum/periode oplopen blessure Tak van sport Ontstaansmechanisme Opgelopen letsel Behandeling/behandelaar 22

6 6 Handboek Epidemiologie Sportblessures Organisatieverband Verzuim Locatie Sportparticipatie Hinderduur (chronische blessure) Kosten sportblessure 25 4 Bronnen met gegevens over sportblessures Bronnen met informatie over sportblessures Statistiek niet-natuurlijke dood (NND) Letsel Informatie Systeem (LIS) Etiologische databank/(continu) LIS Vervolgonderzoek (CLVO) Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) Blessure Informatie Systeem (BIS) Krantenknipselregistratie Letsellastmodel (LLM) Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LIPZ) SMI-registratie Ecaris Andere belangrijke bronnen Doodsoorzakenstatistiek Landelijke Medische Registratie (LMR) Overige bronnen met informatie over sportblessures Continue Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations Eigen blessureregistraties van sportbonden Bronnen met informatie over aanverwante onderwerpen Verenigingsmonitor Sportersmonitor Nationale richtlijn sportdeelname onderzoek (RSO) Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek (AVO) Permanent Onderzoek LeefSituatie (POLS) Sportcor 43 5 Kerncijfers sportblessureproblematiek SEH-behandeling Ziekenhuisopnamen Overleden Huisarts en sportarts Behandelingen paramedische zorg Overige behandelaars en niet-medisch behandelde sportblessures Totaal aantal medisch behandelde sportblessures Analyseperiode Trendanalyses 48

7 7 Handboek Epidemiologie Sportblessures Methode trendanalyses Kosten van sportblessures Methode kostenberekening Conclusie 49 6 Nadere analyses 51 7 Presentatie van de gegevens Algemeen Nadere analyses Bronvermelding Statistiek niet-natuurlijke dood Letsel Informatie Systeem Etiologische databank Ongevallen en Bewegen in Nederland Blessure Informatie Systeem Krantenknipselregistratie Letsellastmodel Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LIPZ) 56 8 Relevante platformen, werkgroepen en websites Platformen Werkgroepen Websites 58 Literatuur mmmmmmmmmmmmmmm 61 Bijlage 1 Lijst met afkortingen 65 Bijlage 2 Kostenparameters Letsellastmodel 67

8

9 9 Handboek Epidemiologie Sportblessures Inleiding 1.1 Doel Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, (Directie Sport), heeft Consument en Veiligheid gevraagd om in nauw overleg met alle betrokken partijen een handboek op te stellen waarin de meest relevante informatie en afspraken met betrekking tot epidemiologie van sportblessures worden vastgelegd. Deze afspraken zijn gemaakt via consensus in het Platform Monitoren Sportblessures, waarvan relevante partijen lid zijn (zie paragraaf 8.2). Deze informatie moet behulpzaam zijn. Het handboek is bedoeld als praktisch hulpmiddel voor iedereen die zich actief bezig houdt met de epidemiologie van sportblessures en moet hulp bieden bij eenduidige analyses, weergave en interpretatie van de beschikbare informatie over sportblessures, en het opzetten van onderzoek/registraties. Om het handboek ook in de toekomst actueel en daarmee bruikbaar te houden zal de inhoud regelmatig worden gecontroleerd. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staan een aantal definities, onder andere van sport en een sporter, en van wat wordt verstaan onder een (medisch behandelde) sportblessure. Ook worden belangrijke determinanten en gevolgen van een sportblessure besproken. In hoofdstuk 3 worden aanbevelingen gedaan over de te gebruiken classificaties bij het monitoren van sportblessures. Classificaties vormen immers de basis voor het opzetten van een registratie of onderzoek en het uitvoeren van analyses. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gegeven van de relevante bronnen met informatie over sportblessures in Nederland. Met name ten behoeve van onderzoek kan dit hoofdstuk geraadpleegd worden om te zien welke relevante bronnen er beschikbaar zijn in Nederland. Om een goed overzicht te krijgen van de totale omvang van sportblessures in Nederland worden de beschikbare bronnen vaak gecombineerd. In hoofdstuk 5 bespreken we de manier waarop de gegevens over sportblessures die momenteel beschikbaar zijn (via de bronnen uit hoofdstuk 4) het beste gebruikt kunnen worden. Afspraken over nadere analyses van sportblessures staan vermeld in hoofdstuk 6. Om eenduidigheid van de presentatie van gegevens over sportblessures te bevorderen, geven we in hoofdstuk 7 de afspraken hierover weer. Tenslotte geeft hoofdstuk 8 een overzicht van relevante werkgroepen, platformen en websites in Nederland. Afkortingen worden toegelicht in bijlage 1. Voor de volledigheid staan in de literatuurlijst de referenties opgenomen van eerder verschenen versies van het Handboek Epidemiologie Sportblessures (Ormel et al., 2005a/ 2005b / 2006).

10

11 11 Handboek Epidemiologie Sportblessures Definities In dit hoofdstuk worden de beslissingen weergegeven ten aanzien van de definities van letsel, sport, sportblessures, medisch behandelde blessures, en plotseling versus geleidelijk ontstane blessures, zoals overeengekomen in het Platform Monitoren Sportblessures. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen theoretische definities en operationele definities. Bij de operationele definities wordt aangegeven hoe de grijze gebieden m.b.t. een variabele moeten worden geclassificeerd. Dit laatste is van belang voor het opstellen van instructies (bijvoorbeeld in een codeerhandleiding). Afsluitend worden relevante determinanten en gevolgen (verzuim, medische kosten) van sportblessures gedefinieerd. 2.1 Definitie van letsel/blessure Om tot een definitie van sportletsel te komen is het van belang om allereerst de term blessure, ofwel letsel te definiëren (met de kanttekening dat met geen enkele definitie alle sportletsels/blessures te omvatten zijn). Hiervoor hanteren we de definitie zoals gebruikt binnen de ICECI, een internationale classificatie van letsel die deel uitmaakt van de WHO familie van internationale classificaties: Letsel: Een (vermoede) lichamelijke verwonding die het gevolg is van een te grote blootstelling aan energie (hetzij mechanische, elektrische, chemische, stralings- of warmte-energie) die op het lichaam inwerkt in hoeveelheden of gehalten die de drempel van het fysiologisch verdraagbare overschrijden. In een enkel geval kan een letsel resulteren van een tekort aan vitale elementen, zoals zuurstof. Acute vergiftigingen en toxische effecten, inclusief overdoses van stoffen en verkeerde stoffen die per vergissing worden toegediend of ingenomen, zijn eveneens inbegrepen, net zoals complicaties en slechte reacties bij therapeutische, chirurgische en medische zorgen. Psychologische pijn wordt in deze context uitgesloten. MERK OP: Deze definitie is afgeleid van de door de WHO ondersteunde ICECI classificatie met dien verstande dat het woord acuut uit de definitie gehaald is. De strekking van deze definitie komt overeen met de strekking van ICD-10 hoofdstuk I.

12 12 Handboek Epidemiologie Sportblessures 2.2 Definitie van sport Theoretische definitie sport Het platform geeft de voorkeur aan de volgende definitie van sport: Een lichamelijke activiteit, met als doel het verbeteren van fitheid en/of gezondheid, of waarbij aan de prestatie bijzondere waarde wordt gehecht, of waarbij het plezier in het bewegen zelf voorop staat. Enkele bekende andere definities van sport zijn: Definitie 1 (LIS en daaraan verbonden bronnen): Een lichamelijke activiteit die spelend wordt uitgevoerd en waarbij aan de prestatie bijzondere waarde wordt gehecht. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen sportbeoefening in georganiseerd verband, zoals wedstrijdsport en recreatiesport bij een vereniging, en sportbeoefening in ongeorganiseerd verband, zoals sportieve recreatie (Pannier, 1988). Definitie 2 (ICECI): Physical activity with a described functional purpose eg. competition, practicing for competition, improving physical health. This includes practice and training as well as pre-event (e.g., taping, dressing), warm-up, cool down, and post-event (eg. showering, dressing) activities. Travel to and from the event or activity is not included (WHO, 2002). Definitie 3 (RSO): Een menselijke activiteit die veelal plaatsvindt in een specifiek organisatorisch verband maar ook ongebonden kan worden verricht, doorgaans met gebruikmaking van een specifiek ruimtelijke voorziening en/of omgeving, op een manier die is gerelateerd aan voorschriften en gebruiken die in internationaal verband ten behoeve van prestaties met een competitie- of wedstrijdelement in de desbetreffende activiteit of verwante activiteiten tot ontwikkeling zijn gekomen (Bottenburg & Geesink, 2000) Operationele definitie sport Ten behoeve van het monitoren is een operationele definitie van sport belangrijker dan een theoretische definitie. Voor een operationele definitie is het bijvoorbeeld belangrijk om te weten bij welk type activiteit de blessure is ontstaan (fietsen, voetballen, etc.), en hoe de activiteit werd beoefend op het moment dat de blessure is opgelopen (training, wedstrijd, informeel, etc.). Bij het classificeren van activiteiten als wel/geen sport zijn er enkele grijze gebieden waarover discussie mogelijk is. Deze staan in tabel 2.1, waarbij wordt aangegeven of deze in OBiN (Ongevallen en Bewegen in Nederland), LIS (Letsel Informatie Systeem, en daaraan verbonden bronnen) en ICECI als sport worden gezien. Daarnaast staat vermeld wat de uiteindelijke beslissing is m.b.t. de classificatie van sport.

