Regionale arbeidsmarkten, migratie en woon-werkverkeer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regionale arbeidsmarkten, migratie en woon-werkverkeer"

Transcriptie

1 Regionale arbeidsmarkten, migratie en woon-werkverkeer Peter Ekamper en Leo van Wissen Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Postbus AR Den Haag 18 augustus 2000

2

3 1. Inleiding In de afgelopen twintig jaar is zowel de werkgelegenheid als het arbeidsaanbod in Nederland met ruim een kwart toegenomen. Er zijn echter wel grote regionale verschillen in deze ontwikkelingen. Het regionale arbeidsaanbod verandert, behalve door verandering van de arbeidsparticipatie en de omvang van de potentiële beroepsbevolking (de bevolking van 15 tot 65 jaar), vooral door interregionale mobiliteit in de vorm van de binnenlandse migratie en het woon-werkverkeer. Migratie vindt echter niet alleen om werkredenen plaats. Bij de redenen waarom mensen verhuizen wordt doorgaans een onderscheid gemaakt tussen redenen in verband met de woning, persoonlijke of met de huishoudenssamenstelling samenhangende redenen en redenen in verband met het werk. De mobiliteit als gevolg van redenen in verband met de woning en persoonlijke of huishoudensomstandigheden is de zogenaamde residentiële migratie. De mobiliteit als gevolg van werkredenen is de arbeidsmigratie. Deze traditionele tweedeling - even afgezien van enkele aanvullende redenen, die voor specifieke groepen gelden, zoals opleiding - vinden we terug in de theorie, analyse en modellering van mobiliteit. Residentiële migratie is vooral woningmarktgestuurd en vindt meestal plaats over kortere afstanden. Arbeidsmigratie wordt door de arbeidsmarkt gestuurd en vindt plaats over grotere afstanden. Dit onderscheid tussen residentiële migratie en arbeidsmigratie is ook aanwezig in het Regionaal Demografisch Prognosemodel (RDP-model) van de Rijksplanologische Dienst (Eichperger & Gordijn, 1994, Eichperger & Pálsdottir, 1999) en andere modellen die een belangrijke migratiecomponent hebben, zoals het COMBI-model (Crommentuijn & Heida, 1996). In het Regionaal Demografisch Prognosemodel van de RPD wordt een structurele binnenlandse migratiecomponent onderscheiden, waarin zowel arbeidsmigratie als woninggerelateerde migratie een rol spelen. Het COMBI-model is een simulatiemodel dat de demografische ontwikkeling op regionaal niveau beschrijft in samenhang met onder andere de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Het voorliggende onderzoek concentreert zich op de arbeidsmigratie. Het motief voor een studie op dit terrein, zoals geformuleerd door de RPD, is het vermoeden dat het belang van werkredenen voor migratie in belang is afgenomen. Als gevolg daarvan zouden regionale verschillen in spanningen op de arbeidsmarkt minder snel leiden tot migratiebewegingen. Dit onderzoek beoogt twee vragen te beantwoorden die van belang zijn voor een goed inzicht in de ontwikkeling van de binnenlandse migratie nu en in de toekomst: 1. In hoeverre is de invloed van de regionale arbeidsmarktontwikkeling op de binnenlandse migratie teruggelopen? 2. Welke substitutie-effecten hebben hierbij een rol gespeeld? De antwoorden op deze vragen kunnen consequenties hebben voor de specificatie van de interregionale migratiecomponent van het Regionaal Demografisch Prognosemodel en van andere (beleids)modellen met een binnenlandse migratiecomponent. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens uit de Enquête Beroepsbevolking 1992 en 1997 en het Woningbehoeftenonderzoek 1998 van het CBS, die via het Wetenschappelijk Statistisch Agentschap zijn verkregen. 1

4 2. Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk wordt een onderzoeksopzet beschreven die op verschillende niveaus antwoord geeft op de gestelde vragen. De eerste vraag die we willen beantwoorden is of werkredenen als verhuismotief in de tijd minder belangrijk zijn geworden. Deze vraag kan worden beantwoord op basis van microgegevens. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van opeenvolgende versies van het Woningbehoefteonderzoek (WBO) in de periode Met het WBO kunnen de antwoorden op de vragen naar de verhuismotieven worden geanalyseerd. Als werkredenen minder belangrijk zijn geworden, zou dat in een tijdreeks van verhuismotieven tot uiting moeten komen. In hoofdstuk 3 wordt in meer detail uitgelegd hoe deze analyse zal worden uitgevoerd. De in het eerste hoofdstuk geformuleerde vragen zijn niet volledig op het microniveau van de individuele migrant te beantwoorden. Het zijn feitelijk vragen op het macroniveau van de regionale arbeids- en woningmarkten. Het belangrijkste deel van het onderzoek is daarom een analyse op het regionale (COROP) niveau, die het best aangeduid kan worden als demografie van de regionale woon-werkbalans. Deze methode geeft aan op welke wijze veranderingen in de regionale vraag naar arbeid opgevangen worden door veranderingen in de omvang van de in de regio werkzame beroepsbevolking. Er zijn meerdere mogelijkheden: C C C C C C toename van de werkzame beroepsbevolking door toename van de regionale arbeidsparticipatiegraad toename van de werkzame beroepsbevolking door natuurlijke groei (de instroom van jonge cohorten is groter dan uitstroom van oude cohorten) toename van de werkzame beroepsbevolking door netto binnenlandse immigratie toename van de werkzame beroepsbevolking door netto buitenlandse immigratie toename van het inkomende woon-werkverkeer afname van het uitgaande woon-werkverkeer Door de regionale woon-werkbalans in de tijd te volgen, is het mogelijk om veranderingen in de arbeidsvraag en veranderingen in het regionale arbeidsaanbod, uiteengelegd in bovengenoemde componenten per periode vast te stellen. Door een periode op deze manier te analyseren, is het mogelijk om het aandeel van de ene component in relatie tot de andere componenten vast te stellen: in dit geval het belang van de binnenlandse migratie in vergelijking met het binnenlandse woon-werkverkeer voor de regionale arbeidsmarktontwikkeling. Overigens is met deze methode het relatieve belang van elk van de bovengenoemde componenten in het voldoen aan de regionale arbeidsvraag vast te stellen. Door verschillende perioden met elkaar te vergelijken is het mogelijk om de verandering in het relatieve gewicht van elk van de componenten te bepalen. Op deze manier worden drie tijdsperioden met elkaar te vergeleken: , en Deze methode geeft zowel inzicht in de veranderende relatie tussen arbeidsmarkt en binnenlandse migratie, als ook in de substitutie-effecten tussen de binnenlandse migratie en andere componenten, zoals het woon-werkverkeer. In hoofdstuk 4 wordt deze methode van de demografie van de regionale woon-werkbalans in meer detail uiteengezet. Een belangrijke ontwikkeling in de afgelopen decennia is de grote toename in het woonwerkverkeer. In een studie naar demografische aspecten van het woon-werkverkeer (Van Dam en Van Wissen, 1999) werd vastgesteld dat de afgelegde afstand in het woonwerkverkeer sinds 1981 aanzienlijk is toegenomen, terwijl het aantal gewerkte uren in dezelfde tijd nauwelijks is gestegen. Dit komt enerzijds doordat steeds meer mensen werken, maar minder uren maken, maar anderzijds vooral omdat de gemiddelde woonwerkafstand is toegenomen. De toegenomen woon-werkafstand duidt erop dat wonen en 2

