Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. Kleutervragenlijst schooljaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. Kleutervragenlijst schooljaar"

Transcriptie

1 SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Kleutervragenlijst schooljaar F. Maes Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem Overige promotoren: F. Daems, R. Janssen, F. Laevers, M. Valcke, L. Verschaffel & K. Verschueren Onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, in het kader van het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek 2003 LOA-rapport nr. 12

2 Voor meer informatie omtrent deze publicatie: Steunpunt LOA, Unit Onderwijsloopbanen Auteur: F. Maes Adres: Dekenstraat 2, 3000 Leuven Tel.: of Fax.: Website: Copyright (2003) Steunpunt LOA p/a E. Van Evenstraat 2e, 3000 Leuven Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijk te verwijzen naar de bron. No material may be made public without an explicit reference to the source.

3 Inhoudstafel Inhoudstafel Inleiding Inhoudelijk kader Sociale vaardigheden Prosociaal gedrag Sociaal probleemgedrag Sociale relaties Sociale cognities Dynamisch-affectieve attitudes en vaardigheden Zelfconcept Welbevinden Werkhouding, motivatie en attitude ten aanzien van klas(taken) Cognitieve mogelijkheden Thuismilieu Opbouw van de vragenlijst Sociale variabelen Prosociaal gedrag Sociaal probleemgedrag Sociale relaties Sociale cognities Dynamisch affectieve variabelen Zelfconcept en zelfvertrouwen Welbevinden Werkhouding - motivatie Cognitieve mogelijkheden Thuismilieu Wat hebben we (niet) opgenomen? Overzicht van de opgenomen variabelen Niet opgenomen schalen Niet opgenomen variabelen Besluit Betrouwbaarheids- en validiteitsgegevens van de vragenlijst Statistische kenmerken van items en schalen Prosociaal gedrag Agressief gedrag Hyperactief-Afleidbaar gedrag...19 I

4 3.1.4 Asociaal gedrag Bezorgd-angstig gedrag Conflict Nabijheid Integratie - populariteit Schoolwelbevinden Coöperatieve participatie Onafhankelijke participatie Werkhouding Contact gezin-school Betrokkenheid van het gezin op schoolse zaken Etnische en/of culturele kloof Overige items Discrete variabelen Samenhangen tussen de schalen onderling Correlaties tussen de schalen Tweede orde principale componentanalyse Klas- of kindkenmerken? Besluit...31 Bibliografie...33 Bijlage 1. De kleutervragenlijst Bijlage 2. De frequentieverdelingen (histogrammen) van de schalen uit de kleutervragenlijst II

5 Inleiding In dit rapport bespreken we de ontwikkeling van de kleutervragenlijst. Deze vragenlijst kadert in het onderzoek naar de schoolloopbanen van kinderen doorheen het basisonderwijs (SiBOonderzoek). Doel van dit onderzoek is de (verschillen in) ontwikkeling van leerlingen en hun schoolloopbaan vanaf het kleuteronderwijs tot het einde van het lager onderwijs te beschrijven en te verklaren. Aangezien we in dit onderzoek uitdrukkelijk aandacht willen geven aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, naast de cognitieve ontwikkeling, diende een instrument te worden ontwikkeld dat die ontwikkeling op een betrouwbare en valide wijze in kaart kon brengen. We opteerden voor een vragenlijst die door de leerkracht van de gevolgde klasgroep (in casu de kleuterleid(st)er van de 3 de kleuterklas) ingevuld diende te worden. We kunnen in het geval van 5 à 6-jarigen immers geen schriftelijke vragenlijst aan de subjecten zelf voorleggen. We moeten ons dus baseren op het oordeel van betrokkenen uit de onmiddellijke omgeving, in eerste instantie de leerkracht en de ouders. Omdat we over elk kind informatie willen, moest de vragenlijst per kleuter worden ingevuld. Daarom werd getracht om de vragenlijst zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. Dat wil zeggen: gemakkelijk in te vullen en kort. Aangezien er in een gemiddelde klasgroep om en bij de 20 kinderen zitten moet de betreffende respondent evenveel keer die vragenlijst invullen. De vragenlijst werd afgenomen in het midden van het schooljaar (februari 2003). Vroeger in het schooljaar was niet aangewezen omdat de kleuterleid(st)er de kinderen gedurende een ruime periode moet kennen. In het eerste hoofdstuk gaan we kort in op het inhoudelijk kader dat als basis diende voor de keuze van variabelen. In het tweede hoofdstuk bespreken we de opbouw van vragenlijst. Hierbij beschrijven we de variabelen en de wijze waarop we deze operationaliseren. In het derde hoofdstuk tenslotte gaan we in op de gegevens die resulteren uit de afname van de vragenlijst in de derde kleuterklas. We bekijken de statistische kenmerken van de items en de schalen en de samenhangen tussen de schalen in functie van de betrouwbaarheid en validiteit. Tenslotte willen we nog onze erkentelijkheid uitdrukken voor het voorbereidende werk van Karine Verschueren en Gert Cornelissen met betrekking tot bepaalde variabelen. 1

6 2

7 1. Inhoudelijk kader Met deze vragenlijst willen we in hoofdzaak het sociaal-emotioneel functioneren van de kinderen in kaart brengen. Auteurs delen het psychosociale domein op veel verschillende manieren in en gebruiken ook wisselende omschrijvingen en begrippen. Het is daarom belangrijk om de gehanteerde begrippen goed te omschrijven en te ordenen. Om de psychosociale ontwikkeling van het kind te beschrijven, onderscheiden we twee grote domeinen. Enerzijds het domein van de sociale ontwikkeling, meer specifiek de sociale vaardigheden, en anderzijds de dynamisch-affectieve ontwikkeling. Daarnaast gaan we ook informatie opvragen over de cognitieve mogelijkheden en het thuismilieu van het kind. We lichten eerst kort toe wat we onder die domeinen verstaan. In het volgend hoofdstuk gaan we per variabele wat dieper in op de inhoud. 1.1 Sociale vaardigheden Op basis van een verkenning van de literatuur en de belangrijke gelijkaardige (hoofdzakelijk buitenlandse) onderzoeken onderscheiden we vier aspecten die deel uitmaken van het globaal concept sociale vaardigheden (Brutsaert, 1993; PRIMA: o.a. Driessen, van Langen, & Vierke, 2000, 2002, Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001; Early Childhood Longitudinal Study, ECLS: o.a. Atkins- Burnett & Meisels, 2001, Green, Hoogstra, Ingels, Greene, & Marnell, 1997, Meisels, Atkins-Burnett, & Nicholson, 1996). We behandelen ze achtereenvolgens kort Prosociaal gedrag Prosociaal gedrag wordt beschouwd als een belangrijke indicator voor sociale vaardigheid:, the propensity to act prosocially toward peers has been regarded by many developmentalists as an important indicator of children s social competence, if not its defining feature (Ladd & Profilet, 1996, p. 1009). Concreet gaat het hier om gedragingen zoals helpen, hulp vragen, delen, samenwerken, assertief zijn, leiding geven, verantwoordelijkheid nemen, empathisch zijn, discreet zijn, beleefd zijn, kritiek kunnen accepteren en zelfcontrole. Ook de wijze waarop de sociale vaardigheden in kader van de eindtermen basisonderwijs worden omschreven, sluit nauw aan bij wat in de psychosociale literatuur onder de noemer prosociaal gedrag wordt verstaan (Dienst Voor Onderwijsontwikkeling, DVO, 2002). De eindtermen omschrijven sociale vaardigheden als alle gedragingen die men in onze cultuur ter beschikking moet hebben om op een efficiënte en opbouwende wijze deel te nemen aan het sociale leven, zowel op maatschappelijk als op interpersoonlijk en familiaal vlak (Dienst Voor Onderwijsontwikkeling, DVO, 2002). Binnen de schoolse context acht men het mogelijk om aan de volgende drie domeinen van sociaal functioneren te werken: het ontwikkelen van een voldoende gamma van relatiewijzen (dit is de juiste houding aannemen en de juiste taal gebruiken, op basis van een goede inschatting van de sociale context), bijvoorbeeld: zich voorstellen, waardering uiten, zorgen, hulp vragen, leiding geven, kritisch zijn, zich weerbaar opstellen, zich discreet opstellen en kritiek accepteren; het leren beheersen van een aantal verbale en niet-verbale gespreksconventies in functionele situaties (met leerlingen, leerkrachten, directie, of anderen een gesprek kunnen beginnen, onderhouden en afsluiten); 3

8 het leren samenwerken met anderen (zonder vooroordelen), bijvoorbeeld per twee of in een taakgroep Sociaal probleemgedrag Naast het prosociaal gedrag richten we onze aandacht op sociaal probleemgedrag. Sociaal probleemgedrag op jonge leeftijd blijkt immers een belangrijke voorspeller van ernstiger problemen in de toekomst (Ladd & Profilet, 1996). Sociaal probleemgedrag kan zich globaal beschouwd uiten in meer externaliserend gedrag zoals agressief, hyperactief of zelfs delinquent gedrag enerzijds of in meer internaliserend gedrag zoals asociaal, angstig en depressief gedrag anderzijds Sociale relaties Een derde aspect dat we onderscheiden aan sociale vaardigheden is de capaciteit om in relatie te treden, om relaties op te bouwen. De kwaliteit van de opgebouwde relaties tussen kinderen onderling of van de relaties tussen kinderen en leerkracht is een goede indicator van de sociale competenties van een kind. Concreet gaat het hier om elementen zoals acceptatie, integratie, populariteit, wederzijdse vriendschappen, gepest worden en conflicten Sociale cognities Tenslotte plaatsen we ook sociale cognities onder sociale vaardigheden. Concreet houden die onder meer in: de perceptie van sociale cues, het inzicht in sociale probleemsituaties, moreel beoordelingsvermogen, 1.2 Dynamisch-affectieve attitudes en vaardigheden De diverse aspecten die deel uitmaken van het dynamisch-affectieve domein groeperen we rond drie elementen: aspecten van het zelfconcept, aspecten met betrekking tot het welbevinden en aspecten omtrent werkhouding, motivatie en attitude ten aanzien van klas(taken). We kunnen de drie elementen als volgt concretiseren Zelfconcept Zelfconcept: men onderscheidt het globaal zelfconcept, het academische zelfconcept (soms opgesplitst per vak), het sociaal/gedragsmatig zelfconcept en het fysiek zelfconcept. Zelfvertrouwen (zich al dan niet snel onzeker of angstig voelen), zelfwaardering Welbevinden Welbevinden op school (ten aanzien van de school in het algemeen en ten aanzien van de leerkracht; onder dit laatste valt ook de perceptie van verkregen steun). 4

9 1.2.3 Werkhouding, motivatie en attitude ten aanzien van klas(taken) Onder de noemer van werkhouding, motivatie en attitudes ten aanzien van klas en klastaken kunnen we de volgende aspecten plaatsen: Werkhouding: hiermee bedoelen we allerlei taakgerelateerde kenmerken en gedragingen zoals volgehouden aandacht, nauwkeurigheid, snel opgeven bij moeilijkheden, impulsiviteit versus reflexiviteit, zelfstandig werken, gefaseerde taakaanpak (oriënteren, plannen, uitvoeren, controleren, bijsturen en evalueren); Interesse en motivatie voor leertaken, doeloriëntatie; Ervaren controle over het leerproces, succesverwachting, locus of control; Faalangst. 1.3 Cognitieve mogelijkheden Naast het domein van de sociale ontwikkeling en het domein van de dynamisch-affectieve ontwikkeling willen we met deze vragenlijst ook informatie verzamelen over de cognitieve ontwikkeling van het kind. Er zal dus ook een inschatting van de leerkracht gevraagd worden over de cognitieve mogelijkheden van het kind. Deze inschatting kan gebeuren door de prestaties van het kind te laten vergelijken met de leeftijdsgenoten (relatief prestatieniveau) en/of door het toekomstig onderwijsniveau te laten voorspellen. 1.4 Thuismilieu Tenslotte is het belangrijk om met deze vragenlijst per kind ook informatie te verzamelen over het thuismilieu van het kind. Hierbij is het vooral interessant om te weten of het thuismilieu een goede basis biedt voor de ontwikkeling van het kind: Is er aandacht voor en betrokkenheid op het kind?. Een tweede aspect dat we kunnen bevragen is of de leerkracht een kloof of breuk ervaart tussen het thuismilieu en de school. 5

10 6

11 2. Opbouw van de vragenlijst Het is niet haalbaar om alle variabelen die op basis van het inhoudelijk kader naar voren komen te bevragen omdat we dan komen tot een te lange vragenlijst. De vragenlijst moet immers door de kleuterleid(st)er per kind ingevuld worden. Het komt er dus op aan om die zo beknopt mogelijk te houden. Daarom werden sommige variabelen niet opgenomen. Bij het operationaliseren van de variabelen vertrekken we in de mate van het mogelijke van bestaande instrumenten die voldoende psychometrisch zijn onderbouwd of kunnen worden onderbouwd. 2.1 Sociale variabelen Sociale vaardigheden uiten zich in een bepaald sociaal gedrag en om een beeld te verkrijgen van het sociale gedrag van kinderen ontwikkelden Ladd en Profilet (1996) de Child Behavior Scale. Deze vragenlijst bestaat uit 35 items die door de leerkracht op een driepuntenschaal beoordeeld worden (1=niet van toepassing, 2=soms van toepassing, 3=zeker van toepassing). Deze items zijn verdeeld over 6 subschalen: prosociaal gedrag (7 items), agressief gedrag (7 items), asociaal gedrag (6 items), buitengesloten (7 items), angstig-bezorgd gedrag (4 items) en tenslotte hyperactiefafleidbaar gedrag (4 items). Simoens (2001) maakte een Nederlandstalige versie: de Kindergedragsschaal. Om de variabelen in verband met het sociaal gedrag in kaart te brengen, kunnen we een beroep doen op deze vragenlijst Prosociaal gedrag Hiervoor nemen we de subschaal Prosociaal gedrag van de Kindergedragsschaal over (Ladd & Profilet, 1996; Simoens, 2001). In Tabel 1 vindt men de items en de Cronbach s alfa s (als maat van interne consistentie van de schaal). Tabel 1 De subschaal Prosociaal gedrag uit de Kindergedragsschaal (Ladd & Profilet, 1996; Simoens, 2001) SUBSCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA* Prosociaal gedrag Helpt andere kinderen uit zichzelf (H)erkent andermans gevoelens, voelt mee Lijkt bezorgd wanneer andere kinderen in nood zijn of verdriet hebben Is vriendelijk tegen klasgenootjes Kan met andere kinderen samenwerken.89 Toont belangstelling voor morele kwesties (vb. eerlijkheid, welzijn van anderen, ) Biedt hulp of troost als anderen overstuur zijn * De eerste twee Cronbach s alfa s zijn overgenomen uit Ladd en Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van vier afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001) Sociaal probleemgedrag Sociaal probleemgedrag kan zich zoals gezegd uiten in meer externaliserend gedrag zoals agressief, hyperactief of zelfs delinquent gedrag enerzijds of in meer internaliserend gedrag zoals angstig, asociaal en depressief gedrag anderzijds. Voor de variabelen agressief gedrag, hyperactief gedrag, asociaal gedrag en angstig gedrag kunnen we terugvallen op subschalen van de Kindergedragsschaal. 7

12 Met de praktische haalbaarheid van de vragenlijst voor ogen werden de subschalen Agressief gedrag en Asociaal gedrag ingekort tot 4 items (zie de onderstreepte items in Tabel 2). Hierbij werd rekening gehouden met de oorspronkelijke factorladingen uit het onderzoek van Ladd en Profilet (1996). De items met de laagste factorladingen werden door ons weggelaten. De in de tabel vermelde Cronbach s alfa s hebben betrekking op de volledige schaal. Tabel 2 De subschalen Agressief gedrag, Hyperactief-Afleidbaar gedrag, Asociaal gedrag en Bezorgd-Angstig gedrag van de Kindergedragsschaal (Ladd & Profilet, 1996; Simoens, 2001) SUBSCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA* Agressief gedrag Hyperactief - Afleidbaar gedrag Asociaal gedrag Vecht met andere kinderen Pest andere kinderen (Schopt, bijt of slaat andere kinderen) Is agressief (Bespot of plaagt andere kinderen) Bedreigt andere kinderen (Maakt ruzie met klasgenootjes) Is rusteloos. Loopt rond of springt op en neer. Niet stil te houden Is een wriemelend, zenuwachtig, gejaagd kind Kan zich moeilijk concentreren of aandacht vasthouden Is onoplettend, niet attent Speelt het liefst alleen Is graag alleen Houdt klasgenootjes op afstand Is een eenzaat (Vermijdt klasgenoten) (Trekt zich terug uit activiteiten van klasgenoten) Bezorgd - Angstig gedrag Is bezorgd, maakt zich zorgen over veel dingen Komt ongelukkig, gespannen over** Is bang van nieuwe dingen of ongekende situaties.72 Huilt gemakkelijk * De eerste twee Cronbach s alfa s zijn overgenomen uit Ladd en Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van vier afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001). ** Eigen formulering (Nederlandse vertaling van Simoens: Komt ongelukkig, huilerig, of bekommerd over ; oorspronkelijke bewoording van Ladd & Profilet: Appears miserable, distressed ) Sociale relaties De sociale of interpersoonlijke relaties in de klas of op school splitsen we op in enerzijds de relatie tussen leerling en leerkracht en anderzijds de relatie tussen de leerling en klas- of leeftijdsgenoten. a. Relatie leerling - leerkracht In dit onderzoek willen we de kwaliteit van de relatie tussen het kind en de leerkracht (kleuterleid(st)er) nagaan. Deze variabele wordt eerder opgevat als een procesvariabele waarin zowel kind- als leerkrachtkenmerken een rol spelen en minder als een outputvariabele. De kwaliteit van de relatie tussen leerkracht en leerling wordt bevraagd aan de hand van een verkorte vorm van de Student-Teacher-Relationship Scale (STRS, Pianta, 1992, 1996, 2001; vertaald in het Nederlands door Roncada, 2001; ingekort door Cornelissen & Verschueren, 2001a, 2002a). Deze ingekorte versie van de STRS van Cornelissen en Verschueren (2001a, 2002a) omvat twee subschalen ( Conflict en Nabijheid ) van telkens vier items (Tabel 3). De alfa-coëfficiënten van de subschalen bedragen respectievelijk.87 en.84. 8

