De bijdrage van het Turks- Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De bijdrage van het Turks- Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie"

Transcriptie

1 De bijdrage van het Turks- Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie Sonja Roolvink Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht Begeleid door de Leerstoel Organisatie van de Utrecht University School of Economics November 2009

2 CIP GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Roolvink, S.L. Turks-Nederlands ondernemerschap / S.L. Roolvink Utrecht: Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, Universiteit Utrecht. Begeleid door de Leerstoel Organisatie van de Utrecht University School of Economics ISBN: trefw: Turks-Nederlands ondernemerschap, werkgelegenheid, branchespreiding, aantal Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie Janskerkhof BK UTRECHT Tel Website: Deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk geciteerd worden mits de auteur en het Kennispunt Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie vermeld worden en mits geen wijzigingen in het geciteerde worden aangebracht.

3 Voorwoord Het onderzoek dat voor u ligt, is uitgevoerd in opdracht van HOGIAF, Federatie van Jonge Ondernemers in Nederland. In 2006 is HOGIAF in het leven geroepen door een zestal lokale ondernemersverenigingen waarbij voornamelijk allochtone ondernemers zijn aangesloten. De organisatie heeft een landelijke dekking gerealiseerd en is het grootste platform in Nederland dat door en voor allochtone ondernemers is opgericht. Momenteel telt HOGIAF ruim 650 leden en heeft daarmee een bereik van 4500 ondernemers. Ondanks het feit dat de organisatie openstaat voor alle ondernemers, is het grootste gedeelte van de leden van Turkse afkomst. Om de kwaliteit en kwantiteit van de ondernemers en ondernemingen te verbeteren en daarnaast bij te dragen aan het participatie- en integratieproces van ondernemers binnen de bestaande ondernemersnetwerken, spant HOGIAF zich optimaal in. Hierbij werkt zij nauw samen met haar partners. Ook wil HOGIAF bijdragen aan het bevorderen van de internationale handel met voornamelijk de herkomstlanden van de ondernemers en tevens hun belangen behartigen op nationaal en internationaal niveau. Tot slot hecht HOGIAF veel waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en wil dat het Nederlandse bedrijfsleven zich hier meer bewust van wordt. Alle ondernemers die het belang inzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen, verdienen een vruchtbaar ondernemersklimaat om zichzelf en hun ondernemingen optimaal te kunnen ontplooien en ontwikkelen. In een gunstig economisch klimaat kunnen ondernemingen bijdragen aan de groei van welvaart, werkgelegenheid en het algemeen welzijn. Ook Turks- Nederlandse ondernemers en hun ondernemingen dragen hieraan bij. De grootte en diversiteit van hun rol is onderdeel van en aanleiding voor nader onderzoek met betrekking tot hun bijdrage aan de Nederlandse economie. HOGIAF hecht groot belang aan de uitkomsten van dit onderzoek. Het is interessant voor HOGIAF om zicht te krijgen op de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie over een langere tijdsreeks. Daarnaast is het van belang om inzicht te krijgen in de huidige positie van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en de bijbehorende trends die hierin zijn te ontdekken. Antwoorden op bovengenoemde punten kunnen vervolgens iets zeggen over de verwachte ontwikkelingen en trends voor de (nabije) toekomst. Deze uitkomsten zullen wij gebruiken voor het maken van aanpassingen in ons beleid. Maar ook derden, zoals overheidsinstel- i

4 lingen of maatschappelijke organisaties, zouden de bevindingen kunnen gebruiken voor beleidsontwikkeling. Het onderzoek heeft geresulteerd in een voor ons duidelijk overzicht van de ontwikkelingen in de groei van het aantal bedrijven, de werkgelegenheid en de branchering voor Turks-Nederlandse ondernemers voor een tijdsperiode van twintig jaar. Inzicht in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland betekent dat HOGIAF haar dienstverlening beter kan laten aansluiten. HOGIAF is van mening dat een beter beeld van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en het inspelen hierop van de overheid en belangstellende organisaties, kunnen leiden tot het beter benutten van de potentie van Turks-Nederlandse ondernemers. Een vergroting van kennis over de trends in aantallen Turkse ondernemingen/ondernemers en hun branchespreiding kunnen daarnaast bijdragen aan het verder stimuleren van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. HOGIAF zet zich graag samen met andere betrokkenen en belangstellenden in om de potentie die er is optimaal te benutten om zo bij te dragen aan welzijn en welvaart in Nederland. Onze dank gaat in het bijzonder uit naar Universiteit Utrecht voor het uitvoeren van het onderzoek en de Kamer van Koophandel voor het leveren van ondersteuning. Utrecht, november 2009 Ahmet Taskan ii

5 Geachte lezer, Voor u ligt het onderzoek met als titel De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie, welke is geschreven in opdracht van Hogiaf; federatie van jonge ondernemers Nederland. Dit onderzoek is geschreven als afstudeerscriptie voor de Master International Economics and Business aan de Utrecht School of Economics. Voor het schrijven van deze afstudeerscriptie heb ik getracht een geschikt onderwerp te kiezen dat niet alleen voor mijzelf interessant zou zijn maar ook een breder publiek aan zou spreken. Via het Kennispunt Recht, Economie, Bestuur en Organisatie ben ik in contact gekomen met Hogiaf. Het Turks-Nederlandse ondernemerschap is een actueel onderwerp dat mij erg aanspreekt. Tijdens mijn Bacheloropleiding Economie had ik eerder onderzoek naar ondernemerschap gedaan. Het feit dat er in de samenleving en politiek veel interesse is voor onderzoek naar Turks-Nederlands ondernemerschap heeft mij doen besluiten hier verder op in te gaan. Na literatuur te hebben gelezen over het Turks-Nederlandse ondernemerschap en steeds meer over dit onderwerp te weten te zijn gekomen, ben ik gestart met eigen onderzoek. De resultaten van het onderzoek zijn in dit boek te vinden. Via deze weg wil ik Erik Stam, Judith Beugels en Ahmet Taskan bedanken voor hun begeleiding bij dit onderzoek. Utrecht, november 2009 Sonja Roolvink iii

6 iv

7 Samenvatting Dit onderzoek geeft inzicht in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie over de afgelopen twintig jaar. Tevens geeft het een indicatie van de ontwikkeling hiervan in de toekomst. Op basis van data van de Kamer van Koophandel, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het EIM en het Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van het aantal ondernemers/ondernemingen, de branchespreiding en het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemers over de periode 1989 tot en met Sinds de komst van migranten uit Turkije naar Nederland en de start van het Turks- Nederlandse ondernemerschap is veel veranderd. Eerste generatie Turkse Nederlanders werden in tijden van afnemende economische groei gedwongen tot ondernemerschap en maakten veelal gebruik van het informele netwerk van familie en vrienden, terwijl tweede generatie Turkse Nederlanders juist voor het ondernemerschap kiezen omdat zij kansen zien en zich naast het informele netwerk ook op de autochtone bevolking richten. Uit dit onderzoek blijkt dat het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen sterk is gegroeid de afgelopen jaren. De branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers is meer gaan lijken op die van autochtone ondernemers. Turks-Nederlandse ondernemers zijn zich gaan richten op meer verschillende sectoren, in het bijzonder de sectoren onroerend goed & zakelijke dienstverlening en bouw, waardoor het aandeel van de sectoren groothandel, detailhandel & reparatie en met name horeca is gedaald. Het groeiende aantal Turks- Nederlandse ondernemers leidt tot de creatie van werkgelegenheid voor de Turks-Nederlandse en autochtone bevolking. Vooral de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers met een beter opleidingsniveau en een externe oriëntatie, zal de toekomst van het Turks-Nederlandse ondernemerschap beïnvloeden. Daarnaast kunnen de opkomende economie in Turkije, de mogelijke toetreding van Turkije bij de Europese Unie en het aanhouden van een externe oriëntatie van Turks-Nederlandse ondernemers in de toekomst het Turks-Nederlandse ondernemerschap stimuleren. v