13 13 Handboek Epidemiologie Sportblessures Tabel 2.1 Toewijzing 'grijze gebieden' voor een aantal bronnen en de uiteindelijke beslissing (x=sport -=geen sport, ½=soms) Grijs gebied algemeen OBiN* LIS ICECI Beslissing Bewegingsonderwijs Bedrijfssport Professionele sport Niet-georganiseerde sport Kijken naar een sportactiviteit Op de reservebank zitten -? Douchen/aan/uitkleden - - Vervoer van/naar sportactiviteit Warming up/cooling down Uitglijden in zwembad**? Verzorgen van paarden t.b.v. paardrijden** ½ -? - Recreatief wandelen - Recreatief fietsen -? Functioneel wandelen/ fietsen (bv boodschappen doen) - -? - Skaten/skeeleren ½ Zwemmen Skateboarden ½ Rolschaatsen ½ Dansen ½ - Fitness Karten ½ Straatvoetbal ½ Funsporten (bv kitesurfen) ½ Aangepaste sporten? Denksporten ½ Tuintrampolines ½ * bij OBiN beslist de respondent zelf. In deze kolom is dan ook de verwachting vermeld. ** indien mogelijk dient in blessureregistraties onderscheid gemaakt te worden met blessures die ontstaan tijdens het zwemmen/paardrijden zelf Definities van deelgebieden sport In deze paragraaf wordt ingegaan op de definities van de deelgebieden organisatieverband sport, bewegingsonderwijs en bedrijfssport. Deze worden in de praktijk veel toegepast. Organisatieverband sport Er zijn drie typen organisatieverband binnen de sport te onderscheiden: 1 sport, niet georganiseerd; 2 sporten bij een sportvereniging; 3 sport, anders georganiseerd.

14 14 Handboek Epidemiologie Sportblessures Bij het vaststellen van het organisatieverband moet de activiteit centraal staan; in welke context was de persoon aan het sporten op het moment van het oplopen van de blessure? Voorbeeld: op het moment dat een lid van een voetbalvereniging meedoet aan een voetbalcompetitie tussen verenigingen dan is hij/zij aan het sporten in verenigingsverband. Doet dezelfde sporter mee aan een hardloopevenement dat buiten de vereniging om gaat, dan valt de activiteit onder de definitie anders georganiseerd ook al is de sporter lid van een voetbalvereniging. In tabel 2.2 is weergegeven hoe 'grijze gebieden' m.b.t. organisatieverband van de sportbeoefening moeten worden toegewezen als ongeorganiseerd of als anders georganiseerd. Tabel 2.2 Toewijzing 'grijze gebieden' met betrekking tot ongeorganiseerd en anders georganiseerd sporten Sportscholen Buitensportbedrijven Loopgroepen o.l.v. freelance trainers Clinics en cursussen Fietsclubjes Vaste voetbalclubjes in het park Beroepssport (bv gymleraar) Bedrijfssportdag Recreatief evenement Schoolgym Schoolsportdag Training zonder begeleiding Ongeorganiseerd Anders georganiseerd Schoolsport In de praktijk wordt onderscheid gemaakt tussen bewegingsonderwijs en schoolsport. Schoolsport is een breder begrip dan bewegingsonderwijs. De term bewegingsonderwijs is alleen bedoeld voor sportieve activiteiten die worden uitgevoerd binnen het kader van het onderwijsprogramma. Een schoolsportdag bijvoorbeeld wordt niet gerekend tot bewegingsonderwijs, maar valt wel onder schoolsport. Theoretische definitie schoolsport: Een sportieve activiteit die onder verantwoordelijkheid van een school wordt georganiseerd. Operationele definitie schoolsport: In tabel 2.3 is weergegeven welke 'grijze gebieden' er zijn met betrekking tot schoolsport en of ze wel of niet onder schoolsport vallen.

15 15 Handboek Epidemiologie Sportblessures Tabel 2.3 Toewijzing 'grijze gebieden' met betrekking tot schoolsport Bewegingsonderwijs Schoolsportdag Sporttoernooi tussen scholen Kennismakingstrainingen bij sportverenigingen, georganiseerd in samenwerking met school onder schooltijd Kennismakingstrainingen bij sportverenigingen, georganiseerd in samenwerking met school tijdens reguliere trainingstijden (bv in de avonduren) Trainers van sportverenigingen die (delen van) gymlessen verzorgen Brede school : school organiseert sportieve activiteit na schooltijd Brede school : buurtwerk organiseert sportieve activiteit na schooltijd en maakt gebruik van faciliteiten van de school (bv gymzaal) Schoolsport Geen schoolsport Bedrijfssport Theoretische definitie bedrijfssport: Een sportieve activiteit waarvoor de werkgever tijd en/of middelen beschikbaar stelt, waardoor werknemers in de gelegenheid worden gesteld om sport te beoefenen. Operationele definitie bedrijfssport: In tabel 2.4 is weergegeven welke grijze gebieden er zijn met betrekking tot bedrijfssport en of ze wel of niet als bedrijfssport beschouwd worden. Tabel 2.4 Toewijzing 'grijze gebieden' met betrekking tot bedrijfssport Fitnessruimte binnen bedrijf Bedrijvencompetitie en/of trainingen (bv volleybal), inschrijfgeld wordt (deels) betaald door werkgever Bedrijvencompetitie (bv volleybal), inschrijfgeld wordt betaald door deelnemende werknemers Incidentele sportdag/clinic Bedrijfssport Geen bedrijfssport 2.3 Definitie van een sportblessure De op dit moment in de praktijk en literatuur gehanteerde termen zijn: sportletsel, sportongeval, sportblessure. We kiezen voor het woord sportblessure aangezien dit het meest aansluit bij het algemeen gangbare spraakgebruik.

16 16 Handboek Epidemiologie Sportblessures Theoretische definitie sportblessure De theoretische definitie van een sportblessure: Een blessure die opgelopen is als gevolg van sportdeelname Operationele definitie sportblessure Voorbeelden van (operationele) definities van sportblessures zijn: National Athletic Injury Registration System (NAIRS, US): The reportable injury is one that limits athletic participation for at least the day after the day of onset (Vinger, 1981). The Council of Europe: Any injury as a result of participation in sport with one or more of the following consequences: (a) a reduction in the amount or level of sports activity; (b) a need for (medical) advice or treatment; or (c) adverse social or economic effects (Vulpen, 1989). 2.4 Relevante determinanten van sportblessures Bij registraties van en onderzoeken naar sportblessures is het van belang dat zo veel mogelijk determinanten van sportblessures worden vastgelegd. Op deze manier kan gestreefd worden naar een zo goed mogelijke vergelijking van sportblessures binnen de verschillende registraties en onderzoeken. In elk geval moet in een rapportage worden vastgelegd welke aspecten zijn toegepast om een sportblessure te definiëren. Binnen de epidemiologie van sportblessures worden zowel medisch behandelde als niet-medisch behandelde letsels tot de sportblessures gerekend. Daarnaast is afgesproken om de term overbelastingsblessure niet te gebruiken, omdat in principe iedere blessure het gevolg is van overbelasting. In plaats hiervan spreken we van een blessure die plotseling, dan wel geleidelijk is ontstaan met tijdelijke of blijvende (chronische) gevolgen. In de registraties van sportblessures kunnen drie relevante determinanten worden onderscheiden: - medisch behandelde blessures / niet-medisch behandelde blessures; - plotseling ontstane blessures / geleidelijk ontstane blessures; - blessures met tijdelijke gevolgen / chronische blessure. In de volgende paragrafen worden deze determinanten nader toegelicht. Helaas zijn niet alle registratiesystemen in staat om alle soorten sportblessures te onderscheiden. In systemen die gebaseerd zijn op het registreren van medische consumptie (zoals LIS of LMR) zullen bijvoorbeeld geen blessures worden aangetroffen die niet-medisch behandeld zijn. In een registratie die uitgaat van de eigen ervaringen van een sporter (zoals OBiN) zal wel melding gedaan worden van

17 17 Handboek Epidemiologie Sportblessures deze blessures. Het is daardoor niet mogelijk om in alle gevallen exact dezelfde definitie van een sportblessure te gebruiken Medisch behandelde blessures /niet-medisch behandelde blessures Een blessure is medisch behandeld indien deze is behandeld of onderzocht door een medicus of paramedicus die is opgenomen in het BIG-register (BIG=Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, Tabel 2.5 Toewijzing 'grijze gebieden' met betrekking tot medisch behandeld Wel medisch behandeld Niet medisch behandeld Onderzocht door huisarts, geen verdere behandeling noodzakelijk Tijdens wedstrijd pleister geplakt door EHBO er Tijdens wedstrijd enkel verzwikt, gekoeld door EHBO er Behandeld door sportmasseur Acupunctuur behandeling ondergaan Plotseling ontstane blessures / geleidelijk ontstane blessures Van plotselinge ontstane blessures wordt gesproken als het letsel plotseling ontstaan is. Er is dus een duidelijk herkenbaar moment in de tijd wanneer de blessure ontstaan is. Er wordt in deze context ook wel gesproken over een sportongeval met sportletsel. Hier tegenover staan de geleidelijk ontstane blessures, die in de praktijk gedurende een langere periode ontstaan zijn Blessures met tijdelijke gevolgen / chronische blessures De hinderduur (tijdsduur tot herstel) van zowel plotseling ontstane blessures als geleidelijk ontstane blessures kan per blessure verschillen. De hinderduur van de blessure wordt als maat gebruikt voor het vaststellen van een chronische blessure. Een blessure wordt chronisch genoemd als de sporter er 3 maanden of langer hinder van ondervindt. Deze definitie sluit aan bij internationale literatuur (WHO) en wordt ook gehanteerd als richtlijn binnen fysiotherapie. Daarnaast is het een praktische maat voor respondenten en daarmee een operationele definitie. 2.5 Gevolgen sportblessures Sportverzuim, een sportgerelateerd probleem Om de gevolgen voor sportbeoefening goed te kunnen overzien, kan de definitie van sportblessures worden verruimd naar die van een sportgerelateerd probleem.