5 werken ruimtelijk steeds verder uit elkaar komen te liggen. De reden hiervoor moet worden gezocht in twee, mogelijk complementaire ontwikkelingen. Op de eerste plaats is het mogelijk dat woonlokaties en werklokaties steeds verder uit elkaar komen te liggen. Op de tweede plaats kan het keuzegedrag van mensen er toe leiden dat men steeds verder van het werk af gaat wonen, of steeds verder van de woning af gaat werken; een ontwikkeling die mogelijk wordt gemaakt door een betere infrastructuur of een veranderende afweging tussen vervoerskosten (in termen van tijd en geld) en woongenot. Het is voorstelbaar dat ook op de arbeidsmarkt iets dergelijks plaatsvindt: men accepteert een langere reistijd indien men een betere positie op de arbeidsmarkt kan innemen. Het is mogelijk om de toegenomen woon-werkafstanden in Nederland in een drie componenten uiteen te leggen: de toegenomen spreiding van wonen, de toegenomen spreiding van werken, en het gedrag van mensen bij het kiezen van een woon-werkafstand. Dit geeft meer inzicht in de achtergronden van de ontwikkeling van zowel de binnenlandse migratie, als het woon-werkverkeer in samenhang met het ruimtelijke ordeningsbeleid op het gebied van wonen en werken. In hoofdstuk 5 wordt deze voorgestelde aanpak uiteengezet. 3

6 3. Microbenadering: verhuismotieven 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de vraag of werkredenen als verhuismotief minder belangrijk zijn geworden. Er wordt daarom gekeken naar de ontwikkeling van individuele verhuismotieven. De volgende twee vragen zijn daarbij van belang: 1. Hoe is de ontwikkeling van verhuismotieven over de afgelopen jaren geweest? 2. In hoeverre kunnen deze veranderingen worden verklaard door individuele kenmerken? De beantwoording van de eerste vraag geeft inzicht in de ontwikkeling van individuele verhuismotieven in de loop van de tijd. Uitgaande van het individuele verhuismotief als afhankelijke variabele en persoons- en huishoudenskenmerken als onafhankelijke variabelen wordt bovendien inzicht verkregen in welke mate deze ontwikkeling kan worden verklaard door die kenmerken. Met betrekking tot het verhuismotief kan daarbij nog onderscheid worden gemaakt naar gerealiseerde verhuizingen en verhuisgeneigdheid in de toekomst. 3.2 Data en methode De voor deze microbenadering benodigde gegevens zijn ontleend aan een aantal opeenvolgende versies van het Woningbehoefteonderzoek (WBO). Het WBO bevat zowel het verhuismotief voor de verhuizing naar de huidige woning ( Wat was de belangrijkste reden om naar uw huidige woonruimte te verhuizen? ), het verhuismotief voor een mogelijke verhuizing naar een gewenste woning ( Wat is de belangrijkste reden om te gaan verhuizen? ), als diverse individuele en huishoudens-achtergrondkenmerken (zie bijvoorbeeld Faessen, 2000). Er is gebruik gemaakt van de WBO s van 1981/82, 1985/86, 1989/90, 1993/94 en De eerste vraag uit de inleiding kan worden beantwoord met behulp van de antwoorden op de vragen naar het verhuismotief voor de verhuizing (in de afgelopen vier jaar) naar de huidige woning en het verhuismotief voor een mogelijke verhuizing naar een gewenste woning. Voor de beantwoording van de tweede vraag wordt gebruik gemaakt van een multinomiale logit-analyse (zie bijvoorbeeld Aldrich en Nelson, 1984) met als afhankelijke variabele verhuismotief en als onafhankelijke variabelen onder andere leeftijd, geslacht, type huishouden, opleiding, inkomen, woningtype en huur- / koopwoning. De keuze van variabelen is ingegeven door eerder onderzoek op het terrein van verhuisgedrag. Zie bijvoorbeeld MuConsult (1999), Mulder (1993) en Schutjens et al. (1998). Bij het gebruik van het WBO deed zich een aantal problemen voor. Het eerste probleem betreft de vragen naar het verhuismotief. Deze vragen zijn in de verschillende WBO's niet altijd op exact dezelfde wijze gesteld en bovendien waren de antwoordmogelijkheden niet altijd identiek. Met name WBO 1998 wijkt, als gevolg van een veranderde opzet, in dat opzicht sterk af van de voorgaande WBO's. Ten behoeve van de analyse zijn de verschillende antwoordcategorieën samengevoegd tot een vijftal categorieën, te weten: werkmotieven, woonmotieven, persoonlijke (of huishoudens-) motieven, opleidingsmotieven en overige motieven. Hierbij moet bedacht worden dat deze vijf categorieën niet zonder meer vergelijkbaar zijn tussen de verschillende WBO's. De voor dit onderzoek meest relevante categorie, werkmotieven, bestaat echter steeds wel uit dezelfde antwoordcategorieën ("verandering van werkkring" en "dichter bij het werk willen wonen"). Een tweede probleem betreft de beschikbaarheid van achtergrondkenmerken. De 4

