Oost-Vlaamse Politieacademie

Transcriptie

1 Oost-Vlaamse Politieacademie Digitalisering van de opleidingsadministratie: cursusmateriaal, lesplanning, online inschrijven, Vernieuwing van de binnenschietstand Voortzetting uitbreidingswerken campus Onderwijsvisitatie Opleidingsessies Salduz Netwerkevent Groendreef Pedagogische studiedagen

2 3 1. Voorwoord Voorwoord van de directeur Graag stel ik u het jaarverslag met betrekking tot onze activiteiten in het jaar 2011 voor. Hiermee komen we één van onze belangrijkste engagementen na, namelijk het voornemen dat we verantwoording willen afleggen over onze werking en dat we een maximale transparantie nastreven ten aanzien van onze opdrachtgevers, leden en professionele partners. Een jaarverslag beoogt in mijn ogen niet zozeer een loutere opsomming van tientallen (zelfs meer dan een paar honderd ) opleidingsprogramma s, aantal lesuren, aantal bereikte cursisten,... Uiteraard komt deze output aan bod, maar daarnaast willen we ook aandacht besteden aan de input: vanwaar komen de middelen en hoe worden ze besteed. Wie doorheen de voorbije jaren de jaarverslagen van de OPAC heeft doorgenomen, is zondermeer goed ingelicht over de ontwikkelingen in onze politieschool. Steeds dezelfde items en statistieken keren elk jaar terug, daarbij wordt de actuele situatie telkens vergeleken met die van het afgelopen jaar. Maar elk werkjaar heeft natuurlijk ook eigen klemtonen, die elk een aparte vermelding verdienen. Een schip op koers vaart naar een verre bestemming. Soms zijn er koerscorrecties nodig, maar de uiteindelijke bestemming verandert daardoor niet. In 2010 werden heel wat zaken opgebouwd die in 2011 dan weer verder werden uitgebouwd: onze interne software voor planning en cursistenadministratie, digitalisering van het cursusmateriaal, werken met het elektronisch leerplatfom, verderzetting van de nieuwbouwwerken, investering in een vernieuwde binnenschietstand, de volledige invulling van het organogram, Meer dan ooit ondernamen we initiatieven om dichter bij onze medewerkers, aspiranten, cursisten en betrokken partners te staan: de organisatie van pedagogische studiedagen, de opstart van elektronische nieuwsbrieven, informatiesessies rond de onderwijsvisitatie, een meer geïndividualiseerde instroombegeleiding voor medewerkers en aspiranten, een netwerkevenement in Groendreef, tientallen opleidingen Salduz op ieders maat, Om u maar te zeggen dat het niet enkel dit jaarverslag is waarmee we ons extern oriënteren. De meeste aandacht ging in 2011 ongetwijfeld naar de voorbereiding van en de medewerking aan de visitatie. Het was uitkijken naar de resultaten van dit bezoek, in november mochten we het visitatierapport ontvangen. Zoals het een lerende organisatie typeert, grijpt ook de OPAC deze evaluatie aan om werk te maken van grondige kwaliteitsverbeteringen op diverse domeinen.

3 4 Stakeholders werden uitgenodigd voor hun advies, medewerkers werden gemobiliseerd voor wat in 2012 zou komen, namelijk een goed doordacht verbeterplan voor de basisopleidingen. En uiteraard zullen we daarbij de als sterk beoordeelde facetten niet uit het oog verliezen, integendeel. Mijn dank gaat naar al wie heeft meegewerkt aan de realisatie van dit jaarverslag. Ik hoop dat u hier interessante informatie zal vinden en kijk uit naar uw reacties. Die mag u overigens altijd formeel bezorgen op ons mailadres info@opac.be. Beste groeten, Patrick Van Parys Hoofdcommissaris Directeur van de Oost-Vlaamse Politieacademie

4 5 Inhoud VOORWOORD VAN DE DIRECTEUR... 3 INHOUD PERSONEEL EN ORGANISATIE MISSIE, VISIE EN WAARDEN LEDEN, BESTUURSORGANEN EN ADVIESORGANEN BELEIDSTEKSTEN PERSONEEL PREVENTIE EN WELZIJN OP HET WERK ONDERWIJS TOTSTANDKOMING VAN HET PROGRAMMA MBT BIJSCHOLINGEN TOTSTANDKOMING VAN HET PROGRAMMA IN DE BASISOPLEIDINGEN OPLEIDINGSAANBOD 2011: VOORSTELLING BASISSTATISTIEKEN EN INTERPRETATIES MBT OPLEIDINGSAANBOD ANDERE STATISTIEKEN MBT BASISOPLEIDINGEN TEAMBUILDINGS IN DE BASISOPLEIDING STAGES ELEKTRONISCH LEERPLATFORM EXTERNE RELATIES OVERZICHT VAN BESTAANDE SAMENWERKINGSVERBANDEN INITIATIEVEN INFORMATISERING KWALITEITSBELEID EVALUATIE VAN DE OPLEIDINGSKWALITEIT EN HET KWALITEITSBELEID KWALITEITSOPVOLGING FINANCIËN EN MIDDELEN INKOMSTEN UITGAVEN INVESTERINGEN NIEUWBOUW AANPASSING BINNENSCHIETSTAND BIJLAGEN... 42

5 6 2. Personeel en organisatie 2.1 Missie, visie en waarden De Oost-Vlaamse Politieacademie wil en moet als erkende politieschool continu verantwoording afleggen ivm haar werking en een transparant beleid voeren. Een duidelijke formulering van missie, visie en waarden kan hiertoe bijdragen. Ons mission statement wordt ondermeer bekendgemaakt via onze externe communicatietools en vindt zijn weerspiegeling in de dagelijkse, operationele werking. De missie De Oost-Vlaamse Politieacademie is opgericht met als kernopdracht het verstrekken van opleidingen en vorming binnen de geïntegreerde politie. Door het inrichten van kwaliteitsvol politieonderwijs brengen we alle medewerkers van de politiediensten de competenties bij om hen toe te laten excellent te functioneren. De visie 1. Door middel van vorming en opleiding bijdragen tot een politiecultuur die de waarden van onze democratische samenleving en van de rechtstaat eerbiedigt en die in het bijzonder aandacht heeft voor de dienstverlening naar de burgers toe (d.i. community policing of gemeenschapsgerichte politiezorg, onderdeel van de excellente politiezorg) 2. Borg staan voor een opleiding die maximaal extern georiënteerd is en gericht is op een volledige integratie van de politiebeambten in de samenleving; 3. Het realiseren van de opleidingsbehoeften op alle niveaus in de politieorganisatie en dit permanent opvolgen; 4. Maximale participatie en betrokkenheid van de politiekorpsen en diensten en van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden; 5. Betrekken van alle klantenorganisaties bij het beheer van de academie en bij de samenstelling van de opleidingsprogramma s; 6. Streven naar een nauwe samenwerking met andere vormingsinstellingen en naar een zo ruim mogelijke integratie in de maatschappij; 7. Het toekennen van een centrale en actieve plaats aan de aspirant of cursist; 8. Een efficiënt beheer en doelmatige aanwending van de middelen die aan de academie ter beschikking worden gesteld; 9. Het afleggen van verantwoording over haar werking.

