Bereikmetingen IVN Limburg 2013

Transcriptie

1 Bereikmetingen IVN Limburg 2013 Rapportage bereikmeting Limburgse IVN afdelingen Bestuur IVN District Limburg, 20 januari 2015 Inhoud Samenvatting... 1 Bereik per regio of afdeling... 1 Nadere toelichting... 2 Totaalbereik en foutmarges... 2 Bereik per regio of afdeling... 3 Vergelijk landelijk met Limburg... 5 IVN District Limburg wil graag weten of de educatieve inspanningen op het gebied van Natuur- en Milieueducatie en Duurzaamheid effect hebben en voert daarom bereikmetingen uit. Wij inventariseerden dit voor volwassenen en jeugd & jongeren en sinds 2013 ook ten aanzien van communicatie. De metingen hadden zowel in 2012 als in 2013 betrekking op 33 van de 35 Limburgse afdelingen, een respons van 94%. Samenvatting In 2012 bereikten wij ongeveer deelnemers, in 2013 waren dit er , gemiddeld 1820 deelnemers per afdeling. Ondanks de positieve tendens zijn wij voorzichtig met conclusies vanwege de toe te kennen waarde aan contactmomenten, vraagstelling, interpretatieverschillen, het aandeel van IVN binnen samenwerkingsactiviteiten en grote aantallen die het gemiddelde sterk beïnvloeden. Het aantal bereikte volwassenen bedroeg in ; het aantal jeugdigen en jongeren Communicatie was zinvol voor personen via websites, persberichten, service, afdelingsbladen, en andere media als facebook, twitter en Youtube filmpjes. Bereik per regio of afdeling De bereikmetingen zijn per regio opgeteld om verschillen te laten zien, maar ook om na te gaan hoe je effectiever kunt zijn. De vergelijkbaarheid is lastig vanwege het aantal afdelingen in de regio, het aantal inwoners (stad of dorp) en de beschikbaarheid van kader. Opvallend is: Een prima bereik van Jeugd- & Jongeren door activiteiten te richten op schooljeugd (IVN Maasdorpen), groepen te betrekken via Maastschappelijke Stages (IVN Maas&Niers), terwijl activiteiten in het kader van Scharrelkids overal een beperkt aandeel hebben. Positief binnen hun regio waren: Land van Swentibold, Brunssum-Onderbanken, Voerendaal, Weert en Roermond. Valkenburg en Munstergeleen scoorden goed via de heemtuin, Geysteren-Venray en Maastricht door grote manifestaties, Weert en Elsloo met lezingen, VTN Cadier&Keer met natuurbeheer. Cursussen hebben over het algemeen een laag bereik, maar leveren wel nieuw kader op. 16 afdelingen verzorgden excursies-op-aanvraag met als uitschieters Maas & Niers (21), Maastricht (12), Maasdorpen (9), Ubachs over Worms (6), Land van Swentibold/Born, Roermond, Weert, Ulestraten, Geijsteren-Venray en Meijel (3-5). Aanvullend hierop zijn er 10 aanvragen afgehandeld via het excursieloket, soms van ver buiten de regio. Deze zijn doorverwezen naar afdelingen of de landschapsgidsen-pool. 1

2 Nadere toelichting Totaalbereik en foutmarges In 2012 bereikten de 33 (van de 35) afdelingen in Limburg ca deelnemers, nu in 2013 waren dit er Rekening houdend met grote marges in betrouwbare aantallen en een iets andere vraagstelling is dit aantal van 2013 vergelijkbaar met Wel kunnen we een lichte toename zien in het bereik bij excursies en bij jeugd&jongeren, met dezelfde vraagstelling, die onderling goed te vergelijken zijn. Een lichte toename, ondanks de indruk dat we verouderen en minder mensen beschikbaar hebben om dezelfde output te leveren. (De piekleeftijd van de landelijk geregistreerde leden, ligt voor Limburg in de categorie jr met 35% van de leden, dus de rest jonger en ouder. Landelijk geldt dit voor 27% van de leden.) Ook landelijk heeft het IVN een bereikmeting uitgevoerd. Het bereik van 1820 deelnemers per afdeling in Limburg is vergelijkbaar met het landelijke bereik: over 61 afdelingen of 2190 per afdeling. Wel past hier de aantekening dat vermoedelijk met name de actiefste afdelingen aan de landelijke bereikmeting hebben meegedaan (60% respons) en dus kan je dit niet extrapoleren en exact vergelijken, daarnaast kan de vraagstelling anders zijn. Cijfers die in de grafieken zijn weergegeven moeten dus wel met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Bij de mensen die we bereiken zitten bijvoorbeeld ook bezoekers van open dagen waar het IVN te gast was. Daarvan hebben we wel gevraagd hoeveel mensen daadwerkelijk de stand bezochten danwel of het totaal gedeeld is door het aantal organisaties die mee deden aan die dag, om een relevanter aantal te noteren als bezoeker van de IVN-stand of activiteit. En natuurlijk zijn deze bezoekers oppervlakkiger in contact gekomen dan bijvoorbeeld de deelnemers aan een cursus, waarbij er deelnemers ook doorstromen naar kader van het IVN. Natuurlijk sluipen er ook foutjes in of interpretatieverschillen bij het invullen, alhoewel we hebben geprobeerd duidelijke vragen te stellen. Maar deze foutjes tellen niet zo hard mee op een totaal van Voor twee afdelingen die geen cjfers hebben aangeleverd, zijn gedeeltelijk de cijfers van 2012 genomen, omdat die niet veel zullen verschillen van 2013; het ging voor die twee afdelingen om 7000 respectievelijk 1000 contacten en dat telt wel zichtbaar aan in het totaal. Nog een voorbeeld: een afdeling heeft 80 deelnemers ingevuld bij 4 workshops, betekent dat nu 20 deelnemers die 4 workshops volgen en behorende tot 1 activiteit of zijn het 4 workshops met 4 keer 20 verschillende deelnemers? Dat kunnen wij als verwerkers niet allemaal weten. Daarom is een opmerking plaatsen over wat voor soort workshop handig voor de verwerking. Wel hebben we bijna alle afdelingen terugg d met nog een aanvullende vraag, dus veel extra werk, want 35 afdelingen x drie formulieren met drie verschillende bereiken, betekent wel 105 formulieren bijstellen. Kortom, met een redelijke betrouwbaarheid halen we een bereik van in totaal deelnemers voor volwassenen en Jeugd&jongeren, met afzonderlijk resp deelnemers. Het communicatie bereik is apart bekeken en daar bereiken we mensen via websites ( bezoekers per jaar per afdeling), via persberichten, service, afdelingsbladen, en andere media als facebook, twitter, you-tube filmpjes. 2

3 Bereik per regio of afdeling De bereikmetingen zijn per regio opgeteld om aan te geven welke verschillen er in het bereik per regio zitten. Vooral om te laten zien dat er verschillen zijn, maar ook bij wie een afdeling te rade zou kunnen gaan voor advies over een beter bereik. Ook deze getallen zijn moeilijk exact te vergelijken omdat de ene regio meer afdelingen heeft dan de andere, of een stad een ander bereik heeft dan een dorp. Daarnaast is een regio c.q. afdeling ook heel erg afhankelijk welk kader er beschikbaar is om een specifieke activiteit uit te voeren. Om toch een poging tot vergelijken te doen: als je jeugd&jongeren bekijkt, dan bereikt Noord gemiddeld meer jeugd dan Maas&Mergelland, vooral doordat De Maasdorpen veel aan schooljeugd doet en Maas&Niers heel diverse groepen trekt door onder andere Maatschappelijke stages. Dat laatste telt harder aan dan iedere maand een activiteit met wisselende aantallen, maar vaak dezelfde deelnemers zoals bijvoorbeeld aan de Scharrelkids-activiteiten van de afdeling. Zo zie je ook Land van Swentibold, Brunssum-Onderbanken, Voerendaal, Weert en Roermond beduidend meer jeugd bereiken dan de andere afdelingen in die regio's. 3

4 Bij het volwassenen-bereik springen Valkenburg, Munstergeleen (beide grotere bezoekersaantallen via hun heemtuin), Geysteren-Venray, Maastricht (veel op grotere manifestaties) er in aantallen uit. Weert en Esloo bereiken veel mensen met lezingen en VTN Cadier&Keer concentreert zich op natuurbeheer, om maar een paar voorbeelden te noemen. Zo bereikt iedere afdeling een andere doelgroep en vullen ze elkaar aan in de diversiteit aan activiteiten. Opvallend is het lage aantal deelnemers aan cursussen. Het cursusaanbod dat varieert tussen 0 en 2 cursussen per jaar per afdeling, waarbij Maastricht gemiddeld op 4 (3-6) cursussen per jaar zit, Roermond had er 3, Spau-Beek 1 en 4 workshops; de rest met 1 cursus, veelal korte cursussen of workshops. Vogelcursussen worden het meest aangeboden. De ervaring is dat je met cursussen en workshops nieuwe leden kan trekken. Wel meer dan voorheen zijn er afdelingsoverschrijdende cursussen zoals Natuurgidsencursussen, Landschapsgidsencursussen en Jeugdbegeleiderscursussen, die in 2013 zijn ingezet en in 2014 en 2015 volop lopen. Iedere Regio heeft zo'n afdelingsoverschrijdende cursus georganiseerd. 4

5 Ook opvallend is dat er 81 excursies op aanvraag door 16 afdelingen zijn verzorgd, dus gemiddeld 5 per afdeling. Maar ook 19 afdelingen met 0 aanvragen. Het grootste aandeel is van Maas & Niers (21 aanvragen, voor zover we weten de aangevraagde excursies van Limburgs Landschap), 12 bij Maastricht door groepen uit het hele land, 9 bij de Maasdorpen, 6 bij Ubachs over Worms voor een camping, 3-5 bij Land van Swentibold/Born, Roermond, Weert, Ulestraten, Geijsteren-Venray en Meijel, de overige 5 afdelingen 0-2 per afdeling, veelal voor lokale verenigingen, groeperingen of voor andere IVN-afdelingen. Daarom is het in 2014 door het District ingesteld loket aanvullend op dit aanbod, waarbij vooral aanvragen komen van ver buiten de afdeling of regio. De 10 aangevraagde excursies via dit loket zijn doorverwezen naar afdelingen of naar de landschapsgidsen-pool. Vergelijk landelijk met Limburg Deelnemers per activiteit: Groen = groter bereik Limburg (32-34 afdelingen) Landelijk (61 afdelingen) Cursussen Jeugd- en Jongerenactiviteiten Excursies Natuurbeheer (intern) Natuurbeheer (met publiek) zie intern Overige activiteiten (Limburg: lezingen, grote activiteiten en overig) Totaal bereik: is dus grofweg vergelijkbaar met andere accenten We hebben ook gevraagd naar het aantal perspublicaties. Door deze 61 afdelingen zijn in 2013 in totaal persuitingen waaronder natuurlijk ook aankondigingen van activiteiten - in lokale, regionale of landelijk bladen gepubliceerd. Dat is indrukwekkend: per afdeling meer dan 23 keer aandacht in de media in een jaar tijd! Opvallend is vooral het grote bereik onder kinderen in het basisonderwijs. 5