Actieplan cadmium Kris Peeters Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Versie 05/10/2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Actieplan cadmium Kris Peeters Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Versie 05/10/2006"

Transcriptie

1 Actieplan cadmium Kris Peeters Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Versie 05/10/ /10/2006 1/83

2 ACTIEPLAN CADMIUM... 1 I. INLEIDING... 4 II. SITUATIESCHETS TOESTAND VLAANDEREN... 5 II.A. Cadmium: aanwezigheid in de economie en producten... 5 II.A.1. Stofstroomanalyse... 5 II.A.2. Productbeleid... 7 II.B. Verspreiding van cadmium in het milieu II.B.1. Lucht II.B.2. Bodem II.B.3. Water II.C. BeNeKempen III. CADMIUMDOSSIER NOORDERKEMPEN III.A. Lucht (emissie en immissie) III.A.1. Beschrijving historische en huidige toestand III.A.2. Beschrijving historische maatregelen en lopende acties III.A.3. Bijkomende maatregelen III.B. Bodem III.B.1. Kadering III.B.2. Beschrijving historische en huidige toestand III.B.3. Beschrijving historische en huidige maatregelen III.B.4. Bijkomende maatregelen III.C. Water (afval-, oppervlakte-, grond-, en drinkwater, waterbodem, biota) III.C.1. Beschrijving historische en huidige toestand III.C.2. Beschrijving historische en huidige maatregelen III.C.3. Bijkomende maatregelen III.D. Fauna en flora III.D.1. Beschrijving historische en huidige toestand III.D.2. Bijkomende maatregelen III.E. Humane gegevens III.E.1. Beschrijving historische en huidige toestand III.E.2. Beschrijving historische en huidige maatregelen/acties III.E.3. Bijkomende maatregelen/acties IV. ANDERE HOT SPOTS IV.A. Cadmiumdossier Hoboken IV.A.1. Lucht (emissie en immisie) IV.A.2. Bodem IV.A.3. Water (afval-, oppervlakte-, grond-, drinkwater, waterbodem, biota) IV.A.4. Humane gegevens IV.B. Cadmiumdossier Olen IV.B.1. Lucht (emissie en immisie) /10/2006 2/83

3 IV.B.2. Bodem IV.B.3. Water (afval-, oppervlakte-, grond-, drinkwater, waterbodem, biota) IV.C. Cadmium in de omgevingslucht in Beerse IV.C.1. Cd in zwevend stof IV.C.2. Metallo Chimique IV.C.3. Campine IV.D. Maatheide te Lommel IV.D.1. Feiten en antecedenten IV.D.2. Conclusies van de bodemonderzoeken IV.D.3. De sanering van de Maatheide IV.E. Gentse kanaalzone IV.E.1. Cadmium in de omgevingslucht IV.E.2. Sidmar IV.E.3. Maatregelen V. FEDERALE BEVOEGDHEDEN V.A. Slachtofferfonds V.B. Radioactiviteit VI. OVERZICHT ACTIES /10/2006 3/83

4 I. Inleiding Het actieplan cadmium heeft als doelstelling een overzicht te geven van de cadmiumproblematiek in Vlaanderen in kaart te brengen en een overzicht te geven van de maatregelen die worden genomen om dit probleem op te lossen. Het document behandelt zowel het cadmiumdossier Noorderkempen als andere "hot spots" in Vlaanderen. Voor elk van deze locaties wordt de actuele situatie beschreven. Deze beschrijving bundelt de kennis en ervaring van de verschillende Vlaamse administraties. Vervolgens wordt er per milieucompartiment zoals bv. lucht en bodem, een overzicht gegeven van de in het verleden reeds uitgevoerde maatregelen en de momenteel lopende acties. Het actieplan cadmium bevat naast deze acties een aantal nieuwe, bijkomende maatregelen die een antwoord geven op de vele vragen die er bij de bevolking leven naar aanleiding van een studie die recent werd gepubliceerd. Tenslotte is het belangrijk te onderstrepen dat dit actieplan de medewerking veronderstelt van zowel de lokale overheden als de federale overheid. Kris Peeters Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur 13 februari /10/2006 4/83

5 II. Situatieschets toestand Vlaanderen II.A. Cadmium: aanwezigheid in de economie en producten II.A.1. Stofstroomanalyse a) Situering In augustus 2002 finaliseerde VITO in opdracht van de Administratie Wetenschap en Innovatie de PBO-studie Ontwikkeling van een model voor stofstroomanalyse en toepassing ervan op de problematiek van zware metalen en nutriënten. Eén van de doelstellingen van dit onderzoek was om een model voor stofstroomanalyse van milieugevaarlijke stoffen in Vlaanderen te ontwikkelen en toe te passen op cadmium. Volgende deeltaken zijn hierbij te onderscheiden: de huidige stofstromen in Vlaanderen op een systematische manier in kaart brengen en modelleren; de in kaart gebrachte stofstroomnetwerken analyseren en evalueren, bv. om de economische herkomst van huidige vervuilingsproblemen en mogelijke bronnen van toekomstige milieuproblemen (huidige accumulaties) te identificeren. Hierbij werd een set van indicatoren ontwikkeld en op zijn bruikbaarheid getoetst; simulatieberekeningen uitvoeren om de gevolgen van autonome ontwikkelingen en mogelijke beleidsmaatregelen op de stofstroomnetwerken in te schatten, met als doel de doeltreffendheid van bestaande, geplande en mogelijke bijkomende beleidsmaatregelen gericht op emissiereductie of -preventie te evalueren. De stromen van Cd doorheen Vlaanderen voor het jaar 1998 werden in een stofboekhouding in kaart gebracht. 1 05/10/2006 5/83

6 b) Belangrijkste conclusies (1) Cadmiumstromen en -accumulatie in Vlaanderen De instroom van Cd in de Vlaamse economie wordt gedomineerd door de import van grondstoffen, meer bepaald zinkertsen (94 % van de totale economische instroom). In 1998 accumuleerden 25 ton Cd in producten en materialen. Toepassingen met een lange levensduur zijn verantwoordelijk voor dit hoge cijfer. Een deel hiervan zal vroeg of laat in het milieu terechtkomen door corrosie (zinken bouwmaterialen, ) of als afval na gebruik. Bijgevolg kan dit beschouwd worden als een risico voor de toekomst. De belangrijkste milieuaccumulatie vindt plaats op stortplaatsen (99 %) voor huishoudelijk en industrieel afval. Het is bijgevolg uitermate belangrijk dat ervoor gezorgd wordt dat Cd op stortplaatsen niet kan uitlogen en resulteren in verontreiniging van oppervlakte- en grondwater. Er accumuleert meer Cd in agrarische dan niet-agrarische bodem. In de landbouwbodem wordt de accumulatie hoofdzakelijk veroorzaakt door het gebruik van dierlijk mest (51 %) en kunstmest (28 %). Atmosferische depositie is goed voor 11 % van de totale instroom Voor niet-landbouwbodem is atmosferische depositie de belangrijkste bron van Cd. Andere bronnen zijn corrosie van bouwmaterialen en slijtage van autobanden en het wegdek naar de bodem. Cd komt o.a. in RWZI s terecht via corrosie van bouwmaterialen, slijtage van banden, lozingen van huishoudens, afvalverbrandingsinstallaties en industrie, landbouw,. Cd in het oppervlaktewater is vooral afkomstig uit het buitenland. Overige belangrijke bronnen zijn afspoeling van stortplaatsen, diverse industriële sectoren, huishoudens, corrosie van zinken producten en slijtage van banden. Cd in oppervlaktewater komt in het sediment terecht of stroomt Vlaanderen uit naar zee of de buurlanden. Wat grondwater betreft is het overgrote deel afkomstig van uitsijpeling via landbouwbodem. De aanwezigheid van Cd in de lucht is vooral te wijten industriële emissies. Daarnaast spelen ook slijtage van banden en emissies van huishoudens een rol. (2) Ultieme herkomst milieuproblemen In het kader van een stofgericht beleid is inzicht in de herkomst van de verontreinigende stoffen noodzakelijk. Bij de zoektocht naar de ultieme herkomst van problemen wordt de input van de te bestuderen stroom teruggevolgd tot aan de systeemgrenzen (Vlaanderen). Cd veroorzaakt verschillende problemen zoals gezondheidsrisico s door voedselconsumptie, ecotoxicologische risico s voor het aquatische milieu en lokale problemen door de voorraadopbouw van cadmiumhoudend afval. De economische accumulatie van Cd is eveneens een belangrijk probleem. Zolang Cd in gebruik is, is er geen milieuschade. Maar ieder product zal echter vroeg of laat uit de economische voorraad afgedankt worden en zo in het milieu terechtkomen. Voor volgende probleemstromen werd een ultieme herkomstanalyse uitgevoerd: plantaardige productie; belasting van het oppervlaktewater; stort (huishoudelijk en industrieel); economische accumulatie. De ultieme bronnen van deze probleemstromen kunnen herleid worden naar de import van zinkerts, fosfaaterts en -producten. De diffuse emissies naar de landbouwbodem zijn hoofdzakelijk te wijten aan producten gemaakt uit fosfaatertsen en waarbij de aanwezigheid van Cd niet intentioneel is. Meer dan de helft van de hoeveelheid Cd in oppervlaktewater in Vlaanderen is afkomstig uit het buitenland, Wallonië en Brussel. 05/10/2006 6/83