18 18 Handboek Epidemiologie Sportblessures Hieronder worden naast sportblessures ook problemen verstaan die niet zijn ontstaan tijdens of door sportactiviteiten, maar wel leiden tot sportverzuim of een zorgvraag (Baarveld et al., 2003) Arbeidsverzuim of schoolverzuim Er is sprake van arbeidsverzuim of schoolverzuim wanneer de sporter als gevolg van zijn blessure niet in staat is deze activiteiten te ondernemen Kosten van een blessure De definitie van de kosten van een sportblessure is afgeleid van de Europese definitie voor de kosten van een ziekte (Mulder et al., 2002). Kosten van een sportblessure: De totale kosten voor de maatschappij als gevolg van een specifieke blessure. Dit omvat zowel de directe medische kosten als de (niet-medische) indirecte kosten (verzuimkosten van arbeid). Directe niet-medische kosten worden hier niet toe gerekend. De directe medische kosten worden gedefinieerd als de kosten van gezondheidszorgconsumptie, de indirecte kosten als de kosten van arbeidsverzuim (zie bijlage 2). De kosten van een blessure geven een indicatie van de ernst en omvang van sportblessures Dodelijke sportongevallen en plotse dood door sport In het platform wordt onderscheid gemaakt tussen dodelijke sportongevallen en plotse dood door sport. Binnen de epidemiologie van sportblessures beperken we ons tot dodelijke sportongevallen. Oorzaken hiervan kunnen zijn: - blootstelling aan extreme natuurlijke hitte; - overbelasting en inspannende en herhaalde bewegingen; - gebrek aan water. Dodelijk sportongeval: Overlijden als gevolg van een blessure of letsel opgelopen door sportdeelname, binnen 30 dagen na het ontstaan van het letsel. MERK OP: De termijn van 30 dagen is gebaseerd op de praktijk van het coderen van dodelijk letsel bij de Doodsoorzakenstatistiek en de statistiek Niet Natuurlijke Dood door het CBS.

19 19 Handboek Epidemiologie Sportblessures Classificaties Regelmatig wordt een onderzoek of registratie opgezet met het doel om informatie te verzamelen ten behoeve van de preventie van sportblessures. Om de resultaten zo goed mogelijk te kunnen vergelijken met andere (standaard)bronnen, is het van belang dat de informatie zoveel mogelijk op eenzelfde manier wordt verzameld. In dit hoofdstuk bepalen we welke informatie minimaal verzameld moet worden (paragraaf 3.1) en volgens welke classificatie (paragraaf 3.2). Er is slechts één formeel erkende classificatie met onderdelen specifiek gericht op sportblessures: de International Classification of External Causes of Injuries (ICECI: geaccepteerd door de WHO) ( Daarnaast is er nog een Nederlandse classificatie voor letsels, namelijk de Classificatie van Letsel-Diagnosen (CLD) (Consument en Veiligheid, 2003). Deze is gebaseerd op ICD Variabelen Minimale set variabelen Afhankelijk van het doel van het onderzoek of de registratie wordt informatie verzameld. Als het onderzoek zich richt op sportblessures, dan moeten minimaal de volgende gegevens vastgelegd worden: - ontstaanswijze blessure (plotseling/geleidelijk); - leeftijd en geslacht geblesseerde; - datum oplopen blessure; - tak van sport; - ontstaansmechanisme; - opgelopen letsel; - behandeling/verwijzing Zeer wenselijke variabelen Als het onderzoek of de registratiemethode het toelaat, is het zeer wenselijk om de volgende gegevens vast te leggen: - organisatieverband; - verzuim; - locatie oplopen blessure.

20 20 Handboek Epidemiologie Sportblessures Overige variabelen Overige variabelen die geregistreerd kunnen worden, zijn bijvoorbeeld: - tijdstip oplopen blessure; - tijdens training/wedstrijd/warming up/cooling down/etc. ; - dag van de week oplopen blessure; - blessure ontstaan door contact met tegenstander of medespeler; - gebruik van beschermingsmiddelen; - ondergrond (sportvloer, gras/kunstgras); - sportniveau; - eerder opgelopen letsel; - etniciteit/sociaal economische status; - opgelopen tijdens vakantie (binnenland/buitenland); - sportparticipatie (uren/week); - informatie met betrekking tot sportgerelateerde blessures; - doodsoorzaak of aanleiding. 3.2 Classificaties Om resultaten uit verschillende onderzoeken zo goed mogelijk vergelijkbaar te maken, zijn voor de minimale set variabelen en de zeer wenselijke variabelen standaard classificaties opgesteld Ontstaanswijze Plotseling ontstaan/geleidelijk ontstaan Leeftijd en geslacht geblesseerde Geslacht: man / vrouw / onbekend. Leeftijd: bij voorkeur in jaren Dag van de week/datum/periode oplopen blessure Bij plotseling optredende blessures: bijv. donderdag Bij blessures die geleidelijk zijn ontstaan: (week/) maand/jaar waarin de symptomen voor het eerst zijn gesignaleerd Tak van sport Wanneer je streeft naar volledigheid zal een lijst met sporttakken eindeloos lang worden, terwijl veel sporten nauwelijks beoefend worden en/of nauwelijks blessures opleveren. We kiezen er daarom voor om de lijst met sporttakken te beperken tot een top 25 van sporten die op basis van cijfers en kosten de meeste aandacht verdienen (Stam, 2004).

21 21 Handboek Epidemiologie Sportblessures Aan deze lijst zijn, op basis van het grote aantal beoefenaren, fitness, wandelen en fietsen toegevoegd. Gezien het speciale karakter dient schoolsport als aparte tak van sport te worden geregistreerd. Veldvoetbal Volleybal Motorsport Handbal Paard- of ponyrijden Tennis Wielrennen Skiën Mountainbiken Karten Trampolinespringen Squash Skateboarden Badminton Vechtsport Korfbal Gymnastiek/turnen Hardlopen/joggen Hockey Fitness Rugby Wandelen Skaten/skeeleren Fietsen Basketbal Schoolsport Zaalvoetbal Overig Zwemmen Onbekend Schaatsen Ontstaansmechanisme Verstappen, zwikken, verdraaien Val van hoogte Val door sprong Overige valongevallen Stoten Geraakt worden door een voorwerp Lichamelijk contact Fysieke overbelasting Overig Onbekend Opgelopen letsel Letsel wordt ingedeeld aan de hand van twee assen, namelijk (A) het getroffen lichaamsdeel (locatie van het letsel), en (B) de aard van het letsel. In ieder geval dient het ernstigste letsel te worden vastgelegd.

22 22 Handboek Epidemiologie Sportblessures A Getroffen lichaamsdeel Hoofd Ogen Nek/hals Borst/buik/billen Rug Sleutelbeen/AC-gewricht Schouder Bovenarm Elleboog Onderarm Pols Hand Vingers Heup (incl. lies) Bovenbeen Knie Onderbeen Achillespees Enkel Voet Tenen Onbekend B Aard van het letsel Kneuzing/schaafwond Verstuiking/distorsie Spier-/peesontsteking Verrekking/ruptuur spier/pees Kraakbeenletsel/irritatie Open wond Luxatie Fractuur Oogletsel Ander letsel, namelijk... Geen, onduidelijk Behandeling/behandelaar Ziekenhuisopname Polikliniek/specialist Spoedeisende Hulp-/ Eerste Hulpafdeling ziekenhuis Huisarts/huisartsenpost Fysiotherapeut Sportarts Overige professionele behandelaar (ostheopaat, manueel therapeut, etc.) Verzorger/masseur, EHBO er Overige, niet-professionele behandelaar Niet behandeld/zelf behandeld Bij meerdere behandelaars per sportblessure dienen alle behandelaars te worden vastgelegd. Per behandelaar dient - indien mogelijk - de hoogste kwalificatie van de behandelaar in kwestie vastgelegd te worden (wanneer een behandelaar bijvoorbeeld verzorger en fysiotherapeut is, dient fysiotherapeut te worden geregistreerd).

23 23 Handboek Epidemiologie Sportblessures Organisatieverband De volgende soorten organisatieverband kunnen worden onderscheiden: Sport, niet georganiseerd Sporten bij een vereniging Sport, anders georganiseerd: - Schoolsport - Bedrijfssport - Beroepssport - Commerciële organisatie - Anders, namelijk: Verzuim Verzuim wordt ingedeeld aan de hand van (A) de aard van het verzuim en (B) de duur van het verzuim. A Aard verzuim Sportverzuim: - sporten is geheel onmogelijk - gedeelte van een training/alternatieve training is wel mogelijk Arbeidsverzuim Schoolverzuim Verzuim anders, namelijk:... B Duur verzuim Uitdrukken in kalenderdagen (sportverzuim), werkdagen (arbeidsverzuim), schooldagen (schoolverzuim). Deze classificatie komt overeen met die in OBiN, CLVO en het LLM Locatie De locatie zal uiteraard afhangen van de tak van sport waarbij de blessure is opgelopen. Verschillende dimensies zijn te onderscheiden om de variabele locatie te classificeren: A overdekte locatie / niet overdekte locatie B specifieke locatie: - sportzaal/-hal, gymzaal -- sportveld - bos/ natuurgebied -- openbare weg - zwembad -- open water - ijshal/-baan -- natuurijs - anders:... C binnenland / buitenland

24 24 Handboek Epidemiologie Sportblessures Sportparticipatie Voor de classificatie van sportparticipatie kan het best de vraagstelling in OBiN worden gevolgd. Deze is gebaseerd op de Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO). Essentieel daarbij zijn een terugvraagperiode van 12 maanden en het gebruik van een toonblad met de sporten. De vraagstelling in OBIN: De volgende vragen gaan over sportbeoefening. Sporten die u tijdens de vakanties heeft beoefend tellen wel mee; sporten tijdens gymnastiek op school niet. Welke sporten heeft u de afgelopen 12 maanden beoefend? Voor alle sporten die in de regel in een sportschool worden beoefend, zoals fitness (cardio/kracht), aerobics, spinning, steps, tae bo, body shape, body pump, pilates de eerste antwoordmogelijkheid aerobics/fitness/conditietraining gebruiken. De lijst met sporten: aerobics/fitness/conditietraining -- atletiek -- badminton -- basketbal -- biljart/poolbiljart/snooker -- bowlen -- bridge -- dammen -- danssport (alle dansvormen) -- darts -- golf -- gymnastiek/turnen -- handbal -- hardlopen -- hockey -- honkbal/softbal -- jazzballet -- jeu de boules -- judo -- klimsport/bergwandelen -- korfbal -- motorsport -- mountainbiken -- nordic walking -- paardensport -- roeien -- schaatsen -- schaken -- skaten/skeeleren -- skiën -- snowboarden -- squash -- tafeltennis -- tennis -- vecht- en verdedigingssporten (sporturen exclusief judo) -- veldvoetbal -- volleybal -- wandelsport/sportief wandelen (exclusief nordic walking) -- waterpolo -- wielrennen/toerfietsen -- yoga -- zaalvoetbal -- zeilen/(wind)surfen -- zwemmen/aquajogging/aquarobics -- anders, nl.. Het jaarlijks aantal uren sportbeoefening per sport is belangrijk als noemer voor incidentiedichtheidscijfers. In OBiN worden deze op de volgende wijze bevraagd: Hoeveel weken of keren schat u, dat u deze sport de afgelopen twaalf maanden heeft beoefend? U kunt slechts 1 vakje invullen: weken of keren. (Indien weken) Hoeveel keer per week beoefent/beoefende u deze sport gemiddeld? Alle vormen van beoefenen samen, dus zowel wedstrijd, training als een andere vorm van beoefenen van deze sport. Hoeveel tijd in uren en/of minuten besteedt/besteedde u per keer gemiddeld aan deze sport?

25 25 Handboek Epidemiologie Sportblessures Hinderduur (chronische blessure) In OBiN wordt de volgende classificatie gebruikt voor hinderduur door een letsel: 1 tot en met 3 maanden; 2 4 tot en met 6 maanden; 3 7 tot en met 12 maanden; 4 13 tot en met 18 maanden; 5 gemiddeld 2 jaar; 6 gemiddeld 3 jaar; 7 gemiddeld 4 jaar; 8 gemiddeld 5 jaar; 9 6 tot 10 jaar; tot 20 jaar; 11 langer dan 20 jaar Kosten sportblessure De directe medische kosten worden gedefinieerd als de kosten van gezondheidszorgconsumptie; de indirecte kosten als de kosten van arbeidsverzuim. In bijlage 2 staan de stelposten voor de zorgconsumptie genoemd, zoals deze binnen het Letsellastmodel (zie paragraaf 4.1.7) worden meegenomen, en wordt de berekening van de kosten van arbeidsverzuim toegelicht.

26

27 27 Handboek Epidemiologie Sportblessures Bronnen met gegevens over sportblessures Iemand die een sportblessure oploopt wordt, afhankelijk van het soort blessure, vaak behandeld door meerdere behandelaars. De belangrijkste patiëntenstromen tussen medische behandelaars die optreden na het ontstaan van een sportblessure zijn weergegeven in figuur 4.1. Figuur 4.1 Behandelingen en patiëntstromen van medisch behandelde slachtoffers van sportblessures Polikliniek, specialist Sportblessure Huisarts(post) -consult SEHbehandeling Fysiotherapieconsult Ambulancevervoer Sportartsconsult Tandartsconsult Ziekenhuisopname Revalidatiebehandeling 1 e behandeling vervolgbehandeling Bron: Kosten van sportblessures in Nederland. Stichting Consument en Veiligheid, Gegevens over sportblessures die worden behandeld door verschillende medische behandelaars worden bijgehouden in verschillende (registratie)bronnen. In dit hoofdstuk geven we de meest relevante kenmerken van de bronnen in Nederland die informatie bevatten over sportblessures. 4.1 Bronnen met informatie over sportblessures In onderstaande paragrafen staan bronnen van sportblessures die aan de volgende criteria voldoen:

28 28 Handboek Epidemiologie Sportblessures - de bron bevat informatie over sportblessures; - er is sprake van continue dataverzameling of de dataverzameling wordt ten minste elke 4 jaar herhaald (dus geen eenmalige onderzoeken) Statistiek niet-natuurlijke dood (NND) Verantwoordelijke organisatie Centraal Bureau voor de Statistiek. Contactpersoon/-afdeling: Ingeborg Keij-Deerenberg (idrg@cbs.nl, ). Gegevens zijn tevens verkrijgbaar bij Consument en Veiligheid: Inhoud Gegevens over slachtoffers van een niet-natuurlijke dood (uitwendige doodsoorzaak) die in Nederland woonachtig waren inclusief ingezeten van Nederland die in het buitenland door een niet-natuurlijke dood overlijden. Bij de verkeersdoden worden ook niet-inwoners van Nederland geteld voor zover het verkeersongeval in Nederland heeft plaatsgevonden. Onderzoeksmethode De Statistiek NND is gebaseerd op meerdere bronnen die op recordniveau met elkaar worden vergeleken en gekoppeld, te weten de doodsoorzakenverklaring die door een arts wordt afgegeven en dossiers van politieonderzoek die opgeslagen zijn bij de parketten van de Officieren van Justitie (bij de rechtbanken). Voor informatie over verkeersdoden wordt tevens gebruikgemaakt van de Verkeersongevallenregistratie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en voor bedrijfsongevallen van de bedrijfsongevallenregistratie van de arbeidsinspectie. Er is sprake van niet-natuurlijke dood als het overlijden is veroorzaakt door van buitenaf komend onheil. Sportblessures In de Statistiek NND kunnen slachtoffers van een dodelijk sportblessure geselecteerd worden via de variabelen type ongeval = privé-ongeval en activiteit = sport. Definitie sport In de statistiek NND is sport een subcategorie van privé-ongeval. Sport als zodanig is niet gedefinieerd. Definitie dodelijk privé-ongeval: overleden ten gevolge van een ongeval in of om woning en in openbare gebouwen, ongevallen in recreatieve sfeer, sportblessures en ongevallen op openbare weg voor zover geen verkeersongeval. Omvang Circa overledenen aan een niet-natuurlijke dood per jaar waaronder gemiddeld 11 sportdoden ( ).