13 Tabel 3 De verkorte versie van de STRS (uit Cornelissen & Verschueren, 2001a, 2002a) SUBSCHAAL ITEMS Conflict Dit kind en ik lijken altijd te twisten met elkaar Dit kind wordt gemakkelijk kwaad op mij Dit kind vindt dat ik hem/haar oneerlijk behandel Als dit kind slecht gehumeurd is, weet ik dat het een lange en moeilijke dag wordt Nabijheid Als dit kind verdrietig is, zoekt hij/zij troost bij mij Dit kind vertelt me spontaan dingen over zichzelf Ik voel gemakkelijk aan wat dit kind voelt Dit kind spreekt vrijuit over zijn gevoelens en ervaringen met mij CRONBACH S ALFA b. Relatie met leeftijds-/klasgenoten In deze variabele gaat het om elementen zoals acceptatie, integratie, populariteit, gepest worden en wederzijdse vriendschappen. Om hierop zicht te krijgen, konden we kiezen tussen de subschaal Buitengesloten uit de Kindergedragsschaal van Ladd en Profilet (1996) en de subschaal Integratie/Populariteit uit het Leerlingenprofiel van PRIMA (Driessen, van Langen, & Vierke, 2000, 2002; Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001). Qua inhoud komt deze laatste schaal overeen met de schaal Buitengesloten uit de Kindergedragsschaal, maar omdat de PRIMA-schaal korter is (en dus niet ingekort dient te worden) en omdat we de items inhoudelijk beter vinden (qua face-validity ), opteren we voor het PRIMA-schaaltje (Cronbach s alfa is.84 voor de derde afname en.87 voor de vierde afname, waarbij evenwel het item Wordt door klasgenoten gepest weggelaten werd). Tabel 4 De subschaal Integratie/populariteit uit het PRIMA-onderzoek (Driessen, van Langen, & Vierke, 2000, 2002; Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001) SUBSCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA Integratie / Populariteit Kan goed met klasgenoten opschieten Is bij klasgenoten populair Wordt door klasgenoten gepest (-) Heeft weinig vrienden/vriendinnen in de klas (-) Sociale cognities Er werd geen bruikbaar instrument gevonden om deze variabele op eenvoudige wijze na te gaan bij kleuters of jonge kinderen. Gezien het ruime gamma van reeds opgenomen variabelen met betrekking tot sociale vaardigheden, werd dan ook beslist om deze variabele niet op te nemen in de vragenlijst. 2.2 Dynamisch affectieve variabelen Zelfconcept en zelfvertrouwen Het nagaan van het zelfconcept van kinderen van de leeftijd van 5 à 6 jaar vereist een individuele en intensieve methode. In een latere fase kan dit rechtstreeks en genuanceerd bevraagd worden aan de kinderen zelf. Daarom werd beslist om op dit moment slechts één item daaromtrent op te nemen in de vragenlijst. 9

14 Wat zelfvertrouwen betreft, werd in het PRIMA-onderzoek een schaal opgenomen die de kwetsbaarheid van een kind nagaat. Maar omdat de items daarvan inhoudelijk te nauw aansluiten bij de subschaal Angstig gedrag van de Kindergedragsschaal en we ze bijgevolg niet echt als goede indicatoren voor zelfvertrouwen beschouwen en omdat we ons moeten beperken, werd ook voor deze variabele slechts één item opgenomen. Tabel 5 Zelfconcept en zelfvertrouwen SUBSCHAAL ITEMS Zelfconcept Dit kind heeft een positief zelfbeeld Zelfvertrouwen Dit kind heeft veel zelfvertrouwen Welbevinden In een onderzoek naar de schoolloopbanen en schoolse ontwikkeling van kinderen is het essentieel om ook het welbevinden van de leerlingen na te gaan. Specifiek richten we ons op het welbevinden op school. Het is de bedoeling om deze variabele zowel bij de ouders als bij de leerkracht te bevragen. Hiervoor baseren we ons op een schaal die ontwikkeld werd door PRIMA (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002; Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001) en de subschaal School Liking uit de Teacher Rating Scale of School Adjustment (TRSSA) (Ladd, 1992, vertaald als Graag naar school gaan door Roncada, 2001) om tot een nieuwe schaal te komen. We vonden het daarbij belangrijk om zowel positief als negatief georiënteerde items op te nemen. Tabel 6 De schalen Welzijn uit PRIMA (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002; Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001), Graag naar school gaan uit de TRSSA (Ladd, 1992, vertaald door Roncada, 2001) en Schoolwelbevinden (zelf ontwikkelde schaal) SCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA Welzijn' voelt zich op school onplezierig (-) zou school liefst vermijden (-) komt met tegenzin naar school (-).89 Graag naar school gaan komt graag naar school vindt school niet leuk (-) amuseert zich op school is graag op school vindt de meeste klasactiviteiten plezierig Schoolwelbevinden komt met tegenzin naar school (-) amuseert zich op school vindt school niet leuk (-) vindt de meeste klasactiviteiten plezierig Werkhouding - motivatie a. Classroom participation We willen ook zicht krijgen op de houding van de kinderen ten aanzien van de klastaken en klasomgeving. In de Engelstalige literatuur is sprake van classroom participation, met als belangrijke aspecten: het vermogen om zich op een coöperatieve, sociaal verantwoordelijke manier te gedragen en zich te houden aan de sociale regels en rolverwachtingen in de klas ( cooperative participation ), en het vermogen om zich autonoom en onafhankelijk te gedragen ten aanzien van klasactiviteiten en leertaken, initiatief te nemen, enzovoort ( independent participation ). Meer informatie daaromtrent vindt men bij Finn (1989) en bij Ladd, Birch en Buhs (1999). 10

