Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013

Transcriptie

1 Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013

2 Bioscoopbezoekers bekeken Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per leeftijdscategorie Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per stedelijkheid v/d woongemeente Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per sociale klasse Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per nettomaandinkomen v/h gezin Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per geslacht Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per type huishouden Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per positie in het huishouden Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per belangrijkste dagelijkse bezigheid 2

3 Statistieken via CentERdata

4 100% Bereik per leeftijdscategorie 90% 80% 70% 71% 68% 60% 50% 20% 10% 56% 51% 50% 51% 50% 46% 56% 56% 54% 45% 39% 41% 38% 34% 31% 19% 26% 21% 23% 22% 24% 15% 17% 11% 37% 34% 34% 25% 0% jaar jaar jaar jaar jaar jaar 65+ gemiddeld Nederland Leesvoorbeeld: 41% van de 30 t/m 39 jarigen is in het derde kwartaal minimaal één keer naar een bioscoop of filmtheater geweest. 4

5 10,0 Bezoekfrequentie per leeftijdscategorie 9,0 8,0 7,0 1,6 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 0,0 2,5 1,5 2,3 1,1 1,5 1,3 1,4 0,5 0,5 0,4 0,5 0,4 0,2 0, jaar jaar jaar jaar jaar jaar 65+ gemiddeld Nederland Volgens de statistieken van de NVB is de gemiddelde bezoekfrequentie van Nederlanders in ,80. Uit dit onderzoek blijkt echter dat de gemiddelde bezoekfrequentie ( ) 3,20 is. Er zijn een aantal aspecten die ervoor zorgen dat de gemiddelde bezoekfrequentie binnen de steekproef hoger uitvalt dan binnen de totale populatie. Ten eerste zijn respondenten geneigd hun bioscoopbezoek te overschatten. Ten tweede heeft de steekproef betrekking op mensen die ouder zijn dan 16 jaar. En ten derde zijn hoger opgeleiden, waarvan bekend is dat ze vaker dan gemiddeld naar de bioscoop gaan, licht oververtegenwoordigd in deze steekproef. Omdat de mate van overschatting voor elke respondent nagenoeg gelijk zal zijn, mag aangenomen worden dit niks afdoet aan het berekende marktaandeel per doelgroep. 5

6 Marktaandelen per leeftijdscategorie (leeftijd 16+) Q % 18% 12% 13% 31% 9% 13% Q % 24% 14% 13% 27% 10% 9% Q % 23% 19% 15% 20% 12% 8% Q % 19% 11% 15% 21% 13% 18% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% jaar jaar jaar jaar jaar jaar 65+ Van de 55 tot 64-jarigen en 65-plussers ging het grootste deel naar de bioscoop in Q1. 6

7 100% Bereik per stedelijkheid van de woongemeente (leeftijd 16+) 90% 80% 70% 60% 50% 20% 51% 44% 46% 39% 36% 34% 27% 37% 32% 32% 32% 29% 31% 29% 24% 17% 19% 37% 34% 34% 25% 10% 0% Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk gemiddeld Nederland Stedelijkheid is de dichtheid van omgevingsadressen per km2: zeer sterk : of meer (17,6% van de bevolking), sterk : tot (29%), matig : tot (18,7%), weinig : 500 tot (22%), niet : minder dan 500 (12,7%). 7

8 6,0 Bezoekfrequentie per stedelijkheid van de woongemeente (16+) 5,0 4,0 1,8 3,0 2,0 0,0 1,3 0,2 0,5 1,8 0,4 0,4 0,5 Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk gemiddeld Nederland Niet alleen het bereik is hoger onder inwoners van zeer stedelijk gebied (zie vorige dia) maar vooral ook de gemiddelde bezoekfrequentie. Inwoners van zeer sterk stedelijk gebied gaan in alle kwartalen, op Q4 na, twee keer zo vaak naar een bioscoop dan gemiddeld. 8

9 Marktaandelen per stedelijkheid van de woongemeente (leeftijd 16+) Q % 25% 12% 12% 12% Q % 26% 12% 18% 11% Q % 26% 11% 14% 11% Q % 26% 14% 15% 12% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Matig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk Zo n 60% van alle bioscoopbezoeken komt voor rekening van inwoners van sterk en zeer sterk stedelijk gebied. 9

10 100% Bereik voor de verschillende sociale klassen (leeftijd 16+) 90% 80% 70% 60% 50% 20% 44% 42% 38% 39% 36% 35% 27% 27% 33% 33% 33% 24% 31% 26% 22% 18% 20% 19% 13% 37% 34% 34% 25% 10% 0% Hoog Laag gemiddeld Nederland 10

11 6,0 Bezoekfrequentie voor de verschillende sociale klassen (leeftijd 16+) 5,0 4,0 3,0 2,0 0,0 0,5 1,1 0,2 1,2 0,2 0,1 Hoog Laag gemiddeld Nederland Behalve de lage klasse gaan alle klassen nagenoeg even vaak naar de bioscoop in geheel

12 Marktaandelen voor de verschillende sociale klassen (leeftijd 16+) Q % 28% 21% 3% Q % 15% 22% 7% Q % 17% 22% 32% 3% Q % 14% 21% 31% 1% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Hoog Laag 12

13 100% Bereik per categorie nettomaandinkomen van het huishouden (leeftijd 16+) 90% 80% 70% 60% 50% 20% 31% 24% 35% 35% 31% 27% 28% 28% 21% 22% 33% 42% 27% 36% 37% 37% 25% 34% 34% 10% 0% EUR 1150 of minder EUR 1151 t/m EUR 1800 EUR 1801 t/m EUR 2600 Meer dan EUR 2600 gemiddeld Nederland 13