6 7 De waarden Verantwoordelijkheid: pro-actief en plichtsbewust handelen, betrokkenheid, creativiteit Openheid: directe, respectvolle en eerlijke communicatie, rekenschap afleggen Integriteit: correct en deontologisch verantwoord gedrag Professionaliteit: permanent leren, innovatief zijn, competent 2.2 Leden, bestuursorganen en adviesorganen Algemeen De Oost-Vlaamse Politieacademie (Opac) is een vzw bestaande uit meerdere leden. De vereniging behartigt en ondersteunt de selectie, basisopleiding, vorming en bijscholing van het personeel van de politiediensten. Ze organiseert, al dan niet op vraag van een of meerdere werkende leden, activiteiten binnen de perken van deze doelstellingen. Tevens voert ze andere opdrachten uit die de federale overheid toevertrouwt aan de erkende politiescholen. De juridische oprichting van de Opac geschiedde in 1987, de eerste opleidingen in het multifunctioneel opleidingscentrum vonden plaats in De was een fusie tussen het voormalig opleidingscentrum voor politieagenten van de Stad Gent en de provinciale leergangen voor het brevet van politieofficier. De maatschappelijke zetel is gevestigd te Gouvernementstraat 1, 9000 Gent. Het opleidingscentrum, de directie en de administratie bevinden zich op de campus gelegen te Sprendonkstraat 5, 9042 Gent (Mendonk). De politieschool beschikt over een aantal overlegorganen met een bestuurlijke of adviserende bevoegdheid (zie verder). Deze raden werden bij de Opac in het leven geroepen om een nauwe betrokkenheid tot stand te brengen en te onderhouden met haar financiers, haar partners en al wie belang heeft bij een kwaliteitsvol politieonderwijs. Leden van de vzw De werkende leden zijn de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, het provinciebestuur Oost-Vlaanderen en de Oost-Vlaamse politiezones. Zij dragen mede bij tot de financiering van de vzw door de betaling van lidgelden of de voorziening van subsidies.

7 8 Bestuur van de vzw Het beleid van de vzw `Oost-Vlaamse politieacademie` wordt bepaald of bekrachtigd door de Algemene Vergadering van de leden en de Raad van Bestuur. Beide vergaderingen worden voorgezeten door de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer André Denys. De directeur van de politieacademie, hoofdcommissaris Patrick Van Parys, is belast met de algemene leiding over het opleidingsaanbod en het onderwijsgebeuren, het toezicht op het omkaderingspersoneel, de docenten en de cursisten. Hij staat ook in voor het personeelsbeheer, de kwaliteitsopvolging, communicatie, financiën en infrastructuurbeheer. Hij wordt hierbij ondersteund door een team van beleidsmedewerkers, eindverantwoordelijken, opleiders en administratieve medewerkers. Het toezicht op het financieel beheer van de vereniging gebeurt door de administrateur, arrondissementscommissaris Walter Dejaegher, onder toezicht van het `College van Revisoren`. Raad van Bestuur: Tijdens het jaar 2011 vonden 2 bijeenkomsten plaats (3 in 2010 en 4 in 2009). De Raad van Bestuur is belast met het bestuur van de vereniging, hier krijgt het beleid een concrete vorm. De raad beslist over alles wat niet uitdrukkelijk aan de Algemene Vergadering is voorbehouden. De Raad van Bestuur oefent de taken uit die hem door wettelijke en reglementaire bepalingen worden opgelegd en is heden als volgt samengesteld: André Denys, voorzitter OPAC vzw, provinciegouverneur Filip Rasschaert, korpschef van de lokale politie Gent Denis Bergmans, korpschef van de lokale politie Aalst Johan De Paepe, korpschef van de lokale politie Sint- Niklaas Jan De Sutter, korpschef van de lokale politie Zottegem/Herzele/St.Lievens-Houtem vertegenwoordiger lokale politie arrondissement Oudenaarde Benny Van Wabeke, korpschef van de lokale politie Deinze/Zulte, vertegenwoordiger lokale politie arrondissement Gent Daniël Termont, burgemeester van Gent Ilse Uyttersprot, burgemeester van Aalst Christel Geerts, burgemeester van Sint-Niklaas Marnic De Meulemeester, burgemeester van Oudenaarde, vertegenwoordiger burgemeesters arrondissement Oudenaarde Paul Ponsaers, docent UGent Johan Van Durme, burgemeester van Oosterzele, vertegenwoordiger burgemeesters arrondissement Gent Patrick Trienpont, korpschef van de lokale politie Lokeren,vertegenwoordiger lokale politie arrondissement Dendermonde Rik Daelman, burgemeester van Waasmunster, vertegenwoordiger burgemeesters arrondissement Dendermonde Gerda Zenner-De Gryze, provincieraadslid Rudi Vervaet, bestuurlijk directeur-coördinator arrondissement Dendermonde, vertegenwoordiger van de federale politie Philippe Gysbergs, advocaat-generaal bij het Hof van beroep te Gent vertegenwoordiger van de Minister van Justitie

8 9 Cathérina Van Nerom, vertegenwoordiger Directie van de Opleiding van de Federale Politie Patrick Van Parys, directeur van de OPAC Algemene Vergadering: De voorzitter roept de Algemene Vergadering bijeen telkens hij dit nodig acht, doch ten minste eenmaal per jaar en telkens als ten minste één vijfde van de werkende leden het vraagt. In 2011 waren er 2 bijeenkomsten. De Algemene vergadering is exclusief bevoegd voor : a) de wijziging van de statuten, b) de benoeming en afzetting van bestuurders, c) het bepalen, binnen de perken van de begroting, van eventuele presentiegelden en onkostenvergoedingen voor de leden van de Algemene Vergadering en van de Raad van Bestuur, d) de benoeming en de afzetting van de commissarissen en/of de verificateurs en het bepalen van hun bezoldiging, e) de kwijting aan de bestuurders, de commissarissen en/of de verificateurs, f) de goedkeuring van de begroting en de jaarrekening, g) de vrijwillige ontbinding van de vereniging, h) de uitsluiting van een lid, i) de omzetting van de vereniging in een vennootschap met sociaal oogmerk, j) het bepalen van de bijdrage van de werkende leden. Samenstelling Algemene Vergadering André Denys, voorzitter, provinciegouverneur Christianne Immegeers-Schreyen, provincieraadslid De voorzitters van de politiecolleges van de meergemeentezones en de burgemeesters van de eengemeentezones, die lid zijn van de vereniging. De leden van de Raad van Bestuur wonen de Algemene Vergadering bij met adviserende stem. Adviesorganen Begeleidingsgroep Opac Op initiatief van provinciegouverneur en voorzitter André Denys werd een zogenoemde begeleidingsgroep opgericht in Dit is een periodiek overleg tussen onze organisatie, de provinciegouverneur, de korpschefs van de lokale zones en de regionale afdelingen van de federale politie omtrent het programma en de kwaliteit van de voortgezette vorming en omtrent het algemeen functioneren van de politieschool. In 2011 werden 2 bijeenkomsten georganiseerd, met als voornaamste gespreksonderwerpen de resultaten van de onderwijsvisitatie, de opleidingen Salduz en de aanzet tot ontwikkeling van een operationele kennistest op vraag van de zones.