15 De classroom participation kan gemeten worden aan de hand van de Teacher Rating Scale of School Adjustement (Birch & Ladd, 1997; Ladd, 1992) Deze vragenlijst werd vertaald in het Nederlands door Simoens (2001) en ingekort tot twee subschalen van telkens vier items door Cornelissen en Verschueren (2001b, 2002b). Tabel 7 De verkorte versie van de TRSSA (uit Cornelissen & Verschueren, 2001a, 2001b) SUBSCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA Coöperatieve participatie Doet wat de leerkracht vraagt Maakt verantwoordelijk gebruik van klasmateriaal Is goed handelbaar voor de leerkracht Aanvaardt het gezag van de leerkracht Onafhankelijke participatie Zoekt uitdagingen Is zelfbepalend, stelt eigen doelen Werkt onafhankelijk Heeft veel hulp en leiding nodig (-) b. Werkhouding Met het oog op de overgang naar het eerste leerjaar wordt in de derde kleuterklas nogal wat belang gehecht aan de werkhouding van de kinderen. Hiervoor vallen we terug op een schaal die in kader van het PRIMA-onderzoek ontwikkeld werd. De schaal Werkhouding heeft een betrouwbaarheidscoëfficiënt van.81 (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002; Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001). Tabel 8 De schaal Werkhouding uit PRIMA (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002; Jungbluth, Roede, & Roeleveld, 2001) SUBSCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA Werkhouding Denkt al gauw dat zijn/haar werk af is (-) Werkt nauwkeurig Geeft snel op als iets niet lukt (-) Cognitieve mogelijkheden Aan de leerkracht wordt voor elk kind een inschatting gevraagd over het cognitief niveau en de zorgbehoefte. Hierbij wordt niet enkel naar de huidige situatie gekeken maar wordt ook een inschatting gevraagd van het toekomstig niveau (prognose toekomstig onderwijs) en de toekomstige zorgbehoefte. Deze items zijn deels gebaseerd op het Nederlandse PRIMA-onderzoek (voor relatieve prestatieniveau en prognose voor toekomstig onderwijs) (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002) en deels zelf geconstrueerd. Tabel 9 Inschatting huidig cognitief niveau en prognose toekomstig onderwijs SCHAAL Inschatting huidig niveau leerling ITEMS In vergelijking tot de klasgenoten is de schoolse ontwikkeling van dit kind * Dit kind is hoogbegaafd. Inschatting toekomstig onderwijs Volgens mij zal dit kind in het volgende type van secundair onderwijs terecht komen:** De kans dat dit kind ooit een diploma hoger onderwijs haalt acht ik *** * zwak, gemiddeld, goed ***BuSO, BSO, TSO, ASO **** zeer klein, eerder klein, eerder groot, zeer groot 11

16 Voor de inschatting van de huidige zorgbehoefte was het oorspronkelijk de bedoeling om ons te baseren op de schaal cognitieve capaciteiten uit het PRIMA-onderzoek. Maar aangezien drie van de vier items sterk cognitief gericht zijn, vonden we dit niet aangewezen voor het kleuteronderwijs. Daarom nemen we slechts één item over. Voor het lager onderwijs kan indien nodig de volledige schaal opgenomen worden. Tabel 10 Inschatting huidige en toekomstig zorgbehoefte SCHAAL ITEMS Eén item uit 'Cognitieve capaciteiten' van PRIMA Dit kind heeft nood aan extra hulp van mij of anderen Toekomstige zorgbehoefte Dit kind zal in de toekomst extra zorg nodig hebben 2.4 Thuismilieu Wat het thuismilieu van het kind betreft maken we een onderscheid tussen twee aspecten: a. Biedt het thuismilieu een ondersteunende en stimulerende omgeving voor de (schoolse) ontwikkeling van het kind? Het gaat hier om de gerichtheid of de betrokkenheid van het gezin op schoolse zaken. Dit uit zich bijvoorbeeld in de belangstelling van ouders voor de schoolste taken en/of voor de leerstof. b. Is er een nauw contact tussen school en thuis? Het gaat hier onder meer om de mate waarin de ouders betrokken zijn bij de werking van de school (bijvoorbeeld door hun engagement in een ouderparticipatieraad). Dit kan zowel afhankelijk zijn van de ouders of van de school zelf die weinig initiatieven ter zake neemt. In het PRIMA-onderzoek werd voor de derde afname de schaal Thuisklimaat ontwikkeld die op zich betrouwbaar bleek (.84) maar het bovengenoemde onderscheid niet maakt (Driessen, van Langen, & Vierke, 2000). Voor de vierde afname werden de items aangepast en werden items toegevoegd (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002). Dit leidde tot twee schalen: sociaal milieu (.87) en etnische breuk (.87). Maar ook in dit geval bleef de schaal sociaal milieu onduidelijk. Tabel 11 De schalen Thuisklimaat, Sociaal milieu en Etnische breuk uit het PRIMA-onderzoek (Driessen, van Langen, & Vierke, 2000, 2002) SUBSCHAAL ITEMS CRONBACH S ALFA Thuisklimaat (3 de meting) Sociaal milieu (4 de meting) Etnische breuk (4 de meting) De school heeft met de ouders van deze leerling(e) goed contact. Thuis is er weinig belangstelling voor lezen en algemene ontwikkeling. De ouders van deze leerling(e) zijn actief betrokken bij school. Er is bij deze leerling(e) een grote kloof tussen thuis en school. De sfeer in het gezin is bevorderlijk voor de schoolprestaties. In dit gezin zijn veel problemen. Bij deze leerling(e) is sprake van regelmatig ongeoorloofd verzuim. In dit gezin zijn de ouders actief betrokken bij de school. In dit gezin worden leren en nieuwsgierigheid bevorderd. In dit gezin zijn de ouders het kind bij het leren tot steun. In dit gezin hoort de levensstijl bij een andere cultuur. In dit gezin spreken de ouders met mij goed Nederlands. (-) In dit gezin wordt thuis een andere taal gesproken In het licht van de genoemde opmerkingen werd ervoor geopteerd om met behulp van deze items drie schalen te ontwikkelen: één die naar het contact tussen de school en het gezin peilt; één die de betrokkenheid van het gezin op schoolse zaken nagaat en één die peilt in welke mate er een etnisch/culturele kloof is tussen school en gezin. 12

17 Bovendien werd in PRIMA aan de leerkracht de vraag gesteld in hoeverre de leerlingen aanspreekbaar zijn in het Nederlands (antwoordcategorieën zijn zeer slecht, slecht, matig, goed, en zeer goed ). Naar analogie met de rest van de vragenlijst vormden we deze vraag om tot een stelling (uitspraak). Tabel 12 De schalen Contact gezin school, Betrokkenheid van het gezin op schoolse zaken, Etnische en/of culturele kloof en Taal SCHAAL ITEMS Contact gezin - school We hebben op school een goed contact met de ouders van dit kind De ouders van dit kind zijn doorgaans afwezig op oudercontacten of ouderavonden (-) De ouders van dit kind zijn actief betrokken bij de school Betrokkenheid van het gezin op schoolse zaken Thuis is er weinig belangstelling voor de algemene ontwikkeling van dit kind (-) In dit gezin wordt leren en nieuwsgierigheid bevorderd Thuis tonen ze interesse voor de schoolactiviteiten van dit kind. De ouders van dit kind volgen de schoolse ontwikkeling van het kind nauwelijks op (-) Etnische en/of culturele kloof In dit gezin hoort de levensstijl bij een andere cultuur In dit gezin spreken de ouders met mij goed Nederlands (-) In dit gezin wordt thuis een andere taal gesproken Er is bij dit kind een etnische of culturele kloof tussen thuis en school Taal Dit kind is nauwelijks aanspreekbaar in het Nederlands 2.5 Wat hebben we (niet) opgenomen? Overzicht van de opgenomen variabelen Tabel 13 Overzicht van de opgenomen variabelen DIMENSIES CATEGORIEËN VARIABELEN AANTAL ITEMS Sociale variabelen Prosociaal gedrag 1. Prosociaal gedrag 7 Sociaal probleemgedrag 2. Agressief gedrag 3. Hyperactief-afleidbaar gedrag 4. Asociaal gedrag 5. Bezorgd-angstig gedrag Sociale relaties Dynamisch-affectieve variabelen Zelfvertrouwen Cognitieve variabelen Thuismilieu 6. Conflict 7. Nabijheid 8. Integratie - populariteit 9. Zelfvertrouwen 10. Zelfconcept Welbevinden 11. Schoolwelbevinden 4 Attitudes 12. Coöperatieve participatie Onafhankelijke participatie Werkhouding 3 Huidig prestatieniveau Toekomstig onderwijs Zorgbehoefte 15. Relatief prestatieniveau 16. Hoogbegaafdheid 17. Prognose richting secundair onderwijs 18. Prognose diploma hoger onderwijs 19. Huidige zorgbehoefte 20. Toekomstige zorgbehoefte 21. Contact gezin-school 22. Betrokkenheid van het gezin op schoolse zaken 23. Etnische en/of culturele kloof Overige 24. Aanspreekbaarheid in het Nederlands

18 2.5.2 Niet opgenomen schalen Kiezen is verliezen zegt men wel eens. Om de vragenlijst niet te lang te laten uitvallen konden we niet alle relevante concepten opnemen. Hieronder vindt men een lijst van concrete schalen en vervolgens een lijst van variabelen die niet opgenomen werden. Sociaal gedrag o De schaal Buitengesloten uit de Kindergedragsschaal (de schaal Integratie uit PRIMA werd weerhouden en is analoog) o De schaal Sociaal gedrag uit PRIMA (er werd voorkeur gegeven aan de subschalen uit de Kindergedragsschaal) Inschatting cognitieve mogelijkheden o De schaal Onderpresteerder uit PRIMA (weinig geschikt voor kleuters) o De schaal Bovenpresteerder uit PRIMA (weinig geschikt voor kleuters) Aanpak De didactische aanpak komt aan bod in de leerkrachtvragenlijst op klasniveau en in de observaties. We hebben het niet mogelijk geacht om de aanpak van de leerkracht per leerling (dus op leerlingniveau) te bevragen (met uitzondering van de twee items over extra ondersteuning). De belangrijkste reden hiervoor is dat de vragenlijst te lang zou uitvallen. In het PRIMA-onderzoek (4 de meting) werden wel vier schalen ontwikkeld om dit in kaart te brengen ( Remediëring, Discipline, Extra aanbod en Gereduceerd aanbod ). Die schalen zijn echter weinig geschikt voor kleuters. Eventueel kunnen die in latere afnames wel opgenomen worden. o De schaal Remediëring uit PRIMA (weinig geschikt voor kleuters) o De schaal Leerplanverrijking uit PRIMA (weinig geschikt voor kleuters) o De schaal Leerplanreductie uit PRIMA (weinig geschikt voor kleuters) o De schaal Disciplinering uit PRIMA Kwetsbaarheid (Zelfvertrouwen) uit PRIMA De items verwijzen veeleer naar angst. Bovendien kunnen we de schaal onafhankelijke participatie als een betere indicator van zelfvertrouwen beschouwen dan die subschaal. Kritische incidenten en extra ondersteuning Het is relevant om te weten of er in het gezin veel problemen geweest zijn of, meer specifiek, of er zich in het afgelopen jaar kritische incidenten voorgedaan hebben die een invloed hadden of gehad hebben op de prestaties van de leerling (Heeft het kind in de loop van dit schooljaar reeds extra ondersteuning gekregen door de taakleerkracht, zorgcoördinator, CLB, externe hulpverleners? Kreeg dit kind extra professionele hulp van derden?). Deze variabelen worden bevraagd op het einde van het jaar Niet opgenomen variabelen Sociale cognitie Metacognitie / Leren leren Prestatiemotivatie Communicerende vaardigheden Assertiviteit Psychomotoriek 14

19 2.6 Besluit In totaal werden 70 items opgenomen. Hoewel ze gemakkelijk te beoordelen zijn (items van het Likert-type), vergt het een aanzienlijke inspanning van de respondent omdat de items voor elk kind uit de klas beoordeeld moeten worden. We schatten dat het tussen de vijf en de tien minuten per kind duurt om deze vragenlijst in te vullen. In de oorspronkelijke vragenlijsten worden verschillende beoordelingsschalen gehanteerd (3- punten, 4-punten, of 5-punten schalen). Omwille van de uniformiteit en de gebruiksvriendelijkheid kozen we ervoor om steeds een zespuntenschaal te hanteren met als mogelijkheden: helemaal niet van toepassing, niet van toepassing, eerder niet van toepassing, eerder wel van toepassing, wel van toepassing en helemaal van toepassing. Als we deze vragenlijst beoordelen wat betreft de gebruiksmogelijkheid in de volgende jaren van het onderzoek, dan mogen we stellen dat we de opgenomen schalen zonder problemen kunnen gebruiken voor de volledige eerste fase van het onderzoek (dus tot het einde van het derde leerjaar). Voor gebruik daarna zal de vragenlijst herbekeken moeten worden. Wel komen enkele andere schalen in aanmerking om mee opgenomen te worden vanaf het lager onderwijs. We denken hierbij aan de schalen: Onder- en bovenpresteerder, Remediëring, Leerplanverrijking en reductie. Maar dan stoten we opnieuw op het probleem dat de vragenlijst veel te omvangrijk dreigt te worden. Het is natuurlijk wel mogelijk dat op basis van analyses op de data van de eerste afname van deze vragenlijst hetzij schalen nog verder ingekort kunnen worden, hetzij schalen wegvallen (omdat ze niet voldoen). Dan komt er misschien wel plaats vrij voor nieuwe schalen. Een andere mogelijkheid is dat er per jaar wordt afgewisseld in de schalen die bevraagd worden. Tenslotte zijn er bepaalde outputmaten die we eigenlijk pas op het einde van het schooljaar kunnen bevragen. We denken hier in eerste instantie aan het advies voor volgend schooljaar (overgaan, zittenblijven, BO), maar bijvoorbeeld ook aan de vraag of er zich in de loop van het afgelopen schooljaar belangrijke incidenten hebben voorgedaan die de ontwikkeling (prestaties) beïnvloed kunnen hebben of de vraag of het kind in het afgelopen schooljaar extra ondersteuning heeft gekregen. Om die elementen te bevragen zal op het einde van het schooljaar nog een minimale bevraging gedaan worden. Een volledig voorbeeld van de vragenlijst zelf vindt men in bijlage 1. 15

20 16

21 3. Betrouwbaarheids- en validiteitsgegevens van de vragenlijst In februari 2003 werd de vragenlijst voorgelegd aan alle kleuterleidsters van de 3 de kleuterklas die deelnemen aan het SiBO-onderzoek (voor meer uitleg over dit onderzoek, zie Maes, Ghesquière, Onghena, & Van Damme, 2002). Aan de kleuterleid(st)er werd gevraagd om voor elk kind uit zijn/haar klas deze vragenlijst in te vullen. In totaal kregen we een vragenlijst terug voor 5630 kleuters (op 6258, dit is 90,0%) uit 340 klassen en 191 scholen (op 198, dit is 96,5%). Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de kenmerken van de items en schalen. De analyses gebeurden enkel op de gegevens van de kinderen uit de scholen van de referentiesteekproef die een getrouwe afspiegeling is van de Vlaamse schoolpopulatie. In totaal betreft het hier 3797 ingevulde vragenlijsten (op 3885, dit is 97,7%) uit 215 klassen en 121 scholen (op 122, dit is 99,2%). 3.1 Statistische kenmerken van items en schalen Vooreerst werd per item (dat moest beoordeeld worden op een zespuntenschaal) het aantal personen dat een (geldig) antwoord gaf (N), het gemiddelde (M), de spreiding (standaarddeviatie: SD), en de item-totaal correlatie (R it ) berekend. Wanneer een item door een relatief klein aantal respondenten beoordeeld werd, kan dit er op wijzen dat het item onduidelijk, te gevoelig of weinig zinvol is. Een extreem laag of hoog gemiddelde kan wijzen op een weinig zinvol item of op sociale wenselijkheid. Het kan evenwel ook gaan om het bevragen van een uitzonderlijke situatie of een zeldzaam gedrag. Gezien de hieronder beschreven items op een zespuntenschaal beoordeeld dienden te worden is het theoretisch minimum en maximum respectievelijk steeds één en zes. Een gemiddelde hoger dan vijf of lager dan twee beschouwen we als extreem. 1 Een item met een kleine spreiding heeft een lage discriminatiewaarde en kan bijgevolg minder zinvol zijn om op te nemen. Een standaarddeviatie kleiner dan één beschouwen we als klein. Veelal hebben items met een extreem gemiddelde ook een lage standaarddeviatie. Daarnaast geven we ook de verdelingskenmerken van de schaalscores (het gemiddelde, de spreiding, de scheefheid) en de interne consistentie van de schaal (uitgedrukt in Cronbach s alfa). Het histogram van elke schaal vindt men in bijlage 2. 1 Items met een negatieve (of tegengestelde) aanduiding voor de inhoud van de schaal werden geïnverteerd of omgedraaid. Dit betekent dat een 6 een 1 wordt, een 5 een 2, een 4 een 3 en vice versa. Die items worden in de tabellen aangeduid met een (-). 17

22 3.1.1 Prosociaal gedrag Tabel 14 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Prosociaal gedrag NR. ITEM N M SD R it Toont belangstelling voor morele kwesties (vb. eerlijkheid, welzijn van anderen, ) Biedt hulp of troost als anderen overstuur zijn Kan met andere kinderen samenwerken Lijkt bezorgd wanneer andere kinderen in nood zijn of verdriet hebben Helpt andere kinderen uit zichzelf Is vriendelijk tegen klasgenootjes (H)erkent andermans gevoelens, voelt mee ,31 4,17 4,58 4,23 4,21 4,76 4,39 1,10 1,10 0,97 1,10 1,10 0,89 1, Tabel 15 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Prosociaal gedrag SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Prosociaal gedrag ,38 0,87-0,53.92 ( /.89)* * Tussen haakjes worden drie Cronbach s alfa s vermeld. De eerste twee zijn ontleend aan Ladd en Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van vier afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001). De gemiddeldes van de items zijn niet te extreem en de spreiding niet te klein, op item 13 en 49 na. Ook de kenmerken van de schaal zijn goed. De schaalscores zijn wel lichtjes links-scheef verdeeld. De interne consistentie is zeer goed (.92). Op basis van deze gegevens kunnen we besluiten dat deze schaal voldoet aan de gestelde eisen Agressief gedrag Tabel 16 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Agressief gedrag NR. ITEM N M SD R it Is agressief Vecht met andere kinderen Bedreigt andere kinderen Pest andere kinderen ,91 2,26 1,90 2,13 1,10 1,34 1,09 1, Tabel 17 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Agressief gedrag SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Agressief gedrag ,05 1,04 1,15.90 ( /.91)* * Tussen haakjes worden drie Cronbach s alfa s vermeld. De eerste twee zijn ontleend aan Ladd en Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van vier afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001). De inhoud van de items (en de schaal) brengt met zich mee dat de gemiddeldes nogal extreem uitvallen. Ondanks het inkorten van de oorspronkelijke schaal van zeven naar vier items blijft de hoge interne consistentie behouden. De verdeling van de schaalscore is wel nogal scheef (rechts). Het histogram in bijlage toont dat er toch voor een relevante groep kinderen vier of meer gescoord wordt op de schaal, wat er op wijst dat we met deze schaal toch een probleemgroep kunnen onderkennen. 18

23 3.1.3 Hyperactief-Afleidbaar gedrag Tabel 18 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Hyperactief-afleidbaar gedrag NR. ITEM N M SD R it Kan zich moeilijk concentreren of aandacht vasthouden Is een wriemelend, zenuwachtig, gejaagd kind Is rusteloos. Loopt rond of springt op en neer. Niet stil te houden Is onoplettend, niet attent ,93 2,41 2,12 2,59 1,45 1,31 1,29 1, Tabel 19 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Hyperactief- Afleidbaar gedrag. SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Hyperactief-Afleidbaar gedrag ,51 1,07 0,67.82 ( /.85)* * Tussen haakjes worden drie Cronbach s alfa s vermeld. De eerste twee zijn ontleend aan Ladd & Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van 4 afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001). De gemiddeldes zijn niet te extreem en de standaarddeviaties zijn voldoende groot. De interne consistentie van de schaal is voldoende Asociaal gedrag Tabel 20 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Asociaal gedrag NR. ITEM N M SD R it Houdt klasgenootjes op afstand Speelt het liefst alleen Is een eenzaat Is graag alleen ,23 2,25 2,22 2,30 1,07 1,10 1,19 1, Tabel 21 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Asociaal gedrag SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Asociaal gedrag ,25 0,95 0,96.87 ( /.89)* * Tussen haakjes worden drie Cronbach s alfa s vermeld. De eerste twee zijn ontleend aan Ladd en Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van vier afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001). Voor deze items en schaal gelden dezelfde opmerkingen als voor de voorgaande schaal: de gemiddeldes zijn niet te extreem en de standaarddeviaties voldoende groot. De schaal is rechts scheef verdeeld, maar de interne consistentie is goed. Het inkorten van de schaal van 7 naar 4 items heeft nauwelijks iets gewijzigd aan de interne consistentie. 19

24 3.1.5 Bezorgd-angstig gedrag Tabel 22 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Bezorgdangstig gedrag NR. ITEM N M SD R it Is bang van nieuwe dingen of ongekende situaties Huilt gemakkelijk Komt ongelukkig, gespannen over Is bezorgd, maakt zich zorgen over veel dingen ,85 2,49 2,09 3,30 1,33 1,26 1,10 1, Tabel 23 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Bezorgdangstig gedrag SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Bezorgd-angstig gedrag ,68 0,83 0,57.60 ( /.72)* * Tussen haakjes worden drie Cronbach s alfa s vermeld. De eerste twee zijn ontleend aan Ladd en Profilet (1996) waarbij het de laagste en hoogste alfa van vier afnames betreft; de derde is op basis van Simoens (2001). Op itemniveau zijn de gemiddeldes niet te extreem en de standaarddeviaties voldoende groot. Opvallend trouwens is het relatief hoog gemiddelde voor item 53 ( Is bezorgd, maakt zich zorgen over veel dingen ), namelijk 3,30. Op schaalniveau blijkt de interne consistentie een probleem. De Cronbach s alfa is.60 en kan niet verhoogd worden door het weglaten van één of meerdere items. De interne consistentie van deze schaal was ook in de voorgaande studies niet echt hoog Conflict Tabel 24 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Conflict NR. ITEM N M SD R it Dit kind wordt gemakkelijk kwaad op mij Dit kind en ik lijken altijd te twisten met elkaar Dit kind vindt dat ik hem/haar oneerlijk behandel Als dit kind slecht gehumeurd is, weet ik dat het een lange en moeilijke dag wordt ,83 1,67 1,84 2,12 1,02 0,92 0,90 1, Tabel 25 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Conflict SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Conflict ,86 0,82 1,33.80 (.87)* * De Cronbach s alfa tussen haakjes is op basis van Cornelissen en Verschueren (2001a, 2002a). De gemiddeldes van de items zijn nogal extreem en de standaarddeviaties relatief laag. Dit kan erop wijzen dat de items sociaal wenselijk beoordeeld werden (gezien de inhoud van de items gevoelig kan liggen) of dat het in de items beschreven gedrag eerder weinig voorkomt. Dit uit zich ook op schaalniveau en de (rechts) scheve verdeling is dan ook niet verrassend. De interne consistentie van de schaal is voldoende (toch wat lager in vergelijking met een vroegere studie). De frequentieverdeling van deze schaal maakt ook duidelijk dat er weinig vier of meer gescoord wordt voor deze schaal (zie bijlage 2). 20

25 3.1.7 Nabijheid Tabel 26 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Nabijheid NR. ITEM N M SD R it Dit kind vertelt me spontaan dingen over zichzelf Dit kind spreekt vrijuit over zijn gevoelens en ervaringen met mij Ik voel gemakkelijk aan wat dit kind voelt Als dit kind verdrietig is, zoekt hij/zij troost bij mij ,44 4,29 4,25 4,35 1,23 1,28 1,09 1, Tabel 27 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Nabijheid SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Nabijheid ,33 1,01-0,60.88 (.84)* * De Cronbach s alfa tussen haakjes is op basis van Cornelissen en Verschueren (2001a, 2002a). De gemiddeldes zijn niet te extreem en standaarddeviaties niet te laag. Ook de interne consistentie van de schaal is zeer goed. Wel is ook deze schaalverdeling licht scheef Integratie - populariteit Tabel 28 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Integratie / populariteit NR. ITEM N M SD R it Is bij klasgenoten populair Wordt door klasgenoten gepest (-) Heeft weinig vrienden/vriendinnen in de klas (-) Kan goed met klasgenoten opschieten ,18 5,16 4,55 4,60 1,18 0,89 1,26 0, Tabel 29 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Integratie / populariteit SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Integratie / populariteit ,62 0,86-0,59.79 (.84)* * De Cronbach s alfa tussen haakjes is op basis van Driessen, van Langen en Vierke (2000) Op item 23 na zijn de gemiddeldes niet te extreem en de standaarddeviaties niet te laag. De interne consistentie is voldoende maar zou verhoogd kunnen worden tot.81 door het weglaten van item 23. Dit item werd trouwens in PRIMA weggelaten voor de vierde afname (Driessen, van Langen, & Vierke, 2002) Schoolwelbevinden Tabel 30 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Schoolwelbevinden NR. ITEM N M SD R it Amuseert zich op school Komt met tegenzin naar school (-) Vindt school niet leuk (-) Vindt de meeste klasactiviteiten plezierig ,06 5,02 5,00 4,80 0,79 0,98 1,03 0,

