Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:
|
|
- Margaretha Timmermans
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander nietcommercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:
2 TILLEN EN BUIKSPIEREN H. Faber A. Lagerberg Herre Faber, Bewegingstechnoloog, Voorburg A. Lagerberg, Vakgroep Beweging & Analyse, opleiding Bewegingstechnologie Haagse Hogeschool, Fysiotherapeut Drechtsteden Ziekenhuis Dordrecht. Inleiding P reventie van klachten krijgt in de (para)medische wereld steeds meer aandacht. Met name de lage rugklachten mogen zich op dit punt verheugen in een toenemende belangstelling. Niet ten onrechte, want lage rugklachten vormen een omvangrijk probleem. Een fors deel van het arbeidsverzuim in Nederland kan worden toegeschreven aan dergelijke problematiek. Rugscholing is inmiddels een gangbare preventieve maatregel. Van oudsher bestaat er binnen de oefentherapie (en nu ook in de rugscholen) bij dergelijke problemen veel aandacht voor buikspieroefeningen. In een eerdere aflevering van deze rubriek stonden wij al stil bij de misvattingen die heersen rond de funktie van de buikspieren bij het handhaven van de rechtopstaande houding (4). In dit artikel gaan wij in op de veronderstelde ontlasting van de wervelkolom door kontraktie van de buikspieren tijdens het tillen van een last. De twee mechanismen die in dit verband besproken worden zijn de intra-abdominale druk en de spanning in de fascia thoracolumbalis. De populariteit van de hier besproken abdominale mechanismen schuilt in de ontlastende effecten die deze zouden kunnen hebben op de wervelkolom. De klassieke verklaringen die men in dit verband hanteert worden hieronder uiteengezet en daarna van kommentaar voorzien. Figuur 1: Vereenvoudigde weergave van de belastingssituatie tijdens het tillen van een last. Fl = De kracht veroorzaakt door de massa van de romp en de uitwendige last. Fs = De spierkracht van de extensoren van de rug. Fr = De reaktiekracht op de wervelkolom. Het abdominale mechanisme We beschouwen de belasingssituatie van de wervelkolom op een wat vereenvoudigde manier, zoals voorgesteld in figuur 1. Het gemeenschappelijke zwaartepunt van de romp en de last levert een kracht Fl.
3 Deze kracht grijpt aan in het gemeenschappelijke zwaartepunt. Aangezien dit punt ventraal van de wervelkolom ligt ontstaat er een vooroverkantelend effect op de gewrichten in de wervelkolom. De musculatuur aan de dorsale zijde van de wervelkolom moet met een spankracht Fs het noodzakelijke tegenkantelende moment leveren om de evenwichtssituatie te waarborgen. De twee inwerkende krachten hebben een reaktiekracht in de wervelkolom tot gevolg (Fr). In figuur 2 is de belastingssituatie vereenvoudigd tot een hefboom waarop aan de ventrale zijde een last is ge- plaatst voorstellend het gewicht van de romp verzwaard met een te dragen last. Deze ventrale last, die een kracht Fl veroorzaakt, wordt in evenwicht gehouden door een naar de grond gespannen veer, voorstellend de extenderende musculatuur van de wervelkolom (Fs). Voor elke evenwichtssituatie moet gelden dat zowel de momenten als ook de krachten in de diverse richtingen elkaar opheffen. De noodzakelijke spankracht in de veer kan worden bepaald indien de momentsarmen die de twee inwerkende krachten ter beschikking hebben en de grootte van de last bekend zijn. De evenwichtswetten eisen echter ook evenwicht van krachten. In dit eenvoudige model werken slechts twee krachten die beide exact verticaal omlaag werken. In het scharnierpunt van de hefboom staat dus een reaktiekracht in de wervelkolom vertikaal omhoog gericht (Fr). De grootte van deze reaktiekracht baart sommige onderzoekers zorgen. Het kan niet anders, menen zij, dan dat dergelijke hoge belastingen slecht zijn voor de rug. Aangezien mensen toch probleemloos behoorlijke lasten kunnen optillen worden mechanismen gezocht die de wervelkolom kunnen ontlasten. Eén van de mogelijkheden hiertoe meent men gevonden te hebben in de intra-abdominale druk. Dit wordt toegelicht aan de hand van een model (figuur 3). Figuur 2: Modelmatige weergave van het krachtenspel tijdens tillen. Figuur 3: De introduktie van een extenderend moment ventraal van het steunpunt reduceert de reaktiekracht.
4 In het model wordt de intra-abdominale druk voorgesteld door een bal welke ventraal van het scharbehulp van een naar craniaal gerichte kracht. Dit in tegenstelling tot het extenderende moment dat tot nierpunt tussen de hefboom en de vloer wordt geklemd. De druk in de bal is verantwoordelijk voor een naar craniaal gerichte kracht (Fb) op de hefboom welke extenderend werkt. Het voordeel van het op deze wijze verzorgen van een extenderend moment ligt in het feit dat het moment tot stand komt met stand komt door kontraktie van de M. erector spinae. Deze levert immers een kompressiekracht op de wervelkolom. Het inschakelen van de intra-abdominale druk leidt dus binnen deze visie tot een reduktie van de reaktiekracht bij een overigens gelijke uitwendige belastingssituatie. Uiteraard kan tengevolge van het extra strekkende moment van de buikdruk de spankracht in de rugmusculatuur afnemen. Indien wordt volstaan met een dergelijke simpele analyse lijkt er enige waarheid te schuilen in de mogelijkheden van de intra-abdominale druk. Het model zoals hier beschreven vertoont echter een zeer belangrijke tekortkoming. De druk in de bal wordt in dit model niet veroorzaakt door krachten binnen het systeem. In het geval van de druk in de buik is dit echter wel het geval. De konsekwenties van dit fundamentele verschil worden later uiteengezet. Het kreëren van de intra-abdominale druk De buikholte kan volgens de voorstanders van de hier besproken opvattingen opgevat worden als een niet samendrukbare maar wel vervormbare massa. Om de buikholte heen zijn de buikspieren gelegen. De diepste laag bestaat uit de M. transversus abdominis waarvan de spiervezels voornamelijk transversaal lopen. De tweede laag bestaat uit de M. obliquus internus. De derde laag wordt gevormd door de M. obliquus externus. De vezels van de Mm. obliquus internus en externus lopen schuin en deze spieren worden dan ook de schuine buikspieren genoemd. De meest oppervlakkige laag wordt gevormd door de M. rectus abdominis. Door zijn horizontale verloop heeft de M. transversus abdominis geen flecterend of extenderend moment over de lumbale wervelkolom. De overige spieren leveren bij kontraktie een flecterend moment op de lumbale wervelkolom. Omdat de buikspieren gekromd zijn in hun verloop van origo naar insertie, kunnen zij bij kontraktie druk opbouwen in de buikholte (figuur 4). Figuur 4: De lumbale wervelkolom in voorovergebogen stand. De intra-abdominale druk werkt in de buikholte alle kanten op. Om nu te bepalen wat het effekt is van de opgebouwde intra-abdominale druk kan een free body diagram gemaakt worden van de romp boven een lumbale wervel (9). Een voorbeeld hiervan zien we in figuur 5. Hiermee kan het effekt bepaald worden van de intra-abdominale druk op het wervelniveau L4-L5. Het deel van de romp boven niveau L4-L5 wordt beschouwd. Er wordt gekeken naar de krachten die van buiten af op dit deel van de romp worden uitgeoefend. De intraabdominale druk werkt loodrecht op de scheidingslijn van het free body diagram. De druk kan vereenvoudigd weergegeven worden met behulp van één kracht (Fp). Figuur 5: Het effekt van de intra-abdomi- nale druk op de romp boven niveau L4- L5. De druk kan vervangen worden door één kracht Fp. Deze kracht heeft een extenderend moment op de wervelkolom. Deze kracht is ventraal van de wer- gelegen en zoals velkolom gezegd
5 naar craniaal gericht. Dit betekent dat de intra-abdominale druk een extenderend moment levert op de verbinding tussen L4 en L5. Een dergelijke analyse kan gemaakt worden voor alle lumbale wervelgewrichten. De intra-abdominale druk heeft op deze wijze een extenderend moment op alle gewrichten in de lumbale wervelkolom. Aangezien de intra-abdominale druk gericht is naar craniaal vormt deze een trekbelasting op de wervelkolom. Dit in tegenstelling tot de M. erector spinae. Deze levert een drukbelasting op de wervelkolom. De intra-abdominale druk kan dus een extenderend moment leveren en tegelijkertijd de wervelkolom ontlasten. In sommige therapieën wordt van dit idee gebruik gemaakt om de wervelkolom te ontlasten tijdens tillen. Training van de buikspieren leidt tot sterkere buikspieren. De buikspieren kunnen dan meer abdominale druk genereren wat zou leiden tot een ontlasting van de lumbale wervelkolom. De fascia thoracolumbalis Een tweede mechanisme dat de buikspieren in staat zou stellen de wervelkolom te extenderen wordt beschreven door Gracovetsky et. al. (2). De essentie van de door hen gehanteerde gedachtegang is de volgende: De fascia thoracolumbalis is een ruitvormige structuur. De verticale symmetrieas van de ruit wordt gevormd door de processi spinosi van wervelkolom (figuur 6a). Door met spieren de ruit aan de laterale hoekpunten uit elkaar te trekken worden het craniale en caudale hoekpunt van de fascia naar elkaar toe getrokken (figuur 6b). Aangezien deze punten vast zitten op de processi spinosi worden deze naar elkaar toe bewogen. Op deze wijze wordt een extenderend moment over de wervelkolom opgewekt. De spier die de genoemde auteurs verantwoordelijk stellen voor de laterale vervorming van de ruit is de M. transversus abdominis. De vezels van deze spier verlopen horizontaal en leveren dus geen flecterend moment over de wervelkolom. Behalve vanaf de fascia ontspringen de spiervezels van de M. transverus abdominis ook van de binnenzijde van het ribkraakbeen van de 6e tm de 12e rib, de crista iliaca en de fascia iliopsoatica. De spiervezels insereren aan de rectusschede. Volgens de genoemde auteurs zou de spanning in de fascia een aanzienlijk deel van het benodigde extenderende moment tijdens het tillen kunnen leveren. Figuur 6a en b. a: De ruitvormige structuur van de fascia thoracolumbalis b: Weergave van het krachtenspel dat de wervelkolom doet strekken. Diskussie De intra-abdominale druk kan opgebouwd worden met behulp van de buikspieren, daar bestaat geen twijfel over. Hoesten niezen en persen zou immers onmogelijk zijn zonder een dergelijke drukopbouw. De intra-abdominale druk levert, indien wij er geïsoleerd naar kijken en ons niet afvragen hoe de druk tot stand is gekomen, een extenderend moment op de lumbale wervelkolom. Ook daar bestaat geen twijfel over. Waar wij echter bezwaar tegen hebben is de hinderlijke gewoonte om krachten te vergeten op het moment dat zij de theorie niet ondersteunen. In dit geval wordt voor het gemak het flecterend moment van de buikspieren weggelaten. Om de intra-abdominale druk op te bouwen moeten de buikspieren aanspannen. Daarbij leveren zij tegelijkertijd, zoals in ieder anatomieboek is terug te vinden, een flecterend moment over de lumbale wervelkolom. Het extenderend moment van de intra-abdomi-
6 nale druk wordt teniet gedaan door de buikspieren zelf. Figuur 5 moet dus gemodificeerd worden. Het korrekte free body diagram is te zien in figuur 7. Figuur 7: Voor het opbouwen van de intra-abdominale druk moeten de buikspieren (Fb) aanspannen. Deze leveren een flecterend moment op de wervelkolom. Netto gezien levert het opbouwen van intra-abdominale druk dus niets op. In deze figuur is te zien dat de buikspieren naar caudaal trekken en dus een kompri- druk onder zeer speciale kondi- merend effekt hebben op de wervelkolom. Ondanks het ontlastende effekt van de intra-abdominale druk wordt de lumbale wervelkolom juist op druk belast door de buikspieren. Hierbij moet een kanttekening gemaakt worden. De M. transversus abdominis levert geen flecterend moment en geen kracht naar caudaal. Bij geïsoleerd aan- spannen van deze spier zou het mechanisme van de intra-abdominale ties wellicht wel kunnen werken. Er is ons echter geen enkel onderzoek bekend dat aantoont dat de M. transversus abdominis geïsoleerd aanspant bij het uitvoeren van een tiltaak. Tillen en ademhaling Om druk op te bouwen moet de gehele wand van de buikholte verstijven, inclusief de boven- en onder- De bovenkant wordt gevormd door het diafragma. Deze ondervindt een kracht omhoog van de kant. intra-abdominale druk. Het diafragma blijft ten opzichte van de ribben op zijn plaats doordat het ver- stijft (kontraheert). Dit wordt geïllustreerd in figuur 8. Figuur 8: Het diafragma wordt omhoog geduwd door de intra-abdominale druk (Fp). Door de aanhechting op de ribben is het dia- in staat zichzelf tegen de intra-abdominale druk te verzet- fragma ten, zodat er evenwicht optreedt. Hierbij zijn de ribben zelf echter nog niet gefixeerd. Indien de ribben, waar het diafragma aan vast zit, niet gefixeerd waren, zouden het diafragma en de ribben gezamenlijk naar craniaal worden verplaatst (in een inspiratiestand wor- kan dus geen sprake zijn van de wer- den gedwongen) door de intra-abdominale druk. Om evenwicht te maken moeten de ribben naar beneden gehouden worden. Een spier die dit kan is bijvoorbeeld de M. rectus abdominis. Echter, zoals we al eerder zagen, zorgt deze voor een ongewenst extra flecterend moment op en een belasting van de wervelkolom. De M. rectus abdominis komt dus niet in aanmerking. De M. transversus abdominis of de M. serratus posterior zouden in dit opzicht betere keuzen zijn. Uit het feit dat het diafragma verstijft moet zijn bij het opbouwen van intra-abdominale druk, kan afgeleid worden dat dit alleen kan werken indien de adem wordt ingehouden. Dit kan uiteraard slechts een beperkte tijd volgehouden worden. Bij alle tiltaken waarbij de adem niet wordt ingehouden king van dit mechanisme. Een derde argument tegen de theorie van de intra-abdominale druk is het feit dat de buikholte voor een aanzienlijk deel uit gassen bestaat. De buikholte is dus wel degelijk samendrukbaar terwijl één van de uitgangspunten van de theorie was dat de buikholte weliswaar vervormbaar maar niet samen- drukbaar is. Bij het opbouwen van de intra-abdominale druk moeten eerst de gassen worden samengedrukt voordat er een behoorlijke druk is opgebouwd. Een groot deel van de arbeid die de M. transversus abdominis levert verdwijnt dus in het samendrukken van deze gassen en draagt niet bij aan de extensie en ontlasting van de wervelkolom. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat het effekt van de intra-abdominale druk craniaal van de lumbale wervelkolom ophoudt. De buikholte strekt zich immers niet uit naar de thoracale wervelkolom. Er zou dus sprake zijn van een abrupte overgang op het niveau T12-L1 voor wat betreft de intra-abdominale effekten.