8 Abstract This research aims to provide insight into the contribution of Turkish- Dutch entrepreneurship to the Dutch economy over the past twenty years. In addition, it also gives an indication of the development of Turkish-Dutch entrepreneurship in the future. Using data from 1989 to 2009 from the following Dutch institutions: Kamer van Koophandel, Centraal Bureau voor de Statistiek, EIM and Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen, research has been done with respect to the development of the number of entrepreneurs/businesses, their branch of industry and the number of employees of Turkish-Dutch entrepreneurs. A lot has changed since migrants from Turkey have moved to the Netherlands and started businesses. First-generation Turkish-Dutch were forced to become entrepreneurs due to periods of declining economic growth. These entrepreneurs used mainly their network of family and friends to start up the business. However, second-generation Turkish-Dutch choose to become entrepreneurs, because they see opportunities for new businesses. These entrepreneurs do not only focus on their own social network, but also on the native population of the Netherlands. This research has shown that the number of Turkish-Dutch entrepreneurs/businesses has rapidly grown from 1989 until Turkish-Dutch entrepreneurs have become more interested in different branches of industries, especially in the real estate & concise services sector and the construction sector. As a result, the share of the catering industry and the sector wholesale, retail & repair among Turkish-Dutch entrepreneurs has declined. The growing number of Turkish-Dutch entrepreneurs has led to the creation of employment for Turkish-Dutch as well as the native population. Especially secondgeneration Turkish-Dutch entrepreneurs, who have received higher education and have an external orientation, will influence the development of Turkish-Dutch entrepreneurship. In addition, the upcoming Turkish economy, the possible entry of Turkey to the European Union and the continuing external orientation of Turkish- Dutch entrepreneurs will stimulate Turkish-Dutch entrepreneurship in the future. vi

9 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Abstract Inhoudsopgave i v vi vii 1 Inleiding Doelstelling Probleemstelling Deelvragen en leeswijzer 4 2 Wetenschappelijke context Begripsbepaling Arbeidsmigratie Onderzoek naar etnisch ondernemerschap De markt van etnische ondernemers Eerste en tweede generatie etnische ondernemers Turks-Nederlandse ondernemers Kansen en bedreigingen voor Turks-Nederlandse ondernemers Samenvatting 20 3 Verantwoording van de data Beschrijving van databronnen Beschrijving van onderzoeksvariabelen Beschrijving van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen Beschrijving van de branchespreiding van Turks- Nederlandse ondernemers Beschrijving van het aantal werknemers van Turks- Nederlandse ondernemingen 29 4 De bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie Kenmerken van de Turks-Nederlandse bevolking Kenmerken van de Turks-Nederlandse ondernemers Ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen Het aantal Turks-Nederlandse- en autochtone ondernemers/ ondernemingen Het aantal eerste generatie en tweede generatie Turks- Nederlandse ondernemers / ondernemingen Het aantal startende Turks-Nederlandse ondernemingen Ontwikkeling van de branchespreiding van Turks-Nederlandse vii

10 ondernemers Branchespreiding van Turks-Nederlandse- en autochtone ondernemers Branchespreiding van eerste generatie en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers Branchespreiding van startende Turks-Nederlandse ondernemingen Specificatie van de grootste sectoren van Turks-Nederlandse ondernemers Specificatie grootste sectoren naar klasse Specificatie grootste sectoren naar type onderneming Het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen Het aantal werknemers van startende Turks-Nederlandse ondernemingen Conclusie 66 5 Trends en ontwikkelingen in het Turks-Nederlandse ondernemerschap Ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst Kansen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap 73 6 Conclusie 77 Literatuurlijst 81 Bijlage 1. Ontwikkeling van het geregistreerde werkloosheidspercentage Turks-Nederlands/autochtoon Percentage eerste generatie ondernemingen van totale beroepsbevolking Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen Aantal autochtone ondernemers/ondernemingen Procentuele stijging/daling van het aantal autochtone en Turks- Nederlandse ondernemers/ondernemingen Ontwikkeling van het aantal niet-westerse allochtone ondernemers/ondernemingen Aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen naar generatie Percentage eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers van totale bevolking Onderwijsniveau geslaagden van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse bevolking Leeftijd van de eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse viii

11 bevolking Procentuele stijging/daling van het aantal startende ondernemingen per jaar Turks-Nederlands/autochtoon Herindeling sectoren op SBI-code Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers Branchespreiding Turks-Nederlandse ondernemers Branchespreiding autochtone ondernemers Branchespreiding autochtone ondernemers Branchespreiding autochtone ondernemers Branchespreiding autochtone ondernemers Branchespreiding eerste en tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers Branchespreiding eerste en tweede generatie ondernemers Marokko/Suriname/Nederlandse Antillen Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen Branchespreiding startende Turks-Nederlandse ondernemingen Branchespreiding startende autochtone ondernemingen Branchespreiding startende autochtone ondernemingen Ontwikkeling sectoren Turks-Nederlandse ondernemers Ontwikkeling sectoren autochtone ondernemers Branchespreiding naar klasse van Turks-Nederlandse en autochtone ondernemingen Branchespreiding naar klasse Turks-Nederlands/autochtoon stijging/daling Sector groothandel, detailhandel & reparatie naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon Sector horeca naar type onderneming Turks- Nederlands/autochtoon Sector onroerend goed & zakelijke dienstverlening naar type onderneming Turks-Nederlands/autochtoon Branchespreiding naar type onderneming Turks- Nederlands/autochtoon stijging/daling Klasse automatiseringsdiensten naar type onderneming Turks- Nederlands/autochtoon Aantal ondernemingen per grootteklasse Turks-Nederlands/ totaal Nederland Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands/ totaal Nederland Aantal werknemers per grootteklasse totaal Nederland ix

12 Aantal werknemers per grootteklasse Turks-Nederlands Aantal werknemers per grootteklasse startende ondernemingen Turks-Nederlands/autochtoon x

