FORENSISCH AMBULANTE RISICO EVALUATIE FARE

Transcriptie

1 E T N A L U B M A H C S I S N FORE E R A F E I T A U L A V E O C I S RI G IN R O C S N E T N U P S T H C A D UITLEG EN AAN

2 FORENSISCH AMBULANTE RISICO EVALUATIE FARE Doel Vaststellen recidiverisico en monitoren behandelvoortgang Doelgroep Volwassen cliënten (18 jaar en ouder) die vanwege dreigend delictgedrag worden behandeld in een forensische polikliniek Gebruikers Behandelaren met minimaal enige basiskennis van en ervaring met risicotaxatie. Training is vereist als deze kennis en ervaring ontbreekt

3 FORENSISCH AMBULANTE RISICO EVALUATIE FARE Periode waarop de scoring betrekking heeft Statische factoren: vanaf kindertijd tot huidige taxatie Dynamische factoren: afgelopen 6 maanden Item indicatoren Bij elk item staan indicatoren uitgewerkt ondersteund met concrete voorbeelden. De indicatoren worden per antwoordcategorie (0-4) in oplopende mate van ernst weergegeven (voorbeeld op volgende dia). Antwoordcategorieën Op een 5-puntsschaal van potentiele bescherming (score 0) tot ernstige grensoverschrijdend gedrag/ houding/situatie (score 4)

4 Indicatoren Potentieel beschermend Ernstig grensoverschrijdend

5 ITEMS FARE Statische items Dynamische items S1. Leeftijd eerste politiecontact D1. Disfunctioneren opleiding/werk S2. Aantal eerdere en huidige veroordelingen D2. Financieel wanbeleid S3. Diversiteit (dreigend) delictgedrag D3. Delinquent sociaal netwerk S4. Regelovertredend gedrag in het verleden D4. Beperkte vrijetijdsbesteding S5. Instabiliteit school/werk in het verleden D5. Problematische (ex-) partnerrelatie S6. Problematisch middelengebruik in het verleden D6. Instabiliteit woonsituatie D7. Problematisch middelengebruik D8. Gebrekkige impulsbeheersing D9. Disfunctionele oplossingsvaardigheden D10. Antisociale houding D11. Regelovertredend gedrag

6 S1: LEEFTIJD EERSTE POLITIECONTACT De leeftijd waarop iemand zijn/haar eerste politiecontact had gehad als verdachte. Let op: Het gaat er niet om of het politiecontact heeft geleid tot een veroordeling.

7 S2: AANTAL EERDERE EN HUIDIGE VEROORDELINGEN Alle veroordelingen tot en met de huidige taxatie, dus inclusief een eventuele veroordeling van het indexdelict. Let op: Meerdere zaken met verschillende pleegdata die in één veroordeling zijn opgenomen, worden als 1 veroordeling geteld. Indien het precieze aantal veroordelingen onbekend is door termen als meerdere, een aantal, een paar keer etc. dan telt dit als twee veroordelingen.

8 S3: DIVERSITEIT (DREIGEND) DELICTGEDRAG Tel het aantal type delicten / dreigend delictgedrag tot aan de huidige taxatie.

9 S4: REGELOVERTREDEND GEDRAG IN HET VERLEDEN Beoordeel (de mate van) het regelovertredend gedrag in het verleden tot aan de huidige taxatie.

10 S5: INSTABILITEIT OPLEIDING/WERK IN HET VERLEDEN Beoordeel het gedragsmatig functioneren tot aan de huidige taxatie op het gebied van opleiding en/of werk. Let op: Vraag het opleidingsverleden ook goed uit. Laat het arbeidsverleden zwaarder meewegen dan het opleidingsverleden als de cliënt al jaren werkt.

11 S6: PROBLEMATISCH MIDDELENGEBRUIK IN HET VERLEDEN Beoordeel de mate van middelen gebruik, de functie van het gebruik en neem hierin de criteria van de DSM 5 mee.

12 D1: DISFUNCTIONEREN OPLEIDING/WERK Beoordeel in welke mate de cliënt in de afgelopen 6 maanden heeft gedisfunctioneerd wat betreft dagbesteding zoals opleiding en/of (vrijwilligers)werk. Let op: Scoor een 0 indien iemand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en niet meer werkt of arbeidsongeschikt is verklaard.

13 D2: FINANCIEEL WANBELEID Beoordeel de mate waarin in de afgelopen 6 maanden sprake is geweest van een financieel wanbeleid (structurele disbalans tussen uitgaven/schulden en inkomsten/spaargeld) door het gedrag van de cliënt. Let op: Onder schulden worden alle uitstaande geldleningen verstaan inclusief hypotheek. Geef score 1 als de cliënt onder curatele of bewind staat en de cliënt hierin goed functioneert. Als er geen sprake meer is van een curator of bewindvoerder moet er opnieuw worden beoordeeld.

14 D3: DELINQUENT SOCIAAL NETWERK Beoordeel de mate waarin de cliënt in de afgelopen 6 maanden omgang heeft gehad met een sociaal netwerk van vrienden, kennissen en/of familieleden die criminele activiteiten ontplooien, in aanraking zijn geweest met politie en/of justitie of antisociaal gedrag/houding vertonen. Let op: Score 1 wordt gegeven als cliënt sociaal geïsoleerd is (geen netwerkleden heeft).

15 D4: BEPERKTE VRIJETIJDSBESTEDING Beoordeel de prosociale vrijetijdsactiviteiten die de cliënt in de afgelopen 6 maanden heeft ondernomen. Let op: Als er sprake is van extern (opgelegde) vrijheidsbeperkende maatregelen, beoordeel de invulling van de vrije tijd dan gegeven deze situatie. Ontplooid de cliënt bijvoorbeeld binnen de grenzen van de maatregel activiteiten zoals het volgen van online cursussen.

16 D5: PROBLEMATISCHE (EX-) PARTNERRELATIE Beoordeel de kwaliteit van de (ex-) partnerrelatie van de cliënt in de afgelopen 6 maanden. Let op: Scoor een 0 als er in de afgelopen 6 maanden geen sprake was van een partnerrelatie. Neem de relatie met een ex-partner mee in de beoordeling als de relatie nog van invloed is op het functioneren van de cliënt in bijvoorbeeld emotionele of seksuele zin.

17 D6: INSTABILITEIT WOONSITUATIE Beoordeel de leefomgeving en het soort (o.a. vast, tijdelijk) verblijfsadres van de cliënt in de afgelopen 6 maanden.

18 D7: PROBLEMATISCH MIDDELENGEBRUIK Beoordeel de mate waarin het gebruik van middelen door de cliënt in de afgelopen 6 maanden heeft geleid tot problemen in het functioneren op diverse levensgebieden.

19 D8: GEBREKKIGE IMPULSBEHEERSING Beoordeel de mate waarin de cliënt de afgelopen 6 maanden problemen heeft gehad met het beheersen van gedrag en/of emoties, al dan niet in relatie tot het (dreigend) delictgedrag.

20 D9: DISFUNCTIONELE OPLOSSINGSVAARDIGHEDEN Beoordeel de inadequate wijze waarop de cliënt in de afgelopen 6 maanden met probleem- en stresssituaties is omgegaan.

21 D10: ANTISOCIALE HOUDING Beoordeel de houding van de cliënt in de afgelopen zes maanden ten aanzien van onder andere criminaliteit, regels, autoriteit, persoonlijke grenzen van anderen, etc.

22 D11: REGELOVERTREDEND GEDRAG Beoordeel (de mate van) het regelovertredend gedrag van de cliënt in de afgelopen 6 maanden.

23 ALGEMENE SCORING TIPS Lees de indicatoren goed door en de toelichting van de scores. Er zijn (nog) geen richtlijnen over het aantal items dat mag ontbreken zonder dat de FARE haar betrouwbaarheid verliest dus vraag alles uit en voorkom lege items.

24 CONTACTGEGEVENS Voor alle informatie over de FARE: Heb je vragen of opmerkingen ons: