Financieel en fiscaal statuut
|
|
- Karen van der Woude
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Financieel en fiscaal statuut Versie: Vastgesteld door bestuur: 16 maart 2017 Goedgekeurd door RvC: 16 maart 2017
2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doel Sturing Sturen op vermogen Sturen op kasstromen Sturen op rendement Sturen op risico Sturen op maatschappelijk rendement Sturen op informatie Planning- en controlcyclus Meerjarencyclus Jaarcyclus Rol van de controller Maatschappelijk afwegingskader Fiscaal statuut Doelstelling, verantwoording en werkwijze Fiscale visie Fiscaal beleid Fiscale besluitvorming Processen Organisatie Informatie Controle en evaluatie PDCA-cyclus Financiën en fiscaliteiten Financieel en fiscaal statuut Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 1
3 1. Inleiding Een adequaat financieel beleid dient te borgen dat een corporatie in continuïteit haar doelstellingen kan (blijven) realiseren. Het financiële beleid van De Goede Woning moet voldoende kaders bevatten om financiële sturing in te bedden in de corporatie. Deze kaders en de bijbehorende normen vormen samen de randvoorwaarden waarbinnen De Goede Woning financieel opereert. Het belang van financiële sturing is in de afgelopen jaren toegenomen. Wijzigingen in de wettelijke regels, waaronder de scheiding van DAEB en niet-daeb activiteiten en in de opgelegde heffingen (vennootschapsbelasting, heffingen bijzondere projectsteun) liggen hier mede aan ten grondslag. Maar ook macro-economische ontwikkelingen als de lage inflatie, lage rentestand en veranderende verhoudingen tussen huur en koop op de woningmarkt, maken het hebben van kaders om het beleid aan te toetsen alleen maar belangrijker. Daarnaast hebben corporaties te maken met de verhuurdersheffing, de betaalbaarheidsdiscussie en verduurzaming van de woningvoorraad. De wijziging van wettelijke regels en de maatschappelijke ontwikkelingen hebben effect op de financiële positie van De Goede Woning Doel Om de effecten van financiële sturing te beoordelen heeft De Goede Woning voor haar financiële sturing kaders opgesteld. Jaarlijks worden de normen waaraan de financiële sturing moet voldoen herijkt. Het doel van het financieel- en fiscaal statuut is: het beoordelen en beheersen van de financiële positie. De Goede Woning wil vanuit haar financieel beleid en beheer graag sturen op: - vermogen; - kasstromen; - rendement; - risico; - maatschappelijk rendement; - informatie. Voor deze stuurpunten zijn normen opgesteld (prestatie-indicatoren). De kaders en de bijbehorende normen vormen samen met de randvoorwaarden waarbinnen De Goede Woning financieel opereert: het financiële toetsingskader. De normen die gehanteerd worden door de Aw en het WSW voor de betreffende kengetallen zijn leidend: De Goede Woning wil tenminste voldoen aan de normen die gesteld worden door de externe toezichthouders. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 2
4 2. Sturing 2.1. Sturen op vermogen Woningcorporaties moeten hun financiële continuïteit waarborgen. Een van de belangrijkste financiële indicatoren hiervoor is het eigen vermogen van de woningcorporatie. Het eigen vermogen dient als buffer om toekomstige risico s op te vangen en om onrendabele maatschappelijke investeringen te kunnen financieren. Bij een voldoende eigen vermogen is de financiële continuïteit van De Goede Woning op lange termijn gewaarborgd. De financiële prestatie-indicatoren die De Goede Woning bij het sturen op (voldoende) vermogen hanteert zijn: - Solvabiliteit; o Het aandeel eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen van de corporatie is voldoende. - LTV (Loan to Value op bedrijfswaarde); o De corporatie genereert op lange termijn voldoende operationele kasstromen ten opzichte van de schuldpositie, uitgaande van continuïteit in de exploitatie. - Dekkingsratio (Loan to Value op marktwaarde in verhuurde staat); o De verhouding tussen de schuldpositie en de onderpandwaarde van het bezit (op basis van marktwaarde in verhuurde staat) is voldoende (laatste uitvalsbasis bij een slechte financiële positie). Solvabiliteit Eigen vermogen minus deel volkshuisvestelijke bestemming eigen vermogen Balanstotaal minus deel volkshuisvestelijke bestemming eigen vermogen De solvabiliteit geeft de vermogenspositie van de corporatie weer. Bij de vergelijking tussen corporaties en marktpartijen zijn er twee zaken die essentieel verschillen: - Corporaties hanteren streefhuren die sterk kunnen afwijken van markthuren om hiermee hun publieke taak te kunnen uitvoeren: het verhuren van woningen aan doelgroepen van beleid. - Samenhangend hiermee is de focus van corporaties gericht op de instandhouding van een portefeuille gericht op doorexploitatie. Dit laat onverlet dat binnen een portefeuille woningen kunnen worden verkocht, gesloopt, nieuw gebouwd en verbeterd, maar per saldo zal de portefeuille gericht op verhuur redelijk stabiel blijven. In prestatieafspraken zal dit worden vastgelegd. Volkshuisvestelijke bestemming De uitwerking van bovenstaande twee onderdelen in het perspectief van de marktwaarde en het niet vrij beschikbaar zijn daardoor van middelen voor de publieke taakuitoefening heeft voor de DAEB-tak geresulteerd in het begrip volkshuisvestelijke bestemming. De corporatie berekent zelfstandig de volkshuisvestelijke bestemming op het eigen vermogen als gevolg van het huurprijsbeleid en het doorexploiteren. De corporatie herrekent voor dit doel de waarde van het hele DAEB-bezit door voor twee parameters (uit het handboek marktwaarde in verhuurde staat) de volgende aanname te doen: 1) Gehele bezit op doorexploiteren; 2) De markthuur vervangen door streefhuur. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 3
5 Het verschil tussen de waarde conform deze parameters en de oorspronkelijke marktwaarde is de volkshuisvestelijke bestemming. Voor niet-daeb wordt verondersteld dat er marktconforme kasstromen worden gerealiseerd en is het bepalen van de volkshuisvestelijke bestemming daardoor niet van toepassing. LTV (Loan to Value op bedrijfswaarde) Nominale schuldpositie Bedrijfswaarde De LTV meet in hoeverre de kasstroom genererende capaciteit van de portefeuille op lange termijn, gemeten aan de hand van de Bedrijfswaarde van de portefeuille vastgoed in exploitatie, in een gezonde verhouding staat tot de schuldpositie. Bij een bepaald niveau van Kasstroom Genererende Capaciteit (KGC) van de portefeuille hoort een bepaalde maximale schuldpositie. Zolang de KGC van de voorraad voldoende in stand gehouden wordt, kan een corporatie een schuldpositie op lange termijn aanhouden. In het toepassen van de LTV wordt in de DAEB-tak zowel gekeken naar de bruto lening (niet gecorrigeerd voor interne lening) als de netto lening (gecorrigeerd voor interne lening). In de gehele prognoseperiode moet voor DAEB minimaal de netto lening (gecorrigeerd voor interne lening) onder het gestelde maximum uitkomen. Dekkingsratio (Loan to Value op marktwaarde in verhuurde staat) Nominale schuldpositie Marktwaarde in verhuurde staat De dekkingsratio geeft de verhouding van de schuld en de waarde van het onderpand weer. Dit onderpand heeft een bepaalde waarde bij gedwongen verkoop. De dekkingsratio is een maat voor de positie van de verhouding in de context van de uitvalsbasis bij een slechte financiële positie. De waarde van het onderpand wordt bepaald op basis van marktwaarde in verhuurde staat. In het toepassen van de dekkingsratio wordt in de DAEB-tak zowel gekeken naar de bruto lening (niet gecorrigeerd voor interne lening) als de netto lening (gecorrigeerd voor interne lening) Sturen op kasstromen Kasstromen zijn voor de bedrijfsvoering van een woningcorporatie erg belangrijk. Het spreekt dan ook voor zich dat de financiële prestatie-indicatoren en richtlijnen van De Goede Woning zoveel mogelijk gebaseerd zijn op kasstromen. De Goede Woning maakt de kasstromen periodiek inzichtelijk. De financiële prestatie-indicatoren die De Goede Woning bij het sturen op operationele kasstromen (inclusief vennootschapsbelasting) hanteert zijn: - ICR (Interest Coverage Ratio) o Corporatie genereert op korte en lange termijn voldoende operationele kasstromen om renteverplichtingen te voldoen, uitgaande van continuïteit in de exploitatie. - DSCR (Debt Service Coverage Ratio) o Corporatie genereert op korte termijn voldoende operationele kasstromen om renteen aflossingsverplichtingen te voldoen, uitgaande van continuïteit in de exploitatie. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 4