14 6,0 Bezoekfrequentie per categorie nettomaandinkomen van het huishouden (leeftijd 16+) 5,0 4,0 3,0 2,0 0,0 1,8 1,3 1,3 1,1 EUR 1150 of minder EUR 1151 t/m EUR 1800 EUR 1801 t/m EUR 2600 Meer dan EUR 2600 gemiddeld Nederland De gemiddelde bezoekfrequentie is het hoogst onder de laagste inkomens. Dit komt doordat er in deze groepen veel jongeren zitten die vaak naar een bioscoop gaan. Hoogste inkomens hebben echter het grootste marktaandeel (zie volgende dia). 14

15 Marktaandelen per categorie netto maandinkomen van het huishouden (leeftijd 16+) Q % 12% 31% 49% Q % 19% 23% 45% Q % 17% 24% 50% Q % 11% 29% 49% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% EUR 1150 of minder EUR 1151 t/m EUR 1800 EUR 1801 t/m EUR 2600 Meer dan EUR

16 100% Bereik voor mannen en vrouwen (leeftijd 16+) 90% 80% 70% 60% 50% 34% 23% 31% 31% 41% 27% 37% 36% 37% 25% 34% 34% 20% 10% 0% Man Vrouw gemiddeld Nederland 16

17 6,0 Bezoekfrequentie voor mannen en vrouwen (leeftijd 16+) 5,0 4,0 3,0 2,0 0,5 0,0 Man Vrouw gemiddeld Nederland 17

18 Marktaandelen voor mannen en vrouwen (leeftijd 16+) Q % Q % 51% Q % 56% Q % 52% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% man vrouw 18

19 100% Bereik per type huishouden (leeftijd 16+) 90% 80% 70% 60% 50% 20% 34% 35% 34% 33% 32% 27% 28% 21% 45% 42% 41% 38% 39% 39% 35% 25% 37% 33% 34% 34% 25% 22% 16% 10% 0% Alleenstaande (On)gehuwd samenwonend, zonder kind(eren) (On)gehuwd samenwonend, met kind(eren) Alleenstaande, met kind(eren) Anders gemiddeld Nederland 19

20 6,0 Bezoekfrequentie per type huishouden (leeftijd 16+) 5,0 4,0 1,1 3,0 1,4 2,0 1,3 0,4 1,1 0,3 0,4 0,0 Alleenstaande (On)gehuwd samenwonend, zonder kind(eren) (On)gehuwd samenwonend, met kind(eren) Alleenstaande, met kind(eren) Anders gemiddeld Nederland 20

21 Marktaandelen per type huishouden (leeftijd 16+) Q % 42% 3% 1% Q % 28% 5% 1% Q % 27% 6% 1% Q % 29% 39% 5% 2% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Alleenstaande (On)gehuwd samenwonend, met kind(eren) Anders (On)gehuwd samenwonend, zonder kind(eren) Alleenstaande, met kind(eren) 21

22 100% Bereik per positie in het huishouden (leeftijd 16+) 90% 80% 70% 60% 50% 33% 22% 31% 31% 26% 28% 49% 43% 54% 49% 62% 46% 47% 37% 25% 34% 34% 20% 16% 10% 0% Huishoudhoofd Gehuwde partner Ongehuwde partner Kind dat thuis woont gemiddeld Nederland 22

23 10,0 Bezoekfrequentie per positie in het huishouden (leeftijd 16+) 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 0,0 1,4 1,1 2,0 1,3 1,9 1,3 0,2 0,5 0,5 0,3 1,4 1,6 Huishoudhoofd Gehuwde partner Ongehuwde partner Kind dat thuis woont Anders gemiddeld Nederland 23

24 Marktaandelen per positie in het huishouden (leeftijd 16+) Q % 20% 9% 21% 0% Q % 13% 9% 26% 1% Q % 14% 10% 26% 0% Q % 16% 8% 20% 1% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Huishoudhoofd Gehuwde partner Ongehuwde partner Kind dat thuis woont Anders 24

25 100% 90% 80% 70% 60% 50% 20% 10% 0% 41% 38% 36% 28% Bereik per belangrijkste dagelijkse bezigheid (leeftijd 16+) 35% 38% 32% 29% 19% 22% 13% 65% 59% 53% 55% 42% 37% 31% 34% 34% 24% 23% 23% 25% 22% 23% 25% 22% 24% 22% 25% 25% 16% 13% 13% 16% 15% 15% 25

26 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 0,0 Bereik per belangrijkste dagelijkse bezigheid (leeftijd 16+) 1,1 0,3 0,4 0,3 1,6 2,1 1,6 2,2 0,5 1,1 1,1 0,5 0,3 0,2 0,3 0,2 0,3 0,5 0,4 0,5 1,1 26

27 Marktaandelen per belangrijkste dagelijkse bezigheid (leeftijd 16+) Q % 6% 1% 20% 10% 12% 2% 2% 2% Q % 6% 2% 22% 3% 8% 3% 2% 3% Q % 3% 2% 28% 3% 9% 1% 2% 1% Q % 3% 2% 25% 2% 10% 3% 2% 2% 0% 10% 20% 50% 60% 70% 80% 90% 100% verricht betaalde werk in loondienst zoekt werk na verlies werkkring verzorgt het huishouden arbeidsongeschikt anders is vrije beroepsbeoefenaar, freelancer of zelfstandige gaat naar school of studeert is met pensioen vrijwilligerswerk 27