7 II.A.2. Productbeleid Dit betreft een grotendeels federale bevoegheid (zie ook deel IV). a) Toepassingen van cadmium Volgens de stofstroomanalyse van Cd stroomt metallisch Cd het knooppunt cadmiumindustrie binnen via import of uit de zinkindustrie. Metallisch Cd wordt gebruikt in de batterij-, de legeringen- en de cadmerensector. Een belangrijk deel van het geproduceerde Cd wordt vervolgens gebruikt in de productie van CdO poeder. Deze stof heeft verschillende toepassingen, nl. batterijen, pigmenten en stabilisatoren, en vormt het belangrijkste ruwe materiaal voor de productie van andere Cd-componenten. Cd-oxide (min. 99 % CdO: 87,25-87,5 gewichtspercent Cd) wordt geproduceerd door de reactie van metallisch Cd met lucht. CdO is op de markt verkrijgbaar als poeder. In Vlaanderen wordt geen CdO geproduceerd. CdO wordt gebruikt als uitgangsmateriaal voor een brede waaier andere Cd componenten (PVC warmtestabilisatoren, pigmenten, batterijen, ). De meeste toepassingen van metallisch Cd en CdO kunnen ondergebracht worden in 5 groepen: cadmeren, pigmenten, stabilisatoren, batterijen en legeringen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het Cd gehalte in een aantal productgroepen. Productgroep Ni-Cd accumulatoren 15 % Voertuigen (kunststof, lak, remblokken) Cd gehalte g/voertuig Soldeersel en legeringen 7-95 % Kunststoffen (pigmenten, 0-10 % stabilisatoren) Energiedragers biomassa/hout 0,5-1,5 mg/kg Fossiele brandstoffen 0,4-3,3 mg/kg Meststoffen 0-50 mg/kg De bedrijven die Cd verwerken kunnen een belangrijke bron zijn van verontreinigd afvalwater en slib. De rechtstreekse stromen van de cadmiumindustrie naar het subsysteem milieu zijn naar water, bodem en lucht. Het Cd wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de productie van batterijen. De cadmiumproducten met lange levensduur (> 1 jaar) stromen door naar de economische voorraad. De producten met een korte levensduur worden binnen het jaar afgedankt en stromen verder naar het subsysteem afvalverwerking. (1) Cadmiumbatterijen Ni-Cd batterijen kunnen in 2 groepen onderverdeeld worden: o grote, industriële batterijen; o kleine batterijen van het consumententype. Industriële herlaadbare batterijen vinden hun toepassing in noodverlichting, militaire en ruimtetoepassingen zoals mijnen, munitie, IR toestellen, satellieten; in de transportsector (startsysteem diesellocomotieven, signalementen), elektriciteitssystemen zoals reserve en noodopslag voor diverse industrieën en ziekenhuizen, fotovoltaïsche systemen. De kleine herlaadbare batterijen worden gebruikt in een grote variëteit aan producten en toepassingen zoals draadloze telefoons, schroevendraaiers, draagbare telecommunicatie, computers, radio s, CD-spelers, GPS, In Vlaanderen worden volgens Agoria, Umicore en ICdA geen Ni-Cd batterijen geproduceerd. 05/10/2006 7/83

8 (2) Cadmiumpigmenten Cadmiumpigmenten komen voor als cadmiumsulfide (geel) en cadmiumsulfoselenide (oranje tot dieprood). Het gebruik van cadmiumpigmenten is verboden door richtlijn 91/338/EEG, gepubliceerd in het Europese publicatieblad van 12 juli 1991 (Koninklijk Besluit van 25 februari 1996). In navolging werd het op de markt brengen en het gebruik van cadmiumpigmenten beperkt voor het kleuren van eindproducten die duidelijk gedefinieerd worden in de richtlijn. Hoe dan ook kunnen in diverse artikelen nog steeds cadmiumpigmenten aangetroffen worden, zoals verpakkingen. Via de import van o.a. speelgoed uit niet-europese landen komt eveneens een belangrijke hoeveelheid cadmiumpigment op de Vlaamse markt terecht. Verondersteld wordt dat 90 % van de gebruikte pigmenten een levensduur hebben langer dan 1 jaar en doorstromen naar de economische voorraad. Pigmenten bevatten gemiddeld 1-4 % CdO. Er is geen productie van cadmiumpigmenten in Vlaanderen volgens ICdA en Umicore. (3) Cadmiumstabilisator Het gebruik van cadmiumstabilisatoren is beperkt door richtlijn 91/338/EEG, gepubliceerd in het Europese publicatieblad van 12 juli 1991 (Koninklijk Besluit van 25 februari 1996). Verondersteld wordt dat alle PVC met Cd-stabilisatoren die in Vlaanderen verbruikt wordt ingevoerd is. De toepassing van PVC met cadmiumstabilisatoren zijn hoofdzakelijk in de bouwnijverheid (ramen en profielen) terug te vinden. Hiervan wordt verondersteld dat 95 % van deze producten een levensduur heeft langer dan 1 jaar en doorstroomt naar de economische voorraad. Volgens Umicore en ICdA is er geen stabilisatorproductie op basis van Cd in Vlaanderen. (4) Cadmeren Tijdens het coaten van metalen of legeringen wordt een deklaag voorzien die resistent is tegen corrosie door alkali, zout water en de atmosfeer. Deze deklagen zijn bovendien taai en gemakkelijk te solderen. De deklaag bevat 99,95 % Cd. Gecadmeerd metaal bevat g/m 2. In Vlaanderen wordt op zeer kleine schaal cadmiumplating toegepast (o.a. Sabena Technics, TGV Workshop). Deze industrietak bestaat uit tal van kleine bedrijven en kan onmogelijk bottom-up gekwantificeerd worden. De verantwoordelijke federatie, Agoria had hierover ook geen gegevens. Het cadmeren is beperkt door richtlijn 91/338/EEG, gepubliceerd in het Europese publicatieblad van 12 juli 1991 (Koninklijk Besluit van 25 februari 1996). (5) Cadmiumlegeringen Cd wordt gebruikt als grondstof voor legeringen, in soldeersel, nucleaire controlestaven, als een hardmaker van koper, enz. Hieronder worden enkele legeringen opgesomd met hun Cdgehalte: o nucleaire controlestaven: 5 % Cd; o legeringen voor Pb, Sn: 8,5-19,1 %; o Cd-legeringen met 95-98,65 % Cd; o Verbeteren mechanische eigenschappen Cu, Zn: 0,07 % Cd (Cu) en 0,02-0,05 % Cd o (Zn); o Cu-Cd legeringen: 0,2-0,8 % Cd de productie hiervan gebeurt via prelegeringen: o % Cd; o Soldeersel (cadmiumlegering): g/kg. Volgens Umicore, Agoria en ICdA waren er vroeger 2 bedrijven in Vlaanderen actief in deze sector: Aphilips en Lamitref. 05/10/2006 8/83

9 (6) Cd in autobanden Cd in autobanden komt vermoedelijk voor als verontreiniging in zink dat aan autobanden wordt toegevoegd voor het vulcaniseren van autobanden. In verband met recente evoluties werd tot op heden nog geen informatie terug gevonden. b) Bestaand beleid en wetgeving Op Europees niveau zijn er verschillende richtlijnen om de emissie van cadmium naar het milieu te voorkomen. Deze richtlijnen hebben betrekking op het voorkomen van cadmium in afval, het gebruik van cadmium in batterijen en accumulatoren en het gebruik in meststoffen. In België is dit hoofdzakelijk federale bevoegdheid. We schetsen de Europese regelgeving en telkens de situatie in België. c) Voorkomen van cadmium in afval Bron: "European Commission (2003). Risk Assessment Report on Cadmium metal and Cadmium oxide (Targeted Report on the use of Cd/CdO in batteries, included): final draft version (July 2003), Rapporteur: Linda De Backer, FOD (1) Europees niveau: -Council directive 78/319/EEC on toxic and dangerous waste determined Cd and its compounds as requiring priority consideration in the control, prevention, recovery and recycling of any waste containing or contaminated by the substance. -Packaging and packaging waste Directive (i.e. Dir. 94/62/EC of 20 December 1994; Commission Decisions 1999/177/EC) aims to reduce the impact of these materials by limiting the total quantity that may be put on the market, by enhancing the re-use and recycling and by setting limits to hazardous substances. -The Directive End of life vehicles (Dir. 2000/53/EC) aims at the prevention of waste from vehicles and at re-use, recycling and other forms of recovery of end-of-life vehicles and their components so as to reduce the disposal of waste as well as at the improvement in the environmental performance of all economic operators involved and especially those directly involved in the treatment of end-of-life vehicles. De Europese Unie heeft een dubbel doel voor ogen. Allereerst is er de bescherming, het behoud en de bevordering van een gezond leefmilieu. Tegelijkertijd moet via harmonisering van de nationale beleidsmaatregelen worden voorkomen dat de concurrentie binnen de Unie wordt verstoord. De Europese wetgeving beoogt een verbod op de aanwezigheid van vier zware metalen in elk nieuw voertuig dat op de markt wordt gebracht: lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom. De richtlijn spoort de lidstaten ook aan om het hergebruik van autowrakken aan te moedigen. -Directive 2002/95/EC on the restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment (EEE) requires the substitution of various heavy metals (incl. Cd) and other chemicals in new EEE put on the market from 1 July (2) België: In uitvoering van de richtlijn (Dir. 2000/53/EC) keurde België op 19 maart 2004 een Koninklijk Besluit over de productnormen voor voertuigen goed. ( KB van 19 maart 2004). Dit besluit regelt het effectieve verbod van gebruik van vier zware metalen (incl Cd) in alle onderdelen en materialen die in een auto aanwezig zijn, inclusief de wisselstukken. De constructeurs moeten vanaf een bepaald gewicht ook aanduiden welke plastic en rubberen bestanddelen en materialen in de auto s zijn verwerkt. d) Gebruik cadmium in batterijen en accumulatoren Bron: VITO: BEBAT: 05/10/2006 9/83