6 ICR (Interest Coverage Ratio) Operationele kasstroom + rentelasten rentebaten Rentelasten rentebaten interne lening De ICR geeft inzicht in de liquiditeit van de corporatie. Het kengetal geeft aan in welke mate de rentelasten worden gedekt vanuit het resultaat op operationele activiteiten. Uitgangspunt is dat een corporatie streeft naar het genereren van een duurzame kasstroom zodanig dat deze de verplichtingen vanuit de leningenportefeuille op korte en lange termijn kan dragen. Zolang de kasstroom genererende capaciteit van de voorraad voldoende in stand gehouden wordt, kan een corporatie een schuldpositie op lange termijn aanhouden. Aflossingen kunnen dan geherfinancierd worden. De operationele kasstroom moet dan duurzaam voldoende zijn om rente-uitgaven te dragen. ICR meet de renteverdiencapaciteit van de corporatie. Rente interne lening De baten van de interne lening(en) in de DAEB-tak zijn een integraal onderdeel van de leningportefeuille. De rentebaten van de interne lening worden in de berekening van de ICR van de DAEB-tak derhalve gesaldeerd met de rentelasten in de noemer (onder de streep in de formule = de noemer). De rentebaten van de interne lening worden, evenals de reguliere rentebaten, uit de teller geëlimineerd. De rentelasten in de noemer bevatten dus de totale rentelast van de bruto leningen gecorrigeerd met de rentebaten van de interne lening aan niet-daeb. In de definitie van niet-daeb wordt de rentelast op de interne lening zowel in de teller als noemer meegenomen. DSCR (Debt Service Coverage Ratio) Operationele kasstroom + rentelasten - rentebaten Rentelasten rentebaten + aflossing Dit kengetal geeft weer in welke mate de corporatie in staat is om voldoende kasstromen te genereren om, indien nodig, voldoende aflossingen op het vreemd vermogen te kunnen voldoen. Uitgangspunt is dat een corporatie streeft naar het genereren van een duurzame kasstroom zodanig dat deze de verplichtingen vanuit de leningenportefeuille op korte en lange termijn kan dragen. Als de kasstroom genererende capaciteit van de voorraad niet voldoende in stand gehouden wordt, moet binnen de restant levensduur van de voorraad vanuit de operationele kasstroom voldoende middelen gegenereerd worden om de schulden af te bouwen, uitgaande van een minimaal niveau van onderhoud gericht op exploitatie tot aan het einde van de levensduur. De operationele kasstroom over de resterende levensduur moet dan voldoende zijn om rentelasten én de theoretisch benodigde aflossingen te dragen. De DSCR meet de aflossingsverdiencapaciteit. Aflossing DAEB Onder de aanname dat de leningportefeuille van DAEB geborgd is, wordt de aflossing ingevuld door een aflossingsfictie. Door de borging is er een grote kans op herfinanciering en kan een gelijkmatig theoretisch aflossingsverloop worden aangenomen. Voor de berekening van de theoretische aflossing mag rekening gehouden worden met verkoopopbrengsten uit bestaand bezit. Op de verkoopopbrengsten komen de externe kosten bij verkoop in mindering. In de berekening van de theoretische aflossing wordt tevens rekening gehouden met een restwaarde van de portefeuille aan het einde van de levensduur. De restwaarde portefeuille wordt genormeerd op per VHE (woonequivalent). Daarnaast wordt in de berekening van de theoretische aflossing (noemer) de omvang van de verstrekte interne lening in mindering gebracht op het vreemd vermogen. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 5
7 Aflossing niet-daeb De DSCR geeft ook eventuele risico s voor het (her)financieren van niet-daeb weer. Doordat niet- DAEB niet kan steunen op geborgde financiering, wordt de aflossing voor de niet-daeb-tak bepaald op basis van het werkelijk aflossingsschema van de interne lening DAEB en overige ongeborgde leningen in de niet-daeb-tak. Voor het (her)financieren van de leningportefeuille via commerciële financiering moet er scherp gestuurd worden op de aflossingsverplichtingen en wordt verwacht dat het aflossingspatroon van de leningportefeuille daarop is afgestemd. Rente interne leningen DAEB De baten van de interne lening(en) in de DAEB-tak zijn een integraal onderdeel van de leningportefeuille. Deze rentebaten van de interne lening worden in de berekening van de DSCR van de DAEB-tak derhalve gesaldeerd met de rentelasten in de noemer. De rentelasten in de noemer bevatten dus de totale rentelast van de bruto leningen minus de reguliere rentebaten en de rentebaten vanwege de interne lening. In de definitie van niet-daeb speelt het vraagstuk van de rentebaten op de interne lening niet. De rentelast voortvloeiende uit de interne lening wordt op de reguliere wijze in de DSCR-bepaling meegenomen Sturen op rendement De Goede Woning is een onderneming zonder winstoogmerk en met een maatschappelijke doelstelling. Het waardevast in stand houden van het eigen vermogen is nodig voor de financiële continuïteit van de stichting. Het eigen vermogen is in hoofdzaak geïnvesteerd in vastgoed. Om die waardevastheid van het eigen vermogen te bewerkstelligen moet voldoende rendement op het vastgoed worden gemaakt. Bij rendement op vastgoed kan onderscheid worden gemaakt tussen IRR en indirect rendement. De IRR gaat over de kasstromen in relatie tot de marktwaarde van het bezit. Indirect rendement heeft betrekking op de waardeontwikkeling van het vastgoed. IRR De IRR op basis van marktwaarde geeft een weergave van de operationele verdiencapaciteit van de vastgoedexploitatie. Operationele aan vastgoed gerelateerde kasstroom (inclusief vennootschapsbelasting) Marktwaarde in verhuurde staat Indirect rendement Het indirect rendement op basis van marktwaarde geeft over een periode een weergave van de marktwaardeontwikkeling van de vastgoedexploitatie. Marktwaarde in verhuurde staat einde periode Marktwaarde in verhuurde staat begin periode Het indirect rendement wordt gemonitord. Het laat zien in hoeverre De Goede Woning waarde creëert. Deze waarde is altijd subjectief, of het nu gaat om bedrijfswaarde, marktwaarde, WOZ-waarde, of welke andere waarde dan ook. Pas als de waarde verzilverd wordt in een uitpondscenario, is deze objectief. WACC (Weighted Average Cost of Capital) Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 6
8 De vermogenskosten worden uitgedrukt in een gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. Deze is opgebouwd uit de kosten voor vreemd vermogen en het vereiste rendement op eigen vermogen van De Goede Woning. Rendement Vreemd Vermogen Het rendement vreemd vermogen, ofwel de gewogen gemiddelde rentevoet op de leningenportefeuille, geeft de gemiddelde betaalde rente weer op de aangetrokken leningen van De Goede Woning. Het streven is erop gericht om deze gewogen gemiddelde rentevoet te minimaliseren binnen bepaalde risicokaders (duration; gewogen gemiddelde looptijd leningenportefeuille). Duration is een in de praktijk gangbare norm voor de rentegevoeligheid van een lening of de leningen. De duration meet de gewogen gemiddelde rente typische looptijd van de leningenportefeuille en is tevens een maatstaf voor het renterisico en de rentegevoeligheid. Naarmate de duration van de leningenportefeuille op een hoger niveau ligt zijn het renterisico en de rentegevoeligheid lager. Bij een verhoging van de rente typische looptijd lopen de rentekosten op, dit vraagt om een bandbreedte bij deze norm. Rendement Eigen Vermogen Deze rendementseis op het eigen vermogen wordt sterk afhankelijk gesteld van de financiële positie van de woningcorporatie. Zolang het eigen vermogen van De Goede Woning voldoet aan de gestelde normen zal als maatschappelijke organisatie genoegen worden genomen met een rendement gelijk aan de inflatie Sturen op risico De methodiek rond risicomanagement wordt nog uitgewerkt. Naast het risicomanagement systeem hanteert De Goede Woning scenarioanalyses waarbij de gevoeligheid van risico s op de bedrijfsvoering worden gespiegeld aan de financiële sturingsnormen Sturen op maatschappelijk rendement De Goede Woning kijkt niet alleen naar het financieel rendement. Als belangrijke speler in het maatschappelijk middenveld wil De Goede Woning ook het maatschappelijk rendement benoemen en inzichtelijk maken als aanvulling op het indirect rendement. Maatschappelijk rendement is inzichtelijk te maken als de volgende ingrediënten in beeld zijn: - de inzet (input) die nodig is om de activiteit te ondernemen (geld, maar ook personele inzet of gebruik van materiaal); - resultaat (output); - maatschappelijk effect (outcome), welk verschil maakt de interventie voor wijk, bewoners of andere belanghouders. Achilleshiel blijkt hierin vaak de veranderingstheorie: alle veronderstellingen en verwachtingen over hoe het resultaat doorwerkt in de maatschappelijke effecten. Een veranderingstheorie is gemakkelijk te verwoorden in als dan termen. Bijvoorbeeld: als de huismeester zichtbaar aanwezig is, dan voelen mensen zich veilig. Of: als de omgeving er door intensiever beheer schoner en heler uitziet, dan gedragen bewoners zich netter. Maatschappelijk rendement is dus de verhouding tussen de input en de uiteindelijke maatschappelijke effecten. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 7
