De taalronde voor de ISK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De taalronde voor de ISK"

Transcriptie

1 De taalronde voor de ISK

2 De taalronde voor de ISK In dit stuk laat ik de voordelen van het gebruik van de taalronde in de internationale schakelklas (ISK) zien. De taalronde is een werkvorm die is ontwikkeld door de stichting Taalvorming. Ik koppel de theorie van de taalronde aan de NT2- theorie en werk een aantal taalrondes uit voor thema s uit de NT2- methode Disk. Graag wil ik Hieke van Til van Stichting Taalvorming en mijn oud-collega Patty Roos van basisschool de Achthoek danken voor hun tijd, input voor en aanvullingen op de theorie en de lesvoorbeelden. 2

3 Inhoudsopgave De taalronde voor de ISK Deel 1 theorie 4 1. Waarom de taalronde? 4 2. Theorie taalvorming 4 3. De taalronde en de NT2-theorie Schrijven Spreken Woordenschat Grammatica/werkwoordspelling Tekstbespreking Het ABCD model 7 4. Methode Disk en de taalronde 7 5. Reflectie en conclusie 8 Deel 2 De taalronde voor de ISK in de praktijk De basisvolgorde van werken bij een taalronde Onderwerpen voor taalrondes bij thema s van Disk Thema kennismaken Thema eten Thema ruzie Thema technologie Thema wonen Thema geld 16 Bijlage A Ideeën voor het korte rondje en de taalronde 18 Bijlage B Lesopzet taalronde 20 Bijlage C Werkbladen taalronde en lijstje 22 Bibliografie 24 3

4 Deel 1 Theorie 1. Waarom de taalronde? Vijftien jaar geleden startte ik als leerkracht op Basisschool Sint Lukas in Amsterdam. Een zogenaamde zwarte school in de wijk Osdorp met leerlingen van negentien nationaliteiten. Deze school begon op dat moment net aan een traject met de stichting Taalvorming. De stichting Taalvorming begeleidde alle leerkrachten in het geven van taalrondes. Deze taalrondes vonden plaats in de kring en gingen altijd over eigen ervaringen van de leerlingen. In de kring werd gepraat, getekend en geschreven. Vervolgens werden de teksten besproken en verbeterd. Vanaf het begin zag ik hoe geweldig deze manier van taalontwikkeling was. Want hoe fijn is het om over je eigen ervaringen te kunnen vertellen en schrijven? Ook op mijn tweede school werd gewerkt met taalrondes. Een school met een compleet andere doelgroep: blank en hoogopgeleid. En ook daar was de taalronde een succes. De leerlingen schreven prachtige teksten met mooie tekeningen over mooie, persoonlijke onderwerpen. Toen ik na vijftien jaar besloot om mij te gaan specialiseren als NT2-docent en ik erachter kwam dat de wat oudere doelgroep heel goed bij mij paste, dacht ik meteen: past de taalronde ook bij deze doelgroep? Vervolgens startte ik met de opleiding tot NT2 docent. En een van mijn eerste leervragen was of de werkvormen die ik in het basisonderwijs toepaste geschikt waren voor het ISK. Deze leervraag heeft uiteindelijk geresulteerd in dit eindproduct: De taalronde op het ISK. 2. Theorie taalvorming Als kinderen, om welke reden ook, moeite hebben met praten, luisteren, schrijven en lezen is het van groot belang om te beginnen bij wat hen bezighoudt, wat ze meemaken en wat ze willen weten. Die betrokkenheid maakt dat ze de technische kant van taal vergeten. In plaats daarvan gaan ze taal gebruiken als middel, om iets duidelijk te maken of iets uit te zoeken. Door hun eigen verhalen en vragen te formuleren, leren kinderen actief naar woorden zoeken, zinnen bouwen, nadenken over dubbelzinnigheden, onregelmatigheden, nuances en verfijningen van taal. Ze doen dat actiever als anderen hun verhalen horen en serieus nemen. Taalvorming begint altijd bij de eigen ervaringen van kinderen. Van je eigen ervaringen weet je zelf het meeste af. Er is geen nader onderzoek nodig, niemand weet het beter dan jijzelf. Je hoeft alleen maar op het idee gebracht te worden om erover te gaan schrijven en dit gebeurt uitgebreid in de activerende vertelrondes bij taalvorming. Na het vertellen, in de kring of in tweetallen, hoef je alleen nog maar op te schrijven wat je vertelde. Het vertellen en schrijven over ervaringen bij taalvorming zorgt voor betrokkenheid van alle soorten kinderen. Wat andere kinderen in de groep meemaken is voor ieder kind interessant. Dat die anderen vervolgens ook geïnteresseerd naar jou luisteren maakt de betrokkenheid alleen maar groter. De manier waarop bij taalvorming ingezoomd wordt op de details van persoonlijke waarnemingen en belevenissen maakt taalrondes en tekstbesprekingen tot levendige, taalrijke lessen waarin spreek en schrijftaal met elkaar verbonden worden. Alle kinderen in een groep kunnen hieraan op een positieve manier deelnemen. Taalvorming is een visie op taal leren, die je op allerlei momenten in de klas kan inzetten. Bij deze visie hoort ook een vaste basispraktijk. Dat is de taalronde. Het is een doordachte opbouw van taalwerkvormen, waarbij in een korte tijdspanne alle taaldomeinen aan bod komen. In een taalronde wordt verteld, geluisterd, geschreven en voorgelezen over dingen die kinderen zelf waarnemen, denken en meemaken. (Norden S. v., 2004) 4

5 3. De taalronde en de NT2-theorie In deze paragraaf koppel ik de verschillende taaldomeinen die bij de taalronde aan bod komen, aan de NT2-theorie en licht ik toe waarom ik de taalronde zo goed vind aansluiten bij het NT2-onderwijs. 3.1 Schrijven In het Handboek Nederlands als tweede taal (Bossers, 2010) wordt gesproken over functionele en instrumentele schrijfoefeningen. Bij de functionele schrijfoefening staat het communicatieve doel van de schrijftaak centraal: informatie geven, een klacht indienen, formulieren invullen etc. Instrumentele schrijfoefeningen zijn gericht op stimuleren van de taalverwerving. Cursisten schrijven teksten om te oefenen met grammaticale regels, om woorden en woordcombinaties te leren en om spelling te oefenen. Tot slot wordt ook nog kort genoemd dat er ook ruimte moet zijn om te schrijven over onderwerpen die jou als cursist interesseren: het zogenaamde creatieve schrijven. In het artikel In het begin was de taal gewoon lawaai. Creatief schrijven in de Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers (Okan) wordt gezegd: Creatief schrijven met anderstalige nieuwkomers is niet alleen leuk, maar ook belangrijk. Het vergroot de schrijfvaardigheid van de leerlingen, verrijkt hun woordenschat en wakkert het taalplezier aan. Al schrijvend leren de leerlingen zichzelf en de wereld rondom zich beter kennen of begrijpen. Bovendien groeit met het schrijven ook het zelfvertrouwen: door te vertrekken van wat ze al weten (en niet, zoals vaak, van wat ze nog moeten leren), beseffen de nieuwkomers hoeveel ze al kunnen. Maar ook andere sociale vaardigheden worden ontwikkeld: de betrokkenheid wordt vergroot, het doorzettingsvermogen wordt gestimuleerd en de groepssfeer kan sterker worden. (Trioen M., 2015). Ook in dit artikel wordt als een van de vuistregels genoemd: Vertrek vanuit de eigen ervaringen, gevoelens en gedachten van je leerlingen. Ik zie de taalronde net zo goed als een vorm van functioneel schrijven. Niet functioneel als in het invullen van een formulier, maar functioneel voor het welbevinden van de leerling. Want als je over jezelf kunt praten en gevoelens kunt delen, kun je beter functioneren in een klas en zelfs in de maatschappij. Je kunt vrienden maken en anderen begrijpen. Wat belangrijk is, is dat de opdracht altijd betekenisvol moet zijn. Schrijven over iets waar je niets mee hebt, levert een stuk minder op dan schrijven over iets wat je zelf hebt meegemaakt of waar je zelf een duidelijk gevoel bij hebt. En als je daardoor ook nog eens je woordenschat uitbreidt, de verleden tijd oefent, of inversie, of verkleinwoorden inslijpt, dan levert dit alleen maar winst op. 3.2 Spreken Tempo en vloeiendheid zijn bij uitstek vaardigheden die alleen verbeterd kunnen worden door veel te spreken. In leergangen krijgen deze vaardigheden in het algemeen weinig aandacht. Door te oefenen met snel reageren kan dit verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door te werken met een binnenen buitencirkel of door eerst plenair te oefenen en vervolgens in tweetallen (Bossers, 2010). Ook om spreekvaardigheid te oefenen zie ik de taalronde als een buitengewoon goede werkvorm. Doordat in de taalronde wordt gewerkt met eigen ervaringen, leren de deelnemers de taal in een voor hen betekenisvolle context. Als je werkt met eigen ervaringen is de drempel om te vertellen laag. Iedereen heeft immers wat te vertellen. En als je iets graag wilt vertellen, ga je actief naar woorden zoeken om zo precies mogelijk te kunnen vertellen wat je wilt overbrengen (Schilder, 2007). De taalproductie tijdens de taalronde is hoog door de verschillende werkvormen en de tweetalgesprekken. 3.3 Woordenschat De taalronde kan ook goed gebruikt worden voor het consolideren van de aan te leren woorden. Eén nieuw woord kan in de taalles terugkomen in een lees- of luistertekst, in een opdracht of tijdens een spreektaak. De context is dan veel rijker en relevanter dan in computerprogramma s of in de vorm 5

6 van het bekende tweetalige stampwerk (Bossers, 2010). Bij Taalvorming is de rijke context de voorwaarde. Tijdens een taalronde kan woordenschat geoefend worden op een betekenisvolle manier omdat er gesproken wordt over eigen ervaringen binnen een onderwerp waar een aantal weken op allerlei manieren aandacht aan wordt besteed. 3.4 Grammatica/werkwoordspelling Recente inzichten geven aan dat grammatica niet als een geïsoleerde activiteit moet worden geoefend, zoals dat in het traditionele grammaticaonderwijs vaak het geval was, maar dat de ontwikkeling van grammaticale kennis in samenhang met andere onderdelen van taal moet plaatsvinden. Bij Taalvorming staan de technische vaardigheden, waar de grammatica en spelling deel van uitmaken, altijd in dienst van de inhoud en de boodschap die je met taal wil overbrengen (Schilder, 2007). De verleden tijd leer je als je vertelt over de spelletjes die je vroeger speelde, of over een fijne herinnering aan je thuisland. De voltooid verleden tijd oefen je als je in een kort rondje vertelt (zie stap 1 van de taalronde) wat je gisteren hebt gegeten. Zinsopbouw oefen je als je vertelt wat jou helpt als je je verdrietig of boos voelt. En als je dit allemaal opschrijft, ga je extra goed nadenken of het klopt. Ook kun je samen met een medeleerling of de docent je tekst uitbreiden en verbeteren. Allemaal manieren om grammatica te oefenen op een betekenisvolle manier zonder dat het een geïsoleerde activiteit is. En ook allemaal voorbeelden van Focus on form : aandacht voor een taalvorm ingebed in een functionele, communicatieve activiteit. (Kuiken, 2004) 3.5 Tekstbespreking De tekstbespreking is cruciaal bij de taalronde. Een tekstbespreking is een en al interactie, tussen docent en leerlingen en tussen de leerlingen onderling. De kennis van de hele groep wordt benut voor het verbeteren van de tekst. (Norden S. v., 2004). Na een klassikale tekstbespreking van één of twee teksten van de leerlingen bespreken de leerlingen in tweetallen elkaars teksten. Mits je hier een duidelijke opdracht en regels aan verbindt is dit een mooie vorm van samenwerkend leren. Want leren doen leerlingen ook, en mits goed vormgegeven vooral, wanneer ze zelf actief zijn en zelf betekenis kunnen geven aan hun eigen leren. Door leerlingen op een gestructureerde manier met elkaar samen te laten leren, kan de docent hen meer verantwoordelijk maken voor hun eigen leerproces (Ebbens, 2013). En dat is nog makkelijker als de samenwerking een eigen tekst over een persoonlijk verhaal betreft. Verbeterde tekst van de voorpagina. Ik ben jarig. En ik geef thuis een feest voor mijn verjaardag. De muziek staat hard. Wij maken heel veel geluid. De buurman is heel erg boos. Want hij wordt wakker van de harde muziek. Hij klopt op mijn deur. Hij zegt rustig! Rustig! Hij schreeuwt tegen mij. Ik zeg oké sorry. Ik dacht dat je niet thuis was. Want ik heb op je deur geklopt. Maar je sliep. Sorry, ik zal de muziek zachter zetten. Rawad 6