10 (1) Europa: Richtlijn 98/101/EG van 22 december 1998 inzake batterijen en accu s die gevaarlijke stoffen bevatten: Deze richtlijn wijzigt de richtlijn 91/157/EEG van 18 maart Inmiddels is een nieuwe Europese richtlijn inzake batterijen in voorbereiding. Deze zou inzamel- en recyclagedoelstellingen voor batterijen voorop stellen. Voor draagbare batterijen zou 75% ingezameld en 55% gerecycleerd moeten worden. De richtlijn zou ook een verbod inhouden voor de productie van batterijen die meer dan 0,002% Cd bevatten, vanaf 1 januari Er zou een uitzondering gemaakt worden voor toepassingen met Cd-houdende batterijen waarvoor nog geen evenwaardige alternatieven bestaan. (2) Federaal niveau Koninklijk Besluit inzake batterijen en accu s die gevaarlijke stoffen bevatten van 17 maart 1997, gewijzigd door het KB van 20 augustus 2000: Dit besluit verbiedt het op de markt brengen van batterijen met meer dan 5 ppm kwik. Uitzondering hierop vormen de knoopcellen. Deze mogen niet meer dan 2 gewichtsprocent kwik bevatten. Met dit besluit werd de Europese richtlijn 98/101/EG van 22 december 1998 vertaald in federale wetgeving. De gewone wet tot vervollediging van de federale staatsstructuur van 16 juli 1993, gewijzigd bij de wetten van 3 juni 1994, 9 februari 1995, 4 april 1995, 7 maart 1996, 14 juli 1997 en 10 november 1997 betreffende de zogenaamde milieutaksen: Deze wet stelt dat batterijen, op kwikoxide batterijen na, worden vrijgesteld van milieutaks, vastgelegd op 0,5 EURO, wanneer een systeem van statiegeld of retourpremies of een ophaal- en recyclagesysteem van gebruikte batterijen (hierin inbegrepen herlaadbare batterijen en loodaccu s) wordt opgezet. In dit geval is de vrijstelling afhankelijk van het halen van inzameldoelstellingen (bv. 75% voor het jaar zie ook hierboven VLAREA). In het kader van deze wet werd op 21 augustus 1995 de vzw BEBAT opgericht. BEBAT heeft tot doel alle types gebruikte accu s en batterijen te verzamelen om ze opnieuw een nuttige toepassing te geven. Ze werkt in de drie gewesten en staat onder toezicht van de federale overheid en de gewesten. Het systeem wordt gefinancierd door een inzamel- en recyclagebijdrage (I.R.B.) ten laste van de consument. Deze bijdrage is sinds 1 januari 1999 vastgelegd op 0,12395 EURO per batterij. (3) Gewestelijk niveau Tussen de drie gewesten en het Fonds Ophaling Batterijen (vzw BEBAT) loopt sinds 17 juni 1997 een protocolovereenkomst over de selectieve inzameling en verwerking van gebruikte batterijen. (4) Inzameling en verwerking De op de verschillende inzamelpunten verzamelde gebruikte batterijen en accu's worden regelmatig opgehaald door gespecialiseerde firma's : SITA BELGIUM voor het Vlaamse en Waalse Gewest, NET BRUSSEL voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Vervolgens worden ze gesorteerd in zes types: - knoopcellen - herlaadbare batterijen met nikkel-cadmium; - herlaadbare batterijen met nikkel-metaalhydride; - herlaadbare batterijen met lithium-ion; - de loodbatterijen; - de andere types, vooral alkaline- en zinkkoolstofbatterijen. Deze laatste (vooral alkaline) zijn de meest gangbare. De verwerkingsmodaliteiten van deze batterijen, bepaald door de overheid, voorzien met name : 05/10/ /83

11 - knoopcellen: recyclage van het kwik en van de ijzerhoudende materialen na kwikverwijdering; - oplaadbare nikkel-cadmiumbatterijen: recyclage van het cadmium (in metallieke vorm) en van het nikkel (als ijzer-nikkellegering); - alkaline-, zink-koolstof- en andere batterijen: recyclage van de ijzerhoudende materialen en van het zink en toepassing van de zogenaamde lichte fractie (papier, plastiek) en van het mangaan. Nieuwe investeringen (2e trimester 1999) hebben geleid tot de productie van een oplossing van zink- en mangaansulfaat. Dit product wordt gezuiverd, getransformeerd en onder de vorm van een zink-mangaan zoutoplossing gecommercialiseerd. Deze oplossing dient voor productie van elektronische componenten (o.a. computer- en televisieschermen). - loodbatterijen worden verwerkt met het oog op de recyclage van het lood. De taken van recyclage en opwerking van de batterijen zijn momenteel toevertrouwd aan de firma's INDAVER (Antwerpen) voor de knoopcellen, S.N.A.M. (Frankrijk) voor de nikkelcadmiumbatterijen, CAMPINE (Beerse) voor de loodbatterijen en REVATECH (Luik) voor de andere soorten. Zware investeringen in deze laatste eenheid maken het sinds kort mogelijk tot +/- 70 % van de herbruikbare stoffen in de batterijen die op die manier worden verwerkt, te recycleren. In 2000 werden door BEBAT in geheel België meer dan ton draagbare batterijen ingezameld: - Zinkkoolstof-, alkaline- en andere batterijen: ton; - Herlaadbare Ni-Cd-batterijen: 2 ton; - Knoopcellen: e) Voorkomen van cadmium in voeding Voor cadmium zijn ook maximumgehaltes vastgelegd in voedingsmiddelen die relevant kunnen zijn voor de totale inname van cadmium. De gehaltes werden ook zo laag gekozen als haalbaar is om zo de totale inname door de consument licht te verminderen. Vlees, lever en nieren, vis en visserijproducten, granen en groenten komen hier aan bod. (1) Europees niveau: - Kaderverordening Verordening (EEG) Nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen PB , L37, blz 1 Trad in werking op 1 maart 1993 Artikel 2.1: Levensmiddelen met een gehalte aan een verontreiniging dat toxicologisch onaanvaardbaar is, mogen niet in de handel worden gebracht. - Maximumgehaltes: verordening 466/2001 en zijn wijzigingen OPM: Verordening 194/97 en zijn wijzigingen zijn opgeheven en geïntegreerd in verordening 466/2001. Verordening (EG) Nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen PB , L77, blz 1; rectificatie PB , L304, blz 30 Van toepassing vanaf 5 april 2002 Nitraat, aflatoxinen, lood, cadmium, kwik, 3-MCPD 05/10/ /83

12 Verordening (EG) Nr. 221/2002 van de Commissie van 6 februari 2002 tot wijziging van Verordening (EG) Nr. 466/2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen PB , L37, blz 4 Van toepassing vanaf 5 april 2002 Wijzigingen voor lood, cadmium, kwik Verordening (EG) Nr. 78/2005 van de Commissie van 19 januari 2005 tot wijziging van Verordening (EG) Nr. 466/2001 wat zware metalen betreft PB , L16, blz 43 Van toepassing vanaf 9 februari 2005 Enkele herordeningen voor vissoorten, verhoging ML cadmium in zwaardvis - Bijhorende Richtlijnen voor monsternamemethodes en analysecriteria Richtlijn 2001/22/EG van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan lood, cadmium, kwik en 3-MCPD in levensmiddelen PB , L77, blz 14; rectificatie PB , L325, blz 34 Hoort bij verordening 466/2001 Omzettingstermijn: voor 5 april 2002 (2) Federaal niveau: Dierenvoeding: De nationale wetgeving inzake de aanwezigheid van contaminanten ( ongewenste stoffen ) in dierenvoeders is volledig gebaseerd op de Europese richtlijn 2002/32/EG van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding en is vervat in het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren. In bijlage I bij voornoemd ministerieel besluit is de lijst van de toegelaten maximumgehalten aan ongewenste stoffen in voedermiddelen, additieven en dierenvoeders (vb. zware metalen, aflatoxinen, residuen van pesticiden, dioxinen en botanische onzuiverheden) opgenomen. Een oud besluit over zware metalen zit in de procedure voor opheffing. Dit is nodig omwille van de Europese harmonisatie. De Europese normen staan zonder meer boven de nationale, zodat het besluit al buiten gebruik is. Verordeningen zijn immers rechtstreeks van toepassing in de lidstaten, zelfs zonder dat de nationale wetgeving is aangepast. f) Voorkomen van cadmium in meststoffen Bron: "European Commission (2003). Risk Assessment Report on Cadmium metal and Cadmium oxide (Targeted Report on the use of Cd/CdO in batteries, included): final draft version (July 2003) (1) Europees niveau: -The fertilizer directive (76/116/EEC) is currently under revision. Several member states have implemented national regulations limiting the maximum Cd conc. in fertilisers, the Cd input in and/or the Cd conc. in agricultural soil. - Op EG-niveau zijn de bepalingen van verordening (EG) nr. 2003/2003 inzake meststoffen van toepassing. Producten die in bijlage I van die verordening staan, moeten vrij verhandeld kunnen worden binnen Europa. In deze verordening wordt geen norm opgelegd voor het gehalte aan Cd in fosfaatmeststoffen. Deze verordening regelt alleen 05/10/ /83

13 de handel in minerale meststoffen die met de aanduiding EG-meststof in de handel gebracht mogen worden. Elke meststof die tot een type behoort dat voorkomt in bijlage I van deze verordening en voldoet aan de vastgestelde voorwaarden, mag als EGmeststof worden aangeduid. Uit verordening (EG) nr. 2003/2003 Meststoffen kunnen worden verontreinigd door stoffen die potentiële risico's inhouden voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Ingevolge het advies van het Wetenschappelijk Comité voor de toxiciteit, de ecotoxiciteit en het milieu is de Commissie voornemens om het vraagstuk van onbedoelde aanwezigheid van cadmium in minerale meststoffen aan te pakken en zal zij, indien passend, een voorstel voor een verordening opstellen, dat zij aan het Europees Parlement en de Raad wil oorleggen. In voorkomend geval zal voor andere verontreinigende stoffen een soortgelijk onderzoek worden verricht. (2) België: "Convenant betreffende de vaststelling van maximumgehalten aan cadmium in fosforzuurmeststoffen en fosfaathoudende samengestelde meststoffen" overeengekomen door ABIFOS (Belgische vereniging van de Fosfaatmeststoffennijverheid) en het toenmalige Ministerie van Landbouw op25 oktober 1993 waarbij het toegelaten maximumgehalte: 90 mg Cd / kg P2O5 bedraagt. (3) OSPAR PARCOM Decision 90/2 on Programmes and Measures for Mercury and Cadmium Containing Batteries Vanaf 1 januari 1992 dienen de nodige stappen ondernomen te worden om batterijen met een cadmiumgewichtspercentage van meer dan afzonderlijk in te zamelen. Aanbevelingen achtergronddocument cadmium o Substitutie van cadmium in batterijen en zonnecellen o Substitutie van cadmium in andere toepassingen (pigmenten, stabilisatoren, coating, plastics) o Meststoffen kunnen een hoog cadmiumgehalte bevatten. Algemene controles op het cadmiumniveau zijn nodig. II.B. Verspreiding van cadmium in het milieu II.B.1. Lucht a) Emissies Lucht De resultaten van de door de bedrijven in Vlaanderen verplicht te rapporteren Cd-emissie (geleide en niet-geleide (voor zover informatie beschikbaar is)) via het milieujaarverslag is gekend. De gegevens van 2004 zijn nog voorlopige cijfers. Voor Cd bedroeg de drempelwaarde (waarboven de rapportering verplicht is) in de periode kg/jaar, in 2004 werd dit 10 kg/jaar (cfr. EPER). Over het algemeen dalen de emissies door de individuele bedrijven in de beschouwde periode. Tussentijdse schommelingen zijn mogelijk bv. door omschakeling naar andere brandstoffen (omwille van economische of andere redenen). Uit de dossiers blijkt dat de bedrijven reeds inspanningen (die ook een weerslag hadden op de Cd-emissie) leverden om de emissies te reduceren door aanpassingen in productieprocessen, het installeren van nageschakelde technieken en het beperken van de niet-geleide emissies, ook al nam de productie toe. De twee sectoren met de hoogste gerapporteerde geleide emissies voor Cd zijn de ijzeren staalindustrie enerzijds en de non-ferro-industrie anderzijds met respectievelijk in het 05/10/ /83

14 jaar en 158 kg emissies per jaar op een totaal van 875 kg/jaar. Ook elektriciteitscentrales en transport hebben een duidelijke bijdrage. Andere bronnen zijn op dit ogenblik niet in kaart gebracht door gebrek aan informatie (meetresultaten, berekeningmethodes, basisgegevens, emissiefactoren e.d.). De Emissie Inventaris Lucht (VMM) stelt alles in het werk om de emissie-inventaris lucht voortdurend uit te breiden en te verbeteren. De internationale ontwikkelingen ter zake worden op de voet gevolgd. In de studie Actualisatie van de stofstroomdossiers voor Vlaanderen in het kader van de Derde Noordzeeverklaring groep metalen, Ecolas 2001, werd er eveneens een inschatting gemaakt van de emissies (opdrachtgever: VMM). Belangrijke verschillen tussen de resultaten van deze studie en de Vlaamse emissie-inventaris zijn dat emissie-inventaris geen Cd-emissies voor de huishoudelijke verbranding vermeldt (177 kg in studie) en er voor verkeer slechts 44 kg Cd-emissies vermeld worden t.o.v. 362 kg in de studie. Cd in autobanden komt vermoedelijk voor als verontreiniging in zink dat aan autobanden wordt toegevoegd voor het vulcaniseren. In verband met recente evoluties werd tot op heden nog geen informatie terug gevonden. Uit verschillende rapporten blijkt dat de diffuse emissies momenteel veel belangrijker zijn dan de geleide. Inschattingen geven aan dat de diffuse emissies mogelijk een factor 2 tot 3 hoger zijn dan de geleide. b) Immissies lucht (1) Luchtwaliteitsnormen voor cadmium Cd in PM10-stof Cd in totaal zwevend stof (TSP) Cd in neervallend stof streefwaarde (moet zoveel mogelijk binnen een gegeven periode worden bereikt te bereiken via toepassing van de beste beschikbare technieken) grenswaarde (mag niet worden overschreden) richtwaarde (moet zoveel mogelijk binnen een gegeven periode worden bereikt) 5 ng/m³ als jaarlijks gemiddelde 40 ng/m³ als jaarlijks gemiddelde concentratie te meten op dagbasis 0,02 mg/m² dag als jaarlijks gemiddelde Richtlijn (*) 2004/07/EG, streefwaarde te publicatie bereiken 26/1/05, trad in uiterlijk op werking op 31/12/ /2/05 - nog niet in Vlarem omgezet huidige grenswaarde huidige richtwaarde Vlarem II bijlage Vlarem II bijlage (*)De richtlijn moet omgezet zijn tegen 15/02/07. De omzetting is in voorbereiding bij de administratie. In februari maart zal het dossier overgemaakt worden aan het kabinet om het in eerste lezing te brengen op de Vlaamse regering. Als gevolg van de kosten/baten analyse en de onhaalbaarheid voor verschillende van de onderzochte vestigingen om de normen te behalen werden er in de richtlijn streefwaarden opgenomen (te behalen in 2012) in plaats van grenswaarden. De richtlijn bepaalt verder dat voor zones met overschrijdingen 05/10/ /83

15 moet worden aangetoond dat alle noodzakelijke maatregelen worden getroffen die geen onevenredige kosten met zich meebrengen, met name gericht op de grootste emissiebronnen. Voor industriële installaties vallend onder de IPPC-richtlijn (richtlijn 96/61/EG ) betekent dit de toepassing van de beste beschikbare technieken (BBT) zoals gedefinieerd in de richtlijn 96/61/EG. (2) Knelpunten van cadmium in de omgevingslucht Hierna wordt een overzicht gegeven van de overschrijdingen van de grenswaarde en verhoogde waarden ten opzichte van streef- en richtwaarden voor de jaren (meetposten VMM) In wat volgt, wordt met overschrijding bedoeld: gemeten waarde hoger dan de grenswaarde. Met een verhoogde waarde wordt bedoeld: gemeten waarde hoger of gelijk aan de richt- of streefwaarde, al dan niet in de toekomst te bereiken. (2) i Overschrijdingen van de grenswaarde Cd in TSP-stof (grenswaarde 40 nglm³ als jaarlijks gemiddelde) gemiddelde eerste 9 maanden van 2005 geen overschrijdingen jaargemiddelde 2004 jaargemiddelde 2003 jaargemiddelde 2002 geen overschrijdingen geen overschrijdingen geen overschrijdingen (2) ii Cadmium in de omgevingslucht (in PM10 stof) van Vlaanderen 2004 In de 4 de EU-dochterrichtlijn is een streefwaarde van 5 ng/m³ voor cadmium in PM10-stof opgenomen. In 2004 werd in Vlaanderen deze waarde te Beerse op 1 meetstation overschreden (00BE01) en op 1 meetstation (00HB17) bereikt te Hoboken. Op de overige 15 meetstations werd de streefwaarde gerespecteerd. De industriële verontreiniging van het element cadmium situeert zich onder andere in de omgeving van het non-ferro bedrijf Umicore te Hoboken maar vooral in de omgeving van het bedrijf Metallo Chimique in Beerse. De gemeten jaargemiddelde cadmiumconcentraties in de PM10-fractie in 2004 in Hoboken varieerden tussen 2 ng/m³ (00HB20 en 00HB24) en 5 ng/m³ (00HB17). In het meetstation 00HB23 in de Curiestraat bedroeg de jaargemiddelde cadmiumconcentratie 4 ng/m³. In Lommel (00WZ01) bedroeg de jaargemiddelde cadmiumconcentratie 4 ng/m³. Echter, in 2004 werd slechts gedurende 3 maand metingen uitgevoerd. Op de stedelijke meetstations 00R801 en 00GN05 en op het achtergrondstation 00KN02 lagen de gemeten jaargemiddelde Cd-concentraties in PM10-stof beneden de detectielimiet, zodat de jaargemiddelde waarde van 1 ng/m³ mogelijk nog een overschatting is van de reële situatie. II.B.2. Bodem De inventaris waarover de OVAM beschikt, toont aan dat er in Vlaanderen heel wat plaatsen zijn met een cadmiumconcentratie in de bodem die verhoogd is ten opzichte van de achtergrondconcentratie. Wanneer echter het bodemgebruik in rekening wordt gebracht (vb. woongebied of industriegebied) dan geeft de risico-analyse met behulp van de standaard door de OVAM gebruikte evaluatiemethode Vlier-Humaan een veel genuanceerder beeld. Het blijkt dan dat wat betreft gronden waar een ernstige aanwijzing voor een ernstige bedreiging door cadmiumverontreiniging in de bodem aanwezig is, beperkt blijft tot een beperkt aantal 05/10/ /83

16 locaties in Vlaanderen, namelijk grotendeels de zones in de buurt van de (voormalige) zinkfabrieken en enkele andere hot-spots. Op de belangrijkste situaties wordt in dit actieplan verder nog ingegaan. II.B.3. Water a) Afvalwater In Vlaanderen zijn er een aantal hot spots voor cadmium in oppervlaktewater. Er bestaat een groot verschil tussen de lozingsnormen van verschillende bedrijven en vaak zijn de soepelste lozingsnormen van toepassing bij die bedrijven die lozen in oppervlaktewater waar de basismilieukwaliteitsnorm overschreden wordt. Bij verschillende bedrijven is de sectorale norm van 0,6 mg/l voor totaal cadmium nog van toepassing. Deze lozingsnorm is niet aangepast aan de huidige technologie. In functie van de thans beste beschikbare technieken (BATNEEC) bestaat de mogelijkheid tot verdere reductie. Of daarmee overal de basiskwaliteitsnorm gehaald zal kunnen worden, is niet zeker gezien nogal wat grote cadmiumlozers gevestigd zijn langsheen kleinere waterlopen. Een realistische aanpak moet het echter mogelijk maken om tot een gevoelige verbetering van de situatie te komen. b) Waterbodem In het waterbodemmeetnet vertoont 70% van de waterbodems geen afwijkende concentratie voor cadmium t.o.v. de referentie voor Cd (klasse 1), 25% van de waterbodems licht tot afwijkende concentraties (klasse 2 tot 3) en 5% van de waterbodems een sterk afwijkende concentratie (klasse 4). We stellen vast dat 62% van de waterbodems in de waterbodemdatabank niet afwijkende (klasse 1) concentratie voor Cd, 29% licht tot afwijkend (klasse 2 en 3) en 9% van de meetplaatsen sterk afwijkend (klasse 4). II.C. BeNeKempen BeNeKempen brengt de betrokken administraties uit Vlaanderen en Nederland rond de tafel. Doel is opmaak van beheers- en saneringsstrategiën voor de verontreiniging van zware metalen in de Kempen. Het BeNeKempen-project is gesteund door de EU en loopt over een periode van 3 jaar nl. van oktober 2004 tot oktober De opstart is gelijktijdig met de aanpak van de overige omgeving in het kader van de convenant. De bedoeling is dat BeneKempen de wetenschappelijke onderbouwing aanlevert en verder uitwerkt. De verschillende erkende bodemsaneringsdeskundigen, aangesteld in het kader van de convenant, volgen deze werkvergaderingen mee en geven eveneens hun input. Er wordt geprobeerd om zoveel mogelijk van de op dat moment beschikbare wetenschappelijke onderbouwing, mee te nemen in de studie van 30 juni 2006 en verder af te stemmen op de output van het BeNeKempen-project. De activiteiten zijn opgesplitst in de inhoudelijke werkgroepen water, landbouw, zinkassen, natuur en een aantal technische werkgroepen waaronder de werkgroep risico-evaluatie. Werkgroep water: opmaak regionaal grondwatermodel (inzicht in grondwaterbeweging (grensoverschrijdend) risico s van huidige en toekomstige grondwaterverontreiniging) massabalans van zware metalen naar en in waterlopen (basis voor selectie van saneringsaanpak verontreinigde waterlopen) Werkgroep landbouw: opmaak teeltadvies voor de landbouwsector (bijkomende bemonstering van gewassen en bodems bij landbouwers) 05/10/ /83

17 stimuleren van de teelt van energiegewassen stimuleren van het gebruik van energiegewassen als energiedrager Werkgroep zinkassen: uitwerken verwijderingsstructuur uitwerking protocol hergebruik van zinkassen in wegenbouw Werkgroep natuur: moet nog opgestart worden Werkgroep risico-evaluatie: harmonisatie van de beoordeling van risico s in Nederland en Vlaanderen. 05/10/ /83

18 III. Cadmiumdossier Noorderkempen In dit deel wordt ingegaan op de situatie in de Noorderkempen en dan meer bepaald de situatie in de buurt van de nog operationele zinkfabrieken van Umicore te Balen en te Overpelt en de sinds begin jaren 70 gesloten zinkfabriek te Lommel. III.A. Lucht (emissie en immissie) III.A.1. Beschrijving historische en huidige toestand a) Emissies Voor Cd bedroeg de drempelwaarde (waarboven de rapportering verplicht is) in de periode kg/jaar, in 2004 werd dit 10 kg/jaar (cfr. EPER = European Pollutant Emission Register). Over het algemeen dalen de emissies door de individuele bedrijven in de beschouwde periode. Tussentijdse schommelingen zijn mogelijk bv. door omschakeling naar andere brandstoffen (omwille van economische of andere redenen). De totale jaarlijkse cadmiumemissie van beide bedrijven nam de voorbije jaren sterk af. Bij Umicore Overpelt bedroeg de uitstoot in 1998 nog 97 kg/jaar, bij Umicore Balen 8 kg/j. De twee vestigingen van Umicore in de Noorderkempen, nl. Umicore Overpelt en Umicore Balen, emitteerden in 2004 samen 14 kg cadmium naar de lucht volgens de emissieinventaris van de VMM. Sinds de sluiting van de cadmiumafdeling van Umicore Balen in maart 2002 is het aandeel van Umicore Balen verwaarloosbaar (weinig of geen bijdrage) t.o.v. dat van Umicore Overpelt. Uit de zelfcontrole-emissiemetingen van Umicore Overpelt in 2004 en 2005 blijkt dat de cadmiumemissies op alle emissiepunten een factor 10 à 20 lager liggen dan de Vlarem II emissiegrenswaarde van 0,2 mg/nm 3. De zelfcontrolemetingen van Umicore Balen op alle voor cadmium relevante emissiepunten gaven in 2003 zelfs meetwaarden onder de detectielimiet. De gemeten totale massastroom cadmium van deze emissiepunten was kleiner dan 1 g/u, waardoor de zelfcontroleplicht voor cadmiumemissies zelfs verviel. Bijgevolg werden in 2004 en 2005 geen emissiemetingen meer uitgevoerd. De afdeling Milieu-inspectie voerde sinds 1995 bij elk bedrijf twee emissiemetingen uit. Er waren geen overschrijdingen van de emissiegrenswaarde voor cadmium. b) Immissies (1) Historische toestand Begin de jaren tachtig werden in de Noorderkempen metingen van zware metalen in zwevend stof gestart. In Lommel (Wezel) werden metingen midden de jaren 90 opgestart. Bij aanvang daalden de glijdende jaargemiddelde Cd-concentraties. Tijdens de meetperiode 1996 en 1999 lag de glijdende jaargemiddelde Cd-concentratie tussen 10 en 20ng/m³. Vanaf 1999 daalden de jaargemiddelde Cd-concentraties onder de toekomstige streefwaarde van 5 ng/m³. (2) Huidige toestand Voor de omgeving Overpelt en Lommel (Wezel) zijn de jaargemiddelden verhoogd t.o.v. nietindustriële gebieden. Uit de meest recente meetcijfers kunnen wij echter stellen dat er geen Cd-overschrijdingen zijn in deze regio. De jaargemiddelde Cd-concentraties in PM10-stof op deze meetplaatsen zijn resp. 1 en 4 ng/m³ in 2004, wat beneden de toekomstige streefwaarde van 5 ng/m³ (tegen 2012) is. Van 2005 heeft de VMM geen cijfers aangezien 05/10/ /83

19 de toestellen werden ingezet in de meetcampagne rond de fijn stof problematiek. Eind januari 2006 werd door minister Peeters de opdracht gegeven om deze meetstations opnieuw op te starten ter bewaking van de luchtkwaliteit rond deze Umicore-bronnen. Cadmium in neervallend stof wordt gemeten via een netwerk van meetkruiken die rond het bedrijfsterrein opgesteld staan. Rond Umicore Overpelt en Balen staan er 6 kruiken. Er gebeuren maandelijkse metingen bij alle kruiken. Het jaargemiddelde voor alle kruiken rond één bedrijf wordt getoetst aan de Vlarem-richtwaarde van 0,020 mg/m 2.dag. Deze jaargemiddelde depositie van cadmium lag in 2003, 2004 en 2005 voor Umicore Overpelt beneden de richtwaarde. Voor Umicore Balen waren de jaargemiddelden van 1999 tot en met 2004 telkens hoger dan de richtwaarde met een maximum van 0,041 mg/m 2.dag in In 2005 bedroeg de jaargemiddelde cadmiumdepositie 0,015 mg/m 2.dag, waarmee wel werd voldaan aan de richtwaarde. III.A.2. Beschrijving historische maatregelen en lopende acties Cadmium is in de schouwemissies (gerichte emissies) voornamelijk gebonden op stofdeeltjes. Maatregelen om de stofemissies te beperken o.a. door de plaatsing van stoffilters, hebben daardoor ook een positief effect op de cadmiumemissies. De goede werking van de stoffilter moet continu opgevolgd worden en de opslag en de verwijdering van het opgevangen filterstof moet gebeuren onder voldoende gecontroleerde omstandigheden om verspreiding tegen te gaan. a) Umicore Overpelt Het bedrijf werd reeds in de loop van 1996 aangemaand een saneringsplan op te stellen. In uitvoering daarvan installeerde Umicore Overpelt in 1998 mouwenfilters op de emissiepunten van de thermische zinkraffinage. De sanering van de stofemissies werd eind 1999 voltooid. Het filterstof uit de mouwenfilterinstallatie wordt rechtstreeks opgevangen in bakken, geplaatst in een gesloten kast, en vervolgens verwerkt in de afdeling Hydro van het bedrijf. Uit een doorlichting van de resultaten van de zelfcontrolemetingen, die het bedrijf in 1999 uitvoerde, bleek dat de cadmiumemissie op alle emissiepunten beneden de emissiegrenswaarde lag, behalve tijdens één meting op een meetpunt in de pastillenafdeling. De totale jaaremissie van deze ene bron (rekening houdend met de meetgegevens en de werkingsuren) bedroeg in 1999 ca. 3 kg Cd, of zowat 6 % van de toenmalige totale uitstoot van Umicore Overpelt (51 kg). Begin 2000 werd de emissie van stof en zware metalen in de pastillenafdeling gesaneerd en in april 2003 werd deze pastillenafdeling om economische redenen gesloten. Uit de zelfcontrole-emissiemetingen van 2004 en 2005 blijkt dat de cadmiumemissies op alle emissiepunten een factor 10 à 20 lager liggen dan de Vlarem II emissiegrenswaarde van 0,2 mg/nm 3. b) Umicore Balen Na controle van de zelfcontrole emissiegegevens voor 1999, werden normoverschrijdingen op de afdeling cadmiumomsmelting vastgesteld. De werkingsduur van deze installatie was slechts 832 u/jaar en de uitstoot bedroeg 6 kg/jaar. Het bedrijf werd door de milieu-inspectie aangemaand om de nodige maatregelen te nemen. Ondanks allerhande pogingen tot sanering (o.a. plaatsen gaszuivering, mouwenfilter, ), bleven er problemen met de emissies van de cadmiumomsmelting. Er volgden nog twee aanmaningen. Uiteindelijk werd de cadmiumomsmelting stopgezet op 1 maart De zelfcontrolemetingen op alle voor cadmium relevante emissiepunten gaven in 2003 zelfs meetwaarden onder de detectielimiet. De gemeten totale massastroom cadmium van deze emissiepunten was kleiner dan 1 g/u, waardoor de zelfcontroleplicht voor cadmiumemissies zelfs verviel. Bijgevolg werden in 2004 en 2005 geen emissiemetingen meer uitgevoerd. De drie smeltovens en de anodengieterij zijn voorzien van mouwenfilters. Bij de drie smeltovens werd een continue stofmeting geïnstalleerd ter controle van de goede werking van de filters. Bij de anodengieterij zal er in het voorjaar van 2006 een continue stofmeting 05/10/ /83

20 geïnstalleerd worden. Het filterstof uit de mouwenfilterinstallatie wordt rechtstreeks opgevangen in big-bags. Verwisseling van de big-bags gebeurt in een afgesloten sas, opslag ervan in een gesloten hal. Het filterstof wordt voor verdere verwerking afgevoerd naar andere Umicore-vestigingen. Bij de krasmolens zijn er drie restfracties. De grove ruwe fractie wordt opgevangen in open bakken binnen in het gebouw en ter plaatse terug ingezet in de smelter. De fijnste fractie wordt via een gesloten systeem in een silowagen gebracht en vervoerd naar de hal voor ertsopslag. De midden-fractie wordt ook opgevangen in bakken, opgeslagen in een gesloten hal en vervoerd via een huifwagen naar Rezinal. De oude goethietstortplaats op grondgebied Lommel is in 2005 afgedekt zodat van daar geen stof kan verwaaien naar de omgeving. Het goethietstort dat momenteel in uitbating is, wordt voortdurend vochtig gehouden d.m.v. watersproeiers. Goethiet is het ijzerresidu van de hydrometallische verwerking van zinkertsen en bevat ongeveer 0,1 % cadmium. III.A.3. Bijkomende maatregelen Om de cadmiumemissies te beperken moet de goede werking van de mouwenfilters verder goed bewaakt blijven. Ook een goed onderhoud van de filters blijft vereist. Het zelfcontroleprogramma van de beide Umicore-zetels moet de garantie bieden dat normoverschrijdingen zich niet kunnen voordoen. Door de bedrijven moet er verder over gewaakt worden dat de meetwaarde van cadmium in neervallend stof lager blijft dan de richtwaarde. De opslag en behandeling van stofrijk materiaal moet zo gebeuren dat verspreiding ervan naar de omgeving zo veel mogelijk wordt voorkomen. Actie 1 Bijkomende controle in het kader van IPPC Zowel Umicore Balen als Umicore Overpelt (inclusief de stortplaatsen) zullen voor einde 2006 door de afdeling milieuvergunningen doorgelicht worden in het kader van de "Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging" (IPPC= Integrated Pollution Prevention and Control). Dit gebeurt in uitvoering van de Europese richtlijn terzake. Actie 2 Bijkomende controle op het zelfcontrole programma Minister Peeters geeft aan de milieu-inspectie de opdracht om een bijkomende controle uit te voeren op het zelfcontrole-programma van beide zetels. Actie 3 Opnieuw opstarten van de bepaling van zware metalen in de lucht op de meetstations van de VMM. Minister Peeters heeft in de loop van januari de opdracht gegeven om opnieuw zware metalen te bepalen in de lucht in de buurt van de Umicore zetels te Balen, Overpelt en Olen. De eerste resultaten zullen reeds in de loop van maart 2006 beschikbaar zijn. III.B. Bodem III.B.1. Kadering Alle maatregelen en acties worden gekaderd binnen het bodemsaneringsdecreet dat van kracht is sedert In 1997 werd met Umicore een convenant afgesloten 'Geïntegreerde Uitgangspunten met betrekking tot de bodemsanering van de in het Vlaamse Gewest gelegen Union Minière vestigingen'. In een Addendum I op dit convenant werden duidelijke kaderlijnen uitgeschreven omtrent de sanering op de bedrijfsterreinen en de dichtste woonkernen. Daarnaast werd een akkoord 05/10/ /83

21 bereikt dat de aanpak van de ruimere omgeving (verder genoemd overige omgeving ) zou gebeuren in onderling overleg tussen OVAM en Umicore. In het Addendum I werd bepaald dat tegen 30 juni 2006 de prioritaire maatregelen in de overige omgeving vastgesteld moeten worden. Eveneens werden bedragen afgesproken voor de komende 15 jaar voor de bedrijfsterreinen van de 4 grote Vlaamse Umicore-vestigingen (Balen, Overpelt, Olen en Hoboken) en hun nabije omgeving (dichtste woonwijk) (maximaal 62 M EUR) en 30 M EUR voor de komende 10 jaar voor de overige omgeving waarvan de helft gedragen door het Vlaams Gewest en de andere helft door Umicore. Dit Addendum I op de convenant werd ondertekend op 23 april 2004 door Umicore, de Vlaamse Regering en de OVAM. Voor alle vestigingen is er telkens een opsplitsing gemaakt tussen 1. Bodemsanering fabrieksterrein 2. Grondwatersanering fabrieksterrein 3. Sanering nabije omgeving (oa cité s) Samenvattend zijn volgende maatregelen en acties voorzien in het convenant voor wat betreft de Umicore-vestigingen in de Noorderkempen en hun nabije omgeving: a) Umicore Balen Bodemsanering fabrieksterrein: circa ton werd ontgraven in de periode van 25 augustus 2003 tot 17 augustus De resterende partij af te graven bedraagt ongeveer m³. De heropvulling is in uitvoering en gestart op 25 maart 2005; Grondwatersanering: opstellen en goedkeuring bodemsaneringsproject was volgens schema voorzien tegen januari 2006, maar wordt verwacht tegen juli 2006 en loopt mede wegens de hoge complexiteit dus 6 maanden vertraging op; de vervolgfase, namelijk de pre-engineering van de nieuwe waterzuivering nodig om de grondwatersanering te kunnen doorvoeren, is echter al wel opgestart; Sanering van de nabije omgeving: - Woonwijk Glasfabriek: op tijd, bodemsaneringsproject is conform verklaard. De woonwijk wordt ontruimd en afgebroken en ten laatste medio 2008 zal de uitgraving uitgevoerd worden; - Woonwijk Balen Wezel: Gezien de recente opstart en de inhaalbeweging, voorziet Umicore het afgraven van privé-assenwegen in de late zomer en beëindiging van deze fase tegen einde De rest voorziet Umicore afgewerkt te hebben tegen einde b) Umicore Overpelt Bodemsanering fabrieksterrein: alle grond werd ontgraven in de periode van 15 februari 2005 tot 13 juli De heropvulling op het fabrieksterrein is in uitvoering en gestart op 08 juni 2005; Grondwatersanering: opstellen en goedkeuring bodemsaneringsproject was volgens schema voorzien tegen januari 2006, maar wordt verwacht tegen september 2006 en loopt dus 9 maanden vertraging op; de vervolgfase namelijk de pre-engineering van de nieuwe waterzuivering is wel opgestart; Sanering van de nabije omgeving (cité Overpelt): opstellen en goedkeuring bodemsaneringsproject was volgens schema voorzien tegen april 2006 en loopt nagenoeg op schema. Met het afgraven van privé-assenwegen wordt gestart in de late zomer en beëindiging van deze fase is voorzien tegen einde De rest voorziet Umicore afgewerkt te hebben tegen einde 2007/begin Actie 4 De correcte uitvoering inclusief het respecteren van de timing conform de in het convenant afgesproken tijdstabel wordt strikt opgevolgd. 05/10/ /83

DE HEER KRIS PEETERS ACTIEPLAN CADMIUM

DE HEER KRIS PEETERS ACTIEPLAN CADMIUM DE HEER KRIS PEETERS Vlaams Minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur ACTIEPLAN CADMIUM Maandag 13 februari 2006 Doelstelling: - probleem cadmiumverontreining Vlaanderen in kaart brengen

Nadere informatie

EU-wetgeving contaminanten in voedingsmiddelen. PB: Publicatieblad van de Europese Unie, zie website http://europa.eu.int/eur-lex/

EU-wetgeving contaminanten in voedingsmiddelen. PB: Publicatieblad van de Europese Unie, zie website http://europa.eu.int/eur-lex/ EU-wetgeving contaminanten in voedingsmiddelen PB: Publicatieblad van de Europese Unie, zie website http://europa.eu.int/eur-lex/ Kaderverordening Verordening (EEG) Nr. 315/93 van de Raad van 8 februari

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik

Nadere informatie

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie 6.12.2008 BIJLAGE A Lijst van communautaire wetgeving vastgesteld overeenkomstig het EG-Verdrag waarvan schending een wederrechtelijk handelen in de zin van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9 12.6.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 151/9 VERORDENING (EU) Nr. 493/2012 VAN DE COMMISSIE van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen

Nadere informatie

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht.

MIRA 2011 VERSPREIDING VAN ZWARE METALEN. Emissie van zware metalen naar lucht. MIRA 211 VERPREIDING VAN ZWARE METALEN Emissie van zware metalen naar lucht P index emissie lucht (1995=1) 12 1 8 6 4 2 1995 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21* doel 21 * voorlopige cijfers Doel (niet) gehaald

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Koen Toté - VMM Overzicht presentatie Luchtkwaliteit 2017 getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van fijn stof en stikstofdioxide

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN 1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0359 (NLE) 5187/15 ENV 11 ENT 11 ONU 3 VOORSTEL van: ingekomen: 9 januari 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D017728/01

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D017728/01 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 januari 2012 (OR. en) 5198/12 ENV 10 ENT 2 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 5 januari 2012 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013

Luchtkwaliteit in Vlaanderen. Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013 Luchtkwaliteit in Vlaanderen Vleva-Joaquin symposium Brussel 3 juni 2013 Overzicht Welke stoffen meet de VMM? Wetgevend kader Toetsing aan regelgeving Evolutie luchtkwaliteit Inzoomen op afzonderlijke

Nadere informatie

VMM-METINGEN IN MENEN

VMM-METINGEN IN MENEN VMM-METINGEN IN MENEN WAAR WORDT GEMETEN? - MN01: in woonzone (impact voedselketen) - MNO8: industriezone (impact bron) - MN13: woonzone (stopgezet in 2013) - WK01: agrarisch gebied (stopgezet in 2013

Nadere informatie

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 86/6 Publicatieblad de Europese Unie 5.4.2005 II (Besluiten waar de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 22 maart 2005 tot vaststelling de tabellen

Nadere informatie

TL-buizen en -armaturen

TL-buizen en -armaturen TL-buizen en -armaturen Omschrijving Kwikdamp-verlichtingselementen kunnen opgesplitst worden in twee fracties: - Armaturen; - Lampen. De verwerking van kwikdamp-verlichtingselementen houdt risico s in

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 151/13 12.6.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 151/13 BIJLAGE IV Verslaglegging over recyclingrendementen voor lood-zuurbatterijen en -accu s 1. Voor lood-zuurbatterijen en -accu s die in het recyclingproces

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.3.2018 C(2018) 1092 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 1.3.2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.1.2015 COM(2014) 749 final 2014/0358 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1998 bij het Verdrag van 1979 betreffende

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 24.11.2015 2014/0359(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de goedkeuring

Nadere informatie

Sectorplan 29 Batterijen

Sectorplan 29 Batterijen Sectorplan 29 Batterijen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Alkaline batterijen, zinkbruinsteen batterijen, oplaadbare nikkel cadmium batterijen, kwikoxide batterijen, zilveroxide batterijen,

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Menen. 24 mei 2016

Luchtkwaliteit in Menen. 24 mei 2016 Luchtkwaliteit in Menen 24 mei 2016 Overzicht Deel I: dioxines en PCB s 1. Wat zijn dioxines en PCB s? 2. Wetgeving 3. Meetstrategie VMM 4. Nieuwe meetresultaten 5. Trend 6. Resultaten nabij andere schrootbedrijven

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.11.2018 C(2018) 7525 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 16.11.2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische

Nadere informatie

PM-problematiek, invloed van diffuus

PM-problematiek, invloed van diffuus PM-problematiek, invloed van diffuus Febem Infodag inerte materialen februari 2010 Mirka Van der Elst Mirka.vanderelst@lne.vlaanderen.be 02 553 11 23 Inhoud 1. Wat is beleidsmatig relevant stof? 2. Oorsprong

Nadere informatie

sectorplan 30 Accu s

sectorplan 30 Accu s sectorplan Accu s 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Startaccu s, tractiebatterijen, stationaire batterijen 2. Belangrijkste bronnen Garagebedrijven, autodemontagebedrijven, schadeherstelbedrijven

Nadere informatie

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen?

Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Hoe gaat het met de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Amsterdam, 30 mei 2013 Christine Matheeussen Overzicht 1. Welke stoffen meet de VMM? 2. Toetsing aan Europese regelgeving 3. Inzoomen op NO 2 PM 4. Besluit

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

MBO afgedankte batterijen en accu s

MBO afgedankte batterijen en accu s Briefadvies MBO afgedankte batterijen en accu s Advies over de startnota MBO afgedankte batterijen en accu s Datum van goedkeuring 11 maart 2015 Volgnummer 2015 005 Coördinator + e-mailadres Co-auteur

Nadere informatie

Oorspronkelijk werd bij de analyse de deeltjesconcentratie van 8 verschillende componenten bepaald :

Oorspronkelijk werd bij de analyse de deeltjesconcentratie van 8 verschillende componenten bepaald : 4.5 POLYAROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN (P.A.K.) In de loop van het jaar 1997 werd een procedure op punt gesteld voor de bepaling van het gehalte aan polyaromatische koolwaterstoffen in de lucht. Tussen eind

Nadere informatie

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen

Vlaams beleid luchtverontreiniging en. milieuvergunningsaanvragen Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Geert Pillu Adviesverlener LNE afdeling Milieuvergunningen Brugge Vlaams beleid luchtverontreiniging en milieuvergunningsaanvragen Kennis

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het Voorstel voor een. Verordening

BIJLAGEN. bij het Voorstel voor een. Verordening EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.2.2016 COM(2016) 39 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Menen. 9 februari 2017

Luchtkwaliteit in Menen. 9 februari 2017 Luchtkwaliteit in Menen 9 februari 2017 Meetnet in Menen Meetpost dioxines/pcb Meetpost fijn stof 2 Overzicht Deel I: dioxines en PCB s 1. Wat zijn dioxines en PCB s? 2. Wetgeving 3. Meetstrategie VMM

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.11.2018 C(2018) 7499 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 16.11.2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D015695/01. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 september 2011 (21.09) (OR. en) 14391/11 E V 685 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 14 september 2011 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2015 C(2015) 386 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

Integrale tekst Afvalstoffenlijst

Integrale tekst Afvalstoffenlijst VROM Integrale tekst Afvalstoffenlijst Herpublicatie integrale tekst Europese afvalstoffenlijst In de publicatie van de integrale tekst van de Europese afvalstoffenlijst in de Staatscourant van 28 maart

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.3.2018 C(2018) 1094 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 1.3.2018 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang,

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.7.2012 C(2012) 4525 final BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.7.2012 inzake de kennisgeving door het Koninkrijk België van een uitstel van de termijn voor het bereiken van de grenswaarden

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2015 C(2015) 328 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN PB 00 P 11 REV 0 2005 1/6 PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN Van toepassing vanaf : 1-01-06 Opgesteld door : DG Controlebeleid Ir. A.

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van... houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders 2012) Besluit van Op de voordracht

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie VOORLOPIGE VERSIE 2003/0119(COD) 21 oktober 2003 ONTWERPADVIES van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek

Nadere informatie

Gezondheid & Milieu Genk-Zuid

Gezondheid & Milieu Genk-Zuid Gezondheid & Milieu GenkZuid Kolderbos Dioxines en DLPCB s voornamelijk via voedsel teratogeen carcinogeen endorcriene storingen immunosuppressie WHO (1998) en WHO (1992) Toelaatbare Dagelijkse Inname

Nadere informatie

Vlaremtrein 2011 Muziekactiviteiten Overige wijzigingen

Vlaremtrein 2011 Muziekactiviteiten Overige wijzigingen Overzicht 1. Terugblik 2012 Vlaremtrein 2011 Muziekactiviteiten Overige wijzigingen 2. In de pijplijn Vlaremtrein 2012 Besluit diffuse emissies Vlaremtrein 2013 Omgevingsvergunning Permanente vergunning

Nadere informatie

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP)

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) 1. Enkele uitgangspunten 2. Criteria probleemstoffen 3. Belangrijkste sectoren en hun probleemstoffen 4. Drie-deling in aanpak

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende versleping van de diervoeders Huidige versie Referenties PCCB/S1/626741 Datum 15/03/2011 Trefwoorden Kruisverontreiniging,

Nadere informatie

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2003 967 [2003/200311] 16 JANUARI 2003. Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de vervaardiging van kleurstoffen

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2019 C(2019) 3211 final ANNEXES 1 to 4 BIJLAGEN bij GEDELEGEERD BESLUIT (EU).../... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 16 augustus 2011 aan: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie

Zware metalen in Vlaanderen: reden tot paniek? Hilde Vandendriessche, BDB

Zware metalen in Vlaanderen: reden tot paniek? Hilde Vandendriessche, BDB Zware metalen in Vlaanderen: reden tot paniek? Hilde Vandendriessche, BDB Zware metalen in Vlaanderen: reden tot paniek? Zware metalen Zware metalen en/of essentiële spoorelementen Normale waarden van

Nadere informatie

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving

Samenvatting resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving Samenvatting: resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving Stuurgroep Genk-Zuid 27 juni 213 Meetplaatsen De VMM meet de luchtkwaliteit in Genk-Zuid op verschillende meetplaatsen. Tabel 1 geeft informatie

Nadere informatie

Startconferentie actieplan luchtkwaliteit stad en haven Gent

Startconferentie actieplan luchtkwaliteit stad en haven Gent Startconferentie actieplan luchtkwaliteit stad en haven Gent Sessie luchtverontreiniging door industrie dinsdag 29 april 2014 Inleiding op problematiek en genomen maatregelen Jasper Wouters Vlaamse overheid

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van 30.1.2015

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van 30.1.2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2015 C(2015) 383 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID N. 2009 2031 [C 2009/35462] 3 APRIL 2009. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de nadere regels inzake het nutriëntenbalansstelsel als vermeld in artikel 25 van het Mestdecreet

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/10 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/786 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 2015 tot vaststelling van criteria voor de aanvaardbaarheid van zuiveringsprocedés die worden toegepast op producten die bedoeld

Nadere informatie

Vlarem-trein 2012 en 2013 ROGMV Harelbeke -Jabbeke

Vlarem-trein 2012 en 2013 ROGMV Harelbeke -Jabbeke b a r o n r u z e t t e l a a n 3 5 8 3 1 0 b r u g g e t e l ( 0 5 0 ) 3 6 7 1 7 1 f a x ( 0 5 0 ) 3 5 6 8 4 9 w w w. w v i. b e Vlarem-trein 2012 en 2013 ROGMV 27-03-2014 Harelbeke -Jabbeke 1 Vlarem-trein

Nadere informatie

Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Handhaving Oplosmiddelenbesluit Handhaving Oplosmiddelenbesluit Schakeldagen voorjaar 2009 Erwin Theelen In opdracht van Inhoudsopgave Specifieke wensen? 1. Inleiding Oplosmiddelenbesluit (10 min) 2. Praktijkblad Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID

Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID N. 2007 408 [C 2007/35010] 8 DECEMBER 2006. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams

Nadere informatie

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn

Nadere informatie

sectorplan 19 Kunststofafval

sectorplan 19 Kunststofafval sectorplan Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Batterijen. Omschrijving

Batterijen. Omschrijving Batterijen Omschrijving De omschrijving beperkt zich tot de draagbare batterijen (< 1 kg). De vaste batterijen, hoofdzakelijk de loodaccu s in voertuigen, worden hier niet behandeld. Onder de draagbare

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.3.2019 C(2019) 2266 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.3.2019 inzake een in 2020, 2021 en 2022 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma

Nadere informatie

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 INHOUDSOPGAVE DEEL I. BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 HOOFDSTUK II. DE BRONNEN VAN HET (MILIEUHYGIËNE) RECHT 4 1. Overzicht 4 2. Kenbronnen

Nadere informatie

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/0002636/1024 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 4.2.1.3, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984

(Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 8 maart 1984 17. 3. 84 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 74/49 II (Besluiten waarvan de bublikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

2009R0041 NL

2009R0041 NL 2009R0041 NL 10.02.2009 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 41/2009 VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

Voormalige Arseenfabriek Bocholt Infovergadering. Tim Lieben Adjunct van de directeur

Voormalige Arseenfabriek Bocholt Infovergadering. Tim Lieben Adjunct van de directeur Voormalige Arseenfabriek Bocholt Infovergadering Tim Lieben Adjunct van de directeur 29.09.2014 Werkwijze van de infovergadering Verloop van de infovergadering Voorstelling partijen Algemene informatie

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

BBT-STUDIEDAG GENT 16/11/2015 TOTSTANDKOMING VAN BBT-STUDIES EN BREF S DIANE HUYBRECHTS

BBT-STUDIEDAG GENT 16/11/2015 TOTSTANDKOMING VAN BBT-STUDIES EN BREF S DIANE HUYBRECHTS BBT-STUDIEDAG GENT 16/11/2015 TOTSTANDKOMING VAN BBT-STUDIES EN BREF S DIANE HUYBRECHTS INHOUD 1. Begrip BBT 2. Vlaamse BBT-studies 3. Europese BREF s» Juridisch kader» Procesverloop» Natraject: omzetting

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.3.2017 C(2017) 1527 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 15.3.2017 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. De RoHS 2 richtlijn. Johan Daniëls Expert Productbeleid

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. De RoHS 2 richtlijn. Johan Daniëls Expert Productbeleid 1 De RoHS 2 richtlijn Johan Daniëls Expert Productbeleid 2 Inhoud 1. Wat is RoHS? 2. Toepassingsgebied 3. Uitzonderingen 4. CE-markering 3 Wat is RoHS? Restriction of Hazardous Substances in Electric and

Nadere informatie

Staat u ook als aan de grond genageld door de problematiek van asbest? Grondwijzer helpt u. Cindy Ydens-Bogaert Inhoud Inleiding Wettelijk kader Voorkomen van asbest in het grondverzet Hoe kijkt Grondwijzer

Nadere informatie

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid 21 januari 2016

Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid 21 januari 2016 Samenvatting: Resultaten luchtkwaliteit in Genk-Zuid en omgeving. Stuurgroep Genk-Zuid 21 januari 2016 1 MEETPLAATSEN De VMM meet de luchtkwaliteit in Genk-Zuid op verschillende meetplaatsen. Tabel 1 geeft

Nadere informatie

GPBV-bedrijven: verplichtingen

GPBV-bedrijven: verplichtingen GPBV-bedrijven: verplichtingen Wetgeving: Bijlage I van VLAREM (indelingslijst) Wanneer is een mengvoederbedrijf een GPBV-bedrijf (GPBV, geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)? Omschrijving

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. De RoHS 2 richtlijn. Johan Daniëls Expert Productbeleid

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. De RoHS 2 richtlijn. Johan Daniëls Expert Productbeleid 1 De RoHS 2 richtlijn Johan Daniëls Expert Productbeleid 2 Inhoud 1. Wat is RoHS? 2. Toepassingsgebied 3. Uitzonderingen 4. CE- en andere markering 3 Wat is het doel van RoHS? Bevorderen recyclage Beschermen

Nadere informatie

Actuele milieu, klimaaten energiedossiers

Actuele milieu, klimaaten energiedossiers Actuele milieu, klimaaten energiedossiers 3 juli 2018 Vleva en Minaraad Marjan Decroos attaché Milieu Algemene Afvaardiging van de Vlaamse Regering bij de EU Oostenrijks Voorzitterschap van de Raad van

Nadere informatie

Verbod op het gebruik van plastic wegwerpzakjes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Verbod op het gebruik van plastic wegwerpzakjes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Verbod op het gebruik van plastic wegwerpzakjes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brulocalis, 14 maart 2017 Rodolphe Paternostre Overzicht van de uiteenzetting 1. Doelstellingen van de vergadering

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 11.12.2015 NL L 326/49 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2307 VAN DE COMMISSIE van 10 december 2015 tot verlening van een vergunning voor menadion-natriumwaterstofsulfiet en menadionnicotinamidewaterstofsulfiet

Nadere informatie

Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Advies benzine en diesel

Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Advies benzine en diesel Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling - over het ontwerp-kb tot vervanging van het KB van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van benzines voor motorvoertuigen;

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 1503 DOC.0322/3BIS RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.144/1 van 4 februari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit

Nadere informatie

Voormalige Arseenfabriek Bocholt Infovergadering. Tim Lieben Adjunct van de directeur

Voormalige Arseenfabriek Bocholt Infovergadering. Tim Lieben Adjunct van de directeur Voormalige Arseenfabriek Bocholt Infovergadering Tim Lieben Adjunct van de directeur 29.09.2014 Werkwijze van de infovergadering Verloop van de infovergadering Voorstelling partijen Algemene informatie

Nadere informatie

Jaarlijks symposium Vlaco vzw, 16 juni 2011 Hof Ter Velden (Baasrode)

Jaarlijks symposium Vlaco vzw, 16 juni 2011 Hof Ter Velden (Baasrode) Eindproducten anaerobe vergisting Inleiding: Vlaco kwaliteitscontrole Wetgeving en normering Wat brengt de toekomst? De staat van digestaat Eindproducten uit de anaerobe vergisting Wim Vanden Auweele Vlaco

Nadere informatie

Veiligheid en BBT/BREF. Annelies Faelens Departement LNE Afdeling Milieuvergunningen

Veiligheid en BBT/BREF. Annelies Faelens Departement LNE Afdeling Milieuvergunningen Veiligheid en BBT/BREF Annelies Faelens Departement LNE Afdeling Milieuvergunningen Inhoud 1. Richtlijn Industriële Emissies 2. BBT s en BREF s 3. Richtsnoeren voor het opstellen van BREF s 4. Veiligheid

Nadere informatie

Individueel afvalpreventie- en beheerplan voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten

Individueel afvalpreventie- en beheerplan voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten Individueel afvalpreventie- en beheerplan voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten Het plan dient ingediend te worden in het Frans of in het Nederlands. De gegevens worden opgenomen in het

Nadere informatie

VR DOC.0389/1BIS

VR DOC.0389/1BIS VR 2019 2903 DOC.0389/1BIS VR 2019 2903 DOC.0389/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01.

Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01. Raad van de Europese Unie Brussel, 24 september 2015 (OR. en) 12353/15 ENV 586 ENT 199 MI 583 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 23 september 2015 aan: Nr. Comdoc.: D040155/01 Betreft:

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

MIRA 2012 Verspreiding van POP s

MIRA 2012 Verspreiding van POP s MIRA 212 Verspreiding van POP s Emissie van dioxines naar lucht dioxine-emissie (g TEQ) 6 5 4 overige** energie huishoudens 3 2 1 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211* * voorlopige cijfers ** overige: landbouw

Nadere informatie