7 verschillende voor dit onderzoek beschikbare versies van de WBO's bevatten helaas niet altijd dezelfde variabelen, dan wel dezelfde mate van gedetailleerdheid van variabelen. Hierdoor was slechts een beperkt aantal variabelen beschikbaar voor de multinomiale logit-analyse. Een belangrijke in enkele van de beschikbare WBO's ontbrekende of beperkt aanwezige variabele is regio (zoals woonregio, vorige woonregio en werkregio). In de analyses is daarom slechts in beperkte mate gebruik gemaakt van regiovariabelen: voor zover er gebruik is gemaakt van regio betreft het provincies. In de diverse tabellen en analyses is gebruik gemaakt van wegingsfactoren voor huishoudens, personen en indien relevant potentiële verhuizers. 3.3 Verhuismotieven De redenen om te verhuizen kunnen worden samengevat in de volgende categorieën: werkmotieven (verandering van werkkring, dichter bij het werk willen wonen), woonmotieven (zoals een grotere woning of een andere woonbuurt), persoonlijke (of huishoudens-) motieven (zoals huwelijk / samenwonen, echtscheiding, dichter bij familie willen wonen, gezondheid) opleidingsmotieven en overige motieven. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van de verhuismotieven volgens de WBO's uit de periode Het betreft hier gegevens over huishoudens die zijn verhuisd in de vier jaar voorafgaand aan het betreffende WBO. In tabel 3.2 worden dezelfde gegevens gepresenteerd maar nu voor personen. Tabel 3.1. Verhuismotieven van verhuisde huishoudens motief WBO werk wonen persoonlijk overige totaal Bron: WBO Tabel 3.2. Verhuismotieven van verhuisde personen motief WBO werk wonen persoonlijk overige totaal Bron: WBO Het betreft hier alle verhuizingen, dus ook intraregionale verhuizingen. Uit de tabel blijkt dat de belangrijkste redenen om te verhuizen persoonlijke (en huishoudens-) motieven en in iets mindere mate woonmotieven zijn. Ongeveer negen procent van de huishoudens en personen verhuisde volgens WBO 1998 om werkredenen. Hoewel dat percentage bijna twee procentpunten lager is dan in WBO 1981/1982 is er geen sprake van een duidelijke neerwaartse trend in de loop van de tijd. De lichte schommeling van 5

8 het percentage dat vanwege het werk verhuist geeft geen duidelijke indicatie voor de in de toekomst te verwachten ontwikkeling. Naarmate huishoudens over langere afstand verhuizen neemt het belang van werkmotieven toe. Tabel 3.3 en 3.4 geven een overzicht van de ontwikkeling van de verhuismotieven voor die huishoudens en personen die naar een andere provincie zijn verhuisd. Tabel 3.3. Verhuismotieven van tussen provincies verhuisde huishoudens motief WBO werk wonen persoonlijk overige totaal Bron: WBO Tabel 3.4. Verhuismotieven van tussen provincies verhuisde personen motief WBO werk wonen persoonlijk overige totaal Bron: WBO In 1981 bleek de helft van de interprovinciale verhuizingen om werkredenen plaats te vinden. Het belang van werkredenen is in de loop van de tijd enigszins afgelopen met een opmerkelijke daling in Persoonlijke en huishoudengerelateerde redenen zijn daarentegen steeds belangrijker geworden. Hoe de veranderingen in 1998 zich werkelijk verhouden tot de eerdere jaren is niet helemaal duidelijk. Zoals reeds in paragraaf 3.2 aan de orde kwam laat WBO 1998 zich vanwege een afwijkende opzet het minst goed vergelijken met andere WBO's. Hoewel er geen vergelijkbare tabellen op COROP-niveau samengesteld konden worden, wordt uit de wel beschikbare gegevens duidelijk dat werkredenen bij inter-coropverhuizingen ook een belangrijke categorie vormen. In 1985 was dat bijvoorbeeld altijd nog 39,1%. 3.4 Verhuismotieven van potentiële verhuizers Een indicatie voor het belang van werkmotieven in de nabije toekomst kan worden afgeleid uit de redenen voor potentiële verhuizingen. Het betreft hier personen die in de nabije toekomst verwachten te gaan verhuizen. In tabel 3.5 worden deze potentiële verhuismotieven samengevat. 6