9 10 Pedagogisch comité Het K.B. betreffende de kwaliteitsstandaarden en omkaderingsnormen voor politiescholen (d.d. 06/04/2008) bepaalt ondermeer dat politiescholen voortaan ook over een pedagogisch comité dienen te beschikken. Het pedagogisch comité moet waken over het behoud en de verbetering van de pedagogische kwaliteit van het opleidingssysteem met inachtneming van de kwaliteitsstandaarden vastgesteld in het KB. De dagdagelijkse en praktische onderwijsproblematiek wordt hier uitvoerig besproken en denkpistes worden voorgesteld aan de directie van de politieschool. Discussies van eerder strategische aard kunnen worden behandeld door de opleidingsraad. De vergadering is samengesteld uit leden van de pedagogische cel van de school, gastlesgevers, aspiranten, de stagecoördinator, mentoren en een vertegenwoordiger van de directie van de opleiding. In 2011 waren er 2 bijeenkomsten, met het zelfevaluatierapport en het visitatierapport als hoofdthema. Opleidingsraad Het K.B. betreffende de kwaliteitsstandaarden en omkaderingsnormen voor politiescholen (d.d. 06/04/2008) bepaalt ondermeer dat politiescholen voortaan ook over een opleidingsraad dienen te beschikken. De opleidingsraad heeft tot taak het opleidingsprogramma te evalueren alsook strategische adviezen te formuleren aan de directie en de Raad van Bestuur mbt. de opleidingen (intern georiënteerde adviezen). Dit orgaan wordt gezien als een raad van experts waar op strategisch niveau voorstellen worden geformuleerd ter bevordering van de opleidingskwaliteit. Samengesteld uit vertegenwoordigers van de lokale en federale politie, de academische wereld, stedelijke of provinciale overheden en het parket verwordt de opleidingsraad tot een multidisciplinair overleg- en beleidsorgaan dat een sturende invloed kan hebben op de werking en het (pedagogisch) beleid van de school. De opleidingsraad kwam tweemaal samen in 2011 en formuleerde, als reactie op het visitatierapport, ondermeer adviezen ter verbetering van de basisopleiding, die elk op korte of lange termijn door de politieschool zelf kunnen verwezenlijkt worden. 2.3 Beleidsteksten Statuten De meest recent aangepaste statuten van de Oost-Vlaamse Politieacademie vzw dateren van 28/01/2005. Ze beschrijven ondermeer de doelstellingen van de politieschool, de werking en samenstelling van de raad van bestuur en de algemene vergadering alsook het functieprofiel van de directeur. Het document kunt u integraal online raadplegen op in de bijlagen van het jaarverslag.

10 11 Beheersovereenkomst met Ministerie van Binnenlands Zaken Als erkende politieschool ontvangen wij federale subsidies via het Ministerie van Binnenlandse Zaken. We zijn nog steeds vragende partij om in overleg met onze partners aan een beheerscontract tussen de Oost-Vlaamse Politieacademie en de Minister van Binnenlandse Zaken te werken waarin de opdrachten, kwaliteitseisen en de ter beschikking gestelde middelen worden vastgelegd. De regering van lopende zaken zag een beheersovereenkomst in 2011 niet als een prioriteit. Via het project lerende organisatie blijft deze thematiek echter wel actueel, in 2012 zou dit tot concrete richtlijnen of initiatieven moeten leiden vanwege de minister en de commissaris-generaal. Afsprakencharter tussen de Oost-Vlaamse Politieacademie en de politiezones in Oost-Vlaanderen. Het charter houdt een aantal afspraken in die gemaakt worden tussen de Oost-Vlaamse Politieacademie vzw enerzijds en de politiezones van Oost-Vlaanderen anderzijds voor de periode van de huidige gemeentelijke legislatuur ( ). De in dit charter opgenomen bepalingen zijn vooral gestoeld op aanbevelingen van de begeleidingsgroep die door de de raad van bestuur werden goedgekeurd. Het is ook de begeleidingsgroep die de implementatie verder zal opvolgen en hierover verslag uitbrengt bij de raad van bestuur. De voornaamste afspraken die in het charter worden aangehaald betreffen: Afstemming van het opleidingsaanbod van de Oost-Vlaamse Politieacademie op de opleidingsbehoeften van de zones Afspraken mbt gastdocenten: profiel, prestatie-uren, vergoeding, kwaliteitsbewaking Praktische regelingen ivm organisatie voortgezette opleidingen Geïntegreerde werking federaal en lokaal niveau Financiële bijdrage van de Oost-Vlaamse politiezones aan de Oost-Vlaamse Politieacademie In de loop van 2009 werd het afsprakencharter nader uitgewerkt met twee aanvullende protocols: - Aanvullend protocol nr. 1: dit aanhangsel omvat een limitatieve lijst van opleidingen waarvoor de gastlesgevers wel binnen de diensturen kunnen worden ingeschakeld (= uitzondering op het algemeen principe). Hier wordt in detail de compensatieregeling voor de uitzendende politiezones besproken en de manier waarop de extra kosten hiervoor verdeeld worden. - Aanvullend protocol nr. 2: dit aanhangsel omvat de bepalingen inzake de steun van de Oost- Vlaamse Politieacademie aan de politiezones voor de opleidingstrajecten gemeenschapsgerichte politiezorg en excellente politiezorg. In de bijlagen van het jaarverslag op kunt u de integrale versie van het charter en de protocols terugvinden.

11 12 KB betreffende de kwaliteitsstandaarden, de pedagogische en omkaderingsnormen van politiescholen. De kwaliteitsopvolging van het politieonderwijs wordt nader bepaald in het KB van 6 april 2008 betreffende de kwaliteitsstandaarden en pedagogische en omkaderingsnormen van de politiescholen. U kunt de integrale versie van het KB terugvinden in de bijlagen van het jaarverslag op Dit KB is volgens OPAC echter aan herziening toe gezien de steeds strengere kwaliteitseisen die vandaag aan het politieonderwijs worden gesteld. 2.4 Personeel Gedetacheerde personeelsleden (2011) PZ Gent 4 Provincie Oost-Vlaanderen 2 Federale school 6 PZ Dendermonde 1 PZ Herzele/Sint-Lievens-Houtem/Zottegem 1 PZ Schelde-Leie 1 Stad Gent 2 PZ Vlaamse Ardennen 1 PZ Assenede-Evergem 1 In de loop van het jaar 2011 traden 2 gedetacheerde personeelsleden in dienst, ter vervanging van 2 medewerkers die in 2010 vertrokken. Er waren in 2011 geen uitdiensttredingen. Op 31/12/2011 telde de politieschool 29 vaste personeelsleden tegenover 27 op 31/12/2010, waarvan 19 gedetacheerden en 10 personeelsleden die voor de vzw werken. Het betrof 19 mannen en 10 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 44 jaar. 20 personen waren voltijds aan het werk, 9 personen werkten deeltijds. Voor specifieke opdrachten doen we regelmatig beroep op stagiairs, jobstudenten, werkgestraften en volwassenen met een handicap. Uit de onderstaande tabel kan worden afgeleid dat de louter administratieve taken door medewerkers met niveau C worden uitgevoerd, onderhoudstaken door medewerkers met niveau D of E, pedagogisch gerichte taken vooral door medewerkers met niveau B en beleidsvoerende taken door medewerkers met niveau A. De taak van teamverantwoordelijke werd uitgevoerd door medewerkers van niveau A (onderwijs), niveau B (dienst steun) en niveau C (middelenbeheer). In de tweede jaarhelft van 2011 werd deze taak echter tijdelijk behartigt door leden van de beleidscel en de directie. Het in plaats stellen van nieuwe teamverantwoordelijken of de evaluatie van de personeels-en organisatiestructuur is dan ook een programmapunt voor Verhouding personeelscategoriëen (2011) Functieniveau A Functieniveau B Functieniveau C Functieniveau D of E Beleidscel Directeur Administratie & middelenbeheer Departement onderwijs

12 13 Onderwijzend personeel Eind 2011 had de politieschool 11 opleiders vast in dienst voor pedagogischdidactische opdrachten in de basisopleidingen of in de voortgezette opleidingen. Hiervan werden 3 VTE s specifiek ingezet voor de opleidingen op maat. De Oost-Vlaamse Politieacademie doet evenwel voor heel wat cursussen een beroep op externe docenten. Deze gastdocenten zijn vooral afkomstig uit politiediensten, maar werken soms ook voor justitie, de sociale sector of andere onderwijsinstellingen. Gedurende het jaar 2011 deden we beroep op 345 externe lesgevers, goed voor vergoede lesuren (tegenover 308 lesgevers en lesuren in 2010). Het totaal aantal beschikbare gastlesgevers situeert zich steeds rond 350, in 2011 werden 12 nieuwe gastdocenten ingezet. Evaluaties van gastdocenten Voor de bijscholingen worden systematisch beoordelingsformulieren ingevuld door cursisten op het einde van elke opleiding. De ontvangen formulieren worden intern bekeken en bij negatieve signalen wordt waar mogelijk getracht hierover te overleggen met docenten en/of wordt de opleiding bijgestuurd. De docenten betrokken in de basisopleidingen worden minstens 1 keer per opleiding door de aspiranten zelf beoordeeld, zowel naar inhoud van de cursus als naar didactische aanpak. Vorig jaar werd uiteindelijk de samenwerking stopgezet met 4 gastdocenten na een grondige evaluatie of na onderling overleg. Er werden ook inhoudelijk-didactische evaluaties gemaakt van 5 bijscholingen, nl. de wijkopleiding, eerstelijnsverhoortechnieken, het project Eigendomsdelicten, Salduz en MEGA. Afwezigheden door ziekte en arbeidsongeval In 2010 werden voor het eerst prestatiegegevens ivm het vaste personeel verwerkt via het GALOP systeem, de opvolger van ISLP-admin. Een opzoeking leert ons dat er gedurende 2011 in totaal 712 ziektedagen werden geregistreerd tegenover 284 ziektedagen in Ziektedagen als gevolg van een arbeidsongeval zijn hier inbegrepen evenals de weekenddagen. Het aantal ziektedagen komt neer op gemiddeld 24,50 dagen per vaste medewerker. Dit is een significante stijging tegenover 2010 (10,5 dagen per medewerker). Het nationaal gemiddelde bedroeg 14 dagen in Een verklaring van de toename ligt vooral aan het feit dat een beperkt aantal medewerkers voor een langdurige periode arbeidsongeschikt was.

13 14 Personeelsbehoeftenplan: aandachtspunten 2011 Het volledige organogram van de personeelsbezetting op datum van 31/12/2011 is terug te vinden in de bijlage van het jaarverslag op Interne overlegstructuren: Een van de waarden binnen de politieschool is openheid, dat uit zich ondermeer in onze overlegcultuur. Tijdens overlegmomenten kunnen medewerkers hun ideeën bespreken, feedback geven en de status van bepaalde projecten meegeven. Hoewel er geen gemeenschappelijk personeelsoverleg was in 2011, werden heel wat vergaderingen georganiseerd tussen de personeelsleden onderling of op teamniveau. Verder zorgt de vakgroepwerking ervoor dat ook gastlesgevers steeds meer inbreng hebben in het opleidingsprogramma. In 2012 zullen de vakgroepcoördinatoren een zelfevaluatie uitvoeren van hun vakgroepwerking. 2.5 Preventie en welzijn op het werk Jaarlijks toezicht De vzw heeft zoals elke organisatie de verplichting om zich te laten adviseren door een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (Securex). Jaarlijks wordt met de externe preventieadviseur een preventieplan opgemaakt met specifieke klemtonen. De firma Securex brengt tevens jaarlijks een bezoek aan onze werkplaatsen voor een beoordeling van de genomen preventiemaatregelen inzake arbeidsrisico s. De aanbevelingen worden vervolgens intern opgevolgd, de genomen maatregelen worden intern bekendgemaakt en ook extern aan de vakbondsorganisaties. In november 2011 bracht de externe preventieadviseur een bezoek en vond een controle plaats op: de verplichte keuring van uitrustingen en toestellen brandveiligheid algemene toestand infrastructuur aanwezigheid pictogrammen en veiligheidsvoorschriften de lichaamshouding aan de werkposten De voornaamste verbeterpunten uit het verslag van dit plaatsbezoek waren: a) de signalisatie van de nooduitgangen optimaliseren b) de lichaamshouding aan de pc moet verbeterd worden voor het administratief personeel. Dat kan met aangepaste opleidingen op het vlak van ergonomie en door aanpassingen van het meubilair/opstelling pc c) Opleiding rond heffen en tillen kan nodig zijn voor de klusjesmannen

14 15 Jaaractieplan 2011 De accenten binnen het preventieplan 2011 waren de opleiding en sensibilisering van medewerkers mbt bedrijfseerstehulp, ergonomie op het werk en de inventaris van chemische agentia en verdeling van de MSDS-fiches. Daarnaast werd opnieuw een algemene evacuatie-oefening voorzien, de procedures werden perfect opgevolgd door de aanwezigen. Arbeidsongevallen Onze cursisten en praktijkmonitoren participeren in cursussen waar de kans op ongevallen niet valt uit te sluiten, vaak door onvoorzichtigheid of verkeerde bewegingen. De meeste ongevallen doen zich dan ook voor in het kader van de lessen sport en geweldbeheersing. In bijna alle gevallen gaat het om lichte blessures zonder blijvende arbeidsongeschiktheid. Als politieschool doen we er alles aan om het aantal arbeidsongevallen laag te houden dankzij een preventief beleid vanwege omkadering en docenten. In 2011 werden slechts 15 dossiers geopend voor aspiranten die een arbeidsongeval hebben gemeld (tegenover 47 in 2010). Verder waren er aangiftes van 2 vaste medewerkers.

15 16 3. Onderwijs 3.1 Totstandkoming van het programma mbt bijscholingen Geïntegreerd opleidingsplan en het jaarlijks opleidingsplan Als erkende politieschool waken we voortdurend over de kwaliteit van de politieopleidingen binnen een voortdurend evoluerende maatschappelijke context. Dit kunnen we het best verwezenlijken met de ondersteuning van de directie van de opleiding (DGS/DSE) en sectorale overlegorganen, zoals het College van Directeurs. Het politieonderwijs dient immers permanent de competenties van politieambtenaren op peil te houden en te beantwoorden aan de verwachtingen en behoeften op het (lokale) terrein. De taak van de directie van de opleiding is gericht op het opstarten, coördineren, evalueren en harmoniseren, op nationaal niveau, van alle bestaande en erkende politieopleidingen. Dit gebeurt steeds in overleg met de politiescholen en de adviesorganen. Het geïntegreerd opleidingsplan van DGS/DSE, bepaald door het NVP 2008/2011 en het KB kwaliteitsnormen en standaarden, beschrijft de opleidingsstrategie voor de vier jaren die het NVP bestrijkt. Het plan biedt ook een overzicht van het landschap van de politieopleiding en het bepaalt de te varen koers voor ondermeer de politiescholen. Het hieraan gekoppelde jaarlijks opleidingsplan bevat het aanbod van prioritaire opleidingen voor de geïntegreerde politie voor telkens 1 jaar. Vele prioritaire opleidingen zoals EPZ, geweldbeheersing, verkeerswetgeving, bestuurlijke en gerechtelijke aanhoudingen, wijkwerking, woonstvaststellingen, komen dan ook in ons opleidingsprogramma aan bod. Een programma dat eveneens tot stand komt op basis van een behoeftenbevraging bij de lokale korpsen. Behoeftenonderzoek bij de politiezones De Oost-Vlaamse Politieacademie stelt zich tot doel de politiekorpsen opleidingsprogramma's aan te bieden afgestemd op individuele en collectieve behoeften. Deze programma's omvatten de basisopleidingen voor agent, inspecteur en hoofdinspecteur alsook de functionele opleidingen en de voortgezette opleidingen (incl. opleiding op maat). De samenstelling van dit programma gebeurt elk jaar op basis van een enquête bij de zones en op basis van afwegingen gemaakt door de directie en de adviesorganen. De behoeftenbevraging van 2011 (voor het vastleggen van programma 2012) werd opnieuw digitaal afgenomen bij de opleidingsverantwoordelijken. 25 van de 30 zones gaven daarbij hun behoeften aan. Voor de volledigheid sommen we even op welke nieuwe bijscholingen geïntroduceerd werden in 2011 op vraag van de zones:

16 17 Salduz (Politionele) omgang met bepaalde etnisch-culturele minderheden Drugspreventie in scholen Het gebruik van de begrotingsmodule Valse betaalmiddelen Woonstvaststelling en identiteitsdocumenten voor Belgen Kinderrechten in de politiepraktijk Themis- Loonmotor Omgaan met besmettingsgevaar tijdens de dienstuitvoering Inhoudelijke bijsturing van opleidingen Na afloop van elke opleiding kunnen cursisten hun mening uiten over de meerwaarde van de gevolgde cursus met behulp van een evaluatieformulier. Zowel de kwaliteit van het programma, de lesmethode als de beschikbare middelen kunnen gequoteerd worden. De enquêteresultaten worden opgevolgd door de pedagogisch adviseur, die in geval van minder positieve signalen de desbetreffende opleidingen kan bijsturen waar nodig in samenspraak met de betrokkenen (conform de PDCA-cyclus). Bepaalde evaluatieresultaten worden ook besproken tijdens de begeleidingsgroep en de opleidingsraad, die een adviserende bevoegdheid hebben. Hieruit komen dan aanbevelingen voort die het kwaliteitsniveau van de opleidingen moeten verhogen in de toekomst. 3.2 Totstandkoming van het programma in de basisopleidingen

17 18 Onder invloed van een verhoogd bewustzijn over de nood aan kwaliteit binnen het politieonderwijs en de eis hierover verantwoording af te leggen, worden sinds 2010 verschillende initiatieven opgezet om aan deze eis tot kwaliteit te beantwoorden. Zo werd binnen de OPAC het initiatief genomen de wijze waarop de basisopleidingen worden georganiseerd (i.e. planning) en de wijze waarop de basisopleidingen inhoudelijk worden ingevuld (i.e. programma) aan te passen. Een belangrijk instrument voor beide is het opstarten van een systeem van vakgroepwerking. Vakgroepwerking is in het reguliere onderwijs, van basis over secundair tot hoger onderwijs, reeds vele jaren een courant gegeven. De voornaamste reden hiervoor is het gegeven dat de kwaliteit van het onderwijs gebaat is bij een systeem van vakgroepwerking, waarbij opleidingsonderdelen en docenten van een gelijkaardige materie bij elkaar geplaatst worden in een overlegorgaan (i.e. de vakgroep). Zodoende wordt een duidelijke structuur binnen de onderwijsinstelling aangebracht. Docenten krijgen tevens een platform waarbinnen ze op een gefundeerde, meer formele wijze over allerhande vakgerelateerde en/of vakoverschrijdende topics kunnen reflecteren, en indien nodig initiatieven ter zake kunnen ontwikkelen. We trachten met de vakgroepwerking de volgende doelstellingen te realiseren: - Kwaliteit opleiding & onderwijs verhogen Inhoudelijk: optimale invulling van het programma en realisatie eindcompetenties Pedagogisch-didactisch: lesdoelstellingen opstellen, werkvormen, enz. Professionalisering docentenkorps: o.a. via uitwisseling goede praktijken, pedagogische studiedagen en themavergaderingen - Collegialiteit & betrokkenheid docentenkorps bevorderen - Tevredenheid van aspiranten over het opleidingsprogramma verhogen Er werden in vakgroepen gecreëerd, te weten: juridische; sociale en bestuurlijke vorming; verkeer; politionele bevoegdheden en taken; sport, geweldbeheersing en EHBO en bijzondere wetgeving. Alle betrokken gastdocenten werden ondergebracht in een vakgroep, die regelmatig vergadert onder aansturing van de vakgroepcoördinator (dit zijn vaste lesgevers). Tijdens de bijeenkomsten in 2011 traden twee agendapunten op de voorgrond: 1. Voortzetting van een aangepast opleidingsprogramma voor de opleiding agent-inspecteur, met de bedoeling overlappingen binnen de vakken weg te werken en de logische volgorde te optimaliseren. Deze denkoefening heeft een grote impact gehad op de reductie van het totaal aantal verschillende vakken dat wordt gedoceerd binnen de basisopleiding. Ook het aantal praktijkuren werd aanzienlijk uitgebreid. 2. Bespreking van de resultaten uit het visitatierapport

18 Opleidingsaanbod 2011: voorstelling De basisopleiding aspirant-agent, aspirant-inspecteur, aspirant-hoofdinspecteur Wie de selectietesten heeft afgerond met een gunstig resultaat, moet nadien een betaalde basisopleiding doorlopen bij een politieschool. De duur van de opleiding loopt van 5 maanden voor agent tot 12 maanden voor inspecteur, stageperiodes en examens inbegrepen. Wie hoofdinspecteur wil worden, volgt een opleiding van 10 maanden. De basisopleiding agent-inspecteur bestond in 2011 uit: LUIK I: 26 vakken 506u theorie/praktijk + 188u stage/oefeningen/examens = 700 uren LUIK II: 43 vakken Ca. 654u theorie/praktijk + 388u stage/oefeningen/examens = 1042 uren Een overzicht van het programma is te vinden in de bijlagen van het jaarverslag. In de loop van 2012 zal ook het programma van de middenkaderopleiding opgesteld worden volgens dezelfde criteria als de basisopleiding agent-inspecteur. De basisopleiding is een beroepsopleiding die tot doel heeft de aspirant de professionele basiscompetenties bij te brengen zodat hij/zij in staat is alle politietaken te vervullen in de functie waartoe deze opleiding toegang geeft. De aspirant moet in staat zijn een loopbaan aan te vangen in om het even welke niet-gespecialiseerde betrekking in de geïntegreerde politie. Het programma wordt bepaald in het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 betreffende de basisopleidingen van de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten. De Oost-Vlaamse Politieacademie organiseert de basisopleiding voor het kader van de agenten, het kader van de inspecteurs en het kader van de hoofdinspecteurs en ontvangt hiervoor subsidie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Om de nieuwe aspiranten wegwijs te maken wordt van de bij de aanvang een onthaalmoment voorzien alsook een onthaalbrochure met de gedragscode. In 2011 gingen alle aspiranten op hetzelfde moment van start met hun opleiding, namelijk op 3 oktober. Het totaal aantal gestarte cursisten bedroeg 136 (incl. sociale promotie en terugplaatsingen), waarvan 107 voor de basisopleiding agentinspecteur, 24 voor de opleiding aspiranthoofdinspecteur en 5 agenten sociale promotie. Na hun opleiding hebben de aspiranten de keuze om te solliciteren voor een job bij een politiezone of bij de federale politie.

19 20 Functionele opleidingen Functionele opleidingen zijn gespecialiseerde beroepsopleidingen, gericht op nieuwe kennisvaardigheden of op uitdieping van bepaalde aspecten van de politiefunctie. Functionele opleidingen richten zich op specialisaties die verbonden zijn met een bepaalde bediening of functie binnen de politie zoals lokale recherche, technische politie, drugshondengeleider, wijkpolitie, schietmonitor, slachtofferbejegenaar, motoragent, enz... Politiemensen die een dergelijke gespecialiseerde functie willen uitoefenen moeten vooraf de gepaste opleidingen daartoe doorlopen. De opsomming van de gespecialiseerde en functionele opleidingen, en hun programma ervan worden bepaald door middel van een Koninklijk Besluit (3 december 2005) en Ministerieel Besluit (23 december 2005). De Oost-Vlaamse Politieacademie organiseert een aantal gespecialiseerde en functionele opleidingen als opdrachthouder van de Minister van Binnenlandse Zaken en ontvangt hiervoor subsidies van de federale overheid. In 2011 werden 10 sessies functionele opleidingen ingericht met een totaal van 1198 lesuren. Het betreft hier de volgende opleidingen: Evaluator Specialist geweldbeheersing met vuurwapens Specialist geweldbeheersing zonder vuurwapens Wijkpolitie Mentor Motorrijder Basisopleiding patrouillehond-en geleider Verkeerspolitie Vertrouwenspersoon Fietspatrouille Technopreventief adviseur Baremische opleidingen In 2011 werd nog 1 baremische opleiding ingericht met een totaal van 8 lesuren. De baremische opleidingen hebben tot doel het niveau van bekwaamheden van de politiemensen op peil te houden om hun actuele functie efficiënt te blijven uitvoeren. Wie door omstandigheden een achterstand heeft opgelopen mbt het verplichte quotum aan opleidingsuren kan die via de baremische opleidingen inhalen. Het RPPol ('Mammoet-KB') bepaalt dat naargelang de graad en de functie ieder personeelslid een minimaal aantal uren voortgezette opleiding moet volgen om een hoger weddebarema te kunnen bereiken. Dit minimum aantal bedraagt 48 uren over een periode van 6 jaar, waarvan 24 uren gedurende de eerste 3 jaar en 24 uren gedurende de laatste 3 jaar. Kortom, gemiddeld 8 uren per jaar. Elke afgeronde sessie binnen de baremische opleiding levert het bewijs af van 8 gevolgde lesuren, meerdere sessies per jaar volgen is mogelijk. De Oost-Vlaamse Politieacademie organiseert deze baremische voortgezette opleiding sedert begin Deze opleiding met uitdovend karakter wordt gesubsidieerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en is bijgevolg kosteloos voor de politiezones.

20 21 Voortgezette opleidingen De voortgezette opleiding heeft hetzelfde doel als de baremische, met name het onderhouden van de bekwaamheden van de politiemensen. Deze hoeft echter niet noodzakelijk gekoppeld te zijn aan de baremaloopbaan. De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de onderwerpen (modules) die voor de baremische loopbaan in aanmerking -komen. Het aantal lesuren dat meetelt voor het contingent van de baremische loopbaan is begrensd op 8 uren per jaar en per opleiding. Het aanbod aan modules in de voortgezette opleidingen wordt bepaald door de beheersorganen van de Oost-Vlaamse Politieacademie in nauw overleg met de lokale politiekorpsen en met de diensten van de federale politie, in functie van hun behoeften. De programma's van de voortgezette opleidingen moeten door de Minister van Binnenlandse Zaken worden goedgekeurd. De Oost-Vlaamse Politieacademie organiseert deze voortgezette opleidingen, voor rekening van en op kosten van de lokale politiezones of diensten van de federale politie. In 2011 werden 397 sessies voortgezette opleidingen ingericht of 2802 lesuren, tegenover resp. 395 sessies en 3200 lesuren in Van bovenvermeld totaal werden 275 sessies of 1079 lesuren aan opleiding op maat besteed, tegenover 178 sessies of 1144 lesuren in Aanbod opleiding op maat binnen de voortgezette opleidingen Er is een capaciteit van drie vaste lesgevers voorzien om vanuit de politieschool proactief alle aankomende veranderingen in de politiefunctie op te volgen en vervolgens op zeer korte termijn in de verschillende politiezones zelf de opleidingen op maat te verstrekken voor de zonemedewerkers. Deze opleiders vervullen tevens een verbindingsfunctie tussen de politiezones en de politieschool en zij staan in voor de uitwisseling van kennis, advies en documentatie. Het aanbod snelle navorming ofwel opleiding op maat heeft het doel zeer snel te kunnen reageren op dringende opleidingsbehoeften bij de politiezones (bv. bij ingrijpende wetswijzigingen). Deze vorm van voortgezette vorming is dus eerder organisatiegericht, terwijl de traditionele voortgezette opleidingen vooral bedoeld zijn om individuele competenties verder te ontwikkelen. Meer dan 80% van deze sessies vindt plaats op locatie. Gecertificeerde opleidingen Het concept van de gecertificeerde opleidingen situeert zich in het raam van het nieuwe CALog statuut. Alle personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, die voor het vernieuwde CALog statuut hebben gekozen en die minstens 1 jaar niveauanciënniteit hebben, kunnen een gecertificeerde opleiding volgen. De gecertificeerde opleiding wordt gedefinieerd als de opleiding die erop gericht is de competenties te actualiseren en verder te ontwikkelen en die wordt afgesloten met de validatie van de verworven kennis tijdens de opleiding.

21 22 Het met vrucht volgen van een gecertificeerde opleiding kan het recht openen op: een horizontale overgang van de minimum- naar de maximumloopbaan een competentie-ontwikkelingstoelage een overgang naar de volgende loonschaal van de maximumloopbaan In 2011 werden 10 verschillende gecertificeerde opleidingen ingericht met een totaal van 11 sessies of 311 lesuren. Deze waren: Niveau A: Overheidsopdrachten Niveau B: Bijzondere statutaire vraagstukken Basisopleiding in het Office-pakket (Excel, PowerPoint, Acces, Outlook) Geavanceerd gebruik van het Office-pakket (PowerPoint, Word, Outlook) Professioneel schrijven Niveau C: Basisgebruik Excel en gevorderd gebruik van Word Basisgebruik Access en Word Niveau D: Veiligheid, communicatie en vaardigheden Basisgebruik Excel en Word Opleidingen verstrekt aan derden In 2011 werden 3 verschillende opleidingen verstrekt aan derden, meerbepaald Gemeentelijke Administratieve Sancties en de opleiding Bijzondere Veldwachter. In totaal resulteerde dit in 4 sessies of 152 lesuren. De Oost-Vlaamse Politieacademie richt vanuit haar eigen expertise ook opleidingen in op vraag van nietpolitionele organisaties. Zo zijn er samenwerkingsverbanden met de gemeenten en steden, de provincie, federale instellingen en justitie. OPAC organiseerde in 2011 tevens een vormingsdag voor mandaathouders, korpschefs en leidinggevenden die actief zijn binnen de geïntegreerde politie.

22 Basisstatistieken en interpretaties mbt opleidingsaanbod Grafieken en tabellen Aantal gestarte cursisten Basisopleidingen AINP+AHINP Functionele opleidingen Voortgezette opleidingen* Baremische opleidingen Opleiding voor derden Gecertificeerde opleidingen * Detail voortgezette opleidingen GGPZ Omscholing wapen Snelle navorming (opleiding op maat) Verdeling cursisten per zone voor het opleidingsjaar 2011 In de bijlage van dit jaarverslag is een numerieke en procentuele verdeling terug te vinden van het aantal geslaagde cursisten voor elke Oost-Vlaamse politiezone. Een absolute vergelijking met voorgaand jaar is hier niet mogelijk, aangezien vanaf 2011 ook de functionele opleidingen werden mee opgenomen in de vergelijkende cijfers. We merken in het algemeen wel dat er beduidend minder cursisten uit PZ Gent een opleiding kwamen volgen, terwijl dat bij de meeste andere zones juist vaker het geval was. PZ Gent blijft procentueel gezien wel ruim de grootste afnemer van ons opleidingsaanbod.

23 24 Aantal sessies Functionele opleidingen Voortgezette opleidingen Baremische opleidingen Opleiding voor derden Gecertificeerde opleidingen Snelle navorming (opleiding op maat) Aantal lesuren Basisopleiding agent-inspecteur* (incl. stages, examens) Basisopleiding middenkader* (incl. stage, examens) Functionele opleidingen Voortgezette opleidingen Baremische opleidingen Opleiding voor derden Gecertificeerde opleidingen *berekend volgens het aantal gestarte pelotons in dat jaar en het totaal aantal opleidingsuren dat op dat moment voor de opleiding van toepassing was. Snelle navorming (opleiding op maat)

24 25 Interpretatie Basisopleiding agent-inspecteur en opleiding hoofdinspecteur We merken dat het aantal aspiranten dat start met de opleiding nog steeds op een laag niveau blijft. De voornaamste oorzaak is dat het vooraf bepaalde nationaal contingent van aantal op te leiden aspiranten beduidend lager lag dan enkele jaren terug. Voor de inspecteurs was dat contingent 1000 in 2011, terwijl dat nog 1350 bedroeg in Het aantal aspirant-hoofdinspecteurs blijft in de lijn van het voorgaande jaar, maar ook hier is een afnemende trend merkbaar. Functionele opleidingen Deze langdurige opleidingen konden in 2011 op beduidend minder inschrijvingen rekenen. Het aantal opleidingen met verschillend thema bleef op peil, maar er werden wel minder sessies ingericht die tevens door minder medewerkers gevolgd werden. Wellicht is de afnemende personeelscapaciteit binnen bepaalde politiezones een belangrijke oorzaak voor deze daling. Personeelsleden een meerdaagse opleiding laten volgen betekent voor veel zones een investering die een grote impact heeft op de dagelijkse werking. Een efficiënte besteding van de middelen is meer dan ooit aan de orde, ook wat opleiding betreft. Heel wat politiezones zagen zich in 2011 trouwens verplicht om binnen het korps capaciteit vrij te maken voor een initiatie-opleiding in het kader van de Salduz-wet, waardoor er minder ruimte was voor bijkomende opleidingstrajecten. Tot slot dient ook opgemerkt te worden dat de nood aan functionele opleidingen altijd gerelateerd is aan de mobiliteitsverschuivingen.

25 26 Voortgezette opleidingen In 2011 werden in totaal werden cursisten geregistreerd die een voortgezette opleiding hebben gevolgd. Dat is een toename met 942 cursisten ten opzichte van 2010 (+ 13 %). Het aantal ingerichte sessies bleef op hetzelfde niveau, terwijl het aantal lesuren verder in dalende lijn ging (-12,50 %). In tegenstelling tot bij de functionele opleidingen merken we bij de voortgezette opleidingen wel een groeiende vraag bij de politiezones. Wanneer we echter de cijfers verder analyseren, dan zien we dat in 2011 een zeer groot aandeel van de stijging toe te schrijven is aan de opleidingen Salduz-wet, Hiervoor werden in totaal 105 sessies voorzien op 395 in totaal. Een sessie duurde 4 uren, wat mede kan verklaren waarom het totaal aantal lesuren achteruit is gegaan. De meeste voortgezette opleidingen nemen immers 8 uren in beslag. De korpsen lijken dus vooral te willen investeren in de kortere opleidingen, weliswaar in mindere mate dan enkele jaren terug. De thema s van deze opleidingen worden ook steeds meer op maat van de collectieve personeelsbehoefte en de maatschappelijke actualiteit gekozen. Het verklaart het toenemend succes van de opleiding op maat (snelle navorming), met veelgevraagde cursussen zoals teamwork GGPZ, Strafrecht en Eigendomsdelicten. In het kader van de snelle navorming of opleiding op maat werden 275 sessies of 1079 lesuren ingericht in 2011, bijna allemaal op verplaatsing in de politiezones zelf. Hieraan hebben 5755 cursisten deelgenomen, goed voor 70% van het totaal aantal cursisten voor voortgezette opleidingen. Het afgelopen jaar zagen we dus opnieuw een sterk groeiende belangstelling voor de snelle navorming. Ditmaal mag de impact van de opleiding Salduz op het groeicijfer echter niet vergeten worden, eveneens een opleiding op maat. Bovendien waren meer zones vragende partij om hen bij de door hen georganiseerde interne opleidingen praktisch en inhoudelijk te ondersteunen (omkadering specifieke projecten). Nog een kanttekening: de gepresteerde lesuren voor snelle navorming moeten worden aangevuld met de verplaatsingstijd naar alle uithoeken van onze provincie (niet de cursisten verplaatsen zich, maar wel de lesgever) en de voorbereidingstijd. Niet enkel de inhoudelijke voorbereiding is hier belangrijk, maar ook het afstemmen van de opleiding op de behoeften van de betrokken politiezone(s) en de evaluatie ervan. Daar wordt ook de nodige tijd en aandacht aan besteed.

26 27 2. Andere statistieken mbt basisopleidingen Slaagcijfers van basisopleidingen beëindigd in de periode Slaagcijfers aspirant-agenten Aantal starters Niet geslaagd of gestopt Slaagpercentage 98 ste aspirant-agent , ste aspirant-agent , ste aspirant-agent , de aspirant-agent de aspirant-agent , de aspirant-agent 3 100,00 Gem.: 91,67% Slaagcijfers aspirant-inspecteurs Aantal starters Niet geslaagd of gestopt Slaagpercentage 98 ste aspirant-inspecteur ,67 99 ste aspirant-inspecteur , ste aspirant-inspecteur , ste aspirant-inspecteur , de aspirant-inspecteur , de aspirant-inspecteur , de aspirant-inspecteur ,61 Gem.: 89,32% Slaagcijfers hoofdinspecteurs Aantal starters Niet geslaagd of gestopt Slaagpercentage 20 ste aspirant-hoofdinspecteur ,61 21 ste aspirant-hoofdinspecteur ,00 22 ste aspirant-hoofdinspecteur ,00 Gem.: 99,15 % De slaagpercentages bij de promoties afgestudeerd in 2011 liggen in de lijn van de vorige jaren. In vergelijking met het reguliere onderwijs zijn dit hoge slaagcijfers, er zijn dan ook wezenlijke verschillen inzake motivatie: aspiranten in opleiding worden betaald, hebben werkzekerheid nadien en hebben bovendien vooraf reeds met vrucht de selectietesten doorlopen bij de dienst rekrutering van de federale politie (te vergelijken met een ingangexamen).

27 28 Absenteïsme bij aspiranten Ziektedagen basisopleidingen 104de 22ste 105de 23ste Aantal studenten 113,00 30,00 108,00 24,00 januari ,00 1,14 58,00 1,93 februari ,00 0,55 23,00 0,77 maart ,00 1,91 2,00 0,07 april ,00 1,07 mei ,00 1,13 juni ,00 1,20 juli ,00 0,48 augustus ,00 0,20 september ,00 0,36 oktober ,00 0,66 24,00 1,00 november ,00 0,30 54,00 2,25 december ,00 0,86 38,00 1,58 Totaal ziektedagen/gem. per student per maand 910,00 0,89 83,00 0,92 196,00 0,60 116,00 1,61 In 2011 werden 1305 dagen van afwezigheid genoteerd over alle basisopleidingen (tegenover 433 in 2010), waarbij valt op te merken dat vanaf 2011 bij de afwezigheden niet alleen ziekte, maar ook omstandigheidverlof en ziekte wegens arbeidsongeval worden meegeteld. Gemiddeld was een aspirant 5 dagen afwezig tijdens de respectievelijke periodes. Dit cijfer moet echter meteen genuanceerd worden, want gedurende 2011 waren enkele aspiranten langdurig afwezig als gevolg van een arbeidsongeval, goed voor 672 dagen in totaal. In werkelijkheid kent de gemiddelde aspirant dus veel minder afwezigheiddagen, net als de voorgaande jaren lag het gemiddelde tussen 2 en 3 dagen per jaar. Verdeling volgens geslacht in de basisopleidingen gestart in 2011 Jaar 2011 MANNEN VROUWEN 105 de AINP ste AHINP 18 6 Totaal In het kader van de toenemende vervrouwelijking bij de geïntegreerde politie is het interessant om vast te stellen in welke mate deze evolutie merkbaar blijft bij de basisopleidingen. Op 142 aspiranten die in 2011 gestart zijn, waren er 88 mannen en 54 vrouwen. De dames maken dus maar voor 39% deel uit van het totale aspirantenkorps. Specifiek voor de aspirant-inspecteurs is dat 31,50%. 1/3 vrouwen en 2/3 mannen voor de opleiding agent-inspecteur is dus de trend die zich ook vorig jaar heeft voortgezet.