29 29 Handboek Epidemiologie Sportblessures Betrouwbaarheid/validiteit/representativiteit De beoordeling van de aard van het overlijden, is er sprake van een natuurlijke of een niet-natuurlijke dood, blijkt vaak problemen op te leveren. (Das & Van der Wal, 2004(a); Das & Van der Wal, 2004(b)) De codeurs krijgen geen instructie ten aanzien van wat een sportblessure is: ze moeten dat zelf bepalen. Dat komt de betrouwbaarheid niet ten goede. Het percentage onbekend is bij de variabele activiteit erg groot (70 à 75%). De informatie die het CBS ontvangt is niet in alle gevallen volledig. In die gevallen maakt het CBS een schatting van de ontbrekende gegevens ( Vermoedelijk komen bepaalde dodelijke sportongevallen terecht bij andere categorieën. Als een wielrenner van zijn fiets valt wordt deze geregistreerd als een verkeersongeval en een verdrinking in open water (van bijv. een zeiler) waarbij verdere informatie ontbreekt zal niet als sportongeval geoormerkt worden. Een gevolg van dit alles is dat er waarschijnlijk sprake is van een onderschatting van het aantal doden ten gevolge van letsel door sport. Beschikbare jaren Vanaf Bij Consument en Veiligheid: vanaf Verschijningsdatum: ongeveer in oktober na het betreffende verslagjaar. Bronvermelding: Statistiek niet-natuurlijke dood jaar-jaar, Centraal Bureau voor de Statistiek Letsel Informatie Systeem (LIS) Verantwoordelijke organisatie Consument en Veiligheid. Contactpersoon/-afdeling: Loes Lanting ). Inhoud Informatie over patiënten die zich voor behandeling op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling hebben gemeld. Onderzoeksmethode Continue registratie door artsen en verpleegkundigen van SEH-afdelingen bij een selectie van algemene- en academische ziekenhuizen. LIS is gebaseerd op een steekproef van 10-15% van de ongeveer 100 algemene en academische ziekenhuizen in Nederland met een continu bezette SEH-afdeling. Er kunnen landelijke schattingen gemaakt worden. De gebruikte classificaties zijn compatibel met de ICD-10 en de International Classification of External Causes of Injuries (ICECI) (Hout et al., 2001; Consument en Veiligheid, 2004(a)). Sportblessures LIS heeft een aparte module voor sportblessures.

30 30 Handboek Epidemiologie Sportblessures Definitie sport Een lichamelijke activiteit die spelend wordt uitgevoerd en waarbij aan de prestatie bijzondere waarde wordt gehecht. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen sportbeoefening in georganiseerd verband, zoals wedstrijdsport en recreatiesport bij een vereniging en sportbeoefening in ongeorganiseerd verband, zoals sportieve recreatie (Pannier, 1988). Omvang Via LIS worden jaarlijks in totaal gegevens van ongeveer letselpatiënten geregistreerd. Daaronder bevinden zich circa slachtoffers met sportblessure waarvan er gemiddeld 940 na behandeling op de SEH-afdeling worden opgenomen in het ziekenhuis ( ). Betrouwbaarheid/validiteit/representativiteit Via ophoging worden landelijke gegevens berekend. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens over aantallen ziekenhuisopnamen afkomstig uit de Landelijke Medische Registratie van Prismant. Tevens wordt de betrouwbaarheid en validiteit regelmatig bepaald (Consument en Veiligheid, 2004(b)). Beschikbare jaren Vanaf Verschijningsdatum: ongeveer een half jaar na het betreffende verslagjaar. NB periode alleen privé- en sportongevallen. Bronvermelding Letsel Informatie Systeem jaar-jaar, Consument en Veiligheid Etiologische databank/(continu) LIS Vervolgonderzoek (CLVO) Verantwoordelijke organisatie Consument en Veiligheid. Contactpersoon/-afdeling: Loes Lanting ). Inhoud Informatie over patiënten die zich voor behandeling op een Spoedeisende Hulp afdeling hebben gemeld. In een enkel geval worden ook gegevens uit niet aan LIS gerelateerd onderzoek naar ongevallen geregistreerd, bijvoorbeeld hockeyblessures. Onderzoeksmethode Via enquêteonderzoek onder een selectie van slachtoffers die geregistreerd zijn in LIS van Consument en Veiligheid wordt nadere informatie verzameld over het slachtoffer zelf, het ongeval en het opgelopen letsel. De informatie wordt vastgelegd in de Etiologische databank waarbij de gebruikte classificaties compatibel zijn met de ICD-10 en ICECI. Gegevens verzameld via onderzoek naar

31 31 Handboek Epidemiologie Sportblessures een bepaald type ongevallen (bijvoorbeeld paardrijdongevallen) worden opgenomen in de Etiologische databank, maar ook gegevens verzameld via een continu uitgevoerd LIS-vervolgonderzoek, het Continu LIS Vervolgonderzoek (CLVO). De gegevens uit het CLVO (random steekproef van circa 7%) kunnen dankzij LIS geëxtrapoleerd worden naar cijfers op nationaal niveau. Terugvraagperiode: variabel (CLVO: 2 maanden) (Vriend & Den Hertog, 2004). Sportblessures Het is mogelijk slachtoffers met een sportblessure te selecteren. Definitie sport Zie LIS. Omvang Jaarlijks worden er via het CLVO enkele honderdtallen sportblessures opgenomen in de Etiologische databank. Het aantal sportblessures dat via andere typen onderzoek in de Etiologische databank wordt opgenomen is per onderzoek verschillend. Betrouwbaarheid/validiteit/representativiteit Omdat de slachtoffers zelf een (uitgebreide) beschrijving van het ongeval geven is de Etiologische Databank/(Continu) LIS Vervolgonderzoek bij uitstek geschikt als kwalitatieve bron van achtergrondinformatie van ongevallen. Beschikbare jaren - Eerste onderzoeksgegevens in Etiologische databank dateren uit Verschijningsdatum: variabel. - CLVO: vanaf juni Verschijningsdatum: ongeveer een half jaar na het betreffende verslagjaar. Bronvermelding Etiologische Databank jaar-jaar (1992 tot heden), Consument en Veiligheid. Continu LIS Vervolgonderzoek jaar-jaar, Consument en Veiligheid Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) Verantwoordelijke organisatie ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (secretariaat: Consument en Veiligheid; overige deelnemende organisaties: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, Universitair Centrum Sportgeneeskunde UMC Utrecht, TNO Preventie en Gezondheid, WJH Mulier instituut). Contactpersoon/-afdeling: Consument en Veiligheid, Loes Lanting (l.lanting@veiligheid.nl, ).

32 32 Handboek Epidemiologie Sportblessures Inhoud Gegevens over letsels door ongevallen en blessures (al dan niet medisch behandeld), sportparticipatie en bewegen. Gegevens over toepassen preventieve maatregelen door sporters. Onderzoeksmethode Een continu uitgevoerde telefonische enquête en via internet onder Nederlandse huishoudens. Door middel van weging van de enquêtegegevens wordt de steekproef in overeenstemming gebracht met de landelijke bevolking, waardoor betrouwbare landelijke schattingen mogelijk zijn (Hertog et al., 2003, Vriend et al., 2005). Vanwege een verandering van onderzoeksmethode met ingang van 2006 is een sterke trendbreuk ontstaan in de gegevens. Terugvraagperiode sportblessures: gemiddeld 3½ maand. Sportblessures Omdat het aantal ondervraagden per type ongeval relatief klein is, is OBiN met name geschikt om een algemeen overzicht te geven van bijvoorbeeld het totaal aantal sportblessures (zie onder). Definitie sport Een sportblessure is een letsel dat ontstaat door een plotselinge gebeurtenis tijdens sportbeoefening of dat geleidelijk ontstaat ten gevolge van het sporten. Letsels die tijdens schoolsport en bij sportbeoefening onder werktijd ontstaan behoren ook tot de sportblessures. Letsel opgelopen tijdens het bekijken van sportwedstrijden worden niet tot de sportblessures gerekend. Omvang In totaal worden per jaar circa personen ondervraagd, hetgeen leidt tot jaarlijks ongeveer 700 recente sportblessures (ontstaan tijdens terugvraagperiode, medisch en niet medisch behandeld) en 500 chronische sportblessures ( ). Betrouwbaarheid/validiteit/representativiteit OBiN is sinds 2006 een continu uitgevoerde enquête (telefonische en via internet) onder Nederlandse huishoudens. Personen in instellingen (2% van alle Nederlanders) worden niet ondervraagd. Personen onder de 12 jaar worden proxy ondervraagd (ouder/verzorger). Om te zorgen voor een optimale kwaliteit van de gegevens van het telefonische gedeelte van het onderzoek, is een uitgebreide instructie geschreven voor de interviewers. De gegevens voor OBiN worden opgehoogd naar de totale Nederlandse bevolking (nationale schattingen). Ten einde vertekening door de steekproefopzet en door non-respons te voorkomen, wordt gequoteerd en herwogen naar hoogst genoten schoolopleiding, huishoudgrootte, werkzaamheid, stedelijkheid woonplaats, Nielsen regio en leeftijd en geslacht.