26 Tabel 31 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Schoolwelbevinden SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Schoolwelbevinden ,97 0,75-0,82.82 De gemiddeldes zijn relatief extreem en de standaarddeviaties niet groot (zeker niet voor item 1). Het histogram in bijlage wijst uit dat slechts een gering aantal leerlingen lager dan 3,5 scoort. De interne consistentie van de schaal is goed (.82) Coöperatieve participatie Tabel 32 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Coöperatieve participatie NR. ITEM N M SD R it Doet wat de leerkracht vraagt Maakt verantwoordelijk gebruik van klasmateriaal Aanvaardt het gezag van de leerkracht Is goed handelbaar voor de leerkracht ,85 4,76 5,01 4,94 0,99 0,98 0,91 0, Tabel 33 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Coöperatieve participatie SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Coöperatieve participatie ,89 0, (.86)* * De Cronbach s alfa tussen haakjes is op basis van Cornelissen en Verschueren (2001b, 2002b) Alle standaarddeviaties zijn relatief klein (<1). Toch zijn de gemiddeldes op één na niet te extreem en is de interne consistentie van de schaal goed Onafhankelijke participatie Tabel 34 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie en item-totaal correlatie van de items uit de schaal Onafhankelijke participatie NR. ITEM N M SD R it Heeft veel hulp en leiding nodig (-) Werkt onafhankelijk Zoekt uitdagingen Is zelfbepalend, stelt eigen doelen ,88 4,14 3,76 3,89 1,54 1,36 1,37 1, Tabel 35 Aantal geldige antwoorden, gemiddelde, standaarddeviatie, scheefheid en interne consistentie van de schaal Onafhankelijke participatie SCHAAL N M SD Scheefheid Cronbach s alfa Onafhankelijke participatie ,92 1,17-0,29.86 (.81)* * De Cronbach s alfa tussen haakjes is op basis van Cornelissen en Verschueren (2001b, 2002b) Psychometrisch gezien één van de betere schaaltjes uit deze vragenlijst: de gemiddeldes van de items liggen dicht tegen het theoretisch gemiddelde van de zespunten-beoordelingsschaal (3,5), de standaarddeviaties zijn relatief groot (in vergelijking met de overige items en schalen uit de 22

Leerlingvragenlijst eerste leerjaar (schooljaar )

Leerlingvragenlijst eerste leerjaar (schooljaar ) SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst eerste leerjaar (schooljaar 3-4) F. Maes, & J. Van Damme Promotoren

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst zesde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst zesde leerjaar (schooljaar ) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst zesde leerjaar (schooljaar 2008-2009) L. Cortois, S. Speybroeck, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vierde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vierde leerjaar (schooljaar ) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007) F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst derde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst derde leerjaar (schooljaar ) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst derde leerjaar (schooljaar 2005-2006) F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

Leerlingvragenlijst tweede leerjaar (schooljaar )

Leerlingvragenlijst tweede leerjaar (schooljaar ) SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst tweede leerjaar (schooljaar 2004-2005) F. Maes, J. Van Damme & K.

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Schoolteamvragenlijst schooljaar 2002-2003 F. Maes Promotoren directiecomité: J. Van

Nadere informatie

Schoolteamvragenlijst schooljaar

Schoolteamvragenlijst schooljaar Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Schoolteamvragenlijst schooljaar 2004-2005 F. Maes & J. Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007) K. Hendrikx, F. Maes, P. Ghesquière, K. Verschueren & J. Van Damme T A Longitudinaal onderzoek

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009) N. Vandenberghe, L. Cortois, J. de Bilde, K. Verschueren & J. Van Damme T A Longitudinaal onderzoek

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar ) 1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar 2008-2009) N. Vandenberghe, L. Cortois, J. de Bilde, P. Van Petegem & J. Van Damme Longitudinaal

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Onderzoek naar klas- en leerkrachtkenmerken in de basisschool: effect op taal- en rekenprestaties en schoolwelbevinden in het vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007)

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6)

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) - Leerlingen een stem geven bij de doorlichtingen en kwaliteitsbeleid - Zicht

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Klas bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Sofie Lietaert Debora Roorda Bieke De Fraine Karine Verschueren Ferre Laevers Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

CHECKLIST KLASKLIMAAT

CHECKLIST KLASKLIMAAT CHECKLIST KLASKLIMAAT I. NAAM INSTRUMENT Checklist Klasklimaat II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal Basisonderwijs (kleuter- en lager), secundair onderwijs

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2014 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2014 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2014 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN

Nadere informatie

team De gelukkige groep

team De gelukkige groep pedagogisch klimaat... sociaal-emotionele ontwikkeling team Aandacht voor sociaal-emotioneel functioneren De gelukkige groep Op school en in uw groep speelt veel meer dan alleen het schoolse leren. Het

Nadere informatie

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Toekomstgericht onderwijs Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1. Toelichting op de gebruikte instrumenten en begrippen... 4 1.1 Participanten... 4 1.2 Instrumenten...

Nadere informatie

VRAGENLIJST VOOR LEERKRACHTEN basisschool groep 3 t/m 8

VRAGENLIJST VOOR LEERKRACHTEN basisschool groep 3 t/m 8 VRAGENLIJST VOOR LEERKRACHTEN basisschool groep 3 t/m 8 Hierbij verkla(a)r(en) ik (wij) als ouder(s) / verzorger(s) akkoord te gaan met het verstrekken van gegevens door de leerkracht van mijn (ons) kind

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot schoolgerelateerde onderwerpen

Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot schoolgerelateerde onderwerpen Product Informatie Blad - PHT (Persoonlijkheid, Houding, Tevredenheid) PIB110-2010-PHT Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot

Nadere informatie

Beeldvorming sociaal emotionele ontwikkeling niveau A Klasgroep: Namen van de kinderen

Beeldvorming sociaal emotionele ontwikkeling niveau A Klasgroep: Namen van de kinderen Beeldvorming sociaal emotionele ontwikkeling niveau A Klasgroep: Namen van de kinderen De leerling heeft zicht op wat hij/zij kan. (1) De leerling gaat op een gepaste manier om met dingen die hij/zij niet

Nadere informatie

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE I. NAAM INSTRUMENT ASOS - Adult Style Obsersation Schedule Begeleiderstijl / leerkrachtstijl II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal

Nadere informatie

Sociale ongelijkheden in de cognitieve ontwikkeling en het sociaal-emotioneel functioneren: analyses op de Sibo-databank

Sociale ongelijkheden in de cognitieve ontwikkeling en het sociaal-emotioneel functioneren: analyses op de Sibo-databank Sociale ongelijkheden in de cognitieve ontwikkeling en het sociaal-emotioneel functioneren: analyses op de Sibo-databank Steven Groenez VLAS-Studies 37 Juni 216 1 Het Vlaams Armoedesteunpunt is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Directievragenlijst schooljaar 2002-2003

Directievragenlijst schooljaar 2002-2003 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Directievragenlijst schooljaar 2002-2003 J.P. Verhaeghe Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem Overige

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Vlaamse Onderwijsinspectie 17/02/17

Vlaamse Onderwijsinspectie 17/02/17 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 1 Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder > schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4 5 6) Doel Leerlingen een stem geven bij

Nadere informatie

Het welbevinden van leerlingen Een vragenlijst

Het welbevinden van leerlingen Een vragenlijst Het welbevinden van leerlingen Een vragenlijst Studiedag SOK Leerlingen en kwaliteitszorg Affligem, 6 december 2013 Dr. Ilse De Volder & Ludo De Lee 1 Inhoud o Bevraging van leerlingen bij EU-inspecties

Nadere informatie

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dockx J., De Fraine B., & Stevens E. DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs

Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs Resultaten zelfevaluatie Met Waalwijk School voor praktijkonderwijs PrOZO! December 2008 Pagina 1/14 Pagina 2/14 INLEIDING De Met Waalwijk heeft een zelfevaluatie uitgevoerd in 2008, waarbij gebruik is

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2 VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2 1. Inleiding... 524 2. Basisonderwijs... 526 2.1. Evoluties in de infrastructuur... 526 2.2. Evoluties in andere indicatoren... 533 3. Secundair onderwijs... 549 3.1. Evoluties

Nadere informatie

Medestudenten/collega s: 1. 4. 2. 5. 3. 6. Docenten/praktijkbegeleiders: 1. 4. 2. 5. 3. 6.

Medestudenten/collega s: 1. 4. 2. 5. 3. 6. Docenten/praktijkbegeleiders: 1. 4. 2. 5. 3. 6. CHECKLIST BASIS(DEEL)KWALIFICATIES VOOR HET METEN VAN DE BASISCOMPETENTIE, VIA HET OBSERVEREN VAN DE HOUDING OP ATTITUDE EN GEDRAG IN PRAKTIJK- EN OPLEIDINGSSITUATIES Cursus/werkperiode: Datum: Namen en

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Inleiding Ongeveer 7% van de Vlaamse kinderen blijft zitten in het eerste leerjaar.

Inleiding Ongeveer 7% van de Vlaamse kinderen blijft zitten in het eerste leerjaar. Zittenblijven in het eerste leerjaar en de effecten op de psychosociale groei van leerlingen doorheen het lager onderwijs: Vergelijkingen met leerjaar- en leeftijdsgenoten Mieke Goos, Jan Van Damme, Patrick

Nadere informatie

Voorstelling SiBO-databank

Voorstelling SiBO-databank Voorstelling SiBO-databank Schoolloopbanen in en na het basisonderwijs (SiBO) Nathalie Vandenberghe, Bieke De Fraine & Jan Van Damme Stuurgroepvergadering 27 oktober 2011 Inhoud voorstelling Achtergrond

Nadere informatie

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE ROL VAN NABIJHEID EN CONFLICT IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dr. Maaike Engels Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Sociologie Interuniversity Center for Social Science Theory

Nadere informatie

Doorkleuteren of overvaren?

Doorkleuteren of overvaren? Doorkleuteren of overvaren? Effecten van zittenblijven in de derde kleuterklas Machteld Vandecandelaere Centrum voor onderwijseffectiviteit en evaluatie KU Leuven Achtergrond Zittenblijven in het Vlaams

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Leerkrachtversie Informant: Jan Jansen Leerkracht INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels We gebruiken op school voor het 4 de, 5 de en 6 de leerjaar de handleiding CONTACTSLEUTELS van uitgeverij De Sleutel. Kenmerken van Contactsleutels: Elk leerjaar beschikt

Nadere informatie

Schoolteam- vragenlijst

Schoolteam- vragenlijst SiBO Schoolloopbanen in het BasisOnderwijs Dekenstraat 2 B 3000 Leuven Schoolteam- vragenlijst Contactpersoon Frederik Maes Tel. 016/32.61.86 Fax. 016/32.58.59 Email: frederik.maes@ped.kuleuven ac.be maart

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

De relatie tussen de doelgroepafbakening van kansarme kleuters en hun startpositie op school

De relatie tussen de doelgroepafbakening van kansarme kleuters en hun startpositie op school De relatie tussen de doelgroepafbakening van kansarme kleuters en hun startpositie op school Mayke Poesen-Vandeputte & Ides Nicaise Copyright (2007) Steunpunt SSL p/a Parkstraat 47, 3000 Leuven Niets uit

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering N. Van den Branden, E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJSTEN VOOR

Nadere informatie

> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017)

> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) > VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) L. Cortois, K. Hendrikx, F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek

Nadere informatie

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Situering, probleemstelling en uitgangspunten

Nadere informatie

Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr.

Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr. Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr. 1011 Bron item Academisch zelfconcept taal Marsh Ik haal goede

Nadere informatie

Onderwijskundige doelen

Onderwijskundige doelen Onderwijskundige doelen Het materiaal van Dit Ben Ik in Brussel beoogt vooral het positief omgaan met diversiteit. Daarom is het ook logisch dat heel wat doelen van het Gelijke Onderwijskansenbeleid aan

Nadere informatie

Tevredenheid (kinderen)

Tevredenheid (kinderen) Tevredenheid (kinderen) Uitslagen Vragenlijst Basisschool De Bakelgeert Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding De vragenlijst Gegevens Schoolgegevens Periode van afname Aantal respondenten Waardering van

Nadere informatie

Protocol doorstromen naar een volgende groep op De Wegwijzer / De Schoof

Protocol doorstromen naar een volgende groep op De Wegwijzer / De Schoof Protocol doorstromen naar een volgende groep op De Wegwijzer / De Schoof 1 juni 2016 Doorstromen naar een volgende groep op De Wegwijzer / De Schoof Het onderwijs op De Wegwijzer / De Schoof richten we

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee

Nadere informatie

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind Observatielijst peuters Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Vragenlijst ouders/verzorgers 2018

Vragenlijst ouders/verzorgers 2018 Vragenlijst ouders/verzorgers 2018 Uitslagen Vragenlijst Koningin Wilhelmina School Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding De vragenlijst Gegevens Schoolgegevens Periode van afname Aantal respondenten Waardering

Nadere informatie

Huistakenbeleid. 1. Visie op huistaken/lessen. 2. Concrete afspraken binnen de school. Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team.

Huistakenbeleid. 1. Visie op huistaken/lessen. 2. Concrete afspraken binnen de school. Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team. Huistakenbeleid Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team. 1. Visie op huistaken/lessen Wij streven naar een zinvol huiswerkbeleid. Dit wordt op een kwaliteitsvolle en didactisch verantwoorde

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het SECUNDAIR ONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het SECUNDAIR ONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Protocol Doubleren 1

Protocol Doubleren 1 Protocol Doubleren 1 Protocol: Doubleren. Inleiding Bij Basisschool Aventurijn kan het voorkomen dat kinderen niet altijd goed presteren. Er zijn situaties waardoor kinderen niet kunnen overgaan maar dat

Nadere informatie

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. 1-1. HET PROBLEEM Pesten en plagen worden vaak door elkaar gehaald! Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. Als je gepest bent, heb je ervaren dat pesten

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Technische rapportering N. Van den Branden, E. Stevens, J. Dockx, K. Denies & B. De Fraine LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Technische

Nadere informatie

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep Doubleren of Versnellen; te nemen stappen Interne begeleiding Mei 2017 Wat zijn de criteria voor overgang naar de volgende groep en de te nemen stappen

Nadere informatie

Mijn communicatie met leerkrachten

Mijn communicatie met leerkrachten Mijn communicatie met leerkrachten Ik durf of kan niets vragen aan leerkrachten. Ik stel vlot mijn vragen aan mijn leerkrachten. Ik slaag er niet in tot een opbouwend gesprek te komen met leerkrachten.

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug Naam leerling. Sociaal-emotionele ontwikkeling Betrokkenheid Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (ZONDER extra doelen) - versie aug 2018 Sociaal-emotionele ontwikkeling etrokkenheid etrokkenheid - 0 eleeft plezier in het ontdekken van nieuwe dingen Laat heel

Nadere informatie

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid.

Met ingang van het schooljaar hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Beleid rond begaafdheid voor leerlingen van De Vosseschans Met ingang van het schooljaar 2009-2010 hanteert de Vosseschans structureel beleid rond het omgaan met hoogbegaafdheid. Dit wil niet zeggen dat

Nadere informatie

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2016-2017 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 6 4. TRAINING... 7 5. ORGANISATIE... 7 Nb: daar waar "hij" staat kan

Nadere informatie

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017 Verantwoording ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school 6 juni 2017 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wet Veiligheid op school... 3 Toezicht inspectie op de zorgplicht... 3 Definities... 3 Betrouwbaarheid

Nadere informatie

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT 1. OPSTELLEN OBSERVATIE-INSTRUMENT Stap 1 Voor het opstellen van het observatie-instrument hebben we in eerste instantie diverse bronnen

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Bijlage 2 Competentieprofiel leerling

Bijlage 2 Competentieprofiel leerling Bijlage 2 Competentieprofiel leerling Naam leerling: Geboortedatum leerling: Kalenderleeftijd: Diagnose: School: Naam medewerker school: Functie medewerker school: Datum: Protocol overgang leerlingen met

Nadere informatie

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining

Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2016-2017 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 6 4. TRAINING... 7 5. ORGANISATIE... 7 Nb: daar waar "hij" staat kan

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Studie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie

Studie Jongeren en Gezondheid. Een Vlaamse en internationale studie Studie Jongeren en Gezondheid Een Vlaamse en internationale studie Overzicht studie Internationaal netwerk van onderzoekers Gefinancierd door Vlaamse gemeenschap Samenwerking Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

EFFECT VAN TOPSPEL NA 1 INTERVENTIEJAAR

EFFECT VAN TOPSPEL NA 1 INTERVENTIEJAAR EFFECT VAN TOPSPEL NA 1 INTERVENTIEJAAR Geertje Leflot i.s.m. prof. dr. Hilde Colpin (K.U.Leuven), Veronique Jacobs en Ellen D Haenens (Thomas More) 1 Waarom was onderzoek nodig? 2 WAAROM WAS ONDERZOEK

Nadere informatie

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING We meten op onze school twee keer per jaar het sociaal-emotionele functioneren van onze leerlingen mee. Dat doen we met VISEON van Cito. Viseon staat voor Volg Instrument

Nadere informatie

DEEL 3. Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2

DEEL 3. Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2 DEEL 3 7 Hoofdstuk 7: MICTIVO3 versus MICTIVO1 en MICTIVO2 1. INLEIDING In dit hoofdstuk wordt er teruggekoppeld naar de resultaten van de eerste afname van MICTIVO tijdens het schooljaar 2007-2008 en

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 256-4 Datum 07.10.2014 Leerkrachtversie Informant: Neeltje Smit Leerkracht DESSA Interpretatie 3 / 20 INTERPRETATIE De DESSA biedt informatie

Nadere informatie