9 Credo hierbij is: gezonde financiële ondersteuning om gezonde maatschappelijke effecten te realiseren Sturen op informatie De hiervoor genoemde financiële prestatie-indicatoren moeten gemonitord worden. Dit gebeurt via de kwartaalrapportages. Vaststelling van de normen vindt jaarlijks plaats, er wordt in beginsel aangesloten bij de normen van de Autoriteit woningcorporaties en het WSW. Resultaten worden per definitie in het jaarverslag opgenomen. Bij een overschrijding van de norm moet De Goede Woning direct maatregelen treffen om de betreffende financiële prestatie-indicator weer aan de norm te laten voldoen. Sturen op vermogen Definitie Rapportage Vaststelling norm Solvabiliteit (vhv-bestemming) (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar LTV bedrijfswaarde (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar Dekkingsratio LTV marktwaarde (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar Sturen op kasstromen Definitie Rapportage Vaststelling norm ICR (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar DSCR (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar Sturen op rendement Definitie Rapportage Vaststelling norm IRR (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar Indirect rendement (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar WACC (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar Duration (meerjaren) begroting Eenmaal per jaar Sturen op risico Definitie Rapportage Vaststelling norm Risicomanagement kwartaalrapportages (4x/jaar) Eenmaal per jaar Scenarioanalyses (meerjaren) begroting n.v.t. Sturen op maatschappelijk rendement Definitie Rapportage Vaststelling norm Op basis van instrumentarium kwartaalrapportage (indien van n.v.t. toepassing) Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 8
10 3. Planning- en controlcyclus De planning en controlcyclus vormt de basis voor het organisatorisch en procesmatig vormgeven van de strategische, tactische en operationele (organisatie)beheersing om zo de organisatiedoelen te realiseren. Het sturingsproces binnen De Goede Woning wordt ingericht op basis van een geïntegreerde en samenhangende planning & control cyclus (P&Ccyclus). Dit proces zorgt voor structurering bij de beheersing van de onderneming. De beheersing van de organisatie omvat te allen tijde twee (met elkaar verbonden) aspecten: - Sturen: leidend tot het bereiken van de doelstellingen; - Verantwoorden: leidend tot het verkrijgen van décharge over het gevoerde beleid. Definitie van planning & control Planning & control is te definiëren als het geheel van activiteiten dat uitgevoerd moet worden om duidelijk te maken wat er in een bepaalde periode moet gebeuren als uitkomst van een bestuurlijk proces (planning), de rapportage daarover en de benodigde bijsturing en uiteindelijke verantwoording over de behaalde resultaten aan het bestuur (control). Om te komen tot een goed functionerende planning en control cyclus worden de basisdimensies in onderlinge samenhang bekeken en ingevuld. Daarbij gaat het om de volgende aspecten: - Rollen en gedrag o Niet alleen goede rapportagetechnieken en dashboards zijn van belang. Gedrag- en cultuuraspecten zijn zeer belangrijk. Daarom zal in de controlcyclus ook nadrukkelijk worden getoetst of medewerkers en managers op verantwoorde wijze hun rollen invullen. - Organisatie van planning & control o Planning & control wordt goed verankerd in de organisatie, bij medewerkers, managers en de bestuurder. Betrokkenheid van bestuur, management en medewerkers is voor De Goede Woning een vereiste om te kunnen spreken van goede besturing en beheersing. De organisatiedoelen worden vertaald in meetbare, realistische en tijdsgebonden doelen met daaraan gekoppeld het middelenbeslag, niet alleen uitgedrukt in geld maar ook in kritische prestatie-indicatoren (KPI s) en kritische succesfactoren (KSF en). - Processen en procedures o Het proces van planning & control moet adequaat zijn georganiseerd (van tussentijdse rapportages en AO/IC tot en met de jaarrekening, waarbij de cirkel daadwerkelijk rond is). De cyclus van planning & control wordt gevoed door de visie, de doelstelling, de strategie, het besturingsmodel (rolverdeling tussen management, bestuur en Raad van Commissarissen) en de managementfilosofie van de organisatie. Planning & control is geen doel op zich. Het streven van het planning & control instrumentarium is te komen tot een situatie waarin: - de processen van de organisatie transparant zijn; - de organisatie doelgericht, doelmatig en doeltreffend werkt; - de informatievoorziening aan management, bestuur en RvC over productie, inzet van middelen en werkprocessen juist, volledig en tijdig plaatsvindt; - risico s inzichtelijk en aanvaardbaar zijn. Voor een goed begrip: control mag niet worden verward met controleren. Control heeft betrekking op de beheersing van processen. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 9
11 De planning & control cyclus van De Goede Woning is in principe als volgt opgebouwd: - vaststellen van doelen, te leveren prestaties en middelen; - toewijzen aan verantwoordelijken en afspraken maken over resultaten en middelen; - uitvoeren van werkzaamheden; - meten van resultaten; - evalueren; - heroverwegen doelen, te leveren prestaties en middelen (= bijsturing). De cyclus is dus eigenlijk een verfijning van de PDCA-cirkel. De PDCA cirkel is een beheersingsinstrument en een verbeterproces met een continu karakter. Dit principe, waarop ook het INK model gebaseerd is, ontleent zijn kracht aan de herhaling van de cyclus. Een prestatie-indicator fungeert bijvoorbeeld als Check, gevolgd door Act (analyse oorzaken en problemen), Plan (besluiten over mogelijke acties), Do (de gekozen acties worden uitgevoerd). Hierna volgt een nieuwe cyclus waarna uiteindelijk een zogenaamde zelflerende organisatie ontstaat. Om die reden is het bijvoorbeeld ook van belang dat de eerstelijnscontrole in het kader van interne beheersing (voorheen interne controle genoemd) door en op de afdelingen zelf plaatsvinden. De verbijzonderde controle, zoals deze is genoemd in het auditplan, wordt bij de controller belegd Meerjarencyclus In het ondernemingsplan zijn de missie, visie en speerpunten voor de strategie opgenomen en is deze vertaald naar organisatie en financiën. Vanuit de kaders van het ondernemingsplan en de wijkvisies wordt de portefeuillestrategie opgesteld. De portefeuillestrategie beschrijft de wensportefeuille op langere termijn alsook op hoofdlijnen de plannen om de wensportefeuille te realiseren (door middel van huurbeleid, onderhoudsbeleid, duurzaamheidsbeleid, verkoopbeleid, etc.) Jaarcyclus Ieder jaar wordt een deel van het ondernemingsplan en de portefeuillestrategie gerealiseerd en vindt waar nodig herijking plaats. De jaarcyclus ziet er als volgt uit: Wat (output) Bod gemeente op basis van prestatieafspraken en ondernemingsplan, wijkvisies en portefeuillestrategie Uitgangspunten voor het jaarplan en de (meerjaren) begroting vanuit het ondernemingsplan, wijkvisies en strategisch voorraadbeleid (waar nodig herijkt op basis van actuele ontwikkelingen) Jaarplan en (meerjaren) begroting (t.b.v. dpi) Kwartaalrapportages Jaarverslag en jaarrekening (t.b.v. dvi) Wanneer gereed? juni juli november eind april, juli, oktober, januari mei 3.3. Rol van de controller In geval bij de controller gerede twijfel bestaat omtrent de effectiviteit van het bestuurlijk functioneren alsook over de bereidheid bij het bestuur om met de door hem geplaatste kanttekeningen rekening te houden, dan heeft de controller de verplichting om daarvan zo spoedig mogelijk melding te maken bij de voorzitter van de RvC. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 10
