deskundige bouwkundig tekenaar provincie Limburg Functiehouder Doel van de functie Beoordelaars Resultaatsgebieden

Transcriptie

1 Functiehouder functie: deskundige bouwkundig tekenaar graad: deskundige salarisschaal B1-B2-B3 niveau: B benoemingscode: contractueel departement: de dienst Mobiliteit en Routenetwerken Doel van de functie De tekenaar binnen de dienst Mobiliteit en Routenetwerken bereidt diverse vakinhoudelijke taken voor en voert deze uit, zoals voorbereiden en uitvoeren van opmetingen, controles, berekenen en verwerken van wegenbouwtechnische gegevens via gespecialiseerde software, om zo samen met en voor de collega-ingenieurs, de gemeenten producten af te leveren binnen de vereiste tijdspanne en volgens de vooropgestelde kwaliteitsvereisten, procedures en veiligheidsvoorschriften. Het overgrote deel hiervan betreft het maken van ontwerpen binnen het functionele en toeristische fietsroutenetwerk alsook de opvolging van de werken. Voor o.a. opmetingen werk je samen in een team van ingenieurs tekenaars van de eigen dienst en van de dienst Water en Domeinen. De belangrijkste bedoeling is het opstellen van plannen voor de realisatie van toeristische en functionele fietsinfrastructuur. Ondersteuning bij de opmeting van de projecten en uittekenen van het proejct in een CAD-omgeving. Tekenen van grondplan, berekeningen grondverzet en lengte- en dwarsprofielen. Beoordelaars Eerste evaluator: Monica Silvestrini Tweede evaluator: Vera Boesmans Resultaatsgebieden RESULTAATSGEBIED 1: voorbereiding op terrein Bij (nieuwe) fietsprojecten : voorbereiding op terrein zodat het ontwerp van start kan gaan. In samenspraak met de leidende ingenieur, uitvoeren van plaatsbezoeken van het nieuwe project en verzamelen van fotomateriaal en belangrijke randgegevens. Verrichten van opmetingen op het terrein ter plaatse van te realiseren projecten in samenspraak met de landmeter. Deelnemen aan intern werkoverleg om projecten intern af te stemmen met betrokken partijen. RESULTAATSGEBIED 2: het opstellen van plannen/tekeningen ten behoeve van (vooral) fietsinfrastructuurwerken. Gedetailleerd ontwerp in een CAD-omgeving zodat het ontwerp verder kan besproken worden en klaargemaakt worden voor aanbesteding. Tekenen van de nodige plannen van ontwerpen van te realiseren projecten. Opmaken van grondinnemingsplannen (eventueel). Aanpassen van bestaande ontwerpen (bijvoorbeeld op basis van opmerkingen van externe instanties). RESULTAATSGEBIED 3 : finalisering van het ontwerp Je ondersteunt de bouwkundig ingenieur zodat het ontwerp kan gefinaliseerd worden en de aanbestedingsdocumenten kunnen opgemaakt worden. - Berekenen van hoeveelheden in de meetstaat van een te realiseren project. - Uittekenen van dwarsprofielen en lengteprofiel. - Bijzondere en nodige aandacht voor de waterhuishouding, zoals de dimensionering en hoogteligging van de grachten. RESULTAATSGEBIED 4: evaluatie van gerealiseerde projecten Je verzorgt (mee) de evaluatie van de gerealiseerde projecten zodat de kwaliteit van de komende project steeds verhoogt. - Opmetingen op het terrein van een gerealiseerd project. - Tekenen van de nodige plannen van gerealiseerde projecten zoals ze zijn uitgevoerd. N=

2 - Opzoeken in documentatie en op internet van de meest recente informatie over beschikbaar straatmeubilair, bewegwijzering, bouwproducten, enz. - Op de hoogte blijven van evoluties in het werkdomein en voorstellen doen tot verbetering. RESULTAATSGEBIED 5 : algemeen Rapporteren aan de leidend ingenieur binnen de dienst en/of de leidinggevende. O.a. het opzoeken van technische gegevens zoals in kadasterplannen, stafkaarten, gewestplannen, TRP-uittreksels, technische bundels, atlas buurtwegen na opdracht van leidinggevende voor particulieren, studiebureaus, gemeenten of voor intern gebruik en dit op vlotte en klantvriendelijke wijze. Deelnemen aan interne en externe overlegmomenten. Waardegebonden competenties 1 Steeds verbeteren Steeds verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. Steeds verbeteren niveau 2 Ontwikkelt zich binnen de eigen functie en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van taken. Werkt zich in nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak in (bv. regelgeving, informaticatoepassingen, werkmethoden, ). Informeert zich over nieuwe ontwikkelingen voor de eigen functie (leest vakliteratuur, neemt deel aan congressen, ). Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk. Gaat na of/hoe nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de eigen functie kunnen toegepast worden. Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te verbeteren en werkt dit verder uit tot concrete voorstellen. 2 Sterke klantgerichtheid De behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren, met het oog op het dienen van het algemeen belang. Sterke klantgerichtheid niveau 3 Onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren. Onderzoekt op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan worden verbeterd. Vraagt gericht naar de wensen, behoeften en verwachtingen van klanten (tevredenheidsenquêtes, mondeling ondervragen, ). Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te verbeteren. Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten. Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om in de praktijk. Neemt acties om de dienstverlening ten aanzien van specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun beperkingen en behoeften (vb. handicap, allochtonen, ). 3 Goed samenwerken Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, entiteit of de organisatie. Goed samenwerken niveau 3 Stimuleert de samenwerking binnen de eigen dienst. Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren. Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen. Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen. Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben. Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor verscheidenheid in mensen. Geeft opbouwende kritiek en feedback. Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden. 4 Hoge betrouwbaarheid Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen. Handelen vanuit respect voor administratieve regels en vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg,...). Hoge betrouwbaarheid niveau 2 Brengt sociale en ethische normen in de praktijk. O=

3 Neemt de verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe). Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau. Spreekt anderen erop aan wanneer hun handelen niet conform is met bestaande regels en afspraken. Handelt consequent: neemt in gelijkaardige omstandigheden gelijkaardige standpunten in of een soortgelijke houding aan. Schat correct in of informatie al dan niet verder kan of mag verspreid worden. Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken. Gedragscompetenties 1 Omgaan met stressfactoren Efficiënt gedrag vertonen in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek. Blijft kalm en rustig in situaties van langdurig verhoogde druk en/of in kritische situaties die eigen zijn aan de taak. Blijft rustig praten en geeft een ontspannen indruk, ook al maakt zijn/haar gesprekspartner het hem/haar moeilijk. Blijft bij tegenwerking of confrontaties correct en tactvol: vermijdt woordenwisselingen, reageert respectvol. Staat ook tijdens kritische momenten open voor kritiek en blijft bereid zijn/haar eigen aanpak te toetsen. Kan problemen, spanningen of tegenslagen relativeren. Blijft doorzetten op moeilijke momenten, bij tegenslagen en teleurstellingen. 2 Overtuigingskracht Instemming verkrijgen van anderen via goede argumenten, gepaste beïnvloedingsmethodes en autoriteit. Overtuigt omwille van de inhoud én de wijze waarop de inhoud wordt gebracht. Reageert adequaat op negatieve reacties, weerstanden of tegenargumenten. Toont begrip voor meningen en standpunten van anderen. Kan enthousiasme losmaken door de manier waarop hij/zij voorstellen en ideeën aanbrengt en verdedigt. Brengt zijn/haar argumenten scherp onder woorden. Brengt een persoonlijke en genuanceerde argumentatie naar voren. 3 Oordeelsvorming Meningen uiten en inzicht hebben in de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria. Neemt standpunten in, met inzicht in de gevolgen daarvan. Geeft een gefundeerd oordeel, rekening houdend met de te verwachten gevolgen. Kijkt ook naar de mogelijke neveneffecten, minder evidente gevolgen. Motiveert en beargumenteert het eigen oordeel of de beslissing. Neemt ten aanzien van problemen of situaties een persoonlijk standpunt in. Neemt standpunten in op basis van onvolledige, maar voldoende informatie. 4 Creativiteit Originele en/of vernieuwende oplossingen en voorstellen formuleren. Kan verschillende ideeën en oplossingen bedenken. Ziet mogelijkheden om werkwijzen uit andere vakgebieden in het eigen domein in te zetten. Komt met nieuwe ideeën, voorstellen en oplossingen. Stelt alternatieven voor wanneer een voorstel op hindernissen of tegenkanting stuit. Past een bestaande oplossing toe waar dit niet voor de hand ligt. Bekijkt een gegeven vanuit verschillende hoeken en komt daardoor op nieuwe ideeën. Brainstormt over zoveel mogelijk ideeën zonder zich onmiddellijk te laten tegenhouden door praktische belemmeringen. 5 Initiatief Kansen onderkennen en uit eigen beweging acties voorstellen en/of ondernemen. P=

4 Zoekt mogelijkheden ter verbetering. Heeft oog voor zaken waar de hiërarchie eventueel niet aan denkt en handelt ernaar/brengt ze onder de aandacht. Ontwikkelt voorstellen om bestaande situaties te verbeteren. Stelt zelf documentatie samen om efficiënt te kunnen werken. Zoekt alternatieve oplossingen wanneer hij/zij met structurele problemen wordt geconfronteerd. Geeft aan waar het afgegeven resultaat mogelijk kan verbeterd worden. 6 Resultaatsgerichtheid Het ondernemen van concrete en gerichte acties met het oog op het behalen of overstijgen van doelstellingen. Niveau 1 Werkt gericht en actief aan het bereiken van de vooropgestelde doelen. Formuleert de eigen doelstellingen in termen van concreet gedrag (meetbaar resultaat, inbouwen van een deadline). Geeft concreet aan hoe de doelen zullen bereikt worden (wie, wat, wanneer). Beoordeelt regelmatig de stand van zaken ten opzichte van wat bereikt moet worden. Stuurt bij wanneer de doelstellingen in het gedrang komen. Zoekt uit zichzelf alternatieven wanneer een actie niet tot een goed resultaat heeft geleid. 7 Voortgangscontrole Bewaken van de voortgang in tijd en van de kwaliteit van eigen processen en/of die van collega's of medewerkers. Niveau 1 Volgt de voortgang van het eigen werk op. Controleert het eigen werk. Volgt de voortgang van werkzaamheden en processen in de tijd op. Rapporteert spontaan over de voortgang van zijn/haar werk. Legt vervolgafspraken en activiteiten vast. Gaat regelmatig na welke zaken tegen wanneer beschikbaar moeten zijn en geeft er het juiste gevolg aan. Q=

5 Kennisgebonden competentie Over de gewenste kennis en inzichten beschikken eigen aan het vak, de metier, de sector en/of de discipline en die kennis gepast kunnen inzetten in het werkveld, hetzij in basistoepassingen, op professioneel niveau, of als expert. Tekeninzicht, ruimtelijk denken en zin voor esthetiek. Plannen lezen, plannen tekenen en wegenbouwkundige details begrijpen en uittekenen. Goede tot zeer goede kennis van Autocad (kennis van 3D autocad is een pluspunt). Goede kennis in verband met het technisch tekenen voor de aanleg van wegen en rioleringen. Grondige kennis van de meetmethodes en meetsystemen (topografische meetapparatuur). Goede kennis van klasseersystemen van kadasterplannen, gewestplannen, stafkaarten, atlassen, TRP's. Goede kennis van GIS is een positief punt. Je bent computervaardig op het gebied van de courante Officepakketten (Word, Excel). Basisinzicht in de structuur van het provinciebestuur, provinciewetgeving R=