9 Tabel 3.5. Verhuismotieven van potentiële verhuizers motief WBO werk wonen persoonlijk overige totaal Bron: WBO Uit de tabel blijkt dat volgens de WBO's van voor de potentiële verhuizers het belang van werkmotieven steeds minder belangrijk werd. In WBO 1998 neemt het belang van werkmotieven echter weer toe. In hoeverre deze trendbreuk een indicatie is voor de ontwikkeling van werkmotieven is onduidelijk. De dalende trend in de WBO's is zoals uit tabel 3.1 en 3.2 bleek immers niet in de werkelijke verhuismotieven tot uitdrukking gekomen. Evenals voor verhuisde personen gold, geldt voor potentiële verhuizers dat het belang van werkredenen groter is, naarmate de (te verwachten) verhuisafstand langer is (zie tabel 3.6). Tabel 3.6. Verhuismotieven van potentiële verhuizers tussen provincies motief WBO werk wonen persoonlijk overige totaal Bron: WBO In 1981 bleek ruim 30% van de potentiële interprovinciale verhuizers dat vanwege werkredenen verwachtten te doen. Het belang van werkredenen is in de loop van de tijd licht afgenomen met wederom een opmerkelijke daling in Persoonlijke en huishoudengerelateerde redenen zijn steeds belangrijker geworden. Ook hier geldt dat, zoals reeds in paragraaf 3.2 en 3.3 aan de orde kwam, WBO 1998 zich vanwege een afwijkende opzet niet goed laat vergelijken met de eerdere WBO's. 3.5 Kenmerken van verhuizers Voor de multinomiale logit-analyse is gebruik gemaakt van een aantal achtergrondkenmerken die zijn gebaseerd op eerder onderzoek op het terrein van verhuisgedrag (MuConsult, 1999; Mulder, 1993; Schutjens et al.,1998 Er is gebruik gemaakt van de volgende variabelen: Verhuismotief [werk, overig] Geslacht [0=vrouw, 1=man] Leeftijd Huishoudenstype (eenpersoons, samenwonend) [1=wel, 0=niet] Omvang van het huishouden [aantal personen] Aanwezigheid van jonge kinderen in het huishouden (< zes jaar) [1=wel, 0=niet] Wel of geen huiseigenaar [1=wel, 0=niet] Woningtype (wel of geen eengezinswoning) [1=wel, 0=niet] Opleidingsniveau [1=basis, 2=lager, 3=middel, 4=hoog, 5=hoogst] Inkomensniveau [1=laag, 2=midden, 3=hoog] 7

10 Wel of geen tweeverdieners [1=wel, 0=niet] Wel of niet werkzaaam [1=wel, 0=niet] Aantal uren werkzaam [1=0-19, 2=20-39, 3=40 of meer uren per week] Woon-werkafstand [1=0-9, 2=10-19, 3=20 of meer km] Verhuisafstand [0= intraprovinciaal, 1=interprovinciaal] Jaar (van verhuizing) In tabel 3.7 worden de resultaten van de analyse samengevat. De analyse heeft betrekking op personen die zijn verhuisd. Hierbij is een onderscheid gemaakt in werkredenen en overige redenen. Tabel 3.7. Multinomiale logit-analyse voor werkredenen versus overige verhuis redenen verhuisreden variabele coëfficiënt standard error z P> z werk 1 geslacht leeftijd eenpersoonshuishouden samenwonend huishoudensomvang jonge kinderen opleiding inkomensgroep tweeverdieners huiseigenaar woningtype werkzaam aantal uren werkzaam woon-werkafstand verhuisafstand jaar (van verhuizing) constante Aantal waarnemingen = Chi2 = Prob > Chi2 = Pseudo R2 = De referentiegroep in de analyse vormt de groep van om niet-werkredenen verhuisden. Uit de tabel blijkt dat degenen die vanwege werkmotieven verhuizen vaker mannen zijn, jonger zijn en er maken minder vaak kleine kinderen deel uit van het huishouden. Men is bovendien hoger opgeleid en heeft een hoger inkomen. Men was voorafgaand aan de verhuizing vaker een eigenwoningbezitter en woonde bovendien voorafgaand aan de verhuizing vaker in een eengezinswoning. Verhuizers vanwege werkredenen werken eerder voltijds dan in deeltijd. De afstand (na verhuizing) tot het werk blijkt korter. Men verhuist bovendien vaker over grote afstand (interprovinciaal). De coëfficiënt van de variabele jaar van verhuizing (negatief) geeft aan dat werkredenen in de loop van tijd wel minder belangrijk zijn geworden. De variabelen met betrekking tot de huishoudenssamenstelling blijken niet significant (P>0.10). Hoe moeten we de coëfficiënten uit de tabel nu interpreteren? De algemene vorm van het multinomiale logit model is: 8

11 Pr( Y i = k) = exp( x r p j = 0 p exp( x m= 1 j = 0 i, j β i, j j, k β ) j, m ) (3.1) Volgens deze vergelijking is de kans dat een verhuizer verhuist om werkredenen op basis van tabel 3.7 gelijk aan: Pr(reden=werk) = exp( x x x x x x x x x x x x x x x x ) / (3.2) [1 + exp( x x x x x x x x x x x x x x x x )] Uitgaande van een man van 30 jaar, alleenstaand, hoogste opleiding, hoogste inkomensgroep, was eigenaar van een eengezinswoning, voltijds werkzaam, nu wonend binnen 10 km van het werk en verhuisd naar andere provincie in 1985, is de kans: Pr(reden=werk) = exp( x x x x x ) / (3.3) [1 + exp( x x x x x )] = In tabel 3.8 staan de resultaten van een tweede analyse waarin naast verhuizers om werk- en nietwerkredenen, ook de niet-verhuizers zijn meegenomen. Tabel 3.8. Multinomiale logit-analyse voor verhuizing vanwege werkredenen en overige redenen versus niet-verhuizen verhuisreden variabele coëfficiënt standard error z P> z werk overig 1 geslacht leeftijd eenpersoonshuishouden samenwonend huishoudensomvang jonge kinderen opleiding inkomensgroep tweeverdieners huiseigenaar woningtype werkzaam aantal uren werkzaam woon-werkafstand jaar (van verhuizing) constante geslacht leeftijd

12 3 eenpersoonshuishouden samenwonend huishoudensomvang jonge kinderen opleiding inkomensgroep tweeverdieners huiseigenaar woningtype werkzaam aantal uren werkzaam woon-werkafstand jaar (van verhuizing) constante Aantal waarnemingen = Chi2 = Prob > Chi2 = Pseudo R2 = De referentiegroep in deze analyse vormen de niet-verhuizers. De resultaten uit tabel 3.8 bevestigen over het geheel de resultaten van de analyse uit tabel 3.7. Er zijn twee opvallende verschillen: verhuizers (zowel vanwege werk als overige redenen) hebben minder vaak jonge kinderen in het huishouden en waren minder vaak eigenaar van hun vorige woning dan de niet-verhuizers. De variabelen met betrekking tot de huishoudenssamenstelling blijken nu wel significant. 10