12 Buiten de hiervoor bedoelde bijzondere meldingsplicht van de controller, geeft hij te allen tijde, op verzoek van de RvC maar in ieder geval één keer per jaar, zijn waardeoordeel aan de RvC over het algehele bestuurlijke functioneren tegen de achtergrond van de planning en controlcyclus. Daarnaast heeft de controller de taak en verantwoordelijkheid om met een bredere scope te kijken en te rapporteren. Cultuur en soft signals zijn daarbij onder andere relevante aspecten. De bestuurder zorgt er voor dat de controller een onafhankelijke positie heeft en vanuit die onafhankelijkheid zijn rapportageplicht aan de RvC kan uitoefenen. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 11
13 4. Maatschappelijk afwegingskader De Goede Woning heeft aandacht voor de leefomgeving en wij treden faciliterend op waar het gaat om zorg, welzijn en leefbaarheid. DGW doet in dat kader interventies in de vorm van initiatieven, activiteiten en/of investeringen. Deze maatschappelijke bestedingen vragen om een afwegingskader. Bij een interventie, ondersteund door De Goede Woning, worden in het afwegingskader de volgende vragen gesteld: Is De Goede Woning als investeerder/betaler ook incasseerder (komt het voordeel ook ten goede aan DGW)? Verlangt De Goede Woning een inspanningsverplichting (in welke vorm dan ook) van andere partijen (zeker ook die partijen die voordeel krijgen door de interventie)? Wordt de interventie door betrokken partijen gedragen en heeft deze aantoonbare nut en noodzaak? Leidt de interventie tot de gewenste maatschappelijke effecten? Staat de omvang (in inspanning en/og geld) van de interventie in verhouding tot de beoogde maatschappelijke effecten? Zijn de maatschappelijke effecten op wijkniveau aanwezig? Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 12
14 5. Fiscaal statuut 5.1. Doelstelling, verantwoording en werkwijze Het fiscaal statuut van De Goede Woning is bedoeld om de kaders, de randvoorwaarden en uitgangspunten ten aanzien van de fiscale visie, het fiscale beleid, de fiscale processen en de organisatie- en informatiestructuur van De Goede Woning vast te leggen. Met het fiscale statuut wordt ook beoogd een aanzet te geven voor de afbakening van taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en verantwoording. Het fiscaal statuut moet bij alle handelingen en processen van De Goede Woning waarbij fiscaliteit een rol speelt of kan spelen in acht worden genomen. Het fiscaal statuut is niet een op zichzelf staand document, maar moet in samenhang met de fiscale visie en het fiscale beleid worden bezien. Het beleid geeft daarbij aan wat De Goede Woning wil bereiken en het statuut is bedoeld om kaders te scheppen waarbinnen gehandeld kan en moet worden. Het statuut is daarbij bedoeld als beheers-, sturings-, beslis- en controle-instrument. Het fiscaal statuut is daarbij niet bedoeld als statisch document noch alles omvattend. Veranderingen in strategie, beleid, bedrijfsvoering, gewijzigde wetgeving en dergelijke kunnen leiden tot aanpassing van het statuut. Het fiscaal statuut is bovendien bedoeld om als leidraad te dienen bij een verdere uitwerking van fiscaal beleid, fiscale procedures, taken en verantwoordelijkheden en de inrichting van de organisatie en administratie. Het fiscale statuut is vormgegeven vanuit de fiscale visie van De Goede Woning. Deze fiscale visie is daarbij de belangrijkste input hoe beslissingen ten aanzien van fiscale kwesties tot stand komen alsmede voor de opzet en implementatie van de fiscale administratieve organisatie van De Goede Woning. Fiscaal beleid en fiscale beslissingen worden gemaakt aan de hand van relevante criteria: het afwegingskader. Het afwegingskader geldt voor elke fiscale kwestie en wordt periodiek vastgesteld op basis van de geldende wetgeving en de maatschappelijke situatie en/of de ontwikkelingen van De Goede Woning, zoals bijvoorbeeld aanpassingen in de organisatie of een andere bedrijfsvisie. De output van de fiscale beslissingen wordt ingebed in de organisatie en de fiscale administratie Fiscale visie In aanvulling op het ondernemingsplan is door De Goede Woning een fiscale visie geformuleerd. Uitgangspunt daarbij is dat deze fiscale visie niet in strijd is met het ondernemingsplan van De Goede Woning. De fiscale visie ziet onder andere toe op: - de fiscale strategie of fiscale koers; - de omgang met fiscale processen binnen De Goede Woning; - de houding ten aanzien van fiscale kwesties; - de verhouding met de belastingautoriteiten; - de houding betreffende fiscaliteit ten opzichte van derden; - het gewenste fiscaal gedrag, bestaande uit gedragskenmerken als: o risicomijdend; o maatschappelijk verantwoord; o mainstream; o afgewogen kritisch; o optimalisatie fiscale mogelijkheden. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 13
15 De Goede Woning heeft haar fiscale visie en strategie als volgt nader ingekleurd. De fiscaliteit is een afgeleide van de volkshuisvestelijke doelstelling. Binnen deze doelstelling zal in openheid naar de Belastingdienst optimaal gebruik worden gemaakt van de fiscale mogelijkheden. De daarmee behaalde besparingen worden ingezet voor de volkshuisvestelijke doelstellingen. De fiscale visie en strategie karakteriseren zich door de volgende elementen: - transparantie richting de fiscus; - adequaat beheersingssysteem voor fiscale processen; - gericht op een op de lange termijn zo optimaal mogelijk resultaat Fiscaal beleid Het fiscale beleid vormt een belangrijk onderdeel van het algemene beleid en dient in overeenstemming te zijn met het algemene beleid. Het fiscale beleid binnen De Goede Woning geeft aan wat De Goede Woning binnen haar fiscale visie en fiscale strategie wil bereiken. De volgende fiscale operationele doelstellingen worden gehanteerd: - het waarborgen van de fiscale verplichtingen van de organisatie; - het scheppen van optimale omstandigheden ten behoeve van implementatie, uitvoering en handhaving van fiscaliteit; - het zodanig inrichten van de organisatie dat deze in staat is om fiscaal strategische keuzes te maken en er naar te handelen; - het minimaliseren van fiscale risico s en het signaleren van fiscale kansen; - het bewerkstelligen van een organisatie waarin in kwantitatieve en kwalitatieve zin voldoende fiscale kennis aanwezig is; - het borgen dat bij veranderingen de realiteit fiscaal opnieuw wordt getoetst aan de uitgangspunten; - toetsen of de fiscale uitgangspunten ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd; - het minimaal één keer per jaar bijpraten met de fiscaal adviseur Fiscale besluitvorming Besluitvorming rondom fiscaliteit of besluitvorming met fiscale raakvlakken doet zich binnen De Goede Woning op verschillende niveaus en binnen diverse processen voor. De fiscale besluitvorming moet gestructureerd en op een verantwoorde wijze plaatsvinden. De richtlijnen worden uitgesplitst in een afwegingskader en een besliskader. Afwegingskader Het afwegingskader ziet toe op de totstandkoming van het besluit en betreft een inventarisatie van de specifieke fiscale kwestie, de probleemstelling, de oplossingen, opties en alternatieven, de overwegingen en de criteria. Bij de afweging van beslissingen met fiscale impact zal gelet worden op de volgende criteria: - financiële impact; - organisatorische impact; - kans van slagen waarbij fiscale grensverkenning uitdrukkelijk wordt uitgesloten; - keerzijde; - maatschappelijke impact; - transparantie. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 14
16 Binnen het afwegingskader van De Goede Woning dienen de volgende richtlijnen in acht te worden genomen: - de fiscale kwestie dan wel de probleemstelling en de oplossingen, opties en alternatieven zullen helder worden geformuleerd en vastgelegd; - van besluiten en beslissingen van enige omvang wordt een afzonderlijk dossier opgebouwd; - alle aspecten van de fiscale besluitvorming worden schriftelijk vastgelegd; - externe adviezen zullen worden ingeroepen indien dit nodig wordt geacht; - de beslissing om externe adviezen in te winnen ligt bij de manager Financieel Beheer & ICT, controller en bestuurder; - elke medewerker kan, waar het uit oogpunt van functie of taak relevant is, juridische adviezen inwinnen of initiëren, passend binnen de mandateringskaders zoals deze gelden binnen De Goede Woning. Besliskader Ten aanzien van het besliskader voor fiscale besluitvorming bestaan de volgende richtlijnen: - beslissingen, waar De Goede Woning binnen geldende wet- en regelgeving een standpunt in kan nemen, zullen worden genomen door vorenstaande afwegingscriteria te wegen en daaraan een waardering toe te kennen; - de afweging zal leiden tot een standpuntbepaling; - bij beslissingen met een verwachte fiscale impact van meer dan welke belastingsoort dan ook - moet een fiscaal advies van een externe fiscalist worden ingewonnen; - standpunten moeten pleitbaar zijn en een slaagkans hebben van minimaal 50%. Fiscale grensverkenning wordt hierbij uitdrukkelijk uitgesloten; - beslissingen met een fiscale impact van meer dan worden vooraf afgestemd met de Belastingdienst, voor zover het zaken zijn die niet rechtstreeks voortvloeien uit wet- en regelgeving; - fiscale effecten aangaande het bestuur en/of de Raad van Commissarissen in het perspectief van WNT en de integrale werkgeversrol worden altijd van een extern fiscaal advies voorzien Processen De operationele activiteiten binnen De Goede Woning kennen onderdelen waarbij in meer of mindere mate fiscaliteit een rol speelt dan wel kan gaan spelen. Het is van belang inzicht in deze processen en de daarbij spelende fiscale kwesties te hebben. Per proces wordt daartoe inzicht verschaft in: - welke onderdelen het proces omvat; - welke werkzaamheden eraan zijn gekoppeld; - welke randvoorwaarden er bestaan om deze werkzaamheden uit te voeren; - welke fiscale kwesties daarbij spelen; - welke procedure er gevolgd dient te worden; - wie de werkzaamheden uitvoert; - bij wie de verantwoordelijkheid voor het proces en/of de werkzaamheden ligt; - hoe de vastlegging plaatsvindt; - hoe de controle plaatsvindt. De fiscale aspecten van de processen laten zich onderverdelen in: - vennootschapsbelasting; - omzetbelasting; - overdrachtsbelasting; - loonbelasting (sociale zekerheid); Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 15
17 - heffingen (waaronder lokale heffingen, verhuurdersheffing). De Goede Woning heeft deze fiscale aandachtspunten verankerd in de processen rond de fiscale aangiften voor de vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting en in het investeringsstatuut Organisatie De organisatiestructuur is zodanig ingericht dat helder is wie waarvoor verantwoordelijk is en wie in dat verband welke bevoegdheden toegedeeld krijgt. De totale fiscale verantwoordelijkheid ligt bij de bestuurder Informatie Ten aanzien van de documentatie van fiscale informatie gelden de volgende richtlijnen: - fiscale informatie betreft alle documenten van fiscale aard dan wel documenten waarin fiscale kwesties aan bod komen; - de organisatie is zodanig ingericht dat fiscale informatie en besluitvorming zorgvuldig wordt gedocumenteerd, zodat deze eenvoudig te raadplegen zijn; - de verantwoordelijkheid voor de documentatie ligt bij een ieder die fiscale informatie onder zich houdt; - regelmatig is er een overleg op verschillende niveaus binnen de organisatie waarin fiscale informatie wordt uitgewisseld. De manager Financieel Beheer & ICT en de controller zijn te allen tijde goed geïnformeerd over de fiscale aspecten en de fiscale risico s van de bedrijfsvoering en informeren regelmatig de bestuurder; - de bestuurder informeert de RvC hierover indien nodig (ter beoordeling aan de bestuurder) Controle en evaluatie Ten aanzien van controle op en evaluatie van dit fiscaal statuut gelden de volgende doelstellingen en richtlijnen: - de manager Financieel Beheer & ICT is belast met de controle op naleving van de kaders zoals weergegeven in dit statuut; - de fiscale aangifte vennootschapsbelasting wordt altijd afgestemd met en mede ingediend door een extern fiscaal adviseur; - de controller voert als verantwoordelijke voor risicomanagement overall interne controles uit. In overleg met de extern accountant wordt op basis van het interne controleplan bepaald welke processen in het betreffende jaar worden geaudit. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 16
18 6. PDCA-cyclus 6.1. Financiën en fiscaliteiten Over de ontwikkelingen rond financiën en fiscaliteiten van De Goede Woning wordt verantwoording afgelegd in de kwartaalrapportages, het jaarverslag en de jaarrekening. Daarnaast wordt in de (meer)jarenbegroting altijd ingegaan op de ontwikkeling op financieel en fiscaal gebied. Waar nodig wordt tussentijds gerapporteerd aan bestuur en Raad van Commissarissen van De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut Jaarlijks worden in de begroting de voor het komende jaar relevante interne en externe financiële normen vastgelegd. Interne normen worden onderbouwd als zij afwijken van de normen die door de Aw en het WSW worden gesteld. Dit financieel en fiscaal statuut wordt tenminste eenmaal per twee jaar getoetst aan de actualiteit en waar nodig herzien. Bij verandering in wet- en regelgeving wordt dit financieel en fiscaal statuut op zo kort mogelijke termijn na de ingangsdatum van de nieuwe wet- en regelgeving aangepast en conform statuten en reglementen vastgesteld en goedgekeurd. Stichting De Goede Woning Financieel en fiscaal statuut 17
Financieel en fiscaal statuut
Financieel en fiscaal statuut Versie: 2017.01 Vastgesteld door bestuur: 23 november 2017 Goedgekeurd door RvT: 23 november 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1. Doel... 2 2. Sturing... 3 2.1. Sturen
Nadere informatieInhoud. Inleiding. Doelstelling, verantwoording en werkwijze fiscaal statuut. Bedrijfsvisie, fiscale visie en fiscaal beleid Woningstichting Maasdriel
Fiscaal statuut Inhoud Inleiding Doelstelling, verantwoording en werkwijze fiscaal statuut Bedrijfsvisie, fiscale visie en fiscaal beleid Woningstichting Maasdriel Bedrijfsvisie Fiscale visie Fiscaal beleid
Nadere informatieBijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen
Bijlage 2: Financiële paragraaf Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden zoals aantallen
Nadere informatieActiviteiten Beter Wonen in ALMELO
Bijlage 3 Financiële paragraaf Beter Wonen Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden
Nadere informatieInvesterings- en financieel statuut
Investerings- en financieel statuut Inleiding Het belang van financiële sturing is in de afgelopen jaren toegenomen. Wijzigingen in de wettelijke regels, waaronder de scheiding van DAEB en niet-daeb activiteiten
Nadere informatieVERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S
VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S 1 Risico Beoordelingsmodel WSW Risico Management Model WSW baseert zijn risicobeoordeling op het bedrijfsmodel van een corporatie WSW
Nadere informatieFinancieel Statuut. Woonstichting SSW
Financieel Statuut Woonstichting SSW Vastgesteld: RvC 21 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Interne sturing SSW... 3 3 Financiële kaders SSW... 4 4 Vertaling van de financiële kaders naar de
Nadere informatieActiviteiten STJA in ALMELO. Bod onderdelen c.f. woningwet Beschikbaarheid woningen en woonvoorzieningen in Almelo:
Bijlage 4 Financiële paragraaf Sint Joseph In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Sint Joseph, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden zoals aantallen en percentages.
Nadere informatieInvesteringsstatuut. Van Alckmaer voor Wonen
Investeringsstatuut Van Alckmaer voor Wonen Vastgesteld op 13 maart 2015 Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Toepassingskader... 2 1.3 Positionering van het investeringsstatuut... 2 2
Nadere informatieINVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW
INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW 1. Inleiding De Governancecode Woningcorporaties 2015 beveelt aan dat woningcorporaties beschikken
Nadere informatieVersie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij
Versie 2013-08 TREASURYSTATUUT Stichting Woontij 1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn belangrijk.
Nadere informatieLelystad, 20 november Financieel Statuut 2018
Lelystad, 20 november 2017 Financieel Statuut 2018 Inhoudsopgave 1. Waarom een financieel statuut... 3 1.1 Uitgangspunten... 3 1.2 Instrumenten... 3 1.3 Relatie externe toezichthouders... 3 1.4 Positionering
Nadere informatieFinancieel Statuut 2015 Status: Definitief
Financieel Statuut 2015 Status: Definitief 20151230 Financieel statuut 2015 definitief.doc 2 Inhoudsopgave 1. Waarom een financieel statuut... 4 1.1 Uitgangspunten... 4 1.2 Instrumenten... 4 1.3 Relatie
Nadere informatieWoningwet op weg: Workshop spoedcursus corporatiefinanciën 30 september 2015. Eindhoven
Woningwet op weg: Workshop spoedcursus corporatiefinanciën 30 september 2015 Eindhoven Natasja Georgius-van Dijk Adviseur BNG Advies 30 september 2015 BNG Advies ondersteunt haar cliënten bij het maken
Nadere informatieToezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie:
Toezichtkader Raad van Commissarissen Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw Identificatie: Versie: februari 2019 Vastgesteld in vergadering RvC d.d.: 18 februari 2019 Gecommuniceerd met Bestuur: februari
Nadere informatie15 november Investeringsstatuut Maasvallei
15 november 2012 Investeringsstatuut Maasvallei Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beleid en strategie 3 3 Processen 4 4 Strategische samenwerking en verbindingen 4 5 Risicobeheersing 5 6 Financiën 5 6.1 Financieel
Nadere informatieWoningstichting Berg en Terblijt
Woningstichting Berg en Terblijt Investeringsstatuut 1. Inleiding Sinds 1 juli 2015 is de nieuwe Woningwet van kracht. De nieuwe Woningwet geeft bij de governance aspecten ook extra aandacht aan verbindingen
Nadere informatieSpoedcursus corporatiefinanciën. Fleur Elderhorst Hoofd BNG Advies 17 juni 2015
Fleur Elderhorst Hoofd BNG Advies 17 juni 2015 BNG Advies ondersteunt haar cliënten bij het maken van afwegingen bij (des)investeringen, financiering, risico s Het resultaat van onze dienstverlening is
Nadere informatieInvesteringsstatuut Stichting Woontij
Investeringsstatuut Stichting Woontij 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedures en besluitvorming 4 3. Organisatorische toets 5 4. Strategische koers 5 5. Financiële toets 6 6. Risicotoets 8 7. Partnerselectie
Nadere informatieJanuari 2015, Birgitte van Hoesel. In dialoog met u over wat ons bindt
Januari 2015, Birgitte van Hoesel In dialoog met u over wat ons bindt Onze omgeving in historisch perspectief 2 Challenge om verandering te realiseren 3 Missie en risicostrategie 4 WSW-missie WSW draagt
Nadere informatieFinancieel Statuut 2015. Financierings- en beleggingsbeleid Beter Wonen IJsselmuiden
Financieel Statuut 2015 Financierings- en beleggingsbeleid Beter Wonen IJsselmuiden 1 Inhoud 1. Waarom een financieel statuut... 3 1.1 Uitgangspunten... 3 1.2 Instrumenten... 3 1.3 Relatie externe toezichthouders...
Nadere informatieToetsings- en toezichtskader RvC
1. Inleiding De governancecode voor woningcorporaties stelt dat een woningcorporatie dient te beschikken over een toetsingskader op basis waarvan de Raad van Commissarissen haar functie van intern toezichthouder
Nadere informatieArtikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.
Reglement Bestuur Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. Aedes: de vereniging Aedes vereniging van woningcorporaties; b. Bestuur: het bestuur van de Stichting; c. Bestuurder:
Nadere informatieVisie op besturen en toezicht houden
Visie op besturen en toezicht houden Vastgesteld door directeur-bestuurder en raad van commissarissen op 14 februari 2018 Inleiding De nieuwe woningwet die op 1 juli 2015 in werking is getreden en de nieuwe
Nadere informatieWoningwet op weg: Workshop corporatiefinanciën 17 september 2015. Zwolle
Woningwet op weg: Workshop corporatiefinanciën 17 september 2015 Zwolle Gabriël de Groot Senior adviseur BNG Advies 17 september 2015 BNG Advies ondersteunt haar cliënten bij het maken van afwegingen bij
Nadere informatieToezichts- en Toetsingskader van de Veenendaalse Woningstichting
Toezichts- en Toetsingskader van de Veenendaalse Woningstichting Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen d.d. 22 november 2017 Inhoud 1 Samenvatting... 3 2 Aanleiding en inleiding...
Nadere informatieInvesteringsstatuut Wonen Midden-Delfland
Investeringsstatuut Wonen Midden-Delfland September 2015 1 Inhoud 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Wettelijk kader investeringsstatuut 1.3 Doel investeringsstatuut 1.4 Governance 1.5 Vaststelling, goedkeuring
Nadere informatieToezicht- en toetsingskader
Toezicht- en toetsingskader Woonstichting Hulst hecht veel waarde aan goed bestuur (governance). Het doel van governance is het scheppen van waarborgen voor realisatie van de (maatschappelijke) doelstellingen,
Nadere informatieActiviteitenoverzicht Midden-Groningen 2019
ACTIVITEITENOVERZICHT 2019 MIDDEN-GRONINGEN juni 2018 1. INLEIDING Voor u ligt het activiteitenoverzicht 2019 van Actium aan de gemeente Midden-Groningen, met daarin de voorgenomen activiteiten van Actium
Nadere informatieProfielschets. Manager Financiën. Omnivera GWZ. ERLY the consulting company Datum: februari 2016 Opdrachtgever: Omnivera GWZ
Profielschets Manager Financiën Omnivera GWZ ERLY the consulting company Datum: februari 2016 Opdrachtgever: Omnivera GWZ Adviseurs ERLY: drs. Lilian Vos Telefoonnummer: 035 543 00 88 Omnivera GWZ Omnivera
Nadere informatieMissie We zijn een maatschappelijke vastgoedonderneming, die met en voor bewoners samenwerkt aan krachtige wijken met toekomstwaarde.
Governance handboek Besturingsmodel Havensteder Inleiding Het besturingsmodel van woningcorporatie Havensteder maakt de verbanden zichtbaar tussen missie, visie en strategie. En de daarvan afgeleide doelstellingen,
Nadere informatieLelystad, 3 december Financieel Statuut 2019
Lelystad, 3 december 2018 Financieel Statuut 2019 Inhoudsopgave 1. Waarom een financieel statuut... 3 1.1 Uitgangspunten... 3 1.2 Instrumenten... 3 1.3 Relatie externe toezichthouders... 3 1.4 Positionering
Nadere informatie15 november 2012. Investeringsstatuut Maasvallei
15 november 2012 Investeringsstatuut Maasvallei Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beleid en strategie 3 3 Processen 4 4 Strategische samenwerking en verbindingen 4 5 Risicobeheersing 5 6 Financiën 5 6.1 Financieel
Nadere informatieBijlage: Financiële paragraaf
Bijlage: Financiële paragraaf Disclaimer Het bod is onder voorbehoud van wijziging in wet- Ã regelgeving en veranderende marktsituatie. Havensteder werkt volgens het credo 'eerst verdienen, dan uitgeven'.
Nadere informatieToezichts- en Toetsingskader Nijestee
Toezichts- en Toetsingskader Nijestee Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen d.d. 8 februari 2017 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 2 2 Aanleiding en inleiding... 3 3 Toezichtskader...
Nadere informatieWSW Risicobeoordelingsmodel. Financial Risk Definities en Scoringsrichtlijnen
WSW Risicobeoordelingsmodel Financial Risk Definities en Scoringsrichtlijnen Inleiding Dit document bevat een gedetailleerde uitwerking van de financiële ratio s die WSW hanteert bij de risicobeoordeling
Nadere informatie8. Financiën. 8.1 Kerncijfers. 8.2 Algemeen. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen. Loan to value 27%
8. Financiën 8.1 Kerncijfers Huuropbrengsten Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Resultaat na belastingen Maatschappelijke prestatie 40,1 miljoen
Nadere informatieDrieKamerModel. Johan Conijn
DrieKamerModel Johan Conijn 18 september 2012 DrieKamerModel Het DrieKamerModel is een integraal, strategisch sturingsconcept voor een corporatie. Het is een antwoord in de al langlopende discussie over
Nadere informatieWoningcorporaties en gemeenten. Samenwerking in het licht van de Borg April 2014
Woningcorporaties en gemeenten Samenwerking in het licht van de Borg April 2014 WSW en het borgstelsel Statutair: Het doel van de stichting is te bevorderen dat toegelaten instellingen geld kunnen lenen
Nadere informatieKnelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015
Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Frank Vermeij Augustus 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Aanpak... 3 3 Juridische scheiding... 3 3.1 Aannames... 3 3.2 Resultaten... 4 4 Administratieve scheiding...
Nadere informatieVERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW
VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 VERBINDINGENSTATUUT WOONSTICHTING SSW 1. Inleiding Dit verbindingenstatuut is gebaseerd op de op dit moment geldende herziene Woningwet
Nadere informatieBijlage bod. 1. Financiële positie en continuïteit
Bijlage bod 1. Financiële positie en continuïteit Onze financiële continuïteit en financierbaarheid vormen onze belangrijkste financiële kaders Dit meten we af aan de normen die we geformuleerd hebben
Nadere informatieBijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde
Bijlage 1: Beschrijving berekening beleidwaarde De beleidswaarde wordt bepaald door op vier aspecten aanpassingen door te voeren in de uitgangspunten van de DCF berekening van de marktwaarde. De (lagere)
Nadere informatieToezichts- en Toetsingskader VechtHorst. November 2017
Toezichts- en Toetsingskader VechtHorst November 2017 Status: Vastgesteld door de Raad van Commissarissen in de RvC-vergadering van 30 november 2017 1 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 2 2 Aanleiding en
Nadere informatie1 Inleiding 3. 2 Toezichtvisie 4. 3 Toezichtkader Toezichtthema s Samenvatting Toezichtkader 6. 4 Toetsingskader 7 4.