33 33 Handboek Epidemiologie Sportblessures Betrouwbaarheidsintervallen van nationale schattingen kunnen worden bepaald aan de hand van het onderliggende n-getal. Omdat het aantal ondervraagden (ngetal) per type ongeval relatief klein is, is OBiN met name geschikt om een algemeen overzicht te geven van bijvoorbeeld het totaal aantal sportblessures. Beschikbare jaren , Bronvermelding Ongevallen en Bewegen in Nederland jaar-jaar, Consument en Veiligheid Blessure Informatie Systeem (BIS) Verantwoordelijke organisatie TNO Kwaliteit van Leven, Bewegen & Gezondheid in samenwerking met NOC*NSF, de sportbonden en UMC Utrecht. Contactpersonen/-afdeling: TNO KvL afd. B&G, dr. J. H. Stubbe Inhoud Systematische gegevensverzameling via internet over sportblessures (achtergrondkenmerken, blessures en herstel) in samenwerking met sportbonden en -verenigingen. Onderzoeksmethode Registratie van blessures in de breedte- en topsport via internet, waarvoor twee methoden beschikbaar zijn: 1 Prospectief onderzoek voor teamsporten Dataverzameling via blessurecontactpersonen bij een representatieve groep van verenigingen, aangevuld met informatie afkomstig van andere verenigingen. Terugvraagperiode: blessures worden gemeld direct volgend op ontstaan, sporters worden een bepaalde periode (doorgaans een seizoen) continu gevolgd; 2 Retrospectief onderzoek voor meer individueel gericht sporten Sporters worden zelf direct eenmalig benaderd met een digitale vragenlijst. Terugvraagperiode: afgelopen drie maanden. Sportblessures Er is sprake van een blessure indien aan beide onderstaande voorwaarden is voldaan: - het letsel is ontstaan door beoefening van een sport; - de speler kan minimaal drie dagen niet meedoen aan eventuele wedstrijden en/of trainingen met de groep, met uitzondering van blessures aan het hoofd en gebitsletsel die altijd gemeld dienen te worden. NB. In geval van een plotse blessure wordt de dag van het optreden van de blessure niet meegerekend. In praktijk betekent dit dat de blessure ongeveer een halve week moet duren voordat het een blessure genoemd mag worden. Bij eenmaal per week een

34 34 Handboek Epidemiologie Sportblessures training en eenmaal per week een wedstrijd, betekent dit dat we spreken van een blessure als een wedstrijd of training met de groep gemist wordt. Uitgangspunt blijft: drie dagen na het ontstaan nog zo veel last hebben dat sportparticipatie niet goed mogelijk is. Uitzondering hierop vormt het betaald voetbal waarbij afgesproken is een uitval van één dag aan te houden (conform UEFA registratie). In de paardensport worden tevens ongevallen geregistreerd waarbij er géén uitval is. Definitie van sport BIS wordt ingezet bij sportverenigingen en individuele sporters in nauwe samenwerking met de sportbonden. Er wordt geen expliciete definitie van sport gehanteerd. Omvang BIS is ingezet in verschillende jaren voor een groeiend aantal sporten. Conform de planning draait BIS in de loop van 2008 voor 18 verschillende sporten zoals onderstaand wordt weergegeven Betaald voetbal Hockey, korfbal, amateur voetbal, hardlopen 2007 Betaald voetbal, schaatsen, tennis, fitness, paardrijden Volleybal, vrouwenvoetbal eredivisie 2008 Skaten, skiën, futsal Zwemmen, turnen, squash,badminton, dansen, vechtsporten, fietsen De betrokken sportbonden hebben hun medewerking hieraan verleend. Voor de teamsporten (hockey, korfbal, voetbal, volleybal, futsal) is er prospectief geregistreerd en voor de overige individuele sporten retrospectief. Bij de teamsporten namen er ongeveer 10 verenigingen deel aan een panel met ca. 100 sporters, waardoor er uiteindelijk 1000 sporters gevolgd werden. Bij de retrospectieve variant zijn verschillende aantallen sporters benaderd, echter wel met als doel ook hier van ongeveer 1000 sporters een reactie te krijgen. Betrouwbaarheid/validiteit/representativiteit Resultaten zijn afhankelijk van de medewerking van sportbonden en sportverenigingen. Volledigheid van de informatie is afhankelijk van gebruik door de sportverenigingen en individuele sporters. Validiteit is gewaarborgd door het opstellen van de informatieverzameling in overleg met de sportbonden. Door gebruik van representatieve panels van sportverenigingen of organisaties is de informatie een afspiegeling van de tak van sport. Beschikbare jaren Per sport verschillend. Dataverzameling loopt vanaf 2003 (zie voorgaande overzicht).

Enkelblessures. Samenvatting. gemiddeld sporters aan een enkelblessure. Het betekent ook 1,4

Enkelblessures. Samenvatting. gemiddeld sporters aan een enkelblessure. Het betekent ook 1,4 Enkelblessures Samenvatting Jaarlijks lopen sporters 650.000 enkelblessures op. Dit is achttien procent van alle sportblessures die in een jaar ontstaan. Na knieblessures (20%) zijn enkelblessures daarmee

Nadere informatie

Blessures 26.000 Spoedeisende Hulp behandelingen 3.800 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8

Blessures 26.000 Spoedeisende Hulp behandelingen 3.800 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8 Wielerblessures Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks raken er naar schatting 26.000 wielrenners geblesseerd. Het risico een wielerblessure op te lopen is kleiner dan bij veel andere sporten, maar als

Nadere informatie

Enkelblessures. Ongevalscijfers. Samenvatting. Enkelblessure op één na meest voorkomende sportblessure

Enkelblessures. Ongevalscijfers. Samenvatting. Enkelblessure op één na meest voorkomende sportblessure Enkelblessures Ongevalscijfers Samenvatting In 2013 liepen sporters in Nederland 680.000 enkelblessures op. Dit is 15 procent van het totaal aan sportblessures in 2013. Daarmee was de enkelblessure na

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Zaalvoetbalblessures Blessurecijfers Samenvatting In vijfentwintig jaar tijd is het aantal Spoedeisende Hulp (SEH) behandelingen naar aanleiding van een zaalvoetbalblessure gehalveerd. Echter zaalvoetbal

Nadere informatie

Blessurecijfers. Samenvatting. Polsblessure meest behandelde sportblessure op SEH-afdeling

Blessurecijfers. Samenvatting. Polsblessure meest behandelde sportblessure op SEH-afdeling Polsblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks lopen sporters in Nederland gemiddeld 1. blessures aan de pols op. Voor de helft van deze blessures blijkt medische behandeling noodzakelijk. Vier op

Nadere informatie

Volleybalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Omvang problematiek. Jaarlijks lopen volleyballers blessures op,

Volleybalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Omvang problematiek. Jaarlijks lopen volleyballers blessures op, Volleybalblessures Blessurecijfers Samenvatting Volleybal is een populaire sport in Nederland, die jaarlijks door ongeveer een half miljoen Nederlanders wordt beoefend. Het blessurerisico bij volleybal

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Fitnessblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Fitnessblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Fitnessblessures Blessurecijfers Samenvatting Fitness is met jaarlijks ongeveer 3,1 miljoen beoefenaren in populariteit de grootste sport in Nederland. Hoewel de kans op blessures vrij klein is, leidt

Nadere informatie

Aantal blessures waarvan medisch behandeld SEH-behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 20-50

Aantal blessures waarvan medisch behandeld SEH-behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 20-50 Korfbalblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks worden 85.000 blessures opgelopen tijdens korfbal. Dit komt overeen met 4,6 blessures per 1.000 uur dat er gekorfbald wordt. Dit betekent dat het

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar H.Valkenberg S. Nijman Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam juni 2011

Nadere informatie

Geleidelijk ontstane sportblessures

Geleidelijk ontstane sportblessures Geleidelijk ontstane sportblessures in Nederland Blessurecijfers Samenvatting In 2013 liepen sporters 1,4 miljoen blessures op die geleidelijk ontstonden. Dat is bijna een derde (31%) van de 4,5 miljoen

Nadere informatie

Hoofdletsels in de sport: een kopzorg? Janine Stubbe, Ariette van Hespen, Jasper Stege en Annemarie Schuller

Hoofdletsels in de sport: een kopzorg? Janine Stubbe, Ariette van Hespen, Jasper Stege en Annemarie Schuller : een kopzorg? Janine Stubbe, Ariette van Hespen, Jasper Stege en Annemarie Schuller Inhoud presentatie Onderzoekslijn Sport Blessure Informatie Systeem (BIS) Relevantie BIS Bespreking resultaten hoofdletsel

Nadere informatie

Blessures door veldvoetbal

Blessures door veldvoetbal Blessures door veldvoetbal Samenvatting Veldvoetbal is een veel beoefende sport in Nederland. Alleen al om die reden verdienen blessures bij veldvoetbal de aandacht. Het totale aantal veldvoetbalblessures,

Nadere informatie

Blessures tijdens fitness

Blessures tijdens fitness Blessures tijdens fitness Samenvatting Fitness is met lijks ongeveer 3,1 miljoen beoefenaren samen met zwemmen in populariteit de grootste sport in Nederland. Hoewel de kans op blessures vrij klein is,

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar H. Valkenberg Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam maart 2012 Bij de

Nadere informatie

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Hoofdblessures door sport. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Hoofdblessures door sport. Blessurecijfers. Samenvatting Hoofdblessures door sport Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks raken 76.000 sporters geblesseerd aan het hoofd tijdens het uitoefenen van hun sport. Twee op de vijf hoofdblessures worden medisch behandeld.

Nadere informatie

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Hardloopblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Veel blessures door hardlopen. Aantal hardloopblessures in 2012

Hardloopblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Veel blessures door hardlopen. Aantal hardloopblessures in 2012 Hardloopblessures Blessurecijfers Samenvatting Hardlopen is een populaire sport in Nederland, die in 212 door ongeveer 1,9 miljoen Nederlanders werd beoefend. Het is ook een sport die veel blessures veroorzaakt.