13 1 Inleiding Het ondernemerschap is een prominent thema in de wetenschappelijke literatuur. Onderzoek naar ondernemerschap is divers en er zijn verschillende richtingen waarin onderzoek wordt gedaan. Één specifiek thema binnen de literatuur over ondernemerschap is die van het allochtone/etnische ondernemerschap. Sinds de komst van migranten naar Nederland en het feit dat zij eigen ondernemingen zijn gestart, is er veel geschreven met betrekking tot dit fenomeen. Er is echter nog weinig onderzoek gedaan naar het Turks-Nederlandse ondernemerschap in het bijzonder. Daarom gaat dit onderzoek dieper in op het Turks-Nederlandse ondernemerschap en probeert zo meer inzicht te geven in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie. In dit hoofdstuk wordt een inleiding in het Turks-Nederlandse ondernemerschap gegeven. Daarna worden de doelstelling, probleemstelling en deelvragen van dit onderzoek besproken. Onder andere Van den Tillaart en Reubsaet (1988) deden onderzoek naar het etnische ondernemerschap. Het etnische ondernemerschap, waaronder het Turks-Nederlandse ondernemerschap, was in die tijd nog een recent verschijnsel. Migranten uit Turkije zijn veelal naar Nederland gekomen als gastarbeider. Zij hadden in eerste instantie niet als doel voor ogen om in Nederland ondernemer te worden, maar werden overvallen door de economische recessie begin jaren tachtig. Uit het onderzoek van Van den Tillaart en Reubsaet (1988) kwam naar voren dat 56 procent van de ondervraagde Turks-Nederlandse ondernemers geen betere alternatieven had en daarom een onderneming is gestart. Tevens bleek dat deze eerste generatie Turks- Nederlandse ondernemers geen tijd en geld had om een onderneming te starten die veel voorbereiding vereiste en daarom is begonnen in een laagdrempelige branche. Het belang van onderzoek naar etnisch ondernemerschap vloeit voort uit het feit dat allochtonen een grote groep van de Nederlandse bevolking vormen. Op basis van tellingen in 2008 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a), telt de bevolking in Nederland ruim drie miljoen allochtonen. Dit betekent dat één op de vijf personen in Nederland van allochtone afkomst is. Er is daarom een economisch belang om onderzoek te doen naar allochtonen en in het bijzonder naar allochtone ondernemers. Daarnaast is er ook een maatschappelijk belang om onderzoek te doen naar het etnische ondernemerschap. Wanneer meer onderzoek wordt gedaan naar etnisch ondernemerschap en hier meer duidelijkheid over ontstaat, zal het etnische ondernemerschap meer geaccepteerd en begrepen worden. Dit is be- 1

14 langrijk in de huidige multiculturele samenleving (Masurel & Nijkamp, 2003). Het belang van het etnische ondernemerschap is onder andere door de Sociaal Economische Raad (1998) onderstreept. Op het gebied van integratie en werkgelegenheid kan het Turks-Nederlandse ondernemerschap bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Door te ondernemen bestaat voor deze ondernemers de mogelijkheid om in economische zin te participeren en tegelijkertijd maatschappelijk te integreren in de Nederlandse samenleving. Tevens verschaffen zij hiermee werkgelegenheid aan werkzoekenden in de samenleving. De Sociaal Economische Raad (1998) vermeldt dat de gecreëerde werkgelegenheid onder Turkse Nederlanders in de periode 1986 tot en met 1992 voor een groot deel het gevolg was van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in die periode. Daarnaast wordt het belang van het etnische ondernemerschap onderstreept met betrekking tot de omgeving waarin de kinderen van etnische ondernemers opgroeien. Het hebben van ouders die ondernemer zijn heeft een positieve invloed op kansen in het onderwijs en werk. Ten slotte, als resultaat van het voorgaande, kan het etnische ondernemerschap een positieve invloed hebben op wijken waar veel migranten wonen, door de stimulatie van de economische groei. De overheid erkent het belang van het etnische ondernemerschap in Nederland. Het Actieplan Nieuw ondernemerschap : Kansen benutten, gepresenteerd door het Ministerie van Economische Zaken (2005), bevat concrete acties waarmee het etnische ondernemerschap moet worden versterkt en bevorderd en waardoor barrières die etnische ondernemers ondervinden met betrekking tot het starten van een onderneming moeten worden verminderd. Hierin wordt aangegeven dat etnische ondernemers met een sterke ondernemersgeest nieuwe ideeën, producten en diensten hebben ingebracht in de Nederlandse samenleving. Staatssecretaris van het Ministerie van Economische Zaken, Karien van Gennip (2004), geeft aan dat etnische ondernemers een brugfunctie kunnen vervullen tussen Nederland en het land van herkomst. Het land van herkomst is vaak een belangrijke afzetmarkt en/of toeleverancier voor deze ondernemers. Daarnaast kunnen internationale betrekkingen, onder andere handelsrelaties en opleidingsrelaties, een rol spelen in de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland. In 2006 werd ook door de Dutch Trade Board het belang van het versterken van de handelsrelaties tussen ondernemers in Turkije en Nederland benadrukt. Het betrekken van Turks- Nederlandse ondernemers en Turks-Nederlandse ondernemingsverenigingen bij het beleid is daarbij van belang. Zij kunnen veel toevoe- 2

15 gen aan de versterking van de handels- en investeringsrelaties tussen Nederland en Turkije (Ministerie van Economische Zaken, 2006). In de wetenschappelijke literatuur worden termen als etnische ondernemer, allochtone ondernemer en nieuwe ondernemer veelvuldig gebruikt. In dit onderzoek worden de definities van deze begrippen gehanteerd conform de definities van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a). Autochtoon is een persoon van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, terwijl van iemand van allochtone afkomst ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Wanneer het gaat om eerste generatie allochtonen, wordt bedoeld: personen die zelf in het buitenland zijn geboren en minstens één in het buitenland geboren ouder hebben. Tweede generatie allochtonen zijn personen die in Nederland zijn geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder. Onderscheid wordt gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. In dit onderzoek wordt de groep niet-westerse allochtonen besproken. Hieronder valt een persoon met als herkomstland één van de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. 1.1 Doelstelling Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van HOGIAF, een federatie van jonge ondernemers in Nederland. HOGIAF probeert meer inzicht te krijgen in de kwaliteit, kwantiteit en potentie van de Turks- Nederlandse ondernemers in Nederland. Wanneer zij meer inzicht heeft in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie, kan zij haar dienstverlening hierop aanpassen. Volgens HOGIAF kan meer inzicht in het Turks-Nederlandse ondernemerschap en het inspelen hierop van de overheid en belangstellende organisaties, leiden tot het beter benutten van de potentie van Turks-Nederlandse ondernemers en het stimuleren van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Tevens is voor HOGIAF de economische relatie tussen Nederland en Turkije van belang. Door deze relatie te verbeteren kunnen de Turks-Nederlandse ondernemers in Nederland en de Nederlandse economie hiervan profiteren. De doelstelling van dit onderzoek is als volgt: door middel van dit onderzoek wordt getracht meer inzicht te geven in de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie om daarmee een indicatie te geven van de ontwikkeling van de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie in de toekomst. 3

16 1.2 Probleemstelling Het Turks-Nederlandse ondernemerschap zal centraal staan in dit onderzoek. De probleemstelling van dit onderzoek is als volgt: Wat is de huidige bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie en wat was deze bijdrage de afgelopen twintig jaar? Dit onderzoek beschrijft het Turks-Nederlandse ondernemerschap over de afgelopen twintig jaar. Om de probleemstelling te beantwoorden, wordt onderzoek gedaan naar de volgende aspecten van het Turks-Nederlandse ondernemerschap om zo een beeld te geven van haar bijdrage aan de Nederlandse economie: de ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de ontwikkeling van de branchespreiding van de Turks-Nederlandse ondernemers en het aantal werknemers van Turks-Nederlandse ondernemingen over de afgelopen twintig jaar. Deze onderzoeksvariabelen worden beschreven en er zullen verklaringen worden gegeven voor de ontwikkeling van deze variabelen en hun effect op de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap. Ten slotte wordt aan de hand van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap over de afgelopen twintig jaar een beeld geschetst van de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst. 1.3 Deelvragen en leeswijzer Bovenstaande aspecten van de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie zijn verwerkt in de volgende deelvragen: 1. Wat was de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie de afgelopen twintig jaar met betrekking tot het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/- ondernemingen, de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en de gecreëerde werkgelegenheid door Turks- Nederlandse ondernemers? 2. Wat is de huidige bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap aan de Nederlandse economie met betrekking tot het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemers? 3. Welke trends zijn waar te nemen in de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland over de afgelopen twintig jaar met betrekking tot de ontwikkeling van het aantal Turks-Nederlandse ondernemers/ondernemingen, de ontwikkeling 4

17 van de branchespreiding van Turks-Nederlandse ondernemers en de gecreëerde werkgelegenheid door Turks-Nederlandse ondernemers? Na beantwoording van de probleemstelling en de deelvragen wordt gekeken naar de ontwikkeling van de onderzoeksvariabelen die van invloed zijn op de bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland in de toekomst. Met betrekking tot de laatste deelvraag kan men zich daaropvolgend afvragen hoe kansen en bedreigingen voor het Turks-Nederlandse ondernemerschap van invloed zijn op de ontwikkeling van het Turks-Nederlandse ondernemerschap in de toekomst, wanneer trends en ontwikkelingen in het verleden zich niet zouden voortzetten. Het volgende hoofdstuk gaat verder in op het etnische ondernemerschap in het algemeen en het Turks-Nederlandse ondernemerschap in het bijzonder. De wetenschappelijke context geeft een overzicht van de literatuur en onderzoeken met betrekking tot het etnische en Turks-Nederlandse ondernemerschap. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 uiteengezet welke data voor dit onderzoek zijn gebruikt. Daarna beantwoordt hoofdstuk 4 de eerste twee deelvragen met betrekking tot de huidige bijdrage van het Turks-Nederlandse ondernemerschap en haar bijdrage over de afgelopen twintig jaar aan de Nederlandse economie. Hierna wordt in hoofdstuk 5 de derde deelvraag met betrekking tot de trends die te zien zijn in het Turks-Nederlandse ondernemerschap in Nederland beantwoord. Ten slotte volgt in hoofdstuk 6 de conclusie van dit onderzoek. 5

18 6

19 2 Wetenschappelijke context In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende thema s die in de literatuur en onderzoeken genoemd worden met betrekking tot het etnische en het Turks-Nederlandse ondernemerschap uiteengezet. Besproken wordt wat tot op heden is onderzocht in de literatuur met betrekking tot deze specifieke groepen ondernemers. Paragraaf 2.1 gaat verder in op de definities van begrippen gebruikt in dit onderzoek, waarna paragraaf 2.2 ingaat op de migratie van Turken naar Nederland. In paragraaf 2.3 worden de belangrijkste thema s uit de literatuur met betrekking tot etnisch ondernemerschap uiteengezet. Paragraaf 2.4 gaat in op de markt voor etnische ondernemers. Daarna bespreekt paragraaf 2.5 het verschil tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers. Paragraaf 2.6 en 2.7 bespreken het Turks-Nederlandse ondernemerschap en kansen voor het Turks- Nederlandse ondernemerschap. Ten slotte volgt in paragraaf 2.8 een schematische samenvatting van de belangrijkste thema s uit dit hoofdstuk. 2.1 Begripsbepaling Zoals is vermeld in de inleiding, worden in dit onderzoek definities met betrekking tot allochtoon ondernemerschap gehanteerd conform de definities van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009a). In Choenni (1997) wordt de term allochtoon ondernemerschap gebruikt om het ondernemerschap van migranten in algemene zin aan te duiden. Hij stelt dat de term etnische ondernemer enerzijds verwijst naar het land van herkomst van de ondernemer en anderzijds naar kenmerken die specifiek gelden voor etnische ondernemers. Het etnische ondernemerschap onderscheidt zich van het autochtone ondernemerschap, doordat in de onderneming van de etnische ondernemer aspecten zijn terug te vinden die kenmerkend zijn voor het land van herkomst. Etnisch ondernemerschap onderscheidt zich op grond van de achtergrond van de ondernemer als persoon, de producten die worden aangeboden, de manier waarop etnische ondernemers hun onderneming financieren, het personeel in dienst van de onderneming, de wijze van bedrijfsvoering en de locatie waar de onderneming is gevestigd. Choenni (1997) geeft aan dat wanneer een groep ondernemers met een bepaald land van herkomst zich op twee van voorgaande specifieke karakteristieken onderscheidt van autochtone ondernemers, de manier van ondernemen kan worden toegeschreven aan de achtergrond en het land van herkomst van de ondernemer en daarom de term etnisch ondernemerschap mag dragen. De definitie van etnisch ondernemerschap zoals gebruikt in het onderzoek van Choenni (1997) zal ook in dit onderzoek worden gehanteerd. Het Turks-Nederlandse ondernemerschap kan daarom op grond van deze 7

20 definitie, op basis van het land van herkomst en de daaraan gerelateerde kenmerken, aangemerkt worden als etnisch ondernemerschap. 2.2 Arbeidsmigratie Vanaf 1960, in perioden van economische groei, werden arbeidsmigranten uit Turkije aangetrokken om in Nederland te komen werken. Deze migranten uit Turkije moesten laaggeschoolde arbeiders in de industrie in Nederland vervangen. De jaren zestig werden gekenmerkt door een grote golf migranten uit Turkije naar Nederland. In eerste instantie dacht men dat de migranten uit Turkije tijdelijk in Nederland zouden blijven. Later werd echter duidelijk dat veel migranten uit Turkije permanent in Nederland bleven wonen. Van de verschillende groepen migranten die naar Nederland zijn gekomen gedurende de jaren zestig, heeft de Turks-Nederlandse bevolking een dominante positie gekregen (Sahin, Nijkamp & Baycan-Levent, 2007). De eerste oliecrisis van 1973 maakte een einde aan het aantrekken van migranten uit Turkije naar Nederland. Als gevolg van het rekruteren van gastarbeiders uit Turkije kwamen vanaf de jaren zeventig de eerste families van gastarbeiders naar Nederland, de zogeheten gezinshereniging. Hoewel het aantrekken van gastarbeiders uit Turkije was gestopt, kwamen hierdoor nog steeds migranten uit Turkije naar Nederland. Daaropvolgend was voornamelijk sprake van gezinsvorming; kinderen van migranten uit Turkije in Nederland trouwden vaak met personen uit het land van herkomst. Voorgaande groepen migranten uit Turkije behoren allen tot de eerste generatie Turks- Nederlandse bevolking in Nederland. In Nederland lag de focus van het beleid met betrekking tot migranten op betere arbeidsmogelijkheden, onderdak en onderwijs, het gemakkelijk verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit en het behouden van de eigen cultuur van migranten; de zogeheten multiculturele samenleving. De positie op de arbeidsmarkt van deze gastarbeiders werd beïnvloed door een aantal factoren. Ten eerste was het onderwijsbeleid van de overheid van invloed. Beter onderwijs zou zorgen voor een betere positie op de arbeidsmarkt voor migranten uit Turkije. Daarnaast heeft de invloed van de economische crisis in de jaren tachtig en een teruggang in sociale zekerheid, effect gehad op de positie van migranten op de arbeidsmarkt. Veel migranten werden werkloos en zochten alternatieven voor inkomen. Ten slotte is het bovengenoemde beleid met betrekking tot migratie van invloed geweest op de arbeidsmarktpositie van migranten (Euwals, Gijsberts, Dagevos & Roodenburg, 2007). Door een slechte positie op de arbeidsmarkt van Turks-Nederlandse ondernemers was sprake van gedwongen ondernemerschap. Door Masurel en Nijkamp (2003) wordt hieronder verstaan dat de keuze voor het starten van een onderneming wordt 8

21 bepaald door het feit dat deze persoon geen alternatieven heeft om zijn of haar gezin te onderhouden. 2.3 Onderzoek naar etnisch ondernemerschap Rath en Kloosterman (2000) beschrijven in hun artikel bestaande literatuur met betrekking tot het etnische ondernemerschap in Nederland tot Al vanaf de jaren zestig ontstonden etnische ondernemingen. Er was rond die tijd echter weinig interesse voor het ondernemerschap in het algemeen. Onderzoek naar etnische ondernemers is op gang gekomen begin jaren tachtig. In 1982 gaf Bovenkerk (in Rath en Kloosterman, 2000) aan dat tot op dat moment nog weinig bekend was over het etnische ondernemerschap. Ook over het Turks- Nederlandse ondernemerschap was weinig bekend. Voor het gebrek aan onderzoek naar etnische ondernemers en ondernemingen gaf Bovenkerk een aantal verklaringen. De overheid dacht in eerste instantie dat de migranten uit Turkije tijdelijk zouden verblijven in Nederland. Daarnaast hadden onderzoekers toen nog weinig aandacht voor kleinere ondernemingen omdat zij dachten dat deze uit de markt zouden worden gedreven door grotere ondernemingen. Later bleek dit niet altijd het geval te zijn. Tevens werd er toen nog vanuit gegaan dat etnische ondernemers zich veelal bezig hielden met illegale activiteiten. Omdat er geen zicht was op deze activiteiten leek onderzoek hiernaar niet mogelijk. Ten slotte hadden etnische ondernemers tot dat moment zelf weinig de aandacht getrokken van de overheid en waren daarom een minder besproken groep. Sinds het artikel van Bovenkerk is steeds meer aandacht voor het etnische ondernemerschap gekomen, zowel vanuit de wetenschap als de politiek. Veel van deze onderzoeken zijn gefinancierd door overheidsinstanties. Halverwege de jaren tachtig werd duidelijk dat niet alle etnische ondernemers even succesvol waren en werd voornamelijk de negatieve kant van het etnische ondernemerschap gezien. Vanaf 1990 werd het ondernemerschap in het algemeen en daarmee het etnische ondernemerschap wederom in een positief daglicht gesteld en was er veel aandacht voor het succes van etnische ondernemers. Onderzoek met betrekking tot het etnische ondernemerschap is vanuit verschillende disciplines gedaan en heeft verschillende modellen voortgebracht die het ontstaan, de groei en het overleven van etnische ondernemingen verklaren en beschrijven. In dit rapport wordt ingegaan op onderzoeken vanuit de sociologie en economie. Deze onderzoeken zijn voornamelijk gericht op de invloed van een etnische groep en haar specifieke kenmerken op het ondernemerschap. Binnen de sociologie zijn twee belangrijke theorieën te onderscheiden. Deze hebben beiden te maken met de start van etnische onder- 9

22 nemingen. Ten eerste stelt de disadvantage theory dat migranten uit Turkije en andere landen nadelen ondervinden als gevolg van hun migratie naar Nederland, die het starten van een etnische onderneming kunnen belemmeren. Deze barrières voor het starten van een onderneming bestaan uit algemene barrières en specifieke barrières. Algemene barrières bestaan onder andere uit criminaliteit in de wijken waar etnische ondernemers gevestigd zijn en minder kennis van regelgeving en wetgeving met betrekking tot het starten van een onderneming. Dit kan leiden tot conflicten tussen instanties en etnische ondernemers, wanneer zij zich (onbewust) niet aan deze wet- of regelgeving hebben gehouden (Ministerie van Economische Zaken, 2005). Wat specifiek voor etnische ondernemers geldt, is dat bij hen de voorbereiding voor het starten van een onderneming nogal eens te wensen over laat. Tevens kunnen lage overlevingskansen van etnische ondernemers ook verklaard worden door een laag opleidingsniveau van etnische ondernemers (Fregetto, 2004). Het is van belang voor het succes van een etnische ondernemer dat de potentiële ondernemer de benodigde kennis van de Nederlandse taal heeft. Wanneer de ondernemer de Nederlandse taal niet beheerst, is het moeilijk om met de autochtone bevolking te communiceren en kan dit de ontwikkeling van de onderneming belemmeren. Ook kan weinig basiskennis van het ondernemerschap en management de groei en overlevingskansen van de Turks-Nederlandse onderneming remmen. Een andere barrière voor veel etnische ondernemers is het verwerven van bedrijfsfinanciering. Etnische ondernemers hebben vaak meer moeite met het krijgen van financiering van formele instanties zoals banken. Banken zijn vaak niet bekend met het etnische ondernemerschap en zijn daarom wantrouwend wanneer zij een ondernemingsplan bekijken. Daarnaast hebben etnische ondernemers vaak weinig eigen vermogen, waardoor banken vaak geen lening willen verstrekken. Uit onderzoek van de Gemeente Eindhoven en de Kamer van Koophandel Oost-Brabant (2007) blijkt dat het kenmerkend is voor etnische ondernemers dat zij vaak gebruik maken van het informele netwerk van mensen van de eigen etnische groep, zoals familie en vrienden, voor het verkrijgen van kapitaal. Van formele netwerken voor voorlichting en ondersteuning, zoals brancheorganisaties of ondernemersnetwerken, maken etnische ondernemers minder vaak gebruik dan autochtone ondernemers. Onder specifieke barrières valt ook de toenemende concurrentiedruk in markten waar Turks-Nederlandse ondernemers actief zijn. De toename van het aantal concurrenten heeft geleid tot een verslechtering van de winstmarges voor de Turks-Nederlandse ondernemers. Hierbij is het in stand houden of uitbreiden van het klantenbestand door middel van het aantrekken van autochtone klanten en klanten van buiten de wijk waar men gevestigd is, van belang (Van den Tillaart en Reubsaet, 1988). 10

23 Een tweede belangrijke theorie uit de sociologie is de cultural theory. Deze gaat er vanuit dat de Turks-Nederlandse bevolking en andere etnische bevolkingsgroepen in Nederland eigenschappen en vaardigheden bezitten die voortvloeien uit de cultuur van het land van herkomst, waardoor zij eerder voor het ondernemerschap kiezen (Masurel, Nijkamp en Vindigni, 2004). In de Turkse cultuur zijn trots en het op eigen benen staan belangrijk, waardoor de Turks- Nederlandse bevolking sneller voor het ondernemerschap kiest. Volery (2007) heeft in zijn artikel een model ontwikkeld dat het fenomeen etnisch ondernemerschap als geheel kan verklaren. Binnen dit model worden twee dimensies onderscheiden: de ondernemerschapsdimensie en de etnische dimensie. In de ondernemerschapsdimensie worden vier aspecten van het etnische ondernemerschap genoemd. Ten eerste wordt het belang van de psychologische eigenschappen kenmerkend voor etnische ondernemers onderstreept, waaronder: drang naar succes, eigen baas willen zijn en de mate waarin een ondernemer bereid is risico te nemen. Ten tweede wordt gewezen op kennis en informatie die een ondernemer tot zijn of haar beschikking heeft vanuit een sociaal informeel netwerk met andere potentiële etnische ondernemers, wat de keuze voor ondernemerschap kan beïnvloeden. Ten derde wordt gesproken over creative processing, de manier waarop een ondernemer kansen ziet en benut door een onderneming te starten in een sector waar mogelijkheden zijn. Ten slotte is de snelheid waarmee beslissingen worden genomen en of deze efficiënt worden genomen van belang, cognitive heuristics. Bij de etnische dimensie gaat het om aspecten van het ondernemerschap die alleen van toepassing zijn op etnische ondernemers. Deze specifieke factoren hebben te maken met verschillen in cultuur tussen de etnische en autochtone bevolking in Nederland. Factoren die deze dimensie beïnvloeden zijn: strategieën van etnische ondernemers, de mogelijkheden om een onderneming te starten voor etnische ondernemers in Nederland, karakteristieken van grote steden die het etnische ondernemerschap kunnen bevorderen en hulpbronnen binnen de etnische groep. Bovenstaande aspecten kunnen de groei en het overleven van etnische ondernemingen bevorderen. De meest prominente theorie vanuit de economische literatuur is de middleman minority theory besproken door Waldinger, McEvoy en Aldrich (in Volery, 2007). Deze theorie gaat verder in op het proces van ontstaan en overleven van etnische ondernemingen. Voor het ontstaan van etnisch ondernemerschap moet er vraag zijn naar etnische producten die de onderneming kan bieden. Als gevolg van het permanente verblijf van migranten in Nederland zijn families van etnische ondernemers naar Nederland gekomen waardoor de vraag naar etnische producten is gegroeid. Ook handel tussen verschillende 11

24 groepen van etnische ondernemers onderling bevordert het bereiken van consumenten en acceptatie door de autochtone bevolking. Etnische ondernemingen kunnen hierdoor verder groeien en er zal geleidelijk ook vraag van autochtonen zijn naar etnische producten. Kloosterman, Van der Leun en Rath (1999) gaan verder in op het ontstaan van ondernemingen en introduceren het concept mixed embeddedness, de wisselwerking tussen de sociale, economische en institutionele context. Veranderingen in de sociaal-culturele context enerzijds en de economische en institutionele context anderzijds, kunnen leiden tot het ontstaan van etnische ondernemingen. De mogelijkheden die er zijn voor migranten om een onderneming te starten en het werkelijk ontstaan van deze ondernemingen is een belangrijk aspect van mixed embeddedness. Mogelijkheden voor het starten van een onderneming worden op twee manieren gecreëerd. Ten eerste hebben migranten vaak een voorkeur voor andere producten dan de autochtone bevolking. Dit geeft etnische ondernemers de mogelijkheid om in te spelen op de vraag naar producten uit hun land van herkomst. Ten tweede zullen etnische ondernemers de vraag naar producten kunnen opvullen daar waar autochtone ondernemingen die al zijn gegroeid zich verplaatsen naar grotere of andere markten waar meer vraag is. Etnische ondernemers opereren niet alleen in markten waar veel vraag is van de etnische gemeenschap, maar ook in markten waar vraag is van de autochtone bevolking, hoewel deze nog altijd achterblijft bij de vraag van de etnische gemeenschap. Doordat er veel concurrentie is in markten waarin etnische ondernemers opereren, zullen zij uiteindelijk innovatief moeten zijn, nieuwe producten op de markt moeten brengen of zich moeten specialiseren in een bepaalde niche van de markt. Het overleven van etnische ondernemingen beschrijven Dana en Morris (2007) door middel van een model met de volgens hen belangrijkste factoren die het etnische ondernemerschap beïnvloeden. Hierbij is de migrant als persoon van belang, hij of zij is immers de potentiële etnische ondernemer. Voor de potentieel etnische ondernemer zijn de volgende factoren van invloed op het feit of voor het ondernemerschap wordt gekozen: vasthouden aan waarden die sterk gerelateerd zijn aan de cultuur in het land van herkomst, motivatie als aantrekkingsfactor voor het ondernemerschap of juist als factor die leidt tot gedwongen ondernemerschap en vooropleidingen die wellicht niet aansluiten bij banen die aangeboden worden. Tevens, wanneer de culturen van het land van herkomst en het vestigingsland veel van elkaar verschillen, kan dit leiden tot vasthouden aan de cultuur van het land van herkomst, waardoor men meer gericht is op de eigen etnische gemeenschap. Ten slotte is het geslacht en de leeftijd van een potentiële etnische ondernemer van belang. 12

25 Daarnaast zijn er factoren die te maken hebben met het land waarin de etnische ondernemers gevestigd zijn. De mate waarin in dit land illegale economische activiteiten wordt toegestaan, beïnvloedt de keuze voor het ondernemerschap. Wanneer deze worden toegestaan, worden er (illegale) ondernemingen gecreëerd wanneer hier vraag naar is. Etnische ondernemers zoeken eigen niches, zelfs als dit betekent dat zij zich moeten mengen in illegale activiteiten. Tevens is van belang hoe over ondernemerschap wordt gedacht. Wanneer het land ondernemerschap aanmoedigt, instanties heeft die ondernemers ondersteunen, wetgeving het ondernemerschap niet remt en markten toegankelijk zijn voor ondernemers, zal dit de overleving van etnische ondernemingen bevorderen. Een andere veelgenoemde factor in de literatuur is de etnische onderneming zelf, waarbij de branche, het soort onderneming en de afhankelijkheid van de eigen etnische groep van belang is. Ook kan het eigen informele sociale netwerk in verschillende behoeften van etnische ondernemers voorzien. Dit netwerk dient als hulpbron voor producten, kapitaal, werknemers, klanten, kennis en informatie. Wanneer er veel vertrouwen heerst binnen het netwerk en er een grote diversiteit aan bedrijven is, zal de afhankelijkheid van de etnische ondernemer groot zijn. Daarnaast zijn het informele netwerk, kennis en de manier waarop de etnische ondernemer leert van zijn ervaringen, van invloed op de groei van de onderneming en zal de groei bevorderd worden wanneer er tussen het informele netwerk en de etnische ondernemer dezelfde belangen en interesses zijn. Ten slotte zorgen voorgaande factoren ervoor dat etnische ondernemingen op hun beurt effect hebben op de migrant, de onderneming en de samenleving. 2.4 De markt van etnische ondernemers Uit onderzoek van Aldrich en Waldinger (in Sahin et al., 2007) blijkt dat de markt voor etnische ondernemers wordt gekenmerkt door het feit dat de vraag naar etnische producten beperkt is, doordat vooralsnog voornamelijk de etnische gemeenschap de vraag naar producten bepaalt. Hierdoor kan op een gegeven moment een onderneming niet langer blijven groeien. Er is daarom in de markt voor etnische producten een beperkt aantal plaatsen voor ondernemingen. In markten met lage toetredingsdrempels kunnen etnische ondernemers zich moeilijk differentiëren van andere etnische ondernemingen, waardoor veelal geconcurreerd wordt op de prijs van producten en diensten. Kloosterman et al. (1999) geeft aan dat om te overleven in een markt waar veel concurrentie heerst, etnische ondernemers kosten moeten 13

26 beperken door bijvoorbeeld het loon van werknemers laag te houden. Aangezien sectoren met lage toetredingsdrempels erg arbeidsintensief zijn, kan het bijvoorbeeld voor de etnische ondernemer aantrekkelijk zijn om zich te mengen in illegale activiteiten om op deze manier kosten voor werknemers te verlagen. Waldinger (in Kloosterman et al., 1999) noemt in zijn onderzoek positieve effecten van het beschikken over een informeel netwerk van etnische ondernemers. Het blijkt dat door dit informele netwerk transactiekosten voor het starten en onderhouden van een onderneming worden verlaagd, waardoor etnische ondernemers een grotere kans hebben om te overleven. Tevens overleven etnische ondernemingen vaker doordat etnische ondernemers andere waarden en voorkeuren hebben in vergelijking tot autochtone ondernemers. Zij zijn veelal afkomstig uit landen waar lange werkdagen gelden en waar men minder betaald krijgt dan in Nederland. Hierdoor zullen etnische ondernemers minder snel hun onderneming opgeven wanneer weinig tot geen winst wordt gemaakt door hevige concurrentie en zullen zij lange werkdagen maken om de onderneming in stand te houden. Afhankelijk zijn van het eigen etnische informele netwerk kan voor hen een aantal barrières wegnemen en daardoor de concurrentiepositie verbeteren. Lage personeelskosten door het in dienst nemen van vrienden en familie is hier een voorbeeld van. Het afhankelijk zijn van een etnisch informeel netwerk kan echter ook tegenwerken, de onderneming kan geremd worden in haar groei en mate van innovatie (Dana en Morris, 2007). Uit onderzoek van het EIM (2007) blijkt dat in de praktijk veel ondervraagde etnische ondernemers te maken krijgen met stijgende concurrentie in de markt waarin zij actief zijn. Dit geldt zowel voor etnische als autochtone ondernemers. De ondervraagde etnische ondernemers noemen als voornaamste oorzaken voor de toenemende concurrentie dat meer etnische ondernemers in hun buurt zijn gestart, dat etnische ondernemers zich gemakkelijker kunnen vestigen in hun markt en de stijgende concurrentie van grotere ondernemingen. Ondervraagde etnische ondernemers gaven ook aan dat het werven van klanten hierdoor bemoeilijkt werd. 2.5 Eerste en tweede generatie etnische ondernemers Onderzoek naar verschillen tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers is een recent verschijnsel. De nadruk van veel literatuur met betrekking tot etnische ondernemers ligt op de eerste generatie etnische ondernemers en minder op de tweede generatie etnische ondernemers. Uit onderzoek dat gedaan is naar de tweede generatie etnische ondernemers blijkt over het algemeen dat zij een betere uitgangspositie heeft dan de eerste generatie etnische ondernemers. In de Monitor Etnisch Ondernemerschap 2004 (EIM, 2004) wor- 14

27 den verschillen tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers aangegeven. De eerste generatie etnische ondernemers werd gedwongen tot ondernemerschap door discriminatie, een laag onderwijsniveau, ongeldigheid van diploma s uit het land van herkomst en het moeten verkrijgen van status binnen de etnische gemeenschap. De tweede generatie etnische ondernemers voelt zich juist aangetrokken tot het ondernemerschap, doordat zij bijvoorbeeld geen promotiekansen ziet in de huidige baan. Eerste en tweede generatie etnische ondernemers verschillen op een aantal vlakken van elkaar. Ten eerste gaat het om de mate waarin zij zijn ingeburgerd in de Nederlandse samenleving, onder andere door de beheersing van de Nederlandse taal. Dat de tweede generatie Turks-Nederlandse ondernemers meer succesvol is dan de eerste generatie ondernemers, heeft te maken met een betere beheersing van de Nederlandse taal en het gewend zijn met cultuurverschillen om te gaan. Bij de mate van inburgering is de opvoeding van belang. Wanneer een Turks-Nederlandse ondernemer traditioneel Turks is opgevoed, zal hij of zij van huis uit minder van de Nederlandse cultuur te weten komen. Hierdoor is het moeilijker om een onderneming te starten in de Nederlandse samenleving (Gemeente Eindhoven en de Kamer van Koophandel Oost-Brabant, 2007). Ten tweede blijkt uit onderzoek van Sahin et al. (2007) dat het verschil tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers voornamelijk voortvloeit uit het genoten onderwijs. De eerste generatie etnische ondernemers is veelal naar Nederland gekomen om hier te komen werken. Deze ondernemers zijn minder hoog geschoold doordat veel ondernemers onderwijs genoten hebben in het land van herkomst, waar het niveau van onderwijs vaak lager is dan in Nederland. De tweede generatie etnische ondernemers is geboren in Nederland en heeft daarom het Nederlandse onderwijs gevolgd. Hierbij wordt opgemerkt dat het opleidingsniveau van de tweede generatie etnische ondernemers nog wel achterblijft op de autochtone bevolking. Ook biedt de tweede generatie etnische ondernemers vaker producten en diensten aan die buiten de traditionele etnische markten vallen. Voorgaande leidt tot hogere slagingskansen voor tweede generatie etnische ondernemers. Ten derde zijn er verschillen tussen eerste en tweede generatie etnische ondernemers op het gebied van informele en formele netwerken. Onderzoek door Baycan-Levent, Nijkamp en Sahin (2007) naar de relatie tussen etnische ondernemers en het eigen informele sociale netwerk, maakt een onderscheid naar interne en externe oriëntatie van etnische ondernemers. Wanneer de etnische ondernemer alleen producten en diensten aanbiedt voor de etnische gemeenschap is de 15

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt M200919 Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt Zoetermeer, december 2009 Nieuwe werkgevers Boodschap Nederland kent over de

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Minder startende ondernemers

Minder startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand.

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand. 1 Dank voor dit rapport. Mooi dat het Sociaal en Cultureel Planbureau dit jaar dieper ingaat op één onderwerp dat de aandacht verdient: de arbeidsmarktpositie van migrantengroepen. Als het economisch tegenzit,

Nadere informatie

Ambities van ZZP ers. Een verkennend onderzoek.

Ambities van ZZP ers. Een verkennend onderzoek. Ambities van ZZP ers. Een verkennend onderzoek. Ambities van ZZP ers. Wat drijft hen, wat vinden zij belangrijk? In hun ondernemerschap, in de manier waarop ze zichzelf willen ontwikkelen. Een onderwerp

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief M201208 Ondernemerschap in in perspectief Ondernemerschap in vergeleken met en de rest van Ro Braaksma Nicolette Tiggeloove Zoetermeer, februari 2012 Ondernemerschap in in perspectief In zijn er meer nieuwe

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Colofon Titel Auteurs Tekstbewerking Uitgave Ontwerp Vormgeving Bestellen Sociaal kapitaal in

Nadere informatie

8. Werken in bestuur en zorg

8. Werken in bestuur en zorg 8. Werken in bestuur en zorg De uitzendbranche is van oudsher een belangrijke werkgever voor niet-westerse allochtonen van de eerste generatie. Bij de teruggang in de werkgelegenheid van de afgelopen jaren

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen

Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen Artikelen Allochtonenprognose 28 2: naar miljoen allochtonen Joop Garssen en Coen van Duin Volgens de nieuwe allochtonenprognose zal Nederland in 2 bijna, miljoen allochtonen tellen, 1,8 miljoen meer dan

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

EIM onderdeel van Panteia

EIM onderdeel van Panteia EIM onderdeel van Panteia Monitor nieuw ondernemerschap 2006 Onderzoek voor Bedrijf & Beleid Monitor nieuw ondernemerschap 2006 Zoetermeer, 30 januari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Behoefte aan financiering in het MKB

Behoefte aan financiering in het MKB M200909 Behoefte aan financiering in het MKB Ontwikkelingen van december 2008 tot april 2009 Lia Smit Joris Meijaard Zoetermeer, 20 mei 2009 MKB iets minder pessimistisch over financiering Het algemene

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Uitdagingen in de multiculturele praktijk

Uitdagingen in de multiculturele praktijk 12 uit de praktijk Kernproblemen Uitdagingen in de multiculturele praktijk Vraag een fysiotherapeut die werkzaam is in een achterstandswijk naar zijn ervaringen met allochtone patiënten en de kans is groot

Nadere informatie

NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding. NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding

NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding. NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding ROA NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding ROA Fact Sheet ROA-F-2018/2 ROA-F-2018/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Researchcentrum

Nadere informatie

ScaleUp Dashboard 2015

ScaleUp Dashboard 2015 Rapportage ScaleUp Dashboard 2015 ScaleUp Dashboard 2015 Prof. dr. Justin Jansen Lotte de Vos Rotterdam School of Management Erasmus Centre for Entrepreneurship Conclusies Nederland staat aan de Europese

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

De positie van etnische minderheden in cijfers

De positie van etnische minderheden in cijfers De positie van etnische minderheden in cijfers tabel b.. Omvang van de allochtone bevolking in Nederland naar herkomst (00 en prognose voor 00 en 0), aantallen x 00, per januari Bron: CBS, Allochtonen

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

Startende ondernemers in Moerdijk 2005

Startende ondernemers in Moerdijk 2005 Startende ondernemers in Moerdijk 2005 I. Ontwikkeling startende ondernemers Aantal startende ondernemers licht gedaald In 2005 zijn in Moerdijk 136 personen een onderneming gestart 1. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen

De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen Jeannette Schoorl Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Den Haag NIDI/NVD/CBS Seminar arbeidsmigratie 30 maart 2011 Onderwerpen Historische

Nadere informatie

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Oktober 2010 Opsteller: Jiska Krikke Contactpersoon: Gerrit Marskamp Regio Noord-Veluwe, t:0341-474 436 Regio Noord-Veluwe wil in het kader van arbeidsmarktbeleid,

Nadere informatie

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB M200616 De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB dr. J.M.P. de Kok drs. J.M.J. Telussa Zoetermeer, december 2006 Prestatieverhogend HRM-systeem MKB-bedrijven met een zogeheten 'prestatieverhogend

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland André Corpeleijn* Inleiding Arbeidsmigratie is de laatste tien jaar weer in de belangstelling gekomen. De uitbreiding van de Europese Unie en de komst van Oost-Europese werknemers naar Nederland hebben

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting door M. 1352 woorden 8 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Multiculturele samenleving begrippen Hoofdstuk 1 Multiculturele

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni 2009 6,1 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2.1 Migratie Wat is migratie? migratie = van woonplaats veranderen Als je let op de

Nadere informatie

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007 Bijlage 2 Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007 In opdracht van: WestHolland Foreign Investment Agency 11-11-2013 1. Opdrachtformulering en totstandkoming opdracht ScoutOut is door WFIA benaderd

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Nederland Nieuw: metingen op provinciaal niveau Conjunctuurenquête Nederland Rapport eerste kwartaal 212 Conjunctuurenquête Nederland I rapport eerste kwartaal 212 Inhoud rapportage COEN in het kort Economisch klimaat

Nadere informatie

Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB)

Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB) Documentatie Persoonskenmerken van personen die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (NIETGBAPERSOONTAB) Datum:16 januari 2018 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit.

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. Onderzoek naar sociale hulpbronnen als studiesuccesfactor voor niet-westerse allochtone studenten in het Nederlandse hoger onderwijs Lunchbijeenkomst

Nadere informatie

Prognose van de bevolking naar herkomst,

Prognose van de bevolking naar herkomst, Prognose van de bevolking naar herkomst, 6 Lenny Stoeldraijer en Joop Garssen In 6 zal Nederland ruim 7,7 miljoen inwoners tellen,, miljoen meer dan op dit moment. De samenstelling van de bevolking zal

Nadere informatie

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2012 van Datum uitgave Januari 2013 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Kerncijfers startende ondernemers... 4 2.1 Meer

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

op een gebrek aan kennis berustende mening of afkeer

op een gebrek aan kennis berustende mening of afkeer op een gebrek aan kennis berustende mening of afkeer stellen: geef ik iedereen een gelijke kans of staan er misschien onbewust vooroordelen in de weg? Ook in Den Haag worden kansen gemist, waardoor bijvoorbeeld

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

ALGEMEEN MARKTONDERZOEK In Spain, Nederland, Engeland, Tsjechië en Bulgarije.

ALGEMEEN MARKTONDERZOEK In Spain, Nederland, Engeland, Tsjechië en Bulgarije. 2013-1-ES1-LEO05-66586 SENDI - Special Education Needs and Disability Inclusion ALGEMEEN MARKTONDERZOEK In Spain, Nederland, Engeland, Tsjechië en Bulgarije. Dit project werd gefinancierd met steun van

Nadere informatie

4. Werkloosheid in historisch perspectief

4. Werkloosheid in historisch perspectief 4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie