Geïntegreerd Jaarverslag 2014 Stichting Hout- en Meubileringscollege

Transcriptie

1 Geïntegreerd Jaarverslag 2014 Stichting Hout- en Meubileringscollege

2

3 INHOUDSOPGAVE Leeswijzer 4 Verslag Raad van Toezicht 5 Voorwoord College van Bestuur 8 Profiel van het HMC 12 Samenstelling Raad van Toezicht, College van Bestuur en Ondernemingsraad 14 Kerncijfers Hoofdstuk 1 Missie en onderwijsvisie Missie Onderwijsvisie Strategisch beleidsplan Belangrijkste doelen Hoofdstuk 2 Governance en bedrijfsvoeringsmodel 22 Hoofdstuk 3 Risico- en continuïteitsparagraaf Risicoparagraaf Continuïteitsparagraaf 29 Hoofdstuk 4 Notitie helderheid BVE en code Goed bestuur Notitie helderheid BVE Code Goed bestuur 36 Hoofdstuk 5 Maatschappelijke verbinding Maatschappelijke bijdragen Expositie werkstukken eindexamenkandidaten en 41 prijs voor ontwerp & vakmanschap Hoofdstuk 6 Bestuurlijke en beheersmatige ontwikkelingen Bestuurlijke ontwikkelingen Beheersmatige ontwikkelingen Benchmark MBO 56 Jaarverslag 2014 Pagina 2

4 6.4 Kwaliteitszorg Sociaal jaarverslag Verslag Ondernemingsraad Verantwoording aanvullende subsidies 80 Hoofdstuk 7 Analyse resultaat 2014 en balansontwikkelingen 82 Bijlage 1 Resultatenbox 89 Bijlage 2 Jaarrekening 2014 (de cijfers) 91 Bijlage 3 Overige gegevens 121 Jaarverslag 2014 Pagina 3

5 Leeswijzer Beste lezer, Voor u ligt het geïntegreerd jaarverslag 2014 van de Stichting Hout- en Meubileringscollege. In dit geïntegreerd jaarverslag verantwoordt het HMC zich als mbo vakschool voor hout, meubel en interieur voor zijn prestaties in De kerncijfers op bladzijde 17 geven u in één oogopslag een kwantitatieve indruk van de ontwikkelingen bij het HMC. Het verhaal achter deze cijfers vindt u in dit jaarverslag. Achtereenvolgens komen in het jaarverslag aan bod: het verslag van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, de missie en onderwijsvisie, de governance, de beleidsprioriteiten, het strategisch beleidsplan, de maatschappelijke bijdragen en het beleidsmatige verslag over 2014, inclusief het sociaal jaarverslag, de benchmark, de code goed bestuur, het verslag van de Ondernemingsraad en de verantwoording van aanvullende subsidies. In bijlage 1 treft u de door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voorgeschreven resultatenbox aan. De meeste gegevens zijn echter ook al, verdeeld over dit jaarverslag, bij de betreffende beleidsonderwerpen opgenomen. De cijfermatige jaarrekening over 2014 maakt integraal deel uit van dit jaarverslag en is opgenomen in bijlage 2. Heeft u vragen over dit jaarverslag, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de secretaresse College van Bestuur, mevrouw A. Dijkstra. Dit kan telefonisch via of via een aan s.cvb@hmcollege.nl. Wij wensen u veel leesplezier! HMC mbo vakschool voor hout, meubel en interieur Jaarverslag 2014 Pagina 4

6 Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van het HMC bestaat, behoudens de voorzitter en één deskundige uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branches waarvoor het HMC opleidt. De voorzitter vervult een onafhankelijke positie. Door deze samenstelling is de betrokkenheid van de branches bij de opleidingen van de enige mbo vakschool voor deze branches verzekerd. De onafhankelijkheid in opereren van de leden van de Raad van Toezicht is gewaarborgd in de statuten en in het bestuursreglement dat de Governance Code, opgesteld door de MBO Raad, volgt. De samenstelling van de Raad van Toezicht is weergegeven op pagina 16. De Raad van Toezicht heeft in 2014 vijf keer met het College van Bestuur vergaderd en eenmaal met de voltallige directie en met de ondernemingsraad en de leerlingenraad. Daarnaast hebben drie leden van de Raad van Toezicht met deskundigheid op het terrein van nieuwbouw, deelgenomen aan de vergaderingen van de stuurgroep nieuwbouw Rotterdam. De financieel deskundigen (ook drie leden), hebben in 2014 driemaal vergaderd over o.a. de nieuwbouw, de jaarrekening en de begroting. De personele deskundigen, bestaande uit twee leden en de voorzitter, zijn in 2014 éénmaal bijeen geweest. De Raad van Toezicht is in 2014, vertegenwoordigd door een lid, aanwezig geweest bij de vergaderingen adviescommissie Raden van Toezicht van de MBO Raad. De Raad van Toezicht wordt door het College van Bestuur geïnformeerd over de gang van zaken op het HMC door middel van bijlagen bij de agenda van de vergaderingen, door mondelinge toelichting tijdens de vergaderingen, door het tweemaandelijks bestuursverslag en tussentijds door mededelingen per . In het bestuursverslag wordt een overzicht gegeven van de actuele ontwikkelingen. In 2014 zijn o.a. de volgende onderwerpen in het bestuursverslag aan de orde geweest: externe overleggen en samenwerkingsverbanden brancheontwikkelingen inzake onderwijs en opleidingen adviescommissies meubel en interieur veiligheid en arbeidsomstandigheden bezoeken mbo scholen overeenkomsten externe partijen verslag divers intern overleg (waaronder MT, ondernemingsraad en leerlingenraad) informele personeelsbijeenkomsten enquêtes en onderzoeken focus op vakmanschap, macrodoelmatigheid en MBO 2015 stichting beroepsonderwijs en bedrijfsleven HMC cursus en training BV open dagen huisvesting en nieuwbouw formatieplanning personele ontwikkelingen aanwezigheid HMC op beurzen en exposities internationale ontwikkelingen (o.a. Bolster up project) scholingshuis meubel expertisecentrum meubel / timmer EuroSkills ronde tafel vakmanschap vierjarige opleidingen licenties vakscholen Jaarverslag 2014 Pagina 5

7 horizontaal toezicht belastingdienst electronische leeromgeving informeel overleg ministerie van OCW investeringsfonds mbo onderwijsbeleid gemeente Rotterdam HMC dag excellentie in het mbo macrodoelmatigheid aannamebeleid overlijden leerlingen Het bestuursverslag wordt altijd in de vergadering met het College van Bestuur besproken. In voorkomende gevallen worden de leden van de Raad van Toezicht via geïnformeerd over actuele zaken. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen wekelijks de beide mededelingenbulletins van de locaties, waarin lopende zaken aan de orde komen. Tevens ontvangen de leden van de Raad van Toezicht drie keer per jaar HMC Intern, de interne nieuwsbrief van het HMC. De leden van de Raad van Toezicht worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij activiteiten als open dagen en eindexamenexposities. In de vergaderingen met het College van Bestuur zijn het afgelopen jaar onder andere de volgende zaken aan de orde geweest: bestuursverslagen aannamebeleid voor leerlingen, wel of geen numerus fixus nieuwbouw Rotterdam, herhuisvesting Amsterdam ontwikkelingen kenniscentra, branches, stichting beroepsonderwijs en bedrijfsleven voordracht leden Raad van Toezicht en verkiezing vice-voorzitter klachten, geschillen en incidenten MBO 2015 A3 jaarplan systematiek macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod samenwerking met andere scholen in het kader van scholingshuis voor de meubelindustrie JOB-ênquete medewerkers-ênquete alumni-ênquete visiebrief minister van Onderwijs: Ruim baan voor vakmanschap profielen Raad van Toezicht geïntegreerd jaarverslag 2013 en risicoanalyse accountantsverslag n.a.v. de jaarrekening voortgangsrapportage uitvoering begroting 2014 begroting 2015 HMC cursus en training BV ondernemingsraad open dagen en inschrijvingen rendement (opbrengsten) opleidingen vacatiegelden evaluatie overleg met de ondernemingsraad en de leerlingenraad functioneringsgesprek voorzitter College van Bestuur zelfevaluatie Raad van Toezicht rooster van aftreden Jaarverslag 2014 Pagina 6

8 Formele besluiten De Raad van Toezicht heeft formeel goedkeuring verleend aan de begroting 2015 en het geïntegreerd jaarverslag 2013 zodat deze door het College van Bestuur konden worden vastgesteld. De zelfevaluatie van de Raad van Toezicht vindt plaats op basis van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals deze zijn vastgelegd in statuten en bestuursreglement. Tevens bespreekt de Raad van Toezicht of de individuele leden en de raad als geheel voldoende en adequaat zijn toegerust om de taken en verantwoordelijkheden uit te voeren. Hierbij komen competenties, de aanwezige deskundigheid en het functioneren van de voorzitter, de leden en de Raad van Toezicht als totaal aan de orde. Specifiek is in dit verslagjaar het profiel van leden van de Raad van Toezicht besproken en herijkt. Dit was een complexe opgave omdat de leden van de Raad van Toezicht worden benoemd op voordracht van stakeholders en de match van die voordracht met gewenste algemene toezichtcompetenties en met een specifieke deskundigheid ook in het profiel tot uiting moeten komen. Eind 2014 is op voordracht van CBM de heer K. Hoogendijk toegetreden tot de Raad van Toezicht. Hij vervangt de, per diezelfde datum afgetreden, heer H. den Hollander. De Raad van Toezicht heeft het College van Bestuur net als vorig jaar laten weten tevreden te zijn over de prestaties van het College van Bestuur en daarmee over de prestaties van alle medewerkers die hieraan hebben bijgedragen. Juni 2015 René Lahoye, Voorzitter Raad van Toezicht Jaarverslag 2014 Pagina 7

9 Voorwoord College van Bestuur Het College van Bestuur van de Stichting Hout- en Meubileringscollege biedt hierbij haar jaarverslag aan voor het boekjaar dat geëindigd is op 31 december De zomer van 2014 werd overschaduwd doordat zowel een eerstejaars leerling als een net afgestudeerde leerling van de opleiding Interieur adviseur op tragische wijze zijn verongelukt. De eerstejaars leerling van de opleiding Interieur adviseur van de locatie Amsterdam was passagier van de in de Oekraïne neergestorte vlucht MH17. Vanwege de grote impact die deze ramp had en heeft, hebben we voor de leerlingen van de klas waarin deze jongen zat een aparte bijeenkomst georganiseerd. De moeder en broers van het slachtoffer waren hierbij aanwezig. Voor beide leerlingen is een gedenkhoek ingericht, waar leerlingen en medewerkers hun medeleven konden getuigen in het gedenkboek. Vertegenwoordigers van het HMC waren aanwezig bij de uitvaart van beide leerlingen. In het voorjaar van 2014 is het tweejaarlijkse medewerkertevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Zowel de respons (85%) als de gemiddelde overall-score (7,6) was hoog. Opvallend was de hoge score op tevredenheid namelijk 8,3. Met deze scores is het HMC uiteindelijk op de 2 e plek geëindigd in het klassement voor beste werkgever in de sector onderwijs. Financieel gezien was 2014 wederom een goed jaar dat met een positief resultaat van EUR is afgesloten. Daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat dit resultaat in belangrijke mate werd veroorzaakt door de lage huisvestinglasten van onze locatie in Rotterdam. Gecorrigeerd voor deze en andere incidentele oorzaken bedraagt het (genormaliseerde) resultaat circa EUR , hetgeen 4,9% van de totale baten is. In financieel en bedrijfsmatig opzicht blijft het HMC zich structureel solide ontwikkelen. De in de afgelopen jaren gerealiseerde verbetering in de financiële positie komt, naast de hierboven genoemde bijzondere omstandigheid, met name voort uit de strakke formatieplanning en het degelijke begrotingsbeleid. De belangrijkste risico s voor onze bedrijfsvoering zijn geschetst in de risico- en continuïteitsparagraaf, waarin niet alleen uitvoering is gegeven aan de voorschriften van het ministerie van Onderwijs, maar ook aan de z.g. early warning indicatoren die door de sector zelf zijn voorgesteld. Voor de komende jaren scoort het HMC op alle indicatoren voldoende tot goed. Een belangrijke factor van betekenis blijft de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Als gevolg van de toenemende instroom in de afgelopen jaren maakt het HMC de komende jaren een (beperkte) autonome groei van het aantal leerlingen. Vanaf 2017 houden wij rekening met een stabilisering van rond de leerlingen. Daarnaast is een scenario doorgerekend waarin het leerlingaantal met 10% daalt. Daaruit blijkt dat de financiële consequenties weliswaar fors zijn, maar dat het HMC naar verwachting in staat is een dergelijke terugval duurzaam op te vangen. Het aantal leerlingen is in 2014 ten opzichte van 2013 gestegen met 97 leerlingen naar leerlingen. In gewogen aantallen is mede door de verschuiving van BBL naar BOL sprake van een stijging van 191 leerlingen ten opzichte van Het afgelopen jaar hebben we in de organisatie de discussie gevoerd over ons aannamebeleid. Moeten we gezien de gewenste omvang van de school, de arbeidsmarkt en het aantal aanmeldingen, een maximum stellen aan het aantal nieuwe leerlingen en zo ja op welke manier? En is de groei zodanig dat dit tot onoverkomelijke organisatorische problemen zou kunnen leiden? Een poging om het tijdstip van aanmelding te vervroegen om daarmee eerder inzicht te krijgen in het aantal aanmeldingen en de mogelijkheid tot aanmelding Jaarverslag 2014 Pagina 8

10 eventueel te stoppen als het gewenste aantal was bereikt, leverde geen resultaat op. Het aantal leerlingen dat zich in de zomerperiode nog aan- dan wel alsnog afmeldde was zo hoog dat een vroege aannamestop zou hebben geleid tot minder leerlingen. Conclusie van de discussie is dat we geen goede draaiknop hebben om het aantal aanmeldingen te sturen en dat er gezien de relatief kleine groei ook vanuit organisatorisch oogpunt geen reden is om leerlingen niet toe te laten. Ook is er vanuit macrodoelmatigheid of een gebrek aan vakdocenten geen reden om een numerus fixus in te stellen. Punt van aandacht is wel de huisvesting. We denken dit op te kunnen lossen door op beide locaties een gedeelte van de benodigde vierkante meters flexibel te kunnen inzetten. In het schooljaar 2013/2014 zijn zowel het diplomaresultaat (75,2%) als het jaarresultaat 76,0% flink gestegen ten opzichte van 2012/2013. Deze stijging heeft voor een deel te maken met de laatste diplomeringsmogelijkheid van de deeltijdleerlingen. Met deze score heeft het HMC de doelstelling voor het jaarresultaat van 72% ruimschoots gehaald. Daarnaast scoort het HMC zowel voor het jaarresultaat als het diplomaresultaat bij alle opleidingsniveaus hoger dan de inspectienormen. Op het terrein van het voortijdig schoolverlaten (vsv) heeft het HMC in 2014 opnieuw goede resultaten geboekt. Ten opzichte van 2012/2013 is het aantal voortijdig schoolverlaters verder gedaald van 3,5% naar 2,9%, dat wil zeggen een verbetering met 17%. Hiermee voldoet het HMC ruim aan de norm voor 2014/2015. Het HMC biedt binnen de mogelijkheden die een relatief kleine mbo school heeft, extra begeleiding aan voor overbelaste leerlingen en leerlingen met een bijzonderheid/beperking. Hoewel het streven is gericht op een zorgvuldige begeleiding, loopt het HMC naar verwachting de komende jaren wel tegen de grenzen aan van wat mogelijk is. Alleen al in de groep eerstejaars leerlingen van 2014 waren er 322 leerlingen, overigens precies evenveel als in 2013, met één of meerdere bijzonderheden/beperkingen. Bij de ouderejaars ligt dit aantal op 577 (439 in 2013). De ondernemingsraad heeft in 2014 vijf maal vergaderd met het College van Bestuur over onderwerpen als huisvesting, werkdruk, formatiebeleid, begroting, scholingsbeleid, personele regelingen, HMC cursus en training, OER-en, nieuwbouw Rotterdam, doelgroepenbeleid en dergelijke. De ondernemingsraad heeft instemming gegeven aan: vergoeding reis- en verblijfkosten: aanpassing, advies en instemming vakantie- en verlofregeling 2015: bespreking, advies en instemming de regeling werkoverleg onderwijspersoneel: advies en instemming het scholingsbudget 2015: advies en instemming promotieregeling LB naar LC: bespreking, advies en instemming En een positief advies gegeven over: electronische leeromgeving innovatie nieuw- en verbouw protocol internet, en sociale media risico inventarisatie & evaluatie meerjarig financieel beleid OER-en Jaarverslag 2014 Pagina 9

11 In 2014 zijn op de locatie Rotterdam 4 klachten en op de locatie Amsterdam 5 klachten ingediend. Allen zijn naar tevredenheid van de indieners afgehandeld. Daarnaast is 1 klacht ingediend bij de ombudslijn. Ook deze klacht is naar tevredenheid afgehandeld. In 2014 zijn verdeeld over de beide locaties in totaal 19 incidenten geregistreerd. Het merendeel (11) zijn ongevallen waarbij de leerling zich heeft gesneden aan gereedschap. De interne geschillencommissie is in 2014 niet in actie gekomen. Met de leerlingengroei is ook het aantal medewerkers van het HMC in 2014 verder gegroeid van 247 naar 268. Opnieuw is in 2014 geïnvesteerd in extra formatie voor o.a. onderwijsprojecten, scholing, leerlingbegeleiding en internationale stages. Dit naast de uitbreiding van de formatie vanwege de intensivering van de onderwijstijd. In beleidsmatig opzicht is in 2014 het thema werkdrukbeleving uitgebreid aan bod geweest, zijn de toepassingsmogelijkheden van een vitaliteitsregeling verkend en is o.a. de regeling promotie van LB naar LC herijkt, waarmee een extra impuls wordt gegeven aan het realiseren van de streefwaarden van de functiemix. Na een lange voorbereidingstijd is de nieuwbouw voor de locatie Rotterdam in 2014 daadwerkelijk van start gegaan. In september is de eerste paal de grond in geboord. De uitvoering verloopt volgens planning, zodat naar verwachting de oplevering van het nieuwe schoolgebouw in de zomer van 2015 zal plaatsvinden. Daarna wordt begonnen met de renovatie van de praktijklokalen. Met name als gevolg van voortgaande leerlingengroei en de beperkte flexibiliteit die de huidige indeling van het schoolgebouw in Amsterdam heeft, heeft het HMC vanaf september 2013 tegenover het schoolgebouw extra onderwijsruimte gehuurd. Door de gestage verdere toename van het aantal leerlingen in 2014 en naar verwachting ook in 2015 zal het aantal gehuurde m2 in 2015 worden uitgebreid. De focus van de ICT-dienstverlening was in in 2014 vooral gericht op de nieuwbouw Rotterdam en de inrichting van extra computerlokalen als gevolg van de groei van het aantal leerlingen. Daarnaast is in 2014 een extern onderzoek gedaan naar de toekomstgerichtheid van ICT. Op basis van de aanbevelingen is besloten in ieder geval in 2014 al te investeren in extra mankracht voor de helpdesk en het leerlingvolgsysteem Magister. Op het terrein van de marketing & communicatie heeft het HMC verder ingezet op vergroting van haar naamsbekendheid. In 2014 is met name extra aandacht besteed aan aanwezigheid op onderwijsbeurzen in het oosten van het land. Daarnaast is het HMC verschillende keren in allerlei lifestyle en woonprogramma s op tv geweest. Aan de Houtontdektour hebben in 2014 weer een groot aantal VMBO-scholen uit Noord- en Zuid-Holland meegedaan. Na een aantal mindere jaren groeit HMC cursus en training BV weer behoorlijk. De bijdrage aan de omzet van zowel de opleidingsactiviteiten voor het Hibin als van de Vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen en vanaf 2014 Meubelrestauratie is fors toegenomen. Het aantal deelnemers aan de vakopleidingen is in 2014 met 145 gegroeid naar in totaal 234 cursisten. Het HMC is partner in een Europees project om te komen tot het vaststellen van een Europees competentieprofiel voor de functies van meubelmaken en meubelstofferen. Dit project - Bolster up is in 2014 succesvol afgerond. Onderzocht wordt of we samen met onze Europese partners hier een vervolg aan kunnen geven. Ook in 2014 hebben weer een groot aantal leerlingen een stage in het buitenland kunnen volgen. Enkele docenten hebben op Malta een training internationalisering gevolgd met als Jaarverslag 2014 Pagina 10

12 doel om de mogelijkheden van internationale stages zowel voor leerlingen als docenten te verbeteren. Als sponsor van de Vliegende Meubelmakers, die over de hele wereld met behulp van vrijwilligers en HMC leerlingen meubelprojecten tot stand brengen, heeft het HMC dit uitstekende initiatief ook in 2014 weer op verschillende terreinen ondersteund. Op basis van onze resultaten over 2014, het geschetste meerjarenbeeld in de continuïteitsparagraaf en de begroting 2015 en gezien de inzet waarmee alle betrokkenen hun bijdrage aan het HMC hebben geleverd, zie ik de uitdagingen van de komende jaren met veel vertrouwen tegemoet. Juni 2015 Frans Veringa Voorzitter College van Bestuur Jaarverslag 2014 Pagina 11

13 Profiel van het HMC Het HMC is een zelfstandige mbo vakschool waar leerlingen worden opgeleid voor een beroep in de sectoren hout, meubel of interieur. Het HMC heeft onderwijslocaties in Amsterdam en Rotterdam. Het HMC is een relatief kleine school en dit geeft de school een persoonlijk karakter en een veilige sfeer. De docenten van het HMC hebben zelf vaak jarenlang in de praktijk gewerkt of doen dat nog steeds. In de loop der jaren zijn er intensieve contacten opgebouwd met het bedrijfsleven, zodat het onderwijs goed aansluit op de werkpraktijk en er voor onze leerlingen een ruime keuze aan stageplaatsen is. Het HMC biedt regulier voltijd- en deeltijdonderwijs aan (BOL en BBL), op grond van de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). HMC cursus en training BV biedt voor werknemers in de branches en voor particulieren een breed scala van cursorische onderwijstrajecten aan, waaronder de in 2013 gestarte 2-jarige Vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen. Raad van Toezicht College van Bestuur stafdiensten Amsterdam Rotterdam HMC cursus en training team interieur team meubel team kleine opleidingen team interieur team meubel team kleine opleidingen Figuur 1 : Organigram HMC MBO vakschool Organisatiestructuur HMC Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van de stichting Hout- en Meubileringscollege en bestuurt als zodanig de onderwijsinstelling en is eindverantwoordelijk voor beleid en uitvoering. Het College van Bestuur bestaat uit één persoon die tevens de voorzitter van het College van Bestuur is. De centrale stafdiensten worden aangestuurd door de directeur stafdiensten. De beide onderwijslocaties in Rotterdam en Amsterdam worden geleid door een locatiedirecteur. Tezamen met de teamleiders van de opleidingen vormen deze het locatiemanagement. Overlegstructuur HMC Overleg Raad van Toezicht College van Bestuur Een twee maandelijks overleg van Raad van Toezicht en het College van Bestuur onder voorzitterschap van de voorzitter van de Raad van Toezicht. Directieoverleg Een wekelijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren en directeur stafdiensten (onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur), waar ook regelmatig Jaarverslag 2014 Pagina 12

14 directeur HMC cursus en training aanschuift. In dit overleg komen zowel bestuurlijke zaken als directievoering en operationeel management aan de orde. Specifieke besluiten die vanwege statuten en/of reglementen door het College van Bestuur dienen te worden genomen, worden in dit overleg geagendeerd. Locatieoverleg Een wekelijks overleg van de locatiedirecteur en de teamleiders onder voorzitterschap van de locatiedirecteur. Teamoverleg Een periodiek overleg van de teamleider met zijn teamleden onder voorzitterschap van de teamleider. Stafoverleg Een wekelijks overleg van hoofden van centrale stafdiensten met de directeur stafdiensten onder voorzitterschap van de directeur stafdiensten. Managementteam-overleg Een zeswekelijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren, directeur stafdiensten en teamleiders onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur Managementteamplus-overleg Een halfjaarlijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren, directeur stafdiensten, teamleiders en hoofden van stafdiensten onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur Overleg ondernemingsraad - College van Bestuur Een zeswekelijks overleg van de ondernemingsraad en het College van Bestuur onder voorzitterschap van de voorzitter van de ondernemingsraad. Overleg Leerlingenraad College van Bestuur Een halfjaarlijks overleg van de leerlingenraad en het College van Bestuur. Jaarverslag 2014 Pagina 13

15 Samenstelling Raad van Toezicht, College van Bestuur, Directie en Ondernemingsraad Raad van Toezicht De heer R.A.J. Lahoye De heer H.W. Bax De heer M. Dalhuizen Mevrouw M. Fledderman De heer K. Hoogendijk (*) De heer H. den Hollander(*) De heer J. Koster De heer mr. D.A. Roodenrijs De heer O.S. Smeets De heer H.A. van der Spek De heer J.D. van de Zee Onafhankelijk voorzitter INretail FNV Bouw Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie Centrale Bond van Meubelfabrikanten Centrale Bond van Meubelfabrikanten INretail Centrale Bond van Meubelfabrikanten Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen CNV Vakmensen INretail (*) Vanaf december 2014 is de heer K. Hoogendijk de heer H. den Hollander opgevolgd als vertegenwoordiger namens de CBM. College van Bestuur De heer F.H.J. Veringa Voorzitter College van Bestuur Directie Mevrouw H.J. van Baarsen De heer D. Terlouw De heer drs. A.C. van Veen locatiedirecteur Amsterdam locatiedirecteur Rotterdam Directeur Stafdiensten Ondernemingsraad De heer M. Cornelisse De heer N. van der Woerd De heer J. Geerse De heer J. Keesom De heer V. Koedam Mevrouw H. Milder Mevrouw G. van der Woude Voorzitter Secretaris Jaarverslag 2014 Pagina 14

16 Kerncijfers Financieel (bedragen x 1.000) Totale baten Totale lasten Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal vermogen (E.V. + V.V.) Werkkapitaal Investeringen materiële vaste activa Liquiditeit (current ratio) 2,6 3,2 3,4 2,8 1,7 Solvabiliteit (EV/TV) 73% 75% 76% 75% 65% Rentabiliteit (resultaat/totale baten) 9,0% 3,5% 3,5% 6,7% 4,4% Weerstandsvermogen (alg.res./totale baten) 45% 44% 46% 46% 46% Rijksbijdrage / totale baten 91% 92% 92% 90% 89% Personele lasten / Rijksbijdrage 71% 72% 73% 71% 71% Personele lasten / totale lasten 70% 68% 69% 69% 67% Rijksbijdrage / aantal leerlingen (gew.) Aantal bekostigde leerlingen per 1 oktober BOL BBL Deeltijd BOL Totaal ongewogen Totaal gewogen Vakopleiding (contractonderwijs) Rendementen onderwijs Aantal diploma s (kalenderjaar) Diplomaresultaat (schooljaar) 75,2% 69,8% 70,4% 69,6% 69,9% Jaarresultaat (schooljaar) 76,0% 71,2% 71,9% 70,4% 70,9% VSV percentage (schooljaar) 2,9% 3,5% 3,9% 3,8% 5,1% Personeel in dienst per 31 december Onderwijzend personeel 170,3 154,8 150,6 136,6 130,3 Niet onderwijzend personeel 54,5 49,6 50,3 51,3 48,5 HMC cursus en training 2,0 2,0 1,0 3,0 3,0 Totaal FTE 226,8 206,4 201,9 190,9 181,8 Totaal personen Verhouding OP : niet OP 76:24 76:24 75:25 73:27 73:27 Jaarverslag 2014 Pagina 15

17 Hoofdstuk 1 Missie en onderwijsvisie 1.1 Missie Het HMC is de enige gespecialiseerde mbo vakschool in Nederland op het gebied van hout-, meubel- en interieuropleidingen. Het HMC biedt voor deze branches beroepsonderwijs, cursussen en opleidingen aan. De hout- meubel- en interieurbranches herkennen en erkennen de status van het HMC en zijn daarom nauw bij het HMC betrokken. De bij het HMC beschikbare concentratie van kennis, vakmanschap en leermiddelen wordt ingezet ter versterking van de kennisinfrastructuur van de branches. Voor wat betreft de missie zijn de kernbegrippen van het HMC: vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Ondernemerschap vooral in de zin van ondernemend handelen. Dit is namelijk een belangrijk aspect in vrijwel al onze opleidingen en essentieel voor een verdere carrière. Ook willen we in onze missie aangeven met welke ambitie we ons werk doen. Bij het HMC leggen we de lat hoog, zowel voor leerlingen als voor medewerkers en organisatie. Het gevraagde niveau moet enerzijds een uitdaging zijn en anderzijds aansluiten bij de mogelijkheden. En als vakschool zijn we uiteraard sterk gericht op onze branches. De missie van het HMC mbo vakschool voor hout, meubel en interieur luidt dan als volgt: Het HMC is een mbo vakschool gericht op de ontwikkeling van vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap tot het hoogst mogelijke niveau, in een schoolcultuur die wordt gekenmerkt door persoonlijke aandacht, betrokkenheid en branchegerichtheid. 1.2 Onderwijsvisie Het onderwijs op het HMC Het HMC heeft het concept van het werkplaatsleren ontwikkeld. Dit concept houdt in dat de beroepspraktijk leidend is in alle opleidingen. De beroepspraktijk is duidelijk waarneembaar in de leeromgeving. Dit vraagt van de leerlingen een actieve houding en verschillende rollen, waarbij zij leren door te doen. Door het gebruik van meerdere onderscheidende didactische werkvormen leren de leerlingen de benodigde kennis, vaardigheden en beroepshouding. De opleidingen van het HMC zijn gericht op vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Dit komt tot uiting in de werkstukken en projecten. In de opleidingen wordt gewerkt aan individuele en groepsopdrachten. Het vakmanschap wordt gecombineerd met de nieuwste trends en ontwikkelingen. Zo worden leerlingen gedegen, innovatief en ondernemend opgeleid. De hoge kwaliteit van de werkstukken en projecten is hét visitekaartje van het HMC. De werkstukken en projecten geven weer wat de leerlingen op het HMC hebben geleerd. HMC specialisaties geven de leerlingen de ruimte om te excelleren in hun vakgebied. De veilige en prettige leeromgeving op het HMC dragen hier aan bij. Jaarverslag 2014 Pagina 16

18 Het werkplaatsleren Het werkplaatsleren kenmerkt zich door gevarieerde didactiek en een contextrijk curriculum. Bij werkplaatsleren is de beroepspraktijk het voorbeeld voor onze opleidingen. Er is zo min mogelijk verschil tussen school, beroepspraktijkvorming (stage) en het werken in de sector. Dit willen we bereiken door: 1. de manier van leren op school zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de manier van werken in de praktijk. 2. de schoolomgeving (inrichting, inventaris, cultuur) zoveel mogelijk in te richten op basis van de beroepspraktijk. 3. een soepele overgang te creëren tussen leren op school en werken in een bedrijf. Het werkplaatsleren in de school heeft evenveel gezichten als er opleidingen zijn: zo beschikt de school voor de hout- en meubelopleidingen over een up to date machinepark en diverse praktijklokalen waar meubels en andere (houten) objecten ontworpen en gemaakt worden. Daarnaast zijn er praktijkruimtes voor meubel- en woningstofferen en worden er diverse producten voor de timmerindustrie gemaakt. Het zijn dus meubelmakerijen, stoffeer- en timmerbedrijven in het klein. Het ontwerpen en de voorbereiding van de producten vindt plaats in goed geoutilleerde ruimtes en met up-to-date leermiddelen en programma s. De werkplaatsen voor de interieuropleidingen geven het beeld van woonwinkel tot ateliers en studio s. Hier vinden simulaties van verkoopgesprekken plaats, worden winkelpresentaties gemaakt en inrichtingen van woningen en andere ruimtes ontworpen. Voor de opleiding Creatief vakman wordt met de materialen hout, leer en textiel gewerkt en wordt veel aandacht besteed aan nieuwe technieken, zoals digitale tekenprogramma s, laser snijden en CNC-technieken. De beroepspraktijk van het ontwerpen, maken en op de markt zetten van unieke producten is de rode draad door de opleiding en de leerlingen worden uitgedaagd de daarvoor benodigde creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap te ontwikkelen. In de pianowerkplaats bevinden zich piano s en vleugels van verschillende klanten, die gestemd, gereviseerd of gerepareerd moeten worden. Leerlijnen Het onderwijs wordt gegeven in drie leerlijnen: 1. de integrale leerlijn 2. de kennis en vaardigheden leerlijn en 3. de leerlijn studieloopbaanbegeleiding Passend onderwijs Uitgangspunt bij de start van de opleiding is dat we een reëel perspectief zien op het behalen van een diploma. Wij gaan daarbij uit van de mogelijkheden van de leerlingen en niet van de beperkingen. Het HMC biedt leerlingen een zo passend mogelijke begeleiding, binnen de mogelijkheden die de school heeft. Jaarverslag 2014 Pagina 17

19 Examens De kwalificatiedossiers vormen de meetlat voor de inhoud van de examens. Het bedrijfsleven wordt actief betrokken bij het ontwikkelen en vormgeven van examens en de beoordelingen. Het examen bestaat uit een mix van verschillende exameninstrumenten. De beoordeling is objectief en transparant en wordt uitgevoerd door geschoolde beoordelaars. Het oordeel van de praktijkopleider wordt betrokken bij de beoordeling van de examens. Beroepspraktijkvorming (BPV) Het leren op het HMC sluit zoveel mogelijk aan op (het leren in) de beroepspraktijk. Daardoor zijn de leerlingen goed voorbereid op de beroepspraktijkvorming. Het HMC streeft naar een goede match tussen leerlingen en leerbedrijf. De leerlingen krijgen flexibele BPVopdrachten mee, die passen bij de verschillende praktijksituaties in leerbedrijven. Een succesvolle BPV betekent structurele samenwerking en afstemming tussen leerlingen, lesprogramma en BPV-bedrijf. Het leren in de beroepspraktijk is een waardevol onderdeel. De leerlingen hebben in de leerbedrijven een andere rol en verantwoordelijkheid. Factoren als bedrijfscultuur, het samenwerken met collega s en dilemma s als tijd en geld versus kwaliteit zorgen voor een realistisch beroepsbeeld en loopbaanperspectief. In de beroepspraktijkvorming worden de leerlingen begeleid door deskundige BPV-begeleiders en praktijkopleiders. Internationale BPV Het HMC biedt leerlingen de mogelijkheid een internationale BPV te volgen. Deze BPV draagt bij aan de persoonlijke en culturele ontwikkeling en eventueel ook aan het verbreden of verdiepen van het vakmanschap van leerlingen. Het HMC ontwikkelt een breed netwerk en een begeleidingsstructuur om leerlingen optimale kansen te bieden. De leerlingen voeren opdrachten uit die passen bij hun opleiding, ontwikkeling en het karakter van de internationale BPV. Tot slot De onderwijsvisie geeft richting aan de organisatie van ons onderwijs en aan het didactisch handelen op individueel niveau en op teamniveau. Teamleden zijn ook gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Teamleden vullen elkaar aan en ieder teamlid krijgt de mogelijkheid zoveel mogelijk datgene te doen waarin hij goed is. Docenten beschikken over een ruim repertoire aan didactische werkvormen en bespreken de inzet hiervan binnen teamverband. Jaarverslag 2014 Pagina 18

20 1.3 Strategisch Beleidsplan schooljaar tot en met Inleiding Het HMC (Hout- en Meubileringscollege) is sinds 1929 een kleinschalige, zelfstandige MBOvakschool die zich richt op vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Wij leiden zowel jongeren als ouderen op voor de hout- en meubelbranche en voor de woon- en interieurbranche. Tevens verzorgen wij een aantal opleidingen voor kleine specialistische beroepen, zoals creatief vakman, pianotechnicus en collectiebeheerder. De bedrijven waar we voor opleiden hebben ooit aan de wieg gestaan van het HMC. Nog steeds zijn bedrijven en brancheorganisaties nauw betrokken bij het toezicht op en de advisering van onze school. Profiel van het HMC Het HMC is een zelfstandige mbo vakschool waar leerlingen worden opgeleid voor een beroep in de sectoren hout, meubel of interieur. Het HMC heeft onderwijslocaties in Amsterdam en Rotterdam. Het HMC is een relatief kleine school en dit geeft de school een persoonlijk karakter en een veilige sfeer. De docenten van het HMC hebben zelf vaak jarenlang in de praktijk gewerkt of doen dat nog steeds. In de loop der jaren zijn er intensieve contacten opgebouwd met het bedrijfsleven zodat het onderwijs goed aansluit op de werkpraktijk en er voor onze leerlingen een ruime keuze aan stageplaatsen is. Het HMC biedt regulier voltijd- en deeltijdonderwijs aan (BOL en BBL), op grond van de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Daarnaast biedt HMC cursus en training voor werknemers in de branches. Voor particulieren biedt het HMC een breed scala aan cursussen en vakopleidingen. De manier waarop we dit doen hebben we verwoord in onze missie: Het HMC is een mbo vakschool gericht op de ontwikkeling van vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap tot het hoogst mogelijke niveau, in een schoolcultuur die wordt gekenmerkt door persoonlijke aandacht, betrokkenheid en branchegerichtheid. Stakeholders Het HMC heeft een aantal belangrijke stakeholders. De ouders en leerlingen van het HMC, de branches en bedrijven waar wij de leerlingen voor opleiden en de overheid die ons financiert. Het uitvoeren van de missie betekent voor ons: Het bieden van een goede en prettige schooltijd voor leerlingen Zorgen voor een goede aansluiting tussen het leren op school en het leren in de praktijk Zorgen voor een zo goed mogelijk startpositie op de arbeidsmarkt voor leerlingen Zorgen voor een goede aansluiting op mogelijke vervolgstudies Het kunnen beantwoorden van alle vragen vanuit de branches betreffende opleidingen en kennisontwikkeling Het voldoen aan de eisen die door de overheid aan de verzorging van het onderwijs worden gesteld en dit op een adequate manier verantwoorden Voor onze eigen medewerkers betekent het uitvoeren van de missie dat ze zich tot het hoogst mogelijke niveau ontwikkelen en de gewenste schoolcultuur realiseren. Inmiddels zijn de onderwijsvisie en het scholingsbeleid voor HMC medewerkers vastgesteld. Deze beleidsdocumenten maken onderdeel uit van het lange termijn beleid van het HMC. Jaarverslag 2014 Pagina 19

21 Beleid voor de komende vier jaar Voor de komende vier schooljaren hebben we geformuleerd hoe we verder aan de slag gaan met onze HMC missie, welke doelstellingen we prioriteit geven en welke resultaten we willen behalen. Deze doelstellingen (organisatievisie) worden gebruikt als leidraad voor de jaarplannen. Voor de jaarplannen worden succesbepalende factoren geformuleerd, die bijdragen aan het op langere termijn realiseren van onze missie en doelstellingen. Voor het opstellen van de jaarplannen hanteren we de A3 systematiek die het mogelijk maakt om op één overzicht de relatie tussen missie, lange termijn doelstellingen en de succesbepalende factoren per jaarplan te laten zien. Met de A3 systematiek beperken we ons tot die zaken die speciale aandacht nodig hebben. De lopende zaken die tot de normale werkzaamheden en resultaten behoren, worden hierin niet genoemd. Deze worden gemonitored in de doelenbarometer en het HMC-dashboard. Pas als er specifieke aandacht nodig is, bijvoorbeeld omdat de resultaten achterblijven bij de afspraken, komen onderwerpen terug in de A3 plannen. Door deze systematiek wordt voorkomen dat alle lopende zaken steeds opnieuw worden benoemd, wat de transparantie en werkbaarheid van de (meer) jaarplannen niet bevorderd. Organisatievisie (doelstellingen schooljaar tot schooljaar ) Wij hebben onze onderwijsvisie, die uitgewerkt is in het concept van het werkplaatsleren, in al onze opleidingen gerealiseerd. HMC is als kennis en expertisecentrum de logische gesprekspartner voor opleidingsvraagstukken en daaraan gekoppelde innovaties in de branche. De professionaliteit en de verantwoordelijkheid worden ingevuld op de afgesproken wijze. Onze docenten zijn van huis uit vakman/-vrouw en groeien binnen het HMC door naar HBO niveau. Alle stakeholders beoordelen het HMC met het resultaat goed. Wij realiseren een maximale effectiviteit en efficiency in onze organisatie. De bedrijfsprocessen ondersteunen het onderwijsproces optimaal. Deze doelstellingen worden jaarlijks verder uitgewerkt in succesbepalende factoren voor de komende schooljaren. Deze succesbepalende factoren moeten bijdragen aan het realiseren van de meerjaren doelstellingen en daarmee aan het invullen van onze missie. Succesbepalende factoren worden zowel op HMC niveau als op team- en stafniveau geformuleerd. Succes bepalende factoren die op HMC niveau zijn geformuleerd waarvan de uitwerking geheel of gedeeltelijk op team- of stafniveau plaatsvindt, komen in de team- of stafplannen terug. Aan de hand van de succesbepalende factoren worden zowel op HMC niveau als op team- en stafniveau, specifieke acties geformuleerd. Vervolgens wordt het beoogd resultaat van deze acties SMART geformuleerd, zodat aan het einde van de planperiode, concreet kan worden geëvalueerd of de gestelde doelen zijn bereikt. Jaarverslag 2014 Pagina 20

22 1.4 Belangrijkste doelen 2014 Met ingang van het schooljaar 2013/2014 hanteert het HMC voor wat betreft de beleidsontwikkeling en beleidsvorming de A3 jaarplan methodiek. Voor het schooljaar 2014/2015 zijn de volgende speerpunten in het HMC A3 jaarplan opgenomen: 1. Beleid ontwikkeld voor digitale inzet bij de ondersteuning van- en in het primaire proces 2. Excellentieprogramma ontwikkelen 3. Interne samenwerking tussen teams op de locatie en locatieoverstijgend verbeteren 4. Ontwikkelen plan voor de inzet nieuwste technologieën in het onderwijs 5. Plan van aanpak voor de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers inclusief keuzedelen 6. Verantwoord gebruik van gereedschappen, inventaris en lokalen 7. Versterking van het merk HMC mbo vakschool voor hout, meubel en interieur 8. Meer samenwerking met stakeholders en opleidingspartners Uitvoering 1. De uitgangspunten voor ICT / leermiddelen in het onderwijs zijn door de directie opgesteld. Daarnaast is in 2014 een externe onderzoek uitgevoerd naar toekomstgerichtheid van ICT. De bevindingen en conclusies moeten worden verwerkt in een beleidsdocument ICT. Dit wordt in de eerste helft van 2015 opgeleverd. 2. Er is een Excellentieprogramma ontwikkeld dat vanaf het schooljaar2015/2016 van start gaat op beide HMC locaties. Daarnaast wordt het Excellentieprogramma meegenomen in het Kwaliteitsplan 2015, dat voor 30 april 2015 bij de minister van OCW wordt ingediend. 3. Er zijn verschillende activiteiten ondernomen, zoals het optimaal efficiënt en effectief werken. Met name de spin-off van de in 2014 georganiseerde HMC dag levert veel aanknopingspunten op voor samenwerking tussen de teams en/of de locaties op. 4. In 2014 is een projectgroep nieuwe technieken gevormd, die een aantal voorstellen heeft opgesteld. Naar aanleiding daarvan zijn in 2014 o.a. een aantal 3D printers en een 3D scanner aangeschaft. De resterende beschikbare middelen zijn doorgeschoven naar 2015 in afwachting van verdere voorstellen van de projectgroep. 5. Plan opstellen voor de implementatie van de nieuwe kwalificatiestructuur, n.a.v. analyse, kennis en betekenis nieuwe dossiers en keuze delen. 6. Op beide locaties is het verantwoord gebruik van materialen en de verantwoordelijkheid van docenten voor de inventaris in de lokalen herhaaldelijk besproken in de teams. 7. Door de afdeling Marketing & Communicatie is extra inspanning gezet op aanwezigheid op scholen en onderwijsbeurzen in het oosten van het land. Daarnaast wordt ook steeds vaker het medium tv ingezet om de naamsbekendheid van het HMC uit te dragen. In de regio Rotterdam is een samenwerking aangegaan met Woonmall Alexandrium, waar een aantal leerlingen hun werkstuk mogen exposeren. 8. Zowel in Amsterdam als Rotterdam zijn in het kader van de macrodoelmatigheid verschillende samenwerkingsvormen verkend met collega (vak)scholen en het expertisecentrum meubel / scholingshuis. Dit heeft in 2014 in het geval van ROC Mondriaan ook geleid tot een samenwerkingsovereenkomst. Jaarverslag 2014 Pagina 21

23 Hoofdstuk 2 Governance bedrijfsvoeringsmodel Het HMC hanteert een governance- en bedrijfsvoeringsmodel dat is gebaseerd op de volgende uitgangspunten. Toezicht door Raad van Toezicht De Raad van Toezicht wordt door het College van Bestuur geïnformeerd over de gang van zaken op het HMC door middel van de bijlagen bij de agenda van de vergaderingen, door mondelinge toelichting tijdens de vergaderingen en door een tweemaandelijks bestuursverslag, waarin een overzicht wordt gegeven van de actuele ontwikkelingen. Over actuele ontwikkelingen worden de leden tussentijds via gecommuniceerd. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht jaarlijks een overleg met de directie en de ondernemingsraad en de leerlingenraad om zich direct te laten informeren over de ontwikkelingen binnen de school. Voor personele aangelegenheden, financiële zaken en nieuwbouw zijn binnen de Raad van Toezicht deskundigen aangewezen. De personele deskundigen, bestaande uit 2 leden en de voorzitter, zijn in 2014 eenmaal bijeengeweest. De nieuwbouw deskundigen, 3 leden, hebben zitting in de stuurgroep vergaderingen van de nieuwbouw. De financieel deskundigen, 2 leden, zijn aanwezig bij het overleg van de accountant met het College van Bestuur over het geïntegreerde jaardocument en het accountantsrapport. Daarnaast worden de begroting, de halfjaarrapportage en belangrijke financiële ontwikkelingen voorafgaand aan de agendering in de Raad van Toezicht besproken met de financieel deskundigen. Externe contacten en vertegenwoordiging Naast de betrokkenheid van de branches in de Raad van Toezicht is het op HMC niveau belangrijk om de bedrijven te betrekken bij het onderwijskundig beleid. Het HMC geeft hieraan uitvoering door het inrichten van bedrijfsadviescommissies voor meubel en interieur. De bijdrage van het HMC in de verschillende landelijke onderwijs-gremia is geleidelijk aan versterkt. In bedrijfstakgroepen, paritaire commissies en werkgroepen wordt de mening van het HMC en het belang van het HMC nadrukkelijker ingebracht. De contacten met de directies van de kenniscentra zijn aangehaald ten behoeve van beïnvloeding van de ontwikkeling van de kwalificatiedossiers en de criteria voor BPV erkenningen. Het HMC heeft een vertegenwoordiging in bijna alle door de MBO Raad georganiseerde overleggen. Het College van Bestuur heeft zitting in het bestuur van Stichting Hout en Meubel (SH&M) en is voorzitter van de commissie kwalificeren en examineren van de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en van de bedrijfstakgroep hout & meubel van de MBO Raad. In zowel de regio Amsterdam als Rotterdam onderhoudt het College van Bestuur samen met de locatiedirecteur het contact met de lokale overheid en mbo- instellingen over het regionale aanbod van de opleidingen en de mogelijkheden van samenwerken. A3-plancyclus Met ingang van het schooljaar 2013/2014 worden de jaarplannen volgens de A3 systematiek opgesteld. Met A3 plannen wordt uitvoering gegeven aan de PDCA-cyclus (plan-do-checkact). Met de missie en onderwijsvisie als basis, gaat het management van het HMC de beleidsdoelstellingen verder uitwerken in succesbepalende factoren, prestatie-indicatoren en acties. Een A3(jaar)plan wordt op HMC niveau, op locatieniveau en op teamniveau gemaakt en is gericht op een schooljaar. De plannen op locatie- en teamniveau zijn afgeleid van het HMC- Jaarverslag 2014 Pagina 22

24 plan, waardoor de samenhang in de plannen is gewaarborgd. Aan de hand van het A3 teamplan ziet elk team(lid) welke bijdrage het team levert aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de organisatie. Input voor de A3 plannen komt o.a. uit in- en extern onderzoek, waaronder enquêtes, interne audits, inspectie audits, managementinformatie, administratieve- en bedrijfsprocessen en vanuit de teams zelf. Met ingang van het schooljaar 2014/2015 wordt de ontwikkeling van belangrijke (prestatie)indicatoren ten opzicht van door het HMC geformuleerde normen bijgehouden met behulp van een dashboard. De doelenbarometer, waarin per doelstelling is weergegeven wat de status is van de realisatie aan de hand van een kritische prestatie-indicator en welke relatie deze heeft met het toezicht kader van de onderwijsinspectie, blijft daarbij een rol spelen. Daarnaast zullen jaarlijks twee tot drie A3 management gesprekken worden gehouden. Dit is een gesprek tussen twee managementlagen waarin wordt besproken of de organisatie op koers ligt met het behalen van haar resultaten, met het A3-plan als uitgangspunt. Jaarlijks worden de A3 plannen in de periode april-juni geëvalueerd en geactualiseerd voor het volgende schooljaar. Planning & control De begrotingscyclus omvat in november het opstellen van de begroting, gevolgd door een voortgangsrapportage inclusief prognose van de jaaruitkomst in september en het geïntegreerde jaarverslag in mei. De meerjarige ontwikkeling van het aantal leerlingen maakt altijd onderdeel uit van de begroting. Het aantal leerlingen dient immers als basis voor de formatieplanning (zie hierna). Na de open dagen in januari wordt de ontwikkeling van het aantal aanmeldingen voor het komende schooljaar wekelijks bijgehouden met een vergelijkend cijfer van het voorgaande jaar. Daarnaast wordt in april/mei de formatieplanning voor het komende schooljaar opgestart. Bij de formatieplanning speelt de analyse en prognose (extrapolatie) van het (verwachte) aantal leerlingen per leerweg, opleiding en leerjaar een leidende rol. De uitkomsten van deze prognoses vormen vervolgens de input voor het formatiebudgetmodel. Met het formatiebudgetmodel wordt de inzet van het onderwijskundig personeel in een schooljaar expliciet gekoppeld aan het aantal leerlingen. Bij de bepaling van het budget wordt in ieder geval rekening gehouden met de verrekening van de T-2 bekostiging, met de verplichtingen voor niet direct inzetbaar personeel vanwege o.a. BAPO, studieverlof, ouderschapsverlof, langdurige ziekte, centrale inzet en met overige noodzakelijke reserveringen en voorzieningen. Het formatiebudget wordt op basis van het aantal leerlingen per team verdeeld over de onderwijsteams van de locaties. De toepassing van het formatiebudgetmodel is noodzakelijk omdat rond de 70% van onze rijksbijdragen direct besteed wordt aan de loonkosten. Van de loonkosten wordt vervolgens 70% besteed aan het onderwijzend personeel. Alle andere zaken (loonkosten ondersteunend personeel huisvesting, ICT, PR, les- en leermiddelen enz.) moeten dus van de overige 51% worden betaald. De inzet van het ondersteunend personeel varieert overigens niet direct met het verloop van het aantal leerlingen, maar meer schoksgewijs. De omvang van de formatie van het ondersteunend personeel is gekoppeld aan de bandbreedte van leerlingen. Pas wanneer het aantal leerlingen door de boven- of ondergrens gaat, is er aanleiding om deze formatie bij te stellen. Streefwaarde totaal aantal leerlingen Met betrekking tot het aantal leerlingen dat wij op beide locaties willen bedienen hanteerde het HMC een streefwaarde van leerlingen. Inmiddels is deze doelstelling gehaald. Jaarverslag 2014 Pagina 23

25 Uitgaande van een gelijke instroom van nieuwe leerlingen als in 2014 verwachten wij de komende jaren een autonome groei naar rond leerlingen. De huisvesting is naar onze mening de belangrijkste beperkende factor om deze groei duurzaam te kunnen faciliteren. Dat betekent dat er naar onze mening sprake blijft van een verantwoorde verhouding tussen het aantal leerlingen en de dienstverlening in termen van docenten, middelen en ondersteuning die het HMC aan dit aantal leerlingen duurzaam kan verlenen. Naar verwachting zijn wij in staat om door middel van huur in Amsterdam en inzet van extra m2 in Rotterdam dit op te lossen. Hoofdstuk 3 Risico- en continuïteitsparagraaf 3.1 Risicoparagraaf Concurrentiepositie 4 jarige opleidingen Met de huidige 4-jarige programmering van onze opleidingen Meubelmaken, Creatief vakman en Interieuradviseur kan het HMC zich goed staande houden in de slag met andere instellingen die vergelijkbare opleidingen aanbieden. De langere programmering heeft geen negatief effect op het aantal aanmeldingen. Het is echter mogelijk dat leerlingen in de toekomst toch meer gaan kiezen voor een 3 jarige in plaats van een 4-jarige opleiding. Vooralsnog lijkt de toegezegde bekostiging op grond van o.a. het cascademodel toereikend te zijn om deze opleidingen ook in 4 jaar te kunnen verzorgen. In dat geval valt niet uit te sluiten dat het HMC genoodzaakt zal zijn de opleiding interieuradviseur ook in 3 jaar aan te bieden, met als directe consequentie dat we circa 8 % minder leerlingen op school hebben. Daarnaast bestaat het risico dat wij onze meerwaarde als vakschool mogelijk niet goed meer kunnen invullen. Hiermee valt een van de belangrijke plussen van onze school in vergelijking met de concurrenten weg, met als mogelijk gevolg dat ook het aantal nieuwe leerlingen gaat afnemen. Aanwending incidentele middelen en flexwet Behalve lumpsum-subsidie ontvangt het HMC ook verscheidene aanvullende (project)subsidies, die op jaarbasis door het ministerie ter beschikking worden gesteld, ter dekking van veelal geoormerkte uitgaven. Het betreft dan activiteiten met betrekking tot taal en rekenen, schoolmaatschappelijk werk, leerlinggebonden financiering, voortijdig schoolverlaten en dergelijke. Om dit soort activiteiten goed te organiseren en uit te voeren is extra inzet van personele middelen veelal noodzakelijk. Deze medewerkers zijn mede vanwege wettelijke regelgeving echter niet onbeperkt inzetbaar op basis van tijdelijke contracten. In het kader van aaneengesloten arbeidsovereenkomsten is namelijk sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd indien deze keten meer dan 3 arbeidsovereenkomsten betreft en/of de termijn van 36 maanden wordt overschreden en minimaal sprake is van 2 aaneengesloten arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd. De keuze is dan ofwel het dienstverband met de betreffende medewerker te beëindigen en een nieuwe medewerker op basis van een tijdelijke aanstelling inzetten ofwel de betreffende medewerker in vaste dienst nemen, zonder dat er zekerheid bestaat over de structurele beschikbaarheid van deze financiële middelen. Het nadeel van de eerste oplossing is dat veel kennis verloren gaat en opnieuw moet worden opgebouwd (en mogelijk WW-kosten). Het nadeel van de tweede oplossing is dat als de incidentele geldstroom wordt stopgezet, de (personeels)kosten niet gelijktijdig kunnen worden afgebouwd. Per 1 juli 2015 worden de regels strenger, de keten wordt dan beperkt tot meer dan 2 Jaarverslag 2014 Pagina 24

26 arbeidsovereenkomsten en de termijn wordt verkort naar 24 maanden. Flexibele schil De flexibele schil betreft het aantal medewerkers niet in vaste dienst bij het HMC. Het HMC streeft naar een flexibele schil van ca 10% om enige armslag te hebben om eventuele tegenvallers, die van invloed zijn op de formatie, zonder gedwongen ontslagen op te kunnen vangen. Per 31 december 2014 bedraagt de flexibele schil 21%. Naar verwachting zal de flexibele schil per 1 augustus 2015 stabiel blijven rond de 20%. Enerzijds daalt het percentage door omzetting van tijdelijke naar vaste dienstverbanden, anderzijds stijgt het door de verwachte instroom van nieuwe medewerkers met een tijdelijke aanstelling. Bij de stabilisering van het aantal leerlingen op langere termijn zal ook de omvang van het personeelsbestand stabiliseren. Dit betekent dat na verloop van tijd er nagenoeg geen medewerkers meer zullen zijn met een tijdelijk dienstverband. Anders gezegd de flexibele schil neemt dan sterk af tot onder 10%. De instroom van nieuwe medewerkers is dan voornamelijk afhankelijk van het natuurlijk verloop. Wij zullen dan meer gebruik moeten gaan maken van externe inhuur van medewerkers teneinde de flexibele schil op peil te houden. Naast inzet van uitzendkrachten en dergelijke onderzoeken wij ook de mogelijkheden die payrol hiervoor kan bieden. Eigen risico werkloosheidsuitkeringen Werkgevers in de sector Overheid en Onderwijs zijn verplicht eigen risicodrager voor wat betreft de werkloosheidswet. Dit betekent dat als een werknemer van het HMC werkloos wordt, het HMC de kosten betaalt van de door het UWV verstrekte WW-uitkering (max 38 maanden). Hier tegenover staat dat het HMC geen WW-premie betaalt. Tevens is de werkgever verantwoordelijk voor re-integratie van werkloze ex-werknemers. Daarnaast kan de ex-werknemer op grond van de BWR-BVE een beroep doen op de bovenwettelijke WW. Afhankelijk van leeftijd en diensterverband in de BVE-sector kan de exwerknemer aanspraak maken op een aanvulling op WW-uitkering en/of een verlenging van de duur van de WW-uitkering. Overigens ontvangen de instellingen voor de dekking van dit soort kosten een aanvullende rijksbijdrage. Op basis van de huidige beroep op de WW- respectievelijk BWW-regelingen is deze aanvullende bijdrage vooralsnog kostendekkend. Demografische ontwikkeling en instroom in het MBO De demografische ontwikkeling van het aantal leerlingen neemt op middellange termijn af. De laatste referentieraming van het ministerie van OCW geeft aan dat voor de komende jaren tot 2020 het aantal mbo-leerlingen op ongeveer hetzelfde peil zal blijven maar na 2020 volgt een daling als gevolg van de bevolkingsontwikkeling. Jaarverslag 2014 Pagina 25

27 Referentieraming aantal leerlingen in het mbo (x 1.000) 500,0 450,0 400,0 350,0 300,0 250,0 De verwachting is dat in de grootstedelijke gebieden, zoals Amsterdam en Rotterdam, de bevolkingsontwikkeling overigens eerder toe dan afneemt. Daarnaast zijn maatschappelijke en conjuncturele ontwikkelingen van invloed op de landelijke instroom in het MBO. Maatschappelijke ontwikkelingen zijn onder meer de verschuivende voorkeuren van leerlingen. Verwacht werd dat de omvang van het MBO zal afnemen door het voortdurend dalende aandeel van het VMBO binnen het voortgezet onderwijs ten gunste van vooral de HAVO. Wat dit per saldo gaat betekenen voor de instroom in het MBO is niet duidelijk. Bij een afname van de economische groei krimpt de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waarin de leerling 4 dagen werkt en 1 dag in de week naar school gaat, ten gunste van de beroepsopleidende leerweg (BOL), waarbij de leerling 5 dagen per week op school zit, en vice versa. Dit heeft vooral een effect op het gewogen aantal leerlingen, al valt zeker niet uit te sluiten dat bij een aantrekkende economie de vraag naar arbeid ten koste kan gaan van de instroom van nieuwe leerlingen in het onderwijs. Overigens zien wij op het HMC sinds 2014 weer een toename van het aantal BBL-ers met name door de nieuwe opleiding collectiebeheer. Daarnaast kan ook de concurrentie van 3-jarige niveau 4 opleidingen van invloed zijn op het aantal aanmeldingen op onze school. Effecten daling instroom aantal leerlingen Indien zich een daling van het aantal aanmeldingen voordoet dan wordt het effect hiervan voor de exploitatie gedempt door enerzijds de systematiek van de T-2 bekostiging en anderzijds doordat het meestal 4 jaar duurt voordat het effect van krimp ten volle doorwerkt in de exploitatie. De T-2 systematiek betekent dat het HMC het komend jaar subsidie ontvangt voor het aantal leerlingen dat 2 jaar geleden op school was ingeschreven en het volgende jaar nog voor het aantal leerlingen dat vorig jaar op school zat. Dankzij de T-2 systematiek kan zodoende een behoorlijk grote terugval in het leerlingenaantal worden opgevangen. In feite heeft de organisatie dan 2 jaar de tijd om de docenten-formatie overeenkomstig af te bouwen. In eerste instantie vindt dat plaats via de zogenaamde flexibele schil. Jaarverslag 2014 Pagina 26

28 In de begroting 2015 is de verwachte meerjarige ontwikkeling van het aantal leerlingen in de periode geactualiseerd. Het basis-scenario gaat uit van een stabilisering van het aantal leerlingen rond tussen de en leerlingen. In het krimpscenario is rekening gehouden met een daling van het aantal leerlingen met 10% in de komende jaren naar ruim leerlingen. Vervolgens zijn de financiële consequenties van deze daling voor de bedrijfsvoering van het HMC bepaald. De doorrekening van dit krimpscenario geeft aan dat het HMC zal moeten interen op het eigen vermogen, maar dat dit, mede op basis van de kengetallen voor solvabiliteit en liquiditeit, binnen de signaleringsgrenzen blijft. In onderstaande grafiek zijn de effecten van beide scenario s voor de exploitatie en het aantal leerlingen afgebeeld. Bij de financiële consequenties is rekening gehouden met het feit dat de inzet van het onderwijspersoneel weliswaar bij aanvang van het schooljaar meteen kan worden verlaagd als het aantal leerlingen afneemt, maar dat dit niet geldt voor de loonkosten van deze medewerkers. Er is rekening gehouden dat de betreffende boventallige medewerkers nog circa 1,5 jaar voor rekening van het HMC zullen komen. Op de balans is voor de dekking van de kosten van boventalligheid overigens de reserve personeel gevormd. Grafiek: ontwikkeling aantal leerlingen en exploitatieresultaat Nieuwbouw locatie Rotterdam Met name de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen speelt in de risicobeoordeling van de nieuwbouw een grote rol. Bij de opstelling van de begroting 2015 zijn de risico s opnieuw tegen het licht gehouden en geactualiseerd voor wat betreft het aantal leerlingen. Bij het opstellen van dit jaarverslag ligt de nieuwbouw nog keurig op schema. Het casco staat inmiddels en de verwachting is dat het de nieuwbouw volgens planning in de zomer van 2015 wordt opgeleverd. Ook in financiële zin ligt de nieuwbouw op koers, er zijn geen indicaties dat er een overschrijding van de bouwkosten gaat optreden. Behoudens een eventueel faillissement van de aannemer achten wij het financiële risico rondom de nieuwbouw beheersbaar. Jaarverslag 2014 Pagina 27

29 Treasury Het HMC heeft haar liquiditeiten, die niet direct nodig zijn voor de financiering van haar activiteiten, alleen ingezet op vastrentende spaarrekeningen (verspreid over twee banken) conform het Treasurystatuut van het HMC en de richtlijn Beleggen en belenen van het ministerie van Onderwijs. Bekostigingsvoorwaarden: praktijkovereenkomst en erkend leerbedrijf Met ingang van 2014 geldt als bekostigingsvoorwaarde dat van BBL-leerlingen een ondertekende praktijkovereenkomst (POK) aanwezig moet zijn en dat de leerling werkzaam is bij een erkend leerbedrijf. Als deze er niet is of als het bedrijf niet is erkend ontvangt de school voor deze leerling geen subsidie meer. Inmiddels beschikt het HMC over een degelijke procedure op de aanwezigheid van de pok. Voor wat betreft de erkenning van leerbedrijven is het HMC afhankelijk van de instanties die zorgdragen voor de erkenning. HMC cursus en training BV HMC cursus en training is voor een groot deel van haar omzet afhankelijk van in concurrentie aangeboden cursustrajecten aan met name onze branchebedrijven. Het financiële risico wordt verkleind door met de verschillende O&O-fondsen van de betrokken branches te overleggen over het bundelen van opleidingen, zodat ze vaker van start kunnen gaan. Jaarverslag 2014 Pagina 28

30 3.2 Continuïteitsparagraaf Kwalitatieve uitwerking Voor wat betreft de risico s verwijzen wij kortheidshalve naar de risicoparagraaf 3.1. Voor de komende jaren houdt het HMC rekening met beperkte autonome groei van het aantal leerlingen. Om deze groei goed te kunnen faciliteren zijn de belangrijkste randvoorwaarden voor groei in kaart gebracht. Dit betreft: Intern o Docenten o Financiën o Huisvesting Extern o Arbeidsmarktperspectief voor leerlingen o Macrodoelmatig opleidingsaanbod op MBO niveau De analyse op basis van deze criteria heeft duidelijk gemaakt dat met name het punt van de huisvesting de kritische factor is om eventueel te kunnen doorgroeien. Dit heeft voor de locatie Amsterdam ertoe geleid dat voor de komende jaren extra onderwijsruimte is gehuurd. Hiermee kunnen wij, uitgaande van de huidige prognose van het aantal leerlingen tot 2020, voorlopig goed mee vooruit. Voor de locatie Rotterdam worden de bestaande huisvestingsproblemen opgelost met de nieuwbouw, terwijl het nieuwe schoolcomplex ook nog mogelijkheden biedt om enige groei van het aantal leerlingen in de komende jaren op te vangen. Voor de in 2014 uitgevoerde onderzoeken onder onze stakeholders verwijzen wij u naar Hoofdstuk 6.4 Kwaliteitszorg. Kwantitatieve uitwerking Het verloop van de door de MBO sector ontwikkelde reeks (early warning) kengetallen is als volgt. De gegevens zijn in belangrijke mate ontleend aan de financiële benchmark 2013 en Jaarverslag 2014 Pagina 29

31 Kengetallen continuiteitsparagraaf Omzet private activiteiten / totale omzet 5,4% 4,4% 2 a. Gewogen aantal deelnemers per FTE onderwijzend personeel 18,3 18,3 b. Gewogen aantal deelnemers per FTE ondersteunend personeel 55,8 53,0 3 Gewogen aantal deelnemers per FTE beroepsonderwijs 13,8 13,6 4 Aantal FTE tijdelijk personeel / totaal FTE per 31 december 20,8% 24,5% 5 Personeelskosten per FTE in loondienst Aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer 7,7 7,8 7 Overhead personeelskosten / totale personeelskosten 25,2% 26,1% 8 Liquiditeit 2,6 3,2 9 Rentabiliteit 9,0 3,5 10 m2 huur / totale m2 5,2% 3,5% 11 Gemiddelde huisvestingskosten per m Herfinancieringsbehoefte / totale jaaromzet 0% 0% 13 Investeringen / totale jaaromzet 11,0% 3,5% Tabel: Kengetallen continuïteitsparagraaf Zie ook het overzicht van enkele kerngegevens uit de benchmark op blz. 56. Voor wat betreft de verwachte, meerjarige ontwikkeling van de aantallen leerlingen, personeel, exploitatie en de balans is onderstaand de betreffende informatie uit de door de Raad van Toezicht goedgekeurde Begroting 2015 weergegeven. Meerjarenraming aantal leerlingen In onderstaand diagram is de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen in de periode (basis-scenario) weergegeven. totaal Jaarverslag 2014 Pagina 30

32 Het aantal leerlingen stabiliseert zich dan vanaf 2017 op leerlingen (zie bovenstaande grafiek). In het basis-scenario is uitgegaan van een gelijk aantal aanmeldingen (1.180) als in het schooljaar 2014/2015, 70% aandeel van niveau 4, rendement van 72% en een kleine doorgroei in onze BBL-opleidingen (mn. Collectiebeheer BBL 4). Een overzicht van de groei van het aantal leerlingen in de afgelopen jaren is te zien op blz. 50. Ontwikkeling formatie Het budgettair kader voor de personeelslasten komt overeen met 70% van de rijksbijdragen. De verhouding tussen onderwijzend en ondersteunend personeel bedraagt 70 : 30. Met andere woorden 49% van de rijksbijdragen wordt besteed aan de onderwijsformatie. De meerjarige ontwikkeling van de formatie in de periode is voor wat betreft de onderwijsformatie direct gekoppeld aan het aantal leerlingen. De formatie van het ondersteunend personeel is niet gekoppeld aan het aantal leerlingen, maar blijft (zoveel mogelijk) constant binnen de bandbreedte leerlingen. HMC TOTAAL 2014 / 2015 / 2016 / 2017 / 2018 / Onderwijzend personeel Normformatie 127,2 126,9 128,1 129,9 129,9 studiecoordinatoren 6,0 8,0 8,0 8,0 8,0 Extra onderwijsassistenten 0,0 8,0 8,0 8,0 8,0 studiecentrum 6,0 6,8 6,8 6,8 6,8 Detachering naar C&T 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 Formatie via externe financiering 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 HMC algemeen / knelpunten 11,4 12,5 12,5 12,5 12,5 Niet inzetbaar (ziekte, BAPO etc.) 15,7 15,2 15,6 16,0 16,4 Extra / boven de sterkte 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 174,6 181,9 183,5 185,7 186,1 Locatiestaf 31,7 34,4 34,4 34,4 34,4 Centraal 20,6 23,1 23,1 23,1 23,1 Totaal HMC 226,9 239,4 241,0 243,2 243,6 Jaarverslag 2014 Pagina 31

33 Exploitatie De meerjarige ontwikkeling van het exploitatieresultaat is weergegeven in onderstaande tabel. Ontwikkeling exploitatieresultaat Werkelijk Begroot (x 1.000) Rijksbijdragen (bruto) Af: fasering overgang Focus op Vakm Leerlingbijdragen Overige baten Totaal baten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat deelneming HMC C&T Exloitatieresultaat Bestemmingsreserve herhuisvesting Bestemmingsreserve egalisatie FOV Bestemmingsreserve personeel Saldo De verwachte ontwikkeling van het exploitatiesaldo is goed. De stijging van de rijksbijdragen hangt samen met de groei van het aantal leerlingen alsmede de effecten van het actieplan Focus op Vakmanschap en de nieuwe berekeningswijze van de bekostiging (zie ontwikkelingen regelgeving in beleidsparagraaf). Voor de jaren 2015 tot en met 2018 is er sprake van een overgangsbekostiging om te voorzien in een geleidelijke overgang van het oude naar het nieuwe bekostigingsmodel. Voor het HMC betekent dit dat het voordelig effect pas vanaf 2019 volledig doorwerkt in de exploitatie. Dit blijkt uit de volgende tabel: Fasering overgangsbekostiging Begroot (x 1.000) Voordeel nieuwe bekostiging Af: korting wegens fasering Netto effect HMC Jaarverslag 2014 Pagina 32

34 Balans Ontwikkeling balanspositie Werkelijk Begroot (x 1.000) Materiële vast activa Deelneming C&T Vorderingen kort Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Kengetallen Liquiditeit (current ratio) 2,61 0,24-0,58 0,12 0,69 Solvabiliteit (EV / TV) 0,74 0,82 0,83 0,84 0,85 Weerstandsvermogen (AR / TV) 0,44 0,48 0,49 0,50 0,52 De balansverhoudingen en de financiële positie van het HMC kunnen als zeer gezond worden aangemerkt. Het eigen vermogen stijgt in de periode met ruim EUR 6 mln. De solvabiliteit neemt komende jaren verder toe naar waarden boven de 80%. Het weerstandsvermogen stijgt naar een niveau van rond de 50%. De liquiditeit zal in 2015 en 2016 fors afnemen vanwege de inzet van eigen middelen voor de financiering van de nieuwbouw/verbouw van de locatie Rotterdam. Dit kan worden opgevangen door een tijdelijk rekening-courant krediet bij de bank gedurende circa 1 jaar. Vanaf 2017/2018 zal de liquiditeit naar verwachting weer sterk verbeteren door goede exploitatieresultaten en daaruit voortvloeiende positieve cashflow. Jaarverslag 2014 Pagina 33

35 Hoofdstuk 4 Notitie helderheid BVE en code goed bestuur 4.1 Notitie helderheid BVE Volgens de notitie Helderheid in de bekostiging Beroepsonderwijs- en Volwasseneneducatie 2004 moet de instelling, conform het Onderwijsprotocol OCW, in het jaarverslag een aantal onderwerpen verantwoorden. De notitie helderheid geeft inzicht in de interpretatie en toepassing van de bekostigingsregels en bekostigingsparameters die gelden bij de telling van leerlingen. De gegevens die hieronder staan, geven een nadere toelichting op het totaal aantal bekostigde leerlingen. Thema 1: Uitbesteding Toelichting: Onder uitbesteding wordt verstaan: het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een andere al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestaties. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten Toelichting: Hieronder vallen de situaties waarin de rijksbijdrage wordt ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of waarin publieke middelen anderszins worden geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling/het KBB. Het College van Bestuur is van mening dat een vakschool als het HMC de bedrijfstakken waarvoor wordt opgeleid, meer moet kunnen bieden dan alleen gesubsidieerd beroepsonderwijs. In principe moet het HMC alle opleidingsvragen die in de branches leven, alleen of in samenwerking met andere partijen, kunnen beantwoorden. Dit betekent dat ook cursorisch onderwijs, maatwerkopleidingen, incompany trainingen en andere (b.v. projectmatige) activiteiten op het raakvlak van onderwijs en arbeidsmarkt, moeten worden aangeboden. Door deze combinatie van regulier gesubsidieerd onderwijs en de hiervoor genoemde activiteiten kan de kennisinfrastructuur, die nodig is om de kwalitatieve en kwantitatieve aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven te optimaliseren, op een efficiënte en effectieve wijze worden ingericht en gecontinueerd. Niet alleen leren de docenten van het geven van cursussen aan medewerkers uit het bedrijfsleven, maar door het geven van deze cursussen weten wij ook wat er in de branches speelt en welke nieuwe ontwikkelingen er zijn. De bijdrage van het HMC aan HMC cursus en training BV draagt bij aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs in brede zin en is in het belang van zowel de docenten, de deelnemers als de werknemers in de bedrijfstakken waarvoor het HMC opleidt. In deze bijdrage zit ook begrepen de doorbelasting van kosten voor o.a. winkelbeheerders en huisvesting, van het HMC naar HMC cursus en training. Daarbij moet echter opgemerkt worden dat als HMC cursus en training niet zou bestaan, het HMC deze kosten nog steeds zou hebben. Doorbelasting is noodzakelijk om de integrale kostprijs van de opleidingen te kunnen berekenen. Daarnaast is het HMC naar verwachting in staat de werkgelegenheid van docenten (deels) te behouden en daarmee kosten van wachtgeld (deels) te voorkomen, indien docenten, waarvoor geen werk meer is in de bekostigde opleidingen, ingezet kunnen worden op cursussen en/of vakopleidingen van HMC cursus en training. Jaarverslag 2014 Pagina 34

36 Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen Toelichting: De instelling kan vrijstelling verlenen voor het afleggen van toetsen of examenonderdelen in het beroepsonderwijs. Dat kan op basis van eerder afgelegde toetsen of examens, of op basis van buiten het onderwijs opgedane kennis en vaardigheden, ofwel Elders Verworven Competenties (EVC). Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Toelichting: Deelnemers voldoen niet zelf hun cursusgeld (ingeval van BBL of deeltijd-bol) of lesgeld (ingeval van voltijd BOL), maar dit geschiedt door de instelling of door een derde. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk Toelichting: Bij de inschrijving van deelnemers doen zich verschillende situaties voor: inschrijving van deelnemers voor de teldatum, inschrijving na de teldatum, uitschrijving van deelnemers kort na de teldatum, of inschrijving van deelnemers bij meerdere opleidingen tegelijk. Het aantal leerlingen dat de instelling in de periode 1 oktober 31 december 2013 heeft verlaten, bedroeg 60 (in 2012: 58). De redenen voor beëindiging van de opleiding lopen uiteen van verkeerde studie c.q. beroepskeuze, naar persoonlijke en/of sociale omstandigheden en van school gebonden redenen tot kans op werk. Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven Toelichting: Inschrijving van een deelnemer voor een in het CREBO geregistreerde opleiding, terwijl hij daadwerkelijk een andere CREBO-opleiding of niet in het register opgenomen opleiding volgt. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Toelichting: Instellingen ontwikkelen maatwerktrajecten waarbij een derde - een bedrijf of een andere organisatie - een bijdrage betaalt voor het op maat snijden van trajecten voor eigen personeel. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC. Thema 8: Toelichting: Buitenlandse leerlingen Bij het HMC waren in 2014 geen buitenlandse leerlingen ingeschreven. Jaarverslag 2014 Pagina 35

37 4.2 Code Goed bestuur Ten behoeve van de verantwoording over de naleving van de governance-code in het Geïntegreerd Jaardocument heeft de MBO Raad een checklist opgesteld. De checklist is opgebouwd uit de `naar de letter elementen van de code Goed bestuur in de bve-sector en overige governance-elementen in de regelgeving over jaarverslaggeving in het onderwijs. Op grond van de checklist heeft het College van Bestuur geconstateerd dat aan vrijwel alle elementen wordt voldaan. In die gevallen waarin het HMC afwijkt, komt dit omdat het HMC een vakschool is met nauwe banden naar de branches waarvoor het HMC leerlingen opleidt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de voordracht door deze branches van kandidaten voor de Raad van Toezicht. Bij een aantal andere elementen komt afwijking voort uit het feit dat in de statuten van het HMC voor dat betreffende element andere afspraken zijn vastgelegd dan in de checklist. Overzicht nevenactiviteiten leden Raad van Toezicht Naam Functie/ nevenactiviteit Organisatie R.A.J. Lahoye Pensioenbestuurder CNV Vakmensen Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Werknemersvoorzitter Lid Lid Bedrijfstakpensioenfonds Bakkers Bedrijfstakpensioenfonds Drankengroothandel Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie Bedrijfstakpensioenfonds Kappers Commissie Raden van Toezicht MBO Raad Geschillencommissie PEFC H.W. Bax - M. Dalhuizen - M. Fledderman Secretaris Commissie Opleidingen en Arbeidsmobiliteit NBvT Lid Lid Lid H. den Hollander Directeur Wartburg College, locatie Marnix te Dordrecht Orgelbouwkundig adviseur VNO-NCW CBON Bestuur SH&M en PAC Bestuur sectorkamer techniek en gebouwde omgeving Wartburg College Rotterdam/Dordrecht, christelijk voortgezet onderwijs op reformatorische grondslag VOGG Orgelbouw Advies Commissie K. Hoogendijk Directeur Koninklijke CBM Jaarverslag 2014 Pagina 36

38 Voorzitter Lid Anbos VNO-NCW CBON J. Koster Namens WoonWerk en Inretail BACO onderwijsgroep O.S. Smeets - D.A. Roodenrijs Voorzitter Bestuur SH&M H.A. van der Spek Secretaris Internationale Betrekkingen Algemeen secretaris Bestuurslid Bestuurslid Werknemersvoorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Raad van Toezicht Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Plv. Bestuurslid Bestuurslid Bestuurslid Lid Lid Voorzitter Stichting Brug naar Solidariteit Kenniscentrum Fundeon Kenniscentrum Savantis Kenniscentrum SH&M SOMA college Centrum Natuursteen (in afbouw en directeur gedurende het afbouwproces) Productschap Zuivel Productschap Akkerbouw Hoofdbedrijfschap Ambachten Verschillende productschappen Stichting Samenwerkingsverband Beroepsonderwijsbedrijfsleven (SBB) TBN (Technisch bureau Bouwnijverheid- O/O-fondsbedrijfstakeigenregelingen) Groep klokkenluidersregeling kenniscentrum Kenwerk Sociaal Economische Raad - Bedrijfscommissie Onderwijsprijzen bouw Nederland J.D. van der Zee Voorzitter bestuur Stichting Perscentrum Wonen Voorzitter adviescommissie Sport Lid algemeen bestuur Hoofdbedrijfschap Detailhandel Hoofdbedrijfschap Detailhandel Jaarverslag 2014 Pagina 37

39 Lid algemeen bestuur Lid adviescommissie Mode Lid adviescommissie Wonen Hoofdbedrijfschap Ambachten Hoofdbedrijfschap Detailhandel Hoofdbedrijfschap Detailhandel Hoofdstuk 5 Maatschappelijke verbinding 5.1 Maatschappelijke bijdragen Beach Resort Ouddorp Derdejaarsleerlingen interieuradviseur van HMC Rotterdam kregen van Tielemans keukens de opdracht om een interieurvoorstel te maken voor het in 2015 te bouwen Beach Resort Ouddorp. Sleepboot Amicitia Voor de stichting Amicitia zijn zes derdejaars meubelmakers van HMC Rotterdam begonnen aan de heropbouw van de kajuit en het interieur van de sleepboot Amicitia. De Amicitia is in 1942 tot zinken gebracht bij de beroemde Hefbrug tussen het Noordereiland en Feyenoord. Een aantal jaren geleden is de Amicitia opgevist en opgeknapt. Al het houtwerk op de sleepboot was verdwenen. De leerlingen gaan dit samen met hun docent in de oude staat terug brengen. Het Warenhuis Vier derdejaars klassen van interieuradviseur van HMC Amsterdam kregen van Het Warenhuis in Amsterdam Zuidoost de opdracht om een inspiratieboek samen te stellen voor verschillende typen kantoorgebruikers. In dit inspiratieboek gaven de leerlingen o.a. adviezen over de inrichting, meubelcombinaties, kleurvoorstellen en materiaalvoorstellen. Jaarverslag 2014 Pagina 38

40 Zorginstelling Amsta Karaad Vier leerlingen van het HMC Amsterdam gingen aan de slag voor de zorginstelling Amsta Karaad. De leerlingen moesten een herinrichtingsvoorstel maken voor een woongroep. De woonkamer moest in zijn geheel worden ingericht en de inrichting moest aangepast worden aan de beperkingen van de doelgroep. Badmintonvereniging Het Vennewater Badmintonclub t Vennewater vroeg aan het HMC in Amsterdam of de leerlingen de kantine een nieuwe frisse, rustige en fijne uitstraling konden geven. Twee leerlingen gingen aan de slag en moesten met kwalitatief goede, maar goedkope ideeën komen. Kindervoorstelling Peter en de wolf Theater de Doelen in Rotterdam had een leuke opdracht voor leerlingen van de opleiding meubelmaken. Aan de leerlingen werd gevraagd of ze 3D bomen konden maken waarin de musici hun optredens konden verzorgen voor de kindervoorstelling Peter en de wolf. Ook maakten de leerlingen een memory spel van 40 x 40 cm van grote houten platen waar de jongste kinderen veel plezier aan beleefden. Jaarverslag 2014 Pagina 39

41 Vliegende meubelmakers Het HMC is hoofdsponsor van de Vliegende Meubelmakers sinds De steun van het HMC bestaat uit een bijdrage aan het houtgeld voor de zomerprojecten. Van dit houtgeld wordt het hout en materiaal gekocht voor de projecten. Het HMC biedt de organisatie ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de school voor voorbereiding van bijeenkomsten en het houden van vergaderingen. In 2014 vlogen de Vliegende Meubelmakers uit naar vier landen, namelijk Cambodja, Indonesië, Kenia en Tanzania. In deze landen werden vijf zomerprojecten uitgevoerd. De Vliegende Meubelmakers maakten meubels voor scholen en kindertehuizen. Ook leerden zij de plaatselijke bevolking hoe ze zelf meubels konden maken voor hun school of kindertehuis. Naast het uitvoeren van korte zomerprojecten zijn we in 2012 gestart met het neerzetten van meubelwerkplaatsen in Zuid Afrika en Malawi. Doel is om jongeren het houtbewerking vak bij te brengen zodat zij een betere kans maken op de arbeidsmarkt. In 2014 is daar een samenwerking bijgekomen met de organisatie SRI in Kenia. Er is een werkplaats neergezet en met lokale helpers worden opdrachten binnengehaald om hiermee hun eigen inkomsten te verwezenlijken vloog VMM voor de 10 e keer uit. Dat heeft geresulteerd in een jubileumkrant met daarin van elk project een verslag, soms maar één regel, soms een klein verhaaltje voorzien van de ervaringen van deelnemers en projectaanvragers. HMC Glazen Huis In 2014 heeft het HMC in Rotterdam ook weer meegedaan aan de landelijke 3FM Serious Request actie. Drie dagen lang zaten drie docenten in het HMC Glazen Huis om acties van de leerlingen en medewerkers te promoten om zoveel mogelijk geld in te zamelen. Jaarverslag 2014 Pagina 40

42 Met al deze acties heeft het HMC in totaal ,57 bijeengebracht voor het goede doel om meisjes en vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel geweld in conflictgebieden op te kunnen vangen. 5.2 Expositie werkstukken eindexamenkandidaten, uitreiking prijs voor ontwerp & vakmanschap en vakbeurzen Expo en relatiedag Aan het eind van het schooljaar is op beide locaties een geslaagde en druk bezochte expoweek geweest. Tijdens deze expoweek presenteerden de eindexamenkandidaten hun werkstukken en werden de HMC vakprijzen door een vakkundige jury uitgereikt. De HMC vakprijzen zijn bedoeld om talentvolle leerlingen te helpen om hun meubel- of interieurproduct te ontwikkelen en eventueel op de markt te brengen. Tijdens de expoweek was er ook een relatiedag georganiseerd. Deze relatiedag staat in het teken van inspiratie, ontmoeting en gezelligheid. Vertegenwoordigers van onze branche- en BPV bedrijven, docenten, (oud)-leerlingen, (oud)-medewerkers en andere relaties van het HMC waren van harte uitgenodigd voor deze dag. De relatiedag van Rotterdam had als thema: Vooruit! Positief de toekomst in en in Amsterdam luidde het thema: Laat je inspireren... Tijdens deze relatiedagen waren er op beide locaties verschillende inspirerende masterclasses te volgen Woonbeurs De stand op de woonbeurs is net als vorig jaar gebruikt om gediplomeerde leerlingen die een eigen bedrijf zijn begonnen te introduceren bij het Woonbeurs publiek. Ter voorbereiding is er een bijeenkomst geweest met de leerlingen die vorig jaar in de HMC stand stonden. Zij waren nog steeds erg enthousiast over de kans die ze hadden gekregen en over de opdrachten die ze op de Woonbeurs hebben kunnen binnen slepen. Design District De eerste tot derdejaarsleerlingen kregen de mogelijkheid om een werkstuk op de beurs Design District te exposeren. Het HMC stond met zeventien werkstukken van leerlingen van diverse opleidingen op deze beurs. Er stond onder andere een boot en er waren leerlingen van de opleiding Interieuradviseur die aan de bezoekers lieten zien hoe zij projecten kunnen vormgeven. Hout pro+ beurs Voor het eerst stond het HMC op de Hout pro+ beurs. Het HMC had een grote stand van ruim 100 m2. Op deze beurs stonden ook weer leerlingen die een eigen bedrijf zijn begonnen. Het was een groot succes, waardoor het HMC uitgenodigd is om in 2015 op de Prowood in Gent van 18 t/m 22 oktober 2015 te staan. Jaarverslag 2014 Pagina 41

43 Meesterlijk Het HMC stond ook op de beurs Meesterlijk. Hier stonden huidige leerlingen die al een eigen bedrijf hadden hun eigen producten te promoten en te verkopen. Er was veel animo voor hun producten. Hiswa Op de Hiswa Amsterdam Boat Show stond het HMC met twee leerlingen die een klassieke boot aan het bouwen waren tijdens deze beurs. Deze twee leerlingen vonden een bestaand ontwerp van Lewis Francis Herreshof. Dit ontwerp is nooit gerealiseerd, omdat hij in die tijd niet de middelen had waar we nu over beschikken. De leerlingen hebben dit ontwerp wel gerealiseerd. Euroskills 2014 Van 1 tot en met 5 oktober 2014 vond EuroSkills plaats. Het evenement werd dit keer gehouden in het Franse Lille. Bij deze Europese kampioenschappen voor beroepen werd het HMC met de leerling Frank van de Waerdt van de opleiding meubelmaker vierde. Een prestatie om trots op te zijn. Hoofdstuk 6 Bestuurlijke en beheersmatige ontwikkelingen 6.1 Bestuurlijke ontwikkelingen In 2014 hebben zich de volgende beleidsmatige ontwikkelingen voor gedaan die belangrijk waren voor het HMC. Ronde tafel vakmanschap De Tweede kamer commissie onderwijs heeft begin 2014 een ronde tafel gesprek over vakmanschap georganiseerd. De vraag van de Kamerleden is hoe ze het beroepsonderwijs (vakmanschap) kunnen versterken ten opzichte van het algemeen vormend onderwijs. Naast het College van Bestuur van HMC waren er vertegenwoordigers van gemeenten, Skills en de MBO Raad. De conclusie was dat promotie, imago en beeldvorming moeten verbeteren en dat daarvoor middelen beschikbaar moeten worden gesteld. Excellentie in het mbo Het procesmanagement MBO 2015, dat als primaire opdracht heeft het monitoren van de implementatie van Focus op Vakmanschap bij de instelling, heeft ook als opdracht van OCW gekregen om in het kader van excellentie in het MBO, een pilot te ontwikkelen waarin een meester gezel constructie mogelijk zou kunnen zijn. Het procesmanagement heeft voor deze pilot vier mbo vakscholen uitgenodigd waaronder het HMC. Het voorgestelde excellentieprogramma bestaat uit extra uren in het laatste jaar van de opleiding, extra eisen die aan het werkstuk worden gesteld en een scholarship van twee jaar, waarin onder begeleiding van een docent en iemand uit de branche stage gelopen wordt bij verschillende bedrijven en/of onderzoeksinstellingen. Aan het eind van deze twee jaar wordt na positieve beoordeling de meestertitel (naar een specifieke naam wordt nog gezocht) verleend. In januari 2015 hebben de vier mbo-vakscholen, die meedoen aan de pilot, hun plannen op het HMC in Amsterdam gepresenteerd aan de minister van Onderwijs. Jaarverslag 2014 Pagina 42

44 Macrodoelmatigheid Onderwijsbeleid gemeente Rotterdam De gemeente Rotterdam heeft alle voorzitters van Colleges van Besturen van voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs uitgenodigd om in een brainstorm-bijeenkomst een bijdrage te leveren aan het nieuwe Rotterdamse onderwijsbeleid. Het is vooral de bedoeling om onderling beter af te stemmen en ervoor te zorgen dat er voor alle leerlingen een goed onderwijsaanbod is en blijft. De erkenning dat de vakscholen daarin ook als volwaardige gesprekspartners worden gezien door de gemeente is in ieder geval uitermate positief. Intentieverklaringen Rotterdam en Amsterdam Met de Rotterdamse mbo scholen, Grafisch Lyceum Rotterdam, Scheepvaart en Transportcollege, Albeda en Zadkine, is een intentieverklaring opgesteld waarin afspraken zijn gemaakt over het bespreken van het aanbod van mbo opleidingen in de regio Rijnmond. In de verklaring wordt afgesproken dat er een bestuurlijk platform komt, waarin het stoppen en starten van opleidingen en knelpunten in het aanbod van mbo scholen als gevolg van overlap en/of te matig arbeidsmarktperspectief, worden geagendeerd. Het platform heeft geen beslissingsbevoegdheid. Dit initiatief heeft ook in de Amsterdamse regio geleid tot het opstellen van een intentieverklaring over macrodoelmatigheid. Naast het ROC van Amsterdam zijn ook het Mediacollege en ROC TOP voornemens de verklaring te ondertekenen. ROC Mondriaan In samenwerking met ROC Mondriaan in Den Haag is de opleiding Interieuradviseur in het schooljaar 2013/2014 van start gegaan. Deze leerlingen volgen onze opleiding bij ROC Mondriaan en komen één dag in de week naar Rotterdam. Een vakdocent van het HMC is één dag in de week in Den Haag, de overige lessen worden onder onze verantwoordelijkheid door docenten van ROC Mondriaan uitgevoerd. In 2014 is de onderliggende overeenkomst officieel getekend. Ontwikkelingen Meubel- / Timmer-branche Samenwerkingsverband Met het bestuur van het samenwerkingsverband Meubel in de regio Rotterdam is besproken of en zo ja op welke wijze de aangesloten bedrijven als leerbedrijf betrokken kunnen worden bij de nieuwbouw Rotterdam. Geconstateerd is dat er met name op het gebied van de vaste interieurelementen mogelijkheden zijn die in overleg met de aannemer kunnen worden uitgewerkt. Expertisecentrum meubel/timmer De contouren van het nieuwe expertisecentrum meubel en het expertisecentrum timmer zijn medio 2014 duidelijk geworden inclusief de consequenties voor (de medewerkers van) SH&M contract. De verdere vormgeving van het scholingshuis ( de toekomstige sparringpartner namens de scholen van het expertisecentrum) kan nu worden opgepakt. Vragen die hierbij moeten worden beantwoord zijn: welke organisatievorm krijgt het scholingshuis, hoe wordt de aangekondigde spreiding en concentratie van opleidingen vorm gegeven en welke partijen kunnen zich aansluiten. Hierover is overleg gaande met de kwartiermaker van het expertisecentrum en met de besturen van het Summa college en ROC Twente. Op operationeel niveau wordt er wel gewerkt aan het gezamenlijk (drie scholen) ontwikkelen Jaarverslag 2014 Pagina 43

45 van de nieuwe opleiding werkvoorbereider meubelindustrie. Ontwikkeling scholingshuis meubel Eind 2014 heeft overleg plaatsgevonden met het Summa college (Eindhoven) om te onderzoeken in hoeverre de curricula van beide meubelopleidingen overeenkomen. De conclusie is dat er overeenkomsten zijn, maar ook behoorlijke verschillen. Met Summa is afgesproken om de opleiding werkvoorbereider meubel industrie gezamenlijk te ontwikkelen. Met het ROC Twente is het eerste overleg gevoerd om ze te informeren over de plannen. Een volgende stap is een overleg tussen de beoogde partners HMC, Summa college, ROC Twente en CBM over de verdere voorwaarden voor toetreding en de incentives vanuit de branche. Branche-adviescommissies Ten behoeve van het vergroten van de kennis van de branches over het HMC worden de branches via de adviescommissies voor Interieur en Meubel betrokken bij de discussie over de lange termijn ontwikkeling van het HMC. De adviescommissie Meubel is in 2014 tweemaal bijeen geweest. De opkomst was over het algemeen goed. Besproken zijn o.a.: het nieuwe kwalificatiedossier voor de meubelopleidingen en keuzedelen leerlingaantallen nieuwe ontwikkelingen en innovaties de samenwerking in de BPV toekomstige ontwikkelingen in de branche en wat het HMC hierbij kan betekenen. Excellentie in het MBO De adviescommissie Interieur is in 2014 driemaal bijeen geweest. Ook in dit geval was de opkomst over het algemeen goed. Besproken zijn o.a.: nieuwe kwalificatiedossiers en keuzedelen organisatie Taal en Reken examens Woonwerkwiki BPV opdrachten / stageplekken inzet van stagiaires in de winkels tijdens acties Alexandrium Woonmall alumni-onderzoek nieuwe opzet van de BPV-gids ontwikkelingen bij Associate Degree-trajecten Arts & Crafts deelname examencommissie examens niveau 3 en 4 instroom leerlingen op vacatures Internationale ontwikkelingen Bolster-up project Het project om op Europees niveau te komen tot een profielbeschrijving van de beroepen van meubelmaker en meubelstoffeerder is in september in Brussel afgerond. Zeven EU landen hebben in dit project meegedaan. In de beschrijving is alleen de grootste gemene deler opgenomen, dat wil zeggen die onderdelen die in alle landen in de nationale profielen Jaarverslag 2014 Pagina 44

46 voorkwamen. Momenteel wordt er gewerkt aan een Nederlandse vertaling van het EU profiel. Strategische verkenning directie De directie heeft mede ter voorbereiding op de begroting 2015 een brainstorm gehouden over een aantal strategische ontwikkelingen. De volgende onderwerpen zijn daarbij aan bod gekomen: maatregelen op basis van de visiebrief van de minister van OCW: VMBO-MBO doorlopende leerroute aanpak instroom opleidingen voor timmerindustrie aanpak nieuwe KD's en keuzedelen Macrodoelmatigheid Professionalisering: vakgerichte scholing, aanpak zorgleerlingen, van elkaar leren Inzet discussie licentiesysteem Aannamebeleid Teamsamenstelling, directie- en bestuursstructuur ICT in het onderwijs Excellentieprogramma SLB Ontwikkelingen HMC cursus en training Met machineleverancier De Groot zijn we in overleg om te onderzoeken of het starten van de vakopleiding Meubel op hun locatie bij Den Bosch levensvatbaar kan zijn. De vakopleiding wordt nu alleen in Rotterdam en Amsterdam aangeboden. De verwachting is dat er in het zuiden ook voldoende potentieel is om een levensvatbare cursus te starten. Bij De Groot is er een adequaat machinepark beschikbaar en is er tevens voldoende lesruimte. Het elektrisch handgereedschap en werkbanken zullen we wel zelf moeten leveren. Er is een financiële begroting waaruit blijkt dat, rekening houdend met de kosten van De Groot, bij zestien cursisten er quitte kan worden gedraaid. Jaarverslag 2014 Pagina 45

47 6.2 Beheersmatige ontwikkelingen Ouders en leerlingen De ouders en leerlingen worden regelmatig via brieven en andere vormen van schriftelijke communicatie (studiewijzer, kwartaalbericht leerlingen-nieuws, en dergelijke) op de hoogte gesteld van de actuele ontwikkelingen op school. Op de locatie Rotterdam is tevens een ouderraad actief. Deze komt viermaal per jaar bijeen waarin vooral de operationele zaken aan de orde komen. In 2014 is onder andere gesproken over BPV, nieuwbouw, communicatie, studiereizen (nut en noodzaak), schoolkosten, invulling eindweken, de rol van de studiecoördinator en de rol van de stafdiensten. Naast locatieraden is binnen het HMC ook een formele leerlingenraad met advies en instemmingsbevoegdheden actief. Het College van Bestuur en de Ondernemingsraad hebben elk tenminste eenmaal per jaar overleg met de leerlingenraad. Calamiteiten communicatieplan Het Calamiteiten communicatieplan is bedoeld om adequaat te kunnen communiceren over calamiteiten die binnen het HMC zouden kunnen plaatsvinden. Voor fysieke calamiteiten zijn er draaiboeken, zoals ontruimingsplannen en BHV, beschikbaar. In het Calamiteiten communicatieplan staan dan ook de richtlijnen centraal hoe in het geval van calamiteiten om te gaan met de interne en externe communicatie. HMC dag De interne HMC dag was een groot succes. De organisatie was uitstekend en de lessen, beleidstafels en workshops werden stuk voor stuk goed bezocht. We hebben alleen maar positieve reactie gekregen. Voor de docenten die de lessen gaven, was het nog spannend om voor hun collega s te staan, maar bij de meeste lessen leidde dit gelukkig tot goede discussies over waarom een bepaalde aanpak was gekozen en wat alternatieven hiervoor konden zijn. Daarnaast heeft het item beleidstafels veel input opgeleverd voor de actualisatie van de A3 jaarplannen. De volgende HMC dag vindt op 1 oktober 2015 op de locatie Rotterdam plaats. Ontwikkeling aantal leerlingen Voor het schooljaar 2014/2015 was het leerlingaantal begroot op leerlingen, waarvan BOL. Uitgangspunt daarbij was een gelijkblijvend aantal aanmeldingen als in Vanaf de eerste open dag in 2014 kondigde zich echter een aanmerkelijke groei aan van het aantal aanmeldingen. Uiteindelijk hebben zich voor het schooljaar 2014/ ( ) leerlingen meer aangemeld dan begroot. In totaal stonden per 1 oktober leerlingen (2.954 BOL) ingeschreven, dat zijn 212 leerlingen (166 BOL) meer dan begroot. Ten opzichte van de laatste prognose van voor de zomer, op basis waarvan de formatie van het onderwijzend personeel voor het schooljaar 2014/2015 is vastgesteld, is dat 38 leerlingen lager. Dit is met name een gevolg van de ontwikkeling dat leerlingen zich steeds vaker op meerdere scholen tegelijk inschrijven. Ten opzichte van het schooljaar 2013/2014, stand 1 oktober 2013, is het totaal aantal leerlingen gestegen met 97 leerlingen. Het aantal BOL-leerlingen is met 242 toegenomen. Hierbij moet worden opgemerkt dat het schooljaar 2013/2014 het laatste jaar was waarin deeltijdleerlingen, in totaal 189, stonden ingeschreven op het HMC. De uitstroom van Jaarverslag 2014 Pagina 46

48 deeltijdleerlingen is in het schooljaar 2014/15 meer dan gecompenseerd met nieuwe BOLleerlingen. Het gewogen aantal leerlingen, dat ook de grondslag is voor de berekening van de subsidie, is gegroeid van naar per 1 oktober 2014, d.w.z. 191 meer leerlingen. Behalve groei is hierop nadrukkelijk het bovenstaande effect van het beëindigen van de deeltijdopleiding van invloed geweest. Een gewogen deeltijd-leerling telde voor 0,4 terwijl een gewogen BOL-leerling telt voor 1,0. Per locatie en leerweg is in onderstaande tabel de ontwikkeling van het aantal leerlingen sinds 2010 weergegeven. Amsterdam Rotterdam BOL BOL BBL BBL Dt Dt Totaal Totaal Tabel : Aantal leerlingen per locatie Grafiek: aantal leerlingen HMC Huisvesting Nieuwbouw locatie Rotterdam In de zomer is begonnen met het inrichten van het bouwterrein voor de nieuwbouw. In september zijn vervolgens 150 palen de grond ingedraaid. Hierna kon begonnen worden met het storten van de fundering en vanaf het laatste kwartaal begint het gebouw echt vorm te krijgen. Begin 2015 staat het casco er al. De nieuwbouw ligt daarmee nog strak op schema. Voor wat betreft de inrichting van het gebouw wordt door een werkgroep, bestaande uit o.a. 6 docenten en onder leiding van de architect, voorstellen ontwikkeld. Hierover zal begin 2015 besluitvorming moeten plaatsvinden, zodat de nieuwbouw compleet ingericht in de zomer van 2015 kan worden opgeleverd. Jaarverslag 2014 Pagina 47

49 Hierna wordt het huidige schoolgebouw gesloopt en vervolgens wordt de werkplaats grondig gerenoveerd. Naar verwachting zal deze in de zomer van 2016 worden opgeleverd. Huisvesting locatie Amsterdam Met name als gevolg van voortgaande leerlingengroei en de beperkte flexibiliteit die de huidige indeling van het schoolgebouw heeft, heeft het HMC vanaf september 2013 tegenover het schoolgebouw extra onderwijsruimte gehuurd. Vanwege het verlopen van de vergunning moesten de portacabins in de zomer van 2014 worden afgestoten. Mede hierdoor en de voortgezette groei van het aantal leerlingen was het HMC genoodzaakt extra m2 te huren. In totaal worden met ingang van het schooljaar 2014/ lokalen gehuurd. Herinrichting machinale Amsterdam In de zomer van 2014 zijn verschillende machines in de grote machinale op de locatie Amsterdam vervangen en tegelijkertijd is in de indeling van de machinale geoptimaliseerd. Door de herinrichting kunnen de leerlingen beter gebruik maken van de machines en hebben de docenten een beter overzicht op het gebruik van de machines door de leerlingen. Klimaatinstallatie In het najaar van 2014 is begonnen met groot onderhoud aan de klimaatinstallatie. Begonnen is met het compleet doormeten van de luchtkanalen. Dit heeft o.a. geleid tot het plaatsen van meer hoofdkleppen in de kanalen. Vervolgens moet de luchttoevoer opnieuw ingeregeld worden. Op basis van een nulmeting zal ten slotte ook de programmatuur (software) van de klimaatinstallatie moeten worden geoptimaliseerd. Onderwijsprojectenbureau Op beide locaties is een projectenbureau ingericht waar externe opdrachtgevers terecht kunnen met een ontwerp- of maakopdracht voor onze leerlingen. Acceptatie van externe opdrachten is afhankelijk van een aantal criteria. De belangrijkste zijn: passend binnen de Jaarverslag 2014 Pagina 48

50 leerdoelen en geen concurrentie met commerciële partijen. Het werken aan externe opdrachten levert voor de leerlingen veel leermomenten op. Tegelijkertijd ontstaat er een verbinding tussen de docenten van het HMC, het bedrijfsleven en de opdrachtgevers. Dit draagt bij tot een verdere professionalisering van docenten en voeling met de realiteit. In 2014 zijn onder andere de volgende opdrachten uitgevoerd: Het opstellen van een inspiratieboek voor vier verschillende type gebruikers van het kantoorgebouw Het Warenhuis. Herinrichtingsvoorstel voor twee woongroepen van zorginstelling Amsta Karaad Makeover van de kantine van badmintonvereniging Het Vennewater Ontwerpvoorstel bed & breakfast Hoorn Bouwen en plaatsen van een regietafel in theater t Kapelletje Heropbouw van de kajuit van de sleepboot Amicitia Inrichtingsvoorstellen Grand cafe Coolsingel, Rotterdams Welvaren, Beach Resort Oudorp en stichting Pameijer Theaterattributen voor kindervoorstelling Peter en de Wolf Steigerhouten kledingrekken voor een kledingwinkel Blokhut voor het Melanchtoncollege 51 houten papierbakken voor Dyade 25 houten wijnrekken voor de Jonge Ondernemers van Woodyoulike Internationale stages In 2014 hebben we naast het promoten van de mogelijkheden voor een buitenlandse stage voor zowel leerlingen als docenten, ook ingezet op het ambassadeurschap. Zo zijn er vier collega s, van beide vestigingen twee, naar Malta afgereisd voor een training in internationalisering. Hier is een plan uitgerold hoe internationalisering in de organisatie ingebed kan worden. Wat zijn de aandachtspunten om leerlingen goed voor te bereiden op een stage in het buitenland en hoe kunnen de docenten hierbij worden ingezet? Naast deze training heeft het ambassadeursteam tijdens hun verblijf op Malta kennis gemaakt met een intermediair en een stageplaats bezocht, waar onze leerlingen kunnen gaan stage lopen. Ook zijn de eerste stappen gezet in een mogelijke samenwerking met de Highbury College, afdeling Art&Design in Portsmouth. Onze partnerschool in België is wederom met een aantal leerlingen een dag langs geweest en een aantal weken later hebben zij twee weken stage gelopen bij verschillende meubelmakersbedrijven. Verder is er één docent naar Engeland geweest op docentenstage. De volgende cijfers geven de aantallen weer van de leerlingen die één stageperiode in het buitenland heeft doorgebracht: Rotterdam: Amsterdam: P3 0 3 (feb-april 2014) P4 7 4 (april-juni 2014) P (sep nov) P2 4 5 (nov-jan) Jaarverslag 2014 Pagina 49

51 Personeel en organisatie Op het terrein van de personeelsregelingen zijn in 2014 de volgende regelingen met instemming dan wel na advies van de OR geactualiseerd of vastgesteld: Regeling werkoverleg onderwijspersoneel Scholingsbudget 2015 Regeling promotie LB naar LC Sociaal jaarverslag 2013 Vakantie- en verlofregeling 2015 Vergoeding reis- en verblijfskosten Personeelsdossier on-line inclusief bekwaamheidsdossier In 2014 heeft de afdeling personeelszaken alle papieren personeelsdossiers geactualiseerd en vervolgens ingescand. Na inrichting van het digitale personeelsbeheerssysteem kon vervolgens in het najaar van 2014 aan alle medewerkers van het HMC het digitale personeelsdossier beschikbaar worden gesteld. Voor de docenten is bovendien ter ondersteuning van hun bekwaamheidsdossier een digitaal bekwaamheidsdossier beschikbaar. Salarismix Randstadregio s Het HMC heeft op het terrein van de regeling salarismix, die beoogt de salarismix van docenten in de Randstadregio s te versterken, in de afgelopen jaren vooruitgang geboekt om het streefpercentage van 65% LC-functies te bereiken. Ondanks de forse groei van de formatie is in 2014 het aandeel LC-docenten uitgekomen op 62%. HMC Salarismix 2014 personen FTE FTE% Streef% LB 54 43,3 32% 25% LC 94 84,4 62% 65% LD 8 7,6 6% 10% Totaal ,3 100% 100% Tabel functiemix Evenals in de afgelopen jaren heeft het HMC het aandeel LD bevroren op het huidige aantal in afwachting van definitieve structurele toekenning van de financiering. Jaarverslag 2014 Pagina 50

52 Ter vergelijking is onderstaand is de tussenstand met betrekking tot de realisatie van de functiemix in de MBO sector weergegeven. MBO Salarismix Streef% LB 42% 43% 44% 25% LC 50% 49% 48% 65% LD 8% 8% 7% 10% LE-overig 1% 1% 1% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% Bron: HRM-beleid De omschakeling van HR-beleid naar HRM-beleid is in 2014 door de afdeling PZ opgepakt. Het uitgangspunt van HRM beleid is het optimaal benutten van talenten en kwaliteiten van medewerkers voor de organisatie. Concreet gaat het dan om zaken als bijv. werving en selectie, professionalisering, werkdruk, vitaliteit en duurzame inzetbaarheid. In het A3plan 2014/2015 is de uitwerking van HRM beleid dan ook een belangrijk onderdeel. Werkdruk Ook binnen het HMC is werkdruk in 2014 een belangrijk thema geweest. Zo heeft werkdrukbeleving expliciet onderdeel uitgemaakt van het werknemerstevredenheidsonderzoek. Uit het onderzoek is gebleken dat 52,5% van de medewerkers een hoge werkdruk ervaart. Dat is overigens lager dan de benchmark-score van de gezamenlijke vakscholen. Naar aanleiding van deze score heeft het management bestaande maatregelen die de werkdruk kunnen verlagen kritisch tegen het licht gehouden en bezien of en zo ja welke aanpassingen wenselijk zijn en nieuwe mogelijkheden verkend. De conclusie was dat het HMC zijn medewerkers op een breed terrein faciliteert met maatregelen en voorzieningen die zouden moeten bijdragen aan een vermindering van de werkdruk. Zo is bijvoorbeeld de volgende extra personele inzet gerealiseerd. Met ingang van het schooljaar 2013/2014 is op beide locaties een examenbureau (0,5 fte per locatie) ingesteld ter ondersteuning van het onderwijzend personeel en met ingang van het schooljaar 2014/2015 is tevens een planner (1,0 fte per locatie) toegevoegd ter ondersteuning van de docenten / teamleiders. Om de functionaliteit van Magister te verhogen en daarmee voor de medewerkers tot een efficiëntere werkprocessen te komen is met ingang van 2014/2015 op centraal niveau een projectmanager onderwijs-ict & magister gecreëerd. Onder de noemer HMC Algemeen wordt het onderwijzend personeel gefaciliteerd om bepaalde (onderwijs)projecten uit te voeren. De betreffende docenten worden voor deze projecten uitgeroosterd. De uitgeroosterde uren worden via vacatures vervolgens weer ingevuld. In het schooljaar 2014/2015 is ruim 13 fte ingevuld aan HMC Algemeen taken/projecten. Formatieplan 2014/2015 Net name als gevolg van meer leerlingen dan begroot en een hogere deelname van docenten aan scholing, Bapo-verlof en onderwijsvernieuwingsprojecten en inzet voor de vakopleidingen bij HMC cursus en training is de inzet van het onderwijzend personeel toegenomen met 9,6 fte ten opzichte van het begrote formatieplan. Daarnaast kon vanwege beschikbaarheid van incidentele externe gelden éénmalig extra formatie (3,8 fte) worden ingezet voor m.n. de begeleiding van leerlingen. Jaarverslag 2014 Pagina 51

53 Formatieplan 2014 / 2015 (FTE) Begroot Vastgesteld normformatie onderwijzend personeel 122,8 133,2 niet-inzetbaar (*) 15,5 15,7 Detachering vakopleiding 2,7 4,5 studiecentrum 6,2 6,0 HMC Algemeen / knelpunten 14,0 11,4 externe financiering 0,0 3,8 totaal onderwijzend personeel 161,2 174,6 college van bestuur 1,0 1,0 locatie-staf 33,0 31,7 centrale staf 20,6 19,6 Totaal niet-onderwijzend personeel 54,6 52,3 Totaal HMC 215,8 226,9 (*) vanwege studie, bapo, ziekteverzuim, enz Tabel formatieplan 2014 / 2015 Horizontaal toezicht belastingdienst Het convenant met afspraken over de invulling van het horizontaal toezicht met de belastingdienst is in 2014 formeel getekend. De volgende stap is dat het HMC de risico s met betrekking tot de belangrijkste fiscale processen actualiseert en vastlegt. Hiertoe zal in 2015 Tax Control Framework worden opgezet, met hulp van onze fiscalisten. Daarbij worden de fiscale processen in kaart gebracht en een risicoprofiel opgesteld. Dit helpt ons om fiscaal in control te blijven. De belastingdienst kijkt daarbij over onze schouder mee. Marketing en Communicatie In 2014 heeft de afdeling Marketing en Communicatie verder ingezet op de vergroting van haar naamsbekendheid. Het HMC staat sinds dit jaar weer op onderwijsbeurzen in het oosten en het noorden van het land. In de rest van het land is het HMC ook goed vertegenwoordigd. Op deze beurzen pakt het HMC groots uit. Bezoekers kunnen van alles doen in en rondom de stand. Naar de beurzen worden HMC leerlingen meegenomen die bezoekers enthousiast maken over de opleidingen. In de stands zijn eindwerkstukken van leerlingen te zien waarin nieuwe technieken een rol spelen. Het HMC is ook nog steeds te vinden op allerlei voorlichtingsmarkten van middelbare scholen. Op deze voorlichtingsmarkten zijn er ook eindwerkstukken te zien en worden er ook leerlingen ingezet. Het afgelopen jaar en het komende jaar zal Marketing en Communicatie tijd en energie blijven investeren in de voorlichtingsmarkten op middelbare scholen. Om het HMC landelijk meer bekendheid te geven, is het HMC in 2014 meerdere malen op tv geweest. Het HMC was te zien in de programma s Woontips, Mijnlifestyle, LifestyleXperience en LifestyleXperience Plus. Jaarverslag 2014 Pagina 52

54 In 2014 heeft het HMC samenwerking gezocht met andere vakscholen om een decanendag te organiseren genaamd: Creatief Alternatief. Het HMC in Amsterdam organiseerde deze dag met het Mediacollege en het HMC in Rotterdam met het Grafisch Lyceum. Het HMC is ook een samenwerking aangegaan met Woonmall Alexandrium in Rotterdam. Tijdens de jaarlijkse Expo kiest het Woonmall Alexandrium 10 tot 20 leerlingen uit die een aantal weken hun werkstuk mogen exposeren in deze woonboulevard. Bezoekers kunnen stemmen op hun favoriete werkstuk en de leerlingen kunnen hiermee een leuk geldbedrag winnen. ICT Electronische leeromgeving Magister Het HMC gebruikt Magister als leerlingenadministratie software pakket. Naast de leerlingenadministratie wordt het programma ook gebruikt voor absenties, uitwisseling van leerlinggegevens met de overheid, het bijhouden van examenresultaten en dergelijke. Het programma kent ook een elektronische leeromgeving (elo). Hiermee kunnen docenten (individueel of gezamenlijk) voor hun vak per klas en/of voor individuele leerlingen huiswerk en opdrachten programmeren. Dit verschijnt dan automatisch in de agenda van de leerlingen. Het programma houdt bij wie wat wanneer heeft ingeleverd (ook elektronisch) en waarschuwt als zaken te laat zijn. Dit programma kan veel voordelen opleveren ten aanzien van efficiency, afstemming en werkdruk, maar het vraagt wel van de docenten meer samenwerking en het standaardiseren van allerlei formats en dergelijke. Modernisering hardware en software In 2014 zijn alle werkplekken en laptops voorzien van Windows 7 en de Office Met ingang van het schooljaar 2014/2015 zijn de MT-leden voorzien van een windows tablet om hiermee ervaring op te doen. Ter ondersteuning van de lessen is in 2014 op grote schaal geïnvesteerd in het beschikbaar stellen van i-beamers in de klaslokalen. Magister Met ingang van 2014/2015 is de functionaliteit van Magister uitgebreid met de dagroosterfunctie en het beschikbaar stellen van de agendafunctie aan de leerlingen. Hiermee hebben de leerlingen real-time inzicht in het rooster en kunnen zij eenvoudig huiswerk en andere opdrachten van docenten inzien. Extern onderzoek toekomstgerichtheid ICT In het 2 e kwartaal van 2014 is M&I Partners gevraagd het HMC te adviseren welke keuzes in het ICT-beleid, de ICT-infrastructuur en/of de ICT-afdeling nodig zijn om als HMC organisatie adequaat te kunnen blijven inspelen op de verschillende ICT-ontwikkelingen. Het onderzoek heeft aangetoond dat de ICT infrastructuur goed is ingericht. Er is sprake van een flexibel en geoptimaliseerd platform. Daarnaast is geconstateerd dat de bezetting van de afdeling ICT tegen de grenzen van zijn mogelijkheden aanloopt mede gezien de groei van de organisatie in de afgelopen jaren. Ook mist de organisatie een duidelijke regievoering ten aanzien van IT. Verder is het functioneel beheer van de (onderwijs)applicaties onvoldoende ingericht aan de gebruikerskant, waardoor er geen goede aansluiting is tussen de gebruikersorganisatie en de IT. Als directe resultaten van het onderzoek is besloten in 2014 te investeren in een projectleider ICT- Onderwijs en Magister en uitbreiding van de ICT-afdeling met 2 fte helpdeskmedewerkers. Op langere termijn zullen het regievoeringsproces en verschillende beleidsterreinen van ICT moeten worden uitgewerkt en vastgesteld. Jaarverslag 2014 Pagina 53

55 Arbo- en veiligheid Op beide locaties is tweemaal een ontruimingsoefening gehouden. De ontruiming voltrok zich binnen de daarvoor gestelde tijd. De locatie Rotterdam heeft met het nabij gelegen gemeentelijk zwembad afspraken gemaakt over de opvang van medewerkers en leerlingen in geval van een calamiteit. Het gebruik van deze uitwijklocatie is ook eenmaal in de ontruimingsoefening betrokken. De locatie Amsterdam heeft een soortgelijke afspraak met het ernaast gelegen ROC Amsterdam. Ook de reguliere BHV- en EHBO-trainingen zijn in 2014 op beide locaties meerdere malen verzorgd. Facilitaire zaken Inkoop In 2014 heeft het HMC een eerste stap gezet in het stroomlijnen van de inkoop door het inkopen van producten en diensten zoveel mogelijk via een inkoopportal van een landelijke inkooporganisatie te laten verlopen. Niet alleen is hiermee een inkoopvoordeel te behalen, maar verloopt het inkoop proces ook doelmatiger. RI&E In 2014 is in samenwerking met onze Arbodienst voor beide locaties de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) opgeleverd. Bij het opstellen van de RI&E was er sprake van een beperkt aantal openstaande actiepunten. Deze zijn geclassificeerd in de klasse gemiddeld/laag risico en midden/lage prioriteit en zijn in 2014 opgelost. HMC cursus en training BV De Stichting Hout- en Meubileringscollege is enig aandeelhouder van HMC Cursus en Training BV. De vennootschap richt zich op contractactiviteiten, de verkoop van hout en gereedschappen en de exploitatie van de kantine op de locatie Amsterdam. De negatieve trends van 2013 hebben zich voor de houthandel en de woonwinkels verder doorgezet. Dit heeft tot gevolg dat het aantal gegeven cursussen en opleidingen binnen beide sectoren ongewijzigd beperkt is gebleven. De trainingen voor de bouwmaterialenhandel zijn gedaald door een stagnering aan het eind van Dit werd ingegeven door te verwachten subsidie in verband met de sectorplannen; voor werving en inzet van jonge BBL ers en de duurzame inzetbaarheid van reeds in de sector werkende mensen. Reeds eind 2014 was een sprong in aanmeldingen te zien voor zal voor wat betreft de Hibin opleidingen een stevige groei laten zien. De opleiding het Nieuwe Verkopen eindigde medio 2014 met een positief resultaat. Helaas was er binnen de sector geen animo voor verdere deelname aan deze BBL opleiding. In belangrijke mate is dit ingegeven door dat de deelnemers teveel tijd moeten besteden aan algemene vakken, zoals rekenen en taal. Men wil bezig zijn met het vak en de onderdelen die als direct toepasbaar worden ervaren. De zogenaamde hobby cursussen Meubelmaken en Meubelstofferen zijn onverminderd goed bezet. De vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen, zowel in Amsterdam als in Rotterdam, zijn in 2013 voortvarend van start gegaan. In 2014 hebben zich in totaal 145 nieuwe Jaarverslag 2014 Pagina 54

56 deelnemers ingeschreven. De komende jaren verwachten wij dat het aantal deelnemers zich stabiliseert op 230 deelnemers, waarmee ook van de vakopleidingen voor de toekomst een duurzame bijdrage aan de omzet mag worden verwacht. De deelneming Facilicon, waarin o.a. is ondergebracht de exploitatie van de winkels op beide locaties, heeft in 2014 een bescheiden positief resultaat behaald van EUR In totaal is het resultaat van HMC Cursus en Training BV hierdoor uitgekomen op een positief resultaat van EUR Voor nadere financiële informatie wordt u verwezen naar hoofdstuk 7 Analyse resultaat. Jaarverslag 2014 Pagina 55

57 6.3 Benchmark MBO Het HMC doet vanaf het begin mee aan de MBO benchmark. In september 2014 is de benchmark over 2013 verschenen. In deze benchmark zijn de sector gemiddelden van 63 van de 66 instellingen opgenomen. Onderstaand zijn een aantal kengetallen van het HMC afgezet tegen het sectorgemiddelde. Met name op het terrein van de vermogenspositie en de rentabiliteit zijn er aanzienlijke verschillen met de sector. Zoals bekend, hangen deze nauw samen met het feit dat het schoolcomplex te Rotterdam is afgeschreven. Een andere opvallende afwijking in de benchmark betreft de ontvangen subsidie per gewogen deelnemer. Het blijkt dat het HMC net als in de voorgaande jaren ook weer in 2013 per gewogen deelnemer aanzienlijk minder subsidie ontvangt dan het sectorgemiddelde. Over 2013 is het verschil zelfs opgelopen tot ruim EUR Dit verschil ontstaat met name doordat het HMC slechts in beperkte mate opleidingen stapelt, waardoor het HMC relatief weinig outputbekostiging ontvangt. Andere factoren die van invloed zijn op het lagere subsidiebedrag per gewogen deelnemer, zijn de groei van het aantal leerlingen en de verdeling van het VOA-budget Kengetallen Financiele bouwsteen HMC MBO HMC MBO HMC MBO Liquiditeit 2,8 1,3 3,4 1,2 3,2 1,4 Rentabiliteit 6,7% 0,2% 3,5% 0,4% 3,6% 2,3% Solvabiliteit 75% 49% 76% 51% 75% 52% Personeelskosten per fte in loondienst Aantal gewogen deelnemers per fte 12,7 10,5 12,8 10,5 12,6 10,7 Rijksbijdrage per gewogen deelnemer Rijksbijdrage per fte Kostenopbouw personeelskosten 68% 69% 67% 69% 65% 70% overige personeelskosten 4% 4% 5% 4% 6% 4% afschrijvingen 9% 7% 8% 8% 7% 7% huisvestingskosten 5% 7% 5% 6% 8% 6% overige kosten 14% 13% 15% 13% 14% 13% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel benchmark 2013 Voor wat betreft de analyse van de lumpsumvergoeding over de afgelopen jaren hebben wij berekend dat hiervan 70% wordt besteed aan personele uitgaven en 30% aan materiele uitgaven als huisvesting, les- en leermiddelen, ICT, marketing, enz. Van de personele uitgaven wordt vervolgens 70% besteed aan het onderwijzend personeel. Dit betekent dat bijna de helft (49%) van de lumpsuminkomsten wordt besteed aan docenten voor de klas. Jaarverslag 2014 Pagina 56

58 6.4 Kwaliteitszorg Voedingsgebied van het Hout- en Meubileringscollege Het voedingsgebied verschaft inzicht in de herkomst van leerlingen uit de postcodegebieden die naar het HMC komen. De grootste groep leerlingen woont in de omgeving van de beide locaties Amsterdam en Rotterdam en komen vooral uit de westelijke helft van Nederland. De overige groep leerlingen is verspreid over het zuiden, oosten en in mindere mate het noorden van het land. Aantal leerlingen per postcodegebied In onderstaand overzicht zien we dat de concentratie BPV-bedrijven passend is t.a.v. de leerlingenpopulatie per postcodegebied. Iedere leerling kan in zijn of haar omgeving een passend BPV-bedrijf vinden. Jaarverslag 2014 Pagina 57

59 Aantal BPV-bedrijven per postcodegebied Instellingsprofiel HMC Om de stakeholders in hun behoefte te voorzien van informatie heeft de onderwijsinspectie het instellingsprofiel 2014 van het HMC online gezet. De website bevat informatie over de uitkomsten van het toezicht, rendementsbeoordeling, financiële informatie, aanbod studenten en is gelinkt aan het landelijke JOB-leerlingenonderzoeksrapport. Schema: Bron Inspectie van het Onderwijs instellingsprofiel Hout- en Meubileringscollege 2014 Jaarverslag 2014 Pagina 58

60 In 2014 heeft het HMC zijn inspanningen om het voldoende inspectieresultaat uit 2012 nog verder te verbeteren gecontinueerd. Aandachtpunten in het inspectierapport zijn opgepakt en in acties omgezet. De A3-planvorming wordt door alle geledingen uitgevoerd en heeft de betrokkenheid van medewerkers vergroot. De focus is toegenomen en medewerkers weten nu wie voor welke actie verantwoordelijk is. Tussentijds evalueren is door deze systematiek van het A3 eenvoudiger geworden en plannen kunnen sneller aangepast worden. Door de aanschaf van A3 digitaal zijn alle plannen nu ook online voor een ieder op elk moment van de dag in te zien. Schema: Bron Inspectie van het Onderwijs instellingsprofiel Hout- en Meubileringscollege 2014 Schema: Bron Inspectie van het Onderwijs instellingsprofiel Hout- en Meubileringscollege 2014 Voortijdig schoolverlaten (vsv) Een voortijdig schoolverlater (vsv) is een leerling die aan het begin van het schooljaar jonger is dan 22 jaar, die op 1 oktober aan het begin van het schooljaar is ingeschreven als bekostigde leerling en op 1 oktober van het jaar erna niet is ingeschreven in VO, MBO, VAVO of HBO en in dat jaar of in de jaren ervoor geen startkwalificerend diploma heeft behaald. Een kwalificerend diploma is een HAVO of VWO-diploma, of een MBO-2 diploma of hoger. Het HMC heeft t.o.v. schooljaar (3,5%) een reductie van voortijdig schoolverlaters gerealiseerd naar 2,9% (Bron DUO: voorlopige cijfers convenantjaar ). Inspanningen op het gebied van studieloopbaan- en zorgbegeleiding, zoals in de 1 e, 2 e en 3 e lijnsbegeleiding zijn hier de succesbepalende factoren. Zetten we de voorlopige niveau 2, 3 en 4 VSV-scores van convenantjaar in relatie met de OCW norm voor de jaren 2012 t/m 2015, dan zit het HMC onder de OCW-norm voor Voor niveau 2 is dat 6,5% (norm OCW 10%) en voor niveau 3+4 is dat 2,4% (norm OCW 2,75%). De grootste verbetering is behaald bij niveau 2 opleidingen (-2,7%). Niveau 3+4 is verbeterd met -0,5%. Jaarverslag 2014 Pagina 59

61 Schema: normtraject OC&W t.o.v. voorlopige HMC score Percentage leerlingen HMC HMC score OCW-norm OCW-norm OCW-norm Niveau 2 17% 6,5% 13,5% 11,5% 10,0% Niveau % 2,4% 4,25% 3,5% 2,75% Indicator Jaarresultaat en diplomaresultaat De jaar- en diplomaresultaten (het interne rendement van de opleiding) is in 2014 berekend volgens onderstaande formules. Jaarresultaat: Formule op niveau instelling: Het aantal gediplomeerden in de instelling in een teljaar Het aantal gediplomeerden in de instelling in een teljaar + het aantal ongediplomeerde instellingsverlaters uit de instelling in hetzelfde jaar Diplomaresultaat: Formule op niveau Instelling: Het aantal gediplomeerde instellingsverlaters* vanuit de instelling in een teljaar Alle instellingsverlaters vanuit de instelling in hetzelfde jaar * ongeacht wanneer het diploma is behaald Het HMC heeft deze indicatoren niet alleen op HMC niveau en de niveaus 2, 3 en 4, maar ook per locatie, branche, opleiding en leerweg tot haar beschikking. Juist deze cijfers geven de opleidingsteams en het management specifieke informatie per opleiding, niveau en leerweg. Na analyse van de gegevens worden verbeterpunten opgenomen in de jaarlijkse A3 HMC-, locatie-, staf- en teamplannen. De Onderwijsinspectie heeft vanuit haar taak de kwaliteit van het onderwijs te bewaken een minimale inspectienorm op de niveaus vastgesteld. In onderstaand schema is een overzicht gegeven van de inspectienormen per niveau op jaar- en diplomaresultaat afgezet tegen de HMC resultaten. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score Norm JR HMC DR HMC JR inspectie DR inspectie Niveau 1 n.v.t. n.v.t. 60,7% 45,1% Niveau 2 79,9% 76,1% 56,5% 45,2% Niveau 3 78,2% 70,7% 65,3% 67,3% Niveau 4 72,2% 72,4% 64,2% 67,3% Het HMC moet met zijn jaar- of diplomaresultaat per niveau gelijk of hoger zijn dan de inspectienormen. Zoals bovenstaand schema laat zien, voldoet het op HMC op alle niveaus voor jaar- en diplomaresultaten ruim aan de inspectienormen. De ambitie om op HMC niveau Jaarverslag 2014 Pagina 60

62 4 naar 75% en op HMC niveau 2 en 3 naar 72% te groeien in 2014 is voor niveau 2 en 3 ruim gelukt t.o.v met resp. +10,2% (79,9%) en +7,0% (78,2%). Voor niveau 4 zitten we daar op HMC niveau nog 2,8% (72,2%) onder. Ook per niveau van de opleiding zijn de jaar- en diplomaresultaten in schooljaar hoger dan de inspectienorm. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 2 Schooljaren JR Niv. 2 HMC DR Niv. 2 HMC JR Inspectie DR Inspectie 2010/ ,2% 61,0% 56,5% 45,2% 2011/ ,0% 58,0% 56,5% 45,2% 2012/ ,7% 60,3% 56,5% 45,2% 2013/ ,9% 76,1% 56,5% 45,2% De vooruitgang t.o.v van niveau 2 jaarresultaat (+10,2%) heeft voor een deel te maken met de laatste diplomeringsmogelijkheid van de deeltijd leerlingen. Er zijn veel inspanningen gedaan om deze BOL deeltijd leerlingen toch vooral de opleiding af te laten maken. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 3 Schooljaren JR Niv. 3 HMC DR Niv. 3 HMC JR Inspectie DR Inspectie 2010/ ,5% 70,1% 65,3% 67,3% 2011/ ,0% 74,0% 65,3% 67,3% 2012/ ,2% 68,6% 65,3% 67,3% 2013/ ,2% 70,7% 65,3% 67,3% Het jaarresultaat voor niveau 3 is +7% t.o.v In de afgelopen jaren is intake voor niveau 3 verbeterd, waardoor leerlingen direct op het juiste niveau zijn geplaatst. Dit heeft geleid tot verminderde afstroom uit niveau 4. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 4 Schooljaren JR Niv. 4 HMC DR Niv. 4 HMC JR Inspectie DR Inspectie 2010/ ,4% 71,1% 64,2% 67,3% 2011/ ,0% 77,0% 64,2% 67,3% 2012/ ,5% 73,6% 64,2% 67,3% 2013/ ,2% 72,4% 64,2% 67,3% Het jaar- en diplomaresultaat voor niveau 4 is resp. -0,3% en -1,2% t.o.v Voor deze geringe daling is geen specifieke oorzaak gevonden. Vergelijken we de HMC rendementen met de vergelijkingsgroep van vakscholen in Nederland, dan zien we dat het HMC beter scoort op jaar- (+1,6%) en diplomaresultaat (+1,8%). Jaarverslag 2014 Pagina 61

63 Schema: HMC jaar- en diplomaresultaat t.o.v. vergelijkingsgroep MBO benchmark Schooljaren Jaarresultaat HMC Jaarresultaat MBO (Benchmark) Diplomaresultaat HMC 70,4% 63,0% 69,6% 62,0% 71,9% 67,4% 70,4% 66,1% 71,2% 69,7% 69,8% 68,3% 76,0% 74,4% 75,2% 73,4% Diplomaresultaat MBO (Benchmark) HMC-, locatie- en team A3 jaarplannen: Voor de start van het schooljaar zijn de HMC-, locatie- en teamplannen geëvalueerd. Per plan is in de webbased A3-digitaal de stand van zaken vermeld op alle uitgezette actiepunten. Er is gescoord en gekeken of acties afgerond konden worden of dat er nog een vervolg aan gegeven moest worden. Op managementteamniveau zijn ook de Succes Bepalende Factoren (SBF s) geëvalueerd. Alle onderliggende acties staan namelijk in relatie tot deze te behalen SBF s. Zes van de tien SBF s zijn komend schooljaar geen speerpunt meer en daardoor van het A3-plan afgehaald. De andere vier zijn ingevoegd in acht nieuwe SBF s. Op de HMC-dag hebben de medewerkers die deelgenomen hebben aan de 18 beleidstafels veel waardevolle informatie geleverd. De verslagen zijn gebundeld en in een Management plus stafhoofdenoverleg bekeken. Als eerste is gekeken of de informatie te koppelen was aan de nieuw geformuleerde SBF s voor Dit bleek in praktisch alle gevallen mogelijk te zijn. Als de SBF en verder in de locatie en teams uitgewerkt gaan worden in Op te nemen acties dan is de daadwerkelijke input (bottum-up) uit deze verslagen zeer bruikbaar en door allen breed gedragen. Onderwijsvisie en Passend Onderwijs Het uitgangspunt bij de start van de opleiding is dat er een reëel perspectief is op het behalen van een diploma. We gaan uit van de mogelijkheden van de leerlingen en niet van de beperkingen. Het HMC biedt leerlingen een zo passend mogelijke begeleiding, binnen de mogelijkheden die de school heeft. De verantwoordelijkheid om de ondersteuningsbehoeften te benoemen, ligt primair bij de leerling en ouders. De wens van de aspirant-leerling om de gekozen opleiding succesvol te doorlopen, staat centraal en daar hoort het benoemen van de behoefte aan ondersteuning bij. Jaarverslag 2014 Pagina 62

64 De zorgstructuur De zorgstructuur is onderdeel van de begeleidingsleerlijn. Het startpunt om te bepalen of een leerling in aanmerking komt voor extra begeleiding is de intake. Alle extra begeleiding en zorg die docenten/begeleiders van het HMC geven naast de basis studieloopbaanbegeleiding aan leerlingen vallen hieronder. Het is een structuur van integrale zorg. Daar waar extra begeleiding gegeven kan worden door de studieloopbaanbegeleiders, studiecoördinatoren en adviseur leerlingbegeleiding wordt dat gedaan mede vanuit de ondersteuning van de schoolmaatschappelijk werker/jeugdadviseur en de ambulante begeleider. De organisatie van de begeleiding bestaat uit: de studieloopbaanbegeleider (1e lijn) = SLB er de studiecoördinator (2e lijn) de adviseur leerlingbegeleiding (2e lijn) de schoolmaatschappelijk werker/jeugdadviseur (3e lijn) de ambulant begeleider (3e lijn ) ZAT (Zorg Advies Team) (3e lijn) Visie op de inhoud van het aanbod Het begeleidings- en ondersteuningsaanbod voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte levert een belangrijke bijdrage in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. De SLB-er speelt hierbij een centrale rol, eventueel met ondersteuning van een specialist die binnen de school werkzaam is. Het basis arrangement We gaan ervan uit dat ongeveer 90% van de leerlingen van het HMC voldoende hebben aan de basisbegeleiding die de leerling van de studieloopbaanbegeleider (SLB er) krijgt. De SLB er is het eerste aanspreekpunt voor alle vragen en eventuele hindernissen die de leerling tegenkomt tijdens de opleiding. Regelmatig zijn er studievoortgangsgesprekken tussen de leerling en de SLB er over de studieresultaten, persoonlijke vaardigheden en werkhouding. Het basis+ arrangement Het kan voorkomen dat er extra faciliteiten voor de SLB er nodig zijn bij (begeleidings) activiteiten die de reguliere SLB ontstijgen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om leerlingen die een grotere dan reguliere behoefte hebben aan ondersteuning in het plannen en organiseren van hun schoolwerk. Naast het bieden van specifieke en structurele extra aandacht hebben deze leerlingen ook behoefte aan een vast aanspreekpunt waar ze terecht kunnen. Dit is een voorbeeld van wat we een basis+ arrangement noemen. Het maakt onderdeel uit van de basisbegeleiding, maar kost extra tijd van de SLB er of vraagt een incidentele of kortdurende inzet van een specialist. Het extra arrangement Leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte uit o.a. het speciaal onderwijs, praktijkonderwijs, LOO en regulier onderwijs kunnen in de nieuwe situatie een zgn. extra arrangement krijgen. In de verlengde intake wordt de specifieke ondersteuningsbehoefte besproken. Als er sprake is van een extra arrangement wordt dit vastgelegd in een bijlage van de onderwijsovereenkomst (OOK). Hier gaat het om een structurele vorm van ondersteuning door een specialist (b.v. een ambulant begeleider) van buiten het onderwijsteam. De specifieke kennis die voor deze ondersteuning nodig is en het structurele karakter kenmerken deze vorm van begeleiding. Jaarverslag 2014 Pagina 63

65 Schema: Overzicht van ondersteunings- en begeleidingsarrangementen op basis van ondersteuningsbehoeften Kenmerk I. Basis arrangement Reguliere Studieloopbaanbegeleiding II. Basis+ arrangement Extra begeleiding Incidenteel/kortdurend III. extra arrangement Extra begeleiding Structureel/langdurig Extra begeleiding Didactische ondersteuning Fysieke omgeving Expertise SLB Verzuimsignalering (specialist) Onderwijsondersteuning (specialist) Dyslexie Afspraken medisch handelen/ medicatie gebruik Omgaan met verschillen Signalering risicokenmerken SLB + : planning en organisatie (individueel) trainingen Digitaal lesmateriaal/hulpmiddelen Aanpassing examinering (Vaktechnische) huiswerkbegeleiding Aanpassingen meubilair/werkmateriaal Ernstige dyslexie / dyscalculie Advies specialisten Samenwerking Onderwijsteam Studiecoördinator Adviseur leerlingbegeleiding SMW/Jeugdadviseur Leerplicht Ambulant Begeleider Schoolarts Individuele begeleiding (specialist)* *Veronderstelt tevens SLB + vanwege structurele extra inzet van en afstemming door SLB-er Specialistische kennis Expertise AB-diensten Leerplicht/RMC CJG/Jeugdzorg Reclassering BPV BPV voorbereiding Extra ondersteuning BPV Extra BPV bezoek Voorbereiding BPV-adres (voorlichten, aanpassingen) Huidige situatie Het invoeren van het Passend Onderwijs beleid is goed verlopen. Er zijn nog een aantal activiteiten onder andere met betrekking tot M&C communicatie over Passend onderwijs, en inbedden van het beleid in de organisatie waar aan gewerkt wordt. Voorop staat dat het HMC werkt aan het versterken van de loopbaanpositie van de leerling door het bieden van begeleiding/zorg in en om het opleidingsteam. De basisbegeleiding (1e lijnsbegeleiding), geboden in de onderwijsteams door docenten en SLB er, is divers van kwaliteit en niveau. Het erkennen, herkennen en dragen van de basisbegeleiding die men regulier vanuit een onderwijsteam biedt vraagt een reflectie (op de huidige situatie), omdat niet ieder team dezelfde startpositie heeft. Dat hangt samen met opleidingsniveau (2/3/4) en de deskundigheid van het team. De zorgstructuur van 2e lijnbegeleiding (basisplus) is voor de studieloopbaanbegeleiders een goede tool om leerlingen wekelijks een praktische steun in de rug te bieden. De derde lijnsbegeleiding wordt ingezet door extern ingehuurde professionals. Het SMW wordt bekostigd uit een andere subsidie dan de Passend Onderwijs gelden. SMW valt onder de derdelijns begeleiding. Voor de inzet van het extra arrangement wordt een addendum aan de onderwijs overeenkomst (OOK) gemaakt. De begeleidingsdoelen en afspraken die hierin worden vastgelegd, worden besproken met de leerling, de studieloopbaanbegeleider en de ouders. Specifieke zaken worden in Magister geregistreerd, zodat het docententeam op de hoogte is van wat er aan begeleidingsvraag en ondersteuningsbehoefte ligt. Locatie Amsterdam De samenwerkingspartners in Amsterdam zijn Leerplicht, GGD en Spirit (schoolmaatschappelijk werk). Deze partijen zijn vertegenwoordigd in het zorgadviesteam (ZAT). Daarnaast ontvangt het HMC Amsterdam subsidie vanuit de Dienst Maatschappelijk Ondernemen (DMO) voor het inzetten van o.a. een verzuimcoördinator en Jaarverslag 2014 Pagina 64

66 klassenassistenten. HMC Amsterdam werkt samen met de ambulante diensten: Heliomare, AG Bell school, Visio, Altra en de Waterlelie. Locatie Rotterdam Door invoer Passend Onderwijs en transitie Jeugdzorg zijn er veranderingen gekomen in hoe jeugdzorg aangeboden wordt. Dit is van invloed op de invulling en het doel van het ZAT. In Rotterdam wordt er een andere vorm aan gegeven dan in Amsterdam. In 2014 zijn hier de eerste processtappen in gezet. Rotterdam heeft een structureel zorgoverleg met de interne partners. Daar waar nodig sluiten, op casusniveau, externe partners aan. Denk hierbij aan politie, team veilig thuis, centrum jeugd en gezin. In december 2014 is het CJG gestart met een keer in de 6 weken ziekteverzuim spreekuren op locatie. In 2015 wordt geëvalueerd wat de resultaten hiervan zijn. Gegevens Op 31 december 2014 zijn er op het HMC 322 (0% (322) in 2013) eerstejaars leerlingen ingestroomd met één of meerdere bijzonderheden. Dat is exact het zelfde aantal leerlingen. Hiervan hebben 208 ((+15%), 177 in 2013) leerlingen in meer of mindere mate een vorm van dyslexie en 54 ((-14%), 63 in 2013) ADHD/ADD (zie onderstaande tabel). Tabel: 1 e jaars leerlingen met een bijzonderheid Op 31 december 2014 zijn er op het HMC 577 ((+24%), 439 in 2013) tweede-, derde- en vierdejaars leerlingen met één of meerdere bijzonderheden. Hiervan hebben 353 ((+22%), 274 in 2013) leerlingen in meer of mindere mate een vorm van dyslexie en 83 ((+40%), 50 in 2013) ADHD/ADD (zie onderstaande tabel). Jaarverslag 2014 Pagina 65

67 Tabel: 2 e, 3 e en 4 e jaars leerlingen met een bijzonderheid Voorbeelden van bijzonderheid zijn: ADHD, PDD-NOS, DCD, Pendredsyndroom, Dyscalculie, Dyslexie, Astma, Faalangst, Reuma, Epilepsie, Chroomhydrose, Depressie, ESM, Dwerggroei, Slechthorend, Taalzwak, Angststoornis/fobie, Asperger e.d. Loopbaan en Burgerschap Het HMC heeft voor de onderdelen uit het Loopbaan- en Burgerschapsdossier zodanig lesmateriaal ontwikkeld en aangeschaft dat alle eisen rondom Loopbaan en Burgerschap (L&B) worden afgedekt. De dimensie Loopbaanoriëntatie & -ontwikkeling wordt in de studieloopbaan begeleidingsuren gegeven, waarbij er opdrachten gemaakt worden en de ontwikkeling van de leerling vastgesteld wordt. In het eerste en tweede jaar wordt er gewerkt met lessen die door de projectgroep Studieloopbaanbegeleiding ontwikkeld zijn. Burgerschap wordt in de vorm van workshops/lessen aangeboden en met toetsen en/of opdrachten afgesloten en beoordeeld. In één of twee BPV periodes, afhankelijk van de duur van de opleiding, werkt de leerling aan onderdelen van Burgerschap. Dit betreft de economische dimensie: De bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap, kortom het functioneren als werknemer. Dit wordt 1 of 2 keer, afhankelijk van het niveau van de opleiding, summatief beoordeeld. JOB enquête (landelijk leerlingentevredenheidsenquête) Aan de landelijke editie van de JOB 2014 deden leerlingen van 67 mbo-scholen mee (51%). Voor het MBO is de JOB-monitor een belangrijk onderzoek die de kwaliteit van het MBO in beeld brengt. Ook het HMC hecht veel waarde aan de uitkomst van de JOB-enquête en heeft veel inzet gepleegd om de respons zo hoog mogelijk te laten zijn. Dit heeft geresulteerd in een respons op HMC niveau van 71%. De onderstaande tabel geeft de respons per team aan. Tabel: Respons JOB-enquête per team Locatie Team Aantal Aantal % Respons respondenten leerlingen Amsterdam Interieur ,2% Amsterdam Meubel ,5% Amsterdam 2/3/overig ,7% Jaarverslag 2014 Pagina 66

68 Rotterdam Interieur ,1% Rotterdam Meubel ,9% Rotterdam Hout ,4% Het HMC scoorde gemiddeld een 7,4 (7,3 in 2012) voor de opleiding en een 7,3 (7,1 in 2012) voor de school. Het vragenclusters Informatie vooraf, Lessen/programma, Onderwijsfaciliteiten, Competenties, Studieloopbaanbegeleiding, Stage/BPV (BOL) en Organisatie zijn licht gestegen t.o.v Inspanningen die de teams hebben gedaan op deze gebieden hebben dus daadwerkelijk invloed gehad op de kwaliteitsbeleving van de leerlingen. Vragenclusters die praktisch gelijk gescoord hebben als in 2012 zijn Toetsing, Studiebegeleiding, Werkplek (BBL), Veiligheid en Sfeer. De scores hebben betrekking op de gemiddelden van het HMC als totaal. Ook per team zijn de uitslagen geanalyseerd en bij onder de norm scorende clusters cq. vragen uit een cluster, zijn eventuele verbeterpunten opgenomen in het A3-teamplan. Tabel: JOB tevredenheidsscore 2010/ 2012/ 2014 JOB leerlingentevredenheid 7,8 7,6 7,4 7,2 7,0 6,8 6,6 6,4 6,2 6,0 5,8 7,1 7,6 7,6 7,5 7,5 7,5 7,5 7,4 7,3 7,3 7,2 7,1 7,1 6,9 7,1 7,1 7,1 7 6, ,4 A'dam instelling R'dam instelling HMC instelling A'dam opleiding R'dam opleiding HMC opleiding Gem. MBO instelling Gem. MBO opleiding Medewerkersonderzoek (Effectory) In april 2014 zijn de resultaten van het medewerkersonderzoek gepresenteerd. De resultaten op HMC niveau laten zien dat we met een hoge respons (85%) goed scoren op de thema s Tevredenheid (8,3) en Betrokkenheid (8,3) en wat minder op het thema Efficiëntie (6,0). De werkbeleving Werkdruk scoort met een percentage van 52,5% onder de benchmark van de gezamenlijke vakscholen. In de afgelopen jaren is in de discussies rondom de A3-plannen en in gesprekken met de OR het thema werkdruk meerdere malen aan de orde geweest. Om het gevoel van werkdruk bij de medewerkers beter te kunnen duiden, heeft het HMC bij de MBO-enquête over medewerkerstevredenheid extra vragen laten toevoegen over werkdruk. Naar aanleiding van deze relatief lage score is er een werkgroep geformeerd die gaat kijken of de eerder ingezette activiteiten in principe voldoende zou moeten zijn om het beoogde Jaarverslag 2014 Pagina 67

69 resultaat werkdrukvermindering te bereiken. Ingezette activiteiten zijn o.a. workload van medewerkers evenwichtiger maken, aanname van onderwijsassistenten, per locatie een examenbureau ingericht en extra ondersteuning door een roosterplanner e.d. Ook beschikt iedere medewerker binnen zijn jaartaak over een persoonlijk budget van 50 uur per jaar. Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat het HMC al een aantal structurele zaken heeft aangepakt om de werkdruk van de medewerkers te verlagen. Of dit ook daadwerkelijk zo is uitgepakt kan opnieuw worden bekeken in de eerstvolgende enquête onder de medewerkers in Dan moet blijken of de werkdruk verlaagd is. Het HMC is door onderzoeksbureau Effectory genomineerd voor de Beste werkgever van Nederland. Het betreft hier werkgevers kleiner dan 1000 FTE. Op 7 oktober was de uitreiking in DeLaMar Theater in Amsterdam. Vooraf wist het HMC al dat we bij de beste 20 organisaties zouden zitten. Het is uiteindelijk de 13 e plek geworden. Er zijn ook brancheprijzen uitgereikt en voor de branche Onderwijs is het HMC op een 2 e plaats geëindigd. De bovenstaande score (7,6) is het gemiddelde van de vijf gebieden waarover de medewerkers van het HMC zijn bevraagd. Tevredenheid en betrokkenheid resp. + 10,9% en + 10,8% zijn resultaten ten opzichte van de landelijke benchmarkt. Medewerkertevredenheid 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 7,1 0,0 0,0 0,0 0,0 7,3 8,3 8,1 8,3 7, A'dam R'dam HMC doelstelling Tevredenheid bedrijfsleven Het HMC heeft in 2014 meegewerkt met een pilot BPV-monitor. In deze pilot worden aan het einde van elke BPV periode drie betrokken partijen gemonitord middels een enquête. De pilot heeft plaatsgevonden bij team Interieur in Rotterdam. De betrokken partijen zijn leerlingen, praktijkopleiders van het BPV-bedrijf en de praktijkbegeleiders van school. De algemene tevredenheid bij de drie betrokken partijen was voldoende tot goed. Het oordeel van de praktijkbegeleider van school en de leerling over de kwaliteit van het leerbedrijf was resp. een 8,0 en 8,1. Het oordeel over de kwaliteit van de BPV als geheel was volgens de praktijkopleider een 7,6, de praktijkbegeleider een 8,1 en de leerling een 8,1. Iedere leerling vond uiteindelijk een BPV plaats, maar 77% gaf aan dat dat op een makkelijke manier tot stand kwam. Alumni / Extern rendement Door gediplomeerde leerlingen (schooljaar ) een half jaar nadat ze van school zijn te enquêteren krijgen we ook een goed beeld van wat deze groep gediplomeerde oudleerlingen (gem. respons 46%) van de school en hun opleiding vonden. Jaarverslag 2014 Pagina 68

70 Schema: extern rendement Wat gaat de leerling doen HMC 2013 HMC 2012 HMC 2011 HMC 2010 Respons 46% 46% 49% 50% Werken 50% 49% 56% 48% Voltijds vervolgopleiding 29% 31% 26% 31% Combinatie werken en leren 10% 9% 8% 13% Werkloos 8% 8% 6% 4% Anders 3% 3% 3% 3% Ondanks de inspanningen van een extern bureau wordt het steeds moeilijker om de respons op een acceptabel peil te houden. In vier jaar is de bereidheid om aan de enquête mee te doen gezakt van 50% naar 46%. Het aantal werkenden blijft rond de 50% liggen. Een kleine 30% werkt of doet dit in combinatie met leren. Gemiddeld genomen vinden gediplomeerden van het HMC binnen 3 maanden na het behalen van hun diploma een baan. Eén derde vindt deze zelfs al binnen één maand. Alumni / Terugblik naar de school Oud leerlingen beoordelen het HMC op de clusters Begeleiding BPV, Persoonlijke begeleiding, Voorbereid op zoeken, Zinvolheid en Inhoud een stuk beter (gem. +6%) dan in De opgaande trend over de afgelopen jaren is zichtbaar. De clusters Examinering en Aansluiting theorie op praktijk zijn in 2014 iets afgenomen (resp. -2% en -4%) en wisselen per jaar van min naar plus. Het lijkt erop dat bij deze twee clusters de rek er een beetje uit is. Schema: terugblik naar school Tevredenheid HMC 2013 HMC 2012 HMC 2011 HMC 2010 Examinering 72% 74% 70% 66% Begeleiding BPV (op school+bpv) 70% 63% 64% 65% Persoonlijke begeleiding (alleen bol) 79% 72% 72% 70% Voorbereid op zoeken naar werk 48% 41% 31% 36% (alleen bol) Zinvolheid 81% 77% 65% 75% Aansluiting theorie op praktijk 65% 69% 69% 64% Inhoud 82% 77% 72% 69% Klachten Het HMC is aangesloten bij de Stichting Geschillencommissie Onderwijs (SGO) en beschikt over vastgestelde procedures voor ongewenst gedrag, onderwijs- en examenklachten. De klachtenregeling, -procedures en -formulieren zijn voor leerlingen en ouders toegankelijk op het HMC-intranet. Leerlingen kunnen algemene klachten indienen bij hun teamleider of locatiedirecteur. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing dan kan de leerling een klacht indienen bij de commissie van beroep. Voor examenklachten kan men een klacht indienen bij de examencommissie of als dit niet tot een bevredigende oplossing leidt bij de commissie van beroep voor examens. Jaarverslag 2014 Pagina 69

71 Heeft een leerling een klacht over ongewenst gedrag dan kan hij bij een ieder die hij in vertrouwen wil nemen zijn beklag doen. De ontvanger van de klacht zal direct contact opnemen met één van de twee vertrouwenspersonen van de locatie. In 2014 zijn er op de locatie Rotterdam 4 examenklachten ingediend en naar tevredenheid van de leerling opgelost. Bij de ombudslijn is 1 klacht binnengekomen. De ingediende klacht bij de ombudslijn is binnen de door de ombudslijn gestelde termijn naar tevredenheid van de leerling opgelost. Op de locatie Amsterdam zijn 2 algemene klachten en 3 examenklachten ingediend. Alle klachten van de locatie Amsterdam zijn naar tevredenheid van de leerlingen opgelost. Schema: ingediende klachten HMC Algemene klachten Examenklachten Ombudslijn Geschillencommissie Het HMC heeft een Interne geschillencommissie waaraan geschillen tussen werknemer en werkgever, over de toepassing van de CAO BVE, kunnen worden voorgelegd. In 2014 zijn geen geschillen aangemeld bij de commissie. Het College van Bestuur heeft in 2014 eenmaal vergaderd met de twee externe leden van de geschillencommissie om het contact te onderhouden. IRIS + veiligheidsmonitor Er hebben zich op beide locaties 19 incidenten voorgedaan. Het merendeel (11) zijn het ongevallen waarbij de leerling zich heeft gesneden aan gebruikt gereedschap. Overige incidenten zijn lichte verbranding aan hand door hete thee, oogletsel, vinger uit de kom, hout op hoofd gekregen, valpartij, scooter ongeval en brandwondje bij practicumles. Jaarverslag 2014 Pagina 70

72 6.5 Sociaal jaarverslag Omvang en samenstelling personeel De totale formatie is gestegen van 206,4 fte ultimo 2013 naar 226,8 fte ultimo Deze stijging met 20,4 fte is vooral toe te schrijven aan de groei van de onderwijsgevende formatie. Deze is deels toegenomen als gevolg van de groei van het aantal leerlingen per 1 augustus Daarnaast is met ingang van het schooljaar 2014/ FTE extra geïnvesteerd in onderwijsgevende formatie vanwege de intensivering van de onderwijstijd (maatregel uit Focus op vakmanschap) en 4 FTE ten behoeve van HMC brede projecten. Tabel samenstelling personeel De verhouding tussen het onderwijzend personeel en het niet onderwijzend personeel is voor het schooljaar 2014/ % : 24%. De medewerkers met een tijdelijke aanstelling zijn een indicatie van de flexibele schil binnen het HMC. Het verloop in tijdelijke en vaste aanstellingen is in 2014 als volgt geweest: Aanstelling 31-dec 31-dec Aanstelling 31-dec 31-dec (personen) (FTE) vast vast 179,6 155,8 tijdelijk tijdelijk 47,2 50,6 Totaal (*) Totaal 226,8 206,4 Tabel vaste en tijdelijke aanstellingen (*) een aantal medewerkers heeft naast een vaste aanstelling ook een tijdelijke uitbreiding tot einde schooljaar, hierdoor komen zij zowel voor als vast en als tijdelijk, het totaal aantal medewerkers blijft echter 268 resp Functiemix Onder de functiemix wordt verstaan de verdeling van de docenten over de bezoldigingsschalen LB, LC en LD. Functiemix 31-dec 31-dec Functiemix 31-dec 31-dec (personen) (FTE) 2014 % 2013 % LB LB 43,3 32% 38,1 32% LC LC 84,4 62% 74,4 62% LD 8 7 LD 7,6 6% 6,7 6% Totaal Totaal 135,3 100% 119,2 100% Tabel functiemix Het HMC streeft voor wat betreft de functiemix naar een verdeling van 25% LB, 65% LC en 10% LD overeenkomstig de streefwaarden uit de regeling Salarismix Randstadregio s van het Jaarverslag 2014 Pagina 71

73 ministerie van OCW. Ondanks de groei van de onderwijsformatie in 2014 heeft het HMC het aandeel LC op 62% kunnen houden met name door in 2014 optimaal gebruik te maken van de promotieregeling van LB naar LC. Scholing In onderstaande tabel is een overzicht van in 2014 uitgevoerde / gestarte scholingstrajecten weergegeven gestart: Onderwerp catg. aantallen totaal Coaching traject OBP 1 obp 14 Conflict Coaching OBP 1 op 65 Cursus Keuren gereedschap OBP 2 Dag v.d. Coach OBP 1 MCSA 2012 Global Knowledge OBP 1 Methodisch notuleren OBP 2 Studie Praktijkdiploma loonadministratie OBP 1 Training Pro Meeting OBP 1 Workshop Development OBP 1 Training FCE OBP 1 Training Teamcoaching OBP 1 Traning effectief Leidinggeven OBP 1 BVE CURSUS OP 2 Coaching traject OP 3 Conferentie Examinering OP 1 Cursus communiceren OP 1 Cursus Leerbewerken + Zeefdrukken OP 1 Cursus op weg naar Pensioen OP 1 Cursus Oplossinggericht werken OP 1 Cursus Schoenenmaken OP 1 Dag v.d. Zorgcoordinator OP 1 docent beeldende kunst en vormgeving OP 2 Docent Bouwkunde OP 1 EHBO Opleiding OP 2 HBO master leren en innoveren OP 1 In design Basistraining OP 1 Leraar 2e graad OP 3 marketing medewerker mbo niveau 4 OP 2 master MBO pedagogiek OP 1 Masterplan Dyscalculie OP 2 Mbo Academie OP 8 MBO City OP 3 Mbo Instructeur OP 5 Opleiding Docent technisch beroepsonderwijs OP 8 Jaarverslag 2014 Pagina 72

74 Opleiding Nederlands OP 1 Opleidingskunde OP 1 Panama Conferentie OP 1 PDA OP 2 Social Media in het Onderwijs OP 1 Training Interpretatie OP 1 Training Kracht in MBO OP 1 Training NLP Next Step OP 1 Training Onderwijs +NLP OP 1 Training Pesten doe je niet alleen OP 2 Training Wees een Meester in het Vak OP 1 Workshop Pubers OP 1 Algemeen Receptietraining Themabijeenkomst Piano Training Conflictcoaching EHBO/BHV nascholing Coachingstraject BPV In 2014 zijn 6 aanvragen voor een Lerarenbeurs toegekend en 3 aanvragen voor de subsidie zij-instroom. Leeftijdsverdeling In onderstaand diagram is de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand weergegeven. De instroom van nieuwe medewerkers heeft zoals te verwachten is - vooral plaatsgevonden in de categorie < 45 jaar. In totaal is het personeelsbestand gegroeid met 21 medewerkers. Ondanks dat het aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 45 jaar en ouder verder is toegenomen (van 163 naar 172), is het relatieve aandeel van deze groep licht gedaald (van 67% naar 65%) met name als gevolg van de groei van het personeelsbestand. grafiek leeftijdsverdeling Jaarverslag 2014 Pagina 73

75 Ziekteverzuim De in 2013 ingezette daling van het ziekteverzuim heeft zich in 2014 voortgezet. Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim is in 2014 gedaald van 4,3 % naar 3,0 %. Dit is met name een gevolg van het teruglopen van het lang verzuim. Figuur ziekteverzuim Onderstaand zijn de verzuimcijfers van 2014 en 2013 nader uitgesplitst. Ziekteverzuim HMC kort middel lang totaal meldings- verzuim- (dagen) > 366 frequentie duur ,0% 0,6% 1,5% 0% 3,1% 1,06 11, ,0% 0,7% 2,1% 0,5% 4,3% 1,16 9,0 ziekteverzuim: het aantal verzuimdagen / het aantal potentieel beschikbare dagen meldingsfrequentie: het aantal ziektegevallen / het aantal medewerkers gem. verzuimduur: het aantal verzuimdagen / het aantal ziektegevallen Het lang verzuim is o.a. als gevolg van gerichte begeleiding die zieke medewerkers krijgen. Zo zijn er duidelijke afspraken gemaakt tussen personeelszaken en het management over de begeleiding van zieke medewerkers. Daarbij wordt er in samenspraak met de bedrijfsarts goed gekeken wat er nodig is voor een goed en vooral duurzaam herstel. Het resultaat is dat de betrokkenen meer tijd heeft om te herstellen en voor 100% terug te keren in de eigen functie. Jaarverslag 2014 Pagina 74

76 Naar te onderscheiden leeftijdscategorieën is het ziekteverzuim over 2014 als volgt geweest. Grafiek : Ziekteverzuim 2014 naar leeftijdscategorie Het ziekteverzuim naar leeftijdscategorie komt redelijk overeen met het gemiddelde beeld. Het verzuim in de leeftijdscategorie jaar is relatief aan de hoge kant. Dit is vooral het gevolg van een relatief langdurig ziektegeval in een relatief kleine groep werknemers. Jaarverslag 2014 Pagina 75

77 6.6 Verslag Ondernemingsraad Algemeen: samenstelling, ontwikkeling en evaluatie In 2014 is de samenstelling van de ondernemingsraad (or) gelijk gebleven aan 2013: 6 medewerkers uit groep docenten Amsterdam en Rotterdam en 1 lid van het ondersteunend personeel. Eind 2014 is de ondernemingsraad gestart met de voorbereidende activiteiten voor de or-verkiezingen in februari 2015; de eerste zittingstermijn van de or loopt op 28 februari 2015 af. De ondernemingsraad heeft in het voorjaar van 2014 een nieuw Reglement or vastgesteld, waarbij de lijst van volgordelijkheid voor het periodiek aftreden van OR-leden is toegevoegd. Vier van de zeven leden stelden zich niet opnieuw verkiesbaar voor de OR. Drie van de zeven leden hebben zich herverkiesbaar gesteld. Conform de lijst van periodiek aftreden blijft één lid aan. Eind 2014 waren er formeel twee vacatures binnen de OR. Ontwikkeling / Scholing De hoofdthema s van de voorgenomen scholingsactiviteiten in 2014 waren doelgroepenbeleid, financiën en innovatie. Voor wat betreft financiën heeft de OR in mei 2014 een training van De Kromme Rijn gevolgd, waarbij HMC-jaarrekeningen van de afgelopen jaren vergeleken zijn en beoordeeld zijn ten opzichte van andere vakscholen en het meerjarig financieel beleid. Leden van de OR hebben in 2014 diverse landelijke bijeenkomsten bezocht, waaronder de jaarvergadering, de studiedag en een voorzittersoverleg van het Platform Medezeggenschap BVE. Ook heeft OR-voorzitter deelgenomen aan het Nationaal Innovatiecongres specialistisch vakmanschap 2014 van de SVGB in Utrecht waarbij aandacht werd besteed aan het beroepsbeeld met het oog op de toekomst. Verder heeft een OR-lid de tweedaagse conferentie Groei en Bloei van het Consortium voor Innovatie in Den Bosch bijgewoond. Ook is in november 2014 de werkconferentie Samen Gezond Vooruit van de Stichting Onderwijsarbeidsmarktfonds MBO (SOM) bezocht, waarbij het onderwerp duurzame inzetbaarheid van personeel in een fysiek en mentaal gezonde organisatie middels workshops werd besproken. De voltallige OR heeft deelgenomen aan de jaarlijkse Tweedaagse Platform BVE waar de belangrijkste onderwerpen stress en werkdruk waren. De OR heeft nuttige tips en adviezen opgedaan. De OR heeft via deze Tweedaagse ook onder meer contacten kunnen leggen met de Stichting Onderwijsarbeidsmarktfonds MBO en prof.dr. Van Rhenen, die een van de sprekers op de Tweedaagse was met als onderwerp werkdruk. HMC zal daardoor naar verwachting in 2015 gaan participeren in een onderzoek van professor Van Rhenen in het kader van werkdruk en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Verder heeft een OR-lid periodieke vergaderingen van de AOb bijgewoond ter voorbereiding van het landelijke sectorraadsoverleg. Verder heeft de OR een zinvolle en leerzame relatie opgebouwd met de ondernemingsraad van het Grafisch Lyceum Rotterdam waarbij kennis, kunde en ervaring werden gedeeld. Tenslotte heeft de OR het initiatief genomen om het nieuwe hoofd Facilitaire Diensten en hoofd Personeelszaken voor kennismaking en bevordering van interne communicatie en kennisdeling uit te nodigen. De OR is voornemens om hoofd Personeelszaken in 2015 nogmaals in het onderling beraad uit te nodigen om van gedachten te wisselen over het HRM-beleid van HMC. De OR is van plan om in 2015 kennis te maken met andere (nieuwe) staffunctionarissen van het HMC door deze in het onderling beraad uit te nodigen. Kaderbrief OR 2014 De ondernemingsraad heeft in haar jaarlijkse kaderbrief aan het CvB aandacht gevraagd voor de volgende drie speerpunten: Jaarverslag 2014 Pagina 76

78 1. taakbeleid, taaktoedeling en teamverantwoordelijkheid 2. efficiënter werken 3. duurzame inzetbaarheid. De speerpunten zijn voortgekomen uit een inventarisatie van de OR bij de medewerkers middels een enquête. De respons op deze enquête was met 160 reacties uitstekend te noemen. OR-nieuws, website OR en jaarverslag OR In 2014 is OR-nieuws vijf keer verschenen. De OR is voornemens om OR-nieuws periodiek te blijven uitbrengen. Het gedeelte van de OR dat op het Intranet van HMC beschikbaar is, is update gehouden om medewerkers van actuele informatie te kunnen voorzien. Belangrijke stukken, zoals notulen van (overleg)vergaderingen, or-nieuws, brieven van de minister van OCW of rapporten van de mbo-raad, zijn beschikbaar. Het onderdeel Kalender is toegevoegd en bijgehouden met actuele data en agenda s van vergaderingen. De OR heeft, net als in 2013, een uitgebreid eigen jaarverslag uitgebracht over het jaar 2014, waarin alle activiteiten van de OR zijn samengevat en een evaluatie van het functioneren van de OR is weergegeven. Ook is weer schematisch een overzicht gegeven van zaken en onderwerpen waarbij de OR advies-, bespreek-, instemmings- of initiatiefrecht heeft uitgeoefend. Tevens is in het jaarverslag zichtbaar op welke stukken en regelingen de OR in 2014 haar instemming heeft verleend. OR-spreekuur De OR heeft aan het begin van schooljaar 2013/2014 een OR-spreekuur ingesteld. In 2014 hebben in totaal vier spreekuren plaatsgevonden, tegelijkertijd op beide locaties. Minimaal twee OR-leden zijn op het spreekuur beschikbaar voor de medewerkers om informatie te geven en vragen te beantwoorden. Het spreekuur is nog niet heel druk bezocht, maar de OR is voornemens het OR-spreekuur periodiek te blijven organiseren, zodat de OR goed zichtbaar en bereikbaar is voor de medewerkers. Vergaderingen: structuur, frequentie en onderwerpen OR onderling beraad De ondernemingsraad heeft in 2014 zeven keer onderling vergaderd. OR / leerlingenraad In 2014 is er geen formeel overleg geweest van de ondernemingsraad met de leerlingenraden van locatie Amsterdam en van locatie Rotterdam. Er is wel informeel met leden van de leerlingenraad gesproken. OR / Raad van Toezicht Op 20 november 2014 is er een bijeenkomst geweest van de ondernemingsraad met de Raad van Toezicht. Agendapunten voor deze bijeenkomst waren onder meer de profielschets voor leden en voorzitter van de Raad van Toezicht, de voordracht van een lid van de Raad van Toezicht door de ondernemingsraad en de samenstelling van het College van Bestuur. De OR heeft ook haar kaderbrief 2014 aan de Raad van Toezicht overhandigd. Jaarverslag 2014 Pagina 77

79 Er is afgesproken dat op 5 maart 2015 een tweede overleg met de Raad van Toezicht zal plaatsvinden. OR/ CvB In 2014 heeft er vijf keer overleg tussen de ondernemingsraad en het College van Bestuur plaatsgevonden. In 2014 is locatiedirecteur Rotterdam drie keer bij een overlegvergadering aanwezig geweest. Locatiedirecteur Amsterdam heeft één keer bij een overlegvergadering aangezeten. Hoofd Personeelszaken heeft ook één keer aangezeten voor bespreking van agendapunten die tot de taken van de afdeling Personeelszaken behoren. In 2014 zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen tijdens de overlegvergaderingen OR/CvB: Elektronische leeromgeving (ELO): bespreking, advies OR, doelgroepenbeleid 2008: verzoek evaluatie en aanpassing OR, informele vragenronde OR aan medewerkers innovatie: bespreking, advies Regeling beoordelingsgesprekken: verzoek om evaluatie, ontwikkeling nieuwe formulieren, instemming Regeling werkoverleg onderwijspersoneel: OR verzoekt om regeling op te stellen, bespreking, advies OR HMC begroting 2014 en 2015 en meerjarig financieel beleid: bespreking, verzoek om toelichting, verzoek van OR aan CvB om eerdere toezending van HMC begroting 2015 HMC sociaal jaarverslag 2013: bespreking, OR vraagt aandacht voor (communicatie over) promotie en behalen streefcijfers salarismix nieuw- en verbouw locaties Amsterdam en Rotterdam: bespreking stand van zaken, advies OR, bewaken voortgang en communicatie OER-en cohort 2014/2015: advies OR (proces, voortgang), instemming Protocol internet, en sociale media: evaluatie protocol 2011, bespreking, advies OR, CvB werkt aan update HMC-medewerkersonderzoek mbo 2014, bespreking, OR verzoekt om actie CvB voor bevordering hoge respons extra vragen HMC over werkdruk, OR vraagt CvB actie te ondernemen op werkdruk, bespreking verschillen in uitslag vragen werkdruk uit informele or-bliksemenquête en medewerkersonderzoek Privacyreglement: OR vraagt of HMC een dergelijk reglement heeft i.v.m. vermelding daarvan in nieuwe CAO-mbo, CvB laat weten dat er een geheimhoudingsverklaring is aannamebeleid leerlingen: bespreking aanpak, communicatie en stand van zaken Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E): bespreking, advies OR OR Kaderbrief 2014/2015: overhandiging OR aan CvB, verder informele bespreking OR en CvB roosterwijziging locatie Rotterdam (van 9 naar 10 uur): bespreking, OR adviseert CvB om hierover helder en tijdig te communiceren naar leerlingenraad en medewerkers Werkkostenregeling (WKR) per en vitaliteitsbeleid: bespreking, OR levert lijst met aantrekkelijke regeling voor personeel aan het CvB, CvB informeert OR dat bestaande WKR van kracht blijft en neemt input OR mee bij ontwikkeling vitaliteitsbeleid van HMC (speerpunt duurzame inzetbaarheid) OR-nieuws: OR verzoekt CvB om te onderzoeken of OR-nieuws ook digitaal kan worden uitgebracht en verzoekt om meer prominente plaats OR-web op Intranet HMC scholing OR: OR informeert CvB over bezoeken aan congressen en bijeenkomsten OR-verkiezingen 2015: aankondiging verkiezingen, verzoek OR aan CvB om deze te faciliteren, bespreking Jaarverslag 2014 Pagina 78

80 OR-reglement: wijziging (bijlage schema van volgordelijkheid periodiek aftreden ORleden) reglement ingediend bij CvB OR-begroting 2014: OR dient deze in bij CvB, CvB gaat akkoord HMC-jaarplanning 2014/2015 taakbeleid: bespreking uitvoering en communicatie vertrouwenspersonen locaties Amsterdam en Rotterdam: OR vraagt het CvB om verduidelijking wie vertrouwenspersonen zijn en heldere communicatie aan medewerkers hieromtrent werving en introductie nieuwe medewerkers: bespreking geconstateerde verbeteringen in proces, OR verzoekt om vacatures te blijven melden, CvB stelt voor zonder formele procedure een medewerker aan te stellen voor coördinatie en bewaking voortgang en kwaliteit, OR gaat akkoord thema werkdruk: OR doet suggestie aan CvB om HMC te laten deelnemen in onderzoek over omgaan met werkdruk van Willem van Rhenen, CvB zegt toe een afspraak te maken met de heer Van Rhenen LD-functies: bespreking betekenis en rol betreffende functie HMC-integriteitscode: promotieregeling LB/LC: OR verzoekt om nieuwe regeling intentieverklaring samenwerking mbo-scholen: CvB informeert OR over ontwikkeling intentieverklaring HMC integriteitscode: OR vraagt naar integriteitscode, omdat deze in bestuursreglement vermeld staat, CvB laat weten dat dit voor HMC niet van toepassing is en zal opdracht geven het bestuursreglement te laten aanpassen Participatiewet (per ): OR vraagt naar voorgenomen uitvoering, CvB zegt toe OR op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Verder zijn de volgende regelingen of wijzigingen van regelingen formeel met instemming van de OR vastgesteld tijdens de overlegvergaderingen OR/CvB: Vergoeding reis- en verblijfkosten: aanpassing, advies en instemming Vakantie- en verlofregeling 2015: bespreking, advies en instemming Regeling werkoverleg onderwijspersoneel: advies en instemming Scholingsbudget 2015: advies en instemming Promotieregeling LB/LC: bespreking, advies en instemming De OR verwijst tenslotte naar het eigen OR-jaarverslag 2014 indien meer gedetailleerde informatie over bovenstaande gewenst is. Jaarverslag 2014 Pagina 79

81 6.7 Verantwoording aanvullende subsidies Verantwoording schoolmaatschappelijk werk In het schooljaar is wederom gebruik gemaakt van schoolmaatschappelijk werk (SMW) voor 15 uur per week in Rotterdam en 16 uur in Amsterdam. Reden hiervoor blijft de grote behoefte aan ondersteuning bij complexe problematiek van leerlingen. Leerlingen met een hulpvraag worden via de studiecoördinator doorverwezen naar de SMW. Meestal gaat het om meervoudige problematiek. De afgelopen jaren was er een stijgend aantal leerlingen wat gebruik maakte van SMW. We zien dat dit aantal zich het afgelopen jaar in Rotterdam heeft gestabiliseerd en in Amsterdam zelfs flink is afgenomen. Het vaakst melden leerlingen zich aan met emotionele problemen en problemen thuis. Financiële en huisvestingsproblemen komen overigens ook steeds vaker voor, alsmede problemen bij het functioneren op school. We zien hier geen veranderingen ten opzichte van het vorig jaar. Uit evaluaties blijkt dat voor het grootste deel van de leerlingen die hulp krijgt van de SMW er de problemen beter hanteerbaar worden, een derde geeft aan dat het probleem werd opgelost en een kleinere groep geeft aan dat de situatie ongewijzigd is gebleven. Op beide locaties is een Zorgadviesteam (ZAT) actief. Het ZAT overlegt maandelijks. Deelnemers aan dit overlegteam zijn: studiecoördinatoren van alle opleidingen, LGF begeleider, SMW'er en een leerplichtambtenaar van de gemeente Amsterdam of Rotterdam. Het ZAT in Rotterdam heeft vooral een intern karakter, externen sluiten aan op basis van behoefte. Ter ondersteuning van het ZAT neemt een vertegenwoordiger van het HMC deel aan het landelijk overleg met andere vakscholen, ondersteund door het NJI. In 2014 heeft het schoolmaatschappelijk werk aan 124 leerlingen, Amsterdam 40 en Rotterdam 84, een hulptraject verzorgd. De aard van de problemen is divers en is per locatie in de bijlage gespecificeerd. Inzake de uitvoering van schoolmaatschappelijk werk binnen het HMC in 2014 is een bedrag van EUR aan OCW subsidie gemoeid. Aard van de problematiek Rotterdam Amsterdam Emotioneel Financieel 6 3 Functioneren op school 8 6 Gedragsproblemen - 4 Geestelijke gezondheid 9 - Huisvesting 3 1 Problemen thuis 9 12 Anders 5 1 Totaal Bijlage: Aangemelde leerlingen Schoolmaatschappelijk Werk 2014 Jaarverslag 2014 Pagina 80

82 Verantwoording leerlinggebonden financiering (LGF) zorgleerlingen De coördinatie van de begeleiding van zorgleerlingen is in handen van de adviseurs leerlingbegeleiding. Deze vrijgestelde medewerkers zien er op toe dat de binnen de onderwijsteams aangewezen traject- en studieloopbaanbegeleiders geïnformeerd worden en dat de betreffende leerlingen de juiste zorgaanpak geboden kan worden. Tevens onderhoudt de adviseur het contact met de externe zorgorganisaties. Binnen de kaders van de LGFregeling is in 2014 met de coördinerende en ondersteunende activiteiten EUR aan LGF-subsidie verantwoord, waarvan EUR overgangsbekostiging. De LGF regeling is per 31 december 2014 beëindigd en overgegaan in de nieuwe regeling Passend Onderwijs. Verantwoording regeling versterking salarismix In het kader van de regeling versterking salarismix leraren MBO in de Randstadregio s heeft het HMC in 2014 EUR ontvangen. De regeling is opgebouwd uit twee componenten: 25% van de subsidie kan besteed worden aan verminderen van de werkdruk en 75% kan besteed worden aan het creëren van extra LB en/of LC en/of LD-docenten. Het 25% deel heeft het HMC in 2010 al ingevuld door o.a. uitbreiding van het aantal instructeurs in onze organisatie. Het 75% deel wordt ingezet voor de doorstroming van docenten naar LC en LD-bezoldigingsschalen. Verantwoording Lerarenbeurs Docenten van het HMC hebben ook in 2014 weer de mogelijkheid benut om een tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen in het kader van de regeling Lerarenbeurs (inclusief de regeling voor zij-instromers). In 2014 is uit hoofde van deze aanvragen aan het HMC EUR uitgekeerd voor de dekking van de kosten van studieverlof. Verantwoording VSV-subsidie (landelijk en regionaal) Als beloning voor het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters heeft het HMC in 2014 een prestatiesubsidie ontvangen van EUR Dit is gebaseerd op een vermindering van het aantal VSV-ers in het schooljaar 2012/2013 ten opzichte van het schooljaar 2005/2006. Voor aanvullende informatie wordt u kortheidshalve verwezen naar paragraaf 6.4 Kwaliteitszorg. Daarnaast zijn voor het schooljaar 2014/2015 op regionaal niveau zogenaamde plusmiddelen toegekend. Voor Amsterdam gaat het om een bedrag van EUR en voor Rotterdam EUR De bevoorschotting en verantwoording van deze middelen geschiedt via de regionale contactscholen (ROC Amsterdam respectievelijk ROC Albeda). Verantwoording subsidie DMO Amsterdam Door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) te Amsterdam is een projectsubsidie van EUR toegekend in het kader van het convenant Aanval op de uitval voor het schooljaar 2013/2014. Hiervan is EUR in 2014 ontvangen. Deze subsidie is ingezet voor extra personeel (verzuimcoördinator, leerwerkmakelaar, onderwijsassistenten), en het intensiveren van contacten met VMBO scholen in Amsterdam. Voor het schooljaar 2014/2015 is een projectsubsidie van EUR toegekend waarvan eind 2014 een voorschot is ontvangen van EUR Dit betreft een subsidie in het kader van het convenant Aanval op de uitval voor het schooljaar 2014/2015 en wordt ingezet voor een projectmedewerker verzuim, onderwijsassistenten en het versterken van de banden met het voortgezet onderwijs. Jaarverslag 2014 Pagina 81

83 Hoofdstuk 7 Analyse resultaat 2014 en balansontwikkelingen Het boekjaar 2014 is afgesloten met een positief resultaat van EUR Dit is EUR meer dan begroot en EUR hoger dan het resultaat over Onderstaande tabel geeft een analyse van het resultaat ten opzichte van de begroting 2014 en het resultaat over Geconsolideerde staat van baten en lasten EUR x in % 2014 in % 2013 in % Werkelijk baten Begroting baten Werkelijk baten Baten Rijksbijdragen OCW % % % Overige overheidsbijdragen 385 2% 225 1% 283 1% Deelnemersbijdragen 864 4% 800 3% 903 4% Baten contractonderwijs 759 3% 620 3% 465 2% Overige baten 203 1% 117 0% 188 1% Lasten % % % Personele lasten % % % Afschrijvingen % % % Huisvestingslasten % % % Overige lasten % % % % % % Saldo baten en lasten % % 667 3% Financiele baten en lasten 124 1% 122 1% 135 1% Nettoresultaat % % 802 4% Rijksbijdragen OCW De rijksbijdragen zijn EUR hoger uitgekomen dan begroot. De ontwikkeling van de rijksbijdragen is als volgt te specificeren: Rijksbijdragen Verschil EUR x Werkelijk Begroting Werkelijk Lumpsum Geoormerkte subsidies Wachtgeldsubsidie Salarismix MBO Randstad Overige Jaarverslag 2014 Pagina 82

84 De lumpsum is nagenoeg gelijk aan de begroting. De geoormerkte subsidies ontwikkelden zich als volgt: Geoormerkte subsidies Verschil EUR x Werkelijk Begroting Werkelijk Voortijdig schoolverlaten (VSV) Rekenen en Taal Schoolmaatschappelijk Werk Professionalisering MBO Stagebox Lerarenbeurs De regeling Stagebox is vervallen en vanaf 2014 opgenomen in de lumpsum. De regelingen Taal en Rekenen, Professionalisering MBO en VSV worden vanaf 2015 onderdeel van de zgn. Prestatiebox (kwaliteitsafspraken). Schoolmaatschappelijk werk en Lerarenbeurs blijven als individuele regelingen bestaan. Salarismix MBO Randstad Uit hoofde van de regeling Salarismix leraren in de Randstad heeft het HMC in 2014 een subsidievoorschot ontvangen van EUR Op grond van het ingezette beleid op dit terrein (o.a. promotie LB naar LC en versterking LD-functies) en het in 2011 bij OCW ingediende plan van aanpak Versterking salarismix hebben wij in 2014 EUR toe kunnen rekenen aan de exploitatie. Het nog niet bestede bedrag van de subsidies uit (totaal EUR ) zal mogelijk voor een deel moeten worden terugbetaald op basis van de werkelijke salarismix van het HMC per 1 oktober Er is nog overleg gaande tussen OCW en de individuele mbo-instellingen over de definitieve afrekening. Naar verwachting zal hierover in de loop van 2015 helderheid ontstaan. Het deel van de EUR 1,3 mln. wat na afrekening resteert, zal worden benut in 2015 en latere jaren, ter dekking van de loonkostenstijgingen die voortvloeien uit het plan van aanpak. Overige subsidies OCW In 2014 werd voor EUR aan overige subsidies ontvangen. Dit betreft grotendeels LGF gelden ad EUR , waarvan EUR overgangsbekostiging. De LGF regeling is per 31 december 2014 beëindigd en overgegaan in de nieuwe regeling Passend Onderwijs. Overige overheidsbijdragen en -subsidies Dit betreft subsidies van regionale en gemeentelijke overheden. Voor een specificatie wordt verwezen naar de toelichting bij de jaarrekening. In totaal is deze post EUR hoger dan begroot, onder meer doordat de subsidies van de gemeente Amsterdam (DMO) hoger waren dan verwacht. Deelnemersbijdragen Hieronder zijn begrepen de leerlingbijdragen inzake wettelijk cursusgeld en excursies e.d. (EUR ) en de netto verkoopopbrengst van de beide winkels (EUR ). De leerling bijdragen waren in lijn met de begroting. Jaarverslag 2014 Pagina 83

85 Baten contractonderwijs Dit betreft de netto cursusomzet van de 100% deelneming HMC Cursus en Training B.V. Voor meer informatie zie het exploitatieoverzicht van de B.V. elders in deze paragraaf. Overige baten Onder de overige baten zijn Europese subsidies voor buitenlandstages verantwoord (Leonardo projecten) alsmede opbrengsten uit verhuur kluisjes en toekenning printtegoeden. Personele lasten De personele lasten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Personele lasten Verschil EUR x Werkelijk Begroting Werkelijk Loonkosten Onttrekking aan voorzieningen Personeel derden Scholing Reiskosten Kosten WW uitkeringen Dotatie aan voorzieningen Overige personele lasten Af: uitkeringen Loonkosten De loonkosten stegen t.o.v met EUR ofwel 6,7%. Deze stijging is als volgt te verklaren: toename van de gemiddelde personeelsformatie met 12 FTE (5,8%) van 206,5 naar 218,5 FTE door gestegen leerlingaantallen en intensivering van de opleidingen in het kader van Focus op Vakmanschap met ingang van schooljaar periodieke loonstijging per 1 augustus daartegenover zijn de kosten van ziektevervanging afgenomen t.o.v Ten opzichte van de begroting 2014 waren de loonkosten EUR lager. Belangrijkste oorzaak is dat bij de begroting was uitgegaan van een CAO verhoging van 2% vanaf 1 januari 2014; de verhoging bedroeg echter slechts 1,2% vanaf 1 augustus Personeel derden De kosten voor extern personeel waren aanmerkelijk hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt vooral veroorzaakt door extra ondersteunend personeel voor Passend Onderwijs (ambulante diensten) alsmede diverse projecten. Deels staan hier extra baten tegenover. Kosten WW uitkeringen De kosten van werkloosheidsuitkeringen (WW en BWW) van oud werknemers zijn t.o.v verdubbeld naar ruim EUR Als mbo-instelling zijn wij niet verzekerd voor WW lasten, maar ontvangen ter compensatie wel wachtgeldsubsidie van de overheid (zie baten). In 2015 is het HMC beleid inzake re-integratie van oud werknemers verder aangescherpt. Jaarverslag 2014 Pagina 84

86 Overige personele lasten Dit betreft onder meer de kosten van werving, catering, vacatiegelden RvT, vergaderkosten en personeelsactiviteiten. Afschrijvingen De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van 2013 met bijna EUR gedaald, doordat een aantal activa inmiddels geheel is afgeschreven. Het pand in Rotterdam is in de jaren versneld afgeschreven wegens de nieuwbouw welke in 2015 wordt opgeleverd. Hierdoor zijn de afschrijvingslasten in 2014 relatief zeer laag. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn per saldo hoger uit dan begroot. Dit betreft voor een belangrijk deel de kosten nieuwbouw Rotterdam welke gemaakt zijn voordat de definitieve bouwovereenkomst in juli 2014 werd getekend. Vanaf juli worden alle kosten inzake de nieuwbouw geactiveerd. Overige lasten De overige lasten (administratie- en beheerskosten, leermiddelen, ICT, werving en promotie) liggen per saldo in lijn met vorig jaar en met de begroting. Alleen de kosten van leermiddelen vielen hoger uit dan begroot, deels door een andere rubricering van de inningskosten van Van Dijk Educatie, en deels doordat de kosten te laag waren ingeschat. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn in 2014 licht gedaald, ondanks een stijging van de spaartegoeden. Dit wordt veroorzaakt door de gedaalde creditrente. HMC cursus en training BV In de geconsolideerde balans en exploitatierekening zijn de cijfers van de deelneming HMC Cursus en Training B.V. verdisconteerd. Het vennootschappelijk resultaat van de deelneming over 2014 is uitgekomen op een winst van EUR tegenover een winst van EUR over Elders in dit bestuursverslag is een toelichting opgenomen over de ontwikkelingen. In onderstaande tabel is het resultaat uitgesplitst. Hieruit blijkt dat zowel op het cursorisch onderwijs als de verkoop via beide winkels een positief resultaat is gerealiseerd. Exploitatie HMC Cursus en Training B.V. Cursussen 2014 Winkels 2014 Totaal C&T 2014 Cursussen 2013 Winkels 2013 Totaal C&T 2013 Omzet Kostprijs Brutomarge Algemene kosten Netto resultaat Jaarverslag 2014 Pagina 85

87 BALANSONTWIKKELINGEN Liquiditeits- en vermogenspositie De liquiditeits- en vermogenspositie van het HMC zijn beide als goed te kwalificeren. Het werkkapitaal is ten opzichte van 2013 gestegen met EUR , zoals blijkt uit onderstaande tabel: Werkkapitaal EUR x Vorderingen en voorraden Liquide middelen Totaal vlottende activa Kortlopende schulden Werkkapitaal Liquditeitsratio (current ratio) 2,55 3,21 De current ratio (vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden) bedraagt 2,6. Een instelling met een ratio van 1,2 of meer wordt in de systematiek van het ministerie van OCW als financieel gezond aangeduid. De cashflow heeft zich in 2014 als volgt ontwikkeld: Cashflow EUR x Begroting Werkelijk Exploitatieresultaat Bij: afschrijvingen Bij: investeringssubsidies (geboekt t.g.v. activa) 50 0 Bij: dotatie voorziening onderhoud Af: investeringen Af: idem nieuwbouw Rotterdam Af: uitgaven t.l.v. voorziening onderhoud Mutaties voorziening personeel 0 2 Mutatie kortlopende vorderingen en schulden Cashflow boekjaar Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december In de begroting was rekening gehouden met EUR 5,0 mln uitgaven inzake nieuwbouw Rotterdam, maar deze uitgaven schuiven deels door naar Mede hierdoor is de stand van de liquide middelen per 31 december 2014 aanmerkelijk hoger dan begroot. De liquide middelen zijn ondergebracht bij twee bankinstellingen, ING en ABN AMRO. Jaarverslag 2014 Pagina 86

88 De vermogenspositie kan als volgt worden weergegeven: Vermogenspositie EUR x Algemene reserve Bestemmingsreserve herhuisvesting Bestemmingsreserve personeel Bestemmingsreserve Focus op Vakm Eigen vermogen Totaal vermogen Totaal baten Financiele baten Totaal baten weerstandvermogen Solvabiliteit (EV/TV) 73% 75% Kapitalisatiefactor (TV/totale baten) 111% 103% Weerstandsvermogen (AR/TV) 45% 44% Noot: weerstandsvermogen = algemene reserve / totaal vermogen Het eigen vermogen is in 2014 met EUR 2,2 mln toegenomen door de bestemming van het positieve exploitatieresultaat over De bestemmingsreserves bedragen eind 2014 EUR 8,0 mln. Gelet op de in ontwikkeling zijnde herhuisvestingsplannen voor de locatie Rotterdam heeft het College van Bestuur besloten om een bestemmingsreserve herhuisvesting te vormen, waaraan sinds 2008 jaarlijks vanuit de bestemming van het resultaat een dotatie wordt gedaan. Daarnaast is besloten om in verband met de vrijval (in 2010) van de BAPO voorziening een afzonderlijke bestemmingsreserve te vormen, ter dekking van toekomstige BAPO lasten en andere (onvoorziene) personele lasten. Ultimo 2014 is een reserve Focus op Vakmanschap gevormd om toekomstige effecten van het nieuwe bekostigingsmodel te compenseren. Ultimo 2014 bedraagt de algemene reserve EUR 11,2 mln. Daarmee beschikt het HMC over een weerstandsvermogen (EV/TV) van 45%, hetgeen ruimschoots voldoet aan de gewenste bandbreedte (BVE norm 10%-60%) voor gezond vermogensbeheer. Hoewel de balansverhouding en de financiële positie van het HMC zeer gezond zijn, wordt hierbij wel aangetekend dat de herhuisvestingsplannen aanzienlijke gevolgen zullen hebben. Met name de liquiditeit zal in 2015 en 2016 fors afnemen vanwege de inzet van eigen middelen voor de financiering van de nieuwbouw/verbouw Rotterdam. Het vermogen van het HMC bevat geen private onderdelen en kan derhalve geheel worden aangemerkt als publiek vermogen. Investeringen In 2014 bedroegen de investeringen EUR 2,7 mln. waarvan 1,8 mln. nieuwbouw Rotterdam en EUR 0,9 mln. overige investeringen (begroot EUR 1,0 mln.) Jaarverslag 2014 Pagina 87

89 Voorzieningen De voorzieningen zijn als volgt te specificeren: Voorzieningen Stand Af: Bij: Stand EUR x uitgaven dotatie Groot onderhoud R'dam Groot onderhoud A'dam Personele voorzieningen: Lang ziekteverzuim Afvloeiingskosten Jubilea Werkloosheidskosten Onderhoudsvoorziening Locatie Rotterdam In verband met de lopende nieuwbouw/verbouw is er in 2014 weinig groot onderhoud meer gepleegd aan het oude pand, wat eind 2015 zal worden gesloopt. Het huidige saldo van de voorziening kan worden aangewend voor onverwachte uitgaven die bij een oud pand nooit op voorhand uit te sluiten zijn. Wat eind 2015 nog resteert, kan worden ingezet voor de vorming van een nieuwe onderhoudsvoorziening. Locatie Amsterdam In 2011 is een meerjaren onderhoudsplan (MOP) opgesteld. Op basis van dit MOP bedraagt de jaarlijkse dotatie EUR per jaar. Voorziening lang ziekteverzuim Deze voorziening dient ter dekking van de kosten in verband met langdurig ziekteverzuim. De voorziening per 31 december 2014 is gevormd voor medewerkers die ultimo 2014 met ziekteverlof waren en waarvoor de prognose is dat dit verzuim tot einde schooljaar 2014/15 aanhoudt. Voorziening afvloeiingskosten Ultimo 2014 is een voorziening gevormd van EUR voor incidentele afvloeiingskosten. Voorziening jubilea Dit betreft een voorziening voor de opbouw van de personeelsaanspraken volgens de CAO op een jubileumuitkering bij een 25-en 40 jarig dienstverband. Voorziening wachtgeldverplichtingen Ultimo 2014 is voor wettelijke en bovenwettelijke wachtgeldverplichtingen inzake voormalige HMC medewerkers een voorziening gevormd ter grootte van EUR Jaarverslag 2014 Pagina 88

90 BIJLAGE 1 Resultatenbox 1. Verklaring bevoegd gezag Het bevoegd gezag verklaart hierbij dat zij o.a. de volgende maatregelen heeft getroffen en instrumenten heeft ingezet opdat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten, d.w.z. alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Het gaat in dit verband om zaken als het volgens de wettelijke termijnen vaststellen van de onderwijs- en examenreglementen, het voldoen aan de urennorm van gemiddeld klokuur voltijdopleidingen en 200 klokuur BBL en het instellen van een examencommissie die toeziet op het op juiste wijze doorlopen van het examinerings- en diplomeringsproces. Maar ook om het uitvoeren van interne en externe audits, onder andere blijkend uit de onderzoeken van de Inspectie en het periodiek laten opstellen van rapportages over de uitvoering van de planning van de wettelijk voorgeschreven urennormen. In de onderwijs en examenreglementen (OER) van de opleidingen heeft het HMC de informatieplicht aan de leerlingen (bij minderjarigheid ook ouders, verzorgers en/of voogd) vastgelegd. Daarnaast ontvangt elke leerling een onderwijsovereenkomst (OOK), de OOK-bijlage, de HMC-wijzer en indien van toepassing een praktijkovereenkomst (POK). In de bijlage van de OOK kan de leerling lezen welke rechten en plichten hij/zij heeft tijdens het volgen van de opleiding en in de HMC-wijzer staat alle algemene informatie. Alle nieuwe leerlingen krijgen na een intakegesprek en assessment een passend onderwijsaanbod geadviseerd. 2. Diplomaresultaat Het diplomaresultaat over het schooljaar 2013/2014 bedraagt op het HMC 75%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 3. Jaarresultaat Het jaarresultaat over het schooljaar 2013/2014 bedraagt op het HMC 76%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 4. Aantal nieuwe VSV-ers Het percentage nieuwe VSV-ers in het schooljaar 2013/2014 bedraagt op het HMC 2,9%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 5. Personeel De samenstelling van het personeelsbestand is als volgt: Personeelssamenstelling 31-dec 31-dec Personeelssamenstelling 31-dec 31-dec (personen) (FTE) Onderwijzend personeel ,3 154,8 Niet onderwijzend personeel ,5 49,6 HMC cursus en training 2 2 2,0 2,0 Totaal ,8 206,4 Tabel samenstelling personeel De verhouding tussen het onderwijzend personeel en het niet onderwijzend personeel is Jaarverslag 2014 Pagina 89

91 voor het schooljaar 2014/2015 begroot op 75% : 25%. In het uiteindelijk vastgestelde formatieplan 2014/2015 is de verhouding uitgekomen op 77% : 23%. Het verloop in tijdelijke en vaste aanstellingen is als volgt geweest: Aanstelling 31-dec 31-dec Aanstelling 31-dec 31-dec (personen) (FTE) vast vast 179,6 155,8 tijdelijk tijdelijk 47,2 50,6 Totaal (*) Totaal 226,8 206,4 Tabel vaste en tijdelijke aanstellingen (*) een aantal medewerkers heeft naast hun vaste aanstelling ook een tijdelijke uitbreiding tot einde schooljaar, hierdoor komen zij zowel voor als vast en als tijdelijk, het totaal aantal medewerkers blijft echter 268 resp Voor aanvullende informatie verwijzen wij u graag naar paragraaf 6.5 Sociaal jaarverslag. 6. Tevredenheid leerlingen Het verloop van de tevredenheidsscore over de periode is in onderstaand diagram weergegeven. 8,0 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 JOB leerlingentevredenheid 7,5 7,6 7,5 7,6 7,4 7,5 7,5 7,3 7,3 7,4 7,1 7,1 7,1 6,9 7,1 7,1 7,1 7,2 7 6, A'dam instelling 2012 R'dam instelling 2014 HMC instelling A'dam opleiding R'dam opleiding HMC opleiding 7. Financiële indicatoren Solvabiliteit (EV/VV): 75% Liquiditeit (current ratio): 3,2 Rentabiliteit (resultaat / totale baten): 3,5 Voor een toelichting op deze kengetallen verwijzen wij u graag naar Hoofdstuk 7 Analyse resultaat Jaarverslag 2014 Pagina 90