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Ongevallen en Bewegen in Nederland. Kerncijfers 2000-2001 voor beleid en onderzoek. In samenwerking met:

Ongevallen en Bewegen in Nederland. Kerncijfers 2000-2001 voor beleid en onderzoek. In samenwerking met: 1 Ongevallen en Bewegen in Nederland Kerncijfers 2000-2001 voor beleid en onderzoek P.C. den Hertog 1 L.T.B. van Kampen 2 W.T.M. Ooijendijk 3 S.L. Schmikli 4 W. Schoots 1 I. Vriend 1 Uitgegeven door Stichting

Nadere informatie

Blessures tijdens paardensport

Blessures tijdens paardensport Blessures tijdens paardensport Blessurecijfers Samenvatting Paardrijden is een sport met een kleine kans op een blessure. Het aantal blessures per 1. uur paardrijden is laag. Daar staat tegenover dat veel

Nadere informatie

S.L. Schmikli W. Schoots M.J.P. de Wit. Breedtesport

S.L. Schmikli W. Schoots M.J.P. de Wit. Breedtesport S.L. Schmikli W. Schoots M.J.P. de Wit Breedtesport Kerncijfers en trends van sportblessures in Nederland 1997-2002 Sportblessures, het totale speelveld Kerncijfers en trends van sportblessures in Nederland

Nadere informatie

Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015

Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015 Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015 Susanne Nijman Huib Valkenberg Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam februari 2015 Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015 2 Extern

Nadere informatie

Letsels bij kinderen 0-4 jaar

Letsels bij kinderen 0-4 jaar Letsels bij kinderen 0-4 jaar Ongevalscijfers Kerncijfers In de periode 2006-2012 leidden ongevallen (privé, verkeer en sport) bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar tot gemiddeld naar schatting tot 94.000

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2007

Stadsenquête Leiden 2007 Hoofdstuk 16. Sport Samenvatting Tweederde van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Bijna vier op de tien Leidenaren geeft aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke

Nadere informatie

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek

Sportparticipatie 2012 Tabellenboek Sportparticipatie 2012 Tabellenboek Onderzoek & Statistiek April 2013 Wat staat er in het tabellenboek? Het tabellenboek presenteert als eerste de zogenaamde rechte tellingen. Deze tellingen geven de door

Nadere informatie

Vingerbeknelling door deur

Vingerbeknelling door deur Vingerbeknelling door deur Ongevalscijfers Coby Draisma Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam September 2015 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder)

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Samenvatting De ernst van het probleem rond vallen bij ouderen blijkt uit het grote aantal Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH), het hoge aandeel opname na SEH-behandeling,

Nadere informatie

Tennisblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

Tennisblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Tennisblessures Blessurecijfers Samenvatting Tennis is een populaire sport in Nederland, die jaarlijks door ongeveer 980 duizend Nederlanders wordt beoefend. Het blessurerisico bij tennis (3,1 blessure

Nadere informatie

Vallen (privé en sport)

Vallen (privé en sport) Vallen (privé en sport) Ongevalscijfers 0 tot en met 12 jaar Samenvatting Een val is de belangrijkste oorzaak van letsel bij kinderen. In 2013 zijn 67.000 kinderen van 0 tot en met 12 jaar op een SEH-afdeling

Nadere informatie

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks lopen 7.700 bewoners van een verpleeg- of verzorgingshuis van 65 of ouder letsel op waarvoor behandeling op een SEH-afdeling noodzakelijk is. Bijna de helft wordt

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar JAAROVERZICHT Tot en met meting 35 incl. nov. 15 In opdracht van NOC*NSF GfK December 18, Sportdeelname maandmeting november 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren

Tabel 25.1b Percentage Leidenaren dat meer dan 12 x per jaar aan sport doet, in % van alle Leidenaren 25 SPORTDEELNAME De sportdeelname van Leidenaren staat centraal in dit hoofdstuk. Het RSO (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek), een landelijk standaardmodel voor onderzoek naar sportdeelname, is als uitgangspunt

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2005

Stadsenquête Leiden 2005 Hoofdstuk 20. Sport Samenvatting Van de Leidenaren zegt tweederde in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport: een kwart van de Leidenaren doet één sport, eenderde twee of drie sporten en 6% zegt zelfs

Nadere informatie

Sportdeelname volwassenen 2012

Sportdeelname volwassenen 2012 b In Eindhoven doet ongeveer twee derde deel van de bevolking (15-84 jaar) aan sport. De sportparticipatie ligt op 66%. In 2008 was de sportdeelname 67%. b Sporters voelen zich gezonder dan niet-sporters

Nadere informatie

Ongevallen met speeltoestellen

Ongevallen met speeltoestellen Ongevallen met speeltoestellen J.A. Draisma Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Oktober 2010 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke

Nadere informatie

Ongevallen met een barbecue

Ongevallen met een barbecue Ongevallen met een barbecue J.A. Draisma Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Juni 2011 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 49 januari 2017 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index januari 2017 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

Fietsongevallen en alcohol

Fietsongevallen en alcohol Fietsongevallen en alcohol Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks vinden gemiddeld 2.700 behandelingen plaats op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis in verband met letsel opgelopen

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Sportblessures Blessurecijfers Samenvatting Sport en bewegen leveren vooral een positieve bijdrage aan de volksgezondheid. De baten voor de gezondheid wegen dan ook op tegen de kosten die veroorzaakt worden

Nadere informatie

Vingerbeknelling door deur

Vingerbeknelling door deur Vingerbeknelling door deur Ongevalscijfers Martha Dijkgraaf Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Januari 2013 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Schaatsblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Schaatsblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Schaatsblessures Blessurecijfers Samenvatting Schaatsen is een populaire sport in Nederland. De meeste mensen schaatsen recreatief en op eigen gelegenheid. Een klein deel van de schaatsers is lid van de

Nadere informatie

1 Alcoholvergiftigingen

1 Alcoholvergiftigingen Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Ongevalscijfers Samenvatting In 2012 zijn naar schatting 5.300 personen behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis naar aanleiding

Nadere informatie

Ongevalscijfers. J.A. Draisma. Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam. April 2015

Ongevalscijfers. J.A. Draisma. Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam. April 2015 Ongevalscijfers J.A. Draisma Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam April 2015 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Sportblessures Blessurecijfers Samenvatting Sport en bewegen leveren vooral een positieve bijdrage aan de volksgezondheid. De baten voor de gezondheid wegen dan ook op tegen de kosten die veroorzaakt worden

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol SEH-bezoeken 216 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 53 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname 2 3 4 6 5 7 8 Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport Duurzaamheid sporten

Nadere informatie

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik H. Valkenberg Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Maart 2012 Bij de samenstelling van deze publicatie is de

Nadere informatie

Rapportage gouden voornemens 2016

Rapportage gouden voornemens 2016 Rapportage gouden voornemens 2016 Extra vragen NOC*NSF Sportdeelname maandmeting december 2015 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Inleiding Management Summary Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording Contact

Nadere informatie

Jeugd 0 t/m 18 jaar Ongevalscijfers

Jeugd 0 t/m 18 jaar Ongevalscijfers Jeugd 0 t/m 18 Ongevalscijfers Kerncijfers In 2013 leidden ongevallen (privé, sport, arbeid en verkeer) bij de jeugd van 0 tot en met 18 naar schatting tot 200.000 behandelingen op een Spoedeisende Hulp

Nadere informatie

Hoofdblessures door sport

Hoofdblessures door sport Hoofdblessures door sport Jaarlijks raken 65.000 sporters geblesseerd aan het hoofd tijdens het uitoefenen van hun sport. Elk jaar worden 16.000 sporters behandeld op een Spoedeisende Hulp-afdeling in

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Hockeyblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Hockeyblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Hockeyblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks ontstaan in Nederland 110.000 blessures tijdens hockey. Dit zijn 4,1 blessures per 1.000 uur hockey, ruim twee keer zoveel als voor sport in het algemeen

Nadere informatie

Samenvatting. Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, 2003-2013, VeiligheidNL; Continu LIS Vervolgonderzoek 2004-2009, VeiligheidNL

Samenvatting. Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, 2003-2013, VeiligheidNL; Continu LIS Vervolgonderzoek 2004-2009, VeiligheidNL Samenvatting In 213 zijn naar schatting 5.2 personen behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis naar aanleiding van een alcoholvergiftiging (95% betrouwbaarheidsinterval 4.4-6.1).

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 54 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index Sportdeelname Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak van sport

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 55 In opdracht van NOC*NSF GfK August 15, Sportdeelname maandmeting 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index Sportdeelname Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar H. Valkenberg Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam maart 2013 Bij de

Nadere informatie

Schaatsblessures. Samenvatting. Schaatsblessures*

Schaatsblessures. Samenvatting. Schaatsblessures* Schaatsblessures Samenvatting Schaatsen is een populaire sport in Nederland. De meeste mensen schaatsen recreatief en op eigen gelegenheid. Een klein deel van de schaatsers is lid van de KNSB en schaatst

Nadere informatie

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval Fietsongevallen Ongevalscijfers Samenvatting In 212 zijn 2 personen aan de gevolgen van een fietsongeval overleden. De dodelijke fietsongevallen zijn slechts het topje van de ijsberg van alle fietsongevallen.

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Factsheet verkeerscijfers 2017

Factsheet verkeerscijfers 2017 rapport Factsheet verkeerscijfers 217 Achtergrondinformatie persbericht Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt

Nadere informatie

1 Overzicht problematiek. Knieblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Overzicht problematiek. Knieblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Knieblessures Blessurecijfers Samenvatting In 2012 liepen alle sporters samen gemiddeld 860.000 knieblessures op. Dit is negentien procent van alle sportblessures die in een jaar ontstaan en komt overeen

Nadere informatie

Onderzoek Sportgedrag

Onderzoek Sportgedrag Onderzoek Sportgedrag Onderzoek Sportgedrag Deze vragenlijst gaat over uw huidige sportgedrag en het sportgedrag in het verleden. Ook als u weinig of geen sportervaring nodigen wij u van harte uit om de

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Sportdeelname Index Meting 52 il In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 Sportdeelname Index il Sportdeelname il Sportdeelname schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) Sportdeelname per tak

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 70 oktober In opdracht van NOC*NSF GfK December 19, maandmeting oktober 1 Inhoudsopgave 1 oktober 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index oktober 5 Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF

SPORTDEELNAME MAANDMEETING. Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF SPORTDEELNAME MAANDMEETING Meting 9 September In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname afgelopen maand 2 Sportdeelname afgelopen 12 maanden 3 Sportdeelname per tak van sport Maandvraag September

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 44 augustus 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index augustus 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

Ouderen op de SEH: na een val in beeld

Ouderen op de SEH: na een val in beeld rapport Ouderen op de SEH: na een val in beeld Onderzoek 12 t/m 25 september 2016 op de SEH Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 47 november 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index november 2016 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 62 ruari 2018 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 ruari 2018 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 6 7 Beweeg-, fit- en combinorm Tevredenheid sportbeoefening

Nadere informatie

Rapport 681. Ongevallen met hoverboards

Rapport 681. Ongevallen met hoverboards Ongevallen met hoverboards Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele,

Nadere informatie

Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP)

Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP) Aanpassen sportcodes in vragenlijst RSO 2016 Remko van den Dool (Mulier Instituut) Kirsten Visser (SCP) Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, juli 2016 Inhoud Doel van dit vooronderzoek... 3 Toonblad...

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 63 maart In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 maart 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 Onderzoeksverantwoording Contact 2 Overzicht wekelijks gesport maart

Nadere informatie

Totaal 170.000 Medisch behandelde blessures 85.000

Totaal 170.000 Medisch behandelde blessures 85.000 Sportblessures bij kinderen 9-12 jaar Blessurecijfers Samenvatting Sporten is gezond maar leidt helaas ook tot blessures. Bij kinderen van 9 tot en met 12 jaar leidde sporten in 2011 tot 170.000 blessures.

Nadere informatie

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1 Ongevallen met vuurwerk Jaarwisseling 2015-2016 1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1 Op 31 december 2015 en 1 januari 2016 zijn er 482 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 74 februari In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 februari 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index februari 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen 2017

Beweegrichtlijnen 2017 Beweegrichtlijnen 2017 de cijfers Wanda Wendel-Vos RIVM www.sportenbewegenincijfers.nl www.kernindicatorensportenbewegen.nl Kernindicatoren Sport en Bewegen Sinds 2014 Duurzaam volgen in de tijd Preferente

Nadere informatie

NVVK Congres Risicobeoordelingsmethode van Consument en Veiligheid voor producten

NVVK Congres Risicobeoordelingsmethode van Consument en Veiligheid voor producten NVVK Congres 2004 1 Risicobeoordelingsmethode van Consument en Veiligheid voor producten Auteur : C. van der Sman (technisch onderzoeker en projectleider risicobeoordeling), Ir. J. Gerritse (programma

Nadere informatie

Fietsongevallen. Samenvatting

Fietsongevallen. Samenvatting Fietsongevallen Samenvatting Fietsers vormen een aanzienlijk deel van de verkeersslachtoffers in Nederland. Jaarlijks worden naar schatting 70.000 slachtoffers van een fietsongeval behandeld op een Spoedeisende

Nadere informatie

rapport Tennisblessures Blessurecijfers 2014

rapport Tennisblessures Blessurecijfers 2014 rapport Tennisblessures Blessurecijfers 214 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Sportblessures Blessurecijfers Samenvatting Sport en bewegen leveren vooral een positieve bijdrage aan de volksgezondheid. De baten voor de gezondheid wegen dan ook op tegen de kosten die veroorzaakt worden

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 66 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht wekelijks gesport 67% Wekelijks

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 20 november 2012 nummer: 2012_BW_00366 Onderwerp Raadsmededelingen: Basissporten Sportaccommodatienota 2012-2015 - vormend Beknopte

Nadere informatie

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Fit en Gezond in Overijssel 2016 Fit en Gezond in Overijssel 2016 Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Provinciale resultaten sport en bewegen Colofon Fit en Gezond in Overijssel Provinciale resultaten sport en bewegen uit de

Nadere informatie

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Bureau Onderzoek en Statistiek Sportmonitor 2013 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Sportdeelname Amsterdam Aandeel sporters in Amsterdam toegenomen 67%

Nadere informatie

Hoofdstuk 19 Sportdeelname

Hoofdstuk 19 Sportdeelname Hoofdstuk 19 Sportdeelname Samenvatting Driekwart van de Leidenaren zegt in de afgelopen 12 maanden te hebben gesport. Ruim vier op de tien Leidenaren geven aan minimaal wekelijks te sporten. Het landelijke

Nadere informatie

Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector

Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector P. Giesbertz J. Kuiper A. Bloemhoff K. Oldenziel Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam November 2007 Bij

Nadere informatie

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018 Naam interventie: Natuurlijk Bewegen A) Kosten en uren Vul hieronder het aantal uur in dat de lokale professional (aanvrager) kwijt is aan de uitvoer van de sport en beweegactiviteiten. Benoem steeds de

Nadere informatie

Sportdeelname Onderzoek 2014

Sportdeelname Onderzoek 2014 Rapportage Sportdeelname Onderzoek Almere In opdracht van: Contactpersonen: Gemeente Almere Annet van Asselt (O&S) en Anton Spaan (Sportbedrijf Almere) Utrecht, juni DUO Market Research drs. Aart van Grootheest

Nadere informatie

Goede voornemens 2019

Goede voornemens 2019 Goede voornemens 2019 Extra vragen NOC*NSF Goede voornemens Maandmeting December 2018 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Management Summary 3 4 Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording 5 Contact 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding Hoofdstuk 5 Ouderen Vincent Hildebrandt 1, Claire Bernaards 1, Hedwig Hofstetter 1, Ine Pulles 2, Huib Valkenberg 3 1 TNO Gezond Leven, Leiden 2 Mulier Instituut, Utrecht 3 V eiligheidnl, Amsterdam 5.1

Nadere informatie

Spoedeisende Hulp behandelingen (2007-2011) 90 Ziekenhuisopnamen (2011) 140 Overledenen (2011) 2

Spoedeisende Hulp behandelingen (2007-2011) 90 Ziekenhuisopnamen (2011) 140 Overledenen (2011) 2 Verbranding door kleding Ongevalscijfers Samenvatting In de periode 27-211 zijn jaarlijks gemiddeld 9 mensen behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH)-afdeling van een ziekenhuis aan verwondingen die zijn

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 73 januari In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 januari 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 Index januari 5 Onderzoeksverantwoording 6 Contact 2 Overzicht

Nadere informatie

Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Sportblessures in 2013

Sportblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Sportblessures in 2013 Sportblessures Blessurecijfers Samenvatting Sport en bewegen leveren vooral een positieve bijdrage aan de volksgezondheid. De baten voor de gezondheid wegen dan ook op tegen de kosten die veroorzaakt worden

Nadere informatie

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003

Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar. meting voorjaar 2003 Behoeften op het vlak van actieve sportbeoefening bij Nijmegenaren vanaf 50 jaar meting voorjaar 2003 O&S Nijmegen februari 2004 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Sportdeelname

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index NOC*NSF Index Meting 64 april In opdracht van NOC*NSF GfK May 24, maandmeting april 1 Inhoudsopgave 1 april 2 schoolgaande jeugd (t/m 18 jaar) 3 per tak van sport 4 5 Onderzoeksverantwoording Contact GfK

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX 2013 ACHMEA SPORT INDEX 18. Meting 13 Januari In opdracht van NOC*NSF NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX 18 Meting 13 In opdracht van NOC*NSF GfK Sportdeelname Index 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index Sportdeelname afgelopen maand 3 Sportdeelname afgelopen

Nadere informatie

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens

5. Maandvraag December 2013 a. Sportieve voornemens 5. Maandvraag December 01 a. Sportieve voornemens Sportieve voornemens Basis: n=11 Nederlander van 15-80 jaar Percentage JA Geslacht Man 75% Vrouw 69% Leeftijd 15 - jaar 85% 8 4-44 jaar 77% 45-64 jaar

Nadere informatie

Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013

Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013 Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013 Sinne kinderopvang Maart 2014 Inhoudsopgave Voorwoord.. blz. 2 Registratie van ongevallen. blz. 2 Conclusie... blz. 2 Bevindingen.... blz. 3 Ongevallen

Nadere informatie

Val in en om huis (55 jaar en ouder)

Val in en om huis (55 jaar en ouder) Val in en om huis (55 jaar en ouder) Samenvatting Een valongeval is de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Bijna de helft van de ouderen die op een SEH-afdeling komen na

Nadere informatie