13 4. Macrobenadering: demografie van de regionale woon-werkbalans 4.1 Inleiding De in het vorige hoofdstuk besproken microbenadering geeft slechts ten dele een antwoord op de onderzoeksvragen. Vooral de vraag welke substitutie-effecten een rol hebben gespeeld wordt daarmee niet beantwoord. Om deze vraag te beantwoorden is gekozen voor een macrobenadering, waarbij de verandering van de regionale arbeidsvraag over een zekere periode wordt uiteengelegd in veranderingen van de arbeidsparticipatie, pendel en migratie. Er wordt in feite een zogenaamde regionale demografische woon-werkbalans geconstrueerd: de demografie van de regionale woonwerkbalans. In overeenstemming met het Regionaal Demografisch Prognosemodel van de RPD (Eichperger en Gordijn, 1994) is gekozen voor COROP-niveau als regionaal niveau. 4.2 Methode De demografie van de regionale woon-werkbalans geeft aan op welke wijze veranderingen in de regionale vraag naar arbeid worden opgevangen door veranderingen in de omvang van de in de regio werkzame beroepsbevolking. De verandering van de regionale arbeidsvraag wordt in eerste instantie gesplitst in verandering van de componenten inkomende pendel, uitgaande pendel en de resterende interne vraag. Hiervoor wordt voor een drietal perioden, te weten , en , een zogenaamde regionale woon-werkmatrix, een matrix van de werkzame beroepsbevolking naar woonregio en werkregio opgesteld, zoals weergegeven in figuur 4.1. Figuur 4.1. De matrix van de werkzame beroepsbevolking naar woonregio en werkregio regio van bestemming N buitenland 1. P 1,2 P 1,i P 1,j P 1,n P 1,x regio van herkomst 2 P 2,1. P 2,i P 2,j P 2,n P 2,x : P i,1 P i,2. P i,j P i,n P i,x : P j,1 P j,2 P j,i. P j,n P j,x N P n,1 P n,2 P n,i P n,j. P n,x buitenland P x,1 P x,2 P x,i P x,j P x,n * P i,j = pendel van regio i naar regio j, x = buitenland De niet-pendel gerelateerde verandering van de interne vraag kan vervolgens worden gesplitst in verandering van het arbeidsaanbod en de verandering van de participatie. De groei van het arbeidsaanbod is weer onder te verdelen in natuurlijke groei, binnenlandse migratie en buitenlandse migratie. De verandering van de regionale arbeidsvraag, op regionaal niveau, wordt aldus uitgesplitst naar de volgende componenten: 11

14 C C C C verandering van de inkomende pendel verandering van de uitgaande pendel verandering van het interne regionale arbeidsaanbod bestaande uit: C natuurlijke groei / afname van de regionale (potentiële beroeps-) bevolking C groei / afname van de regionale (potentiële beroeps)bevolking door binnenlandse migratie C groei / afname van de regionale (potentiële beroeps)bevolking door buitenlandse migratie verandering van de regionale arbeidsparticipatie De demografie van de regionale woon-werkbalans kan als volgt worden geformuleerd. In een vereenvoudigde formulevorm is de verandering van de werkgelegenheid in regio i in de periode (t,t+n) gelijk aan: W i = Li + j Pj, i j Pi, j (4.1) Hierin is de werkzame beroepsbevolking in regio i gelijk aan: L i = w B i i + ( w i + w i )( N i + j M j, i j M i, j + I i E i ) (4.2) Substitutie van vergelijking (4.2) in (4.1) geeft: Wi = w ibi + ( w i + w i )( N i + j M j, i j M i, j + I i E i ) + j Pj, i j Pi, j (4.3) waarin: W = werkgelegenheid M i,j = binnenlandse migratie van L = werkzame regio i naar j beroepsbevolking I = immigratie P i,j = pendel van regio i naar j E = emigratie B = potentiële beroepsbevolking w = arbeidsparticipatiegraad N = natuurlijke groei i = regio i j = regio j Een complicerende factor in het geheel is de onderlinge samenhang tussen de regionale ontwikkelingen. De verandering van de inkomende pendel is op zich zelf weer afhankelijk van veranderingen in de regio van herkomst. Een (relatieve) afname van bij voorbeeld de inkomende pendel zou zowel kunnen worden veroorzaakt door een dalende werkgelegenheid in de regio van bestemming als door een stijging van de werkgelegenheid in de regio van herkomst, of door een combinatie van deze effecten. Dergelijke interrelaties tussen regio s zullen in het kader van dit project vanwege de complexiteit echter niet expliciet worden gemodelleerd. Deze relaties komen impliciet tot uitdrukking in de verandering van de inkomende en uitgaande pendel. Door de beschreven demografische woon-werkbalans voor meerdere perioden op te stellen wordt inzicht verkregen in de trends in de afgelopen periode. Het geeft antwoord op de vraag hoe de diverse componenten zich hebben ontwikkeld, zowel in absolute zin (werkgelegenheid) als ten opzichte van elkaar (substitutie). 4.3 Data Voor de analyse van de demografische woon-werkbalans zoals hierboven beschreven 12