7 3.6 Het ABCD-model van Neuner: ABC of D? (Verboog, 2011) Ik zie de taalronde vooral als een D-opdracht. De leerling schrijft zijn eigen tekst en dus is het een vrije productie. Op het moment dat je deze opdracht met je leerlingen doet, zal er al een aantal A, B en C-opdrachten aan vooraf zijn gegaan. Als docent kunt je de opdracht gemakkelijker maken door vooraf een eigen tekst op het bord te zetten Hiermee geef je de leerling handvatten voor zijn eigen tekst. Afhankelijk van het onderwerp zou het dan ook een C-opdracht kunnen zijn. Bijvoorbeeld bij de taalronde mijn slaapkamer. Hier heb ik vooraf mijn eigen tekst voorgelezen, de plattegrond van mijn slaapkamer laten zien en de tekst op het bord laten staan. Bij een tekst over ruzie is dit lastiger omdat de verhalen een stuk persoonlijker zijn en over te veel onderwerpen kunnen gaan. Uiteraard is het essentieel om in de dagen voor deze opdracht al de woordenschat behandeld te hebben en een aantal A, B en C-oefeningen gedaan te hebben rondom het thema, zowel zelfstandig als klassikaal. Een goede optie is om voorafgaand aan de taalronde eerst nog een woordveld rondom het thema maken om de voorkennis nog extra te activeren. 4. Methode Disk en de taalronde Op de website van NT2school wordt Disk (2013) omschreven als een thematisch-cursorische leergang Nederlands voor anderstalige jongeren. De leerlingen werken binnen thema s en in leerlijnen voor alle vaardigheden op verschillende manieren aan de vergroting van hun taalvaardigheid. Wat ik zie is dat de thema s over het algemeen goed aansluiten op de belevingswereld van een gemiddelde ISK-leerling. Het gaat om voor veel leerlingen betekenisvolle onderwerpen zoals ruzie, uiterlijk, vriendschap, verliefdheid, toekomst en eten. Bij ieder thema hoort een aantal taken en deze taken bestaan voornamelijk uit schrijf- en spreekoefeningen. Als je kijkt naar de schrijfopdrachten, dan is een deel functioneel: schrijf een mail of sms aan je docent om te zeggen dat je te laat of ziek bent, bel de dokter voor een afspraak. Of iets verder weg: stuur een bericht aan je docent dat een klasgenoot gepest wordt. Dit is al voor een veel kleinere groep echt betekenisvol. De overige schrijf en spreekopdrachten zou je kunnen beschouwen als creatieve schrijf- en spreekopdrachten. (In de handleiding wordt trouwens niet gesproken over de soorten opdrachten en de lesdoelen van de opdrachten. In mijn ogen een gebrek en een gemiste kans.) Deze taken blijven hangen in opdrachten als: bedenk wat je aandoet als je een afspraak hebt, bedenk een robot, wat zijn de karaktereigenschappen van een slechterik in een film en bedenk een lekker recept. Iedere leerling kan wel wat vertellen over deze onderwerpen maar de opdracht blijft te algemeen en is niet gebaseerd op ervaringen. Tijdens zulke opdrachten zie ik dat maar een deel van de leerlingen hier mee uit de voeten kan. Een ander deel heeft geen zin, want ziet het nut er niet van in, of kan simpelweg niets bedenken. Er wordt in deze taken niet genoeg rekening gehouden met de eerdergenoemde vuistregel voor creatief schrijven: Vertrek vanuit de eigen ervaringen, gevoelens en gedachten van je leerlingen. (Trioen M., 2015). Bij de taalrondes die ik de afgelopen maanden heb gegeven gaat vrijwel iedereen direct aan de slag, simpelweg omdat de opdracht gaat over iets wat ze persoonlijk hebben ervaren. 7

8 Een taalronde in groep C1 De leerlingen komen met hun stoelen in de kring zitten, tafels worden opzijgeschoven en iedereen kiest een plek. Als iedereen zit begin ik met het korte rondje. Wanneer was jij voor het laatst boos? Iedereen moet antwoord geven in een zin: Ik was.. voor het laatst boos op. Om de beurt geven de leerlingen een antwoord. Vervolgens vertel ik mijn eigen verhaal dat ik de twee weken geleden boos was op mijn buurvrouw omdat ze haar stinkende vuilniszak in de gang voor mijn deur had gezet en hoe de buurvrouw begon te schreeuwen dat ik niet zo moeilijk moest doen. De leerlingen zijn geïnteresseerd en stellen vragen over mijn woonsituatie en of het weer goed is gekomen. Ik geef aan dat ze hun hand mogen opsteken als ze zich herkennen in wat ik zeg. Het thema waar we een aantal dagen mee zijn gestart is ruzie en ik stel een aantal korte vragen: Wie heeft in de afgelopen dagen ruzie gemaakt. Was dat ruzie met een familielid of vriend? Wie heeft weleens ruzie gemaakt met een onbekende? Wie maakt nooit ruzie? Wie denkt dat het goed is om af een toe eens lekker ruzie te maken? Wie heeft weleens spijt gehad van wat hij tijdens een ruzie heeft gezegd? Wie vindt het moeilijk om het weer goed te maken? Vrijwel de meeste leerlingen maken weleens ruzie met een familielid, vooral broers en zussen hebben het af en toe moeilijk of maken het mijn leerlingen moeilijk. Ook het goed maken vindt niet iedereen makkelijk. Ook zijn we erover eens dat ruziemaken soms best lekker is, maar dat je soms ook flink spijt kan hebben van wat je hebt gezegd of gedaan. Daarna maken de leerlingen allemaal een lijstje met eigen ervaringen rondom het thema ruzie. Vervolgens vraag ik iedereen een van de ervaringen uit te kiezen en deze te delen met de buurman of buurvrouw. Iedereen slaat verwoed aan het vertellen. Er wordt gepraat en gelachen, er worden gebaren gemaakt, en al een paar vragen gesteld. Als ze uitverteld zijn, gaat iedereen naar zijn plek om de verhalen op te schrijven en een tekening bij het verhaal te maken. Ik loop rond en stel vragen, geef veel complimenten en ook verbetertips. De volgende dag heb ik een aantal teksten op het digibord gezet en vraag ik de leerlingen om toestemming om hun verhalen op het bord te laten zien. De leerling leest zijn of haar eigen verhaal voor en heeft direct al wat aanpassingen. Die voer ik direct door. Vervolgens mogen de andere leerlingen vragen stellen en tips geven aan de schrijver. Vooral het verhaal van Lawrence (zie afbeelding op blz. 11) over de buurman met zijn poepende hond leidt tot veel hilariteit. Want waar had de hond nou precies gepoept? In het huis of voor het huis? En wie heeft de poep nou opgeraapt, het baasje of Lawrence? Vervolgens verbeteren de leerlingen in tweetallen hun eigen teksten en hebben we aan het eind van de morgen veertien mooie verhalen over ruzie. 5. Reflectie en conclusie Eerlijk gezegd heb ik niet heel erg getwijfeld of de taalronde geschikt zou zijn voor het ISK of breder nog, voor het NT2-onderwijs. Want de taalronde is ook heel goed uit te voeren in het NT2 onderwijs voor volwassenen, zo blijkt uit de literatuur (Schilder, 2007). Uit de koppelingen die ik gemaakt heb tussen de NT2-theorie en de theorie van de taalronde komt in mijn ogen heel duidelijk naar voren dat NT2 en de taalronde prima bij elkaar passen. Vanaf het begin van mijn werkzaamheden in het NT2-onderwijs heb ik taalrondes uitgevoerd. In totaal in 4 verschillende groepen: een hoogopgeleide volwassenengroep bij Toptaal, een groep van 11 leerlingen tussen de 7 en 17 jaar bij de noodopvang van het AZC Almere en twee groepen op het ISK Almere (Taalcentrum Almere) waar ik sinds mei drie dagen per week lesgeef. In alle groepen leverde de taalronde positieve resultaten op: De volwassenen schreven verhalen over hun woonsituatie in Amsterdam met prachtige gedetailleerde tekeningen. Vervolgens voerden ze uitgebreide gesprekken met elkaar over de buurt waar ze woonden en de voor- en nadelen van deze buurt en hun grote of kleine huizen. 8

9 Bij de noodopvang gaf ik les aan een groep die bestond uit kinderen die nog maar heel kort in Nederland waren. Bij de taalrondes over hun familie werden met tekenen, praten en veel gebaren de, veelal schrijnende gezinssituaties van de leerlingen duidelijk: alle kinderen misten één ouder. Pijnlijk maar hierdoor wist iedereen wat meer over de ander en dit versterkte direct de band tussen de leerlingen. Want naast alle taalvoordelen die ik zie bij de taalronde vind ik de taalronde ook functioneel als het gaat om verbinding maken met anderen, sociale relaties aangaan en functioneren in een groep. En dat ervaar ik nu ook heel sterk in de ISK- groepen waar ik les aan geef. De taalronde verbindt! Bij de taalronde over ruzie vertelden de leerlingen niet alleen hun verhalen aan hun buurman of vrouw, maar werd er onderling van plek geruild om ook naar de verhalen van de anderen te kunnen luisteren. Waardoor er niet alleen een half uur Nederlands werd gesproken, maar ook contact werd gemaakt, gelachen en gedeeld. Voor mij is mijn vraag beantwoord: de taalronde is uitermate geschikt voor het ISK. Mijn eigen mentorgroep waar ik sinds september les aan geef is in de afgelopen maanden enorm gegroeid. Dit zie ik in de toetsresultaten maar vooral op de werkvloer. De teksten die geschreven worden zijn steeds langer en gedetailleerder. De gesprekken die gevoerd worden zijn van een steeds hoger niveau. De zinsopbouw is verbeterd, de grammatica wordt steeds beter toegepast door het gebruik van bijvoorbeeld het voltooid deelwoord in de korte rondjes. De woordenschat is uitgebreid omdat er zoveel meer gesproken wordt en de groepsband is versterkt, precies zoals genoemd wordt in het artikel over creatief schrijven (Trioen M., 2015). Het enige verschil met de basisschool is dat de ISK-leerlingen minder gewend zijn om te tekenen. Bij de reflectie van de lessen geeft een aantal aan dat ze het schrijven en spreken leuk vinden maar het tekenen niet. Het niveau van de tekeningen ligt ook een stuk lager dan op de basisscholen waar ik gewerkt heb, waar de leerlingen al van jongs af aan gewend zijn om te tekenen. Vooralsnog heb ik besloten niet te veel nadruk op het tekenen te leggen en duidelijk te maken dat het tekenen helpend kan zijn bij het vertellen van een verhaal of het zoeken naar een woord maar dat het gaat om het vertellen en het schrijven. Ik hoop dat dit stuk en mijn lesproduct collega s stimuleert om de taalronde te gaan doen. Ik ben ook altijd bereid om een voorbeeldles te komen geven of collega s een les bij mij te laten bijwonen. Ik kan niet anders dan volmondig zeggen: ja, de taalronde is zeer geschikt voor de ISK! 9

10 Deel 2: De taalronde voor de ISK in de praktijk In dit deel van de praktijkopdracht leg ik uit hoe de taalronde werkt, welke stappen er zijn en geef ik voorbeelden en materiaal om de taalronde uit te voeren. 1. De basisvolgorde van werken bij een taalronde (Norden S. v., 2004) Voorbereiding Je kiest een onderwerp waarover je met de leerlingen wil praten. Je bedenkt een beginvraag en een aantal vragen die je tussendoor kunt stellen over aspecten van het onderwerp. In bijlage A een overzicht van suggesties voor mogelijke onderwerpen. Na deze voorbereiding verloopt een taalronde volgens de volgende stappen: 1. Kringopstelling en kort rondje. 2. Introductie van het onderwerp. 3. De vertelronde. 4. Teken- of schrijflijstje maken. 5. Tweetalgesprekken over één ding van het lijstje. 6. Schrijven. En eventueel tekeningen in het net uitwerken. 7. Voorlezen met vragen. 8. Vervolg: Tekstbespreking. Let op: doe zelf ook mee! Leerlingen zijn geïnteresseerd in jouw verhaal en het helpt je de opdracht beter over te brengen. In bijlage B heb ik deze stappen uitgewerkt volgens het formulier lesopzet van de opleiding. Toelichting stappen: Stap 1. Kringopstelling en kort rondje De leerlingen komen in de kring zitten. Alle leerlingen krijgen een kartonnen onderlegger die gebruikt kan worden om op te schrijven en te tekenen, een blaadje en een pen. Vervolgens begin je met een kort rondje om voorkennis te activeren. Je stelt een korte vraag over het onderwerp en de leerlingen geven om de beurt antwoord op deze vraag. Het korte rondje kan ook als separaat lesje gebruikt worden en hoeft niet gevolgd te worden door een uitgebreide taalronde. Ik start dagelijks met een kort rondje. De doelen zijn legio. Je kunt het gebruiken om de stemming in de groep te bepalen, bijvoorbeeld door te vragen wat voor cijfer ze hun stemming geven. Dit kun je dan aan het eind van de dag weer herhalen. Je kunt het gebruiken om je leerlingen beter te leren kennen: uit hoeveel leden bestaat je gezin? Met wie slaap je in de kamer? Wie is je beste vriend of vriendin, wat helpt je als je je rot voelt? Waar word je blij van? Maar het is ook een hele goede oefening voor het inslijpen van routines en het oefenen van werkwoordspelling en grammatica: Als je vraagt wat heb je gisteren gegeten, zullen alle leerlingen een zin moeten maken met het voltooid deelwoord en ze horen het voltooid deelwoord ook, in mijn geval 14 keer, voorbij komen. Hetzelfde geldt voor: welk geluid heb je vanmorgen als eerste 10

11 gehoord, welke persoon heb je als eerste gesproken, hoe laat ben je naar bed gegaan en waar heb je gisteren om gelachen. Zo kun je op een speelse manier, vanuit eigen ervaringen routines en werkwoordspelling oefenen. Stap 2. Introduceren van het onderwerp Dit doe je door middel van: *het delen van een eigen ervaring, * het laten zien van voorwerpen, * het voorlezen van een verhaal of gedicht. Afhankelijk van het niveau van de groep, kun je hier al differentiëren. Je kunt je eigen tekst voorlezen en deze op het bord zetten. Deze tekst kan als richtlijn dienen voor de leerlingen. De lagere niveaus kunnen deze tekst als basis gebruiken. De leerlingen met hogere niveaus kunnen deze tekst aanvullen met eigen zinnen. Zelfs bij de echte beginners kun je hier al mee werken. Bijvoorbeeld door een stamboom van je eigen familie te maken en daar de namen bij te schrijven: Zus Nina, vader Ton, moeder Marjan. Zo hoeven de leerlingen alleen nog de juiste namen bij de verschillende poppetjes te schrijven maar oefenen je wel de woorden die horen bij de verschillende gezinsleden. Stap 3. Vertelronde De leerlingen kunnen vertellen over verschillende aspecten van het onderwerp met als doel om op ideeën te komen. De docent stelt vragen in de vorm van wie heeft weleens... De leerlingen kunnen reageren als de vraag op hen betrekking heeft. Stap 4. Teken- of schrijflijstje maken. De leerlingen maken een lijstje met eigen ervaringen rondom het onderwerp. Ze kunnen van deze ervaringen kleine tekeningetjes maken of een lijstje schrijven. Juist het tekenen kan helpen de ervaring duidelijker te maken en helpen bij het opschrijven. Stap 5. Tweetalgesprekken over één ding van het lijstje. De leerlingen kiezen een van de ervaringen uit en vertellen hierover aan hun buurman of buurvrouw. Wanneer de leerlingen dit vaker doen, kun je ze ook laten oefenen met elkaar vragen stellen over deze ervaringen. Hierdoor oefen je met vraagzinnen en de vraagwoorden wanneer, hoe en waarom. En ook wat: wat gebeurde er precies? Functies zijn: iedereen kan zijn verhaal kwijt, het is veilig en het biedt de gelegenheid om de ervaring eerst mondeling onder woorden te brengen voordat je er over gaat schrijven. Stap 6. Schrijven Iedereen schrijft zijn verhaal op een speciaal taalblad. De docent loopt rond en helpt verder door nog eens in gesprek te gaan: vertel nog eens precies hoe dat ging/wat je deed. Indien al je leerlingen de beschikking over een tablet of laptop hebben, kunnen ze ook direct hun tekst daarop schrijven. Stap 7. Voorlezen met vragen. * De docent leest de tekst van een leerling voor en stelt samen met de anderen vragen. * De leerling leest voor en docent en klasgenoten stellen vragen. 11