7 Buikspieractiviteit tijdens het tillen Een volgend argument tegen de theorie van de intra-abdominale druk is dat deze voorspelt dat er rela- te vinden moeten zijn tussen de aktiviteit van de M. erector spinae, de intra-abdominale druk en de ties rugbelasting. Experimenten hebben dergelijke relaties niet aan kunnen tonen (1). Piekwaarden van de intra-abdominale druk worden bereikt op momenten dat de buikspieren nauwelijks aktief zijn en omgekeerd. Het activatienivo van de buikspieren tijdens het tillen van een last is door diverse auteurs onderzocht. Zonder uitzondering kwamen zij tot de conclusie dat de buikspieren tijdens het tillen op slechts een fractie van hun maximale mogelijkheden funktioneren. (6,10,11). Deze indruk wordt bevestigd door eigen EMG onderzoek. Figuur 9a toont een EMG signaal van de M. rectus abdominis. De pieken in het signaal geven een indruk van de electrische activiteit van deze spier tijdens een maximale kontraktie. In dit geval werd de proefpersoon gevraagd vanuit ruglig gelijktijdig de romp en de gestrekte benen te heffen (knipmes oefening). In figuur 9b staan, op dezelfde schaling als figuur 9a, de EMG signalen die ontstaan tijdens hoesten (eerste piek), niezen (tweede piek) en persen (derde piek). Het signaal van figuur 9c tenslotte laat zien op welk nivo de M. rectus abdominis funktioneert tijdens het tillen (zonder nadere instructies) van een last van ongeveer 40 kg. De buikspieren vertonen nauwelijks activiteit. Figuur 9a t / m c. E MG registraties van de M. rectus abdominis. Het ruwe signaal is gelijkgericht, en RMS-afgevlaktfrequentie bedroeg 10Hz. De sample a: Knipmes oefeningen (gelijktijdig heffen van benen en romp vanuit ruglig) b: De drie pieken in dit signaal worden achtereenvolgens veroorzaakt door hoesten, niezen en persen. c: Activiteit van de buikspieren tijdens het tillen van een last van 40 kg. De spanning in de fascia thoracolumbalis Door McGill (6) is het veronderstelde strekkende efffect op de wervelkolom van de fascia thoracolum- onderzocht met behulp van skeletpreparaten. Bij geen enkel preparaat kon de strekking in de balis wervelkolom door spanning op de fascia worden opgewekt. Volgens McGill is dit het gevolg van de a- natomie van de fascia. Blijkbaar worden de krachten niet op de veronderstelde wijze doorgeleid naar de processi spinosi. Het is natuurlijk ook volstrekt duidelijk dat de vorm van de fascia nog niets zegt
8 over de richting waarin de vezels in de fascia krachten opnemen. Met evenveel recht zou, op basis van de vormgeving, gesteld kunnen worden dat de schede van de M. rectus abdominis, die de insertie vormt van de M. transversus abdominis eveneens ruitvormig is (figuur 10). Het mechanisme dat aan de dorsale zijde de wervelkolom zou doen strekken is dus eveneens aan de ventrale zijde terug te vinden en heeft daar een buigend effect. Aangezien de momentsarm van dit ventrale mechanisme veel groter is, zou het netto effect juist flecterend zijn. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat het ontlastende effect op de wervelkolom van het op spanning brengen van de fascia niet duidelijk is. Indien het al zou lukken om op deze wijze de wervelkolom te strekken dan nog geldt dat het extenderende moment, net als bij de strekkers van de rug, geleverd wordt door krachten dorsaal van de wervelkolom die naar caudaal werken. Net als de spierkracht van de strekkers van de rug geeft dit een toename van de reaktiekracht op de wervelkolom. Figuur 10a en b a: De ruitvormige structuur van de rectusschede b: Analoog aan de wijze waarop de spanning in de fascia thoracolumbalis de rug zou doen strekken kan dit mechanisme de wervelkolom doen buigen. Kwantitatieve benadering Stel nu dat we alle hierboven genoemde bezwaren even vergeten en aannemen dat mensen inder- in staat zijn de M. transversus abdominis selektief aan te spannen en dat de samendrukbaarheid daad van de buikholte niet zo'n grote rol speelt. Welke kwantitatieve bijdrage levert de intra-abdominale druk dan aan de strekking van de wervelkolom? In het onderzoek van Hemborg (3) moesten de proefpersonen een massa van 40 kg optillen. De hoogste intra-abdominale druk die daarbij gemeten werd bedroeg 15 kpa (=15000 N/m 2 ). Om de kracht te bepalen die de intra-abdominale druk uitoefent (Fp in figuur 5) moeten we de druk vermenigvuldigen met de oppervlakte van de transversale doorsnede van de buikholte. We nemen hiervoor de doorsnede in figuur 5. In een artikel van Németh (7) wordt met behulp van computer tomography een afbeelding gegeven van deze transversale doorsnede. Met behulp hiervan kan een schatting gedaan worden van het oppervlak van de doorsnede Een redelijke schatting blijkt uit te komen op 0.02 m 2. De kracht bedraagt dan 0.02*15000 = 300 N. Met dezelfde tomography afbeelding kan de momentsarm (afstand a in figuur 5) voor Fp worden geschat. Deze blijkt ongeveer 0.05 m te bedragen. Het moment bedraagt dan 300*0.05 = 15 Nm. Het benodigde moment is afhankelijk van de massa van de romp, de massa van de te tillen last en de bijbehorende momentsarmen. Uit onderzoek van de Looze (5) bleek dat bij het tillen van een last van 15.3 kg het benodigde moment rond L5-S1 ruim 200 Nm bedroeg. De last in dit voorbeeld bedraagt 40 kg. We schatten daarom het benodigde moment hier voorzichtig op 300 Nm. De bijdrage van de intra-abdominale druk be- draagt nu 15*100/300 = 5 procent. Hierbij moet aangetekend worden dat er geen rekening is gehou-
9 den met het flecterend moment van de schuine buikspieren. Bovendien is het benodigde moment aan de kleine kant gekozen. Het werkelijke effekt zal dan ook kleiner zijn dan 5 procent. Zelfs al worden de eerder genoemde argumenten tegen het abdominale mechanisme terzijde geschoven, dan nog blijkt uit de bovenstaande berekening dat de bijdrage aan de strekking van de wervelkolom marginaal is. Training van buikspieren Zoals vermeld bestaan er vele argumenten om de juistheid van de theorie van de intra-abdominale druk te betwijfelen. Op zich zou dat al reden genoeg moeten zijn om het versterken van de buikspieren als therapie niet toe te passen. Er bestaan echter nog twee andere sterke argumenten om geen buik- spieroefeningen te doen voor het ontlasten van de wervelkolom. Het eerste argument tegen een dergelijke spierversterking betreft de keuze van de te trainen spieren. De M. rectus abdominis evenals de Mm. obliquus internus en externus leveren een flecterend moment en extra belasting op de lumbale wervelkolom. Aangezien er juist een extenderend moment en ontlasting van de wervelkolom vereist is tijdens tillen, moeten deze spieren niet getraind worden. Dat is ech- ter wel wat er gebeurt. De training bestaat altijd uit een scala van sit-ups, crunches en leg-raise oefeningen (3). Als er al een buikspier getraind zou moeten worden, hetgeen wij zeker niet propageren, zou dat de m. transversus abdominis moeten zijn. Deze wordt echter niet getraind met een dergelijk oefenprogramma. Mocht het nu mogelijk zijn dat de M. transversus abdominis geïsoleerd getraind zou kunnen worden (wat wij zeer betwijfelen), wil dat helemaal niet zeggen dat de eigenaar ervan hem in het dagelijks leven ook harder zal aanspannen. Iemand die dagelijks kuitspieroefeningen doet, gaat daardoor niet op zijn tenen lopen. Een door veel training verkregen grote longinhoud resulteert niet in een groter ademminuutvolume bij een vastgestelde submaximale belasting. Zou dit wel het geval zijn, dan zouden alle marathonlopers moeten klagen over hyperventilatie. Zo zal ook iemand die een paar zeer sterke quadriceps bezit, niet met konstant gebogen knieën door het leven gaan. Het potentieel vergroten van een funktie maakt niet dat dit potentieel bij een vastgestelde taak ook daadwerkelijk gebruikt zal worden. Het versterken van de M. transversus abdominis betekent dus niet dat deze bij een tiltaak harder zal gaan aanspannen. Er zal dan ook als gevolg van een oefenprogramma geen hogere intraabdominale druk bereikt worden. Dit is tevens experimenteel vastgesteld door Hemborg (3). Het gevolg van een oefenprogramma was wel dat de maximaal te leveren kracht toenam, maar tijdens tillen werd deze extra kracht niet aangewend. Samenvattend kunnen we zeggen dat er geen enkele reden bestaat om aan te nemen dat de intra-abdominale druk bijdraagt aan een reduktie van de krachten op de wervelkolom. De speurtocht naar een dergelijk mechanisme en de hardnekkigheid waarmee men steeds nieuwe argumenten meent te moeten aanvoeren is slechts gebaseerd op de indruk, de gedachte, de hypothese dat de druk op de wer- velkolom een grote boosdoener is. In plaats van het hardnekkige en vruchteloze zoeken op dit jaren geleden ingeslagen pad naar ontlastende mechanismen die uitmonden in zinloze voorlichtingscampagnes en oefenprogramma's zou de energie eens gestoken moeten worden in het formuleren en toetsen van betere hypotheses omtrent het ontstaan van rugpijn. Niet de mechanische belasting van de rug maar een analyse van factoren die de rug belemmeren in zijn bewegingsvrijheid zou ten grondslag dienen te liggen aan dergelijke hypotheses. Het getuigt toch van een ongelofelijke tweeslachtigheid dat dezelfde behandelaar die eerst, aan een patiënt die verdacht is op een HNP, vraagt of hoesten, niezen of persen (de bekende drukverhogende momenten op de wervelkolom) de rugpijn provoceert, tijdens de behandeling buikspieroefeningen laat uitvoeren als therapie. Met dan opeens het idee dat de intra-abdominale drukopbouw de wervelkolom zou kunnen ontlasten. Tot slot nog een eenvoudig experiment ter bevestiging van de onmogelijkheid van de ontlasting van de rug met behulp van de buikspieren. U gaat staan en legt de vingers van beide handen ter weerszijde van de processi spinosi van de lumbale wervelkolom op de M. erector spinae. Vervolgens doet u een krachtige poging tot persen. De hierdoor opgewekte flekterende momenten op de wervelkolom moeten worden weerstreefd door de M. erector spinae, hetgeen, ook zonder geavanceerde EMG-apparatuur, door uw palperende handen kan worden vastgesteld. De gedachte dat dit tegen elkaar inwerken van spieren de reaktiekrachten zou verlagen wil er bij ons echt niet in. LITERATUUR. 1. Bogduk N., Twomey L. Clinical anatomy of the lumbar spine. Churchill Livingstone (1987). 2. Gracvetsky S., Farfan H., Helleur C. The abdominal mechanism. Spine 10, no. 4: (1985).
10 3. Hemborg B., Moritz U., Hamberg J., Löwing H., Akesson I. Intraabdominal pressure and trunk muscle activity during lifting-effect of abdominal muscle training in healthy subjects. Scand. J. Rehab. Med. 15: (1983). 4. Lagerberg A., Riezebos C. Buikspieren, houding en oefeningen. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie 11, no. 5: (1993). 5. Looze de M. Mechanics and energetics of repetitive lifting. Proefschrift, Vrije Universiteit, Amsterdam (1992). 6. McGill S.M., Norman R.W. Potential of lumbodorsal fascia forces to generate back extension moments during squat lifts. J.Biomed.Eng.10: (1988). 7. Németh G., Ohlsén H. Moment arm lengths of trunk muscles to the lumbosacral joint obtained in vivo with computed tomography. Spine 11, no. 2: (1986). 8. Toussaint H., Winter de A., Haas de Y., Looze de M., Dieën van J., Kingma I. Flexion relaxation during lifting: implications for torque production by muscle activity and tissue strain at the lumbo-sacral joint. J. Biomechanics 28, no.2: (1995). 9. Troup J.D.G. Biomechanics of the vertebral column. Physiotherapy 65: (1979). 10. Ekholm J. et al. The load on the lumbosacral joint and trunk muscle activity during lifting. Ergonomics 1982; 25; Winter D.A. et al. Biomechanics, Human Kinetics Publishers, 1985.
Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 302-312 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53
Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-133 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)
Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15
Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAuteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,
Nadere informatieStabiliteitstraining van de lage rug
Stabiliteitstraining van de lage rug De sleutel tot succes bij stabiliseren is het doelgericht trainen van de juiste spieren. Buik- en rugspieroefeningen worden veelvuldig toegepast in de behandeling bij
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)
Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze
Nadere informatie23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren
Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )
Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21
Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieVictor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek
Victor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek Onderzoek lage rug en heup core stability The Fifa 11 + Epidemiologie - 60-90% van alle mensen maakt een keer een episode van aspecifieke lage rugpijn door - Incidentie
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire
Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Nadere informatieAuteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15
Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatiegerelateerde aandoeningen
Naam: Datum: Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon
Nadere informatieGYNAECOLOGIE. In overleg met de gynaecologen hebben wij een oefenschema opgesteld om u zo snel mogelijk na de operatie te activeren.
GYNAECOLOGIE Oefenschema na gynaecologische operatie Het doel van de oefeningen In overleg met de gynaecologen hebben wij een oefenschema opgesteld om u zo snel mogelijk na de operatie te activeren. Bij
Nadere informatiecore stability training
core stability training Inleiding: Het strekken van de heup en de onderrug Het strekken van de heup veroorzaakt bij dansers vaak overbelasting van de onderrug. De verkorte stijve heupbuigers zorgen er
Nadere informatieASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE
ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE RUGPIJN: OEFENTHERAPIE Aspecifieke lage rugpijn bestaat uit klachten waarvoor geen lichamelijke afwijking kan gevonden worden die deze klachten veroorzaakt. Het probleem
Nadere informatieFitnessbal training. Kern training / Core stability
Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het
Nadere informatieI. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S
I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een
Nadere informatieAuteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91
Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieVersus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )
Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 3 (pp )
Auteur(s): G. Broers, P. Loonen, H. Faber Titel: Reaktie op: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 167-177 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieHAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.
Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk
Nadere informatie1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5
Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren
Nadere informatieHaags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 1 (pp. 7 21)
Auteur(s): Titel: H. Oonk Funktionele aanpassingsmechanismen rond het sacro-iliacale gewricht tijdens zwangerschap Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-21 Dit artikel is
Nadere informatie1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren?
1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren? 1.1 Inleiding De buikspieren zijn in allerlei situaties actief Al direct bij de geboorte spant de pasgeborene zijn of haar buikspieren aan om de eerste kreet te slaken.
Nadere informatieAuteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184
Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieSAI SEI KAN. JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994.
SAI SEI KAN JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994 Buikspieren Auteur: Maarten Vermeersch Inhoudsopgave Inleiding... 3 1
Nadere informatieAuteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009
Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieTrainingsprogramma Spierkrachtversterking
Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel
Nadere informatieAuteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie en flexierelaxatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie en flexierelaxatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 230-255 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieAuteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift
Nadere informatieAuteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieVoer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.
Zond Zater Vrijd Dond Woe Di Ma Zon Zat Vrij Don Woe Woe Di Ma Superfit Week 1 Vandaag: 30 minuten Cardio Vasculaire (CV) training. Probeer dit eens: 4 minuten power walking (lekker stevig doorstappen
Nadere informatie10 minuten training 1 Total Body
10 minuten training 1 Total Body Met deze 10 Minuten training train je het hele lichaam. Alle spiergroepen komen aan bod. Waarom 10 minuten trainingen? Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om een
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )
Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave
Nadere informatie1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren
Belangrijk voor de buikspieren Ga bij de buikspieroefeningen nooit vanuit je nek bewegen. Blijf naar boven kijken en beweeg ook richting het plafond en niet richting je knieën. Plaats eventueel 1 hand
Nadere informatieWat is een diastase? Sterkher Fundamentals
Wat is een diastase? Sterkher Fundamentals Wat is een diastase? Een diastase is het uitrekken of dunner worden van de linea alba. De linea alba is het bindweefsel dat de twee helften van je voorste buikspieren
Nadere informatieAuteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatie16-9-2014. Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)
Reina Welling WM/SM-theorieles 7 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer niow.nl Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?) A. Steun B. Bescherming C. Beweging
Nadere informatiePlekken waar je extra aan gaat spannen kunnen zijn: andere kant, je nek, je rug en je buik.
Oefeningen fase 1 In de eerste fase ga je aan de slag om de spieren te activeren. Dit betekent dat je heel selectief 1 spier aanspant voor 5-10 seconden. Het is geen krachtwedstrijd, het is activeren.
Nadere informatieAuteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Beld van de F.B Titel: Extensiebeperking door kissing spine? Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-133 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieAuteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 194-211 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieSCOREFORMULIER SCOREFORMULIER. Oef. Score 1 Score 2 Letter Oplossing
SCOREFORMULIER Oef. Score 1 Score 2 Letter 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Oplossing SCOREFORMULIER Oef. Score 1 Score 2 Letter 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Oplossing OEFENING 1 OPDRUKKEN IN DE RINGEN
Nadere informatieOefenen na een keizersnede
Oefenen na een keizersnede Inleiding U bent in het Albert Schweitzer Ziekenhuis op genomen omdat u een keizersnede heeft ondergaan. Hierdoor moet u nog een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Een keizersnede
Nadere informatieRelatie armbeweging en romp Onderzoek door Laura Peeters. Imelda de Groot, revalidatiearts Laura Peeters, technisch geneeskundige
Relatie armbeweging en romp Onderzoek door Laura Peeters Imelda de Groot, revalidatiearts Laura Peeters, technisch geneeskundige Armbewegingen en zitten Wat was er bekend? Laura HC Peeters, Imelda JM de
Nadere informatieStabiliteit training. Wat, waarom en hoe?
Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe? Ik heb dit boek geschreven omdat core stability de laatste tijd een hot item is geworden. En dat is ook logisch. Ik ben er heilig van overtuigd dat als mensen
Nadere informatieMOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY. Dr C. Hindryckx. Fysische Geneeskunde en Revalidatie
MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY Dr C. Hindryckx Fysische Geneeskunde en Revalidatie Kan fysiotherapie het ziektebeeld positief beïnvloeden? Relatief aandeel in behandeling? Welke signs & symptoms beïnvloedbaar?
Nadere informatieTRAININGSPLAN XCO-TRAINER
TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in
Nadere informatieHaags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )
Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen
Nadere informatieSucces en veel plezier toegewenst!
Voorwoord HOE VOER JE EEN OEFENING GOED UIT? Ten eerste door de beweging correct uit te voeren. Dat wil zeggen gecontroleerd en beheerst. Dat wil zeggen eerst de spieren opwarmen ('warming up'). Nooit
Nadere informatieAuteur(s): C. Riezebos Titel: Tillen Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 282-297
Auteur(s): C. Riezebos Titel: Tillen Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 282-297 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-)
Nadere informatieLumbaal actief onderzoek Instabiliteit
Lumbaal actief onderzoek Instabiliteit De actieve stabiliteit wordt gewaarborgd door de rug- en buikspieren en de tussen het bekken en de onderste extremiteiten uitgespannen musculatuur. Belangrijkste
Nadere informatieCardioschema (50 minuten)
Cardioschema (0 minuten) Programma Programma minuten» niveau Fiets minuten» niveau à minuten» minuten niveau» minuten niveau» minuten niveau Crosstrainer 0 minuten» minuten wandelen» lopen minuten aan
Nadere informatieTheorie-examen Anatomie 13 januari 2006.
Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten
Nadere informatieTrainingsrichtlijn Core Stability -Basics-
Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Uitleg voor de patiënt Oefening 1 en 2 zijn gericht op het activeren van de musculus tranversus abdominis (TVA). Middels het bewust en gecontroleerd aanspannen
Nadere informatieLage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl
Lage rugpijn Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Inleiding Lage rugpijn Rugklachten komen veel voor. 4 van de 5 mensen heeft weleens te maken met rugpijn. In veel gevallen
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )
Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieOefenprogramma na een keizersnede
Fysiotherapie Gynaecologie / Verloskunde Kraamafdeling Verpleegafdeling B2 Oefenprogramma na een keizersnede i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Om na uw keizersnede weer zo snel mogelijk
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieOefeningen dynaband. beginpositie uitvoering opbouw Voorbeeld 1. armen voorwaarts. Goed opstrekken Voeten op heupbreedte
Oefeningen dynaband Lees eerst de disclaimer voordat u deze oefeningen begint. Indien u pijnklachten vraag dan eerst uw arts of therapeut om advies. Zorg er voor dat de spieren niet koud zijn, voordat
Nadere informatieCursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius
Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het
Nadere informatieOefeningen bij instabiliteit in de lage rug.
Oefeningen bij instabiliteit in de lage rug. Deze oefeningen zijn bedoeld als geheugensteun voor cliënten die onder behandeling zijn. Natuurlijk kan je ook zelf de oefeningen proberen zonder dat je onder
Nadere informatieKrachtoefeningen bij hartrevalidatie
Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast
Nadere informatieTrain your Core Stability with energy lab
Aandachtspunten bij stabiliteitstraining Om effectief de houdingsspieren in de romp te trainen wordt wordt er op krachtuithouding gewerkt. Dit betekent dat er nooit met zware gewichten en korte herhalingen
Nadere informatieAuteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 218-229 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift
Nadere informatieAuteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76
Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieInhoud. Spiertrainer 4 Romp
Borst-(tussenrib)spieren 1 4.A Eigenlijke borstspieren (gewrichtsspieren van de ribben) aan de binnenzijde van het thoraxskelet, achteraanzicht; oorsprong (linker lichaamshelft), aanhechting (rechter lichaamshelft).
Nadere informatieControle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren
Het mechanisch verstoren van de romp wordt gezien als een risicofactor voor lage rugklachten. Dergelijke verstoringen kunnen zorgen voor ongecontroleerde bewegingen van de romp waarbij een inadequate reactie
Nadere informatieKrachttraining. Naam: Klas: Docent:
Krachttraining Naam: Klas: Docent: Inhoudsopgave Voorwoord Blz. 1 Inleiding Blz. 2-3 Trainingsprincipes Blz. 4 Romp Blz. 5-9 Benen Blz. 10-14 Armen Blz. 15-17 Nawoord Blz. 18 Bronvermelding Blz. 19 Voorwoord
Nadere informatieHernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis
Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis
Nadere informatiePre-& Postnataal Fitness. De bekkenbodem tijdens & na de zwangerschap
Pre-& Postnataal Fitness De bekkenbodem tijdens & na de zwangerschap Waar gaan we het in dit uur over hebben? Wat is de bekkenbodem? Anatomie & functie Wat zijn bekkenbodemklachten? Hoe train je de bekkenbodem?
Nadere informatieOefenprogramma na een bevalling
Fysiotherapie Gynaecologie / Verloskunde Kraamafdeling Verpleegafdeling B2 Oefenprogramma na een bevalling i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Om na uw bevalling weer zo snel mogelijk
Nadere informatieTijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)
Trainingsschema van: Trainer: Jean-René Ruitenbeek MOBILISATION KNEE, HIP, SACRO ILIAC JOINT, LUMBAR SPINE - SUPINE FLEXION Looptijd schema: 3-9-2015-15-10-2015 Weken 1 2 3 4 5 6 MOBILISATION LUMBAR SPINE
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )
Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder
Nadere informatieOefenprogramma Core Stability
Oefenprogramma Core Stability Een woordje uitleg Wat wordt er eigenlijk bedoeld met Core? Dit is in feite het gebied van de rug, de buik en het bekken. De romp is het centrum van de functionele bewegingsketen
Nadere informatieFysiotherapie bij bekkenbodemproblemen
Gynaecologie Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat zijn de bekkenbodemoefeningen of wat is bekkenbodemtherapie?... 3 Hoe verloopt bekkenbodemtherapie?... 3 Algemene
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,16e jrg 1998, no.2 (pp )
Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Krachttraining op fitnessapparatuur Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 75-95 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatiePreventieve en correctieve mobiliserende gymnastiek bij chronische respiratoire aandoeningen
Preventieve en correctieve mobiliserende gymnastiek bij chronische respiratoire aandoeningen Bij een aantal chronische respiratoire aandoeningen zien we (soms reeds bij of kort na de geboorte) vervormingen
Nadere informatieTijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)
Trainingsschema van: Klant MOBILISATION HIP - SUPINE FLEXION Trainer: Jean-René Ruitenbeek Looptijd schema: 7-2-2017-21-3-2017 Stap 1 MOBILISATION LUMBAR SPINE - PRONE SCORPIO STRETCH IN EXTENSION WITH
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp. 266-294)
Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Buikspieren, houding en oefening Jaargang: 11 Jaartal:1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 266-294 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieAdviezen na een keizersnee
Adviezen na een keizersnee U heeft onlangs een keizersnee gehad. Dit betekent dat u een buikwond heeft die moet herstellen. Het is verstandig om na de keizersnee rustig aan te doen en naar uw lichaam te
Nadere informatieCore stability. Plank 2. Plank 1. Navel intrekken, rug recht. Navel intrekken, heupen recht. Plank 4. Plank 3. Navel intrekken, rug recht
Plank 1 Plank 2 Navel intrekken, rug recht Navel intrekken, heupen recht Plank 3 Plank 4 Navel intrekken, heupen en schouders recht Navel intrekken, rug recht Plank 5a Plank 5b Navel intrekken, rug recht,
Nadere informatieVERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)
Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,
Nadere informatieHoe train ik mijn buikspieren zonder klachten achteraf?
Hoe train ik mijn buikspieren zonder klachten achteraf? Verstevigende oefeningen voor de buikspieren zijn gemakkelijk thuis uit te voeren. Het gevaar hiervan is evenwel dat er altijd een kans bestaat dat
Nadere informatieAuteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieOefeningen bij instabiliteit in de lage rug.
Oefeningen bij instabiliteit in de lage rug. Deze oefeningen zijn bedoeld als geheugensteun voor cliënten die onder behandeling zijn. Natuurlijk kan je ook zelf de oefeningen proberen zonder dat je onder
Nadere informatieBekkenbodem- en buikspieroefeningen na de zwangerschap
Bekkenbodem- en buikspieroefeningen na de zwangerschap Het goed kunnen voelen van de bekkenbodem is voor veel mensen moeilijk. Na een bevalling is het voelen van je bekkenbodemspieren vaak extra moeilijk
Nadere informatie1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.
Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug
Nadere informatieOefeningen. Fysiotherapie. na de bevalling
Fysiotherapie Oefeningen na de bevalling Inleiding Om het herstel na de bevalling te bevorderen is het goed om oefeningen te doen. Voordat u hier aan begint willen we u op het volgende wijzen: Doe de oefeningen
Nadere informatieCore Stability - serie 1
Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je
Nadere informatieOefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma
Oefenbundel Einde Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG : hol/bol maken van wervelkolom 10x. Stretching 1 knie: neem
Nadere informatie