15 zijn, naast de regionale bevolkingsontwikkeling (stand en loop van de bevolking) op COROP-niveau, de gegevens nodig over de werkzame beroepsbevolking naar leeftijd, geslacht en COROP-regio en de inkomende en uitgaande pendel naar COROP-regio. De bevolkingsgegevens (stand, sterfte, binnenlandse migratie, immigratie en emigratie) naar geslacht, leeftijd en COROP-regio zijn afkomstig van de RPD. De gegevens met betrekking tot de werkzame beroepsbevolking en de pendel kunnen worden ontleend aan de Enquête Beroepsbevolking (EBB) en, de voorloper daarvan, de Arbeidskrachtentelling (AKT) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De EBB s worden sinds 1987 jaarlijks gehouden. De AKT s werden in de periode tweejaarlijks gehouden. Door verschillen in steekproefmethode, vraagstelling en definities zijn deze bestanden in de tijd niet volledig vergelijkbaar. Met name de overgang van de AKT naar de EBB leidde tot een andere vraagstelling met betrekking tot het al dan niet werkzaam zijn. Dit had vooral gevolgen voor de classificatie van mensen met kleine banen. AKT s en EBB s zijn daarom niet zonder meer vergelijkbaar. In de periode van de EBB s is de definitie van het wel of niet werkzaam zijn veranderd (i.c. het minimaal aantal uren). Omdat de vraagstelling niet is veranderd en het aantal uren dat men werkt als variabele is opgenomen zijn de EBB s op basis van de basisbestanden makkelijker vergelijkbaar te maken. Door de noodzakelijk regionale uitsplitsing naar COROP-niveau zullen niet alle cellen van de genoemde tabellen kunnen worden gevuld. Als gevolg van de beveiligingseisen van het CBS mogen cellen met een te gering aantal waarnemingen niet worden gepubliceerd. De eventueel ontbrekende waarden zijn bijgeschat. Op basis van de beschikbaarheid van de diverse bestanden en de vergelijkbare lengte van de perioden is gekozen voor een analyse van drie perioden: , en Landelijke trends Een eerste inzicht in de ontwikkeling van de arbeidsmarkt, de binnenlandse migratie en het woon-werkverkeer geven de landelijke trends. De beroepsbevolking groeide in de periode van 5,4 tot 7,0 miljoen. Het aantal banen nam in dezelfde periode toe van 5,2 tot 6,7 miljoen. Zie figuur 4.2. Figuur 4.2. Beroepsbevolking en banen in de periode (x 1000) aantal x 1000 beroepsvbevolking banen jaar Bron: CBS/CPB. 13

16 Vooral in de eerste helft van de jaren tachtig en in iets mindere mate in de eerste helft van de jaren negentig stagneerde de werkgelegenheid. Het aantal personen dat in een jaar binnen Nederland verhuist is gestegen van 1,4 miljoen in 1981 tot 1,7 miljoen in Het aantal mensen dat verhuist naar een andere COROP-regio is veel lager: 321 duizend in 1981 en 371 duizend in Het aantal personen dat pendelt van de ene COROP-regio naar de andere is zeer sterk gestegen van 655 duizend in 1981 tot 1,2 miljoen in Figuur 4.3. Aantallen pendelaars en verhuisde personen tussen COROP-regio's in de periode (x 1000) aantal x 1000 pendel migratie jaar Bron: CBS. Het aantal verhuisde personen daalde in de eerste helft van de jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig. Het woon-werkverkeer tussen de COROP-regio's daalde in de tweede helft van de jaren tachtig en nam daarna zeer sterk toe. 4.5 Resultaten demografie van de regionale woon-werkbalans De resultaten van de methode van de demografie van de regionale woon-werkbalans zoals beschreven in paragraaf 4.2 komen in deze paragraaf aan de orde. De groei of afname van de werkgelegenheid per COROP-regio is gesplitst in achtereenvolgens de volgende componenten: Groei van de arbeidsparticipatie Natuurlijke groei van de potentiële beroepsbevolking Binnenlandse migratie, onderverdeeld in: Vestiging Vertrek Buitenlandse migratie, onderverdeeld in: Immigratie Emigratie Groei van de binnenlandse pendel, onderverdeeld in: Groei van de inkomende pendel Groei van de uitgaande pendel 14

17 Groei van de buitenlandse pendel, onderverdeeld in: Groei van de inkomende pendel Groei van de uitgaande pendel De groei of afname van de werkgelegenheid per component in absolute termen staat voor de drie achtereenvolgende perioden in respectievelijk de tabellen 4.1, 4.2 en 4.3. De groei of afname van de werkgelegenheid in relatieve termen (uitgedrukt als percentage van de gemiddelde werkgelegenheid) is weergegeven in de tabellen 4.4, 4.5 en 4.6. Gezien de onderzoeksvragen geformuleerd in het eerste hoofdstuk ligt bij de bespreking van de resultaten de nadruk op de componenten binnenlandse migratie en de binnenlandse pendel. Uit de tabellen blijkt dat omvang van de binnenlandse migratie als component van de werkgelegenheid in absolute zin in de loop van de perioden is gegroeid van 597 duizend in de periode tot 889 duizend in de periode In relatief opzicht is er sprake van een lichte daling van 15,4% in de periode naar 14,4% in de periode Daarna treedt er stabilisatie op. Voor vrijwel alle afzonderlijke COROP-regio's geldt eveneens dat de binnenlandse migratie in absolute zin is toegenomen. Voor tweederde van de COROP-regio's is in relatief opzicht een daling te zien na de periode Met name in Overijssel, Noord-Brabant en in en rond de IJmond is de binnenlandse migratie juist relatief gestegen. Ook voor de COROP-regio's afzonderlijk geldt dat er daarna sprake is van stabilisatie. Met betrekking tot het woon-werkverkeer ziet het beeld er anders uit dan voor de binnenlandse migratie. Was de stijging van het woon-werkverkeer in de periode slechts 32 duizend, in de periode was dat 382 duizend en in de periode duizend. Ook in relatief opzicht is het beeld hetzelfde: 0,8% in de periode , 6,8% in en 3,1% in Vooral in de periode is het woon-werkverkeer tussen COROP-regio's dus fors toegenomen. Hier geldt eveneens dat ontwikkelingen per COROP-regio overeenkomen met het algemene beeld. In de periode is Zeeuwsch-Vlaanderen de enige regio waar het woon-werkverkeer is afgenomen. In de periode zijn er tien COROP-regio's waar het woonwerkverkeer is toegenomen ten opzichte van de daaraan voorafgaande periode. De belangrijkste andere component, zoals blijkt uit de tabellen, is de arbeidsparticipatie. In de periode , een periode van economische stagnatie, was het effect van de verandering van de arbeidsparticipatie negatief. Dit effect werd echter grotendeels gecompenseerd door de natuurlijke groei van de bevolking. In de perioden daarna was het effect van de arbeidsparticipatie positief; vooral als gevolg van de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen. Voor zover er sprake is van substitutie-effecten zijn die over alle regio's tezamen vooral zichtbaar in de periode Toen nam het belang van de binnenlandse migratie enigszins af terwijl het woon-werkverkeer juist sterk toenam. In de periode nam het belang van het woon-werkverkeer af ten opzichte van dat van de binnenlandse migratie. Per saldo zijn de effecten van binnenlandse migratie en binnenlands woonwerkverkeer over alle regio's tezamen echter niet met elkaar te vergelijken: het saldo is voor beide componenten immers per definitie nul. Voor een goede vergelijking van deze twee componenten met elkaar is daarom een andere invalshoek noodzakelijk. Hiertoe wordt onderscheid gemaakt tussen groeiende en krimpende regio's. In de eerstgenoemde regio's is er meer vraag naar arbeid dan aanbod en in de laatstgenoemde regio's andersom. Hoe voldoen de groeiende regio's aan de hogere vraag? In tabel 4.7 zijn de relevante gegevens voor de groei- en krimpregio's uit de tabellen 4.4, 4.5 en 4.6 samengevat. Uit deze tabel blijkt dat het aandeel van het woonwerkverkeer in het saldo voor de groeiregio's is gestegen van 32% in de periode

18 1985 tot 86% in de periode Voor groeiregio's geldt dus wel degelijk dat er over de gehele periode van sprake was van substitutie van migratie door meer woon-werkverkeer. Tabel 4.1. Verandering van de werkgelegenheid ten gevolge van participatie verandering, natuurlijke groei, migratie en pendel, (aantallen x 1000) nr COROP gem. werkge- participatie natuurlijke binnenlandse migratie buitenlandse migratie binnenlandse pendel buitenlandse pendel Totaal legen- heid groei vestiging vertrek vestiging vertrek inkomend uitgaand inkomend uitgaand 1 Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden en Bollenstreek Aggl. 's-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Nederland groeiregio's krimpregio's

19 Tabel 4.2. Verandering van de werkgelegenheid ten gevolge van participatie verandering, natuurlijke groei, migratie en pendel, (aantallen x 1000) nr COROP gem. werkge- participatie natuurlijke binnenlandse migratie buitenlandse migratie binnenlandse pendel buitenlandse pendel Totaal legen- heid groei vestiging vertrek vestiging vertrek inkomend uitgaand inkomend uitgaand 1 Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden en Bollenstreek Aggl. 's-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Nederland groeiregio's krimpregio's

20 Tabel 4.3. Verandering van de werkgelegenheid ten gevolge van participatie verandering, natuurlijke groei, migratie en pendel, (aantallen x 1000) nr COROP gem. werkge- participatie natuurlijke binnenlandse migratie buitenlandse migratie binnenlandse pendel buitenlandse pendel Totaal legen- heid groei vestiging vertrek vestiging vertrek inkomend uitgaand inkomend uitgaand 1 Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden en Bollenstreek Aggl. 's-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Nederland groeiregio's krimpregio's

21 Tabel 4.4. Relatieve verandering van de werkgelegenheid ten gevolge van participatie verandering, natuurlijke groei, migratie en pendel* **, (%) nr COROP participatilijke natuur- binnenlandse migratie buitenlandse migratie binnenlandse pendel buitenlandse pendel Totaal vesti- ver- saldo vesti- ver- saldo inko- uit- saldo inko- uit- saldo groei ging trek ging trek mend gaand mend gaand 1 Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Aggl. Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Leiden en Bollenstreek Aggl. 's-gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland Nederland groeiregio's krimpregio's * herberekend op vijfjaars basis ** verandering = 200 * component / ( werkgelegenheid(t) + werkgelegenheid(t+5) ) 19

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 43757 2 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2015, 2015-0000289457,

Nadere informatie

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief

Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief April 2012 Derks, Hovens, Klinkers) is het onderwerp bevolkingsdaling op de agenda gekomen. Er zijn inmiddels veel publicaties verschenen

Nadere informatie

Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam

Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam Gerda Gringhuis Eind december 2002 hadden werknemers in Nederland in totaal ruim 7 miljoen banen. Ten opzichte van december 2001 is het aantal banen toegenomen met

Nadere informatie

Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s

Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s Peter Ekamper 1) en Mila van Huis 2) In 2002 hing ruim de helft van het aantal verhuizingen samen met een huishoudensverandering.

Nadere informatie

Regionale bedrijvendynamiek

Regionale bedrijvendynamiek M201224 Regionale bedrijvendynamiek Oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de Nederlandse regio s in de periode 1988-2010 A. Bruins J.A.C. Vollebregt Zoetermeer, juli 2012 Regionale bedrijvendynamiek

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Verhuisgedrag van jongeren

Verhuisgedrag van jongeren Verhuisgedrag van jongeren Mila van Huis en Elma Wobma Jaarlijks verhuizen ongeveer 650 duizend personen naar een andere gemeente, onder wie 96 duizend 18- tot en met 21-jarigen. Het verhuisgedrag van

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer

Bijlagen hoofdstuk 13 De leefsituatie-index Jeroen Boelhouwer Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017

Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017 januari Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in Themabericht RaboResearch Nederland economie.rabobank.com Rogier Aalders Senior onderzoeker -9 Samenvatting Amsterdam en Utrecht en hun omgeving hebben

Nadere informatie

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015 Migratie en pendel Twente Special bij de Twente Index 2015 Inhoudsopgave Theorieën over wonen, verhuizen 3 Kenmerken Twente: Urbanisatiegraad en aantal inwoners 4 Bevolkingsgroei grensregio s, een vergelijking

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Regionale verschillen in arbeidsaanbod

Regionale verschillen in arbeidsaanbod Regionale verschillen in arbeidsaanbod Hendrika Lautenbach Tussen de regio s in Nederland bestaan significante verschillen in de mate waarin de bevolking van 15 64 jaar participeert op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013. Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek

Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013. Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013 Frits Oevering Prangende vragen? Krimp in Woerden? Vergrijzing en krimp Verhuispatroon Krimp in Woerden? Disclaimers diverse databronnen (ABF, CBS,

Nadere informatie

BEROEPSBEVOLKING EN PENDEL PROVINCIE FLEVOLAND 2000 SAMENVATTING

BEROEPSBEVOLKING EN PENDEL PROVINCIE FLEVOLAND 2000 SAMENVATTING BEROEPSBEVOLKING EN PENDEL PROVINCIE FLEVOLAND 2000 SAMENVATTING Arbeidsmarkt Arbeidsparticipatie Van de 15 tot 65-jarige bevolking in Flevoland behoort 71% tot de beroepsbevolking (tabel 1) tegenover

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald Persbericht PB99-191 28 juli 1999 9.30 uur Werkloosheid in alle provincies gedaald De gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt in 1998 leidde in alle provincies tot een daling van de werkloosheid en een

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit mei 2018, Leo Prins en Paul de Vries - Ouderen verhuizen zeer weinig. Van alle senioren in een koopwoning wil 6,6 procent verhuizen, maar dat lukt maar 2,3 procent.

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 M,. bn Factsheet Open teelten Tuinbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 ` ` Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Analyse NVM openhuizendag

Analyse NVM openhuizendag Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011 Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering 2016

Factsheet Varkensverbetering 2016 Factsheet Varkensverbetering 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 26 oktober 2016 1609-0530 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-245 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2016 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016

Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016 Factsheet Open Teelten Boomkwekerij 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0863 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0865 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Banenverlies in 2004 voor de meeste grote gemeenten

Banenverlies in 2004 voor de meeste grote gemeenten Banenverlies in 2004 voor de meeste grote gemeenten Wai Hong Chung In 2004 is het aantal banen van werknemers voor de tweede keer op rij afgenomen. De afname was in bijna alle regio s en gemeenten merkbaar.

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Artikelen. Meer ouderen aan het werk. Hendrika Lautenbach en Marc Cuijpers

Artikelen. Meer ouderen aan het werk. Hendrika Lautenbach en Marc Cuijpers Meer ouderen aan het werk Hendrika Lautenbach en Marc Cuijpers Het aantal werkzame 5-plussers is sinds 1992 bijna verdubbeld. Ouderen maken ook een steeds groter deel uit van de werkzame beroepsbevolking.

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Factsheet Glastuinbouw 2016

Factsheet Glastuinbouw 2016 Factsheet Glastuinbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 25 oktober 2016 1608-1060 Pagina 2 33 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 465.000 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Aantal jonge werkzoekenden met 5,6 procent afgenomen - Vooral daling werkzoekenden met korte

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016

Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016 Factsheet Open Teelten Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0864 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2016

Factsheet Loonwerk 2016 Factsheet Loonwerk 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 5 september 2016 1608-0989 Pagina 2 33 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0229 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek 7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek Auteur Remco Kaashoek De dynamiek op de koopwoningmarkt is tussen 2007 en 2011 afgenomen, terwijl die op de markt voor huurwoningen licht is gestegen. Het aantal

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen Januari 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Ingediende vacatures 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage

Nadere informatie

Factsheet Bedrijfsverzorging 2016

Factsheet Bedrijfsverzorging 2016 Factsheet Bedrijfsverzorging 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 27 oktober 2016 1610-1250 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Documentatie bestand Jongeren in Kwetsbare Positie 14/15

Documentatie bestand Jongeren in Kwetsbare Positie 14/15 8 Documentatie bestand Jongeren in Kwetsbare Positie 14/15 1 Team Onderwijs, Maart 2018 Beschikbare bestanden: Dit documentatierapport betreft het bestand 180308_2015_JiKPnaarRegio.sav. Het bestand is

Nadere informatie

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in

Nadere informatie

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Jong en oud op de arbeidsmarkt, Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland en in Nederland Ingrid Beckers In 22 waren er in Nederland ruim anderhalf miljoen arbeidsgehandicapten. Dit komt overeen met 14,7 procent van de 15 64-jarigen. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016 Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0866 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Paddenstoelen 2016

Factsheet Paddenstoelen 2016 Factsheet Paddenstoelen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1610-1267 Pagina 2 33 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012 Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid

Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid Regionale Landbouw spreiding van bevolking en werkgelegenheid H 4 Regionale spreiding van bevolking en werkgelegenheid Als we de wisselwerking tussen de mens en zijn leefomgeving willen analyseren, dan

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Colland Bestuursbureau, 2 februari 2016 1602-0794 Pagina 2 28 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 In dit kwartaalbericht van Woningmarkcijfers.nl de volgende onderwerpen: - prijsontwikkelingen en transacties september - prijsontwikkelingen en transacties

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen April 2010 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden - 464.300 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - In i vrijwel evenveel werkzoekenden als in - Van de 55-plus beroepsbevolking is 9,4 procent

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald - 477.800 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Minder werkzoekenden van 35-45 jaar dan een jaar geleden - Toename werkzoekenden met (para)

Nadere informatie

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Beroepsbevolking en Pendel 2013 Dit factsheet is gebaseerd op een onderzoek onder 26. Flevolanders. Eind 213 is het onderzoek afgenomen middels een vragenlijst. De respons was 17%. Met de toepassing van wegingsfactoren is het onderzoek

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2017 Publicatie januari 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen Maart 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Factsheet Hoveniers 2016

Factsheet Hoveniers 2016 Factsheet Hoveniers 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 19 oktober 2016 1610-0843 Pagina 2 34 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen

Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen April 2011 Aantal werkzoekenden, ontslagaanvragen, vacatures en WW-uitkeringen 2 WW-uitkeringen 4 Vacatures werk.nl 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie