EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/2173(INI)

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/2173(INI) ONTWERPVERSLAG over de bescherming van de consumenten, met name minderjarigen, met betrekking tot het gebruik van videospellen (2008/2173(INI)) Commissie interne markt en consumentenbescherming Rapporteur: Toine Manders PR\ doc PE v01-00

2 PR_INI INHOUD ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT...3 TOELICHTING...7 Blz. PE v /8 PR\ doc

3 ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over de bescherming van de consumenten, met name minderjarigen, met betrekking tot het gebruik van videospellen (2008/2173(INI)) Het Europees Parlement, gezien de mededeling van de Commissie van 22 april 2008 betreffende de bescherming van de consumenten, met name minderjarigen, met betrekking tot het gebruik van videospellen (COM(2008)0207), gezien de resolutie van de Raad van 1 maart 2002 over de bescherming van consumenten, in het bijzonder jongeren, door middel van de etikettering, met vermelding van leeftijdsgroep, van bepaalde video- en computerspellen 1, gezien de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid en het recht op weerwoord in verband met de concurrentiepositie van de Europese industrie van audiovisuele en online-informatiediensten 2, gezien de Mededeling van de Commissie - Een Europese aanpak van mediageletterdheid in de digitale omgeving (COM(2007)0833), gelet op artikel 45 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0000/2008), A. overwegende dat videospellen in Europa erg geliefd zijn en steeds geliefder worden en dat de markt voor videospellen snel groeit, B. overwegende dat videospellen meestal niet gewelddadig zijn en de spelers ervan vermaak bezorgen dat vaak bijdraagt tot de ontwikkeling van diverse vaardigheden en kennis, C. overwegende dat videospellen in het verleden vooral bedoeld waren voor jongeren, maar dat tegenwoordig meer videospellen speciaal worden ontwikkeld voor volwassen, D. overwegende dat de markt voor videospellen mondiaal is, E. overwegende dat besluiten over een beperking van de verkoop van videospellen of een verbod op videospellen binnen de bevoegdheden van de lidstaten vallen, 1. is tevreden met bovengenoemde mededeling van de Commissie over de bescherming van de consumenten, met name minderjarigen, met betrekking tot het gebruik van videospellen; 1 PB C 65 van , blz PB L 378 van , blz. 72. PR\ doc 3/8 PE v01-00

4 2. benadrukt dat videospellen een grote stimulans zijn die naast vermaak ook kan worden gebruikt voor educatieve doeleinden; is van mening dat scholen aandacht aan videospellen moeten besteden en kinderen en ouders moeten informeren over de voor- en nadelen die videospellen kunnen hebben; 3. is van mening dat videospellen het leren kunnen stimuleren van feiten en vaardigheden als strategisch denken, creativiteit, samenwerking en innoverend denken, die belangrijke vaardigheden in de informatiemaatschappij zijn; 4. is van mening dat geharmoniseerde etiketteringsregels voor videospellen een betere kennis van de etiketteringssystemen garanderen en tegelijk de goede werking van de interne markt bevorderen; is daarom tevreden met het werk van de Raad en de Commissie om de goedkeuring van etiketteringsregels voor videospellen voor de hele EU te bevorderen en een vrijwillige gedragscode inzake voor kinderen bedoelde interactieve spellen op te stellen; 5. merkt op dat de marktomstandigheden aanzienlijk zijn veranderd, van een situatie waar videospellen vooral werden gekocht in winkels en gespeeld op een computer of console naar de huidige situatie waar spellen kunnen worden gekocht op en gedownload van het internet; 6. merkt op dat videospellen kunnen worden gespeeld op verschillende platforms, zoals spelconsoles en personal computers, maar ook steeds meer op mobiele apparaten, zoals mobiele telefoons; 7. herinnert eraan dat videospellen interactiever worden of zelfs een dynamische inhoud hebben die spelers in staat stelt delen van het spel zelf te ontwikkelen; merkt op dat spelers steeds meer kunnen deelnemen aan forumgesprekken, tekst- en voicechats en communities die in sommige videospellen zijn geïntegreerd; herinnert aan de differentiatie op de markt, met meer spellen die speciaal zijn ontworpen voor volwassenen; 8. is van mening dat recente trends aangeven dat het belangrijk is te zorgen voor passende bescherming van minderjarigen, met name door te voorkomen dat deze toegang krijgen tot schadelijke inhoud; 9. herinnert eraan dat controle door de ouders steeds moeilijker wordt, doordat onlinevideospellen niet worden verdeeld in een fysieke verpakking met een duidelijk en gemakkelijk leesbaar etiket en doordat kinderen zonder dat hun ouders dit weten of hiermee instemmen, videospellen kunnen downloaden die niet geschikt zijn voor hun leeftijd; 10. herinnert eraan dat geweld in videospellen niet automatisch leidt tot gewelddadig gedrag en dat niet is bewezen dat er een verband tussen gewelddadige spellen en gewelddadig gedrag bestaat; is evenwel van mening dat geweld in videospellen in sommige situaties gewelddadig gedrag kan stimuleren; 11. benadrukt dat verslaving voor sommige spelers een probleem is; verzoekt producenten, winkeliers, ouders en andere belanghebbenden stappen te ondernemen om dit soort negatieve effecten te voorkomen; PE v /8 PR\ doc

5 12. onderstreept dat de huidige ontwikkeling de behoefte aan effectieve, werkende leeftijdsverificatiesystemen voor spellen, met name onlinespellen, vergroot; 13. is van mening dat verschillende manieren om de controle op videospellen te verstrengen moeten worden onderzocht, maar erkent tegelijk dat waarschijnlijk geen enkel systeem een absolute garantie biedt dat kinderen geen toegang tot ongeschikte videospellen krijgen; 14. verzoekt de Commissie en de lidstaten in samenwerking met de sector te onderzoeken of het zin heeft een "rode knop" te ontwikkelen die in (mobiele) consoles of spelapparaten en computers kan worden geïntegreerd en die een bepaald spel buiten werking stelt of de toegang tot een spel gedurende bepaalde uren of bepaalde delen van een spel kan controleren; 15. onderstreept dat het belangrijk is passende controlemaatregelen te nemen voor onlineaankopen in verband met videospellen, inclusief aankopen met kredietkaarten of vouchers; 16. is van mening dat de ontwikkelingen in verband met videospellen, met name onlinevideospellen, een groter bewustzijn nodig maken bij de bevolking wat de inhoud van videospellen, controle door de ouders en instrumenten als het leeftijdsclassificatiesysteem PEGI (Pan-European Game Information, Pan-Europese Spelinformatie) betreft; is tevreden met het werk dat door de sector op het gebied van zelfregulering wordt verricht; 17. is tevreden met het werk van de Raad van Europa om richtsnoeren voor videospellen op te stellen en de kennis van kinderen op het gebied van veiligheid met betrekking tot het internet in het algemeen te verbeteren; 18. is van mening dat de invoering van het PEGI-systeem om spellen te classificeren belangrijk is, omdat dit instrument de transparantie voor de consumenten, met name ouders, bij de aankoop van spellen heeft vergroot, door hen in staat te stellen een weloverwogen keuze te maken op basis van de vraag of een spel geschikt is voor kinderen; betreurt evenwel dat vele consumenten, met name ouders, blijkbaar niet voldoende kennis van videospellen en de mogelijke effecten ervan op kinderen hebben; 19. verzoekt de lidstaten nauw samen te blijven werken om de bescherming van minderjarigen te bevorderen en de sector te helpen systemen te ontwikkelen die hiertoe bijdragen, alsmede het PEGI-systeem op te nemen in hun wetgeving; dringt er bij de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat geen nationale classificatiesystemen worden ontwikkeld die leiden tot marktfragmentatie; 20. verzoekt de Commissie en de lidstaten samen te werken met consumentenorganisaties en andere belanghebbenden om het bewustzijn bij de consumenten, in het bijzonder jongeren, met betrekking tot de bestaande classificatiesystemen, met name het PEGI-systeem, te verbeteren; onderstreept dat het belangrijk is dat deze informatie wordt verstrekt in scholen; 21. onderstreept dat momenteel niet alle lidstaten regels hebben om ervoor te zorgen dat PR\ doc 5/8 PE v01-00

6 winkeliers de verkoop van geweldadige spellen beperken tot volwassenen; is van mening dat een gemeenschappelijke aanpak van straffen voor winkeliers een goede zaak zou zijn; verzoekt de lidstaten daarom passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat kinderen spellen kopen die geclassificeerd zijn voor een hogere leeftijdsgroep, bijvoorbeeld door middel van een identiteitscontrole; 22. verzoekt de Commissie en de lidstaten met autoriteiten in andere delen van de wereld samen te werken om de goedkeuring te stimuleren van internationale richtsnoeren, etiketteringssystemen en gedragscodes om mondiale classificatiesystemen voor videospellen en onlinespellen te bevorderen; 23. is van mening dat de sector moet worden aangemoedigd om de zelfreguleringssystemen voort te ontwikkelen en te verbeteren en dat er momenteel geen behoefte is aan wetgeving voor de hele EU op dit gebied; 24. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten. PE v /8 PR\ doc

7 TOELICHTING Doel met dit initiatiefverslag is het standpunt van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie betreffende de bescherming van de consumenten, met name minderjarigen, met betrekking tot het gebruik van videospellen, bekend te maken. Videospellen zijn steeds geliefder bij verschillende leeftijdsgroepen in Europa. Daarnaast zullen de totale inkomsten in de videospellensector volgens ramingen in 2008 meer dan EUR 7,3 miljard bedragen. Tegelijk maken technologische veranderingen en het feit dat meer spellen speciaal worden ontworpen voor volwassenen, het nodig dat een politiek debat over het regelgevingskader voor deze spellen wordt gevoerd. De rapporteur is van mening dat videospellen meestal onschadelijk en niet gewelddadig zijn. Bovendien kunnen zij worden gebruikt voor educatieve doeleinden en kunnen zij bijdragen tot de ontwikkeling van kennis en diverse vaardigheden die cruciaal zijn in de 21e eeuw. Tegelijk worden steeds meer videospellen ontwikkeld voor volwassenen met gewelddadige elementen die schadelijk kunnen zijn voor kinderen. Daarom moet aandacht worden besteed aan de bescherming van consumenten, met name kinderen. Deze bescherming moet ervoor zorgen dat consumenten toegang hebben tot correcte informatie over het product dat zij aankopen en dat kinderen geen spellen kunnen kopen die niet zijn bedoeld voor hun leeftijd. Veranderingen op het gebied van technologie en marktomstandigheden zorgen voor nieuwe uitdagingen. Terwijl videospellen vroeger werden gekocht in winkels en gespeeld op een vaste plek achter een computer of spelconsole, kunnen spellen nu worden gespeeld op mobiele apparaten, bijvoorbeeld mobiele telefoons. Tegelijk zijn videospellen interactiever en dynamischer geworden. Spelers kunnen hierdoor delen van het spel zelf ontwikkelen of deelnemen aan forumgesprekken en communities die in sommige videospellen zijn geïntegreerd. Deze veranderingen maken duidelijk dat het belangrijk is te zorgen voor passende bescherming van kinderen, met name door te voorkomen dat deze toegang krijgen tot mogelijk schadelijke inhoud die bedoeld is voor andere leeftijdsgroepen. Tegelijk wordt controle door ouders steeds moeilijker, doordat videospellen niet langer worden verdeeld in een fysieke verpakking met een duidelijk en gemakkelijk leesbaar etiket, maar kunnen worden gekocht en gedownload via het internet en doordat kinderen zonder dat hun ouders dit weten of hiermee instemmen, videospellen kunnen downloaden die niet geschikt zijn voor hun leeftijd of deelnemen aan interactieve en dynamische spellen. Hoewel de meeste videospellen onschadelijk zijn, zijn een aantal gewelddadige spellen verkrijgbaar en sommige lidstaten hebben in het verleden besloten bepaalde spellen te verbieden. Hoewel nooit een duidelijk verband tussen het spelen van en de blootstelling aan gewelddadige videospellen enerzijds en gewelddadig gedrag anderzijds is bewezen, is het belangrijk dat producenten, winkeliers en ouders stappen ondernemen om negatieve effecten te voorkomen. De rapporteur wil graag onderstrepen dat het belangrijk is in deze samenhang parallelle beleidsopties te volgen. Verdere ontwikkeling van effectief werkende leeftijdsverificatiesystemen voor onlinespellen is van cruciaal belang. Daarnaast moeten de PR\ doc 7/8 PE v01-00

8 Commissie en de lidstaten in samenwerking met de sector onderzoeken of het zin heeft een "rode knop" te ontwikkelen die in (mobiele) consoles of spelapparaten en computers kan worden geïntegreerd en die een bepaald spel buiten werking stelt of de toegang tot bepaalde delen van een spel gedurende bepaalde uren kan controleren. Het is ook belangrijk te zorgen voor passende controlemaatregelen voor onlineaankopen in verband met videospellen, inclusief aankopen met kredietkaarten of vouchers. Geharmoniseerde etiketteringsregels voor videospellen zouden een betere kennis van de etiketteringssystemen in de hand werken en tegelijk de goede werking van de interne markt bevorderen. De rapporteur is tevreden met het werk dat door de sector op het gebied van zelfregulering wordt verricht en steunt de initiatieven van de Commissie en de Raad om de goedkeuring van etiketteringsregels voor videospellen voor de hele EU te bevorderen en een vrijwillige gedragscode inzake voor kinderen bedoelde interactieve spellen op te stellen. Hij is ook tevreden met het werk van de Raad van Europa om richtsnoeren voor videospellen op te stellen en de kennis van kinderen op het gebied van veiligheid met betrekking tot het internet in het algemeen te verbeteren. De invoering van het PEGI-systeem om spellen te classificeren is belangrijk, omdat dit instrument de transparantie voor ouders en andere consumenten bij de aankoop van spellen heeft vergroot. Niettemin hebben kopers blijkbaar niet voldoende kennis van videospellen en de mogelijke effecten ervan op kinderen. De Commissie en de lidstaten moeten ook samenwerken met consumentenorganisaties, scholen en andere belanghebbenden om het bewustzijn bij de consumenten, in het bijzonder jongeren, met betrekking tot de bestaande classificatiesystemen, met name het PEGI-systeem, te verbeteren. Voorts is het belangrijk dat de lidstaten nauw blijven samenwerken om de bescherming van minderjarigen te bevorderen en de sector te helpen systemen te ontwikkelen die hiertoe bijdragen. De lidstaten worden aangemoedigd het PEGI-systeem op te nemen in hun wetgeving en ervoor te zorgen dat geen nationale classificatiesystemen worden ontwikkeld die het PEGI-systeem verzwakken of tot marktfragmentatie leiden. Tegelijk merkt de rapporteur op dat niet alle lidstaten regels hebben om ervoor te zorgen dat winkeliers de verkoop van geweldadige spellen beperken tot volwassenen. Hij is van mening dat een gemeenschappelijke aanpak van straffen voor winkeliers een goede zaak zou zijn. Daarom verzoekt hij de lidstaten passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat kinderen videospellen kopen die geclassificeerd zijn voor een hogere leeftijdsgroep. De rapporteur is van mening dat de sector wel moet worden aangemoedigd de zelfreguleringssystemen voort te ontwikkelen, maar dat er momenteel geen behoefte is aan wetgeving voor de hele EU op dit gebied. PE v /8 PR\ doc