12 Vervolg: Tekstbespreking Op een andere dag vindt meestal de tekstbespreking plaats, waarbij een of meerdere eerste versies klassikaal besproken worden bij wijze van voorbeeld. Daarna kunnen de leerlingen hun teksten in tweetallen op dezelfde manier bespreken en veranderen. 1. Tekst klassikaal voorlezen. 2. In tweetallen vragen bedenken bij de tekst. 3. Vragen bespreken. 4. Schrijver doet voorstellen voor aanpassingen in tekst. 5. Overige leerlingen doen een voorstel. 6. Leerlingen in tweetallen teksten laten aanpassen en verbeteren. Let op! De schrijver bepaalt of de wijzigingen worden doorgevoerd of niet. Tot slot kun je de teksten uitprinten, de tekeningen in het net laten maken en/of laten inkleuren en de teksten met tekening op een mooi gekleurd vel (laten) plakken. Je kunt ook een boekje maken met alle verhalen en deze in de klas leggen of voor iedereen een kopie maken. 12

13 2. Onderwerpen voor taalrondes bij thema s van Disk 2.1 Thema kennismaken Taalronde: dit is mijn familie. Bestaande uit een stamboomachtige tekening van je familieleden met daarbij de namen. Eigenlijk is dit niet een officiële taalronde omdat er niet over ervaringen wordt gesproken, maar bij beginnersgroepen die de taal nog nauwelijks spreken is dit een mooie manier om iets over jezelf te vertellen Als de groep al wat verder is, kan je er meer een taalronde van maken als je inzoomt op ervaringen met familieleden. Een handeling die je doet met iemand samen in huis (afwassen?). Vertel eens over de keer dat je met iemand van je gezin heel veel lol had. Of van de keer dat je van iemand in je huis last had. Of dat je uitkeek naar de thuiskomst van iemand in je gezin. Deze taalronde heb ik gedaan op de noodopvang met leerlingen tussen de 7 en 17 die nog maar enkele weken in Nederland waren. Ik heb een tekening gemaakt van mijn eigen gezin en daar de naam van elk familielid en zijn of haar relatie tot mij (oma, moeder, vader, zus, nicht). Vervolgens heb ik deze taalronde in mijn huidige groep gedaan met leerlingen die al langer in Nederland zijn. Deze leerlingen hebben ook nog een stukje tekst onder de tekening geschreven Thema eten Taalronde over een herinnering aan een fijne maaltijd met familie of vrienden. Wat aten jullie, waar was je, met wie, wat proefde je, hoe voelde je je? 13

14 Kort rondje: wat is het lekkerste dat je afgelopen week hebt gegeten? Vragen voor de vertelronde: Heb je al Nederlands eten geproefd? Hoe smaakte dat? Heb je weleens iets moeten eten wat je helemaal niet lekker vond? Heb je weleens iets gekookt wat helemaal mislukte? Wat ging er mis? Heb je weleens iets nieuws geproefd wat heel lekker smaakte? Heb je weleens iets gegeten wat heel anders smaakte dan dat het eruit zag? Wat voor eten kun je in je eigen land op straat eten? Heb je weleens in een heel duur restaurant gegeten? Wat kookt(e) je moeder wat je heel erg lekker vond? Heb je weleens samen met je moeder gekookt? Wat maakte je? Bij welke geur heb je een herinnering aan lekker eten? Ik vertel een eigen verhaal over de appelflappen die mijn tante bakte als ik bij haar logeerde. En dat ik bij het ruiken van appelflappen nog altijd aan die bijzondere logeerpartijen moest denken. De leerlingen willen vooral praten over de gerechten die ze lekker vonden in hun thuisland. Ik merk dat de herinneringen vaak nog wat gevoelig liggen en verdrietig maken. Wel worden ze enthousiast van hun favoriete eten uit hun thuisland. We schrijven de teksten op de laptops en alle leerlingen zoeken een plaatje van hun favoriete recept. De leerlingen praten uitgebreid met elkaar over het eten, de ingrediënten en de bereidingswijze. Prachtig is hoe de verschillende culturen zichtbaar worden en hoe enthousiast ze praten over hun favoriete gerecht. Ik krijg plaatjes te zien van de lekkerste gerechten maar ook van mensen die bezig zijn met de bereiding van het gerecht. We bespreken een aantal teksten klassikaal. In deze les komt naar voren dat er nog veel fouten worden gemaakt in de woordvolgorde. Hier gaan we direct de volgende dag mee aan het werk. 14

15 2.3 Thema ruzie Taalronde over een ruzie of aanvaring met iemand in je omgeving. Wat gebeurde er, met wie was je, wat zeiden jullie tegen elkaar? Hoe liep het af? Kort rondje: Met wie heb jij voor het laatst ruzie gemaakt of een conflict gehad? Vragen voor de vertelronde: Wie maakt weleens ruzie? Wie heeft vorige week nog ruzie gemaakt. Wie heeft er weleens ruzie gemaakt met iemand met wie je heel close bent? Je vriend of vriendin? Je moeder? Wie heeft er weleens ruzie gemaakt over het huishouden? Iets wat je thuis moest doen van je vader en je deed het niet? Wie heeft er weleens een conflict gehad met een vreemd iemand, bijv op straat? Wie heeft er weleens ruzie gemaakt die een paar dagen duurde? Wie heeft er weleens ruzie gemaakt waarbij je al snel moest lachen tijdens de ruzie? Wie weet nog van die keer dat hij ruzie had op vakantie? Wie vindt het moeilijk om sorry te zeggen. Daarna ga je de diepte in met vragen: - Waar ging het over? - Wat gebeurde er precies? - Hoe liep het af? - Hoe kwam het goed? 15

16 2.4 Thema technologie Taalronde over iets wat kapot gaat. Waar was je, wat ging er kapot? Wat gebeurde er toen? Hoe is het weer opgelost? Kort rondje: noem één apparaat met een snoer dat je vandaag hebt gebruikt. Vragen voor de vertelronde: Wie heeft er thuis een apparaat staan waarvan hij niet weet waar het voor is? Wie heeft er thuis een apparaat staan wat al heel lang kapot is en niet meer gemaakt wordt (en daardoor niet meer gebruikt)? Wie is er weleens bij opa en of oma geweest en heeft daar een apparaat gezien of gebruikt wat heel ouderwets is en dat we nu niet meer gebruiken? Wie heeft thuis een apparaat liggen wat ontzettend onhandig is in het gebruik? Wie heeft er in de keuken een keukengereedschap liggen waar je je weleens heel erg aan bezeerd hebt? 2.5 Thema wonen Taalronde over: wat is je favoriete plekje in huis? Waar voel je je fijn, waar trek je je terug als je even alleen wilt zijn. Of ben je juist graag met iemand anders op die plek. Kort rondje: waar in je huis zit je het vaakst? Vragen voor de vertelronde: Wat is je favoriete plek in huis? Waar trek je je terug als je alleen wil zijn? Heb je meerdere favoriete plekken in huis? Wie heeft weleens gehad dat hij op zijn favoriete plek wilde zitten en dat daar een ander uit huis al zat? Wat doe je het liefst op je favoriete plek? Hoe ziet je lievelingsplek eruit en wat maakt het tot je favoriete plek? Heb je weleens iets veranderd aan je favoriete plek? 2.6 Thema geld Taalronde over de keer dat je geld kwijtraakte of juist vond. Waar was je, wat gebeurde er? Kort rondje: noem eens het laatste dat je gekocht/ betaald hebt. Vragen voor de vertelronde: Wie heeft er weleens geld gekregen van zijn opa/ oma? Wie heeft er weleens geld gevonden op straat? Wie heeft een keer meegemaakt dat je boodschappen ging doen en dat je geld tekort kwam? Wie heeft er weleens geld gevonden in huis op een plek waar je het niet verwachtte? 16

17 Wie weet nog dat hij/ zij zakgeld kreeg en wat deed je ermee? Wie heeft er een keer voor iets gespaard en was daarna heel trots was dat hij of zij het kon betalen/ kopen? - 17

18 BIJLAGE A ONDERWERPEN VOOR HET KORTE RONDJE EN DE TAALRONDE Het korte rondje: De naam van je moeder. De naam van je vader. De eerste letter van je naam. Je favoriete kleur. Je favoriete eten. Wat je vanmorgen gegeten hebt. Goedemorgen in je moedertaal. Je naam spellen in het Nederlands. Bij wie slaap je op de kamer? Je favoriete fruit. Je beste vriend of vriendin. Hoe oud je bent. Wat je later worden wilt. Je nationaliteit. Uit hoeveel leden je gezin bestaat. Zeggen waar je goed in bent. Zeggen waar een ander (je buurman) goed in is. Waar ben je bang voor? Iets noemen dat drijft of zinkt. De bijnaam noemen die je moeder/ vader of iemand anders voor je heeft. Iets zeggen dat je vandaag in je handen hebt gehad. Iets zeggen dat je vanmorgen al hebt gezegd. Iets noemen dat weleens hebt je laten vallen. Iets opnoemen wat je thuis hebt wat heel duur is. Iets opnoemen wat je thuis hebt wat heel goedkoop is. Welke lamp deed je vanmorgen als eerste aan? Is dat met een touwtje, knopje, aan de muur, aan het plafond, met een snoer etc.? Zeggen wie je het meest hebt gemist in de vakantie. Vertellen wie je een keer op straat bent tegen gekomen en waar dat was. De taalronde Ruzie hebben. Heel hard lachen, van toen je moest lachen om iets. Beestjes. Dieren (die je thuis hebt bv). Dingen hetzelfde hebben als iemand anders (dezelfde neus, fiets, kleding, cadeautje, naam, drinken voor in de pauze). Iets kunnen wat je vroeger nog niet kon. Iets zien van toen je op grote hoogte stond/ zat. Geluiden die je weleens gehoord hebt. Geld krijgen van iemand of geld vinden. Als wij gaan eten Bij ons aan tafel. 18

19 Iets kwijt zijn geraakt (en eventueel weer gevonden hebben ). Van toen je heel boos was. Van toen je heel verdrietig was. Dat je een heel goede grap bij iemand uithaalde. Iets dat je stiekem deed. Dingen waar je niet bij kan (die te hoog zijn of staan). Alleen thuis zijn. Wat je ziet op weg van huis naar school. Geuren en bijbehorende plekken. Dingen die gebeuren bij de voordeur. Plekken waar heel veel mensen zijn. Wat je hebt gedeeld met iemand anders. Dingen waar je heel veel van hebt. Hoe je dingen vast of dicht maakt. Momenten dat je het koud had. Dingen waar je op moet wachten. Momenten van afscheid nemen. Jongensdingen en meisjesdingen. Momenten waarop het stil was. Tassen: wat zit er allemaal in je tas? Wassen en douchen. Koken/ helpen in de keuken. Onderweg zijn. Momenten dat het saai is. Dingen die je nog hebt uit je eigen land. Wat kan er allemaal gebeuren met je haar? Plekjes in en om je huis waar je graag bent. Dingen die verbrand zijn of kunnen verbranden: je eten (tosti, aardappels, pizza etc), spullen van je, je haren of je vingers etc. Van toen je een wondje had: een schaafwond, een schram, een litteken, een pleister. Associaties rond vervoer: toen je met de bus ging, met de auto, lopend of met de fiets. Over slapen: slapen in niet je eigen bed, slapen op plaatsen waar je niet hoort te slapen, waar ben je weleens in slaap gevallen? Over mensen die je weleens hebt zien huilen. Wat zag je? Waar was je? Wat deed je? Van een keer dat je pech had. Dingen die altijd gebeuren tijdens het avondeten. Kleding: welke kleren wil jij t liefste aan? Met een bijzonder gevoel of andere kleren met een bijzondere gelegenheid. 19

20 BIJLAGE B LESOPZET TAALRONDE TIJD + VUT V INHOUD Doel van de les bespreken DOEL Van dit lesonderdeel Leerling begrijpt het doel. Wat doet de DOCENT? Vertelt het doel van de les Wat doet de LEERLING? Begrijpt het doel van de les. V Kort rondje Leerling kan een persoonlijk antwoord op de gestelde vraag geven. Hierbij is het taaldoel afhankelijk van de gestelde vraag. V Introductie onderwerp. Leerling maakt kennis met het onderwerp. U Vertelronde: wie heeft.. Leerling kan aangeven of hij of zij de ervaring van de leerkracht deelt en komt op ideeën. U Lijstje maken. Leerling kan een aantal ideeën rondom het besproken thema opschrijven of tekenen. U Tweetalgesprek Leerling kan eigen ervaring delen met klasgenoot. Stelt een vraag waarop iedere leerling een kort antwoord kan geven. *Deelt een eigen ervaring * Laat een aantal voorwerpen zien * Leest een verhaal of gedicht voor Stelt vragen over het onderwerp in de vorm wie heeft weleens.. Kijkt en stuurt bij. Bij oneven aantal leerlingen doet de leerkracht mee, bij even Geeft antwoord op de vraag van de leerkracht. Luistert naar het verhaal van de docent. Leerling reageert als hij kan aansluiten op de vraag. Maakt een aantal tekeningen of een kort tekstje over eigen ervaringen rondom het onderwerp. Vertelt aan medeleerling zijn verhaal. Medeleerling luistert en stelt zonodig vragen. 20

21 U Schrijven Leerling kan het vertelde verhaal op papier zetten. U Voorlezen met vragen. Leerling leest eigen verhaal voor en docent en medeleerlingen stellen vragen. Docent leest verhaal voor U Tekening bij verhaal Leerling kan een tekening bij zijn verhaal maken. U Tekstbespreking Verbeteren van de tekst 1. Klassikaal 2. In tweetallen aantal loopt rond en en stelt vragen. Loopt rond en helpt de leerling verder door vragen te stellen. Leest voor of stelt vragen. Loopt rond. Zet tekst op (digi)bord, stuurt en geeft beurten. Of loopt rond, stuurt en geeft tips. Schrijft zijn verhaal op. Luistert en stelt vragen over de tekst. Maakt een tekening bij het verhaal. Leest de tekst en kijkt waar verbeteringen kunnen worden aangebracht. De schrijver is eindverantwoordelijk voor het eindresultaat. 21

22 BIJLAGE C LEERLING WERKBLAD TAALRONDE EN LIJSTJE 22

23 23

24 Bibliografie Bossers, B. K. (2010). Handboek Nederlands als tweede taal in het volwassenenonderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Disk, digitale NT2 methode. (2013). Amsterdam: Uitgeverij Boom. Ebbens, S. E. (2013). Samenwerkend leren. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Kuiken, F. (2004). Focus on Form in het onderwijs Nederlands als tweede taal. Norden, S. v. (2014). Iedereen kan leren schrijven. Schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het basisonderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Norden, S. v. (2004). Taal leren op eigen kracht. Taalverwerving op school met behulp van de werkwijze van taalvorming. Assen: Koninklijke van Gorcum. Schilder, C. v. (2007). In Marokko is geen eten voor poezen. Taalvorming voor anderstalige volwassenen. Amsterdam: Stichting Taalvorming. Trioen M., C. K. (2015). In het begin was de taal gewoon lawaai. Creatief schrijven in de Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers (Okan). LES. Verboog, M. G. (2011). Taal leren op Maat. Effecief lesgeven aan NT2-cursisten. Bussum: Coutinho. 24

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94 Inhoud Inleiding 7 deel 1 lees- en kijkbio Hoofdstuk 1 Verhalen vertellen 10 Hoofdstuk 2 Zelf verhalen vertellen 12 Hoofdstuk 3 Voorlezen 16 Hoofdstuk 4 Verhalen lezen 18 Hoofdstuk 5 Verhalen in boeken

Nadere informatie

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR Deze lesbrief hoort bij Hoe niemand mij geloofde en ik bijna alles verloor van Gertrud Jetten. In dit boek wil Iris niets liever dan bij haar verzorgpony

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 bas Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

3 Pesten is geen lolletje

3 Pesten is geen lolletje Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson Ik ben BANG oefenboekje om te leren omgaan met angst Steef Oskarsson Bang Bang is een emotie. Net als blij, bedroefd en boos. Iedereen is wel eens bang. Sommige mensen zijn vaak bang, sommigen niet. Iedereen

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie

Prettige en niet prettige aanrakingen

Prettige en niet prettige aanrakingen Kriebels in je buik Prettige en niet prettige aanrakingen 1 Prettige en niet prettige aanrakingen Groep 3 50 min Begrippen Prettig, onprettig, dwingen, overhalen, grenzen aangeven, hulp bij problemen,

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Benodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten.

Benodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten. Handleiding Groep Les Thema Wat zie je en wat vind je ervan? Weet wat je ziet Welkom bij de eerste les van het Nationaal Media paspoort voor uw groep! De kinderen (en u als leerkracht) worden zich in deze

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Lesbrief. Introductie

Lesbrief. Introductie Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit

Nadere informatie

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.

Nadere informatie

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22 C Relaties C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22 C1 Bij wie hoor ik Geeft door middel van ja of nee aan of hij iemand aardig/lief vindt (leerlijn vso 4.1)

Nadere informatie

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan TIPS VOOR DOCENTEN HUIL! Het lucht op Nu met nog meer tranen! Kim Koelewijn Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan 9-99 TIPS VOOR DOCENTEN Dichtbij en verder weg Wanneer je met

Nadere informatie

Workshop Vertellen. Workshop Vertellen

Workshop Vertellen. Workshop Vertellen Workshop Vertellen Er is om ons heen veel aandacht voor het (voor)lezen, maar veel minder voor het vertellen vanuit eigen verbeeldingskracht. Verhalenverteller en theatermaker Adrie Gloudemans geeft in

Nadere informatie

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM

Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM Handleiding bij de studielessen voor groep 1-3 van de basisschool NAAM September 2009 In september en oktober 2009 is de Levend Evangelie Gemeente gemeentebreed bezig met het onderwerp GEBED. Op verzoek

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod 2 Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat

Nadere informatie

DOEBOEK VOOR OUDER EN KIND

DOEBOEK VOOR OUDER EN KIND Tussen JOU en MIJ SCHRIJF- EN DOEBOEK VOOR OUDER EN KIND Janneke van Bockel Tussen en Begonnen op 20 Herinneringen die je later wil hebben moet je NU maken 4 Ma-ham, luister je wel? zegt ze streng. Ja

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR Deze lesbrief hoort bij Hoe niemand mij geloofde en ik bijna alles verloor van Gertrud Jetten. In dit boek wil Iris niets liever dan bij haar verzorgpony

Nadere informatie

Inhoud van deze lesbrief

Inhoud van deze lesbrief Lesbrief bij Krokodillen in het gras van Ingrid Bilardie de Boer Voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1- LESMATERIAAL ONDERBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 4 Groep 1- ACTIVITEIT 1: AANGENAAM KENNIS TE MAKEN In deze handleiding staat de activiteitenbeschrijving voor groep 1-4. Hier

Nadere informatie

Docent HET HOUTEN HUIS

Docent HET HOUTEN HUIS HET HOUTEN HUIS Docent IN DE KLAS Muziek van beneden Het Houten Huis is het beeldend muziektheatergezelschap van het Noorden. Jullie gaan onze theatervoorstelling Muziek van Beneden bezoeken. Dit is een

Nadere informatie

together forever is het motto van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog 2008 in Nederland THE GODFATHER

together forever is het motto van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog 2008 in Nederland THE GODFATHER THE GODFATHER 1. Bekijk het fragment Last scène from Godfather 2. Hierin zie je een boevenfamilie (Italiaanse maffia) gezellig feest vieren met elkaar. De mannen bespreken daarna zaken. In de beroemde

Nadere informatie

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus

Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Paragraaf 9.7 Opdracht 15

Paragraaf 9.7 Opdracht 15 Paragraaf 9.7 Opdracht 15 Voorbeelden van verbeterde schrijfopdrachten Het eerste voorbeeld is de uitkomst van een opdracht uitgevoerd door studenten Taalwetenschap (Duale Master NT2-UvA). Concreet zag

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens Inleiding Omgangskunde draait om contact maken. Met deze oefeningen hoop ik dat u echt contact kan maken met leerlingen. We willen allemaal gezien en gehoord worden. We zijn allemaal mensen en iedereen

Nadere informatie

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17 Inhoud Waarom dit boek? 7 1 De ik-fabriek, wat is dat? 10 2 Lichaamsseintjes 14 3 Je lichaam is net een fabriek 17 4 De ik-fabriek, hoe ziet die eruit? 18 4.1 De eerste verdieping: voelen 20 4.2 De tweede

Nadere informatie

LESMATERIAAL BOVENBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 5-

LESMATERIAAL BOVENBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 5- LESMATERIAAL BOVENBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 8 Groep 5- LESMATERIAAL CLINICLOWNS, GEEN KINDERACHTIG EFFECT _ GROEP 5-8 In deze handleiding staat de lesbeschrijving voor groep

Nadere informatie

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten Lesbrief bij Niemand mag het weten Trudy van Harten Voor groep 6 en 7 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage 1: Opdrachtenblad - Bijlage 2: Niemand

Nadere informatie

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet? RKBS DE ARENBERG December 2015 Scholing 8 december Ja dan krijg je een lijst en denk je.uhm hier ken ik niet eens de helft van. De kunst is dan om daar kansen en mogelijkheden in te zien en niet je handdoek

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Drents Museum Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Les 1 Pratende dingen Samenvatting van de les Deze les is de eerste van vier lessen over beeldcultuur. Tijdens

Nadere informatie

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN. Inleiding Met wie heb je de meeste lol? En wie bel je als je een probleem hebt? Vaak zijn dat je. Sommige mensen hebben veel, andere mensen hebben er maar een paar. Vriendschap is belangrijk in ons leven.

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Mentorlessen. Klas:...

Mentorlessen. Klas:... Mentorlessen Naam: Klas:... 1 En hier begint het! Voor jou ligt jouw persoonlijke mentormap. Deze map is voor de individuele oefeningen vanuit de mentor-module die jij en je klasgenoten volgt. In deze

Nadere informatie

") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers!

) Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2A ") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! Opstekers! Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materiaal:

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk!

Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Over ruzie en hoe je dat oplost natuurlijk! Hoe werk je met een spreekbeurtwerkplan? Het eerste deel bestaat uit vragen. Met een moeilijk woord noemen we dat theoretisch onderzoek. In het tweede deel vind

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat en de vorming van actieve en

Nadere informatie

Lesbrief. Een goeie truc Marjan Berk

Lesbrief. Een goeie truc Marjan Berk Lesbrief Een goeie truc Marjan Berk Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan vragen,

Nadere informatie

Voorbereiding bezoek Humanity House Doelstellingen Introductie Huiswerkopdracht

Voorbereiding bezoek Humanity House Doelstellingen Introductie Huiswerkopdracht voorbereiding Voorbereiding bezoek Humanity House Het is belangrijk om voorafgaand aan het bezoek de voorbereidende les te geven. In deze les sta je samen met de leerlingen stil bij themaʼs die in het

Nadere informatie

7&8. Lesbrief groep 7 & 8 Sport is fun! Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig? Leerdoelen

7&8. Lesbrief groep 7 & 8 Sport is fun! Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig? Leerdoelen Lesbrief groep 7 & 8 Sport is fun! Over deze les Wat heeft u nodig? Digitaal schoolbord Digitale video Fun met sport Per leerling een werkblad Fun met sport groep 7-8 Een voorwerp van uw favoriete sport

Nadere informatie

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy Reality Reeks Verwerkingsopdrachten Mooi meisje Verliefd op een loverboy Lees blz. 3. Woont Laura in de stad of op het platteland? Hoe weet je dat? Lees blz. 5 en 7. Woont Laura s oma al lang op de boerderij?

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het Maar het duurt maar heel even dat op de kop staan De wereld

Nadere informatie

Discussiëren Kun Je Leren:

Discussiëren Kun Je Leren: Chantal Deken Discussiëren Kun Je Leren: discussielessen voor groep 3 t/m 8; sluit aan bij referentieniveaus Mondelinge taal; versterkt 21 e -eeuwvaardigheden als communiceren en samenwerken; compleet

Nadere informatie

LUISTERVAARDIGHEID EN

LUISTERVAARDIGHEID EN LUISTERVAARDIGHEID EN SCHRIJFVAARDIGHEID IN DE ISK Goede zinnen schrijven vind ik best moeilijk. Lies Alons Bijeenkomst 8-15 november 2016 DOELEN VANDAAG 1. Je kijkt nog een keer naar luistervaardigheid

Nadere informatie

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden; Lesbrief 1 Beroemd worden Voorbereiding Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden; - De leerlingen kennen de verschillende

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens

Nadere informatie

Lesbrief nr 1. Opdracht 1. voor Groep 7 + 8 +

Lesbrief nr 1. Opdracht 1. voor Groep 7 + 8 + Lesbrief nr 1 voor Groep 7 + 8 + ad Downlo ief ook r b deze les.net am op sams Wat is Samsam? Samsam is een cross-mediale methode over mondiaal burgerschap, kinder rechten en duurzaamheid. Het doel van

Nadere informatie

M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n

M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n W E R K B O E K E C H T S C H E I D I N G, S T E U N J E K I N D M I J N W E R K B O E K Dit werkboek is speciaal voor kinderen met gescheiden ouders. Er zijn

Nadere informatie

Zwijsen. estafette. naam: Maanzaad

Zwijsen. estafette. naam: Maanzaad Zwijsen estafette naam: Ik voel, ik voel, wat jij niet voelt... Maanzaad E s t a f e t t e l o p e r M 7 1 Ik voel, ik voel, wat jij niet voelt... en Maanzaad zijn weer twee nieuwe Estafetteboeken. Natuurlijk

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT Anouk Nooteboom Hand-out Cultuurhelden Delft Werkvormen creatief proces & passende vragen In dit document zijn een aantal werkvormen te vinden die toe te passen zijn binnen het creatief proces. Bij de

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug

Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug Dingen in de kring Van nonverbaal naar verbaal en weer terug Suzanne van Norden en Lucie Visch Workshop Nieuwkomers in de groep LOWAN 10 en 11 april 2018 Aan het werk Pak het voorwerp dat het dichtst bij

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Ik ben BOOS. oefenboekje om te leren omgaan met boosheid. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Ik ben BOOS. oefenboekje om te leren omgaan met boosheid. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson Ik ben BOOS oefenboekje om te leren omgaan met boosheid Steef Oskarsson Boos Boos is een emotie. Net als blij, bedroefd en bang. Iedereen is wel eens boos. Sommige mensen zijn vaak boos, sommigen niet.

Nadere informatie

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten Maatschappelijk werkers en ouderconsulenten kunnen aan de hand van TOLK praten met je kind!: Ouders bewust maken van het belang van veel praten. Ouders

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich bewust van de grenzen die zij stellen als het gaat om vakantie, relaties, alcohol/drugs en geloof. Ouders bespreken welke grenzen hun kinderen opzoeken rondom deze thema

Nadere informatie

Overzicht workshops. Hoe kun je iedereen leren schrijven? Door: Patty Roos en Debbie den Breejen

Overzicht workshops. Hoe kun je iedereen leren schrijven? Door: Patty Roos en Debbie den Breejen Overzicht workshops De workshops duren 1 uur en 15 minuten. Er is één workshopronde, en je kunt deelnemen aan 1 van de 7 workshops. Je maakt een keuze voor een workshop bij je aanmelding. Tijdens de workshop

Nadere informatie

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag

Nadere informatie

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst Voorbereiden: een onderwerp kiezen 1. Wat kun je allemaal meemaken als je in 2050 op school zit? Hieronder staan een paar verhaalideeën. Is mijn leerkracht

Nadere informatie

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer KLEM Katja en Udo in de schulden Anne-Rose Hermer Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen 1 Katja ontmoet Udo Katja is bijna negentien jaar. Ze woont nog bij haar ouders. Katja werkt in een warenhuis.

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie