Warenwetregeling Gebruik levensmiddelenadditieven. Soep, vleesextract en bouillon

Transcriptie

1 Warenwetregeling gebruik levensmiddelenadditieven in soep, vleesextract en bouillon VWS 5 januari 1996/nr. DGVgz/VVP/L De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 5 van het bouillon; Besluit: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder quantum satis (QS): de hoeveelheid van een levensmiddelenadditief, toegevoegd aan eet- of drinkwaren overeenkomstig goede produktiemethoden, die niet groter is dan voor het beoogde doel nodig is. Artikel 2 1. Aan soep als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, sub 1, van het bouillon, mogen uitsluitend: a. kleurstoffen zijn toegevoegd die terzake krachtens het Warenwetbesluit Levens-middelenadditieven zijn toegelaten, onder de daarbij vermelde voorwaarden; b. de in bijlage I bij deze regeling genoemde levensmiddelenadditieven en verpak-kingsgassen zijn toegevoegd of daarin aanwezig zijn met inachtneming van de beperkingen voor zover daarbij vermeld. 2. In de in het eerste lid bedoelde waar mogen voorts andere levensmiddelenadditieven aanwezig zijn, die afkomstig zijn van de grondstoffen waaruit die waren zijn bereid of van de bestanddelen die aan de waren zijn toegevoegd, doch uitsluitend voor zover die levens-middelenadditieven in die grondstoffen of in die bestanddelen zijn toegelaten. 3. In afwijking van het tweede lid mag, indien de waar witte groente(n) bevat, het gehalte aan zwaveldioxyde ten hoogste 20 mg/l bedragen. 4. Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op soep als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, sub 2, van het bouillon, met dien verstande dat de daar genoemde gehalten worden berekend op de waar, verkregen na toevoeging van water volgens de gebruiksaanwijzing. Artikel 3 1. Aan bouillon, vleesbouillon en vleesconsommé als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, sub 1, e, sub 1, en f, sub 1, van het Warenwetbesluit Soep, vleesextract en bouillon, mogen uitsluitend: a. kleurstoffen zijn toegevoegd die terzake krachtens het Warenwetbesluit Levens-middelenadditieven zijn toegelaten, onder de daarbij vermelde voorwaarden; b. de in bijlage II bij deze regeling genoemde levensmiddelenadditieven en verpakkingsgassen zijn toegevoegd of daarin aanwezig zijn met inachtneming van de beperkingen voor zover daarbij vermeld. 2. In de in het eerste lid bedoelde waar mogen voorts andere levensmiddelenadditieven aanwezig zijn, die afkomstig zijn van de grondstoffen waaruit die waren zijn bereid of van de bestanddelen die aan de waren zijn toegevoegd, doch alleen voor zover die levensmiddelenadditieven in die grondstoffen of in die bestanddelen zijn toegelaten. 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op bouillon, vleesbouillon en vleesconsommé als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, sub 2, e, sub 2, en f, sub 2, van het Warenwetbesluit Soep, vleesextract en bouillon, met dien verstande dat de daar genoemde gehalten worden berekend op de waar, verkregen na toevoeging van water volgens de gebruiksaanwijzing. Artikel 4 1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Warenwetbesluit Soep, vleesextract en bouillon in werking treedt. Artikel 5 Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling Gebruik levensmiddelenadditieven in soep, vleesextract en bouillon. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Erica Terpstra. Uit: Staatscourant 1996, nr. 12 / pag. 10 1

2 Bijlage I Additieven Maximum gehalte Beperkingen 1. Anti-oxydanten a. I-ascorbinezuur QS (E 300) en de natrium- en (E 301 en E 302) b. 6-palmityl-1-ascorbinezuur (L-ascorbylpalmitaat) (E 304) c. natuurlijke tocoferolen (E 307) en de synthetische alpha- en deltatocoferolen (E 308 en E 309) d. propylgallaat (E 310) in totaal 0,01%, berekend e. octylgallaat (E 311) op het percentage vet f. dodecylgallaat (E 312) g. BHA (E 320) h. BHT (E 321) 2. Verdikkingsmiddelen a. alginezuur (E 400) en de 2%, bij afzonderlijk of natrium-, kalium- en gemengd gebruik, (E 401, E 402 en E 404) berekend als alginezuur b. agar-agar (E 406) c. arabische gom (E 414) d. perctinen (E 440) e. carrageen (E 407) f. johannesbrood-pitmeel (E 410) g. guarmeel (E 412) h. tragacanth (E 414) i. xanthaangom (E 415) n. natriumcarboxymethyl 0,4% cellulose (E 466) 3. Emulgatoren a. lecithinen (E 322) 0,2% indien de waar twee of b. suikeresters (E 473) meer van de genoemde c. sucroglyceriden (E 474) emulgatoren bevat, mag d. mono- en diglyceriden, 0,5% het aandeel van elk dezer van vetzuren (E 471), al stoffen slechts een rekendan niet veresterd met één kundige breuk van de voor der zuren: het betrokken additief vast- azijnzuur (E 472a) gestelde maximumgehalte melkzuur (E 472b) uitmaken, waarbij de som citroenzuur (E 472c) van de breuken niet meer wijnsteenzuur (E 472d) dan 1 mag bedragen diacetylwijnsteenzuur (E 472e) Uit: Staatscourant 1996, nr. 12 / pag. 10 2

3 4. Fosfaten a. dinatriumdifosfaat in totaal 0,1%, berekend als (Na 2 H 2 P 2 O 7 ) (E 450i) P 2 O 5, zowel bij afzonderlijk b. tetranatriumdifosfaat als bij gezamenlijk gebruik (Na 4 P 2 O 7 ) (E 450iii) c. pentanatriumtrifosfaat (Na 5 P 3 O 10 ) (E 451i) 5. Organische zuren a. azijnzuur (E 260) en de QS natrium-, kalium- en (E 262, E 261 en E 263) b. citroenzuur (E 330) en de natrium-, kalium- en calciumzouten daarvan (E 331, E 332 en E 333) c. melkzuur (E 270) en de natrium-, kalium- en calciumzouten daarvan (E 325, E 326 en E 327) d. wijnsteenzuur (E 334) en de natrium-, kalium- en natriumkaliumzouten daarvan (E 335, E 336, E 337) 6. Smaakversterkers a. glutaminezuur (620) 1%, berekend als glutaminezuur de natrium-, kaliumen (621, 622 en 623) b. inosinezuur (630) en de in totaal 0,05%, berekend natrium- en kalium- als inosinezuur respectievelijk zouten daarvan (631 en als guanylzuur, zowel bij afzonder- 632) lijk als bij gezamenlijk gebruik c. guanylzuur (626) en de natrium- en kaliumzouten daarvan (627 en 628) 7. Verpakkingsgassen a. kooldioxyde (290) uitsluitend toegelaten bij b. stikstof (941) produkten welke zich in hermetisch gesloten verpakking bevinden 8. Anti-schuimmiddelen a. dimethylpolysiloxaan 10 mg/l 9. Chemisch gemodificeerde zetmelen a. geoxideerd zetmeel QS b. monozetmeelfosfaat c. dizetmeelfosfaat d. gefosfateerd dizetmeelfosfaat Uit: Staatscourant 1996, nr. 12 / pag. 10 3

4 e. geacetyleerd dizetmeelfosfaat f. geacetyleerd zetmeel g. geacetyleerd dizetmeeladipaat h. hydroxypropylzetmeel i. hodroxypropyldizetmeelfosfaat j. zetmeelnatriumoctenylsuccinaat Bijlage II Additieven Maximum gehalte Beperkingen 1. Anti-oxydanten 0,1% berekend als ascorbine- ascorbinezuur (E 300) en de natrium- en (E 301 en E 302) zuur 2. Verdikkingsmiddelen a. alginezuur (E 400) in totaal 2%, zowel bij afzonderb. natriumalginaat (E 401) lijk als bij gezamenlijk gebruik c. kaliumalginaat (E 402) d. calciumalginaat (E 404) e. agar-agar (E 406) f. carrageen (E 407) g. johannesbroodpitmeel (E 410) h. guarmeel (E 412) i. tragacanth (E 413) j. arabische gom (E 414) k. xanthaangom (415) l. pectinen (E 440) m. natriumcarboxy- 0,4% methylcellulose (E 466) 3. Emulgatoren indien de waar twee of meer van de genoemde emulgatoren bevat, mag het aandeel a. lecithinen (E 322) 0,2% van elk dezer stoffen slechts b. suikeresters (E 473) een rekenkundige breuk van c. sucroglyceriden (E 474) de voor het betrokken additief vastgestelde maxi d. mono- en diglyceriden 0,5% mum hoeveelheid uitmaken, van vetzuren (E 471), al waarbij de som van de dan niet veresterd met één breuken niet meer dan 1 mag der zuren: bedragen azijnzuur (E 472a) melkzuur (E 472b) citroenzuur (E 472c) wijnsteenzuur (E 472e) - diacetyl-wijnsteenzuur (E 472e) Uit: Staatscourant 1996, nr. 12 / pag. 10 4

5 4. Fosfaten a. dinatriumdifosfaat in totaal 0,1%, berekend (Na 2 H 2 P 2 O 7 ) (E 450i) als P 2 O 5, zowel bij afzonderlijk b. tetranatriumdifosfaat als bij gezamenlijk gebruik (Na 4 P 2 O 7 ) (E 450ii) pentantriumtrifosfaat (Na 5 P 3 O 10 ) (E 451i) 5. Organische zuren a. citroenzuur (E 330) QS en de natrium, kaliumen (E 331, E 332 en E 333) b. melkzuur (E 270) en de natrium-, kalium- en (E 325, E 326 en E 327) c. wijnsteenzuur (E 334) (E 335, E 336 en E 354) d. azijnzuur (E 260) (E 262, E 261 en E 263) 6. Verpakkingsgassen a. kooldioxyde (920) uitsluitend toegelaten b. stikstof (941) in produkten welke zich in hermetisch gesloten verpakking bevinden 7. Anti-schuimmiddelen a. dimethylpolysiloxaan 10 mg/l uitsluitend toegelaten in bouillons 8. Smaakversterkers a. inosinezuur (630) in totaal 0,05% zowel bij en de natrium-, kalium- afzonderlijk als bij gezamenlijk en calciumzouten daar- gebruik van (631, 632 en 633) b. guanylzuur (626) (627, 628 en 629) c. glutaminezuur (620) QS (621, 622 en 623) Uit: Staatscourant 1996, nr. 12 / pag. 10 5