Pagina 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Toezichtvisie 4 3 Toezichtkader 4 3.1 Toezichtthema s 4 3.2 Samenvatting Toezichtkader 6 4 Toetsingskader 7 4.1 Toetsingskader 8 BIJLAGE 9 1. Regulerend kader 9 1.1
Nadere informatieTREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij
TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij Versie 2015-06 1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn
Nadere informatieInvesteringsstatuut Stichting Wonen Zuid. Werk in uitvoering
Investeringsstatuut Stichting Wonen Zuid Werk in uitvoering Vastgesteld door de Bestuurder op 17-06-2014 Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen op 26-03-2015 INHOUD INVESTERINGSSTATUUT INLEIDING...
Nadere informatie2014 VERBINDINGENSTATUUT
2014 VERBINDINGENSTATUUT 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1. In het verbindingenstatuut is het toetsingskader vastgelegd dat door Woningstichting St. Joseph (hierna: de woningstichting) wordt gehanteerd bij
Nadere informatieHoofdlijnen Corporate Governance Structuur
Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur 1. Algemeen Deugdelijk ondernemingsbestuur is waar corporate governance over gaat. Binnen de bedrijfskunde wordt de term gebruikt voor het aanduiden van hoe een
Nadere informatieRisicobeheersing en achtervang September / oktober 2014. Erik Terheggen
Risicobeheersing en achtervang September / oktober 2014 Erik Terheggen 1. WSW in cijfers 1983 Borginstituut opgericht in 1983 De WSW-borging geldt voor nieuwbouw en renovatie van sociale woningen en maatschappelijk
Nadere informatieWelke keuzes maakt u op weg naar een duurzaam maatschappelijk bedrijfsmodel?
Welke keuzes maakt u op weg naar een duurzaam maatschappelijk bedrijfsmodel? Inleiding Duurzaam - Maatschappelijk - Bedrijfsmodel Strategische sturing gericht op gezond bedrijfsmodel Lange termijn financieel
Nadere informatieProfielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op
Profielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op 17-5-2017 TBV Wonen is een betrokken en klantgerichte woningcorporatie met ruim 7500 woningen in Tilburg. Zij richt zich op de huisvesting
Nadere informatiecorrecties op de door de corporatie in dpi ingevulde informatie. - Ten slotte verrekent WSW het borgingstegoed met het borgingsplafond.
Nr. Vraag Antwoord Wat is een borgingsplafond Het borgingsplafond van een corporatie is de maximale omvang van de geborgde leningportefeuille van een corporatie gedurende het betreffende kalenderjaar.
Nadere informatieBegroting Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw 2013
Begroting Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw 2013 1. Inleiding Het eerste kabinet Rutte heeft nog geen twee jaar stand gehouden. In deze periode is er op de woningmarkt geen vooruitgang geboekt.
Nadere informatieVisie op besturen en toezicht houden bij Goed Wonen Gemert
Visie op besturen en toezicht houden bij Goed Wonen Gemert Inleiding Goed Wonen Gemert staat als corporatie midden in de samenleving en opereert vanuit haar missie: Wij zijn een maatschappij gedreven organisatie.
Nadere informatieNieuw beoordelingskader en werkwijze WSW
Nieuw beoordelingskader en werkwijze WSW VTW bijeenkomst Juni 2014 Agenda WSW Missie en Risicostrategie Risicobereidheid Versterking van het risicobeoordelingskader corporaties Business Risk 24 kwalitatieve
Nadere informatie7 Financiën. 7.1 Kerncijfers
7 Financiën 7.1 Kerncijfers 7.2 Resultaat Het nettoresultaat van Woonpartners komt in 2018 uit op 58,0 miljoen. Ten opzichte van 2017 is dit een verbetering van 24,1 miljoen. Hieronder een overzicht van
Nadere informatieFinancieel Statuut Financierings- en beleggingsbeleid
Financieel Statuut 2016 Financierings- en beleggingsbeleid Stichting Beter Wonen December 2015 Inhoud 1. Waarom een financieel statuut... 3 1.1 Uitgangspunten... 3 1.2 Instrumenten... 3 1.3 Relatie externe
Nadere informatieQ en A s IBW2018 website
Q en A s IBW2018 website Gebruik van de IBW Waarom publiceert BZK de IBW? Dat gebeurt formeel op grond van een wettelijke verplichting (Woningwet artikel 42 en Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting
Nadere informatieTREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij
TREASURY EN BELEGGINGSSTATUUT Stichting Woontij Status: Versie 2017-01 Vastgesteld door bestuur d.d.: 30-08-2017 Goedgekeurd door RvC 1 d.d.: 11-09-2017 1 Raad van Commissarissen Versie 2015-06 1. Inleiding
Nadere informatieActiviteitenoverzicht gemeente Aa en Hunze 2019
ACTIVITEITENOVERZICHT 2019 AA EN HUNZE juni 2018 1. INLEIDING Voor u ligt het activiteitenoverzicht 2019 van Actium aan de gemeente Aa en Hunze, met daarin de voorgenomen activiteiten van Actium in de
Nadere informatieHet wettelijk kader van het investeringsstatuut is verankerd in het BBSH artikel 11 lid 1 en 2.
Inleiding Met ingang van 1 juli 2011 is de nieuwe Governancecode voor woningcorporaties van kracht. In de nieuwe code is opgenomen dat iedere corporatie een toetsingskader dient op te stellen voor de investeringen
Nadere informatieToezicht- en toetsingskader Informatiereglement
Toezicht- en toetsingskader Informatiereglement Versie: 2017.01 Vastgesteld door Raad van Toezicht: 23 november 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Toezichtkader... 3 3. Toetsingskader... 5 4. Rol
Nadere informatieREGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER
REGLEMENT FINANCIEEL BELEID EN BEHEER Status: definitief Vastgesteld door het Bestuur d.d.: 30 augustus 2016 Goedgekeurd door de RvT d.d.: 26 september 2016 Goedgekeurd door de Autoriteit woningcorporaties
Nadere informatieFinancieringsmodel EnergieSprong Is nul-op-de-meter te financieren?
Financieringsmodel EnergieSprong Is nul-op-de-meter te financieren? Ugchelen, Oktober 2013 Agenda 1. Verwachtingen en uitgangspunten 2. Voorbeelden uit de praktijk: a. Project A (240 meergezinswoningen)
Nadere informatieWoningwet woningcorporaties en gemeenten. Informatie voor gemeenten. de piketpalen gaan nu de grond in
Woningwet 2015 woningcorporaties en gemeenten Informatie voor gemeenten de piketpalen gaan nu de grond in drs. ad hereijgers april 2016 drs. ton streppel 1 Inhoud informatie over gemeente en Woningwet
Nadere informatieHOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET
HOOFDPUNTEN IMPLEMENTATIE WONINGWET DAEB portefeuille Niet-DAEB portefeuille DE GEHELE ORGANISATIE KRIJGT TE MAKEN MET DE WONINGWET RvT Bestuur Strategie en beleid Vastgoed Financiën en control Wonen -
Nadere informatieWoningmarkt en corporatiesector. Johan Conijn
Woningmarkt en corporatiesector Johan Conijn Ruimteconferentie PBL 21 mei 2013 Inhoud Woningmarktdebat Positie woningcorporatie Regeer- en woonakkoord DrieKamerModel 2 Woningmarkt Overmatige subsidiering
Nadere informatieHerziene Woningwet. Stappenplan implementatie Mei Datum Juni 2015
Herziene Woningwet Stappenplan implementatie Mei 2015 Datum Juni 2015 Postbus 1086 2302 BB LEIDEN Witte Singel 93 2311 BR LEIDEN T. (071) 572 75 55 www.hofmeier.nl Inleiding Woningcorporaties moeten zich
Nadere informatieCONTROLSTATUUT WOONSTICHTING SSW
CONTROLSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 1 Algemene bepalingen 1.1 SSW hanteert three lines of defense, te weten (1) de medewerker zelf, (2) de activiteit businesscontrol in de organisatie
Nadere informatieVISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016
VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. Woningcorporaties
Nadere informatieVisie op toezichthouden Raad van Commissarissen Stichting Woningbeheer De Vooruitgang
Visie op toezichthouden Raad van Commissarissen Stichting Woningbeheer De Vooruitgang Toezicht vanuit betrokkenheid en nabijheid Het waarborgen van de volkshuisvestelijke inzet in de gemeenschap van Volendam
Nadere informatieCorporatie in Perspectief
Samenvatting CFV 2011 Corporatie in Perspectief L0151 Eindhoven Samenvatting Corporatie in Perspectief Ter introductie In Corporatie in Perspectief is te zien hoe de volkshuisvestelijke en financiële
Nadere informatieWoningbouwvereniging Anna Paulowna. Investeringsstatuut. Versienummer: Datum: 7 maart Woningbouwvereniging Anna Paulowna
Investeringsstatuut Versienummer: 2017.01 Datum: 7 maart 2017 1 INLEIDING onderschrijft zo veel mogelijk de Governancecode voor Woningcorporaties. In deze code is extra aandacht voor verbindingen en risico
Nadere informatieTreasurystatuut. Woonstichting Gendt
Treasurystatuut Woonstichting Gendt Gendt, maart 2012 Inhoud Inleiding 1. Status van het treasurystatuut 4 1.1 Doel 1.2 Vaststelling 1.3 Distributie 2. Reglement treasurycommissie Woonstichting Gendt 5
Nadere informatieCorporatie in Perspectief
Samenvatting CFV 2010 Corporatie in Perspectief L0278 Zaanstad Samenvatting Corporatie in Perspectief Ter introductie In Corporatie in Perspectief is te zien hoe de volkshuisvestelijke en financiële kengetallen
Nadere informatieSamenvatting herziene Woningwet
Samenvatting herziene Woningwet 1. Algemeen De Tweede Kamer stemde op 5 juli unaniem in met de herziening van de Woningwet. In het najaar van 2012 wordt het wetsvoorstel door de Eerste Kamer besproken.
Nadere informatieMaatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert
Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Recensie Stichting de Woonmensen/SJA (woningcorporatie) werkt
Nadere informatieMozaïek Wonen. Reglement Auditcommissie. Vastgesteld door de RvC op 3 maart 2016
Mozaïek Wonen Reglement Auditcommissie Vastgesteld door de RvC op 3 maart 2016 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Samenstelling auditcommissie 3 3. Doelstelling auditcommissie 3 4. Bevoegdheden auditcommissie
Nadere informatieFACTSHEET WOONPARTNERS MIDDEN HOLLAND 53,0 = Exploitatie Verkoop Waardeverandering Markt Rente Overige. Financiële ratio's.
7. Financië n 7.1 Kerncijfers FACTSHEET WOONPARTNERS MIDDEN HOLLAND Resultaten per activiteit (in mln) 53,0 = 20,5 0,8-9,7 47,0-6,0 0,4 Exploitatie Verkoop Waardeverandering Markt Rente Overige % CIJFERS
Nadere informatieWONEN ZUID 2 7 AÜS. 2015
ontvangen dd. WONEN ZUID 2 7 AÜS. 2015 Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Jn/rastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 107 3740 AC Baarn L0081 Stichting Wonen Zuid t.a.v. het bestuur
Nadere informatieScheiding DAEB/niet-DAEB. Door Imeldo Kwaak
Scheiding DAEB/niet-DAEB Door Imeldo Kwaak 1 Implementatie scheiding Publicatie hoofdlijnen beoordelingskader Aw (oktober 2015) Applicatie Aw beschikbaar voor indienen scheidingsvoorstellen (september
Nadere informatieVerbindingenstatuut Stichting Wonen Zuid
Verbindingenstatuut Stichting Wonen Zuid Vastgesteld door bestuurder op d.d. 10-3-2015 Goedgekeurd door Raad van Commissarissen op d.d. 26-03-2015 INHOUD VERBINDINGENSTATUUT 1. INLEIDING... 2 1.1 INTERNE
Nadere informatieL0765 Stichting Wonen Delden t.a.v. het bestuur Postbus AC DELDEN. Datum 7 november 2016 Betreft Oordeelsbrief 2016.
> Retouradres Postbus 16191 2500 BD Den Haag L0765 Stichting Wonen Delden t.a.v. het bestuur Postbus 105 7490 AC DELDEN Inspectie Leefomgeving en Transport Autoriteit woningcorporaties Graadt van Roggenweg
Nadere informatieHoofdstuk 9: Financiële gang van zaken
Hoofdstuk 9: Financiële gang van zaken 9.1 Kerncijfers 9.2 Algemeen 9.3 Financiële kengetallen 9.4 Maatschappelijke prestatie 9.5 Toekomstige ontwikkelingen 9.5 Balans 9.6 Winst- en verliesrekening 9.1
Nadere informatieRichtlijn borgingsplafond
Richtlijn borgingsplafond Pagina 2/8 Inleiding Het borgingsplafond van een corporatie is de maximale omvang van de geborgde leningportefeuille van een corporatie per ultimo kalenderjaar. Voor borging door
Nadere informatieVerticaal Toezicht Aw/WSW. Regiobijeenkomsten 2017
Verticaal Toezicht Aw/WSW Regiobijeenkomsten 2017 Verticaal toezicht in een bredere context 2 Toekomstbeeld verantwoordingskader CONVENANT GEGEVENS- OPVRAAG 2018-2022 Aw, WSW, Aedes & BZK Gezamenlijk Beoordelingskader
Nadere informatieWSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017
WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017 Risico s voor borgstelsel nemen toe Corporaties nemen maatregelen om de financiële conti - nuïteit te waarborgen. Dit is het gevolg van de overheidsmaatregelen
Nadere informatieTOELICHTING BESLISBOOM
TOELICHTING BESLISBOOM De beslisboom is bedoeld als hulpmiddel bij het maken van de keuze tussen administratief of juridisch scheiden. Ook gaat de beslisboom in op de mogelijkheid van vrijstelling van
Nadere informatieCorporatie in Perspectief
Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0249 Helmond CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0249 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke
Nadere informatieBestuursreglement. Stichting VELISON WONEN
Bestuursreglement Stichting VELISON WONEN Status: Definitief Versie: 28 februari 2014 Versie: Aangepast 1 september 2014 Bestuursreglement stichting Velison Wonen, versie 1 september 2014 1 Doel en reikwijdte
Nadere informatieReglement RvC Bijlage C: profielschets bestuur
Reglement RvC Bijlage C: profielschets bestuur Versie: 2019.01 Vastgesteld door RvC: oktober 2016 Opnieuw vastgesteld: 6 maart 2019 Gezien door de bestuurder: 6 maart 2019 Inhoudsopgave 1. Profielschets
Nadere informatieVan Marktwaarde naar Beleidswaarde
Van Marktwaarde naar Beleidswaarde Een handvat voor het nemen van investeringsbeslissingen in sociaal vastgoed januari 2018 De Marktwaarde is totaal ongeschikt voor het nemen van verantwoorde investeringsbeslissingen
Nadere informatieHoofdlijnen Corporate Governance Structuur Stek
Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur Stek 1 Algemeen Deugdelijk ondernemingsbestuur is waar corporate governance over gaat. Binnen de bedrijfskunde wordt de term gebruikt voor het aanduiden van hoe
Nadere informatieBESTUURSREGLEMENT. Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen op 10 maart Bestuursreglement Wonen Midden-Delfland
BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen op 10 maart 2010 2 Vaststelling en reikwijdte reglement Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte 1. Dit reglement is een uitwerking
Nadere informatieStichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders
Sectorgroep Woningcorporaties Stichting Futura Impact Europadossier t.b.v. toezichthouders PwC Agenda Waar gaat het om? Financiële gevolgen Onderwerpen voor nadere uitwerking Conclusies Slide 2 Waar gaat
Nadere informatieOndernemingsplan 2014 2017. Ambities blijven overeind door scherpe focus op kerntaken
Ondernemingsplan 2014 2017 Ambities blijven overeind door scherpe focus op kerntaken Missie QuaWonen QuaWonen is dé woningcorporatie voor de Krimpenerwaard. Wij bieden goede huisvesting aan mensen die
Nadere informatieVisie op toezicht Raad van commissarissen WBO Wonen
Visie op toezicht Raad van commissarissen WBO Wonen Versie: september 2018 Vastgesteld door raad van commissarissen en bestuur: 19 november 2018 Inleiding Met de invoering van de Woningwet per 1 juli 2015
Nadere informatieProcuratieregeling externe versie
Procuratieregeling externe versie Definitie procuratie Onder procuratie wordt in het algemeen verstaan de bevoegdheid tot het aangaan van (financiële) verplichtingen. Deze verplichtingen, die in principe
Nadere informatieBewonerscommissies en Verenigingen van Eigenaren (VVE) vallen buiten de werking van dit statuut.
Vastgesteld door MT op 9 september 2014 Goedgekeurd door raad van commissarissen op 23 oktober 2014 1. Inleiding en doel Een aantal van de activiteiten van Habion vindt plaats in haar verbindingen, al
Nadere informatie